Contact : Rose-Marie Luycx 02/

Transcriptie

1 Datum: 19/12/2012 SECTORALE RONDZENDBRIEF CDS22RV1202 RESTITUTIES VOOR DE UITVOER VAN LEVENDE RUNDEREN (WELZIJN) Contact : Rose-Marie Luycx rose-marie.luycx@lv.vlaanderen.be 02/ versie: 1 Inhoudstafel INLEIDING... 2 CONTROLE BIJ UITGANG VAN HET DOUANEGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP... 2 CONTROLE IN HET DERDE LAND VAN DE EINDBESTEMMING... 4 VOORBEHOUD... 6 GESCHILLEN... 6 BIJLAGE: TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING Ellipsgebouw, Koning Albert II-laan 35 bus 42, 1030 Brussel

2 2 / 7 Inleiding De betaling van de restituties bij uitvoer van levende runderen van GN-code 0102 is onder meer afhankelijk van de naleving, tijdens het vervoer van de dieren tot de eerste lossingplaats in het derde land van de eindbestemming van: de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 de bepalingen van Verordening (EU) nr. 817/2010 de bepalingen van Verordening (EG) nr. 133/2008 het respecteren van de opgelegde controlemaatregelen. De reglementering voorziet verschillende controles: een systematische controle bij het verlaten van de Gemeenschap en een controle op de eerste lossingplaats in het derde land van de eindbestemming (in de installaties van de klant). Controle bij uitgang van het douanegebied van de Gemeenschap De dieren mogen het douanegebied van de Gemeenschap slechts verlaten via een inspectiepost aan de grens, erkend door de Europese Commissie, of een door de lidstaat aangewezen plaats van uitgang. In België gaat het om de luchthavens van Brussel-Zaventem, Luik en Oostende. De lijst van erkende plaatsen van uitgang van andere lidstaten kan op verzoek bij het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ verkregen worden. De uitvoerder moet schriftelijk (per fax of ) de provinciale controle-eenheid (PCE) van de provincie van de plaats van uitgang inlichten over de aankomst van de partij, minstens 24 uur op voorhand (zaterdag, zondag en feestdagen niet inbegrepen). Deze mededeling omvat: naam en volledig adres van de uitvoerder; naam en volledig adres van de bestemmeling in het derde land van eindbestemming; het aantal dieren van elke categorie uitgevoerd volgens de douanenomenclatuur: - fokdieren van zuiver ras, vaarzen met een levend gewicht gelijk aan of meer dan 250 kg tot en met de leeftijd van 30 maanden ( ) - fokdieren van zuiver ras, koeien met een levend gewicht gelijk aan of meer dan 250 kg tot en met de leeftijd van 30 maanden ( ) dag en uur van vertrek in de plaats van uitgang; het transportmiddel: aard + identificatieteken; het journaal (= reisplan) en elke eventuele verandering van transportmiddel; het adres van de eerste plaats van lossing in het derde land van eindbestemming; een kopie van het gezondheidscertificaat en, als daar reden toe is, van het intracommunautair gezondheidscertificaat. Een officiële dierenarts, aangeduid door het FAVV, gaat op de erkende plaats van uitgang overeenkomstig Richtlijn 96/93/EG van de Raad voor de dieren waarvoor een uitvoeraangifte aanvaard is, na of: de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1/2005 vanaf de plaats van vertrek, in de zin van artikel 2, onder r) van deze verordening, tot de plaats van uitgang zijn vervuld; en de vervoersomstandigheden tijdens de verdere reis in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1/2005 en de nodige maatregelen zijn getroffen om de inachtneming ervan tot de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming te verzekeren.

3 3 / 7 De officiële dierenarts die deze controles heeft uitgevoerd, moet een verslag overeenkomstig het model in bijlage I van Verordening (EU) nr. 817/2010 opstellen. Een kopie van dit verslag moet naar het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ gestuurd worden. Indien bovenvermelde voorwaarden vervuld zijn, moet de officiële dierenarts de navolgende vermelding in vak J van het controle-exemplaar T5 plaatsen: Bevindingen bij controle overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EU) nr. 817/2010 bevredigend. Hierbij plaatst hij zijn stempel en zijn handtekening. De officiële dierenarts vermeldt in vak J van het T5-document het totale aantal dieren waarvoor de uitvoeraangifte aanvaard is, onder aftrek van het aantal dieren dat onderweg gekalfd heeft (ook ontijdig), dat gestorven is of waarvoor de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1/2005 niet in acht genomen zijn en die om die reden uit het lot zijn verwijderd. De vervanging van een of meerdere dieren die niet in orde zijn, is niet toegestaan. De officiële dierenarts overhandigt de documenten aan de Douane die ze op de gewone manier behandelt en doorstuurt naar het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ. Indien uit de bevindingen van de officiële dierenarts zou blijken dat het aantal dieren dat kan uitgevoerd worden niet overeenstemt met het aantal vermeld in de oorspronkelijke aangifte ten uitvoer, moet deze laatste vervangen worden door een nieuwe aangifte dat het juiste aantal vermeldt. Het uitvoercertificaat, voorgelegd ter staving van de oorspronkelijke aangifte, moet naar behoren verbeterd worden. De dieren en vervoermiddelen worden door de officiële dierenarts gecontroleerd in functie van de bepalingen m.b.t. het welzijn van de dieren tijdens transport. Hierbij biedt de uitvoerder of zijn lasthebber alle hulp zowel door de terbeschikkingstelling van personeel als van het noodzakelijke materiaal en infrastructuur. De officiële dierenarts moet nagaan of aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1/2005 is voldaan wat betreft de vervoermiddelen, de vervoermethoden, de ruimte voor de dieren en de tussenpozen voor het drenken en het voederen, alsmede de transport- en rusttijden en de aanvullende bepalingen voor lange transporten. Het gezondheidscertificaat of de gezondheidscertificaten en de gewichtslijst worden in origineel aan de officiële dierenarts overhandigd. De officiële dierenarts controleert tevens de identificatie van de dieren en de overeenstemming daarvan met de identificatie op de gezondheidscertificaten en op de gewichtslijst (niet-overeenstemming is een reden tot terugzending van de dieren). LET OP!! Indien de dieren onder de regeling betreffende vereenvoudigd communautair douanevervoer per spoor voorzien in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 612/2009 geplaatst worden, moeten de veterinaire en de douanecontroles uitgevoerd worden op het bureau waar de dieren onder deze regeling geplaatst worden. Indien de dieren per spoor worden vervoerd, moeten de officiële dierenarts en de betrokken douanediensten minstens acht werkdagen voor het indienen van de uitvoeraangifte, schriftelijk verwittigd worden. Zodra hij daarvan kennis heeft gekregen, brengt de exporteur de officiële dierenarts van het FAVV en het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ (dienst DS2 Restituties en Certificaten, Trierstraat 82, 1040 Brussel) schriftelijk op de hoogte van elke mogelijke wijziging met betrekking tot het vervoermiddel. De controlekosten zijn ten laste van de exporteur.

4 4 / 7 Controle in het derde land van de eindbestemming Nadat de dieren het douanegebied van de Gemeenschap verlaten hebben, moet de exporteur ervoor zorgen dat de dieren een controle ondergaan: op elke plaats van overlading in een ander vervoermiddel, tenzij de overlading niet voorzien was en veroorzaakt is door uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden; op de eerste lossingsplaats in het derde land van eindbestemming. Bij vervoer over de weg geldt de plaats waar het eerste dier definitief uit een wegvoertuig wordt gelost als eerste lossingsplaats in het derde land van de eindbestemming. Hieronder vallen derhalve niet de plaatsen waar de reis wordt onderbroken om te rusten of de dieren te voederen of te drenken. DE EXPORTEUR MOET ALLES IN HET WERK STELLEN OPDAT DEZE CONTROLES ZOUDEN PLAATS HEBBEN. HIJ MOET ER DE KOSTEN VAN DRAGEN. Deze controles worden uitgevoerd door een dierenarts van een op internationaal niveau in controle en toezicht gespecialiseerde firma die daartoe overeenkomstig artikel 18 t.e.m. 23 van Verordening (EG) nr. 612/2009 door een lidstaat erkend is en gecontroleerd wordt, of door een officiële instantie van een lidstaat. Deze controles moeten worden uitgevoerd door een dierenarts die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van dierenarts dat of die is genoemd in artikel 21 van Richtlijn 2005/36/EG. De dierenarts moet van elke door hem verrichte controle een verslag opstellen volgens de modellen in bijlagen III en IV van Verordening (EU) nr. 817/2010. Elke aangifte ten uitvoer moet vergezeld zijn van alle nuttige inlichtingen met betrekking tot de volledige reis vanaf de plaats van laden tot aan de eindbestemming in het derde land. Binnen de termijn van twaalf maanden vanaf de datum van de verklaring ten uitvoer moeten volgende bewijsstukken bij het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ worden ingediend: de uitvoeraangifte; het T5-controle-exemplaar met de voorziene vermeldingen en de stempel en de handtekening van de officiële dierenarts; het afgeschreven uitvoercertificaat; de kopie van het aan de officiële dierenarts overhandigde dossier met de aanvraag tot controle bij vertrek (nl. de inlichtingen betreffende de reis (+ eventuele wijzigingen), kopieën van de gezondheidscertificaten, de documenten die eventueel aantonen dat het om raszuivere fokdieren gaat); de kopie van de lijsten met gewichten van de uitgevoerde dieren; het bewijs van de stappen ondernomen door de uitvoerder om de controle in het derde land van eindbestemming te vragen; de verslagen opgesteld in toepassing van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 817/2010; alle vervoerdocumenten; in geval van gedifferentieerde restitutie: het bewijs van inverbruikstelling (zie artikel 17 van Verordening (EG) nr. 612/2009). In geval van verlies van het T5-controle-exemplaar bezorgt de uitvoerder de noodzakelijke bewijsstukken voor het bekomen van de gelijkwaardigheid (conform de voorschriften van Verordening (EG) nr. 612/2009), vergezeld van een bijzondere verklaring van de officiële dierenarts die de controle bij de uitgang uit de Gemeenschap verricht heeft.

5 5 / 7 De uitvoerrestitutie wordt niet betaald voor: dieren die tijdens het vervoer zijn gestorven, behalve in geval van overmacht; dieren die tijdens het vervoer nog vóór de eerste lossing in het derde land van eindbestemming gekalfd hebben (ook ontijdig); dieren waarvoor de officiële dierenarts van oordeel is dat artikel 3 t.e.m. 9 van Verordening (EG) nr. 1/2005, alsmede de daarin genoemde bijlagen niet in acht zijn genomen. Het gewicht van een dier waarvoor de restitutie niet wordt betaald, wordt forfaitair bepaald door het totale gewicht in kg dat in de uitvoeraangifte vermeld is, te delen door het totale aantal dieren dat in diezelfde aangifte is vermeld. Wanneer een dier, na het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap, tijdens het vervoer ten gevolge van overmacht gestorven is, wordt: bij een niet-gedifferentieerde restitutie, het volledige restitutiebedrag betaald; bij een gedifferentieerde restitutie, het bedrag van het overeenkomstig artikel 25, lid 2 van Verordening (EG) nr. 612/2009 berekende gedeelte van de restitutie betaald. Bovendien wordt de restitutie verminderd met een bedrag dat gelijk is aan het restitutiebedrag dat om bovenvermelde redenen niet wordt betaald, indien het aantal dieren waarvoor geen restitutie wordt betaald: groter is dan 1% van het aantal dat is vermeld in de aanvaarde uitvoeraangifte, en ten minste twee dieren bedraagt, of meer dan vijf dieren bedraagt. De restitutie wordt geweigerd voor het in de uitvoeraangifte vermelde totaalaantal dieren, wanneer het aantal dieren waarvoor geen restitutie wordt betaald: groter is dan 5% van het aantal dat is vermeld in de aanvaarde uitvoeraangifte, en ten minste drie dieren bedraagt, of tien dieren of meer bedraagt, doch minstens 2% van het aantal dat in de aanvaarde uitvoeraangifte vermeld is. Tijdens het vervoer gestorven dieren en dieren die vóór de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming hebben gekalfd (ook ontijdig), worden niet in aanmerking genomen wanneer de exporteur ten genoegen van de officiële dierenarts aantoont dat hun dood of het (ontijdig) kalven niet het gevolg was van de niet-inachtneming van Verordening (EG) nr. 1/2005.

6 6 / 7 Voorbehoud Het DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ behoudt zich het recht om, onder andere bij middel van schuldvergelijking, het bedrag van de toegekende restitutie te recupereren indien nadien moest blijken dat de reglementering niet correct werd toegepast. Geschillen Eventuele geschillen ressorteren onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel. Uit respect voor het milieu: print dit document enkel indien nodig.

7 7 / 7 Bijlage: Toepasselijke reglementering Verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PB L 299 van ) en haar wijzigingen. Verordening (EG) nr. 612/2009 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PB L 186 van ) en haar wijzigingen. Verordening (EU) nr. 817/2010 tot vaststelling, op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer (PB L 245 van ) en haar wijzigingen. Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (PB L 3 van ) en haar wijzigingen. Verordening (EG) nr. 133/2008 betreffende de invoer van raszuivere fokrunderen uit derde landen en de toekenning van uitvoerrestituties voor deze dieren (PB L 41 van ). Richtlijn 96/93/EEG (PB L 13 van ) inzake de certificering van dieren en dierlijke producten en haar wijzigingen. Beschikking 93/444/EEG van houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen. Richtlijn 2009/157/EG betreffende raszuivere fokrunderen. (PB L 323 van ) De Europese Overeenkomst inzake de bescherming van dieren tijdens internationaal vervoer. De Belgische en Europese wetgeving ter zake.