Inspraaknota. Ontwerp Projectplan. Waterberging Vliegveld Bergen. E. Lode/M. van Hezewijk november Definitief.

Transcriptie

1 Inspraaknota Ontwerp Projectplan Waterberging Vliegveld Bergen Auteur E. Lode/M. van Hezewijk Registratienummer Versie 1.0 Status Definitief Afdeling Watersystemen

2 Inspraaknota ontwerp projectplan Waterberging Vliegveld Bergen Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Zienswijzen 5 3 Procedure vaststelling 14

3 3 van 14 1 Inleiding Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is voornemens uitvoering te geven aan het projectplan voor de realisatie van de waterberging op een deel van het voormalig vliegveld Bergen. De waterberging is onderdeel van een pakket aan maatregelen om de waterhuishouding in de Bergermeer, de Damlander- en de Philisteinse polder te verbeteren. Vanwege de voortgang is het project in drie delen opgepakt: 1. De realisatie van de waterberging; het (ontwerp-)projectplan hiervoor is onderwerp van deze inspraaknota; 2. De realisatie van de toevoer van de waterberging; het projectplan hiervoor is inmiddels vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 1 juli 2014; 3. Aanvullende maatregelen op waterhuishoudkundig gebied, die uit gesprekken met agrariers in de omgeving naar voren zijn gekomen. Deze maatregelen staan los van de waterberging en worden separaat uitgevoerd. De juridische procedures hiervoor worden op een later tijdstip doorlopen. De waterberging wordt door het hoogheemraadschap aangelegd ter verbetering van de waterhuishouding en voorkoming van wateroverlast. Het projectplan voorziet in de aanleg van een droge waterberging, die bij extreme weersomstandigheden onder water loopt (naar verwachting eens in de vijf jaar). Als de waterberging in gebruik is, wordt water uit een deel van de Damlanderen Philisteinse polder, maar ook van ruim 50 ha Bergermeer (te weten de waterberging zelf) vastgehouden. Het gemaal Bergermeer en het Defensiegemaal worden dan volledig ingezet voor de bemaling van de Bergermeer, waardoor de afvoer verbetert en de wateroverlast daar afneemt. Bovendien zal door het langer vasthouden van het water in de berging ook minder snel een knelpunt op de boezem ontstaan. Ook hierdoor hebben de gebieden in de Bergermeer profijt van de waterberging. De realisatie van de waterberging heeft geen wijziging van het reguliere peil tot gevolg. Het hoogheemraadschap is wel voornemens om, nadat de projectplannen en de daarvoor benodigde vergunningen zijn vastgesteld, de huidige waterpeilen in het gebied onder de loep te nemen en zo nodig aan te passen in een nieuw peilbesluit. Hierin zal de omgeving worden betrokken. Het hoogheemraadschap betrekt in zijn werkzaamheden ook overige maatschappelijke functies, zoals natuur en recreatie. Door maatschappelijke functies te combineren, wordt het mogelijk om de verschillende doelstellingen te verwezenlijken tegen de laagste maatschappelijke kosten. Het hoogheemraadschap heeft als functionele overheid alleen middelen om taakgerelateerde werken uit te voeren. Voor de ontwikkeling van overige maatschappelijke functies is het hoogheemraadschap afhankelijk van co-financiering zoals subsidies. Het onderhavige project kent een dubbeldoelstelling: waterberging en natuur. Het projectplan omvat de volgende werkzaamheden: Aanleg van een ringsloot (deels verbreding en deels nieuw) met natuurvriendelijke oevers in de vorm van plasbermen; Verlengen bestaande waterloop en aanleg kantelstuw (uitlaat); Vervanging of aanleg van verschillende duikers; Aanleg van een kade aan de noord- en oostzijde van de waterberging;

4 4 van 14 Aanleg van een aantal (twee tot drie) poelen; Plaatsen van een hekwerk langs de Kolonel Sneepweg; Uitbreiding bestaande wandelroute met wandelroute over oostelijke kade. Het ontwerpprojectplan waterberging Vliegveld Bergen is gepubliceerd via overheid.nl. Zienswijzen konden van 28 augustus 2014 tot en met 9 oktober 2014 worden ingediend. Op het ontwerp projectplan zijn twee zienswijzen en ØØn aanvulling op een zienswijze ingebracht: 1. T.J.E. Dekker en A.P.M. Dekker-Dekker, Groeneweg 11, Bergen NH ( ) 2. T.J.E. Dekker en A.P.M. Dekker-Dekker, Groeneweg 11, Bergen NH ( ) 3. Firma Lodewijks, Bergerweg 145, Alkmaar ( ) In het hoofdstuk 2 Zienswijzen, worden de ingebrachte zienswijzen belicht en wordt aangegeven op welke wijze met de reacties wordt omgegaan. In hoofdstuk 3 Procedure definitief projectplan wordt beschreven hoe de verdere procedure zal verlopen.

5 5 van 14 2 Zienswijzen 1. T.J.E. Dekker en Indiener geeft aan dat het project in meerdere delen is gesplitst en Zoals aangegeven in de inleiding is er inderdaad samenhang van meerdere deelplannen. A.P.M. Dekker- bekendgemaakt. Hierdoor lijkt het voor de buitenwereld minder erg. Dit hangt samen met een goede voortgang en de financiering van het project. Vanuit de Dekker, Volgens indiener kunnen de projecten niet los van elkaar worden wetgeving is er geen belemmering om projecten gefaseerd vast te stellen en uit te Groeneweg 11, gezien en het los aanbieden van de projecten leidt volgens indiener voeren, voor zover de samenhang voor de belanghebbenden voldoende duidelijk is en Bergen NH altijd tot een positief resultaat. cumulatieve effecten in de belangenafweging zijn meegenomen. In de aanloop naar dit ( ) projectplan is in de communicatie naar belanghebbenden steeds het totaal pakket aan maatregelen besproken. De samenhang tussen de verschillende projecten die een relatie hebben met de waterberging Voormalig Vliegveld Bergen komt naar onze mening voldoende in het projectplan tot uitdrukking. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. Waterberging is een aantasting van de cultuurhistorie. Het aspect cultuurhistorie is meegenomen bij de totstandkoming van het projectplan. Het huidige patroon van waterlopen blijft gehandhaafd; er worden alleen twee nieuwe waterlopen toegevoegd om de ringsloot te creeren. De huidige verkaveling blijft hierbij behouden. Relevant is dat het gebied bij de aanleg van het vliegveld in de jaren 30 van de vorige eeuw is herverkaveld, waarbij het oorspronkelijke slotenpatroon verloren is gegaan. Ook behoudt het landschap zijn openheid. Het hoogheemraadschap is van mening dat de cultuurhistorie niet wordt aangetast door de waterberging. Overigens worden de gevolgen voor de cultuurhistorie tevens getoetst door de gemeente bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. Indiener geeft aan dat het aanleggen van een waterberging zinloos is. Nut en noodzaak van de waterberging worden beschreven in het projectplan. Zoals tevens aangegeven in de inleiding van de Inspraaknota, zal de waterberging de waterhuishouding in de Bergermeer, de Damlander- en de Philisteinse polder verbeteren en wateroverlast bij extreme neerslag beperken. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

6 6 van 14 Indiener is het niet eens met het feit dat het hoogheemraadschap financiele middelen besteedt aan de ontwikkeling van natuur, terwijl er niets wordt gedaan aan het verbeteren van de waterhuishouding in de Bergermeerpolder. Het hoogheemraadschap besteedt geen eigen financiºle middelen aan de ontwikkeling van natuur. Zoals ook is aangegeven in de inleiding van deze inspraaknota, financiert het hoogheemraadschap de ontwikkeling van overige maatschappelijke functies, zoals natuur, uit subsidies. De aanleg van de waterberging is gericht op het voorkomen van wateroverlast. Zoals werd aangegeven in de inleiding draagt het totale pakket aan maatregelen bij aan verbetering van de waterhuishouding in de Bergermeer. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

7 7 van 14 Indiener geeft aan dat de locatiekeuze van de waterberging niet wenselijk is. Hij wijst erop dat er extra water bij komt, juist op een plek waar nu nog een agrariºr zijn bedrijf heeft. Hij stelt voor om het natuurland van Natuurmonumenten of Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) in de betreffende polders te gebruiken voor waterberging. Zo wordt de Bergermeerpolder ontlast. Het projectplan voorziet in de aanleg van een droge waterberging, die slechts bij extreme weersomstandigheden onder water loopt (naar verwachting eens in de vijf jaar). De veronderstelling van indiener dat er extra water bijkomt is onder normale omstandigheden dus niet juist. De waterberging wordt niet aangelegd op een plek waar nu nog een agrariºr zijn bedrijf heeft. Voor de Bergermeer, Damlander- en Philisteinse polder is ervoor gekozen om de waterberging aan te leggen binnen ØØn gebied op grond van BBL/provincie die als natuur is bestemd, waardoor deze beide functies gecombineerd kunnen worden. Hierdoor is het niet nodig om elders landbouwgrond te kopen en die in te richten als waterberging. Deze combinatie van functies maakt het juist mogelijk om efficienter met de benodigde grond om te gaan en kosten te besparen. Daarnaast kan HHNK niet zonder meer beschikken over de gronden van andere organisaties als Natuurmonumenten of BBL voor de aanleg van waterbergingen. De agrarische percelen ten noorden van de berging hebben een aparte afvoer naar het Defensiegemaal, die is gescheiden van de waterhuishouding van de waterberging. Hierdoor blijft de afwatering richting gemaal gewaarborgd, ook als de waterberging in gebruik is. Aangezien de waterberging incidenteel en kortstondig in gebruik wordt genomen en de omringende graslanden direct afwateren op de tocht naar het Defensiegemaal, zal het effect op het waterpeil in de omgeving van de waterberging beperkt zijn. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

8 8 van 14 Indiener geeft aan dat de landbouw een drooglegging behoort te hebben van 40/50 cm op grasland en 70/80 cm op bouwland. Indiener geeft aan dat dit niet goed geregeld is. Het projectplan heeft geen gevolgen voor de drooglegging in het plangebied. De drooglegging van percelen vloeit voort uit het peilbesluit en dat is hier niet aan de orde. Zoals aangegeven in de inleiding is het hoogheemraadschap voornemens om, nadat de projectplannen en benodigde vergunningen voor de realisatie van de waterberging en de toevoer zijn vastgesteld, de huidige waterpeilen in het gebied tegen het licht te houden en zonodig aan te passen in een nieuw peilbesluit. Op dat moment vindt een afweging plaats ten aanzien van de juiste droogleggingen. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

9 9 van 14 Indiener wenst gevrijwaard te worden van overlast veroorzaakt door de waterberging/natuur. Hij doelt daarbij op overlast veroorzaakt door ganzen, insecten, vernatting, verruiging en onkruid. Indiener is het er niet mee eens dat hij overlast zelf moet aantonen. Indiener noemt twee oplossingen om overlast te verminderen/voorkomen, t.w. verlaging van het waterpeil in de Defensietochtsloot naar het Defensiegemaal en het opstellen van een beheersplan met een APV tegen schadelijk onkruid. Met betrekking tot de overlast door vernatting, merkt het hoogheemraadschap op dat de agrarische percelen in de directe omgeving van de waterberging in open verbinding staan met de tocht naar het Defensiegemaal. Het Defensiegemaal regelt het peil in de tocht zoals is vastgelegd in het peilbesluit. De afvoer van het water op de agrarische percelen ten noorden van de waterberging wordt gescheiden van de waterhuishouding van de waterberging. Aangezien deze agrarische percelen een aparte afvoer hebben naar het Defensiegemaal, blijft de afwatering richting het gemaal gewaarborgd, ook als de waterberging in gebruik is. Naar het oordeel van HHNK is de kans dat er vernatting van de percelen van belanghebben kan optreden als gevolg van de waterberging zeer gering en zijn aanvullende maatregelen niet nodig. Indiener geeft aan dat de provincie nog steeds bezig is om zijn land te verwerven voor natuur en waterberging, terwijl het hoogheemraadschap stelt dat de combinatie met de Provincie NH, Gemeente en HHNK er toe leidt dat er geen grond voor de waterberging aangekocht hoeft te worden. De overige genoemde oorzaken van overlast zijn geen gevolg van het aanleggen of in gebruik nemen van de waterberging en hebben zodoende geen directe relatie met het projectplan. De genoemde problematiek hangt samen met de bestemming in het bestemmingsplan en het reguliere gebruik van het gebied. Het hoogheemraadschap heeft hier geen invloed op. Mocht er toch schade optreden, dan geldt de schaderegeling op grond van de Flora- en faunawet. Het op grond van deze wet ingestelde Faunafonds heeft onder meer tot taak te beslissen op aanvragen voor een tegemoetkoming in door beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade. Zie uitgebreid de Handreiking Faunaschade. Deze is via te raadplegen. Ook zijn via deze website de aanvraagformulieren te downloaden. Uitgangspunt daarbij is dat degene die stelt schade te leiden, deze schade zelf moet aantonen. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. De percelen van indiener maken geen onderdeel uit van het projectplan en hoeven niet aangekocht te worden voor realisatie van de waterberging. Onderhandelingen tussen indiener en de provincie hebben geen relatie met het projectplan. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

10 10 van 14 Indiener wijst erop dat het nieuwe bestemmingsplan nog niet Het hoogheemraadschap is ervan op de hoogte gesteld dat de Raad van State op 1 onherroepelijk is en dat nog moet blijken of de bestemming natuur oktober 2014 uitspraak heeft gedaan en dat het bestemmingsplan voor het gedeelte standhoudt, met als gevolg dat er geen werkzaamheden mogen betreffende het voormalig vliegveld Bergen onherroepelijk is. Hiermee staat de worden uitgevoerd die belastend zijn voor de natuur, zoals de bestemming natuur vast. Het hoogheemraadschap wijst erop dat voor de aanleg van de graafwerkzaamheden voor de aanleg van de waterberging. waterberging een omgevingsvergunning nodig is. In de omgevingsvergunning beoordeelt het bevoegd gezag (de gemeente) of het realiseren van een waterberging past binnen de op dat moment geldende bestemming en welke randvoorwaarden eventueel gesteld moeten worden aan de werkzaamheden. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. Indiener geeft aan dat er een bottleneck is in het aanvoertrace en dat Zoals al aangegeven in de inleiding, is het aanvoertracø beschreven in het projectplan deze met 2 3 meter moet worden verbreed. Ook geeft indiener aan "Ontwerp projectplan Toevoer Waterberging voormalige Vliegveld Bergen". Hierin is dat hij van mening is dat het hoogheemraadschap voorbij gaat aan de aangegeven hoe het hoogheemraadschap deze bottleneck gaat oplossen. Ook het tracø Philisteinse molen. langs de Philisteinse molen valt onder dit andere projectplan en niet onder het projectplan Waterberging Vliegveld Bergen. Deze zienswijze geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. T.J.E. Dekker en Indiener geeft aan dat uit de tekst (MER) behorende bij Ontwerp- In het m.e.r.-beoordelingsbesluit heeft het hoogheemraadschap beoordeeld of het geen A.P.M. Dekker- projectplan Waterberging Vliegveld Bergen blijkt dat het project niet project belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Hierbij is rekening Dekker, MER-plichtig is, omdat het de natuur en het milieu niet meer zou gehouden met alle aspecten van de waterberging, te weten de aanleg, de reguliere Groeneweg 11, schaden dan bij normale (agrarische) werkzaamheden. Maar, dat geldt situatie na aanleg zonder ingebruikname van de waterberging en de situatie bij Bergen NH voor agrarische gronden, niet zijnde natuur - en cultuurhistorische ingebruikname van de waterberging. Bij de beoordeling is bezien welke effecten ( ) grond. Indiener vraagt zich af of het project daarmee toch MER- bovengenoemde aspecten hebben op de locatie waar het project wordt uitgevoerd. plichtig is. Hierbij is rekening gehouden met alle waarden die op de locatie aanwezig zijn, waaronder ook de natuur- en cultuurhistorische waarden. De conclusie van de m.e.r.- beoordeling is dat de inrichting en het gebruik van de waterberging geen belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu. Er hoeft daarom geen MER te worden opgesteld. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

11 11 van 14 Indiener geeft aan dat de restauratie van het Defensiegemaal niet Het renoveren van het Defensiegemaal maakt geen onderdeel uit van het projectplan. geen nodig was voor de waterhuishouding. Het was naar zijn mening een De renovatie was wel noodzakelijk voor de waterhuishouding. Bij de aanpassing van het prestigeproject om tentoon te stellen langs een fietsroute. De gemaal zijn inderdaad de historische waarden zoveel mogelijk intact gelaten. De oude gemeenteraad heeft besloten het gemaal niet op te nemen in de dieselmotor is gerenoveerd en heeft voor demonstratiedoeleinden, bijvoorbeeld op open fietsroute en daarmee is de restauratie volgens indiener dagen, een plaats in het gemaal gekregen. De historische dieselmotor is ook zichtbaar geldverspilling. voor wandelaars, die de wandelroute die langs het gebouw loopt volgen. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. 2. Firma Lodewijks, Indiener geeft aan dat de wateroverlast voor de agrarische percelen De voorgenomen werkzaamheden hebben ook een positief effect op de Bergerweg 145, langs de Nesdijk blijft bestaan omdat het water voor die percelen niet waterhuishouding van de percelen langs de Nesdijk. Doordat een deel van de Alkmaar in de waterberging komt. De overlast wordt zelfs nog groter omdat, Damlanderpolder kan gaan afvoeren richting Philisteinse polder en de waterberging, ( ) om waterproblemen in de "onkruidbuurt" in Bergen op te lossen, het heeft het gemaal van de Damlanderpolder meer effect op de gebieden rond de Nesdijk hemelwater wordt afgekoppeld van de riolering en bij het en de Kruidenbuurt. oppervlaktewater komt. Een opwaardering van het gemaal aan de Meerweg zou het probleem voor die percelen oplossen en zou zelfs Hiernaast merkt het hoogheemraadschap op dat de overlast in de Kruidenbuurt goedkoper zijn. ("onkruidbuurt" genoemd in de zienswijze) deels wordt veroorzaakt door hydraulische knelpunten (o.a. krappe duikers) in de waterlopen. Er worden maatregelen getroffen om de afvoer hiervan te borgen. De gemeente Bergen zal de waterloop ten zuiden van de Nesdijk opschonen en enkele duikers vervangen voor exemplaren met een grotere afmeting. Aanpassing van gemaalcapaciteit bij de Damlandermolen vergt een grote investering en hoewel het een positief effect zou hebben op de wateroverlast van de Kruidenbuurt, draagt het niet bij aan het oplossen van de wateropgave in de Philisteinsepolder en de Bergermeer. Daarom zijn de werkzaamheden zoals beschreven in het projectplan kosteneffectiever. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

12 12 van 14 Indiener geeft aan dat in de oude situatie sprake was van een waterberging van ca m 3 water, terwijl de huidige geplande waterberging een capaciteit heeft van m 3 water en dus m 3 minder bedraagt. In de eerste fase van de planvorming is ervan uitgegaan dat het totale oppervlak van het voormalig vliegveld zou kunnen worden benut. Omdat ondanks intensief overleg geen overeenstemming kon worden bereikt over grondruiling met een in het gebied liggende agrarier, zijn de plannen aangepast. Uit onze modelberekeningen blijkt dat met Volgens indiener geeft het hoogheemraadschap aan dat er geen schade door vernatting plaatsvindt. Indiener ondervindt al jaren last van vernat land door een hoger waterpeil in de hoofdtocht voor het vliegveld gemaal en ondervindt daarvan schade. Indiener geeft aan dat er met hem geen keukentafelgesprekken zijn gehouden. Indiener geeft aan dat figuur 2.4 niet klopt. de huidige dimensionering voor de betreffende polders voldaan wordt aan de normen voor wateroverlast. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. De wateroverlast waaraan indiener refereert, vindt zijn oorsprong in het verleden en is niet het gevolg van het voorliggende projectplan. De aanleg van de waterberging beoogt juist deze situatie te verbeteren. Zoals aangegeven in de inleiding, zal het hoogheemraadschap in aanvulling hierop, de waterhuishouding in het gebied onder de loep nemen en eventueel het peilbesluit aanpassen. Indiener zal bij deze procedure als belanghebbende worden betrokken. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. In de beginfase van het project is een aantal keukentafelgesprekken gevoerd met indiener, waarbij onder meer gesproken is over aanpassing van de waterlopen in de Bergermeer en de inrichting van het watersysteem, en over de waterberging op het Vliegveld. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan. Figuur 2.4 geeft de nieuwe situatie van de primaire waterlopen weer. De figuur is door het hoogheemraadschap nogmaals gecontroleerd op de primaire waterlopen. Daarbij zijn geen fouten aangetroffen. Bij navraag bij de indiener kon deze niet meer aangeven op welke fouten hij doelde. Het hoogheemraadschap heeft wel het figuur verduidelijkt met betrekking tot de gemalen. Deze zienswijze heeft daarom aanleiding gegeven tot een aanpassing van het projectplan. Figuur 2.4 aangepast

13 13 van 14 Indiener geeft aan dat in het projectplan is aangegeven dat er geen van het polderpeil plaatsvinden ten opzichte van de gehanteerde peilniveaus in de polders. HHNK heeft echter zelf bevestigd dat door gaswinning er in de Bergermeerpolder plaatselijk 10 cm bodemdaling heeft plaatsgevonden. Hierbij komt ook nog dat de Hoofdtocht voor het vliegveldgemaal bij de oude situatie ruim meter lager werd bemalen dan nu het geval is. Dus de stelling die U beweert klopt niet. Vanaf het moment dat het waterschap het peil verhoogd heeft, hebben de aangrenzende percelen van de Dhr. Bakker, firma Dekker en firma Lodewijks overlast. Voor de bepaling van de wateropgave is uitgegaan van het huidige peilniveau.ten opzichte van de oude situatie is het landgebruik in delen van de polder veranderd, bijvoorbeeld door de aanleg van EHS. Het afwegen van alle factoren en belangen uit het gebied hebben uiteindelijk geleid tot het huidig peilniveau. Het peilniveau is juridisch vastgelegd in een peilbesluit. Bij een toekomstige herziening van het peilbesluit worden wederom alle factoren en belangen meegewogen. Een forse peilverlaging zal een deel van deze belangen schaden en ligt uit dat oogpunt niet voor de hand. De aanleg van de waterberging in combinatie met het herstelde Defensiegemaal zorgt ervoor dat het huidige peil gehandhaafd kan blijven zonder dat dit in situaties van hevige regenval tot overlastsituaties leidt. Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het projectplan.

14 14 van 14 3 Procedure vaststelling Op grond van de ingebrachte zienswijzen vindt er een kleine aanpassing op het projectplan plaats met betrekking tot figuur 2.4. Het definitieve projectplan inclusief deze inspraaknota wordt op 2 december 2014 ter vaststelling voorgelegd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden (D&H) van het hoogheemraadschap. Vervolgens wordt het definitief projectplan gepubliceerd op Belanghebbenden kunnen met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt gedurende een periode van zes weken een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, zittingslocatie Alkmaar, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. U kunt alleen beroep instellen bij de bestuursrechter wanneer u eerder een zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren heeft gebracht of als u redelijkerwijs niet kan worden verweten dat u geen zienswijze over het ontwerpbesluit heeft ingediend. Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste naam en adres van de indiener, dagtekening van het beroep, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep bevatten. Als u beroep instelt moet u griffierecht betalen. Het beroep schorst niet de werking van het besluit. Als u wilt dat het besluit wordt geschorst kunt u zich richten tot de voorzieningenrechter van de rechtbank met een verzoek om voorlopige voorziening. Crisis- en herstelwet Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend.