DE PRODUCTIE EN LEVERING VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER

Transcriptie

1 DE PRODUCTIE EN LEVERING VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER LASTENBOEK Opgesteld door : BEMEFA vzw Blz. 1 van 18

2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE PRINCIPES, DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED DEFINITIES ALGEMENE VEREISTEN VEREISTEN BIJ DE AANKOOP VAN VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS VEREISTEN BIJ HET TRANSPORT VAN VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS VEREISTEN BIJ DE ONTVANGST VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS VEREISTEN BIJ DE OPSLAG EN VERWERKING VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS VEREISTEN VOOR DE PRODUCTIE VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER VEREISTEN VOOR DE OPSLAG EN DE LEVERING VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER RETOURSTROMEN EN RECALL VAN NIET-CONFORME PRODUCTEN (in kader van voedselveiligheid) BEHEERSING VAN EEN PRODUCTIE MET AFWIJKINGEN (in kader van voedselveiligheid) BEHEERSING VAN REGISTRATIE INTERNE AUDITS OPLEIDING CONFORMITEIT MET DE WETTELIJKE REGELINGEN BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE EN CERTIFICATIE BIJLAGE 1: BEMONSTERINGSFREQUENTIE PLANTAARDIG MENGVOEDER (sectoraal) BIJLAGE 2: Limieten voor de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten BIJLAGE 3: Vereenvoudigde procedure voor monstername door OCI ( controle op autocontrole ) BIJLAGE 4: Verklaring betreffende de verkoop van plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels BIJLAGE 5: Modelattest voor de conformiteit aan het lastenboek Blz. 2 van 18

3 1 ALGEMENE PRINCIPES, DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED 1.1 ALGEMENE PRINCIPES Dit lastenboek voor de productie en levering van plantaardig mengvoeder geeft de voorwaarden aan waaraan dient voldaan te worden bij de productie van plantaardig mengvoeder (zie Definities). De audits (frequentie : 1 per jaar en samenvallend met een GMP-audit) worden uitgevoerd door certificatie-instellingen (OCI s zie Definities) die erkend zijn door OVOCOM vzw in het kader van de GMP-certificering voor de scope productie van mengvoeders en die met BEMEFA een overeenkomst getekend hebben voor de uitvoering van dit lastenboek. De OCI s controleren de conformiteit aan dit lastenboek door middel van audits op de inhoud en de uitvoering van de kwaliteitsprocedures, in combinatie met staalname op basis van ISO standaard 2859 "Sampling procedures and tables for inspection by attributes", en analyse op de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten. De aan dit lastenboek conforme producenten van mengvoeders kunnen (per productieeenheid) door de certificatie-instelling geattesteerd worden als Producent van plantaardig mengvoeder. De attesten zijn 1 jaar geldig (model in bijlage 5) en zullen afgeleverd worden door de door BEMEFA gemandateerde OCI s met een kopie aan BEMEFA die een lijst publiceert en regelmatig actualiseert. Pas vanaf het moment dat een producent van mengvoeders op de lijst van BEMEFA staat kan hij beschouwd worden als Producent van plantaardig mengvoeder. Attesten die meer dan een maand verlopen zijn worden van de lijst afgevoerd. BEMEFA kan bij de vaststelling van één of meerdere overtredingen sancties treffen ten aanzien van de door BEMEFA erkende OCI of ten aanzien van de Producent van plantaardig mengvoeder (inclusief het intrekken van het mandaat van een voor dit lastenboek erkende OCI of het verwijderen van een producent van mengvoeders van de lijst van Producenten van plantaardig mengvoeder ). BEMEFA zal met het oog op deze sanctionering een sanctiereglement opstellen. Nieuwe deelnemers worden op eenvoudige schriftelijke aanmelding aan BEMEFA vzw aan de door BEMEFA vzw gepubliceerde lijst toegevoegd met de specificatie AANGEMELD. 14 dagen na de aanmelding moet BEMEFA in het bezit zijn van een conform analyseresultaat (zie definitie analyse ). Dan pas wordt de fabrikant opgenomen in het sectoraal plan voor de analyses (zie 8.). Deze aanmelding kan hoogstens een jaar (er verloopt immers maximaal twaalf maanden tijdens 2 GMP-audits) blijven staan op de gepubliceerde lijst. BEMEFA engageert zich om een begeleidingscomité te vormen bestaande uit 4 afgevaardigden van BEMEFA en afgevaardigden uit de distributie, de verwerkende industrie, de labels Jaarlijks komt dit begeleidingscomité bij elkaar om het lastenboek te evalueren. Jaarlijks worden eveneens de analyseresultaten geëvalueerd. Blz. 3 van 18

4 1.2 DOEL Het concrete doel van dit lastenboek is het beschrijven van de werkwijze die moet gevolgd worden voor de productie en de levering van plantaardige mengvoeders. 1.3 TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure is van toepassing voor de productie van plantaardig mengvoeder. 2 DEFINITIES Voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels: voor de negatieve lijst van voedermiddelen, m.a.w. de lijst van voedermiddelen die niet mogen gebruikt worden in de mengvoederproductie, wordt verwezen naar het KB van 8/02/1999 betreffende handel en gebruik van stoffen bestemd voor de dierlijke voeding. Voor de toevoegingsmiddelen en voormengsels wordt verwezen naar het MB van 12/02/1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren en naar Verordening 1831/2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding. Voorts wordt er verwezen naar Verordening 1774/2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en naar Verordening 999/2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën. Producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (negatieve, limitatieve lijst): Vleesmeel Beendermeel Vleesbeendermeel Iedere andere vorm van dierlijke eiwitten met uitzondering van melkeiwitten, melkproducten, eiproducten, en gelatine afkomstig van varkenszwoerd Vet afkomstig van verwerking van beenderen bij de productie van gelatine Vet afkomstig van vleesmeel, beendermeel, vleesbeendermeel Rundsvet Varkensvet Pluimveemeel en -vet Pluimenmeel Vismeel Visolie (behalve voor biggen (max. 40 kg)- en zeugenvoeders bestemd voor de binnenlandse markt) Gerecycleerde plantaardige vetten Partij: de hoeveelheid van een product die een eenheid vormt en waarvan aangenomen wordt dat ze uniforme kenmerken bezit. Blz. 4 van 18

5 Plantaardig mengvoeder: mengvoeder dat geen producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten bevat (zie lijst) en voldoet aan de voorwaarden van dit lastenboek en dat steekproefsgewijs is geanalyseerd (zie Definitie Analyse ). Vanaf uiterlijk 1 september 2010 wordt in de commerciële naam van het voeder de vermelding V, VG of VEG toegevoegd. GMP: Good Manufacturing Practice voor handel, productie, op- en overslag, transport van dierenvoeders zoals voorgesteld door OVOCOM vzw België (het overlegplatform voor de dierenvoeders) (incl. de uitwisselbaarheidsprotocollen met buitenlandse kwaliteitssystemen). Certificatie instelling (OCI): een certificatie-instelling die geaccrediteerd is bij Belac voor de certificering van een GMP kwaliteitslastenboek en die tevens geaccrediteerd is voor de autocontrolegids dierenvoeders (gevalideerd door het FAVV) voor de scope productie van mengvoeders. Tevens is de certificatie-instelling erkend door BEMEFA vzw voor het attesteren van dit lastenboek. BEMEFA vzw bepaalt de erkenningsmodaliteiten. Analyses op de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten : elke analyse dient uitgevoerd te worden in een laboratorium (zie definities) en behelst het volgende pakket : a. Microscopisch onderzoek op aanwezigheid van diermeel / vismeel; b. Bepaling van cholesterol als % van het totale sterolgehalte; c. Bepaling van polymere triglyceriden als % op vetgehalte Laboratorium: BEMEFA vzw sluit jaarlijks een overeenkomst af met één laboratorium (bij voorkeur ISO geaccrediteerd) voor de uitvoering en de rapportering van de analyses op de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten. Alle informatie met betrekking tot het laboratorium en de te volgen modaliteiten (inclusief verplicht BEMEFA analyseaanvraagformulier) zijn te vinden op Reduced inspectieschema : de productie-eenheden / lijnen waarin geen producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (zie lijst) gebruikt worden (in geval van productielijnen vanaf ontvangst van voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels tot en met de opslag van de plantaardige mengvoeders in de productie-eenheid) genieten van een reductie van het aantal te nemen stalen. 3 ALGEMENE VEREISTEN Op het mengvoederbedrijf dient men te werken volgens het gedocumenteerd en gecertificeerd kwaliteitssysteem van OVOCOM vzw. Gelijkwaardige kwaliteitssystemen kunnen aanvaard worden op voorwaarden bepaald door BEMEFA vzw. Blz. 5 van 18

6 Het kwaliteitssysteem moet minstens conformiteit aantonen met de GMPactiviteiten die mogelijks van toepassing zijn : handel en productie van mengvoeders; handel en productie van voormengsels; handel en productie van voedermiddelen; handel in voedermiddelen; op- en overslag van voedermiddelen, en transport van voedermiddelen, voormengsels, mengvoeders. Deelname aan het BEMEFA sectoraal bemonsteringsplan is verplicht ( Alle betrokken werknemers dienen op de hoogte te zijn van het productiesysteem plantaardig mengvoeder en de limieten (zie bijlage 2) om in staat te zijn de nodige, eventuele correctieve acties uit te voeren. Er moet een beleidsverklaring zijn tot het beheersbaar gescheiden houden van alle plantaardige en niet-plantaardige goederen (= voedermiddelen, mengvoeders, toevoegingsmiddelen en voormengsels). Bij elke stap van het interne proces of verplaatsing van de plantaardige goederen dient de producent te verzekeren dat contaminatie door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) beheerst wordt. Vóór het gebruik van de installaties voor het vervoer, de opslag en de verwerking van plantaardige goederen dient de producent/verdeler er zich steeds van te verzekeren dat contaminatie door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) uitgesloten is. Waar de term niet door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten gecontamineerd voorkomt in het lastenboek dient de producent/verdeler dan ook aan te tonen dat één van de volgende drie technieken wordt toegepast : - de voorgaande lading verwerkt in de installatie was plantaardig (bv stortput, voedermiddelensilo) (bezemschoon, cfr. GMP-controle); - de installatie was volkomen leeg en zuiver voorafgaand aan het gebruik voor plantaardige voedermiddelen zodat versleping zo goed als uitgesloten is (bv bulkwagen, voedermiddelensilo, mengvoedersilo); - een zuiveringsstap met bijvoorbeeld een spoelcharge (in functie van het verslepingspercentage uit de GMP-bijlage) werd bewust toegepast met plantaardige goederen. Het is toegestaan om te spoelen met een voeder voor biggen (< 40 kg) of zeugen (weliswaar zonder toevoeging van visolie) dat bestemd is voor de binnenlandse markt en om dit nog steeds te beschouwen als een plantaardig mengvoeder. Blz. 6 van 18

7 4 VEREISTEN BIJ DE AANKOOP VAN VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS 4.1 BEPALING VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS Alle voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels gemarkeerd als producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) in dit lastenboek dienen door de producent/verdeler als dusdanig beschouwd en behandeld te worden, dit wil zeggen dat contaminatie met deze goederen dient vermeden te worden. 4.2 AANKOOP VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN Alle wettelijk toegelaten voedermiddelen kunnen gebruikt worden. Producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (zie lijst), zoals vermeld in hoofdstuk 2 van dit lastenboek mogen niet gebruikt worden bij de productie van plantaardige mengvoeders. 4.3 AANKOOP VAN PLANTAARDIGE TOEVOEGINGSMIDDELEN EN VOORMENGSELS De leveranciers van plantaardige toevoegingsmiddelen en voormengsels dienen voorafgaandelijk geëvalueerd op hun vermogen om conform dit lastenboek te leveren. Van alle leveranciers van toevoegingsmiddelen en voormengsels wordt er een eenmalige verklaring (zie model in bijlage 4) gevraagd met betrekking tot de afwezigheid van producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) in de aangekochte toevoegingsmiddelen en voormengsels. Goederen waarvoor de leverancier geen verklaring geeft met betrekking tot het al dan niet plantaardig karakter, dienen per aangevoerde partij bemonsterd en geanalyseerd te worden op de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (zie lijst) (zie bijlage 2 voor de limieten). De nodige analysecertificaten dienen beschikbaar te zijn (bij de leverancier van plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels of bij de fabrikant van plantaardig mengvoeder). 4.4 AANKOOPREGISTRATIES Ten behoeve van de traceerbaarheid worden registraties van alle aankopen van voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels bewaard. Tevens worden alle leveranciers van plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels jaarlijks geëvalueerd op basis van conformiteit aan de GMP code. Blz. 7 van 18

8 5 VEREISTEN BIJ HET TRANSPORT VAN VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS Indien het transport van de voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels niet door eigen vervoer wordt verricht dan dient de transporteur over een GMPcertificaat te beschikken en te voldoen aan de eisen met betrekking tot de zuiverheid van het vervoermiddel voor belading. Indien het transport van de voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels door eigen vervoer wordt verricht dan dient ook dit vervoer in het bestaande gecertificeerd kwaliteitssysteem te zijn ondergebracht. De registraties dienen aan te tonen dat de transportmiddelen voor gebruik niet door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) gecontamineerd waren. 6 VEREISTEN BIJ DE ONTVANGST VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS Er dienen procedures beschikbaar te zijn voor de ontvangst en de bemonstering van plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels. Van iedere binnenkomende partij worden representatieve monsters genomen. Deze monsters worden verpakt en geëtiketteerd zodat adequate identificatie mogelijk is. De monsters worden bewaard gedurende minimum 6 maanden op een daarvoor geschikte plaats. Alle plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels worden separaat ontvangen in een aantoonbaar niet door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) gecontamineerde bezemschone silo/opslagplaats (zie punt 3). 7 VEREISTEN BIJ DE OPSLAG EN VERWERKING VAN PLANTAARDIGE VOEDERMIDDELEN / TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS In afwachting van het verbruik worden de voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels opgeslagen in de daarvoor aangewezen en geschikte opslagsilo's / opslagplaatsen. De verdeler/producent dient over procedures te beschikken voor de opslag en verwerking van plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels Alle silo's waar plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels in ontvangen en opgeslagen worden en alle transportsystemen die deze voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels naar de silo s brengen, Blz. 8 van 18

9 mogen niet door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) gecontamineerd zijn. Ter voorkoming van contaminatie of onbedoelde vermenging in de silo's, is de vrijgave van de silo's eenduidig vastgelegd. Indien inkomende partijen voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels in eenzelfde silo worden opgeslagen, zonder dat deze silo leeg komt, dienen alle herkomstpartijen in deze silo te worden geregistreerd bij de uitgaande partijen. Van ieder geproduceerd lot mengvoeder moet het op snelle wijze mogelijk zijn na te gaan uit welke inkomende partijen deze bestaat. Anderzijds moet het ook voor iedere binnenkomende partij mogelijk zijn op snelle wijze na te gaan in welke productiebatch deze partij verwerkt werd. Registratie van opslag van plantaardige voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels en daarmee verband houdende controles en/of gebruik van spoelcharges worden bijgehouden (bewaartermijn is wettelijk bepaald). 8 VEREISTEN VOOR DE PRODUCTIE VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER Alle installaties gebruikt voor het transport, de productie, de verwerking en de weging van plantaardige voedermiddelen / mengvoeders moeten voor gebruik aantoonbaar vrij zijn van contaminatie door producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (zie lijst). Van elk geproduceerd lot dienen stalen genomen te worden en geëtiketteerd zodat adequate identificatie mogelijk is. De monsters worden bewaard gedurende minimum 3 maanden op een daarvoor geschikte plaats. Registraties hiervan worden bijgehouden. De analyses (per productie-eenheid) worden jaarlijks door BEMEFA vzw sectoraal ingepland, op basis van het laatst ontvangen attest van het voorbije jaar. De planning houdt rekening met een eventueel reduced inspectieschema (bijlage 1). Één staal (per productie-eenheid) dient genomen te worden door de certificatie instelling (bijlage 1) als controle op de autocontrole. De monsters in het kader van de controle worden genomen door ISO geaccrediteerde keuringsinstellingen, door de bevoegde overheid of via de procedure in bijlage 3. Zowel de analyses in het kader van de autocontrole als in het kader van de controle op de autocontrole, dienen te gebeuren in het laboratorium dat door BEMEFA vzw jaarlijks wordt aangegeven (zie definities). De aanvraag van de analyse dient te gebeuren conform de modaliteiten en met een bijhorend analyseaanvraagformulier (zie Een kopij van het analyseresultaat zal door het laboratorium worden gestuurd naar BEMEFA vzw, de OCI en de fabrikant. Blz. 9 van 18

10 9 VEREISTEN VOOR DE OPSLAG EN DE LEVERING VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER De silo waar het plantaardig mengvoeder in gestockeerd wordt voor het transport naar de klant dient voorafgaandelijk gecontroleerd te worden op mogelijke contaminatie door producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten (zie lijst) (bezemschoon) tenzij altijd dezelfde doelstellingen worden nagestreefd (een aantoonbare niet-gecontamineerde silo) Vóór ieder transport van plantaardig mengvoeder in bulk dient geverifieerd te worden of het transportmiddel niet gecontamineerd is (bezemschoon). Indien de levering van het plantaardig mengvoeder door eigen vervoer wordt verricht, dient ook dit vervoer in het bestaande kwaliteitssysteem te zijn ondergebracht en dient het GMP-certificaat ook de conformiteit aan te tonen met het toepasselijke GMP transporthoofdstuk (zie Om risico's te voorkomen van versleping dient een systeem van registratie van transportvolgorde en/of reiniging (bezemschoon) tussen opeenvolgende transporten gebruikt te worden. 10 RETOURSTROMEN EN RECALL VAN NIET-CONFORME PRODUCTEN (in kader van voedselveiligheid) Er dient een procedure(s) te zijn die een gedocumenteerd programma beschrijft voor de behandeling van niet-conforme producten. In dit programma moet voorzien worden in: - gegevens over de geïnteresseerde partijen o.a. contactpersonen in geval van nood - de identificatie en lokalisatie van verdachte producten - de identificatie en de verwittiging van de afnemers - het recupereren van het verdachte product - de behandeling van het gerecupereerde product - intern onderzoek naar de mogelijke oorzaak gevolgd door corrigerende maatregelen - het jaarlijks nagaan van de effectiviteit van deze procedure. In dit verband kan verwezen worden naar het crisisdraaiboek uitgewerkt door BEMEFA vzw. Waar toegepast dienen van al deze activiteiten zorgvuldige registraties gemaakt en bewaard te worden. Blz. 10 van 18

11 11 BEHEERSING VAN EEN PRODUCTIE MET AFWIJKINGEN (in kader van voedselveiligheid) De producent heeft een schriftelijke procedure vastgelegd hoe omgegaan dient te worden met niet conforme producten. De beheersing moet voorzien in een identificatie, documentatie, evaluatie, scheiding (indien praktisch uitvoerbaar) en afhandeling van producten met afwijkingen (recupereren en behandeling van niet conforme producten). De producent zal corrigerende maatregelen nemen bij het voorkomen van een productie met afwijkingen. Deze corrigerende maatregelen moeten geregistreerd worden. Controle van het functioneren van deze corrigerende maatregelen is noodzakelijk. 12 BEHEERSING VAN REGISTRATIE De resultaten van de inspecties en de controles, de registraties van de ingekochte voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels en de registraties met betrekking tot het geproduceerde mengvoeder blijven gedurende minimaal twee jaar ter inzage. 13 INTERNE AUDITS Er bestaat op het bedrijf een gedocumenteerd systeem van interne audits op de conformiteit met dit lastenboek. Minimum jaarlijks wordt een dergelijke audit gepland en uitgevoerd. De formules van de mengvoeders worden bewaard voor de wettelijke duur en liggen ter inzage op de productie-eenheid/administratieve zetel ten behoeve van de certificatie instelling. De resultaten van de audits worden geregistreerd en onder de aandacht gebracht van het personeel dat de verantwoordelijkheid draagt in het gebied waarop de audit wordt uitgevoerd. Ten aanzien van de onvolkomenheden die gedurende de audit worden geconstateerd, moeten tijdig corrigerende, verbeterende of preventieve maatregelen worden genomen. De implementatie en de doeltreffendheid van de genomen maatregelen worden geverifieerd en geregistreerd. Blz. 11 van 18

12 14 OPLEIDING Het personeel moet voldoende kennis en vaardigheden hebben voor de aan hen opgedragen taken in het kader van de productie van mengvoeder in het algemeen en in het kader van het plantaardig mengvoeder in het bijzonder. Er is een passende registratie van ervaring, vaardigheden en (benodigde) opleidingen van betrokken medewerkers. 15 CONFORMITEIT MET DE WETTELIJKE REGELINGEN De producent/verdeler blijft altijd verplicht om de geldende Belgische en/of Europese wetgeving, de autocontrolegids dierenvoeder en de GMP-code na te leven. Aanpassingen dienen dan ook op de voet gevolgd te worden. De producent/verdeler kan de gecoördineerde wetgeving raadplegen op 16 BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE EN CERTIFICATIE De certificatie-instelling die in het kader van dit lastenboek wenst te attesteren wordt daartoe erkend door BEMEFA vzw. De lijst van de erkende certificatieinstellingen wordt gepubliceerd op de website van BEMEFA vzw ( OCI s die door BEMEFA vzw erkend worden zullen binnen de 3 maanden na hun erkenning een checklist voor de controle van de conformiteit van het lastenboek overmaken aan BEMEFA. In geval van wijzigingen aan de checklist zal de OCI aan BEMEFA een nieuw exemplaar ervan bezorgen. De auditoren van de certificatie-instelling die in het kader van dit lastenboek wensen te auditeren moeten een opleiding gevolgd hebben bij BEMEFA vzw. Een attest voor het volgen van de opleiding wordt verstrekt aan elke auditor. De lijst van auditoren wordt eveneens gepubliceerd op De producent/verdeler verbindt zich er toe steeds de nodige gegevens te verstrekken aan de certificatie-instelling en mee te werken bij haar controleactiviteiten. De audits door de certificatie-instelling grijpen plaats tegelijkertijd met de audits voorzien in de GMP-certificeringsregeling ( Bij overschrijding van de limieten weergegeven in bijlage 2 (+ standaarddeviatie) voor de analyses in het kader van de autocontrole als in het kader van de controle op de autocontrole: o Tegenanalyse; o tracering naar mogelijke oorzaak; Blz. 12 van 18

13 o administratieve tracering naar geleverde partijen; Bij bevestiging (tegenanalyse) overschrijding van de limieten: o Gedetailleerde analyse naar herkomst van de contaminatie; o Bij een overschrijding (die niet te verklaren is cf. blz. 15) dienen binnen een met de OCI af te spreken termijn de nodige corrigerende maatregelen te worden genomen. Een evaluatie met de OCI volgt hierop. Een bijhorende staalname (op individuele basis) is noodzakelijk. o Bij herhaalde overschrijding wordt het attest onmiddellijk ingetrokken. Corrigerende maatregelen zijn noodzakelijk. Een nieuwe externe audit met bijhorende staalnames (op individuele basis) en analyses na het uitvoeren van de corrigerende maatregelen is noodzakelijk alvorens het attest opnieuw kan toegekend worden. Blz. 13 van 18

14 BIJLAGE 1: BEMONSTERINGSFREQUENTIE PLANTAARDIG MENGVOEDER (sectoraal) Om de voormelde borging m.b.t. de plantaardige mengvoeders binnen de GMP te kunnen bieden is een statistisch onderbouwde monstername en analysefrequentie noodzakelijk. Het aantal te analyseren monsters wordt bepaald op basis van het aantal geproduceerde loten plantaardig mengvoeder op sectorniveau. Teneinde het aantal loten op een accurate wijze te kunnen bepalen wordt in dit protocol een lot gelijkgesteld aan een vrachtwagenlading. In de praktijk zijn ladingen van 28 à 30 ton het meest gangbaar. De statistiek die werd toegepast is : 95% betrouwbaarheid ; 2% detectielimiet (cf. GMP : AT-05 - frequentietabellen) ; in totaal dienen er 149 stalen genomen te worden voor de hele sector. Binnen de productcertificatie wordt een monstername met analyses opgelegd. De certificatie-instelling moet derhalve een controle uitvoeren op de autocontrole uitgevoerd door de producent. Voor productie-eenheden / lijnen waarin geen producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten (zie lijst) gebruikt worden (in geval van productielijnen vanaf ontvangst van voedermiddelen / toevoegingsmiddelen / voormengsels tot en met de opslag van de plantaardige mengvoeders in de productie-eenheid) is het aantal te nemen stalen gereduceerd. Blz. 14 van 18

15 BIJLAGE 2: Limieten voor de aanwezigheid van producten van dierlijke oorsprong en gerecycleerde vetten Voorwaarde Matrix Parameter Limiet Dier- en vismeel Mengvoeder Toevoegingsmiddelen en voormengsels Dierlijke vetten Mengvoeder Toevoegingsmiddelen en voormengsels Bestanddelen van dierlijke oorsprong Cholesterol als % van het totale sterolgehalte * afwezig < 5% Gerecycleerde vetten Mengvoeder Toevoegingsmiddelen en voormengsels Polymere triglyceriden als % op vetgehalte < 0,9% ** * Indien er grondstoffen gebruikt worden die cholesterol bevatten moet dit uitdrukkelijk gemeld worden en kan de limiet hiervoor eventueel door de certificatie instelling aangepast worden. In dat geval dient de limiet in bovenstaande tabel beschouwd te worden als een actiegrens. * in geval van productie van een plantaardig voeder voor biggen (< 40 kg) of zeugen, kan de limiet hiervoor eventueel door de certificatie instelling aangepast worden indien het voeder visolie bevat of indien kan aangetoond worden dat het over een spoelcharge gaat (dus zonder toevoeging van visolie). ** in geval van overschrijding: onderzoek naar de gebruikte grondstoffen : 1) Werd er gerecycleerd vet gebruikt (documentaire tracering)? 2) Werden er andere grondstoffen gebruikt die een hoger gehalte aan polymere triglyceriden kunnen veroorzaken (bvb. tengevolge van hun productieproces)? Dan kan de limiet hiervoor eventueel door de certificatie instelling aangepast worden. In dat geval dient de limiet in bovenstaande tabel beschouwd te worden als een actiegrens. Blz. 15 van 18

16 BIJLAGE 3: Vereenvoudigde procedure voor monstername door OCI ( controle op autocontrole ) 1.) Vanuit een deelnemende inrichting wordt er (per mail/post/fax) : een lijst (met vermelding van o.a. nummer uit de monsterkamer en datum van productie) met beschikbare monsters in de monsterkamer (van plantaardige mengvoeders) overgemaakt aan de OCI; met de vraag aan de certificatie-instelling om daar een staal uit te selecteren; 2.) De OCI zal zijn keuze dan (per mail/post/fax) aan de inrichting overmaken en in dat schrijven verwijzen naar een nummer uit de monsterkamer (cf. lijst); dit nummer dient door de inrichting tevens te worden genoteerd in het analyseaanvraagformulier ( 3.) Het desbetreffende staal + het analyseaanvraagformulier zullen vervolgens door de inrichting naar het laboratorium (zie definities) worden verzonden voor analyse (zie Definities). Blz. 16 van 18

17 BIJLAGE 4: Verklaring betreffende de verkoop van plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels VERKLARING BETREFFENDE DE VERKOOP VAN PLANTAARDIGE TOEVOEGINGSMIDDELEN / VOORMENGSELS verklaring geldig vanaf datum van ondertekening tot mededeling van wijziging van status Ik ondergetekende (naam en voornaam)... (verantwoordelijkheid binnen de firma)... verklaar op erewoord dat onze firma in staat is om plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels 1 te leveren (nl. die geen producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten bevatten 2 ). Mijn firma : O Gebruikt / heeft geen producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten. OF O Gebruikt / heeft wel producten van dierlijke oorsprong of gerecycleerde vetten EN past een monitoring toe op de afwezigheid van deze producten in de geleverde plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels (analyseresultaten beschikbaar op aanvraag). De plantaardige toevoegingsmiddelen / voormengsels kunnen geleverd worden aan de firma (naam en adres van de maatschappelijke zetel) : 1 Plaats, datum en handtekening van de verantwoordelijke 1 Schrappen wat niet van toepassing is 2 Cf. Lastenboek De productie en levering van plantaardig mengvoeder, BEMEFA vzw, versie 2.3 d.d. 12/07/2010 Blz. 17 van 18

18 BIJLAGE 5: Modelattest voor de conformiteit aan het lastenboek [Logo coördinaten OCI] Modelattest voor de conformiteit aan het lastenboek DE PRODUCTIE EN LEVERING VAN PLANTAARDIG MENGVOEDER Attestnummer : 1 jaar geldig vanaf datum van ondertekening Ik ondergetekende (naam en voornaam)... verklaar dat de firma (naam en adres van de maatschappelijke zetel) : voldoet aan de voorwaarden van het boven vermelde lastenboek. Dit attest is geldig voor de volgende productie-eenheden : NAAM EN/OF WOONPLAATS VAN PRODUCTIE-EENHEID ERKENNINGSNUMMER(S) / TOELATINGSNUMMER(S) TONNAGE PLANTAARDIGE MENGVOEDERS REDUCED INSPECTIESCHEMA 1.. T O Ja O Nee.. T O Ja O Nee.. T O Ja O Nee.. T O Ja O Nee.. T O Ja O Nee Plaats, datum, naam en handtekening auditor 1 Cf. Lastenboek De productie en levering van plantaardig mengvoeder, BEMEFA vzw, versie 2.3 d.d. 12/07/2010 Blz. 18 van 18