Toelichting op de geluidsruimteverdeling

Transcriptie

1 Toelichting op de geluidsruimteverdeling Het doel is om geluidruimte via het bestemmingsplan te verdelen. Geluid wordt hiermee een ruimtelijk aspect waarmee de gronden van het industrieterrein nu en in de toekomst duurzaam worden bestemd en economisch hun waarde behouden. De verdeling van de geluidruimte is hiermee sterk geobjectiveerd en gekoppeld aan de milieucategorieën van het bestemmingsplan. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: - Toekennen planologische geluidsruimte op basis van kengetallen geluid (oppervlaktebronnen) milieucategorieën deelterreinen - Resterend beschikbare geluidruimte primair toebedelen aan categorie 5 terreinen - Tot milieucategorie 3: db(a)/ m2 (dag-avond-nacht) - Tot milieucategorie 4: db(a)/ m2 (dag-avond-nacht) - Tot milieucategorie 5: db(a)/ m2 (dag-avond-nacht) - Redelijke sommatie: +1 db - Vergunde geluidsruimte akoestisch relevante bedrijven respecteren Op basis van deze uitgangspunten is een geluidsruimteverdeling gemaakt. De geluidsruimteverdeling is gebaseerd op de vergunde bijdrage van de akoestisch relevante bedrijven en de invulling van de resterende deelterreinen inclusief ontwikkelvlekken. De geluidruimte is uitgedrukt in db(a)/m2. De uitgangspunten komen in grote mate overeen met de beleidsuitgangspunten zoals eerder in het geluidbeheersplan van 2011 toegepast. In onderstaande figuur zijn de 9 deelterreinen weergegeven die gehanteerd zijn in het akoestisch rekenmodel. De uiteindelijke verdeling van geluidruimte is gebaseerd op de regels inzake de toelaatbaarheid van bedrijvigheid op milieucategorie zoals gehanteerd in het bestemmingsplan.

2 Verantwoording geluidsruimteverdeling deelterreinen Er is voor gekozen om de deelterreinen waar milieucategorie 5 bedrijven zich mogen vestigen, de meeste geluidsruimte te bieden (deelterreinen 3a, 3b, 3c en 6). Op deze terreinen bevinden zich al enkele akoestisch belangrijke (en vergunningplichtige) bedrijven zoals onder andere een containerterminal (BCT), een bierbrouwerij (Heineken), een asfaltcentrale (Heijmans, een betonmortelcentrale (Nieuwpoort) en een aantal (metaal)afval verwerkende bedrijven (o.a. AVI Gerritsen, Van Erp). Daarnaast is het behoud van vestigingsmogelijkheden voor nieuwe zware categorieën bedrijven een belangrijk argument om op het categorie 5-bedrijventerrein de nodige geluidruimte te reserveren. Omdat deze terreinen meer midden op het industrieterrein liggen, heeft de extra geluidreservering geen groot effect op de geluidgevoelige omgeving maar wordt wel recht gedaan aan het begrip inwaartse milieuzonering. De deelterreinen aan de rand van het industrieterrein (deelterreinen 1a, 1b, 1c, 2a en 2b) krijgen geen extra geluid ten opzichte van de gehanteerde kengetallen. Deze terreinen moeten worden gezien als buffer tussen de woonwijken grenzend aan het industrieterrein en de voor zware categorieën bedrijvigheid bestemde gebiedsdelen op het industrieterrein. Verreweg de meeste bedrijven op de randterreinen vallen onder het Activiteitenbesluit. Ze hoeven geen vergunning aan te vragen maar moeten aan algemene regels voldoen. De gereserveerde geluidruimte voor de bedrijven biedt voldoende ruimte voor continuering van de bedrijvigheid binnen de regels van het Activiteitenbesluit. Op deelterrein 1b is nog een aantal vergunningplichtige bedrijven gevestigd). Voor deze bedrijven is de huidige vergunde geluidruimte uitgangspunt voor de planologische toekenning van geluidruimte in de planregels. Er is niet voor gekozen extra geluidruimte te reserveren. Indien er uitbreiding is gewenst dienen deze bedrijven dit binnen de toegekende geluidruimte te realiseren of te kiezen voor verplaatsing van activiteiten naar het categorie 5- terrein. Voor enkele bedrijven op deelterrein 8 geldt iets dergelijks. Omdat het terrein aan de oostrand van het industrieterrein ligt, nabij een woonwijk, is het niet wenselijk hier extra geluidruimte te reserveren. Akoestisch relevante bedrijven Als akoestisch relevante bedrijven zijn aangemerkt de bedrijven die een vergunde geluidbijdrage op de zonebewakingpunten hebben die minder dan 20 db onder de grenswaarde van het betreffende zonebewakingpunt ligt. De vergunde situatie van deze bedrijven is vertaald naar een bronvermogen per m2, waarbij de ondergrenzen gelegd zijn op de voor de deelgebieden aan de milieucategorieën ontleende kengetallen geluidruimte. De akoestisch relevante bedrijven die liggen op de deelterreinen voor categorie 5 bedrijven hebben daarbij ten minste 2dB(A)/m2 geluidruimte gewaarborgd gekregen, om ruimte te bieden voor toekomstige ontwikkelingen. Uitzondering hierop vormt de warmtekrachtcentrale die één vaste waarde geluidruimte heeft gekregen, afgestemd op de bestaande vergunde bedrijfsvoering. Akoestisch relevante bedrijven die zich in categorieën 3 en 4 bevinden, hebben geen waarborg voor extra geluidruimte toegewezen gekregen. Deze terreinen liggen dichter bij de woongebieden en vanuit dit aspect is het onwenselijk om extra geluidruimte te reserveren en is gekozen deze terreinen als overgangsgebied te gebruiken tussen woongebieden en terreinen voor zware industrie. Deze benadering sluit ook aan op de inwaartse zonering zoals die vormgegeven is in de segmentering naar milieucategorieën.

3 Verdeling geluid op basis van oppervlaktebronnen In onderstaande tabel zijn de nulsituatie en de eindsituatie weergegeven van de invulling van het industrieterrein op basis van db(a)/ m2. Nulsituatie Eindsituatie bp Deelterrein Milcat D A N D A N Opmerking 1a b c a 5 vergund vergund vergund Heineken/ H&B 3b c gemengd vergund vergund vergund Brabanthallen In onderstaande tabel is de nulsituatie voor de akoestisch relevante bedrijven weergegeven alsmede de voor deze bedrijven in het (voor)ontwerpbestemmingsplan opgenomen geluidruimtereservering in db(a)/m2. Oppervlaktebron kengetallen in db(a)/ m2 Nulsituatie (vergund) Eindsituatie bp Vergunning akoestisch relevante bedrijven Milcat Deelterr Dag Avond Nacht Dag Avond Nacht RDW Hedikhuizerweg a 55,8 50,8 45,8 55,8 50,8 45,8 Fitland Hedikhuizerweg a 53,8 54,6 49,0 55,0 54,6 49,0 Care Hedikhuizerweg a 59,5 0,0 0,0 59,5 50,0 45,0 Initial Hokatex Ruwekampweg 8 4 1a 51,8 51,5 43,9 55,0 51,5 45,0 Sligro Ruwekampweg 1 4 1a 55,7 55,3 42,1 55,7 55,3 45,0 Fitlog Koenendelseweg b 53,0 53,3 50,0 55,0 53,3 50,0 Enthone Koenendelseweg b 54,9 50,5 48,9 55,0 50,5 48,9 GTO/Honeywell Rietveldenweg 32/32c 4 1b 57,2 57,0 54,0 57,2 57,0 54,0 Eurostrip Ketelaarskampweg 9A 4 1c 65,8 63,6 63,7 65,8 63,6 63,7 Overlaadstation Graaf van Solmsweg 99a 4 1c 69,2 0,0 0,0 55,0 50,0 45,0 Barten Graaf van Solmsweg c 66,0 24,5 36,4 66,0 50,0 45,0 Peters Oude Vlijmenseweg a 61,6 54,2 47,0 61,6 54,2 47,0 Marcolina Boksheuvelstraat 8a 3 2a 60,8 37,0 37,0 60,8 45,0 40,0 KMC Rietveldenweg 7 3 2a 61,7 0,0 52,1 61,7 45,0 52,1 H&B Rietveldenweg a 48,1 47,8 45,6 55,0 50,0 45,6 Heineken Rietveldenweg a 58,5 56,7 56,7 65,0 63,0 58,7 BCT Rietveldenkade 5 5 3b 64,1 57,7 56,9 66,1 63,0 58,9

4 Nieuwpoort Rietveldenkade 3 5 3b 74,6 68,1 67,6 76,6 70,1 68,6 AVI Gerritsen Rietveldenkade 1 5 3b 74,3 0,0 0,0 76,3 63,0 57,0 WKC Zandzuigerstraat 8A 5 3b 68,9 68,9 68,9 68,9 68,9 68,9 Van Erp Ketelaarskampweg 5 3b 69,9 0,0 0,0 70,0 63,0 57,0 Shopex/Moonen/Kamp Graaf van Solmsweg c 65,8 56,2 49,8 67,8 63,0 57,0 Brabanthallen Diezekade ,9 53,8 45,2 55,0 55,0 50,0 Vitelco Veemarktkade ,0 54,2 53,8 68,0 63,0 57,0 Heijmans Veemarktkade ,2 61,2 57,0 65,0 63,2 59,0 Holcim Ertveldweg 45a 4 8b 72,3 64,0 63,2 72,3 64,0 63,2 VD Putten Ertveldweg b 71,3 41,4 19,4 71,3 50,0 45,0 Bestaande akoestisch relevante bedrijven op het zware gedeelte van het bedrijventerrein die al meer geluidruimte vragen zijn ten behoeve van het waarborgen van verdere ontwikkeling van de bedrijfsvoering toebedeeld met 2 db(a) extra geluidruimte. Het overlaadstation aan de Graaf van Solmsweg is inmiddels opgeheven. Voor het Brabanthallenterrein is in de reservering van geluidruimte aangesloten op bedrijvigheid in de milieucategorie 4. In verband met de functie als evenemententerrein is daarbij voor de avondperiode net zoveel geluidruimte toegewezen als voor de dagperiode. In geel zijn de geluidreserveringen gemarkeerd die zijn opgevuld tot de waarden die behoren bij de milieucategorieën van de betreffende deelterreinen. Indien bedrijven ophouden te bestaan of andere bedrijven zich vestigen, blijft het kengetal voor het bronvermogen gekoppeld aan de milieucategorie behorende bij het betreffende deelterrein. Rekenresultaten Op grond van de bovenstaande verdeling van de geluidruimte, zijn de volgende geluidsniveaus berekend bij de zonebewakingpunten (eindsituatie): Naam Omschrijving Dag Avond Nacht Etmaal Grenswaarde 1(W)_A Primair zbwpunt 1 Groningenlaan9 50,2 46,3 41,4 51,4 51 2(Z)_A Primair zbwpnt 2 47,9 43,7 38,8 48,8 50 3(Z)_A Primair zbw punt 3 46, , (W)_A Primair zbwpunt Hertog Godfried ,8 43,7 39,6 49, (W)_A Primair zbw punt Amperestraat ,6 46,5 41,7 51, (W)_A Primair zbw punt Eendenkooi ,3 46,4 42,1 52,1 52 san1_a Oude Engelenseweg 6 52, , san10_a Oude Vlijmenseweg ,6 45,5 41,1 51,1 55 san11_a Oude Vlijmenseweg ,2 46,4 41,7 51,7 55 san12_a Oude Vlijmenseweg , ,2 51,2 55 san16_a De Woerd 4 51,3 47,1 42,1 52,1 55 san2_a Oude Engelenseweg , san3_a Oude Engelenseweg 22a 51,9 50,1 42,6 55,1 59 san4_a Oude Engelenseweg 22c 52, , san5_a Oude Engelenseweg 22e 53 51,2 43,8 56,2 59 san6_a Oude Engelenseweg 26 53, , san7_a Oude Engelenseweg 60 52, ,

5 Systematiek bepalen bronvermogen akoestisch relevante bedrijven In deze bijlage is beschreven hoe van de akoestisch relevante bedrijven het oppervlak gerelateerde vergunde geluidbronvermogen tot stand is gekomen. Er is in grote lijnen de systematiek gevolgd zoals deze elders in Nederland al eerder is toegepast. Akoestisch relevante bedrijven zijn gedefinieerd als bedrijven die een geluidsbijdrage hebben die minder dan 20 db ligt onder de grenswaarde van de 6 primaire zonebewakingspunten. Van deze bedrijven is een akoestisch onderzoek beschikbaar op basis waarvan een vergunning is verleend. De volgende uitgangspunten zijn toegepast om het vergunde geluidbronvermogen vast te stellen. 1. Op een afstand r van het zwaartepunt van de inrichting (die gelijk staat aan de wortel oppervlakte van het kavel maal 2,5 met een minimum van 50 en een maximum van 500 meter), is de geluidsbelasting bepaald; deze methodiek doet recht aan rekenvoorwaarde om een puntbron te definiëren als wordt voldaan aan de afstand 1,5 maal d, waarbij d de grootste bronafmeting is (b.v. de diagonaal van het bedrijfskavel). 2. De vergunde geluidsbelasting in db(a) is berekend op een aantal immissiepunten op een hoogte van 10 meter rondom (elke windrichting) het bedrijf. De vergunde geluidsbelasting is gebaseerd op de akoestische gegevens van een bedrijf uit het zonebeheermodel zoals naar aanleiding van een akoestisch rekenmodel waarop de vergunning (of maatwerkvoorschriften) is gebaseerd. 3. Bij de berekeningen is uitgegaan van de representatieve bedrijfssituatie van de bedrijven, geluidbronnen buiten het bedrijfsperceel maar behorend bij de inrichting zijn meegenomen.. 4. Belangrijke parameters voor de geluidberekening zoals afschermingen, reflecties, bodemgebieden van het rekenmodel (bedrijfskavel en overdrachtskenmerken rekenmodel zonebeheer) zijn op deze manier meegenomen. 5. Van de berekende geluidsbelasting op de diverse ontvangerspunten is de hoogst berekende waarde als uitgangspunt gebruikt voor de terugrekening naar een totaal vergund bronvermogen in dag-, avond- en nachtperiode. 6. Er is tevens een correctieterm C meteo toegepast. 7. Op basis van de terugrekening is een vervangende geluidsbron (puntbron) gedefinieerd die de maximale geluidsuitstraling van het bedrijf op basis van de representatieve bedrijfssituatie weergeeft. Deze terugrekening is gebaseerd op hoofdstuk 5 van module C van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999). 8. De geluidsbron is op een hoogte van 5 meter boven het maaiveld vastgelegd terwijl onderstaand spectrum industrielawaai is gebruikt: Frequentie 31, Spectrum IL 29,7 19,7 14,7 10,7 6,7 5,7 7,7 8,7 10,7 De volgende formules zijn gebruikt: L WR = Li + D geo + D lucht + D bodem D geo = 20* log (r) + 11 D lucht en D bodem : conform HRMI 1999 De berekening van de vervangende puntbron naar een emissie per m 2 is met behulp van de volgende formule berekend: L kavel, D-A-N = L WR 10*log (A)