Elektronisch Milieujaarverslag /09/ :09:50

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Elektronisch Milieujaarverslag /09/ :09:50"

Transcriptie

1 Elektronisch Milieujaarverslag /09/ :09:50 RWZI Nieuwe Waterweg Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Vestigingsadres inrichting (geen postbusnummer) Postcode en plaats Kamer van Koophandel (KVK) vestigingsnummer Belangrijkste economische activiteit (SBIcode, NACE-code) Hoogheemraadschap van Delfland RWZI Nieuwe Waterweg Kulkweg XE Hoek Van Holland Bedrijfscode (NIC-code) ETS-vergunningnummer Omschrijving Inrichtingsverantwoordelijke Contactpersoon inrichting (milieucoordinator) Afvalwaterinzameling en -behandeling de heer J.L. Bos de heer ir. P. de Been Telefoon Postadres Postbus 3061 Elektronische vervolgcommunicatie E-PRTR (aanvullende gegevens) 2601DB Delft ja Geografisch Topografisch (noorderbreedte, (Rijksdriehoekmeting) oosterlengte) Coordinaten inrichting x: N: 51,96624 Stroomgebieddistrict Activiteiten E-PRTR Bijlage 1 y: O: 4,15324 Naam Hfd E-PRTR nr Installaties voor de behandeling van stedelijk afvalwater Rijn Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Bevoegd gezag Wabo Contactpersoon bevoegd gezag Wabo X 5.f DCMR Milieudienst Rijnmond PRTR beoordeelaar PRTR@dcmr.nl Waterkwaliteitsbeheerders Waterwet (Wtw) (indien van toepassing) Bevoegd gezag waterschap Contactpersoon waterschap Bevoegd gezag Dienst Rijkswaterstaat Contactpersoon Dienst Rijkswaterstaat Dienst West-Nederland Zuid (RWS) de heer J. Van Tuijl IPPC nr

2 Coördinerend Bevoegd gezag PRTR Coördinerend Bevoegd gezag PRTR Coördinerend Bevoegd gezag waterkwaliteitsbeheerders Opmerkingen Productievolume Hoeveelheid Eenheid Aantal installaties Bedrijfstijd in uren per jaar Aantal werknemers Websiteadres adres (algemeen) Overige informatieve tekst DCMR Milieudienst Rijnmond Dienst West-Nederland Zuid (RWS) Bevoegd gezag per module Module Bevoegd gezag Toelichtingen algemene gegevens Er zijn geen toelichtingen ingevoerd Oordelen algemene gegevens 'Vaststelling e-mjv 2015 # 14/06/2016' Laatste aanpassing gedaan door: Ben Bekker op 14/06/2016 Als WABO-bevoegd gezag heeft de DCMR Milieudienst Rijnmond de taak het elektronische milieujaarverslag (e-mjv) 2015 dat door uw bedrijf in het kader van de E-PRTR is ingediend, te beoordelen. Dit verslag, waar nodig op ons verzoek aangevuld, hebben wij beoordeeld op basis van de gegevens uit dit PRTR-verslag zelf, alsmede aan de hand van een quick scan van de gegevens die de DCMR ten tijde van de beoordeling beschikbaar had. Op grond van deze werkzaamheden is ons niet gebleken dat het verslag geen betrouwbaar en volledig beeld geeft van de milieugegevens die voor de DCMR als bevoegd gezag relevant zijn. Gegeven dit oordeel heeft de DCMR de desbetreffende modules geaccepteerd. Rijkswaterstaat op zijn beurt geeft een oordeel over innames van oppervlaktewater en directe lozingen op Rijkswateren. Naast de taak ten aanzien van de beoordeling van het elektronisch milieujaarverslag heeft de DCMR Milieudienst Rijnmond ook de taak om toe te zien op de naleving van de vergunningvoorschriften. Het hierboven gegeven oordeel staat los van de verdere naleving van deze vergunningvoorschriften. Adviezen algemene gegevens Er zijn geen adviezen ingevoerd Emissie naar lucht Verwijzingstabel Lucht Gaat u rapporteren over verbrandingsemissies (alle typen, per installatie)? Gaat u rapporteren over stookinstallaties (BEES-A met gehele inrichting ja nee 2015

3 verzameltabel)? Gaat u rapporteren over procesemissies? ja Emissiepuntgegevens Emissietabel verbrandingsemissies (alle typen, per installatie) Verbrandingsproces van installatiegroep 'Fakkelinstallatie' Basisgegevens Categorie: Andere stookinstallaties, te weten: Fakkel Totaal nominaal thermisch ingangsvermogen: 0 MW Datum waarop de installatie(groep) in bedrijf is gesteld: Bezettingsgraad (netto aantal draaiuren, zie helptekst): Emissiepunt / schoorsteen : Naam emissiepunt uren Divers, overig, diffuus 100% Aandeel emissiepunt per installatie 2015 Input Brandstof (* bevat eventueel vertrouwelijke informatie) RWZI biogas Verbruik * Nm 3 Stookwaarde 0,0233 GJ/Nm 3 CO 2 Factor 84,2 kg CO 2 /GJ Zwavelgehalte 0 gew. % Emissies Concentraties Gemiddelde NO x -concentratie (als NO 2 ) * 106 mg/m 3 Gemiddelde SO x -concentratie 804,1 mg/m 3 Gemiddelde concentratie Stof (totaal) 0 Emissies naar lucht (CO 2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO 2 ) Koolmonoxide (CO) Koolwaterstoffen (totaal VOS) NOx SO 2 Totaal stof Methaan Jaarvracht kg 87,7 kg 85,1 kg 10 kg 9,1 kg 0 kg 85,1 kg Jaargemiddelde NMVOS rest 0 kg 1 NMVOS 0 kg NMVOS substof Emissietabel verbrandingsemissies (alle typen, per installatie) Verbrandingsproces van installatiegroep 'nieuwe CV ketel' Basisgegevens Categorie: Andere stookinstallaties, te weten: HR ketel (nieuw) 2015

4 Totaal nominaal thermisch ingangsvermogen: 0,5 MW Datum waarop de installatie(groep) in bedrijf is gesteld: Bezettingsgraad (netto aantal draaiuren, zie helptekst): Emissiepunt / schoorsteen : Naam emissiepunt uren Divers, overig, diffuus 100% Aandeel emissiepunt per installatie Input Brandstof (* bevat eventueel vertrouwelijke informatie) Aardgas Verbruik * Nm 3 Stookwaarde 0,03165 GJ/Nm 3 CO 2 Factor 56,5 kg CO 2 /GJ Zwavelgehalte 0 gew. % Emissies Concentraties Gemiddelde NO x -concentratie (als NO 2 ) * 258 mg/m 3 Gemiddelde SO x -concentratie 6,1 g/gj Gemiddelde concentratie Stof (totaal) 0 mg/m 3 Emissies naar lucht (CO 2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO 2 ) Koolmonoxide (CO) Koolwaterstoffen (totaal VOS) NOx Jaarvracht kg 1,62 kg 3,24 kg 3,25 kg Jaargemiddelde SO 2 0,2 kg Benzeen 0,0324 kg 1 Etheen 0,324 kg 1 Methaan 1,944 kg Tolueen 0,0648 kg 1 NMVOS rest 0 kg 1 NMVOS RWZI biogas 1,296 kg Verbruik * Nm 3 Stookwaarde 0,0233 GJ/Nm 3 CO 2 Factor 84,2 kg CO 2 /GJ Zwavelgehalte 0 gew. % Emissies Concentraties Gemiddelde NO x -concentratie (als NO 2 ) * 106 mg/m 3 Gemiddelde SO x -concentratie 804,1 mg/m 3 Gemiddelde concentratie Stof (totaal) 0 mg/m 3 Emissies naar lucht (CO 2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO 2 ) Koolmonoxide (CO) Jaarvracht kg 607 kg Jaargemiddelde NMVOS substof NMVOS substof

5 Koolwaterstoffen (totaal VOS) 588,6 kg NOx 69,2 kg SO 2 63,3 kg Benzeen 0,0324 kg 1 Etheen 0,324 kg 1 Methaan 1,944 kg Tolueen 0,0648 kg 1 NMVOS rest 586,2348 kg 1 NMVOS 586,656 kg Emissietabel verbrandingsemissies (alle typen, per installatie) Verbrandingsproces van installatiegroep 'WKK' Basisgegevens Categorie: Gasmotoren Totaal nominaal thermisch ingangsvermogen: 447 MW Datum waarop de installatie(groep) in bedrijf is gesteld: Bezettingsgraad (netto aantal draaiuren, zie helptekst): Emissiepunt / schoorsteen : Naam emissiepunt uren Divers, overig, diffuus 100% Aandeel emissiepunt per installatie 2015 Input Brandstof (* bevat eventueel vertrouwelijke informatie) Aardgas Verbruik * Nm 3 Stookwaarde 0,03165 GJ/Nm 3 CO 2 Factor 56,5 kg CO 2 /GJ Zwavelgehalte 0 gew. % Emissies Concentraties Gemiddelde NO x -concentratie (als NO 2 ) * Gemiddelde SO x -concentratie 157 g/gj 6,1 g/gj Gemiddelde concentratie Stof (totaal) 0 mg/m 3 Emissies naar lucht (CO2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO2) Koolmonoxide (CO) Koolwaterstoffen (totaal VOS) NOx SO2 Totaal stof Methaan Jaarvracht kg 388,6 kg 778,5 kg kg 47,8 kg 0 kg 778,5 kg Jaargemiddelde NMVOS rest 0 kg 1 NMVOS RWZI biogas 0 kg Verbruik * Nm 3 NMVOS substof

6 Stookwaarde 0,0233 GJ/Nm 3 CO2 Factor 84,2 kg CO 2 /GJ Zwavelgehalte 0 gew. % Emissies Concentraties Gemiddelde NO x -concentratie (als NO 2 ) * 137 g/gj Gemiddelde SO x -concentratie 804,1 mg/m 3 Gemiddelde concentratie Stof (totaal) 0 mg/m 3 Emissies naar lucht (CO 2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO 2 ) Koolmonoxide (CO) Koolwaterstoffen (totaal VOS) NOx SO 2 Totaal stof Methaan Jaarvracht kg kg kg kg 448,9 kg 0 kg kg Jaargemiddelde NMVOS rest 0 kg 1 NMVOS 0 kg NMVOS substof Emissietabel specifieke procesemissies Productieproces 'actief slib' 2015 Basisgegevens Proces code Omschrijving proces Naam proces 15P04 huishoudelijke en commerciele afvalwaterbehandeling (RWZI's) actief slib Productiecijfers proces (* bevat eventueel vertrouwelijke informatie) Productomschrijving * Hoeveelheid * Eenheid * Emissiepunt / schoorsteen : Naam emissiepunt actief slib Divers, overig, diffuus 100% Emissies naar lucht (CO 2 en NOx ontbreken indien aangemerkt als vertrouwelijk) Kooldioxide (CO2) Methaan N2O Aandeel emissiepunt per installatie Jaarvracht kg kg 293 kg NMVOS substof Totalen luchtemissies (bedrijfsniveau) naam stof Verbranding Proces Totaal Totaal Totaal Totaal emissie in kg emissie in kg emissie in kg Totaal stof 0 0 emissie in kg emissie in kg emissie in kg

7 NMVOS 587, , , , ,8 SO2 569,3 569,3 279,14 236,8 196,1 NOx 3.084, , , , ,6 Koolwaterstoffen (totaal VOS) 6.680, , , ,5 Methaan 6.092, , , , ,7 Koolmonoxide (CO) 6.471, , , , Kooldioxide (CO2) , Benzeen 0,0648 0,0648 0,02 48,141 70,195 Tolueen 0,1296 0,1296 0,04 96, ,39 Etheen 0,648 0,648 0,2 481,41 701,95 N2O Brandstof Eenheid Verbruik(tot lucht) RWZI biogas Nm Aardgas Nm CO2 werkelijk (som van opgegeven jaarvrachten) CO2 verwacht (op basis van opgegeven stookwaarden en emissiefactoren) Totalen op inrichtingsniveau (PRTR-gegevens) Emissies naar lucht (gehele inrichting) Stofnaam (E-PRTR bijlage 2) Andere vluchtige organische stoffen dan methaan (NMVOS) M/C/E Methode Code Gebruikte methode omschrijving Drempel Register Totaal hoeveelheid Waarvan (jaarvracht incidenteel in kg) C OTH ,952 0 Benzeen C NRB 500-0, Distikstofoxide (N2O) C OTH Etheen C OTH ,648 0 Kooldioxide (CO 2 ) C OTH NL Koolmonoxide (CO) C OTH ,92 0 Methaan (CH 4 ) C OTH ,488 0 Stikstofoxiden (NOx / NO 2 ) M OTH ,45 0 Tolueen C OTH , Totaal stof E Select Zwaveloxiden (SOx / SO 2 ) C OTH ,3 0 Toelichtingen lucht (Emissies naar lucht) Er zijn geen toelichtingen ingevoerd Oordelen lucht (Emissies naar lucht) 'Lucht1 # 23/05/2016'

8 Laatste aanpassing gedaan door: Yvo Vlug op 23/05/2016 kunt u verklaren waarom bij de SO2 emissies ten opzichte van de gegevens uit voorgaande jaren aanzienlijk afwijken? 'Verbrandingsemissies: Lucht2 # 02/06/2016' Laatste aanpassing gedaan door: Yvo Vlug op 02/06/2016 Naar aanleiding van onze constateringen van 23 mei heeft de DCMR op 26 mei 2016 uw reactie ontvangen met een verklaring voor de hogere SO 2 emissie in Wij hebben uw reactie beoordeeld en kunnen hiermee een positief oordeel geven. Uw PRTR verslag kan hiermee worden goedgekeurd. Adviezen lucht (Emissies naar lucht) 'Emissiepunten: Lucht1 # 08/06/2016' Laatste aanpassing gedaan door: Emissieregistratie (Camiel van der Hout) op 08/06/2016 De Emissieregistratie heeft het gebruik van emissiepunten in het e-mjv bekeken en adviseert het volgende: * De emissiepunten worden gebruikt voor het berekenen van de concentraties in de lucht ten behoeve van het programma NSL. U heeft het emissiepunt Divers, overig, diffuus gekoppeld aan één of meer van uw installaties of processen. Dit emissiepunt is alleen bedoeld voor diffuse emissies die laag bij de grond en zonder warmte plaatsvinden. Het gebruik van het emissiepunt Divers, overig, diffuus in andere gevallen resulteert in een onderschatting van de hoogte en/of de warmte, en hierdoor in een overschatting van de concentratie in de lucht in de omgeving van het bedrijf. Om die reden is het belangrijk om de emissiepunten zo goed mogelijk op te geven. Wilt u het gebruik van het emissiepunt Divers, overig, diffuus zoveel mogelijk beperken en in plaats daarvan uw installaties en processen koppelen aan een emissiepunt met hoogte en warmte informatie? Wij raden u aan andere emissiepunten te formuleren met hoogte en warmte informatie. Let hierbij op het volgende: Het gebruik van een emissiepunt met een hoogte en/of warmte inhoud van nul resulteert in een overschatting van de concentratie in de lucht in de omgeving van het bedrijf. Om die reden is het belangrijk om de emissiepunten zo goed mogelijk op te geven. Oppervlaktewater rijkswater Verwijzingstabel Oppervlaktewater rijkswater Is er sprake van een lozing van een stof boven de PRTR- drempelwaarde op een (groot) oppervlaktewater waarvoor een Dienst van Rijkswaterstaat bevoegd gezag is? Ook indien u wilt (of moet) rapporteren over emissies die onder de drempel liggen, dient u de vraag met Ja te beantwoorden. Dit geldt ook voor het willen of moeten rapporteren van debieten zonder dat er sprake is van emissies (boven de drempel). gehele inrichting ja 2015 Nieuwe Waterweg en het Scheur Locatie emissiepunten (x,y): (70421, ) Locatie emissiepunten (N,O): ( , ) Warmte Warmteafvoer (rijkswater): Wateriname Oppervlaktewater (rijkswater): Waterafvoer Lozing op oppervlaktewater (rijkswater): Bent u in het bezit van een Wvo-vergunning? 0 MJ/s of MW 0 m m 3 ja (directe lozingen moeten ook

9 gerapporteerd worden) Directe Lozingen gehele inrichting 2015 Overige emissies naar water (Thema Verspreiding) N-kjeldahl N-nitraat (N-NO 3 ) Fosfor (totaal P) Arseen Kwik Cadmium Chroom en zijn verbindingen (als Cr) Koper Nikkel Lood Zink Zwevend stof Totaal organisch koolstof (TOC) (als totaal C of COD/3) Fluoriden (als totaal F) Chloordecon Diuron AOX (gehalogeneerde organische verbindingen) Dioxines en furanen Simazine Isoproturon Cyaniden (als totaal Cn) Totalen op inrichtingsniveau (PRTR-gegevens) kg kg kg 32 kg 0,3 kg 0,3 kg 20,6 kg 33,6 kg 96,2 kg 20 kg 489,3 kg kg kg kg 0 kg 0,275 kg 776 kg 0, kg 0,1 kg 0,1 kg 33 kg Emissies oppervlaktewater: totalen op inrichtingsniveau (PRTR-gegevens) Stofnaam (E-PRTR bijlage 2) M/C/E Methode Code Gebruikte methode omschrijving Drempel Register Jaarvracht Totaal hoeveelheid Waarvan (jaarvracht incidenteel in kg) Totaal stikstof M OTH EU Totaal fosfor M OTH EU Arseen en zijn verbindingen (als As) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor 5 EU 32

10 Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet. Kwik en zijn verbindingen (als Hg) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet. 1-0,3 Cadmium en zijn verbindingen (als Cd) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd 5-0,3

11 met het jaardebiet. Chroom en zijn verbindingen (als Cr) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet ,6 Koper en zijn verbindingen (als Cu) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet ,6 Nikkel en zijn verbindingen (als Ni) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd 20 EU 96,2

12 conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet. Lood en zijn verbindingen (als Pb) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet Zink en zijn verbindingen (als Zn) C OTH De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, 100 EU 489,3

13 Totaal organisch koolstof (TOC) (als totaal C of COD/3) Fluoriden (als totaal F) opgesteld door Actieteam Normering, weten regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet. C OTH CZV/ EU C OTH EU Chloordecon C OTH 1-0 Diuron C OTH 1-0,275 Gehalogeneerde organische verbindingen (als AOX) PCDD + PCDF (Dioxinen + Furanen) (als Teq) C OTH C OTH 0,0001-0, Simazine C OTH 1-0,1 Isoproturon C OTH 1-0,1 Cyaniden (als totaal CN) C OTH Toelichtingen oppervlaktewater rijkswater Er zijn geen toelichtingen ingevoerd Oordelen oppervlaktewater rijkswater 'Oppervlaktewater rijkswater1 # 19/05/2016' Laatste aanpassing gedaan door: Jorn Ogink op 19/05/2016 Geachte heer De Been, Vanuit haar taak als bevoegd gezag voor de uitvoering van de Waterwet is door Rijkswaterstaat uw rapportage in het kader van de E-PRTR over 2015 gevalideerd. De gegevens die zijn verstrekt zijn betrouwbaar, maar onvoldoende volledig te noemen. De volgende aanvulling wordt gevraagd: - Uit uw bijlage RWZI-rekentool_e-mjv_v2016_voor_zuiveringbeheerders_v xlsx blijkt dat de jaarvracht fluoriden de EPRTR-drempelwaarde overschrijdt, maar ontbreekt in de daarvoor bedoelde emissie-tabel op de website. Gevraagd wordt de

14 ontbrekende jaarvracht aan te vullen. Derhalve wordt het PRTR verslag over 2015 vooralsnog niet goedgekeurd. Van het bedrijf wordt verwacht de aanvullende gegevens uiterlijk 10 juni 2016 aan te leveren. 'Oppervlaktewater rijkswater2 # 30/05/2016' Laatste aanpassing gedaan door: Jorn Ogink op 30/05/2016 Geachte heer de Been, Vanuit haar taak als bevoegd gezag voor de uitvoering van de Waterwet is door Rijkswaterstaat uw rapportage in het kader van de E-PRTR over 2015 gevalideerd. Oordeel over het rapport: positief Wij hebben op 19 mei 2016 aanvullingen gevraagd op de door u ingediende rapportage. Op 26 mei hebben wij de door u toegestuurde gegevens ontvangen. De aangevulde rapportage geeft een volledige opsomming van alle geloosde stofvrachten die voor uw bedrijf van toepassing zijn. Deze vrachten zijn consistent, in lijn met, het lozingsbeeld zoals deze de afgelopen jaren is opgebouwd. De wijze waarop u uw vrachten heeft vastgesteld is van een voldoende onderbouwing voorzien om geloofwaardig te zijn. Daarnaast is op overeenkomstige wijze gerapporteerd over de stofvrachten die verbonden zijn aan calamiteiten en incidenten. Met deze aanvullingen oordelen wij positief over uw rapportage. Toetsing Door ons is getoetst of de door u verstrekte vrachten volledig, consistent en geloofwaardig zijn. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie die bij ons bekend is. Deze informatie wordt verkregen uit bijvoorbeeld (kwartaal-) rapportages en controle bezoeken. Verder is bekeken of de door u verstrekte gegevens tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de afspraken die zijn vastgelegd in de BREF monitoring. Met vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met Johan van Tuijl van de afdeling Handhaving, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, telefoonnummer Adviezen oppervlaktewater rijkswater Er zijn geen adviezen ingevoerd Energie Verwijzingstabel Energie gehele inrichting 2015 Heeft de inrichting een eigen WKK-installatie? ja Energiegebruik (primaire energie) gehele inrichting inclusief eigen WKK Elektriciteit 2015 Ingekocht elektriciteit (inclusief duurzame elektriciteit) Zelf opgewekte duurzame elektriciteit (exclusief biobrandstof) Eigen gebruik van duurzame elektriciteit uit participatie MWh 336,129 MWh 1.570,77 MWh 0 Doorlevering elektriciteit aan derden MWh 0 Teruglevering elektriciteit aan elektriciteitsnet MWh 0 Netto verbruik elektriciteit MWh 1.906,899 Aardgas en Overige brandstoffen (inclusief duurzaam) 2015

15 Ingekocht Doorgeleverd Netto gebruik Waarvan ingezet voor energieopwekking Ingezet als grondstof Eenheid Aardgas Nm 3 RWZI biogas Nm 3 Warmte 2015 Ingekocht warmte (incl. duurzame warmte) TJ 0 Zelf opgewekte duurzame warmte (exclusief biobrandstof) Eigen gebruik van duurzame warmte uit participatie Doorgeleverde warmte (incl. duurzame warmte) TJ 0 TJ 0 TJ 0 Netto verbruik warmte TJ 0 Gegevens WKK Energiegegevens Input Verbruikte brandstoffen door WKK Eenheid gehele inrichting Energieinhoud verbruik RWZI biogas Nm 3 /jaar 0, Aardgas Nm 3 /jaar 0, Output Geproduceerde elektriciteit door WKK MWh 1.570,77 - aandeel voor eigen gebruik MWh 1.570,77 - aandeel doorgeleverd aan derden MWh 0 - aandeel teruggeleverd aan elektriciteitsnet MWh 0 Geproduceerde warmte door WKK TJ 8.095,568 - aandeel voor eigen gebruik TJ 8.095,568 - waarvan afgeblazen TJ 0 - aandeel doorgeleverd aan derden TJ 0 Besparing - waarvan afgeblazen TJ 0 Energiebesparing (primair) door de WKK TJ 8.979,425 Toerekening besparing De WKK-installatie staat Wie is de eigenaar van de WKK-installatie Binnen de inrichting Eigen bedrijf (WKK staat op eigen terrein) Toelichtingen energie algemeen 'Nieuwe gasmotor # 31/03/2016' Laatste aanpassing gedaan door: mevrouw A. van den Bor op 31/03/2016 De gasmotor op de zuivering Nieuwe Waterweg was boekhoudkundig en technisch afgeschreven. Aangezien de waterschappen aan de nieuwe uitlaatgassennorm moeten gaan voldoen was de installatie ook milieutechnisch afgeschreven. Derhalve werd de oude gasmotor vervangen door een nieuwe gasmotor in de periode van 14 oktober tot en met 1 december Een bijkomend voordeel is dat de nieuwe WKK een lagere capaciteit heeft

16 dan de oude WKK. De capaciteit van de oude WKK op biogas was ca. 145 m 3 /h en op aardgas ca. 95m 3 /h. Vanwege deze hoge capaciteit werd wisselend elektriciteit opgewekt op basis van biogas en aardgas. Dit was om te frequent in-en uitschakelen van de WKK te voorkomen. Door het bijstoken van aardgas werd ook extra warmte geproduceerd. De extra warmte kon op de zuivering kon niet nuttig gebruikt worden voor verwarming van de slibgisting en gebouwen. De extra warmte moest daarom weg gekoeld worden. De nieuwe WKK heeft een capaciteit van ca. 102 m 3 /h(biogas) en 65 m 3 /h (aardgas). Dit is berekend op basis van de specificaties 114,1 Nm3/h (4,98 kwh/nm 3 ). De lagere capaciteit van de nieuwe WKK is meer in lijn met de biogasproductie op de AWZI. Hierdoor zal er geen aardgas meer bijgestookt hoeven te worden om het te frequent in- en uitschakelen van de WKK te voorkomen. Dit betekent dus dat er geen eigen elektriciteit en warmteopwekking meer is op basis van aardgas. De consequentie hiervan is dat er wel extra elektriciteit zal moeten worden ingekocht om in de elektriciteitsbehoefte van de AWZI te voorzien, maar dat er veel minder warmte hoeft te worden weg gekoeld. In de periode van 14 oktober tot en met 1 december 2015 werd meer biogas afgefakkeld en meer biogas bijgestoken in de CV ketel. Door de afwezigheid vaneen gasmotor in de bovengenoemde periode is er minder biogas omgezet in energie(van kwh/jaar in 2014 naar kwh/jaar in 2015). Dientengevolge werd er meer elektriciteit ingekocht in Oordelen energie algemeen Er zijn geen oordelen ingevoerd Adviezen energie algemeen Er zijn geen adviezen ingevoerd Afval Verwijzingstabel Afval Heeft uw inrichting gevaarlijk of ongevaarlijk afval overgebracht naar elders waarbij de drempelwaarde is overschreden? Heeft uw inrichting een eigen industriële afvalwaterzuivering (AWZI)? gehele inrichting ja nee 2015 Gescheiden afgevoerd afval gehele inrichting 2015 Verbranden Afvalstroom Extern Intern Code Omschrijving G* Totaal (ton/jaar) DS%* Totaal (ton/jaar) DS%* slib van de behandeling van 05 stedelijk afvalwater Nee 3.632,32 23, afval van zandvang 02 Nee 161, roostergoed 01 Nee 51, overige motor-, transmissie- en Ja 08 smeerolie 0, afval van verf en lak dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat Ja afval van het reinigen van riolen Nee 74,8

17 06 Totaal 3.921,39 0 Storten Afvalstroom Extern Intern Code Omschrijving G* Totaal (ton/jaar) DS%* Totaal (ton/jaar) DS%* absorbentia, filtermateriaal (inclusief niet elders genoemde oliefilters), Ja 02 poetsdoeken en beschermende kleding die 0,157 met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd tl-buizen en ander kwikhoudend Ja 21 afval verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd Ja metalen Nee onder , of vermelde batterijen en accu's alsmede ongesorteerde mengsels van batterijen en accu's die dergelijke batterijen en accu's bevatten Ja niet elders genoemd stedelijk 99 afval Nee ferrometalen 02 Nee 7, niet onder , en Nee vallend gemengd bouw- en sloopafval 3,52 Totaal 11,017 0 * G: Gevaarlijk afval * DS%: Droge stof % Overbrenging van niet gevaarlijk afval van het terrein naar elders Afvalbehandeling R/D R Bepaling M/C/E Gebruikte methode Hoeveelheid (jaarvracht in ton) D C PER 3.931,33 Overbrenging van gevaarlijk afval van het terrein naar elders in Nederland Afvalbehandeling R/D R Bepaling M/C/E Gebruikte methode Hoeveelheid (jaarvracht in ton) D C PER 1,077 Toelichtingen afval Er zijn geen toelichtingen ingevoerd Oordelen afval Er zijn geen oordelen ingevoerd Adviezen afval Er zijn geen adviezen ingevoerd

18 Toelichtingen lokale thema's Er zijn geen toelichtingen ingevoerd Oordelen lokale thema's Er zijn geen oordelen ingevoerd Adviezen lokale thema's Er zijn geen adviezen ingevoerd Lokale Thema's Verwijzingstabel Lokale Thema's gehele inrichting 2015 Is er sprake van rapportageverplichting inzake geluid(hinder)? nee Is er sprake van rapportageverplichting inzake geur(hinder)? nee Watergebruik Watergebruik Waterinname Grondwater voor koeling 0 Grondwater overige processen 0 Oppervlaktewater(totaal) 0 Leidingwater Water afkomstig uit grond/hulpstoffen 0 Waterafvoer TOTAAL waterinname Lozing op oppervlaktewater (rijkswater) Lozing op oppervlaktewater (binnenwater) 0 Lozing op riool 0 Infiltratie (naar grondwater), inclusief bodemsanering Water in (bij)product, inclusief water in zuiveringsslib TOTAAL waterafvoer Statusoverzicht Module Status Laatste publicatie Opgestuurd Energie algemeen Geaccepteerd 14/06/ :45:56 Nee Lokale thema's Geaccepteerd 14/06/ :45:56 Nee Afval Geaccepteerd 14/06/ :45:55 Nee Lucht Geaccepteerd 14/06/ :45:55 Nee Oppervlaktewater rijkswater Geaccepteerd 30/05/ :19:42 Nee Algemene gegevens Geaccepteerd 14/06/ :45:54 Nee Overzicht gekoppelde bestanden Bestandsnaam N en P rendementen 2015 Delfland breed (e-mjv versie)_v.2.xlsx Datum 21/04/ :43:42

19 Bijlage 1 Meet en registratie systeem_nwa.docx Reactie op de vragen van het bevoegd bezag op het e-mjv_v.1.docx RWZI-rekentool_e-mjv_v2016_voor_zuiveringbeheerders_v xlsx Bijlage 2 Afvoer van stoffen.docx Bijlage 3. Voortgang onderzoek aansluiten glastuinbouw 2015.docx 21/04/ :44:13 26/05/ :57:48 29/03/ :40:18 31/03/ :27:33 31/03/ :27:47

20 Bijlage 1. Meet en registratie systeem 2015

21 1. Inleiding Het meet- en registratie systeem voor de AWZI Nieuwe Waterweg wordt beschreven zoals het in 2015 heeft gefunctioneerd. Het meet- en registratie systeem voor het meten van waterstromen valt onder te verdelen in debietmeting, monsterneming en transport, monsterbehandeling en analyse, registratie en rapportage. Het signaal van de debietmeters wordt gebruikt om de monstername-apparatuur aan te sturen om de dagelijkse vrachten van de vervuilende parameters te berekenen. De kwantitatieve en kwalitatieve online metingen, samen met de gegevens van het gecertificeerde laboratorium AQUON en de slibverwerkingsinstallatie HVC worden verzameld en verwerkt in de web-applicatie Z-Info. Z-info is een centraal systeem voor zuiveringsinformatie. Het ondersteunt de meeste waterschappen bij het beheren van afvalwaterzuiveringsprocessen, validatie van data en zorgt voor een uniforme standaard voor meetgegevens en rapportages. Figuur 1. Processchema AWZI Nieuwe Waterweg (situatie 2015) Afkorting Onderdelen waterlijn Aantal Afkorting Onderdelen sliblijn Aantal VZV Vlakke zandvanger 2 VI Voorindikker 1 VBT Voorbezinktank 1 BI Bandindikker (secundair slib) 1 S Selector 1 SGT Slibgistingstank 1 DN1 Anaerobe/anoxische tank 1 MT Mengtank / buffertank 1 DN2 Anoxische tank 1 OSCT Ontwateringscentrifuge 1 AT Beluchtingstanks 2 EKT Extern koolstofbron doseertank 1 NBT Nabezinktanks 4 TW Terreinwater 1 RG Roostergoedverwijdering 2 SVI Slib Verbrandingsinstallatie RWF Regenweer aanvoer

22 2. Influent- en effluentdebietmeting Het rioolwater wordt via een drietal hoofdpersleidingen (ook wel aanvoerstrengen genoemd) naar de AWZI Nieuwe Waterweg getransporteerd. Iedere aanvoerstreng is in het ontvangstwerk van de AWZI voorzien van een elektromagnetische debietmeter. In 2015 zijn alle influent debietmeters gecontroleerd door het bedrijf Technisch Bureau Soelman. In tabel 1Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. zijn de resultaten van deze controles weergegeven: Tabel 1. Resultaten kalibraties van alle influent debietmeters Influent streng s Gravenzande Influent streng Hoek van Holland Influent streng SVTW Influent streng DSM Fabricaat Taq nr. Gecontroleerd op Controlenummer Endress 121-FT augustus 2015 D Endress 121-FT augustus 2015 D Siemens 121-FT augustus 2015 D Siemens 121-FT augustus 2015 D Alle influent debietmeters voldoen aan de fabriek specificaties. De debietmeting wordt gebruikt om via het procescomputersysteem de monsternameapparatuur aan te sturen ten behoeve van de verkrijging van een volumeproportioneel etmaalmonster. In 2015 functioneerde de debietmeter van de influent streng Hoek van Holland niet naar behoren. Rijkswaterstaat is hierover geinformeerd (brief met als onderwerp Debietmeter Hoek van Holland op AWZI Nieuwe Waterweg onbetrouwbaar, ons kenmerk , d.d. 17 maart 2015 en brief met als onderwerp Vervolg debietmeter influent streng Hoek van Holland onbetrouwbaar, ons kenmerk , d.d. 8 april 2015). Omdat de debieten van aanvoerstreng Hoek van Holland als onbetrouwbaar beoordeeld werd en daardoor ook de volumeproportionalitelt van de bemonstering, werd besloten om de geplande bemonsteringen op deze datums te laten vervallen. Het effluentdebiet wordt vastgesteld aan de hand van de influentdebietmetingen (optelsom van de vier aanvoerstrengen). 3. Roostergoedverwijdering Als eerste behandelingstrap passeert het afvalwater aangevoerd via de bovengenoemde vier aanvoerstrengen twee automatisch geruimde roosters, waarmee de grove verontreinigingen worden verwijderd. Het roostergoed wordt verzameld in een perscontainer waarin het ontwaterd wordt. Periodiek wordt de container ter verwerking afgevoerd. Het afgevangen roostergoed wordt bij de afnemer gewogen. Door middel van facturen wordt de hoeveelheid afgevangen roostergoed op de AWZI bijgehouden en geregistreerd. 4. Zandverwijdering/Drijflaagverwijdering Na de roostergoedverwijdering wordt het afvalwater door een zandvanger geleid, waarin het afvalwater wordt ontdaan van het zand. Het zand wordt ter verbranding afgevoerd naar HVC te Dordrecht. Het afgevoerde zand wordt daar gewogen. Door middel van facturen en weegbonnen wordt de hoeveelheid afgevangen zand op de AWZI bijgehouden en geregistreerd. Eén keer per kwartaal wordt een steekmonster van het zand op de AWZI genomen ter controle van de werking van de zandafscheiding en de zandwasser. Na de zandverwijdering doorloopt het afvalwater de voorbezinktank. In de voorbezinktank worden de bezinkbare deeltjes afgescheiden van het afvalwater en wordt als het zogenoemd primaire slib naar de voorindikker verpompt. Het ingedikte primair slib wordt naar de slibgisting

23 verpompt. De slibvracht naar de gisting wordt bepaald door debietmeting en wekelijkse bemonstering. De drijflaag wordt met een ruimer verwijderd en opgeslagen in een drijflaagput. Periodiek wordt deze drijflaagput leeggezogen en wordt de drijflaag naar de vuilverbranding afgevoerd. Door middel van facturen en weegbonnen wordt de hoeveelheid afgevoerde drijflaag op de AWZI bijgehouden en geregistreerd. Onder de term RKG wordt riool- en kolken slib en slib afkomstig van gemalen verstaan. De drijflaag van de zuivering is sinds 2013 ook opgenomen in RKG. 5. Biologische zuivering Het water stroomt in de biologische zuiveringsstap door een aantal tanks waarin verschillende processen plaatsvinden. Allereerst komt het water in de selector terecht. In de selector wordt het voorbezonken influent gemengd met retourslib uit nabezinktanks 1 en 2. Dit actief slib bestaat uit bacteriën en andere organismen die de verontreinigingen in het afvalwater als voedsel gebruiken. Daarnaast worden er goede omstandigheden gecreëerd voor bacteriën die zeer veel fosfaat kunnen opnemen (meer dan andere bacteriën). Fosfaat moet uit het afvalwater worden verwijderd, omdat deze stof kan leiden tot overmatige algengroei en zuurstofloosheid van het oppervlaktewater. De zo genoemde biologische fosfaatverwijdering wordt voortgezet in de anaërobe (zuurstofloze) tank en de beluchtingstank. Het slibwatermengsel stroomt van de anaërobe tank naar de denitrificatietank. In deze tank wordt het aanwezige nitraat omgezet in onschadelijk stikstofgas dat vanuit het water in de lucht verdwijnt. Nitraat is afkomstig uit de slib/waterstroom, die vanuit het beluchte deel van het actief slibsysteem naar de denitrificatietank gerecirculeerd wordt (figuur 1). In het beluchte deel worden de gereduceerde stikstofverbindingen in nitraat omgezet. De eerste anaerobe tank wordt op de zuivering Nieuwe Waterweg DN1 genoemd. DN staat voor denitrificatie. Voor deze naamgeving is gekozen, omdat verwacht werd dat ook de anaerobe tank een belangrijke rol zou gaan spelen in het denitrificatie proces. Dit, als gevolg van de verwachte toename van het aandeel glastuinbouw in het afvalwater dat naar de zuivering gevoerd wordt. Door een tussengemaal wordt het water uit de denitrificatietank naar de beluchtingstank gebracht. Op de bodem van de tank worden luchtbelletjes in het water geblazen. Deze belletjes stijgen op en voorzien het water zo van zuurstof. Daar zorgt het actief slib onder zuurstofrijke omstandigheden voor de verdere opname én afbraak van de resterende verontreinigingen. Recirculatie De recirculatie voert een deel van het nitraathoudende actief-slibmengsel van de beluchtingstanks loopt onder vrij verval terug naar de denitrificatietank 1 of 2. Het recirculatiedebiet wordt geregeld door een hevel-unit. 6. Nabezinking Na de beluchtingstanks stroomt het mengsel van gezuiverd afvalwater en actief slib naar vier nabezinktanks. Hier verblijft het water twee tot zes uur. Het actief slib wordt in de nabezinktanks van het water gescheiden. Het actief slib zakt naar de bodem van de tank en wordt teruggevoerd naar de selector en anaerobe tank waar het opnieuw vermengd wordt met het afvalwater. Overtollig actief slib wordt via een slibindikker naar de gistingstank gepompt. Het gezuiverde water voldoet nu aan alle strenge milieueisen en stroomt naar een kelder waar het wordt bemonsterd. Via een gemaal wordt het schone water uiteindelijk naar de Nieuwe Waterweg verpompt. 7. Slibverwerking Zowel het primaire slib als het surplusslib wordt in de gistingtank vergist en omgezet in biogas (bestaande uit metaal en koolstofdioxide) en water. Het biogas wordt gebruikt voor de eigen energieopwekking. De gascondities en de hoeveelheden worden continu gemeten, daarnaast wordt 2 keer per week de concentratie van waterstofsulfide bepaald. De WKK installatie, verwarmingsketel en fakkel worden periodiek geïnspecteerd en beproefd, waarbij

24 de emissies bepaald worden. De resultaten worden in een inspectierapport vastgelegd. Na afloop van de slibgisting stroomt uitgegist slib naar de buffer/mengtank. Met de mixer wordt de samenstelling van het slib in de mengtank homogeen gehouden. Het uitgegiste slib wordt vervolgens ontwaterd door middel van een centrifuge. Zowel het ontwaterde slib als het zand wordt naar HVC te Dordrecht afgevoerd. Op het externe gecertificeerde laboratorium AQUON worden beide stromen geanalyseerd op zware metalen. De resultaten worden in tabel 2 gegeven. De frequentie van meten en bemonsteren is conform de afspraken met de slibverbrandingsinstallatie HVC. De afvoerregistratie wordt verzorgd door een medewerker van de sector Zuivering en Technisch Onderhoud. Tabel 2. Samenstelling ontwaterd slib en zand Waarnemingssoort Symbool Eenheid Ontwaterd slib Zand Arseen As mg/kg 13,5 2,8 Cadmium Cd mg/kg 1,4 0,25 Chroom Cr mg/kg Koper Cu mg/kg Gloeirest GR % 30,7 28,8 Kwik Hg mg/kg 0,55 0,09 Indamprest IR % 23,67 48,3 Molybdeen Mo mg/kg 26 5,4 Nikkel Ni mg/kg Lood Pb mg/kg Zuurgraad ph - 8,1 6,9 Antimoon Sb mg/kg 5,9 0,83 Zink Zn mg/kg Overig Bedrijfswater Ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals voor het verdunnen van polymeer (polyelectroliet), spoelwater voor centrifuges (nieuw in 2013), bandindikker en zandwasser etc. wordt geen gebruik gemaakt van kostbaar drinkwater. Voor deze activiteiten wordt, afhankelijk van de noodzakelijke kwaliteit, gefilterd effluent gebruikt. Per 2006 is een UV desinfectie-installatie in gebruik genomen. In 2015 is, in plaats van gebroken drinkwater, weer gebruik gemaakt van gefilterd effluent voor de aanmaak van polymeer voor zowel de bandindikker als de slibontwateringscetrifuge. Vuilafvoer Registratie van de afgevoerde hoeveelheden roostergoed en klein chemisch afval vindt plaats op basis van facturen van de verwerker. De afgevoerde hoeveelheid papier wordt geschat op basis van het aantal ledigingen en geschatte vullingsgraad van de container (aantal ledigingen x 300 kg per m 3 ). De afgevoerde hoeveelheid bedrijfsafval wordt ook geschat aan de hand van het aantal ledigingen van de containers en geschatte vullingsgraad (aantal ledigingen x 400 kg per m 3 ). 9. Bemonsteringsapparatuur

25 In 2015 waren op de AWZI de volgende zeven Efcon Industrial Vacuum sampler - monstername apparaten (voor nadere informatie zie tabel 3) aanwezig, waarmee de volgende stromen apart bemonsterd worden: Aanvoerstreng: s-gravenzande, Hoek van Holland, SVTW en DSM; Inloop en afloop voorbezinktank; Effluent Bij de volumeproportionele bemonstering wordt het monsternameapparaat aangestuurd door pulsen van de corresponderende debietmeter (frequentie is evenredig met de doorstromende hoeveelheid water). Voor het effluent wordt de som bepaald van de debietmeters van de vier aanvoerstrengen. De monstername is zodanig afgesteld dat het volume van het verzamelmonster over een etmaal tenminste 5 liter monster bedraagt. Eind 2014/begin 2015 zijn op de zuivering Nieuwe Waterweg de monsternameapparaten vervangen door Efcon monsterapparaten. Om vast te stellen of het monsternameproces goed is verlopen, wordt het volume van het verzamelmonster nauwkeurig vastgesteld en wordt het vergeleken met het theoretisch volume dat in het verzamelvat zou moeten zitten. De afwijking tussen het theoretisch en werkelijk gemeten volume in het verzamelvat mag niet meer bedragen dan 7,5 %, anders wordt het monster afgekeurd. Het afgekeurde monster dient zo snel mogelijk opnieuw ingepland worden door het externe laboratorium AQUON. De waarde van 7,5% is gebaseerd op een sommatie van de afwijkingen bij de bepaling van het volume per deelmonster en de bepaling van het totale volume van het verzamelmonster (NEN :2009, Water - Monsterneming - Deel 1: Afvalwater). De monstername vindt plaats door monsternemers van AQUON (geacredlteerd laboratorium). De bepaling van het werkelijke volume van het verzamelmonster doet de monsternemer door gewichtsbepaling. Hiervoor moet de monsternemer het verzamelvat op tillen. Dientengevolge dient rekening gehouden te worden met de ARBO voorschriften wat betreft het maximaal gewicht dat getild mag worden. De Arbowet kent geen specifieke eisen over hoeveel een werknemer mag tillen. De last mag echter geen gevaar opleveren voor de veiligheid en of de gezondheid van de werknemer (Arbobesluit 5.2). Over het algemeen wordt aangenomen dat 23 kilo het maximale tilgewicht is. Vanwege deze overwegingen hebben de nieuwe monstervaten van de belangrijkste monsterpunten een volume van 30 liter. Conform de waterregeling, art. 7.10, lid 3, dient het volume per deelmonster minimaal 50 ml te bedragen. Door het grote verschil tussen droogweeraanvoer en regenweeraanvoer kan met de 30 liter monstervaten niet voldaan worden aan het gevraagde minimaal deelvolume van 50 ml per deelmonster. Het bevoegd gezag is schriftelijk hierover op de hoogte gesteld door middel van een brief met als onderwerp Nieuwe monstername apparaten, ons kenmerk , d.d. 18 december Het hoofd van het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren heeft hiertoe op 9 januari 2015 een beschikking afgegeven (kenmerk ). Deze beschikking geldt voor het heffingsjaar 2015 tot en met Tabel 3. Enige specificaties van de nieuwe monstername apparaten. Met deze tabel is het bevoegde gezag geinformeerd. Inloop en afloop voorbezinktank is voorzien van een apparaat met een 60 liter monsternamevat Huidig monsternameapparaat ODSmonsternameapparaat type VMPT Meetpunt Influent streng s Gravenzande Influent streng Hoek van Holland Volume monstername vat [l] Wordt vervangen door Efcon Industrial Vacuum sampler 60 Type SL10F 30 vacuum sampler op 1 60 gekoelde unit 30 met 4 opslagvaten Volume monstername vat [l]

26 Huidig monsternameapparaat ODS-monstername apparaten, type VMPT ODS-monsername apparaten, type VMPT Meetpunt Volume monstername vat [l] Wordt vervangen door Influent DSM Influent SVTW Inloop 60 Economy 60 voobezinktank Vacuum Afloop 60 monsternemer, 60 voobezinktank type SL10C inclusief koelunit en kastverwarming Effluent 60 1 x vacuum, 4 30 x 30 [l] wisselaar, geintegreerde koeling en heating, type SL10F Volume monstername vat [l] 10. Monstername procedure De monstername ten behoeve van de emissiemetingen ter controle van de naleving van de emissie-eisen voor het lozen wordt uitgevoerd volgens NEN en de conservering van het monster wordt uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO Het monster wordt niet gefiltreerd en de onopgeloste stoffen worden meegenomen in de analyse. Dit is conform het Activiteitenbesluit, art. 2.3, onder lid 2. Hoe de monstername procedure verloopt is reeds in hoofdstuk 9 beschreven. 11. Frequentie van bemonsteren en analyse De tabellen 4 en 5 geven een overzicht van de frequentie waarmee van de verschillende water- en slibstromen de vervuilingsparameters worden vastgesteld. Deze stromen worden geanalyseerd door AQUON (sterlab gecertificeerd). De Raad voor Accreditatie heeft AQUON accreditatie verleend voor het nemen van monsters en het uitvoeren van analyses betreffende oppervlaktewater, afvalwater, grondwater, waterbodems en slib. De accreditatieverklaring van AQUON is geldig van 23 juli 2015 tot 01 juli De beoordeling is uitgevoerd ten opzichte van NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 (registratienummer L 553). De frequentie van meten en bemonsteren van de voor de vergunning relevante waterstromen worden jaarlijks aan de vergunningverlener opgegeven (zie brief met als onderwerp Afvalwateronderzoek AWZI Nieuwe Waterweg 2015, ons kenmerk , d.d. 30 oktober 2014). Het bevoegd gezag is akkoord gegaan met het voorgestelde onderzoeksplan ( Rijkswaterstaat, ons kenmerk , d.d. 1 december 2014). Wat betreft het vaststellen van de verontreinigingsheffingen maakt het Hoogheemraadschap van Delfland sinds 2013 gebruik van een afvalwatercoëfficiënt. De vaststellingsovereenkomst met kenmerk , d.d. 16 november 2012 is geldig voor de jaren 2012 tot en met De door BVR goedgekeurde afvalwatercoëfficiënt is 0, De vervuilingseenheden voor de komende jaren zullen worden berekend als volgt: 1 3 (de bie t[m /da g] n ve 0,000410* * aantal dage npe r jaar [d/jaar] a a ntade l bie te n[n/jaar]

27 Door de toepassing van deze factor kan de frequentie van meten van CZV, BZV en Nkj worden terug gebracht van 106 (oude meetfrequentie, bepaald door middel van de applicatie RiBOHeP 1 ) naar 52 metingen ( reserve metingen). Voor de milieujaarverslagen wordt ook een rapportage van een aantal stoffen of stofgroepen gevraagd, die niet gebruikelijk op AWZI s worden gemeten. De emissie van deze stoffen zijn berekend op basis van kengetallen of stofbalansen. In het milieujaarverslag van de zuiveringen van Delfland over 2015 is voor de wateremissie gebruik gemaakt van de herziene emissiefactoren door middel van het vier jaarlijkse herhalingsonderzoek zoals gepubliceerd in het rapport Watergerelateerde emissies vanuit rwzi s in het kader van de iprtr (Stowa 2013 W01, rectificatie 2014). Voor de luchtemissie maakt dit rapport gebruik van kengetallen en aanbevelingen uit het STOWA rapport STOWA-rapport Luchtgerelateerde emissies vanuit rwzi's in het kader van de i-prtr zie RWZI-rekentool t.b.v. rapportagejaar Versie ( Regelmatig worden er door het extern laboratorium AQUON verschillende waterstromen en slibstromen geanalyseerd (voor nadere informatie zie tabel 4 en tabel 7). Voor de dagelijkse sturing van het zuiveringsproces worden op de AWZI zelf verschillende parameters in de verschillende waterstromen en slibstromen geanalyseerd (zie tabel 8). Tevens is er apparatuur aanwezig voor het rechtstreeks monitoren en sturen van het proces (zie tabel 8). Tabel 4. Frequentie van analyseren van vervuilingsparameters van de waterstromen van de AWZI Nieuwe Waterweg (dagen/jaar) volgens regelgeving verplicht minium, in praktijk worden extra monsters genomen in geval van misluktebemonsters Parameters Waterstroom CZV BZV Nkj NO x Ptot TSS Influent streng s Gravenzande 1) Influent streng Hoek van Holland 1) Influent streng DSM 1) Influent streng SVTW 1) Inloop VBT Afloop VBT Effluent 1),2) ) Conform art. 3.4gb van het Activiteitenbesluit (+ 4 reserve metingen) 2) Conform Vaststellingsovereenkomst 16 november 2012 Tevens is het bij het vaststellen van de bovengenoemde meetfrequenties de brief van mevr. A.H. Bos-Massop (afdeling Vergunningen, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, d.d. 6 juni 2011, kenmerk ARE/ ) ook in acht genomen. Uit de brief van uw mevr. A.H. Bos-Massop blijkt dat voor de RWZI's van Delfland die lozen in het beheersgebied van Rijkswaterstaat Zuid-Holland op dit moment geen reden wordt gezien om het effluent te laten monitoren op de monitorings- en indicatieve parameters zoals omschreven in de watervergunningen. Sinds 1 maart 2014 hebben rioolwaterzuiveringen geen Watervergunning meer nodig. De lozingseisen zijn in het Activiteitenbesluit onder gebracht. Hierdoor is de algemene norm voor fosfaat gewijzigd van een voortschrijdend gemiddelde concentratie over 10 waarnemingen in een voortschrijdend gemiddelde over 365 waarnemingen, ofwel voortschrijdend jaargemiddelde (Als er minder per jaar bemonsterd mag worden, geldt op een gegeven dag het aantal bemonsteringen van dat jaar tot deze dag plus het aantal bemonsteringen van het voorgaande jaar vanaf deze dag in het voorafgaande 1 RiBOHeP versie bepaalt hoeveel meetdagen nodig zijn om de vervuilingswaarde van afvalwaterstromen voldoende nauwkeurig te bepalen

28 jaar. Op elke monstername dag dient dus voldaan te worden aan het voortschrijdend jaargemiddelde). De algemene stikstof eis is gewijzigd van een kalenderjaar gemiddelde concentratie naar een voortschrijdend gemiddelde over 365 waarnemingen. Ten aanzien van de lozingseisen voor fosfaat en stikstof gelden voor de zuivering Nieuwe Waterweg individuele lozingsnormen (RWS-2015/19542, d.d. 18 mei 2015: Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e, zevende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Nieuwe Waterweg voor het lozen van fosfor en stikstof op de Nieuwe Waterweg met zaaknummer A.wtw20160). De, in tabel 5 genoemde, lozingsnormen gelden tot 1 januari 2018 of zo veel korter als er meer duidelijkheid is over de aansluiting van de glastuinbouw op de riolering en het effect hiervan op de kwaliteit van het effluent van de zuivering. Tabel 5. Lozingseisen voor totaal stikstof en fosfaat voor de zuivering Nieuwe Waterweg Parameter Totaal stikstof Totaal fosfaat (als fosfor) Voortschrijdend jaargemiddelde concentratie 13,4 [mg/l] 5,8 [mg/l] Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het "Activiteitenbesluit". In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht en de Waterwet voor een groot aantal activiteiten opgeheven. Per 1 juli 2014 is de Verontreinigingsheffing op de lozing van zware metalen op Rijkswater komen te vervallen. Met ingang van deze datum is de plicht voor bemonstering en analyse van deze parameters in het effluent van op Rijkswater lozende rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi s) dus eveneens komen te vervallen. Rapportage voor de i-prtr van zware metalen blijft echter wel nodig. In samenwerking met Rijkswaterstaat (RWS) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is door de werkgroep i-prtr Zware metalen van het Actieteam normering, wet- en regelgeving rwzi s uitgezocht welke methode een voldoende nauwkeurige benadering van de zware metalen vracht oplevert. Het is besloten dat op basis van historische gegevens voor de i-prtr, per AWZI een kengetal per zware metaal te bepalen (voor informatie zie tabel 6). Op basis van het monitoren van de zware metalen op een aantal representatieve zuiveringsinstallaties, zal in overleg met CBS, RWS en de waterschappen bepaald worden of meting van zware metalen op de zuiveringsinstallaties zelf in de toekomst weer noodzakelijk is. Tabel 6. Zware metalen kerntallen ten behoeve van de i-prtr rapportage Waarn.srt As Cd Cr Cu Hg Ni Pb Zn Eenheid ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ,04 0,00 0,26 3,05 0,14 8,50 0,00 59, ,58 0,04 4,47 3,90 0,04 9,46 3,53 56, ,71 0,00 3,23 4,64 0,04 11,53 3,05 54, ,41 0,11 3,85 2,88 0,01 11,15 2,94 44, ,10 0,00 0,34 4,07 0,01 11,03 3,24 51, ,56 0,01 1,94 4,33 0,00 14,39 0,83 65,1 Gewogen gemiddelde 3,60 0,03 2,32 3,78 0,03 10,83 2,25 55,08 De berekening van de zware metalen kentallen is uitgevoerd conform de voorschriften in de notitie Bepalen van kentallen zware metalen, versie 20 oktober 2014, opgesteld door Actieteam Normering, wet- en regelgeving rwzi s van de Vereniging voor Zuivering Beheerders. Het gewogen gemiddelde wordt voor de i-prtr rapportage vermenigvuldigd met het jaardebiet.

29 Conform het document SLA Slibvervoer HVC, d.d. 25 september 2012, wordt het ontwaterde slib getransporteerd en verwerkt in de slibverbrandingsinstallatie van HVC. De acceptatievoorwaarden voor het ontwaterd slib en de meetfrequentie van de zware metalen zijn vastgelegd in deze overeenkomst tussen de deelnemende waterschappen (Hoogheemraadschap van Rijnland, Waterschap Hollandse Delta, Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard en Waterschap Rivierenland) en HVC. De meetfrequentie voor het analyseren van vervuilingsparameters van de slibstromen van de AWZI Nieuwe Waterweg in 2015 zijn weergegeven in tabel 7. Tabel 7. Frequentie van analyseren van slib en zand van de AWZI Nieuwe Waterweg (dagen/jaar) Slib en zand Cd Hg As Droge stof Asrest Zn Cu Pb Ni Cr Ontwaterd slib Zand Daarnaast worden de momentane procescondities beoordeeld op basis van interne- en online analyses. Voor nadere informatie zie tabel 8. Tabel 8. Parameters gemeten op de AWZI zelf met de frequentie van analyse (2015). Tevens is aangegeven voor welke parameters en in welke waterstroom monitoringsappartuur is opgesteld. Parameter/waterstroom Frequentie van analyse intern laboratorium Monitoringsapparatuur aanwezig Chemisch zuurstofverbruik afloop + voorbezinktank Zuurstof beluchtingtanks + Nitraat denitrificatietank + Ammonium effluent 3/week + Nitraat effluent 3/week + Totaal fosfaat effluent 3/week + Temperatuur + Bezinking slib beluchtingstanks 1/week Slibconcentratie in de beluchtingstanks 1/week + Slibconcentratie retourslib 1/week + Droge stof primair slib Droge stof bandindikker Droge stof gisting Droge stof naindikker Droge stof ontwaterd slib Afvoer zand drogestof +gloeirest 2/week 2/week 1/week 1/week 1/week 1/maand Asresten voorgaande slibsoorten 1 keer per 2 weken Zuurgraad gisting 1/week Gasmeting CO 2 + Gasmeting gisting H 2 S Microscopisch slibonderzoek 2/week Indien nodig, afhankelijk van de SVI

30 12. Registratie en verwerking van data De registratie en verwerking van zuiveringstechnische data wordt uitgevoerd door een waterschap-uniforme applicatie (Z-info). Z-info is geïmplementeerd in mei Z-info is ontwikkeld op initiatief van de Vereniging van Zuiveringsbeheerders (VvZB). Het Waterschapshuis verzorgt het centraal functioneel beheer en de gezamenlijke doorontwikkeling van Z-info. Ook is Het Waterschapshuis namens de waterschappen verantwoordelijk voor het contract met de leverancier 2. Figuur 1. Schematische Werking van Z-info De toegevoegde waarde van Z-info voor de waterschappen is op het gebied van uniformering rapportages, berekeningen en validatie regels, uniformering van proces- en Installatiedecomposities, centraal beheer van de waterschapsdatabase en een waterschapbreed gebruikersplatform waarin diverse Z-info onderwerpen besproken kunnen worden. 13. Berekeningen De jaarvracht (kg/jaar) van de vervuilende parameters wordt bepaald op basis van volumeproportionele metingen van concentratie en de etmaaldebietmetingen, zoals voorgeschreven in bijlage 8 van de Activiteitenregeling milieubeheer: n Jaarvracht [k g/jaar] 1 (vrachtwaarne m ing ssoort[k g/dag]) aantal m e e tdagepe n r jaar * aantal dage npe r jaar [d/jaar] Op deze manier worden ook de gebiedsrendementen voor totaal stikstof en fosfaat berekend, waarbij de jaarvrachten van de verschillende AWZI s met elkaar worden opgeteld. De detectiegrens problematiek is afgehandeld volgens de methodiek voor het berekenen van jaarvrachten (Memo Rijkswaterstaat voor het berekenen van jaarvrachten, RIZA 15 december 1997 (Werkmap Overheidsverslag, 4 december 1998). Voor metingen waarvan de waarde lager is dan de detectiegrens, wordt gebruikt gemaakt van een vervangende waarde. Bij deze zogenoemde Volkert Bakker methode worden de volgende rekenregels toegepast: concentratie > detectiegrens: gerekend wordt met de betreffende concentratie. 2 Bron:

31 concentratie < detectiegrens: gerekend wordt met een vervangende waarde, die als volgt berekend wordt: (waarnem in gen detectiegr ens) 1 * waarde (allewaarnem ing en) detectiegr ens Bij een matrixstoring kan de detectiegrens van een analyse hoger zijn dan normaal. Mogelijke oorzaken hiervan zijn een hoog zwevende stof gehalte, hoog chloridengehalte, etc. In geval van een matrix storing wordt dezelfde vervangende waarde gebruikt als bij de analyse zonder matrix storing. Door gebruik te maken van de Volkert Bakker methode wordt een reëlere schatting vergekregen voor de aanwezigheid van bepaalde stoffen in het effluent of influent van de AWZI. Voor het berekenen van de heffingen (afvalwatercoëfficiënt, zie hoofdstuk 12) wordt gebruik gemaakt van de volgende rekenregel. Indien een concentratie gerapporteerd wordt als zijnde kleiner dan de aantoonbaarheidsgrens, wordt voor de aanslag van de verontreinigingsheffing een concentratie van de helft van de aantoonbaarheidsgrens aangehouden (Staatscourant 2014 nr. 9021: Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 26 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/67289, houdende wijziging van de Waterregeling (vereenvoudiging verontreinigingsheffing betreffende Artikel 7.15 lid 4). 14. Omgaan met gewijzigde analysenormen en detectiegrenzen In 2013 is het externe en gecertificeerd laboratorium AQUON begonnen met een harmonisatie van de analysemethoden. Deze harmonisatie is op 9 april 2013 besproken met de heer O. Epema (Hoofd Laboratorium Anorganische Analyse, Rijkswaterstaat). Tijdens dit overleg is geconcludeerd dat alle door AQUON voorgestelde analysemethoden overeenkomen met de geadviseerde methoden of toegestane alternatieven van Rijkswaterstaat zoals deze in het analyseboek Emissiebeheer zijn beschreven. Het bevoegd gezag is geïnformeerd over de gewijzigde analysenormen (ons kenmerk , d.d. 4 december 2013). Per 1 januari 2015 wordt voor het bepalen van het chemisch zuurstofverbruik naast de huidige NEN6633-methode ook de zogenoemde 'cuvettentest' (NEN-ISO 15705) gebruikt. Vanaf 1 december 2015 zijn de rapportagegrenzen voor zware metalen in zuiveringsslib gewijzigd. Deze wijzigingen zijn als volgt: Tabel 9.Gewijzigde detectiegrenzen in 2015 Waarnemingssoort Symbool Oude rapportagegrens [mg/kg] Nieuwe rapportagegrens [mg/kg] Natrium Na Magnesium Mg Calcium Ca Chroom Cr 0,4 1 IJzer Fe 0,2 0,3 Zilver Ag 0,05 1 Antimoon Sb 0,06 0,1 Barium Ba 2 4 De aanwezigheid van bepaalde stoffen in effluent of influent van de AWZI wordt nog steeds berekend conform de Volkert Bakker methode, waarbij vermenigvuldigd wordt met de detectiegrens van de analyse. 15. Omgaan met ontbrekende debietgegevens In 2015 was de debietregistratie van sommige debietmeters onbetrouwbaar (voor nadere informatie zie tabel 10).

32 Tabel 10. Ontbrekende debietgegevens Meetpunt Periode Reden Influent streng Hoek van Holland 10 en 11 januari 2015 Problemen met de debietmeter, reparatiewerkzaamheden uitgevoerd op 19 maart Influent streng Hoek van Holland Influent streng Hoek van Holland Influent streng Hoek van Holland Influent streng s Gravenzande Influent streng s Gravenzande 2, 21, 22, 24 en 25 februari 2015 Problemen met de debietmeter, reparatiewerkzaamheden uitgevoerd op 19 maart tot en met 19 maart 2015 Problemen met de debietmeter, reparatiewerkzaamheden uitgevoerd op 19 maart december 2015 Door een noodstroomtest was de debietregistratie op deze dag niet betrouwbaar. 9 januari 2015 Door een softwareprobleem is de debietregistratie op deze dag niet betrouwbaar. 2 februari 2015 Nieuw besturingssysteem geïnstalleerd, de debietgegevens op deze dag zijn niet betrouwbaar. Influent streng SVTW 2 februari 2015 Nieuw besturingssysteem geïnstalleerd, de debietgegevens op deze dag zijn niet betrouwbaar. Influent streng SVTW 24 augustus 2015 Door de jaarlijkse kalibratie van deze debietmeter, zijn de debietregistraties op deze dag onbetrouwbaar. Influent streng DSM 2 februari 2015 Nieuw besturingssysteem geïnstalleerd, de debietgegevens op deze dag zijn niet betrouwbaar. Influent streng DSM 24 augustus 2015 Door de jaarlijkse kalibratie van deze debietmeter, zijn de debietregistraties op deze dag onbetrouwbaar. Influent streng DSM 17 december 2015 Door een noodstroomtest was de debietregistratie op deze dag niet betrouwbaar. Het niet goed functioneren van de debietmeter van Hoek van Holland kwam aan het licht doordat in de debietregistratie van aanvoerstreng Hoek van Holland af en toe een foutcode werd meegestuurd. Dit gebeurde echter niet op alle dagen, wat de vaststelling van de oorzaak bemoeilijkte. Op 19 maart 2015 heeft het gecertificeerde bedrijf Technisch Bureau Soelman de debietmeter weten te repareren door het vervangen van een printplaat. Vanaf 20 maart 2015 werkt de debietmeter weer storingsvrij. Rijkswaterstaat is geïnformeerd over de ontbrekende debietgegevens (zie hoofdstuk 2). De monstername op de bovengenoemde dagen werd geannuleerd, de mislukte meetdag werd zo snel mogelijk ingehaald. Aangezien de berekening ten behoeve van de vaststelling van de

33 heffingen gebaseerd is op een jaardebiet, moeten de ontbrekende debieten op een representatieve manier berekend worden. Deze berekening wordt uitgevoerd als volgt: n (e fflue ntde bie t[m /dag] 3 1 Jaardebiet [m /jaar] * aantal dage npe r jaar [d/jaar] aantal be trouwbar e m e e tdage[n] n 16. Controle en verificatie 3 In het geval dat een analyse resultaat zodanig afwijkt van historische data (met behulp van statistische methoden) wordt, zo veel mogelijk, een heranalyse van het monster uitgevoerd. Mocht blijken dat bij heranalyse een vergelijkbare afwijking aanwezig is, of dat er geen heranalyse mogelijk is, wordt onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken van de afwijking. Op basis van dit onderzoek wordt het monster gemotiveerd als mislukt danwel als gelukt beoordeeld. Aangezien de oorzaak van een afwijking niet altijd te achterhalen valt, wordt op basis van de historische gegevens het monster toch als mislukt beschouwd. De waarde blijft in de database voor het geval dat de afwijking vaker optreedt, maar wordt niet opgenomen in berekening van de jaarvrachten, etc. Door het bewaren van de waarde in de database kan, bij herhaling, de conclusie zijn dat de afwijking een gevolg zou kunnen zijn van een uitzonderlijke lozing of bedrijfsomstandigheid. Er zal dan meer gericht onderzoek (o.a. in samenspraak met de afdeling handhaving) plaats vinden. In het geval dat berekeningen worden uitgevoerd met sterk afwijkende data, geeft dat onjuistheden bij het verdere gebruik, bijvoorbeeld bij het opstellen van prognoses op basis waarvan besloten moet worden of uitbreiding van de zuivering noodzakelijk is. 17. Omgaan met mislukte monsternamedag Om de representativiteit van het volume van het verzamelmonster te waarborgen is er voor gekozen om de juiste werking van het monsternemingstoestel te controleren. De representativiteit van het volume wordt bij elke monsterneming gecontroleerd en geregistreerd door de gecertificeerde monsternemers van AQUON. De afwijkingen worden getoetst aan de voorschriften zoals vastgelegd in art. 2.3, tweede lid van het Activiteitenbesluit. Volgens deze voorschriften mag de afwijking tussen het theoretisch en werkelijk gemeten volume in het verzamelvat niet meer dan 7,5 % bedragen. Deze waarde is gebaseerd op een sommatie van de afwijkingen bij de bepaling van het volume per deelmonster en de bepaling van het totale volume van het verzamelmonster. Het theoretische volume wordt bepaald op basis van de onderstaande formule: Totaal dagdebiet [m /dag] volum edeelm onste r [m l] Theoretisc h volum e[l] * 3 Bem onsteri ngsfrequen tie [m /puls] 1.000[m l/l] De afwijking tussen het theoretisch en werkelijk gemeten volume wordt bepaald met behulp van de formule: W erkelijkvolum everzam elmnste o r[l] Theoretisc h volum everzam elmnste o r[l] 7,5% W erkelijkvolum everzam elmnste o r[l] Is de afwijking groter dan 7,5 %, dan wordt gezocht naar de oorzaak van de geconstateerde verschillen. Indien de afwijking veroorzaakt is door een storing in bijvoorbeeld het monsternameapparaat, dan wordt de bemonstering afgekeurd. De mislukte bemonstering wordt zo snel mogelijk in overleg met het externe- en gecertificeerd laboratorium AQUON opnieuw ingepland. Door de monsters in te halen op andere dagen, werd voldaan aan de het aantal benodigde analyses als genoemd in artikel 6.3 van de Waterregeling. 3

34 18. Veiligheid Biogasinstallatie Het gascircuit van de biogasinstallatie is voorzien van diverse gaslek-detectoren, die alarm geven bij een gaslek en tevens automatisch een deel van het circuit afsluiten om verdere lekkage tegen te gaan. Er is een zonering bepaald en gemarkeerd, waarbinnen een algemeen rook- en vuurverbod heerst. Het aanwezige schakelmateriaal, bliksembeveiliging- en het ventilatiesysteem is hierop aangepast. Bij een overmatige gasproductie of bij storing van de gasverbruikende apparatuur komt automatisch een fakkelinstallatie in bedrijf om het overtollige gas veilig te verbranden. De gistingstank is voorzien van een afblaasinrichting met alarmering bij openen door een te hoge gasdruk. De gashouder en het circuit zijn met vloeistofsloten beveiligd tegen een te hoge gasdruk. De installatie is gebouwd en gecontroleerd volgens de richtlijnen van Eneco Milieudienst. Jaarlijks vindt er controle plaats van detectoren en werking van de beveiligingen. Chemicaliën opslag algemeen Elke opslag voor vloeibare proceschemicaliën, zoals ijzerchloride is voorzien van een lekbak. Daarnaast is bij elk vulpunt is een nood- en oogdouche aanwezig.

35 Bijlage 2. Afvoer van stoffen

36 Afvoer van stoffen Een overzicht van de afgevoerde algemene stoffen en het klein chemisch afval van de AWZI wordt gegeven in tabellen 1 en 2. De samenstelling van het van de AWZI afgevoerde zand en slib worden in bijlage 1 gegeven. Tabel 9. Afgevoerde algemene stoffen AWZI Nieuwe Waterweg Afvalstroom eenheid Slib ton/j Zandvangresten ton/j !) Roostergoed ton/j Bedrijfsafval ton/j 0 5, Drijflaag ton/j 37,8 36,8 51, RKG *) ton/j ,8 Hout ton/j Totaal ton/j *) RKG = riool-, kolken en gemalen slib In 2015 werd slechts ton slib afgevoerd met een droge stof percentage van 23,7%. In 2014 werd ton slib afgevoerd met een droge stof percentage 23,5%. De afgenomen afvoer van het natte slib is waarschijnlijk toe te schrijven aan de centrifuge die in 2013 in bedrijf genomen was. In 2014 is het hele jaar met de centrifuge ontwaterd. Dit had dus als gevolg een duidelijk hoger droge stof gehalte van het ontwaterde slib, met een logische daling van de afvoer van het ontwaterde slib tot gevolg. In 2014 is de centrifuge terug geweest naar de leverancier vanwege optredende trillingen. In 2015 is de centrifuge verder geoptimaliseerd waardoor de afvoer van het natte slib verder afnam. Daarnaast werd in 2015 minder ijzerchloride gedoseerd aan de slibgistingtank (36 ton/jaar) ten opzichte van het jaar 2014 (97 ton/jaar). Dit leidt ook tot een lager slibvolume. Om kostentechnische redenen wordt getracht ijzerchloride op de AWZI zo efficiënt mogelijk in het zuiveringsproces in te zetten. Om deze reden wordt ijzerchloride vooral gebruikt met als doel H 2 S te verwijderen uit het biogas en niet direct om de biologische fosfaatverwijdering op de zuivering te ondersteunen. Het doseren van ijzerchloride laat zich lastig sturen op de zuivering. Hierdoor is de dosering het ene jaar hoger dan het andere jaar. Onder de term RKG wordt riool- en kolken slib en slib afkomstig van gemalen verstaan. De drijflaag is opgenomen in RKG. Het roostergoed gaat met het huisvuil mee en wordt niet gewogen. De afvoer wordt geschat op basis van de afvoer van De Groote Lucht. De hogere RKG in 2013 hangt samen met de buffering van slib in een nabezinktank tijdens de werkzaamheden, die verricht moesten worden om de centrifuge te plaatsen (schoonmaken buffertank etc.). Vanaf 2013 wordt ook de drijflaag als RKG afgevoerd. Ook is gebleken dat de transporteur de bonnen van De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg niet altijd gescheiden heeft gehouden. Dit verklaart waarom de RKG fractie in 2013, 2014 en 2015 hoger is dan voorgaande jaren. Tabel 2. Afgevoerd klein chemisch afval Afvalstroom Totaal afgevoerd [kg] Euralcode Afval van verf en lak dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat Overige motor-, transmissie- en smeerolie Verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd Absorbentia, filtermateriaal (inclusief niet elders genoemde oliefilters), poetsdoeken en beschermende kleding die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd

37 Afvalstroom Niet onder , en vallend gemengd bouw- en sloopafval Totaal afgevoerd [kg] Euralcode Roostergoed Afval van zandvang Slib van de behandeling van stedelijk afvalwater Ferrometalen Tl-buizen en ander kwikhoudend afval Onder , of vermelde batterijen en accu's alsmede ongesorteerde mengsels van batterijen en accu's die dergelijke batterijen en accu's bevatten Metalen Afval van het reinigen van riolen Niet elders genoemd stedelijk afval Het afvoeren van het diverse chemisch afval berust veelal op het verzamelen in speciale boxen, tanks en andere voor het betreffende afval geschikte opslagsystemen. Door het geringe verbruik kan het een aantal jaren duren voordat deze afgevoerd worden. Dit geldt ook voor de metaal afvoer in In dat jaar werd een container met metaal afgevoerd, die over voorgaande jaren verzameld is geweest. De grote hoeveelheid ferrometalen in 2014 hangt samen met de afvoer van de zeefbandpers, die in 2013 vervangen is door een ontwateringscentrifuge. In 2015 werd de oude gasmotor ook in een container met metaal afgevoerd. In 2015 werd de gemengd bouw- en sloopafval afgevoerd. Dit betreft de afvoer van oude leidingen, oude doeken van de zeefbandpers, etc. In 2014 werden de twee olietanks op de zuivering ter inspectie leeggehaald. In 2015 werd de olie van de tandwielkasten en de oude gasmotor afgevoerd. Dit verklaart de hogere afvoer van motor-, transmissie- en smeerolie over het jaar Hiernaast zijn er ook incidentele afvalstromen opgenomen in de lijst, die bijvoorbeeld het gevolg zijn van reparaties of vervangingen van apparatuur. Dit verklaart waarom er in het ene jaar wel en in het andere jaar geen afvoer van bepaalde afvalstoffen plaatsvindt. 131

38 Bijlage 3. Voortgang onderzoek gevolgen van het aansluiten van de glastuinbouw op de effluentkwaliteit van de RWZI Nieuwe Waterweg/De Groote Lucht. Status eind 2015

39 Voortgang onderzoek gevolgen van het aansluiten van de glastuinbouw op de effluentkwaliteit van de RWZI Nieuwe Waterweg/De Groote Lucht. Status eind Inleiding Sinds 1 maart 2014 is de watervergunning voor rioolwaterzuiveringsinstallaties (AWZI s) afgeschaft. De lozingseisen zijn in het Activiteitenbesluit onder gebracht. Net als bij de vroegere wetgeving kan het bevoegde gezag minder strenge eisen aan het effluent van AWZI s stellen. Dit kan als voldaan wordt aan de eis om meer dan 75% fosfaat (P) respectievelijk stikstof (N) uit het binnenkomende afvalwater te verwijderen. Het gaat hier om het binnenkomende afvalwater van alle AWZI s in het beheer van een waterschap (het gebiedsrendement). Nieuw is echter dat het bevoegd gezag, naast het gebiedsrendement, ook individuele lozingseisen aan AWZI s moet opleggen. Voor het aanvragen van individuele lozingseisen geldt een overgangstermijn van een half jaar als een AWZI nog geen individuele lozingseisen voor P en N had. Voor de AWZI s Nieuwe Waterweg en De Groote Lucht zijn om deze reden direct aanvragen verstuurd (aanvragen voor maatwerkvoorschriften 1 april 2014 kenmerken en ). Wat betreft de lozingseisen voor fosfaat en stikstof gelden voor de AWZI De Groote Lucht de individuele lozingsnormen als opgenomen in het besluit van 23 april 2015 (RWS-2015/16797 I: Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e, zevende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Groote Lucht voor het lozen van fosfor en stikstof op de Nieuwe Waterweg met zaaknummer A.wtwl9423). Voor de AWZI Nieuwe Waterweg is ook een dergelijke maatwerkbeschikking met dezelfde effluent eisen ontvangen (RWS- 2015/19542 M, 18 mei 2015, Zaaknummer A.wtw20160). In de vroegere vergunningen van de AWZI s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg was een onderzoekverplichting opgenomen om het effect van de aansluiting van de glastuinbouw op de effluentkwaliteit van de AWZI s in kaart te laten brengen. Doel van dit onderzoek is dat er reële normen voor totaal stikstof en totaal fosfaat opgenomen kunnen worden in de volgende maatwerkbeschikkingen. Hiermee kan recht gedaan worden aan de uiteindelijke situatie (alle glastuinbouw aangesloten), het functioneren van de AWZI s (ook onder ontwerp condities) en kan rekening gehouden worden met milieu gerelateerde zaken anders dan de kwaliteit van het oppervlakte water zoals beperking van het energie- en chemicaliënverbruik. De Maatwerkbesluiten gaan ervan uit dat in het vierde kwartaal 2017 inzichtelijk is gemaakt welke consequenties het aansluiten van de glastuinbouw heeft op de concentraties totaal stikstof en totaal fosfaat in het effluent van de AWZI s. De, in de huidige maatwerken opgenomen, normen gelden tot 1 januari 2018 (tabel 1). Omdat meer inzicht verkregen wordt over de volledige aansluiting van de glastuinbouw, is besloten om de rapportages voor beide AWZI s te combineren. Tabel 1. Lozingseisen tot 1 januari 2018 voor de AWZI s Nieuwe Waterweg en De Groote Lucht. Voor deze eis geldt dat ook voldaan moet worden aan het zuiveringsrendement van ten minste 75% over het hele verzorgingsgebied van het Hoogheemraadschap van Delfland. Parameter Stikstof Fosfaat Voortschrijdend jaargemiddelde concentratie 13,4 mg Ntot/l 5,8 mg P/l 2. Achtergrond van het onderzoek In het hier gepresenteerde vervolg van het onderzoek naar het effect van de glastuinbouw op de prestaties van de AWZI s is conform het onderzoeksplan gekeken naar een aantal parameters in het influent en effluent van de AWZI s. Hiernaast is een project uitgevoerd "Juist (nu) aansluiten" en zijn er in de periode metingen van bestrijdingsmiddelen bij de AWZI Nieuwe Waterweg uitgevoerd. Genoemde onderzoeken worden beschreven in paragraaf 2.3 en 2.4. In paragraaf 2.5 staan de plannen beschreven, die er zijn om in 2016 te

40 starten met een pilot Zoetwaterfabriek op de AWZI De Groote Lucht. Hiervoor is in 2016 een Milieu Neutrale melding bij de DCMR gedaan. Dit onderzoek wordt beschreven vanwege de consequentie, die het zal hebben voor het opstellen van realistische lozingsnormen voor de AWZI De Groote Lucht Metingen aan macroparameters aan het influent van de AWZI s Volgens verwachting zal de aansluiting van de glastuinbouw vooral tot uitdrukking komen door een afname van de ratio s CZV/N of CZV/P respectievelijk BZV/N of BZV/P. Dit wordt veroorzaakt door het toedienen van stikstof- en fosfaat bevattende meststoffen in de glastuinbouw. In het afvalwater afkomstig van de glastuinbouw zal nauwelijks organische stoffen aanwezig zijn. Het veranderen van genoemde ratio s is dus een indicatie dat er aansluiting van de glastuinbouwbedrijven heeft plaatsgevonden. Als de aansluiting volledig is, zal er min of meer een constante waarde voor de ratio s gevonden worden. Op zowel de AWZI De Groote Lucht als Nieuwe Waterweg, wordt het afvalwater aangevoerd met een aantal persleidingen uit verschillende verzorgingsgebieden. De verschillende persleidingen worden strengen genoemd en worden separaat bemonsterd. Op de Groot Lucht betreft het de aanvoer strengen Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Op de AWZI Nieuwe Waterweg betreft het s Gravenzande, Hoek van Holland, SVTW en DSM resin. Laatst genoemde steng is industrieel van aard. SVTW is een composteringsbedrijf en zodoende wel relevant als het om meststoffen en bestrijdingsmiddelen gaat. SVTW en DSM resins worden in deze rapportage buiten beschouwing gelaten, maar zullen wel een rol spelen bij het vaststellen van toekomstige lozingseisen. Onder normale omstandigheden wordt nitraat niet in communaal afvalwater aangetroffen. Dit is de reden dat er geen meetverplichting voor nitraat in de wetgeving opgenomen is (zie Activiteitenregeling artikel 3.4gb lid 7). Als gevolg van de aansluiting van de glastuinbouw zou nitraat in potentie wel aanwezig kunnen zijn. Wanneer het echter niet of nauwelijks gemeten wordt, zou het in het rioolstelsel door denitrificatie omgezet kunnen zijn. Dit leidt tot een vermindering van de hoeveelheid organische stoffen, die beschikbaar is om volledige stikstofverwijdering in het zuiveringsproces te realiseren. Deze vermindering in organische stof in combinatie met het toe dienen van gereduceerde stikstofverbindingen als meststof is te monitoren door een daling in de CZV/N respectievelijk BZV/N-ratio s in het influent van de AWZI s. Omdat de parameter BZV vooral betrekking heeft op snel afbreekbare organische stoffen, en CZV een parameter is, waarin ook moeilijke tot zeer moeilijke afbreekbare verbindingen opgenomen zijn, zou de omzetting van nitraat in het rioolwater ook bijdrage tot een stijging van de CZV/BZV-ratio. In geval dat er onvolledige denitrificatie optreedt, bijvoorbeeld als gevolg van een grote gift van nitraat bevattende meststoffen, zou nitraat ook meer aantoonbaar kunnen zijn in het aangevoerde rioolwater. De kans hierop wordt groter bij een stijgend aandeel van het afvalwater afkomstig uit de glastuinbouw. Dus, als het aansluit percentage op het riool van de glastuinbouwbedrijven toeneemt. Eén en ander heeft tot gevolg dat het steeds moeilijker zal worden om afdoende stikstof uit het afvalwater te verwijderen. Ditzelfde geldt voor het verwijderen van fosfaat uit afvalwater. Door de glastuinbouw wordt de hoeveelheid fosfaat groter dan de hoeveelheid organische vervuiling. Hierdoor kan fosfaat niet meer op biologische wijze verwijderd worden. Er dienen steeds meer metaalzouten toegevoegd te worden om dit fosfaat op chemische wijze te verwijderen. Naast ongewenste hoge koste voor chemicaliën, neemt het aandeel chemisch slib in het actief slib toe. Dit verlaagt de nitrificatie en denitrificatie capaciteit van het slib, waardoor de stikstofverwijdering nog verder bemoeilijkt wordt. Het toedienen van veel metaalzouten om fosfaat te verwijderen, is ook ongewenst vanuit het oogpunt van energie besparing en het lozen van chlorides op het oppervlakte water. De hoeveelheden nitraat, aard en omvang van bestrijdingsmiddelen, die vanuit de glastuinbouw geloosd worden, zijn afhankelijk van de keuze die tuinders maken voor een bepaalde teelt en de daarmee samenhangende bemestingsvraag van het gewas. Dit kan van jaar tot jaar verschillen. Hiernaast geldt nog dat er gestreefd wordt naar nul emissie van nitraat voor 2027 voor substraatteelt (

41 stappenplan op/). Het streven naar nul emissie kan betekenen dat het in de toekomst weer makkelijker wordt om aan strengere lozingsnormen te voldoen. Op dit gebied zijn diverse ontwikkelingen gaande, die impact kunnen hebben voor het vaststellen van de toekomstige lozingsnormen voor de AWZI s. In het onderzoeksplan is een periode van 5 jaar voorgesteld zodat er voldoende cijfermateriaal is om statistisch een uitspraak te doen voor het vaststellen van realistische lozingseisen. Dit betekent dus dat de verwachting uit gesproken is dat er na het jaar 2017 voldoende inzicht verworven is om definitieve individuele lozingseisen op te stellen. Het monitoren van de afzonderlijke gehalten CZV, BZV, N en P in het rioolwater is niet zinvol omdat deze beïnvloed worden door de mate van verdunning. Dit hangt samen met het gegeven of een jaar een nat of een droog jaar is. In tabel 3 wordt hier echter wel op in gegaan, maar dan betreffende het gemiddelde over meerdere jaren, in een vergelijking met de concentraties van deze parameters in het influent van de AWZI s uit de Haagse regio en de mogelijke consequenties voor een afdoende stikstof en fosfaatverwijdering Metingen aan het effluent van de AWZI s Theoretisch is te verwachten dat aansluiting van de glastuinbouw een direct negatief effect zou hebben op de stikstof- en fosfaatgehaltes in effluenten van AWZI s. Niet alleen vanwege het ongunstiger worden van de samenstelling van het influent, maar ook vanwege de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. Deze zijn vaak inert voor biologische afbraak of kunnen storend zijn voor de biologie van een AWZI en van het oppervlakte water. In de praktijk hebben ook vele externe en interne factoren invloed op de goede werking van een AWZI. Hierdoor is het lastig om een uitspraak te doen of het slechter worden van de prestaties van een AWZI een gevolg is van de glastuinbouw. Bij externe factoren kan gedacht worden aan een nat of een droog jaar, een warm of koud jaar, een toename van de vuillast (niet altijd verklaarbaar), etc.. Bij interne factoren kan gedacht worden aan onderhoud van een procesonderdeel, waardoor het zuiveringsproces tijdelijk minder goed verloopt. Een en ander betekent dat alle gebeurtenissen in beschouwing genomen moeten worden om een goed oordeel te kunnen vellen over de effluentkwaliteit in een gegeven jaar. Om deze reden moeten trendanalyses over meerdere jaren meegenomen moeten worden Resultaten van het project "Juist (nu) aansluiten" Met ingang van 1 april 2011 was Delfland gestart met het project "Juist (nu) aansluiten". Dit project is gericht op de sanering van lozingen op oppervlaktewater afkomstig van gerioleerde percelen. Het beoogde resultaat is het terugdringen van de emissie naar oppervlaktewater van bedrijven en woningen die aan kunnen sluiten op een (gemeentelijke) rioleringsstelsel. Het project is eind 2013 afgerond. Ruim 90% van de glastuinbouwbedrijven was toen aangesloten op de gemeentelijke riolering. De lopende procedures zijn in 2014 als regulier werk opgepakt. Door middel van het project gebiedsgerichte monitoring en handhaving wordt getracht restlozingen op oppervlaktewater op te sporen en om deze te saneren. De gemeente Westland, richt zich in het project " Juist gebruik" op het juiste gebruik van de riolering. Hierbij moet gedacht worden aan buffersilo's met telemetrie, maar ook het afkoppelen van hemelwater. Een en ander betekent dat van deze voortgangsrapportage verwacht mag worden dat de effecten op de AWZI zichtbaar zijn Bestrijdingsmiddelen in influent Nieuw Waterweg November en December 2012 tot en met 2014 Bij het opstellen van het onderzoeksprogramma was geen rekening gehouden dat in het kader van het Programma Schoon Water metingen aan bestrijdingsmiddelen gedaan zouden worden aan de influenten van de AWZI de Nieuwe Waterweg. Eind 2014 is dit onderzoek gestaakt, omdat het niet het inzicht opleverde over de afname van bestrijdingsmiddelen in het oppervlakte water. Het onderzoek dat relevant is voor deze rapportage betreft het monitoren van het rioolwater afkomstig uit s Gravenzande. Bij dit onderzoek werden 127 bestrijdingsmiddelen gevolgd. Vijf bestrijdingsmiddelen werden bij alle monsternamesessies gevonden. Dit zijn: carbendazime, flonicamide, imidaclopride, thiamethoxam, thiofanaatmethyl. Bij al deze bestrijdingsmiddelen leek een sterke toename op te treden. Bij de

42 bestrijdingsmiddelen, die in negen van de 11 keer zijn aangetoond, is de trend in stijging of daling niet duidelijk (figuur 2). Dit hangt mogelijk samen met het minder frequent gebruiken van deze middelen door de tuinders. Wanneer bestrijdingsmiddelen nog minder aangetoond worden in de metingen, kan nog minder een uitspraak gedaan worden of er een toename te zien is van deze bestrijdingsmiddelen als gevolg van de aansluiting van de glastuinbouw op het riool. Doordat bestrijdingsmiddelen als carbendazime bij alle bemonsteringen aanwezig waren en een stijgende trend te onderscheiden was, lijkt de aansluiting van de glastuinbouw aantoonbaar te zijn. Figuur 1. Vijf bestrijdingsmiddelen, die in alle bemonsteringen van zijn aangetoond (een waarde voor flonicamid weggelaten (factor vijf hoger dan hoogste meting op 19 mei 2014) cyprodinil DEET pirimicarb Figuur 2. Vijf bestrijdingsmiddelen, die in negen van de elf bemonsteringen van zijn aangetoond Pilot Zoetwaterfabriek In droge perioden onttrekt het Hoogheemraadschap van Delfland water van het Brielse meer voor het aanvullen en doorspoelen van boezems en polders in het eigen beheersgebied. Het is de verwachting dat in de toekomst meer partijen gebruik zullen gaan maken van het water van het Brielse meer. Hierop anticiperend en in het kader van duurzaamheid en om zelfvoorzienend te zijn, wil het Hoogheemraadschap van Delfland onderzoeken of het effluent van de AWZI De Groote Lucht kan worden ingezet als alternatief voor het onttrekken van water van het Brielse meer. Indien hiertoe besloten wordt, zal het aanvullend gezuiverde effluent volgens de huidige plannen worden geloosd op een nog aan te leggen waterharmonica. Een waterharmonica is een ecologisch nazuivering (moeras) van het effluent van een AWZI, waarna ecologisch gezond oppervlaktewater gevormd wordt. Het doel van de waterharmonica is om de kwaliteit van de omgeving van de Blankenburgtunnel 3 te verbeteren. Hiertoe werd op 24 september 2015 door de minister van Infrastructuur en Milieu 3 De Blankenburgtunnel is een geplande verkeerstunnel in Nederland, gelegen in de A24. De tunnel moet het Scheur bij Rozenburg kruisen.

43 en bestuurders van diverse overheden overeenkomsten getekend. De overeenkomsten stonden in het kader van het Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding. Ook werd besloten om de waterharmonica te financieren uit dit Kwaliteitsprogramma. De waterharmonica zal een open verbinding krijgen met de Krabbeplas. De Krabbeplas is een zwem- en surfplas langs de A20 naast Westwijk Vlaardingen. Vervolgens wordt het water verder gebruikt voor doorspoeling van de boezems en polders. Een en ander betekent dus dat de kwaliteit van het effluent opgewaardeerd moet worden tot een kwaliteit, waarmee voldaan wordt aan de Europese zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG). Om na te gaan in hoeverre dit mogelijk is, is onderzoek noodzakelijk. Met dit onderzoek zal medio 2016 gestart worden. Op basis van praktijkervaringen in Duitsland en Zwitserland en op basis van kosten, prestaties en risico s is voor dit onderzoek gekozen voor een pilot installatie bestaande uit een combinatie van ozonisatie en continue zand/actiefkoolfiltratie De benodigde installaties zullen op het zuiveringsterrein geplaatst worden. In het kader van der zoetwaterfabriek zijn een aantal keren bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en dergelijken op de AWZI De Groote Lucht gemeten. Gezien het beperkte aantal metingen wordt het nog te vroeg geoordeeld om hierover te rapporteren. Wanneer de pilot Zoetwaterfabriek operationeel is, zal dit mogelijk ook positieve consequenties hebben voor de kwaliteit van het effluent van de AWZI. Dit, o.a. vanwege de plannen om grote hoeveelheden metaalzouten te doseren aan het actief slibproces in het kader van het verlagen van de fosfaatconcentratie in de voeding van de pilot installatie. De zuiveringsresultaten van de AWZI De Groote Lucht tijdens de proeven met de pilot installatie zullen dan ook niet representatief zijn voor het vaststellen van strengere lozingseisen op basis van de normale procesvoering van de AWZI. Dit, als er in 2017 een nieuw Maatwerkbesluit zal worden aangevraagd om te mogen afwijken van de eisen als genoemd in het Activiteitenbesluit. 3. Monitoringsparameters In eerdere milieujaarverslagen is gerapporteerd dat er geen duidelijke wijziging in de samenstelling van het aangevoerde rioolwater waargenomen werd. Wijzigingen dus die zouden samenhangen met de aansluiting van de glastuinbouw op de riolering. Dit is voor de jaren weer nagegaan (dus inclusief de waarnemingen van 2015). In tabel 1 worden de trends voor de verschillende communale aanvoer strengen gegeven. Tabel 1. Trends ratio s (geel zou correlatie met verwachting glastuinbouw zijn) Influent streng CZV/BZV CZV/N BZV/N CZV/P BZV/P Maassluis Geringe stijging stijging Stijging stijging daling Vlaardingen Geringe daling stijging stijging Daling (mogelijk door uitbijter 2009) Daling (mogelijk door uitbijter 2009) Schiedam Geringe Daling (maar Daling (maar stijging stijging daling hyperbool) hyperbool) Hoek van gelijk Geringe daling Gelijk stijging stijging Holland s Gravenzande Geringe geringe stijging Geringe stijging stijging daling stijging Verwachting aansluiting glastuinbouw stijging daling Daling daling daling Op basis van de gegevens van 2014 werd geconcludeerd dat alleen s Gravenzande leek te voldoen aan de trend, die te verwachten is, wanneer de glastuinbouw aangesloten is (zie bijlage 12 milieujaarverslag 2014). De resultaten inclusief 2015 geven aan dat de trend zich niet heeft voortgezet. Op basis van deze resultaten moet geconcludeerd worden dat er geen effect is van de glastuinbouw op de verschillende verhoudingen tussen CZV, BZV Nkj en P. Dit vormde aanleiding tot de vraagstelling of er überhaupt op de ratio s een effect te merken is van de mogelijke invloed van de glastuinbouw. Bij deze beschouwing wordt er vanuit gegaan dat het afvalwater afkomstig van s Gravenzande en Maassluis een aanzienlijke invloed moet hebben van de aansluiting van de glastuinbouw. Dit, terwijl bij Vlaardingen, Schiedam en

44 Hoek van Holland deze invloed betrekkelijker is, omdat in deze gebieden minder glastuinbouw is. In deze vergelijking is ook gebruik gemaakt van de ratio s, die gevonden zijn voor Houtrust en Harnaschpolder (tabel 2 en bijlage 1). Hieruit blijkt het volgende: 1. De ratio CZV/BZV is voor de AWZI s uit de Haagse regio veel gunstiger voor N en P verwijdering (CZV/BZV lager duidt op goed afbreekbaar substraat); 2. De CZV/N en BZV/N zijn hoger in het afvalwater dat naar de AWZI s uit de Haagse regio gevoerd wordt dan de waarden, die gevonden worden in de aanvoer van de AWZI s uit de Haagse regio s. Dit duidt erop dat in de Haagse regio het eenvoudiger is om lagere stikstofgehalten in het effluent te realiseren. 3. Ook de CZV/P en BZV/P ratio lijkt gunstiger in het afvalwater van de Haagse regio voor biologische fosfaatverwijdering dan bij de AWZ s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg. Alle communale strengen, die aanvoeren op de AWZI s Nieuwe Waterweg en De Groote Lucht hebben ongunstiger afvalwater voor N en P-verwijdering dan die van de Haagse regio. Dus ook de communale strengen als Vlaardingen en Schiedam waarvan minder invloed van de glastuinbouw te verwachten valt. Mogelijk worden deze ongunstige ratio s beïnvloed door andere industriële activiteiten. De CZV/P en BZV/P ratio in Maassluis en s Gravenzande zijn lager dan die van Vlaardingen, Hoek van Holland en Schiedam. Dit is in overeenstemming met de verwachting dat bij eerst genoemde twee gebieden meer glastuinbouw aangesloten is op de riolering. Tabel 2. Ratio s macroparameters relevant voor invloed glastuinbouw bij de Delflandse AWZI s (zie ook bijlage 1) Maassluis Vlaardingen Schiedam Hoek van s Gravenzande Harnaschpolder Houtrust Holland CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV Gemiddelde 2,8 2,6 2,7 2,6 2,5 2,3 2,1 CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N Gemiddelde 8,8 8,8 9,6 9,6 9,3 10,0 10,4 BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N Gemiddelde 3,2 3,8 3,7 3,7 3,7 4,3 5,0 CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P Gemiddelde BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P Gemiddelde Een trend, die de laatste jaren opvalt, is dat er een toename is van de CZV en BZV-vrachten bij de strengen s Gravenzande en Maassluis. De strengen afkomstig uit Vlaardingen en Hoek van Holland blijven relatief stabiel, terwijl de aanvoer afkomstig van de streng Schiedam afneemt. s Gravenzande en Maassluis zijn vooral de gebieden met glastuinbouw. De toename in de CZV (BZV) vracht duiden op een toename van de bevolkingsgroei. Dit zou kunnen betekenen dat de toename van de bevolking zou kunnen compenseren voor het effect van de aansluiting van de glastuinbouw op de riolering, die dus de afgelopen jaren moet hebben plaatsgevonden. Dit kan een verklaring zijn dat de verwachte effecten op de ratio s niet waargenomen worden bij s Gravenzande en Maassluis. Tabel 3. Mate van dunheid van het afvalwater van de AWZI Nieuwe Waterweg en De Groote Lucht ten opzichte van afvalwater van de Haagse Regio (gele kolom geeft % van Haagse regio aan van aanvoer streng links ervan).

45 Vlaardingen Haagse regio Hoek van Holland s Gravenzande schiedam Maassluis % HR % HR % HR % HR % HR CZV mg/l % % % % % BZV mg/l % % % % % NKj mg/l % 44 92% 39 81% 33 68% 36 74% P mg/l % 7 101% 7 105% 5 74% 7 97% Naast dat het afvalwater van de AWZI s Nieuwe Waterweg en De Groote Lucht een ongunstiger samenstelling heeft voor N en P-verwijdering dan het afvalwater van de Haagse Regio, zijn de afvalwaterstromen ook relatief dunner. Dit wil zeggen de concentraties van de meeste parameters zijn veelal lager dan die in het afvalwater dat behandeld wordt in de AWZI s van de Haagse regio (tabel 3). Dit betekent dat er relatief minder stikstof of fosfaat verwijderd moet worden om te voldoen aan de lozingseis betreffende de jaargemiddelde concentratie. 4. Kwaliteit van het effluent Figuur 3. Gemiddelde stikstofconcentratie in het effluent gedurende de jaren van de Nieuwe Waterweg Figuur 4. Gemiddelde fosfaatconcentratie in het effluent gedurende de jaren van de Nieuwe Waterweg Theoretisch is te verwachten dat de aansluiting van de glastuinbouw een direct negatief effect heeft op het stikstof- en fosfaatgehalte in het effluent. In de praktijk wordt echter verwacht dat vele externe en interne factoren hierop invloed hebben. Hierdoor kan over een betere of minder goede prestatie over een gegeven jaar geen duidelijke uitspraak gedaan worden. Bij externe factoren kan gedacht worden aan een nat of droog jaar, een jaar met een milde of strenge winter, een toename van de vuillast, etc.. Bij interne factoren kan gedacht worden aan onderhoud, waardoor het zuiveringsproces tijdelijk minder goed wordt. Vanwege

46 genoemde invloedfactoren, wordt in het onderzoeksplan voor het beoordelen van het zuiveringsresultaat in een gegeven jaar de term expert Judgement gebruikt. Ten aanzien van de prestaties van de Nieuwe Waterweg is in 2013 gemeld dat er werkzaamheden op deze AWZI geweest zijn. Dit betrof de ombouw van de na-indikker tot een mengtank/buffertank en het vervangen van de zeefbandpers door een ontwateringscentrifuge (brief DCMR 8 mei 2013 kenmerk , Afschrift RWS kenmerk , 9 mei 2013). Van deze werkzaamheden werden geen effecten verwacht op de effluentkwaliteit. Dit wil dus zeggen dat er geen overschrijdingen van de lozingseisen plaats zouden vinden. Ten aanzien van de gemiddelde P en N concentratie in het effluent van de AWZI Nieuwe Waterweg zijn deze in 2014 en 2015 iets lager dan Eind 2015 is aan de AWZI Nieuwe Waterweg gedurende een korte periode suikerwater gedoseerd om de P en N-verwijdering te verbeteren (toestemming RWS 26 november 2015, archiefnummer ). De lichte verbetering van de effluentkwaliteit zou hiervan een gevolg kunnen zijn. De periode waarover gedoseerd is, is te kort om hierover een duidelijke uitspraak te doen. Figuur 5. Gemiddelde stikstof concentratie in het effluent gedurende de jaren van De Groote Lucht Figuur 6. Gemiddelde fosfaat concentratie in het effluent gedurende de jaren van De Groote Lucht Wat betreft de prestaties van De Groote Lucht kan het jaar 2015 gekarakteriseerd worden als vergelijkbaar aan voorgaande jaren (zie figuren 5 en 6). Een en ander betekent dus dat ook hier geen duidelijk effect van de aansluiting van de glastuinbouw op de effluentkwaliteit waar te nemen is. Beide AWZI s worden gestuurd om de P en N-verwijdering op biologische wijze tot stand te brengen. Dus zonder de toevoeging van chemicaliën.

47 5. Nitraat metingen Na goedkeuring van het onderzoeksvoorstel door Rijkswaterstaat is in september 2012 gestart met de monitoring van NOx (nitraat/nitriet) in de influentstrengen van de AWZI s. Figuur 7. Nitraatconcentratie in het afvalwater afkomstig uit Vlaardingen, Maassluis, s Gravenzande, Schiedam en Hoek van Holland als voortschrijdend gemiddelde over 10 waarnemingen. In de eerdere rapportages werd geconcludeerd dat ook bij de strengen zonder veel glastuinbouw (Vlaardingen en Schiedam) het percentage nitraat aanmerkelijk is. In 2013 werd er geconstateerd dat bij alle communale aanvoerstrengen van de AWZI s in meer of mindere mate een significant verband tussen het debiet en de nitraatvracht. De lagere nitraatconcentratie bij lagere debieten werd verklaard door het optreden van denitrificatie in de persleidingen. Bij hoge debieten is hiervoor de verblijftijd van het rioolwater in de persleidingen te kort. Dit gaf aanleiding tot de hypothese dat alleen bij lagere debieten, er een effect van nitraat afkomstig uit de glastuinbouw is, wat betreft het effect van nitraat op bijvoorbeeld de CZV/Nkj verhouding. Uit het onderzoek van 2013 werd dit niet bevestigd. Naar het fenomeen van hogere nitraat concentraties bij hoge debieten, is in 2015 nog een keer gekeken. Met meer data beschikbaar, geldt dat vooral bij hogere debieten, doorgaans wat hogere nitraatvrachten geloosd worden. Een verband tussen iets hogere nitraatconcentraties bij hogere debieten is toch minder transparant dan op basis van de analyseresultaten tot 1 januari 2014 geconcludeerd werd. De vinding dat ook bij de strengen (Vlaardingen, Schiedam en Hoek van Holland) relatief veel nitraat aanwezig is, werd verder bevestigd met de resultaten uit 2015 (figuur 7). Deze hoeveelheid zou verklaard kunnen worden door bijvoorbeeld stikstofdecompositie uit de lucht of bemesting door deze gemeenten bij de groenvoorziening. Bij de gemeenten

48 s Gravenzande en Maassluis, gemeenten dus met een duidelijk aandeel van de glastuinbouw, is een hogere nitraatconcentratie in het afvalwater aanwezig. Wanneer gekeken wordt naar voortschrijdend gemiddelden over 10 waarnemingen, lijkt vooral bij s Gravenzande een geringe toename van het nitraatgehalte in de tijd op te treden. Om dit te bevestigen zal nitraat over een nog langere periode in het afvalwater gemonitord moet worden. Vooralsnog moet geconcludeerd worden dat er nog geen duidelijk effect van de glastuinbouw op de nitraatconcentratie in de gemeenten met veel glastuinbouw wordt waargenomen. Als het percentage nitraat van de totaal inkomende stikstofvracht (Nkj plus nitraat) in beschouwing genomen wordt, geeft dit geen toegevoegde waarde wat betreft het doen van een uitspraak over gemeenten met en zonder veel glastuinbouw (tabel 4). Een logische conclusie is dat meststoffen ook bestaan uit gereduceerde stikstofverbindingen, waardoor er geen relatie gevonden kan worden. Wel blijft het opmerkelijk dat het afvalwater uit gemeenten, waarbij men verondersteld dat er weinig glastuinbouw is, zo veel nitraat bevat. Tabel 4. Nitraat gehalte als percentage van de totale hoeveelheid stikstof (NKJ en NOx) in het rioolwater van de aanvoerstrengen van de AWZI s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg. Jaar Vlaardingen Hoek van Holland s Gravenzande Schiedam Maassluis % [nitraat/n % [nitraat/n % [nitraat/n % [nitraat/n % [nitraat/n tot] tot] tot] tot] tot] ,2 3,3 2,5 2,6 3, ,9 2,8 2,3 1,5 1, ,3 3,0 2,6 1,8 3, ,2 2,3 2,0 2,2 4,8 Gemiddelde 2,4 2,9 2,3 2,0 3,2 6. Conclusies De ratio s voor CZV/N en BZV/N in de communale strengen van de AWZI s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg geven geen aanwijzing dat de aansluiting van de glastuinbouwbedrijven daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Een mogelijke verklaring is de toename van het aantal verontreinigingseenheden (ve s) als gevolg van de bevolkingsgroei in het beheersgebied van vooral de gebieden met de meeste glastuinbouw ( s Gravenzande en Maassluis). In het afvalwater van de glastuinbouw zit nauwelijks CZV. Doordat mogelijk de groei van de bevolking als bron van CZV gelijke tred houdt met de aansluiting van de glastuinbouw, ontstaat er geen duidelijk effect van de glastuinbouw op de samenstelling van het inkomende communale rioolwater. Ten opzichte van de AWZI s uit de Haagse regio, hebben alle communale aanvoerstrengen van de AWZI s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg een ongunstige samenstelling voor biologische stikstof en fosfaatverwijdering en lijken dus minder huishoudelijk van aard te zijn. Hiernaast is het influent veelal dunner dan die van de Haagse regio. Echter wat betreft fosfaat is dit alleen bij Schiedam en Vlaardingen het geval (tabel 3). In het geval de geringere concentratie in het rioolwater stikstof betreft, hoeft er minder stikstof per volume eenheid verwijderd te worden om te voldoen aan de individuele lozingsnorm norm. Tot vorig jaar werden bestrijdingsmiddelen in het influent van s Gravenzande gemeten. Er waren indicaties dat het effect van de aansluiting van de glastuinbouw zichtbaar werd. Helaas zijn deze metingen in 2015 niet gecontinueerd. Op basis van het monitoren van nitraat kan voorzichtig gesteld worden dat vooral bij de strengen s Gravenzande en Maassluis er een effect waar te nemen is van de glastuinbouw. Als de stijgende trend zich doorzet, wordt er nog steeds glastuinbouw aangesloten. Stopt deze trend dan is de aansluiting van de glastuinbouw gerealiseerd en 2017 zullen cruciale jaren zijn. Er zal dan een aanvraag ingediend moeten worden voor een nieuw Maatwerk besluit. In deze voortgangsrapportage wordt onderzoek naar de pilot Zoetwaterfabriek aangekondigd. Dit onderzoek zal interfereren met het vast stellen van nieuwe lozingseisen. Dit, omdat de verbetering van kwaliteit van het effluent tijdens de proef niet representatief zal zijn voor de normale bedrijfsvoering.

49 Bijlage 3.1. Ratio s Delflandse AWZI s Tabel 1. CZV/BZV-verhouding Maasssluis Vlaardingen Hoek van s Schiedam Holland Gravenzande Jaar CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV CZV/BZV ,7 2,5 2,6 2,5 2, ,7 2,6 2,6 2,7 2, ,1 2,8 2,9 2,7 2, ,8 2,7 2,6 2,8 2, ,2 2,6 2,8 2,6 2, ,7 2,7 2,7 2,7 2, ,6 2,5 2,5 2,5 2,4 Gemiddelde 2,8 2,6 2,7 2,6 2,5 % 's Gravezande 110% 104% 105% 104% 100% Verwachting glastuinbouw s Gravenzande hoogste CZV/BZV Correspondentie verwachtingen ja 1) nee nee nee - 1) Van Maassluis wordt verwacht dat het trend glastuinbouw volgt. Dit geldt niet voor Vlaardingen en Schiedam Jaar Harnaschpolder Houtrust ,5 2, ,3 2, ,2 2, ,3 2,1 gemiddelde 2,3 2,1 % van 's Gravenzande 91,5% 82,3% Tabel 2. CZV/Nkj-verhouding Maasssluis Vlaardingen Schiedam Hoek van Holland s Gravenzande Jaar CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N CZV/N ,2 9,2 11,6 10,3 10, ,7 7,7 9,3 9,3 8, ,9 7,9 9,8 9,4 8, ,3 8,3 8,9 9,6 8, ,7 10,7 9,1 9,5 9, ,7 8,7 9,3 9,4 8, ,2 9,2 9,5 9,8 10,6 Gemiddelde 8,8 8,8 9,6 9,6 9,3 % 's Gravenzande 95% 95% 104% 103% 100% Verwachting glastuinbouw s Gravenzande laagste CZV/N Correspondentie verwachtingen Ja 1) nee ja ja - 1) Van Maassluis wordt verwacht dat het trend glastuinbouw volgt. Dit geldt niet voor Vlaardingen en Schiedam Jaar Harnaschpolder Houtrust ,0 10, ,3 10, ,1 10, ,6 10,8 gemiddelde 10,0 10,4 % van 's Gravenzande 107,5% 112,3%

50 Tabel 3. BZV/Nkj-verhouding Maasssluis Vlaardingen Schiedam Hoek van Holland s Gravenzande Jaar BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N BZV/N ,3 4,8 4,6 4,1 4, ,0 3,4 3,7 3,5 3, ,7 3,4 3,5 3,6 3, ,1 3,4 3,5 3,6 3, ,4 3,9 3,4 3,8 3, ,3 3,6 3,5 3,6 3, ,6 3,9 3,9 4,0 4,5 Gemiddelde 3,2 3,8 3,7 3,7 3,7 % 's Gravenzande 85% 101% 100% 100% 100% Verwachting glastuinbouw s Gravenzande laagste CZV/N Correspondentie verwachtingen Ja 1) nee ja nee - 1) Van Maassluis wordt verwacht dat het trend glastuinbouw volgt. Dit geldt niet voor Vlaardingen en Schiedam Harnaschpolder Houtrust ,1 4, ,0 4, ,5 5, ,6 5,2 gemiddelde 4,3 5,0 % van 's Gravenzande 114,8% 133,4% Tabel 4. CZV/Ptot-verhouding Maasssluis Vlaardingen Schiedam Hoek van Holland s Gravenzande Jaar CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P CZV/P Gemiddelde % 's Gravenzande 95% 118% 123% 123% 100% Verwachting glastuinbouw s Gravenzande laagste CZV/P Correspondentie verwachtingen Ja1) Ja Ja Ja - 1) Van Maassluis wordt verwacht dat het trend glastuinbouw volgt. Dit geldt niet voor Vlaardingen en Schiedam Jaar Harnaschpolder Houtrust gemiddelde % van 's Gravenzande 135,3% 149,3%

51 Tabel 5. BZV/Ptot-verhouding Maasssluis Vlaardingen Schiedam Hoek van Holland s Gravenzande Jaar BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P BZV/P Gemiddelde % 's Gravenzande 87% 115% 118% 120% 100% Verwachting glastuinbouw s Gravenzande laagste BZV/P Correspondentie verwachtingen Ja1) Ja Ja Ja - 1) Van Maassluis wordt verwacht dat het trend glastuinbouw volgt. Dit geldt niet voor Vlaardingen en Schiedam Jaar Harnaschpolder Houtrust gemiddelde % van 's Gravenzande 144,9% 177,8%

52 Bijlage 4. Stikstof- en fosfaat verwijdering (Delfland breed)

53 2015 Harnaschpolder Houtrust Regio Noord De Groote Lucht Nieuwe Waterweg Regio Zuid Delfland breed Stikstofverwijderingsrendement (cumulatief gemiddelde) januari 74,8% 71,3% 74,0% 67,4% 70,7% 68,2% 72,7% februari 75,6% 73,8% 75,2% 64,2% 71,8% 66,1% 73,2% maart 83,4% 74,2% 81,2% 63,8% 72,6% 66,2% 78,0% april 79,9% 75,3% 78,8% 64,9% 75,4% 67,7% 76,5% mei 81,7% 76,6% 80,5% 66,6% 78,6% 69,9% 78,3% juni 83,4% 77,3% 82,0% 68,5% 79,9% 71,7% 79,8% juli 84,1% 78,4% 82,7% 69,4% 80,6% 72,6% 80,6% augustus 84,1% 78,5% 82,7% 69,9% 80,5% 72,9% 80,7% september 84,0% 78,2% 82,6% 70,1% 78,8% 72,6% 80,5% oktober 84,1% 78,7% 82,8% 70,3% 80,4% 73,2% 80,8% november 83,7% 78,4% 82,4% 70,2% 80,6% 73,1% 80,4% december 83,5% 78,5% 82,2% 70,4% 80,9% 73,4% 80,4% 82,2% 73,4% 80,4%

22/04/ :21:10 Veolia Industrieparken BV

22/04/ :21:10 Veolia Industrieparken BV Elektronisch Milieuarverslag 2014 22/04/2016 17:21:10 Veolia Industrieparken BV Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Veolia Industrieparken BV Veolia Industrieparken

Nadere informatie

Maassluissedijk 175. Afvalwaterinzameling en -behandeling. dr. Klaas J. Appeldoorn. 2601DB Delft

Maassluissedijk 175. Afvalwaterinzameling en -behandeling. dr. Klaas J. Appeldoorn. 2601DB Delft Elektronisch Milieujaarverslag 2015 06/04/2016 11:17:17 AWZI De Groote Lucht (Hoogheemraadschap van Delfland) Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Vestigingsadres

Nadere informatie

11/04/2016 15:28:38 Boom + Verweij

11/04/2016 15:28:38 Boom + Verweij Elektronisch Milieujaarverslag 2015 11/04/2016 15:28:38 Boom + Verweij Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Drukkerij Verweij B.V. Boom + Verweij Vestigingsadres

Nadere informatie

Elektronisch Milieujaarverslag /09/ :51:04

Elektronisch Milieujaarverslag /09/ :51:04 lektronisch Milieujaarverslag 2015 19/09/2016 15:51:04 RWZI Harnaschpolder (Hoogheemraadschap van Delfland) Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Vestigingsadres

Nadere informatie

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen Elektronisch Milieujaarverslag 2014 31/03/2015 21:32:39 Hanzehogeschool Groningen Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Hanzehogeschool Groningen Naam inrichting Hanzehogeschool

Nadere informatie

Radboudumc & Radboud Universiteit Nijmegen

Radboudumc & Radboud Universiteit Nijmegen Elektronisch Milieujaarverslag 2013 25/06/2014 08:33:46 Radboudumc & Radboud Universiteit Nijmegen Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Stichting Katholieke Universiteit

Nadere informatie

15/04/ :59:49 Hanzehogeschool Groningen

15/04/ :59:49 Hanzehogeschool Groningen Elektronisch Milieujaarverslag 2012 15/04/2013 11:59:49 Hanzehogeschool Groningen Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Hanzehogeschool Groningen Naam inrichting Hanzehogeschool

Nadere informatie

31/03/ :02:30 Hanzehogeschool Groningen

31/03/ :02:30 Hanzehogeschool Groningen Elektronisch Milieujaarverslag 2013 31/03/2014 10:02:30 Hanzehogeschool Groningen Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Hanzehogeschool Groningen Vestigingsadres

Nadere informatie

Elektronisch milieujaarverslag 2012 Smilde Foods BV, Heerenveen

Elektronisch milieujaarverslag 2012 Smilde Foods BV, Heerenveen Van Heemstraweg 123e 6651 KH Druten Nederland Telefoon +31 (0)487 585810 E-mail info@energyconsulting.nl www.energyconsulting.nl KvK nr. 11054839 Druten, maart 2013 Elektronisch milieujaarverslag 2012

Nadere informatie

Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten. Kees Baas

Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten. Kees Baas Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten Kees Baas Inhoud: Korte uitleg enquête Trends nutriënten en afvalwaterdebiet Trends zware metalen Gat in de emissiebalans Knelpunt komende jaren

Nadere informatie

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering Afwegingen bij Afvalwaterzuivering Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu De uitgangspunten voor de bescherming van het milieu tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater zijn

Nadere informatie

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE

Nadere informatie

Milieujaarverslag 2015 Site Chemelot

Milieujaarverslag 2015 Site Chemelot CSP-6-685 27 juli 26 Milieujaarverslag 25 Site Chemelot Inhoudsopgave:. Milieujaarverslag (MJ) 25 CSP (Chemelot Site Permit B) 2. erklaring emissieverschillen 25 versus 24 3. Emissie Registratie Lucht

Nadere informatie

FrieslandCampina Lochem Meet- en registratietabel

FrieslandCampina Lochem Meet- en registratietabel In de volgende tabel is weergegeven hoe de waarden bij de verschillende emissies tot stand zijn gekomen. Inhoud Frequentie Registratievorm Verantwoordelijk 1a Klimaatverandering Ozonlaagaantasting NH 3

Nadere informatie

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP Definitieve wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Beschikkende op de aanvraag van Wematech Milieu Adviseurs B.V. namens Brabant Water

Nadere informatie

Milieujaarverslag (e-mjv)

Milieujaarverslag (e-mjv) Milieujaarverslag (e-mjv) Jaarlijkse (emissie)rapportage Inzicht in emissies via verplichte jaarlijkse emissierapportage Het Milieujaarverslag Met het e-mjv geeft Nederland invulling aan een groot aantal

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Gedoogbeschikking Nummer HAS2013_4258 Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Aanvraag Op 1 november 2013 heeft

Nadere informatie

AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater

AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater AWZI Schiphol Aërobe zuivering van industrieel afvalwater A 50-FL1230 50-V1200 50-XV1202 50-HV1217 50-HV1218 903.401-011 REGENERATION 903.401-009 1201 1202 0-PI 205 1202 WBA 1206 1206 50-XV1206 SBA CIRCULATION

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

Ingezonden stuk inzake Nedstaal per .

Ingezonden stuk inzake Nedstaal per  . Ingezonden stuk inzake Nedstaal per email. t.a.v. de Griffie gemeente Alblasserdam de Griffie van de Drechtraad de Griffie van de Provincie Zuid Holland Zuid Alblasserdam, 13 september 2013 Geachte, Het

Nadere informatie

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:

Nadere informatie

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering Inleiding Je poetst je tanden en spoelt je mond. Hup, doorspoelen! Vieze handen? Flink wat zeep en de kraan open: hup, ook maar doorspoelen! Elke dag spoel jij vele liters schoon drinkwater door de wastafel,

Nadere informatie

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk E-PRTR Verordening Per 1 januari 2007 in werking 65 bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2017

Publieksmilieujaarverslag 2017 Publieksmilieujaarverslag 2017 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

04/07/ :02:58 Nedstaal BV (Ruigenhil Vastgoed BV)

04/07/ :02:58 Nedstaal BV (Ruigenhil Vastgoed BV) Elektronisch Milieujaarverslag 2013 04/07/2014 14:02:58 Nedstaal BV (Ruigenhil Vastgoed BV) Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Vestigingsadres inrichting (geen

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2014

Publieksmilieujaarverslag 2014 Publieksmilieujaarverslag 2014 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Waternet, sector Afvalwater. Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen. Datum 27 februari Objectcode W-17.

Waternet, sector Afvalwater. Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen. Datum 27 februari Objectcode W-17. Waternet, sector Afvalwater Datum 27 februari 2017 Objectcode W-17.00465 Kenmerk 17.061650 Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen Inhoud Samenvatting 4 1 Besluit 5 2 Overwegingen 6

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECI..ASSIFICEERD beschikking 27 SEP. 2075 Nummer Onderwerp Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2013

Publieksmilieujaarverslag 2013 Publieksmilieujaarverslag 2013 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d

Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d.23-06-2017. We werden rond 14.00 uur verwelkomd door de heren Dick v.d.outenaar, die als spreker optrad, samen met Arjan Buitenhuis

Nadere informatie

Wijzigingen emissienormen

Wijzigingen emissienormen Inleiding Vlaremtrein Wijzigingen emissienormen Een overzicht door Brenda Mariën publicatie in BS: 7 januari 009 in werking op maart 009 wijzigingen Verschillende rubrieken Vergunningsvoorwaarden: o.a.

Nadere informatie

1. Vergunningssituatie

1. Vergunningssituatie Assen, 13 augustus 2010 Ons kenmerk DO/2010009757 Behandeld door mevrouw J.H. Blokzijl (0592) 36 58 46 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor DOC Kaas BA voor de inrichting aan Alteveerstraat

Nadere informatie

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning. Notitie Aan Van Onafhankelijk Papendrecht OZHZ Dossier Nedstaal Zaaknummer Kenmerk Datum 14 december 2016 Onderwerp Beantwoording vragen Z-16-313511 BEANTWOORDING VRAGEN EX ARTIKEL 40 REGLEMENT VAN ORDE

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD besch ï kki ng 08 JUNI 2075 Nummer Onderwerp Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495 In D&H: 16-07-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 03-09-2013 Telefoonnummer: (030) 6345726

Nadere informatie

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

Handleiding RWZI-rekentool v2015 en e-mjv voor Zuiveringbeheerders

Handleiding RWZI-rekentool v2015 en e-mjv voor Zuiveringbeheerders - i - Handleiding RWZI-rekentool v2015 en e-mjv voor Zuiveringbeheerders Opgesteld door: J. Baltussen, BACO-adviesbureau tel.: 0499-329444; e-mail: j.baltussen@baco.nl Status: definitief Versie: 25-02-2015

Nadere informatie

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l Tabel 1 van 2 Monsterreferenties monster-1 = uw monsterreferentie nr. 1 monster-2 = uw monsterreferentie nr. 2 monster-3 = uw monsterreferentie nr. 3 Opgegeven bemonsteringsdatum : Onbekend Onbekend Onbekend

Nadere informatie

Toetsing BREF Monitoring FrieslandCampina Lochem

Toetsing BREF Monitoring FrieslandCampina Lochem Notitie Concept Contactpersoon Danny Boshoven Datum 5 juni 2014 Kenmerk N001-1223846DBO-V01 Toetsing BREF Monitoring FrieslandCampina Lochem Toetsing aan BREF monitoring De BREF monitoring bevat geen hoofdstuk

Nadere informatie

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta; Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta; beschikkende op de aanvraag van Reijngoud Milieu B.V. namens RBC Beheer B.V., Markweg

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2016

Publieksmilieujaarverslag 2016 Publieksmilieujaarverslag 2016 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Bijlage I. Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

Bijlage I. Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden,

FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden, FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden, Ons kenmerk : 01066552 Afdeling : Omgevingsvergunningen en Toezicht Behandeld door : Uw kenmerk

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Productspecificatie AEC-bodemas, Verbrandingsassen en Slakken

Productspecificatie AEC-bodemas, Verbrandingsassen en Slakken Productspecificatie AEC-bodemas, Verbrandingsassen en Slakken AEC-bodemas is de as die resteert na verbranding in een roosteroven of wervelbedoven binnen een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak

Nadere informatie

Acceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf

Acceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf Bezoekadres Australiëhavenweg 21 1045 BA Amsterdam Postbus 58292 1040 HG Amsterdam Telefoon 020 587 6250 Fax 020 587 6270 wcs@afvalenergiebedrijf.nl www.afvalenergiebedrijf.nl Acceptatievoorwaarden Voor

Nadere informatie

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen. Definitiebepalingen

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen. Definitiebepalingen Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover

Nadere informatie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie Alles wat je zou moeten weten... feiten& weetjes zit het energiecentrale REC De REC maakt van uw afval duurzame energie Omrin is koploper in het scheiden van huishoudelijk afval. Ons doel? Zo veel mogelijk

Nadere informatie

Overzicht emissies e-mjv bedrijven Zuid-Holland (excl. Rijnmond) ( )

Overzicht emissies e-mjv bedrijven Zuid-Holland (excl. Rijnmond) ( ) Overzicht emissies e-mjv bedrijven Zuid-Holland (excl. Rijnmond) (2002-2015) Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bedrijven en emissies (2002-2015) 6 3 Verloop emissies Zuid-Holland (excl. Rijnmond) 8 4 Opgave per

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen Bijlage I bij de Verordening zuiveringsheffing Waterschap Vallei en Veluwe 2014 Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan

Nadere informatie

BIJLAGE I. VOORSCHRIFTEN VOOR METING, BEMONSTERING, ANALYSE EN BEREKENING

BIJLAGE I. VOORSCHRIFTEN VOOR METING, BEMONSTERING, ANALYSE EN BEREKENING BIJLAGE I. VOORSCHRIFTEN VOOR METING, BEMONSTERING, ANALYSE EN BEREKENING Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a. etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

De afvalwaterzuivering als energiefabriek De afvalwaterzuivering als energiefabriek Joop Colsen Energiebesparing op RWZI s anno 2010 www.colsen.nl info@colsen.nl Introductie (1) Afvalwaterzuivering levert energie op: Door vergisting van biomassa

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

CSP (1004) MilieuJaarVerslag 2013

CSP (1004) MilieuJaarVerslag 2013 CSP-14-683 (14) MilieuJaarVerslag 213 Elektronisch Milieujaarverslag 213 24/6/214 9:17:53 Chemelot Site Permit BV Algemene gegevens Algemene gegevens Naam moederbedrijf/concern Naam inrichting Vestigingsadres

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu beschikking 2 3 MAART 2015 Nummer Onderwerp Wijziging Watervetgunning van Shell Nederland Raffinaderij B.V. Dossiernummer 028.0957.A.wtw22693 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verordening zuiveringsheffing waterschap Vechtstromen 2014

Verordening zuiveringsheffing waterschap Vechtstromen 2014 Verordening zuiveringsheffing waterschap Vechtstromen 04 Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Begripsbepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a. etmaal: de

Nadere informatie

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg. Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Rozenburg, voor het lozen van totaal fosfor op de Nieuwe Waterweg. Zaaknummer RWSZ2016-00019680

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

1.7 Innovatie Afsluitend... 16

1.7 Innovatie Afsluitend... 16 Inhoudsopgave 1 Inleiding en kader... 1 1.1 Waterzuivering: verleden, heden en toekomst... 1 1.2 Wie is verantwoordelijk voor de afvalwaterzuivering?... 3 1.3 Financiën en functioneren... 5 1.4 Belanghebbenden...

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Folder Molybdeen in afvalwater en slib

Folder Molybdeen in afvalwater en slib Folder Molybdeen in afvalwater en slib w Kathleen Geertjes Kees Baas Stephan Verschuren Remco Kaashoek Cor Graveland CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2015

Publieksmilieujaarverslag 2015 Publieksmilieujaarverslag 2015 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet Ontwerpbeschikking FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen Veranderingsvergunning (nr. 14-02) op grond van de Waterwet FrieslandCampina Domo Beilen, veranderingsverg. nr. 14-02 Inhoud 1. Aanhef...

Nadere informatie

van het Besluit lozen buiten inrichtingen voor Team Terminal B.V. t.b.v. het lozen op het Scheur. Zaaknummer RWSZ

van het Besluit lozen buiten inrichtingen voor Team Terminal B.V. t.b.v. het lozen op het Scheur. Zaaknummer RWSZ Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1 van het Besluit lozen buiten inrichtingen voor Team Terminal B.V. t.b.v. het lozen op het Scheur. Zaaknummer RWSZ2017-00004765 Inhoudsopgave 1. Aanhef

Nadere informatie

2 3 FEB, 2075. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2 3 FEB, 2075. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking Nummer Onderwerp 2 3 FEB, 2075 Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid van het Besluit lozen buiten

Nadere informatie

Ambtshalve wijziging van de watervergunning van:

Ambtshalve wijziging van de watervergunning van: Watervergunning Onderwerp Ambtshalve wijziging van de watervergunning van: Tata Steel IJmuiden B.V. Bedrijfsonderdeel Oxystaalfabriek 2 (OSF2) Wenckebachstraat 1 1951 JZ Velsen-Noord Inhoudsopgave 1. Aanhef

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Mts. Bavar lozingsadres: Hopweg 46 Rutten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

Bijlage A., behorende bij paragraaf 3.3 van de Regeling bodemkwaliteit Maximale samenstellings- en emissiewaarden bouwstoffen Tabel 1. Maximale emissiewaarden anorganische parameters Parameter Vormgegeven

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Waterschap Zuiderzeeland lozingsadres: Lindelaan 20 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

De klimaatneutrale waterketen

De klimaatneutrale waterketen De klimaatneutrale waterketen Jos Frijns Lelystad, 13 februari 2009 Klimaatverandering: adaptatie ja, maar ook mitigatie Belang van mitigatie voor watersector Gevolgen worden vooral zichtbaar in de waterketen,

Nadere informatie

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering Heleen Pinkse Aanleiding Energiefabriek: Door toepassen van chemicaliën kan energiegebruik van de zuivering verminderen, maar..

Nadere informatie

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN 1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn

Nadere informatie

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2003 967 [2003/200311] 16 JANUARI 2003. Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de vervaardiging van kleurstoffen

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 27 mei 2015 Documentnummer : 2015016403 Case nr. : WV115.0282 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 15 april 2015 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge:

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: 14 september 2017 1 Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: Gericht op ontwatering van slib door hergebruik van cellulosevezel! 4 jarig onderzoeksproject (eind 10 september 2017) Uitgevoerd door 6 partijen

Nadere informatie

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook. Veelgestelde vragen en antwoorden: Op de site van Omrin worden de daggemiddelde emissiegegevens van de gemeten componenten in de schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale (REC) weergegeven. Naar

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Watervergunning. Inhoudsopgave

Watervergunning. Inhoudsopgave Watervergunning Datum: Veendam, 25 oktober 2018 Nummer: HAS2018_Z11430 Onderwerp: Coöperatie AVEBE U.A., locatie Ter Apelkanaal; wijziging van de vergunning op grond van de Waterwet voor het brengen van

Nadere informatie

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv In uitvoering van Art. 5.2.3bis.1.35. Vlarem II opgemaakt ten behoeve van de toezichthoudende overheid en OVAM. Werkingsjaar 2016 Verwerkingsinstallatie: Biostoom

Nadere informatie

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Pag. 1 van 11 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Bestaand beleid 3 3 Juridisch kader 3 3.1 Vergunningplicht 4 3.2 Doelmatige werking 4 4 Technische

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Handleiding. Afvalwaterzuivering. Uitleg Samenvatting Test jezelf

Handleiding. Afvalwaterzuivering. Uitleg Samenvatting Test jezelf Handleiding Voorbereiding Organiseer eventueel een excursie naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie in de directe omgeving. Deze excursie kan worden gepland voorafgaand aan de behandeling van dit Bloq,

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 MER-Evaluatie E.ON Energy from Waste Delfzijl BV Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 Inhoud Inleiding... 2 Aanleiding... 2 Omschrijving van de MER evaluatieprogramma... 2 MER Evaluatie... 3 Luchtemissies...

Nadere informatie

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT Werkstuk Techniek Rioolwaterzuiveringsinstallaties Bron foto: www.wve.nl Bron foto: www.wve.nl Werkstuk gemaakt door: Anoniem Samantha (op van eigen de verzoek) Maat Bert Bert van van Naamen Naamen Klas:

Nadere informatie