Niveau, zoutgehalte en stroming van het grondwater in de Grevelingendam
|
|
- Sylvia Smeets
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 M. C. DAANE EN R. PEELEN Niveau, zoutgehalte en stroming van het grondwater in de Grevelingendam Mededeling nr. 96 van het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek te Yerseke. Inleiding Bij de bestudering van de isohalienen in het open water van de G re velingen [] valt het op, dat van een invloed van zoet water sprake is bij het sluitgat van de Grevelingendam bij Oude Tonge. De verzoeting in de oppervlakte laag heeft op laagwater zijn verste uitbreiding naar het zuidwesten en is op hoogwater geheel naar het noord-oosten verdrongen en verschijnt vervolgens weer bij het verlopen van het getij in het Zuidwesten. Voor dit verschijnsel zijn twee mogelijke oorzaken aan te wijzen:. Kwel vanuit het Krammer naar de Gre velingen. 2. Polderuitslag van de gemalen bij Battenoord en Herkingen. Voor het optreden van kwel is het nodig, dat er een overdruk is van het Krammer ten opzichte van de Grevelingen. Om dit te onderkennen is een analyse van de waterbeweging onder invloed van het getij in het Krammer en de Grevelingen noodzakelijk. Mogelijk is er in het dijklichaam een voortplanting van de getijgolf te vervolgen. Daartoe zijn een vijftal waterstandsbuizen in de dijk aangebracht tot in het grondwater. Behalve de beweging van het grondwater is ook het chloride gehalte van belang voor het verzoetende effect van de eventuele kwel. Daartoe werden monsters uit de buizen getrokken en het open water bemonsterd. Het chloridegehalte van het water op grotere diepte werd bepaald met een geleidbaarheidsmeter en tenslotte werd de kwel bepaald met kwelmeters, waarbij twee soorten in het uittredende kwelwater op te merken zijn: water afkomstig van neerslag uit het dijklichaam en kwel onder de dijk door. Tenslotte kan het volume van de kwel en het zoutgehalte berekend worden. Uit de capaciteit van de gemalen bij Battenoord en Herkingen, het aantal uren dat deze in werking zijn en het zoutgehalte van het uitgeslagen polderwater kan berekend worden welke invloed de uitslag heeft op het zoutgehalte van de Grevelingen ter plaatse. Deze invloed kan kwantitatief vergeleken worden met de invloed van de kwel, wanneer de oppervlakte-inhoud relatie bekend is van de hoek van de Grevelingen, waarin de chloride daling optreedt. Bovendien bestaat de mogelijkheid aan de samenstelling van het plankton gegevens te ontlenen omtrent de herkomst van het verzoetende water. grondwater in de dam zijn gegevens omtrent de constructie onmisbaar. De dijklengte van de Grevelingendam bedraagt 5,6 km tussen de plaatsen Bruinisse op het eiland Duiveland en Oude Tonge op Overflakkee (afb. ). Het grootste gedeelte van de dam is aangelegd op de plaat van Oude Tonge welke bij laagwater droogvalt. In het sluitgat bij Bruinisse werd een scheepvaartsluis gebouwd en het sluitgat bij Oude Tonge werd, als eerste in de reeks sluitingen in ZW Nederland in het kader van het Deltaplan, verricht met een kabelbaan. Aan deze baan zweefden gondels, waaraan een net gemonteerd was. De stortsteen in het net werd op de daarvoor bestemde plaats afgeworpen [2]. Na de sluiting met stenen boven hoogwater werd de dijk afgewerkt met zand uit de onmiddellijke omgeving van het Krammer en de bocht van St. Jacob (Grevelingen). Aangenomen mag worden, dat het water waarmee het zand voor de dam werd getransporteerd, een chloridegehalte bezat overeenkomstig dat van de Grevelingen en het Krammer bij de toen heersende rivierafvoer. Deze afvoer varieerde in de periode van december 964 tot april 965 toen het laatste damvak werd aangelegd, van Y^ tot 2 maal de normale afvoer. Het chloridegehalte varieert dan van respectievelijk 6-9 %o Cl'. Dit kan afgeleid worden uit de dagelijkse chloridewaarnemingen bij hoog- en laagwater verricht bij Zijpe. Het wegentracée vormt met het recreatieterrein, dat lager is gelegen, een halve maan bij het sluitgat [3]. Besloten werd een transect voor waterstandsmetingen te kiezen, loodrecht op de wegen in het breedste gedeelte van de halve maan; transect P-Q. Op de volgende plaatsen werden waterstandsbuizen geplaatst: Midden-Pilon, A. op 3 m + NAP; halverwege het recreatieterrein, B. op 3,25 m + NAP; aan de voet van de dijk, C. op 3,50 m + NAP; tussen de twee hoofdwegen, D. op 6,58 m + NAP; in het talud boven de dijksbescherming, E. op 4 m + NAP. De grondwaterstandsbuizen van " werden met een draaigrondboor zover mogelijk in het grondwater aangebracht. Even boven het grondwater was het zand bijzonder hard, de waterhoudende laag was aanmerkelijk weker. De afstand tussen het eerste en laatste monsterpunt bedroeg 45 m. De grondwaterstanden werden om het uur op de cm nauwkeurig opgenomen gedurende een gehele getijcyclus van Afb. - Situatie van de Grevelingendam gelegen tussen de Grevelingen en het Krammer, met de isohaline van 5 /oo Cl' in de Grevelingen en die van 0 /oo in het Krammer, beide gemeten op laag water bij gemiddelde rivierafvoer. Situatie Voor de kennis van de beweging van het H 2 0 (4) 97, nr
2 TRANSECT P-O GREVEUNGENDAM Afb. 2 - Dwarsdoorsnede van de Grevelingendam ter hoogte van het transect P-Q met de bemonsteringspunten waar de waterstandsbuizen werden geplaatst. Het wegdek van de verschillende wegen werd aangegeven. minstens 2 uur 25 min. met een peilklokje. Monsters voor bepaling van het chloridegehalte werden zowel met een slangenpompje uit de buizen genomen als uit het open water van de Grevelingen en het Krammer. De bepalingen werden op het laboratorium verricht volgens de Mohrse titratie. De getijbeweging in het buitenwater van de Grevelingen (west) en het Krammer (oost) werd waargenomen in het sluizencomplex bij Bruinisse met behulp van de aldaar opgestelde elektrische getijmeters. Getijmetingen Op 23 januari 968 werd de eerste meting gedurende een vol getijde verricht. Het was toen dood tij. De Grevelingen loopt in de ebfase uur voor op het Krammer. In de vloedfase blijft de Grevelingen voorlopen op het Krammer tot 2 uur na rijzend water. Tot % uur daarna blijft de Grevelingen achter en daarna bewegen zij zich praktisch gelijk tot even voor hoogwater. Zodoende is het peil van het Krammer gedurende 5 uur ca. 50 cm hoger dan dat van de Grevelingen en gedurende 2 uur 30 cm lager. Met de planimeter werd uit de grafiek bepaald hoeveel cm verschil gedurende het hele getij te constateren was. Bij deze meting was het Krammer 5,5 cm hoger dan de Grevelingen. In tabel I is deze waarde onder overdruk" naast die van de andere data opgenomen. De gepeilde diepten in de grondwaterstandsbuizen hadden het volgende verloop: A vertoonde zijn laagste stand Yi uur voor hoogwater op de Grevelingen en zijn hoogste stand 3 uur na hoogwater op de Grevelingen, zodat de vloedfase 334 uur in de buis duurt en de ebfase 9 uur. Het merkwaardige is dat de buizen B en C in het recreatieterrein en aan de voet van de dijk in fase ongeveer gelijk waren aan A. terwijl de afstand, elk 40 m bedraagt en van A tot het open water 0 m. De buis D, gelegen tussen de wegen, heeft een meer constant karakter. Tenslotte vertoonde de buis E een beweging meer synchroon met het getijde op het Krammer. Hoogwater is Yi uur later in de buis dan in het Krammer en laagwater valt 3 uur later in de buis dan in het Krammer. Op latere data werden opnieuw metingen verricht. Het geheel is weergegeven in tabel I. Uit de blijkt dat buis A onder invloed staat van doodtij of springtij op de Grevelingen. Deze invloed is veel minder in de buizen B en C. In de buis D is weinig variatie en de grondwaterstand is de hoogste in het terrein van alle buizen. De van buis E is vrij constant bij spring- of doodtij op het Krammer. De grondwaterstand is lager dan van buis D. De s van de buizen zijn weergegeven in het geharceerde gedeelte van afb. 4. Chloridegehalte van het grondwater Gelijktijdig aan de waarnemingsreeks van de grondwaterstanden werd grondwater en open water om het uur bemonsterd en het chloridegehalte bepaald (tabel II). In het algemeen is het chloridegehalte van buis A iets lager dan van Grevelingen. Het chloridegehalte van buis B varieert van 2,78 tot 4,57 %o Cl' en is dus brak. Het zoete gedeelte van het grondwater is te vinden bij de buizen C en D op een enkele bepaling na, terwijl buis E duidelijk zoeter is dan buis B en ook zoeter dan het Krammer. Door zijn lage ligging kan het recreatieterrein bij hoge waterstanden op de Grevelingen voor enige tijd onder water komen te staan. Incidenteel kan dit aanleiding geven tot verzouting van het bodemwater, zoals op 9-0-'70 is gemeten: Grevelingen 5,28 %o Cl', buis A 4,89 0/oo Cl', buis B ll,64 0/oo Cl', buis C 3,09 0/ 00 Cl', buis D 0,0 0/oo Cl', buis E 0,00/oo Cl' en het Krammer 4,83 o/ 00 Cl'. Teneinde een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in de zoutverdeling van het grondwater, dieper dan het freatische vlak, werden op 20 en een serie geoelektrische metingen verricht met het apparaat Geohm" en een 26 aderige kabel met even zoveel pennen met aansluitingen. Dit apparaat werd welwillend TABEL I - Peilstanden metingen Grevelingendam in cm t.o.v. NAP Datum Grev. A B C D Krammer overdruk tij 23-l-'68,28 +,75 3,03 0,47 + 0,2 + 0,26 0,32 + 0,8 + 0,4 0,62 + 0,42 + 0,20,38 +,27 + 0, 0,30 + 0,8 0,48,27 +,75 3,02 5,5 cm Kr. + doodtij l-2-'68,94 2,2 + 4,5 0,37 + 2,35 +,98 0,29 + 0,48 + 0,9 0,52 + 0,76 + 0,24,26 +,30 + 0,04 0, 0,36 + 0,47,9 2,03 + 3,94 6,2 cm Kr. + springtij 23-2-'68 0,76 3,05 + 3,8 0,22 +, + 0,89 0,3 + 0,43 + 0,2 0,55 + 0,78 + 0,23,27 +,29 + 0,02 0,4 0,44 + 0,58 0,93 2,80 + 3,73 6,9 cm Grev. + springtij 23-3-' ' '69 2,06 +,32 3,38 0,9 + 0,44 + 0,47 0,55 + 0,40 + 0,5 0,95 + 0,6 + 0,34,3 +,0 + 0,2 0,50 + 0,04 + 0,46 2,7 +,54 3,7 20,6 cm Kr. + doodtij 6,4 cm Kr. + springtij 5,3 cm Kr. + springtij 378 H 2 0 (4) 97, nr. 7
3 TABEL II - Variatie in het chloridegehalte in /oo van open- en grondwater Datum Grcve ingen A 3 C D E Krammer 23- l-'68-2-' ' '69 2, ,86 5, ,52 8,53-2, ,80 4,50-5, ,64 3,82-4,26 3,8-4,57 3,58-4,52 2,78-3,4 0,08 0,55 0,06-0,2 0,09-0,64 0,09-0,8 0. 0,6 0,32 0,8 0, ,22 0,69 0,59, ,53 2,90,87 0,40 0,98-4,34 5,70-7,47 6,3-6,54 4,05-4,70 ter beschikking gesteld door de Landbouwhogeschool te Wageningen. Van belang is bij deze metingen, dat het pakket waarin gemeten wordt homogeen is en de poriën tussen de bodemdeeltjes verzadigd zijn met vocht of met grondwater zijn gevuld. Het dijklichaam is van opbouw vrij homogeen. Uit de boringen voor de grondwaterstandsbuizen werd zand verkregen. Aan de kanten van de dijk werd zand gevonden van 240 fi korrelgrootte en in het midden /i. Het hele dijklichaam is afgedekt met een laag klei, waarop een grasmat groeit, waardoor het zandpakket vochtig blijft, zodat aan de gestelde voorwaarden voor een geoelektrische meting is voldaan. Gemeten werd tot 5 m. M. Bij de monsterneming zijn verschillende chloridegehalten bepaald, die gecorreleerd kunnen worden met een bepaalde geleidbaarheid berekend volgens de methode van Barnes [4]. Het is mogelijk een ijklijn op te stellen van het chloridegehalte tegen de geleidbaarheid en hieruit het chloridegehalte van de verschillende niveaus af te leiden. Er is van uitgegaan dat de ondergrond dieper dan het dijklichaam ook homogeen is. In het transect gelegen in het sluitgat komen diepten voor tot 4 m NAP, zodat hier het zandpakket homogeen moet zijn. Anders is het bij het stuk van de dijk over de plaat van Oude Tonge. Evenwel is er eeuwenlang een open verbinding tussen Duiveland (Bruinisse) en Overflakkee (Oude Tonge) geweest, zodat de ondergrond mogelijk ook uit zand met dezelfde korrelgrootte als het dijklichaam zal bestaan [5]. Uit de resultaten van de metingen blijkt, dat zich in de 5 jaar na de sluiting een zoetwaterlens gevormd heeft onder het hoogste gedeelte van het dijklichaam. De verzoeting heeft zich uitgebreid tot het diepere grondwater. Zoals eerder gesteld is, was het chloridegehalte van het perswater voor het zand 9-6 %o Cl', zodat alles lager dan 9 %o Cl' door vermenging met regenwater gevormd moet zijn. Uit het profiel is tevens af te leiden dat het kwelwater door de dam in de Grevelingen 0 %o Cl' of meer moet bedragen. Voor het totale beeld van de kwel is het van belang te weten of de rest van de dam ongeveer dezelfde chlorideverdeling te zien geeft als in het transect P-Q. Daartoe werden nog 5 metingen met de Geohm" verricht in de lengterichting van de dam (afb. 5), nabij de betonnen haspel van de Kabelbaan Blok", nabij het transect P-Q tussen de wegen TW", nabij het Restaurant op de Grevelingendam Rest", midden op de plaat van Oude Tonge Slikken" en bij het haventje van Bruinisse voor de sluis Hav. Bru." afb. 5. Deze afb. toont een vrij homogeen verlopende serie isohalienen, terwijl bij het Restaurant plaatselijk een wat grotere verzoeting is opgetreden. Hier heeft ook de dam het grootste oppervlak op 6,50 m + NAP. Het hogere chloridegehalte, vlak onder de oppervlakte bij het Blok en de Haven van Bruinisse, kan misschien veroorzaakt zijn door het gebruik van wegenzout tegen de gladheid. Tijdens het opspuiten van de dam over de plaat van Oude Tonge van zijn ook wisselende zoutgehalten in het transportwater van het zand voorgekomen. Hoe lang dit transportwater van het zand in een dijklichaam kan blijven, blijkt uit waarnemingen van de dam bij de schutsluis in het Haringvliet, waar het ongeveer 3 maanden duurde eer al het transportwater uitgetreden was [6]. Hoewel voor de dam geen exacte zoetwaterbalans gegeven kan worden, is de volgende benaderingswijze mogelijk. De neerslag hoeveelheid over een langjarig gemiddelde is voor dit gebied (Vlissingen) ongeveer 700 mm per jaar. De verdamping kan worden afgeleid uit de waarden van de Penman formule met een correctie factor voor een grasmat gemiddeld over de maanden berekend. Dit is 567 mm per jaar. Aan neerslag blijf derhalve over 33 mm per jaar. Het porievolume voor de zandkorrels wordt benaderd als een gemiddelde tussen de bol stapeling en de dichte bol stapeling, met als uitkomst 35 %. Hieruit volgt dat het jaarlijkse neerslag overschot in het zandpakket een ruimte inneemt van ca. 38 cm per jaar. De dam is nu 5 jaar dicht, zodat ongeveer 90 cm zoetwater in het dijklichaam gevonden kan worden, aangenomen dat er in het centrum geen afvoer van zoet water vanuit het dijklichaam optreedt. Dit komt dichtbij de 200 cm als benadering van de gevonden maat in het centrum van het dijklichaam. Evenwel aan de kanten, waar duidelijk getij-invloed merkbaar is, ontbreekt een zoete waterlaag. Het water wordt brak en wordt afgevoerd in de richting van het open water. Kwelmetingen Onder normale omstandigheden van getij en wind is er steeds een overdruk te constateren van het Krammer naar de Grevelingen. Toen het Volkerak nog niet afgesloten was, was in het algemeen het chloridegehalte van het water in het Krammer lager dan in de Grevelingen [], zodat aan de voorwaarden voor het optreden van een verzoetende kwel voldaan zijn. De planimetrisch bepaalde Afb. 3 - Niveau's van het getij op van het open water (3A) en grondwater (3B) gedurende de hele getijcyclus ie METING GREVELINGEN e METING GREVELINGEN KRAMMER GREVELINGEN < UUR H 2 0 (4) 97, nr
4 TABEL III Datum Aantal mm kwel per getij gerekend over het talud kwel 3-2-' ' '68 Grevelingen Grevelingen Rest. Grevelingen Transect Grevelingen Blok Grevelingen overdrukken zijn tijdens de waarnemingen vermeld in tabel I. Daarbij valt op, dat de kweldruk bij doodtij hoger is dan bij springtij. De laatste datum 28-4-'69 valt na de sluiting van het Volkerak. Teneinde de hoeveelheid kwelwater vast te stellen werden een aantal kwelmeters in het dijktalud geplaatst op laagwater en weer weggehaald bij het volgende of daaropvolgende laagwater. Door steeds te werken in dezelfde getijfase bij het inzetten en uithalen van de kwelmeters wordt de eventuele fout van de heen en weer bewegende watermassa ondervangen. De kwelmeters zijn beschreven door Van der Weerd [7]. Het resultaat was het volgende (tabel III). Uit het feit dat de meters aan beide zijden van het transect steeds meer water bevatten, dan waarvan bij het begin van de meting uit was gegaan, blijft dat kwelwater en uittredend water afkomstig van de neerslag in de kwelmeters terug te vinden is. Bij een gemiddelde overdruk tussen springtij en doodtij van 5 cm van het Krammer naar de Grevelingen, werd een kwel geconstateerd van 5, mm per tij. Over een etmaal gerekend, betekent dit 0,0 mm. Deze berekening is alleen uitgevoerd door het transect bij het Restaurant, waar de omstandigheden zo waren dat de meters goed geplaatst kunnen worden. De meters zijn ontworpen voor gebruik in poldersloten en hier worden ze toegepast voor open water, 2,7 mm Krammer 5,5 mm Krammer 0,0 mm Krammer 3,5 mm Krammer 3,6 mm Krammer 3,6 mm = 0,9 mm = 0,7 mm = 2,3 mm = 0,0 mm = 0,9 mm 4.6 mm 9,3 mm,2 mm 3,6 mm waarbij de stroming de instrumenten zou kunnen ontgronden. In de vermelde gevallen stonden de meters vast in het zand. Bij het Blok aan de Krammerzijde is een aanmerkelijke slib depositie, zodat daar de kwel aanzienlijk lager was. Bij de hoeveelheid kwel komt ook nog de gemiddelde afvloeiing van het regenwater verminderd met de verdamping. Deze kan sterk per dag en jaargetijde verschillen, waarbij een zoetwaterlens gevormd wordt in het hoogste dijkgedeelte, zoals eerder is aangetoond. Omdat het regenwater zoet is en door zijn geringere soortelijke gewicht drijft op het zoute kwelwater is het niet waarschijnlijk dat het regenwater over het hele talud kwelt, maar bij voorkeur op een strook bij de laagwaterlijn, juist in het niveau waar beneden de meters geplaatst werden. De hoeveelheid kwel afkomstig van regenwater is daarom bijzonder moeilijk te meten. Wel kan gesteld worden dat van de jaarlijkse neerslag van 700 mm in dit gebied, door de verdamping in de grasmat, maar 33 mm overblijft, zoals eerder is berekend. Daarvan blijft meer dan de helft in het dijklichaam, zoals blijkt uit de bolling van afb. 4, zodat maar ongeveer 25 mm per jaar naar elke kant kan afstromen. Behalve bij het recreatieterrein kan dit door zijn grotere oppervlakte niet veel gewicht in de schaal leggen. Stel dat over 3 m van het talud (dit is de gemiddelde diepte van de Grevelingen tussen Herkingen en Afb. 4 - Transversaal van de Grevelingendam bij het transect P-Q, grondwaterstandswisseüngen in het geharceerde gebied en isohalienen van het dijklichaam, geoeleclrisch en in watermonsters bepaald. GREVELINGEN NAP U M Grondwaterstands getij schommelingen de dam) kwel optreedt. De lengte van de dam bedraagt 5,6 km en bij een gemiddelde kwel van 0 mm per dag geeft dit 3 x 5600 x 0,0 = 68 m 3 per etmaal. Het zoutgehalte van de kwel kan afgeleid worden uit afb. 4. Deze bedraagt aan de Grevelingenkant 0-2 %o Cl'. De daling van het chloridegehalte op de Grevelingen was in de bovenste waterlaag op : 0,22 «/ 00 Cl', op : 0,27 o/ 00 Cl', op : 0,37 o/ 00 Cl' en op : 0,22 o/ 00 Cl' en tenslotte op : 0,32 %o Cl'. Uit deze waarneming blijkt het oppervlaktewater van de Grevelingen bij de Midden Pilon ongeveer 0,3 /oo Cl' per getij te dalen. Hoeveel water van een bepaald zoutgehalte dit zou moeten veroorzaken, kan berekend worden met de formule a x Ci + b x C2 = C3 (a + b), waarin a en b de volumina voorstellen en Ci, C2 en C3 respectievelijk de chloride concentraties van de oppervlakkige laag van de Grevelingen bij hoogwater, kwelwater en de oppervlakkige laag van de Grevelingen bij laag water. Worden de waarden voor deze formule ingevuld, dan is a x 5 %o + 68 x ll /oo = 4,70/oo (a + 68). Door berekening blijkt a = 200 m 3 te zijn. De kwel met een inhoud van 68 m 3 per etmaal van % 0 Cl' kan dus in 200 m 3 Grevelingenwater van 5 %o een daling veroorzaken van 0,3 %o Cl'. Polderuitslag Vergelijken wij hierbij de uitslag van de polders Battenoord en Herkingen, dan geven deze samen een volume alleen overdag van m 3 en over een etmaal gerekend van m 3. Het chloridegehalte van het polderwater is ongeveer 2%o Cl'. Wordt de daling van het chloridegehalte gemiddeld per getij op 0,3 /oo Cl' gesteld, zoals boven, dan kan weer de eerder genoemde formule gebruikt worden: a x 5 %o + b x 2 %o = 4,7 (a + b). Wanneer b een deel polderuitslag is dan is a 42,3 delen kustwater van 5 %o- Bij een polderuitslag van Battenoord en Herkingen samen wordt 93,6 x 0 3 x 42,3 = 3,9 x 0«m 3 kustwater met 0,3 %o Cl' per etmaal verzoet. De oppervlakte van de hoek van de Grevelingen tussen Herkingen en de Grevelingendam, waarin de chloridedaling optreedt, is op de HW keringen 058,2 HA, op NAP 900 HA en 460,7 HA op LLWS. De inhoud op NAP is 28,9 x 0«m3 en op LLWS 6,2 x 06 m 3. Het volume, waar de chloridegehalte daling plaats vindt is alleen dat van de oppervlakkige laag. Conclusie Uit het voorgaande blijkt, dat de kwel door de Grevelingendam 200 m 3 zoutwater 0,3 /oo Cl' per etmaal kan laten dalen in de Grevelingen en dat de polderuitslag het zoutgehalte van 3,9 x 0 6 m 3 water per etmaal even ver kan doen dalen. Hieruit kan geconcludeerd worden 380 H 2 0 (4) 97, nr. 7
5 dat de Grevelingendam in vergelijking met de polderuitslag, een geringe verzoetende invloed uitoefent maar ten opzichte van elders gemeten slootkwel in dezelfde orde van grootte blijkt te liggen [7]. Uit de geschetste verhoudingen van oppervlakte en inhoud kan berekend worden dat de daling plaats vindt ongeveer in de bovenste 45 cm. Vandaar dat de daling van het zoutgehalte op hoogwater niet meer te vinden is. Door het vloedwater wordt nieuw, zouter water aangevoerd, dat zich met het oppervlaktewater mengt. De polderuitslag is de belangrijkste bron voor de plaatselijke daling van het chloridegehalte in de bovenste waterlagen, ofschoon weer naar verhouding weinig polderuitslag op de G re velingen plaats vindt [8]. Mazure [9] vindt voor de dijken van de Wieringermeerpolder als kwel waarden van m 3 per m dijk per etmaal, hetgeen overeenkomt voor de dijk bij het Amsteldiep met 7 mm per etmaal per m 2 talud. Deze waarde komt in orde van grootte overeen met de door ons gevonden waarde van 0 mm per etmaal per m 2 talud. Quantitatieve plankton waarnemingen Maandelijks werden aan het oppervlak en nabij de bodem planktonmonsters genomen. Hierin werden alleen in het oppervlaktewater de volgende zoetwater organismen gevonden: 967: Ankistrodesmus falcatus, Pediastrum duplex (groenwieren), Fragillaria crotonensis (kiezelwier), Keratella cochlearis en K. quadrata (raderdieren). 968: Scenedesmus quadricauda, Staurastrum paradoxum (groenwieren), Asterionella formosa en Fragillaria crotonensis (kiezelwieren), Keratella cochlearis en K. quadrata (raderdieren). 969: Scenedesmus quadricauda, Crucigenia minima, Staurastrum paradoxum (groenwieren), Melosira granulata, M. varians, Asterionella formosa, Synedra tabulata, S. acus (kiezelwieren). 970: Asterionella formosa, Melosira granulata, Synedra acus (kiezelwieren) en Brachionus spec, (raderdier). Ook hieruit blijkt de herkomst van het zoete water. Het moet uit het open water van de polders afkomstig zijn, omdat daar deze organismen voorkomen. Kwelwater circuleert door de grond en de organismen kunnen door de nauwe poriën niet getransporteerd worden. Uit deze waarnemingen kan eveneens besloten worden dat het uitgeslagen polderwater zorgt voor de daling van het zoutgehalte in het gedeelte van de Grevelingen tussen Herkingen-Battenoord en de afsluitingsdam, en dat de afvloeiing van water uit de Grevelingendam nauwelijks tot deze daling bijdraagt, maar dat door deze stroming uit de dam op de taluds ervan misschien microecologische omstandigheden te vinden zijn, die interessant zijn voor flora en fauna. Onze dank gaat uit naar mevrouw G. L. J. Katsman-van Kruinigen voor 0 O.T. TT" SLOK TW REST.! 2 3 SLIKKEN 4 TÏ7" 5 HAY BRU GRONDW. STAND. 0.3 %o Cl Afb. S - Longitudinaal van de Grevelingendam. Isohalienen van grondwater in het dijklichaam. Literatuur 6 Km haar peilschaal waarnemingen van het open water, de hulp bij de chloridetitraties en het uitvoeren van de plankton tellingen. Ook aan vele andere assistenten dank voor de hulp bij de chloridetitraties, die vele honderden bedroegen. De medewerking van de Rijkswaterstaat, dienstkring Zierikzee, welke instantie toestemming verleende om het transect te mogen boren en van het sluispersoneel te Bruinisse voor de gastvrijheid om de elektrische peilschalen te mogen aflezen, werd zeer op prijs gesteld. De heer drs. J. Stofkoper leende ons welwillend het apparaat de Geohm, en voerde de geoelektrische berekeningen uit. Prof. dr. ir. B. Verhoeven, drs. J. J. de Vries en dr. K. F. Vaas lazen het manuscript en gaven waardevolle aanwijzingen. Samenvatting De verticale getijbeweging werd nagegaan in een transect van de Grevelingendam. De zoutgehalten van het grondwater werd titrimetrisch en geoelektrisch bepaald. Een vergelijking van de hoeveelheden kwelwater en uitgeslagen polderwater leert dat de daling van het zoutgehalte die nabij de dam werd waargenomen, nagenoeg geheel door het polderwater wordt veroorzaakt. Het voorkomen van zoetwater planktonsoorten afkomstig uit het open water van de polders, in het oppervlaktewater van de Grevelingen ter plaatse, bevestigt deze conclusie.. Peelen, R., 970. Changes in salinity in the Delta area of the rivers Rine and Meuse resulting from a construction of a number of enclosing dams. Neth. J. Sea Res. 5 (), Rijkswaterstaat, 960. Ontwerp voor de Grevelingendam. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 5, Rijkswaterstaat, 963. Tracé en dwarsprofiel Grevelingendam ter plaatse van de afsluiting van de noordelijke gaten. Driemaandelijks Bericht Deltawerken Schraaf, S. van der, 969. Handleiding voor het verrichten van geoelectrische metingen. Landbouwhogeschool afd. Cultuurtechniek. 5. Wilderom, M. H., 964. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken 2, 8 en Rijkswaterstaat, 96. De werken zuidwestelijk van de bouwput voor de schutsluis in het Haringvliet. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 9, Weerd, B. van der, 965. Apparatuur voor het meten van kwel. Cultuurtechnisch Tijdschrift 4, 6, Peelen, R., 970. Mogelijkheden ter voorkoming van eutrofiëring van het Zeeuwse Meer en het Grevelingenbekken, Rapport Rijkswaterstaat Deltadienst Mazure, J. P., 936. Kwel en chloorbezwaar in de Wieringermeer. Bijlage 0. Rapporten en Mededelingen betreffende de Zuiderzeewerken no. 5. H 2 0 (4) 97, nr. 7 38
d o o r M. C. D a a n e e n R. P e e l e n O v e r d r u k u it H 20, v i e r d e j a a r g a n g, n u m m e r 17, 19 a u g u s t u s 1971
S S f 3 - I N i v e a u, z o u t g e h a l t e e n s t r o m i n g v a n h e t g r o n d w a t e r i n d e G r e v e l i n g e n d a m d o o r M. C. D a a n e e n R. P e e l e n O v e r d r u k u it H
ZEEUWSE MEER. globale getij - hoogten. in verschillende. compartimenteringsmodellen. ;aat deltadienst ndenzoek. nota: 75-04
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Direutie Zeeland Nummer: Bibliotheek, Koestr. 30, tel: 0118-686362 postbus 5014,4330 KA Middelburg ZEEUWSE MEER globale getij -
Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde.
Casus 1: Scheur in kruin van de waterkering: Deze hoogwatergolf is zeven dagen geleden begonnen. Op dijkvak.. is op dag 5 een scheur in het wegdek van asfalt ontstaan met de volgende afmetingen: een lengte
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde.
Pagina 1 van 12 Casus 1: Scheur in kruin van de waterkering. We hebben te maken met een hoogwater situatie op de Rivier Deze hoogwatergolf is zeven dagen geleden begonnen. Op dijkvak.. is op dag 5 een
Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud
., Project Havens Terneuzen Overleg stabiliteitsprobleem Datum:. Tijd: Deelnemers: Archiefnummer: Opsteller verslag 22-03-2006 10.00 Ruud Bosters (DWW), Wilbur van Beijnen (PBZ), Harrie van Gils (PBZ),
-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee
-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee In deze aflevering zullen we eens gaan kijken hoe het getij zich voordoet op verschillende plaatsen. Om te beginnen beperken we ons tot de
Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen
Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen
Onderzoek naar de oorzaak van eep. Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke kade van de Schinkelpolder
Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke kade van de Schinkelpolder CENTRUM VOOR ONDERZOEK WATERKERINGEN Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke
Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam
MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons
Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water?
Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water? Kennisdag bodem en water Flevoland 4 februari 2019 Kristiaan Petie hydroloog Inhoud - Waar komt het zout vandaan? - Waar zit het zout nu? -
Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda
TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van
1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen
agendapunt 6 ENW-T-11-13 Aan: ENW-Techniek Van: H. van Hemert - STOWA Betreft: Waarnemingen Hoogwater2011 Datum: 11 maart 2011 Projectnummer: 474.020 Kenmerk: 20110xxx Situatie Naar aanleiding van enkele
grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?
grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager
Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming
NOTITIE Onderwerp Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming Project Grensmaas Opdrachtgever Projectbureau Consortium Grensmaas Projectcode HEEL14-29 Status Definitief Datum 18 mei 2016 Referentie
1 Kwel en geohydrologie
1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak
het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.
partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus
van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom
-..-.. -- - -. =?at +< J'N pttn RIdKSolt-';,ri:~l \/UC>R 08 Srnedinghuls. Leiystad van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde
Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016
Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.
Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160
Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar
Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013
Kenmerkende waarden Getijgebied 2011.0 Datum 22 juli 2013 Status Definitief Kenmerkende waarden 2011.0 Getijgebied Colofon Uitgegeven door RWS Centrale Informatievoorziening Informatie Servicedesk Data
Waterbouwkundig Laboratorium dorgerhout BiBUOTHEEX 4^71
Waterbouwkundig Laboratorium dorgerhout BiBUOTHEEX a ^JL^'U. L.r^ «V. -tw«^ Vergelijking van de tijden en hoogten van hoogwater en laagwater te Prosperpolder en te Antwerpen in functie van deraaanstandvoor
Hoe doorspoeling niet helpt en tijdens regenbuien de sloot zouter wordt...
Hoe doorspoeling niet helpt en tijdens regenbuien de sloot zouter wordt... Vier jaar onderzoek naar efficiënter zoetwaterbeheer Joost Delsman Deltares 17 juni 2015 Kennis voor Klimaat, zoetwatervoorziening
Documentnummer AMMD
MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de
Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk. rene.boeters@rws.nl
Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk rene.boeters@rws.nl Opzet presentatie > Ontstaansgeschiedenis Volkerak-Zoommeer Ro#erdam > Beheer via kunstwerken Nieuwe Maas > Wat speelt er Haringvliet Oude
Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen
Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012
KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.
KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM
Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer.
27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer 1 Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer Stromingsleer 27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer
o..cä"t}er~~e \...? ~-'J'\' e_
Ad Beaufort Hans van der Sande Simon Vereeke Gert Jan Wijkhuizen memo Bekledingskeuze Oostelijke Sloehavendam/Kaloot (dp 0 t/m dp 29) o..cä"t}er~~e \...? ~-'J'\' e_ Inleiding Het Projectbureau Zeeweringen
Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S
Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S-80.053 J.A. Bei jersbergen Juli 1980 Inhoud 1. Inleiding 2. Verkenni ng 3. Het uitgraven 4. Het opvullen - Blz. 1 1 1 3 Bij 1 agen 1. Situatieschets 2. Dwarsprof i el
The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.
The Freshmaker 1. Inleiding 2. Beschrijving van de maatregel 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen 4. Resultaten 1 1 Inleiding The Freshmaker Zoetwateroverschotten inzetbaar bij droogte
a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde
EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,
De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.
Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:
PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE
ONDERWERP Uitvoeringsplan slibmotor Kimstergat (0.11) DATUM 2-9-2016 PROJECTNUMMER C03041.001971 ONZE REFERENTIE 078928228 0.11 VAN Dr.ir. Bart Grasmeijer AAN Ecoshape KOPIE AAN Erik van Eekelen (Ecoshape),
MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM
Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,
BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN
BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:
5 Fase III: Granulaire analyses
5 Fase III: Granulaire analyses Op een selectie van de boringen zijn granulaire analyses uitgevoerd, meestal meerdere monsters per boring. Bij het bepalen van de korrelgrootteverdelingen is gebruik gemaakt
Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.
Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen
Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw
Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw Evaluatie/analyse tot 1-8-7 4 september 27 DLG-Zeeland Postbus 6 446 AA Goes tel: 113-237 blz 2 van 13 Inhoud 1 Aanleiding...5 2 Freatische buizen...5 2.1
Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos -
Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 2 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 3 Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer
NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08
NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 In samenwerking met de werkgroep Landbouw is in voorjaar 2006 het monitoringsplan opgesteld: "Monitoring grondwaterstanden in landbouw percelen, DLG, 1
- 2.1 - In het model M 600 werden de volgende oppervlakten van de Biesbos R 9 KS WAT ERSTAAT - DELTA DI EN ST
RLJKSWATERSTAAT - DELTADIENST WATERLOO PK UN DIGE AFDE LI NG MAAG GESTELD DOOR Ir. H.A. Perguaon JAN Do2tadiona0 IE ~acoxavmhage. PAGINA No 1 AANTAL PAGINA'S,$ AANTAL BULAGEN 2 NOTAN? w-701 AAN Is. E+
Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat
Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat Opgesteld door Martijn Westdorp van Sportvisserij Zuidwest Nederland Versie 2, 6 juni 2011 Woensdag 15 juni 2011 is Martijn Westdorp van Sportvisserij
Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)
MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015
Op basis van bovenstaande figuur zou de kwel circa 1 à 2 mm/dag bedragen bij een hoogwatergolf in de rivier die één keer per jaar voorkomt.
Kwel te Zuilichem Van waterschap Rivierland zijn kwelkaarten verkregen waarvan in deze bijlage enkele uitsneden zijn opgenomen. Figuur 10: Kwel bij T=1 hoogwatergolf Op basis van bovenstaande figuur zou
Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte
Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte
Doetinchem, 21 juli 2014
Doetinchem, 21 juli 2014 Deze notitie over het risico op verzakking van bebouwing als gevolg van de plannen is opgesteld in 2011. In de notitie wordt een verwachte grondwaterstandstijging in de bebouwde
Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling
Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de
Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit
Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit Kennisdag Grevelingen Volkerak-Zoommeer Arno Nolte 14 juni 2018 Vraagstelling 1. Wat zijn mogelijkheden om met inzet
Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.
Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen
Momenteel bevinden zich langs de Westerschelde de volgende stations: R R L L
IJKSWATESTAAT DIECTIE WATEHUISIIOUDINO EN WATEBEWEOTNO Dienst voor de Waterhuishouding Operationele Afdeling Meetnet Westerschelde. Momenteel bevinden zich langs de Westerschelde de volgende stations:
Gevolgen van beperkt getij op het Volker-Zoommeer voor de waterdiepten van daaromliggende jachthavens. Datum 16 november 2010 Status Definitief
3 Gevolgen van beperkt getij op het Volker-Zoommeer voor de waterdiepten van daaromliggende jachthavens Datum 16 november 1 Status Definitief Waterdiepte jachthavens Volkerak-Zoommeer 16 november 1 Colofon
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
N.V. Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen KIWA HET NEMEN VAN MONSTERS VOOR BIOLOGISCH ONDERZOEK VAN LEIDINGWATER
Serie NG ~ -{ N.V. Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen KIWA HET NEMEN VAN MONSTERS VOOR BIOLOGISCH ONDERZOEK VAN LEIDINGWATER MEDEDELING N r 1 VAN DE RAAD VAN BIJSTAND VAN DE SAMENWERKENDE WATERLEIDINGLABORATORIA
Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van
Memo Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex Van drs. D.H. Edelman Telefoon +31 (0)73 658 22 72 Fax +31 (0)73 658 22 99 E-mail dedelman@breijn.nl Bijlage(n) 1 Aan Dhr. M. van Vemden, Waternet
Achtergrondartikel grondwatermeetnetten
Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar
Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.
Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Medio 2015 heeft een graafmachine een grote kuil gegraven onderaan het talud op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan (zie onderstaande
Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003
Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003 Een bouwput tussen de Pr. Hendrikkade en de Tramstraat doorsneed het voormalige
Richtlijn versus maatwerkberekening
Memo DM 1063841 Aan: Peter Van Hoof [peter@vanhoof-watermanagement.nl] Van: HDSR Datum: 23 juni 2016 Onderwerp: Notitie maatwerkberekening Vierde Kwadrant Kockengen In deze memo heeft het waterschap een
HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING
HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING BASAL TOESLAGSTOFFEN BV 12 december 2013 077461453:0.1 - Definitief C01012.100037.0120 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Rivierwaterstanden... 5 2.1 Rivierwaterstanden
Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen
Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen Datum: 3 februari / 15 juli 2016 Opdrachtgever: Auteur: Pukkemuk Vaartweg 192a 5106 NG Dongen ir. S.A.H. Gloudemans Optifield
EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK
De Meern: 20-07-2016 Aangepast: 21-07-2016 Aangepast: 06-09-2016 Opdrachtnr.: 710241 Betreft: Project: EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel
wadkanovaren.nl pdf versie
wadkanovaren.nl pdf versie waterdiepten bepalen a.h.v. de kaartdiepten laatst bijgewerkt: 24 april 2011 Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van
hluzltl District Zuidwest ~ugustus 1978 Directie Waterhuishouding. cn Waterbcweying
APPENDX 1 ALGEHELE HERZENNG VAN DE SCHEMATSATE VAN DE WATEREN VAN HET NOORDE- LJK DELTABEKKEN hluzltl Notanummer 73.001.01 Directie Waterhuishouding. cn Waterbcweying District Zuidwest ~ugustus 1978 van
RIJKSWATERSTAAT DELTADIENST. Waterloopkundige Afdeling 1959
Rapport nr. 7 RIJKSWATERSTAAT DELTADIENST upri 1 Waterloopkundige Afdeling 1959 . - Titel Het onderctoek naar de toepasefng*mogelijrheden van een bodembescherming bestaande uit los materiaal zonder zinkstuk.
Verdeling van al het water op aarde
Water op Aarde Verdeling van al het water op aarde Gemiddeld genomen verdampt uit de oceanen meer water dan via neerslag terugkomt. Boven land is meer neerslag van verdamping. Het verschil stroomt via
wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten
pagina 1 van 8 wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van de op de waterkaart opgegeven waterdieptes
Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur
Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland
Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel
Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie
nieuw sturmvioeclvoorspellings systeem
P oy).c?.qo nieuw sturmvioeclvoorspellings systeem nadere afregeling van Vlissingen in CSM8 Ministerie van verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat MS Rijksinstituut voor Kust en Zee/R/KZ
Grondwaterstanden juni 2016
Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand
Werkgroep Deltagebied. Doorspoeling van zoute polderwaterleidingen ir. J.A. van 't Leven
g>u '(V^U.- UklGiCvlCniiniC INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NNolb4j,k31Uo NOTA nr.105 ad. 23november 1961 Werkgroep Deltagebied Doorspoeling van zoute polderwaterleidingen ir. J.A. van
Nauwkeurige dieptemetingen
Nauwkeurige dieptemetingen overwegingen & een methode drs. ir. Eric Weijters www.weijters.net Het inmeten van een wrakveld Een in onze Nederlandse wateren goed bruikbare methode om scheepswrakken in te
Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.
Rioleringsplan Plan Mölnbekke te Ootmarsum Projectnummer: 2653 Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Postbus 66 7630 AB Ootmarsum Status Concept Opgesteld door: Dhr. H.
Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens
Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten Inleiding Het doorspoelen van de grachten in Gouda, zoals dat tot in de jaren 50 gebruikelijk was, zal een kortstondig effect hebben op de waterstand en
Droogtemonitor. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 28 juli 2015 Nummer 2015-9
Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor 28 juli 2015 Nummer 2015-9 Droogte iets afgenomen na neerslag Door de recente neerslag in Nederland
IJsvossen Toets Groot/Zout, 28 november 2015, v10 Met dank aan Krister Valtonen en Johan Porsby voor inspiratie en foto s.
IJsvossen Toets Groot/Zout, 28 november 2015, v10 Met dank aan Krister Valtonen en Johan Porsby voor inspiratie en foto s. Vraag 1. Je staat met je groep in een archipelago aan de Oostkust in Zweden. Het
FRESHEM Zeeland FREsh Salt groundwater distribution by Helicopter ElectroMagnetic survey in the Province of Zeeland
FRESHEM Zeeland FREsh Salt groundwater distribution by Helicopter ElectroMagnetic survey in the Province of Zeeland Deltares: Esther van Baaren, Joost Delsman, Marios Karaoulis, Pieter Pauw, Tommer Vermaas,
Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1
Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform
Registratie van boringen.
Werkgroep Z-coördinaat. Registratie van boringen. Door: werkgroep Z-coördinaat Datum: 20 oktober 2016. Versie: 1.1. blad : 1 (9) 1 Inleiding. In dit document wordt beschreven hoe de loop van, als bijvoorbeeld,
Rioleringsplan Zuiderhoeven
Rioleringsplan Zuiderhoeven AM Sweco Nederland B.V. Alkmaar, 6 juli 2016 Verantwoording Titel : Rioleringsplan Zuiderhoeven Subtitel : Projectnummer : 348902 Referentienummer : Revisie : Datum : 6 juli
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer
RIJKSUNIVERSITEIT GENT
LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG VAN DE BORINGEN UITGEVOERD TER PLAATSE VAN DE AFGEBRANDE MAGAZIJNEN WILMARSDONK 111 - NOORDERLAAN TE ANTWERPEN.Ai?.. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT
5. Bovenlaag verdwenen, 2. Dijk van de polder Schouwen, 3. Suzanna-inlaag,
CO-582 5. Film 13 foto 9 Schouwen Duiveland, Hoofdwaterkering van de polder Datums 30-6-1953 Schouwen; gedeelte voor de Suzanna-inlaag. (Dijkvak J>6) 1. Oosterschelde, 5. Bovenlaag verdwenen, 2. Dijk van
FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR
FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 2. BESCHRIJVING PROEFOPZET... 4 3. BESCHRIJVING MONSTERS...
Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult
Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach
Memo. Op basis van de bij de sondering aangetroffen grondslag is de maatgevende grondopbouw gekozen en weergegeven in onderstaande tabel.
Memo nummer 201210297096.22-01 datum 29 oktober 2012 aan Bas Hoorn Oranjewoud van Pieter Erenstein Oranjewoud kopie Erik Kwast Oranjewoud project Prov NH, zettingsberekening N23 projectnummer 0 betreft
Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt
Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar
Veenbodem en Wellen: ervaringen in Groot Mijdrecht. Willem Jan Zaadnoordijk Jouke Velstra Toine Vergroesen
Veenbodem en Wellen: ervaringen in Groot Mijdrecht Willem Jan Zaadnoordijk Jouke Velstra Toine Vergroesen Introductie Diverse veenpolders hebben een zeer diepe maaiveldsligging, zoals Polder Groot Mijdrecht
Open en gesloten WKO systemen. Open systemen
Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen
Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal
Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Samenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Bodemvocht regime en evapotranspiratie aan de rand van de Botswaanse Kalahari, in het bijzonder met betrekking tot diep wortelende vegetatie Het grootste deel van de Botswaanse
BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM
Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen HVO 09 tijdvak donderdag 9 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer