3: d la is. Vonnis. hwaw&cdl&oq AFSCHRift. Rechtbank van eerste aanleg. sectie correctioneel. Limburg, afdeling Hasselt, / 2017.

Transcriptie

1 hwaw&cdl&oq AFSCHRift 3: d la is p. 1 Griffienummer / 2017 Repertoriumnummer 2017/ Ai'L Datum van uitspraak 31 januari 2017 Notitienummer parket HA66.L ! Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel. Vonnis 13 kamer Aangeboden registratie op Nlet te reglstrertn

2 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO O. p. 2 INZAKE HETOPENBAAR MINISTERS BEKLAAGDEN UO x. zonder beroep, geboren te op '', wonendete Belg. 'Riemst,... Mr. Z. MISKOViC, advocaat te 3600 Genk, Residentie Brethof, Collegelaan 14/3. W\ kantoorbediende, geboren te lop ', wonende te Belgische. 1 Peer, r Mr. Z. MISKOVIC, advocaat te 3600 Genk, Residentie Brethof, Collegelaan 14/5. TENLASTELEGGINGEN Verdacht van: Te! A. Als (mede)eigenaar(s) die de opstelling van een vaste of verplaatsbare inrichting heeft toegestaan of gedoogd en die tot de werken opdracht heeft gegeven 1. Meermaals, op niet nader te bepalen data tussen 1 februari 2012 en 13 april 2012 Op het onroerend goed gelegen te gekadastreerd of geweest zijnde eigendomvani en 1 ingevolge akte van aankoop dd. 4 maart 11 verleden voor notaris met standplaats te I een afsluiting en toegangspoort te hebben gezet, alsmede een betonnen verharding van ca. 39 meter op ca. 4 meter te hebben geplaatst of laten plaatsen met daarop een constructie

3 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling HiSSeit - HA66.L HERMANS F. & FRANCO 0. p. 3 metsandwichpanelen en een lessenaarsdak met binnenin 19 kooien, een constructie te hebben geplaatst of laten plaatsen van ca. 7 meter op 3 meter fungerend als opslagplaats en een geu! van ca. 10 meter te hebben gegraven zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen. 2. Op niet nader te bepalen datum tussen 11 april 2012 en 20 September 2012 Het bevel tot staken doorbroken te hebben met name door bijkomende hokken te monteren en 32 zonnepanelen te plaatsen. 3. Op niet nader te bepalen datum tussen 06 januari 2014 en 06 maart 2014 Het bevel tot staken doorbroken te hebben met name door de 32 zonnepanelen te plaatsen op het dak van de wederrechtelijke constructie. Teneinde na toepassing van de strafwet, op vordering van de stedenbouwkundige inspecteur of het college van burgemeester en schepenen, de feiten thans strafbaar gesteld zijnde overeenkomstig de artikelen en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, - de plaats te herstellen in de vorige toestand, namelijk; - de constructie met funderingen op het betonnen dak met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen HEROMSCHRIJVING - de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen. - het verwijderen van de zonnepanelen - het herstellen van de gegraven geul met een lengte van ongeveer 10m en het verwijderen van de elektriciteitskabel in de geul - het afbreken en verwijderen van de opslagplaats met een oppervlakte van ca.7 meter op ca. 3 meter en een hoogte van ca. 2,5 meter - het verwijderen van allerhande materialen op het terrein en over te gaan tot veroordeling tot een dwangsom van 125 euro per dag bij niet-uitvoering van het vonnis binnen de gestelde termijn. Overgeschreven op het 1 hypotheekkantoorte Hasseltop , nr. 070-T-06/01/ en ambtshalve ingeschreven. Ontvangen : 54,20 euro. De Bewaarder (get.) I. Verhoeven.

4 Rechtbank van eerste aanleg Limburg-afdeling Hasselt HA66.L HERMANS F. & FRANCO 0. p- 4 Overgeschreven op het 1 hypotheekkantoor te Hasselt op , nr. 070-T-07/01/ en ambtshalve ingeschreven. Ontvangen : 113,56 euro. De Bewaarder (get.) 1. Verhoeven. PROCEDURE De zaak werd behandeld op de openbare zitting. De rechtbank nam kennis van de stukken van de rechtspleging en hoorde het Openbaar Ministerie en de aanwezige partijen. l.grond van de zaak De schuld van beklaagden als daders aan de hen ten laste gelegde feiten onder de tenlasteleggingen A.l, A.2 en A.3 wordt ten genoegen van recht bewezen door de onderzoeksresultaten verzameld tijdens het vooronderzoek en tijdens het ter zitting gevoerde onderzoek. De rechtbank verwijst in het bijzonder naar de vaststellingen door de politie van de zone Kempenland van met de bijgevoegde foto's, de vaststellingen van het Agentschap Inspectie RWO met standplaats te Hasselt van en de bijgevoegde foto's, het stakingsbevel van , de bekrachtigingsbeslissing van de stedenbouwkundige inspected van , de vaststellingen van de lokale politie Kempenland in het P.V. van en de bijgevoegde foto's, het navolgend P.V. van vaststelling van en de vaststellingen van het agentschap RWO van Ter zitting van betwistte beklaagden de aan hen ten laste gelegde feiten overigens niet. Op grond van deze gegevens blijkt derhalve genoegzaam de schuld van beklaagden als daders.

5 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO 0. p Straftoemeting Eerste beklaagde! De ten laste van de beklaagde bewezen verklaarde feiten onder de tenlasteleggingen A.l, A.2 en A.3, zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van eenzelfde misdadig opzet, zodat bij toepassing van artikel 65 Sw. slechts een straf, wordt uitgesproken. Een bestraffing van beklaagde, zoals voigt in het beschikkend gedeelte en die kan beperkt worden tot een geldboete, komt de rechtbank gepast voor, gelet op enerzijds de aard en de emst van de gepleegde feiten en de omvang ervan en rekening houdend anderzijds met zijn bianco strafrechtelijk verleden. De duur van de vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van de geldboete. Tweede beklaagde De ten laste van de beklaagde bewezen verklaarde feiten onder de tenlasteleggingen A.l, A.2 en A.3, zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van eenzelfde misdadig opzet, zodat bij toepassing van artikel 65 Sw. slechts een straf, wordt uitgesproken. Een bestraffing van beklaagde, zoals voigt in het beschikkend gedeelte en die kan beperkt worden tot een geldboete, komt de rechtbank gepast voor, gelet op enerzijds de aard en de ernst van de gepleegde feiten en de omvang ervan en rekening houdend Anderzijds met haar bianco strafrechtelijk verleden. De duur van de vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van de geldboete. HERSTELVORDERING 1.1. De herstelvordering werd ingeleid door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur, bij schrijven van 18.OG De herstelvordering werd regelmatig en tijdig ingesteld (art , 4 en 5 VCRO.) De herstelvordering in het inleidende exploot van dagvaarding bevateen materiele vergissing. Zij werd namelijk wat betreft de constructie met funderingen geformuleerd als

6 Rechtbank van eerste aanleg Limburg -afdeling Hasselt- HA66.L8.15S2-12- HERMANS F. & FRANCO 0. p. 6 voigt: "de constructie met funderingen op het betonnen dak met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen" terwijl zij diende geformuleerd te worden als voigt " de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen". Het gaat hier duidelijk om een materiele vergissing die beklaagden op geen enkele manier in verwarring kon brengen over de inhoud van de herstelvordering wat betreft de constructie met funderingen. De rechtbank heromschrijft de herstelvordering dan ook wat betreft de constructie met funderingen als voigt "de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen". De herstelvordering, zoals heromschreven houdt in de plaats te herstellen in de oorspronkelijke staat, namelijk: - de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen, - het verwijderen van de zonnepanelen, - het herstellen van de gegraven geul met een lengte van ongeveer 10m en het verwijderen van de elektriciteitskabel in de geul, - het afbreken en verwijderen van de opslagplaats met een oppervlakte van ca. 7 meter op ca. 3 meter en een hoogte van ca. 2,5 meter, - het verwijderen van allerhande materialen op het terrein. Op verleende de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid een positief advies voor het herstel in de oorspronkelijke staat Overeenkomstig het bepaalde in artikel VCRO kan de rechtbank bevelen de plaats in de oorspronkelijke toestand te herstellen of het strijdige gebruik te staken, en/of bouw- of aanpassingswerken uit te voeren en/of een geldsom te betalen gelijk aan de meerwaarde die het goed verkregen heeft door het misdrijf. De herstelvordering wordt ingesteld door voor misdrijven die bestaan, of ondermeer bestaan, uit het verrichten van handelingen in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemmingen, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken, te vorderen: - hetzij de uitvoering van het herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand of de staking van het strijdige gebruik, -hetzij, zo dit kennelijk volstaat om de plaatselijke ordening te herstellen, de uitvoering van bouw- of aanpassingswerken,

7 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO O. p. 7 - hetzij, indien het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, het betalen van een geldsom gelijk aan de meerwaarde die het goed door het misdrijf heeft verkregen. De rechter houdt toezicht op de correcte toepassing door de stedenbouwkundig inspecteur van de decretale prioriteitenorde van artikel VCRO. De illegale constructie bevindt zich in agrarisch gebied en vogelrichtlijngebied. De illegale constructie werd dan ook verricht in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemming, zoals deze blijkt uit de objectieve gegevens van het strafdossier zonder dat er sprake is van een geldige afwijking op deze voorschriften. Dit impliceert dat ais keuze van de herstelmaatregel ofwel het herstel in de oorspronkelijke toestand dan wel bouw- en aanpassingswerken kunnen worden opgelegd zo hierdoor kennelijk de plaatselijke ordening wordt hersteld. De betaling van een meerwaarde is niet aan de orde. De stedenbouwkundige inspecteur motiveert in zijn herstelvordering dat de goede ruimtelijke ordening ter plaatse ernstig verstoord wordt. Het perceel is gelegen in agrarisch gebied en het recreatieve karakter wat beklaagden ter plaatse willen creeren kan in geen geval worden toegestaan. Het homogene open ruimte gebied wordt volgens de stedenbouwkundige inspecteur door de situatie op het perceel ernstig versnipperd en de draagkracht van het perceel wordt hierdoor ernstig overschreden. Volgens de stedenbouwkundige inspecteur komt ook het geldende vogelrichtlijngebied in gedrang door de illegale toestand. Alle overtredingen vormen volgens de stedenbouwkundige inspecteur een geheel. Niet alleen vanuit stedenbouwkundig maar ook vanuit esthetisch oogpunt zijn volgens de stedenbouwkundige inspecteur de constructies storend door hun grootte (de vogelkooi heeft een aanzienlijke omvang) maar ook door de gebruikte materialen die totaal niet in de omgeving passen. Het is dan ook essentieel volgens de stedenbouwkundige inspecteur dat de toestand ter plaatse in de oorspronkelijke staat hersteld wordt. De aantasting kan niet, minstens niet manifest, volgens de stedenbouwkundige inspecteur worden opgeheven door het uitvoeren van bouw- of aanpassingswerken daar het uitvoeren van deze werken niet zou leiden tot een situatie die strookt met de goede ruimtelijke ordening. De rechter is gehouden de herstelmaatregel te bevelen zoals gevorderd door de herstelvorderende overheid, maar dient deze wel op de interne en externe wettigheid te toetsen en te onderzoeken en of ze strookt met de wet dan wel op machtsoverschrijding of machtsafwending berust (artikel 159 GW). De rechter kan enkel nagaan of de door de herstelvorderende overheid gedane keuze van herstelmaatregel uitsluitend steunt op motieven van een goede ruimtelijke ordening en

8 Rechtbank van eerste aanleg Limburg- afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO 0. p. 8 gebeurlijk een herstelvordering die zou steunen op motieven vreemd aan de ruimtelijke ordening of die kennelijk onredelijk zou zijn zonder gevolg laten. Bovendien moet de rechter ook nagaan of de last die voor de beklaagde uit het gevorderd herstel zou voortvloeien opweegt tegen het voordeel dat hieruit voor de ruimtelijke ordening zou ontstaan. De omstandig gemotiveerde herstelvordering is zowel intern als extern wettig en beoogt, binnen de weerhouden feiten, op gepaste, aangepaste doch noodzakelijke wijze het herstel van de gevolgen van de door beklaagden gopleegde misdrijven. Zij steunt op motieven van goede ruimtelijke ordening en is niet kennelijk onredelijk. De gevorderde herstelmaatregel vindt derhalve steun in de elementen van het dossier en de aangevoerde motieven. Gezien de omvang en de aard van de inbreuk brengt de herstelvordering zoals gesteld voor de beklaagden geen onredelijke last mee die het voordeel dat voor de ruimtelijke ordening zou ontstaan, zou overstijgen. Op grand van artikel VCRO bepaalt de rechtbank een termijn voorde uitvoering van de herstelmaatregel en kan de rechtbank een dwangsom bepalen. Er wordt een dwangsom van 125,00 euro per dag gevorderd. De termijn voor het uitvoeren van de herstelmaatregel wordt bepaald op 12 maanden vanaf het in kracht van gewijsde gaan van huidig vonnis om de beklaagden de nodige tijd te verschaffen om de herstelmaatregel uit te voeren. Tevens bepaalt de rechtbank een dwangsom van 125,00 euro per dag vertraging indien niet vrijwillig wordt overgegaan door beklaagden tot het uitvoeren van de herstelmaatregel, en dit binnen de opgegeven hersteltermijn, met dien verstande dat die dwangsom zal verbeuren vanaf de eerste dag na de hogervermelde hersteltermijn in zoverre het huidig vonnis vooraf werd betekend. Dit houdt in dat geen dwangsomtermijn wordt toegestaan. Het opleggen van een dwangsom is verantwoord daar de herstelvordering reeds dateert van en beklaagden nog altijd niet zijn overgegaan tot de uitvoering van de herstelvordering. De dwangsom dient beklaagden aan te zetten de herstelmaatregel uitte voeren. TOEGEPASTE WETTEN Er werd rekening gehouden met volgende wettelijke bepalingen: Wetboek strafvordering art. 162,185,194,197 Strafwetboek art. 38, 40, 65 Wet art.l. Wet art. 2 en Wet art. 59

9 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO O. p. 9 Wet art. 29 gewijzigd door Wet art. 3 gewijzigd door KB art. 1 KB art. 91 ai.l KB art. 91 al.2, gewijzigd bij art. 1 KB Wet art. 11,12,13,14,31-41 De wetsbepalingen zoals vermeld in de gedinginleidende akte en de wetsbepalingen aangehaald in dit vonnis. UITSPRAAK De rechtbank beslist OP TEGENSPRAAK. OP STRAFGEBIED Eerste beklaagde I Verklaart beklaagde schuldig aan de tenlasteleggingen A.l, A.2 en A.3. Veroordeelt hem hiervoortoteen geldboete van 1.000,00 euro. Steltvast dat de feiten gepleegd werden na , zodat art. 2 van de wet van i.v.m. de opdeciemen, van toepassing is en dat deze geldboete, door verhoging met 50 opdeciemen (vermenigvuldiging met 6), gebracht wordt op 6.000,00 euro. Zegtdat de duur van de gevangenisstraf waardoorde geldboete zal mogen vervangen worden bij gebrek aan betaling binnen de termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek bepaald wordt op 90 dagen. Verplicht de veroordeelde om bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasioned redders, een bedrag te betalen van 25,00 euro te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 200,00 euro. Verwijst de veroordeelde tot de helft van de kosten van de publieke vordering, tot op heden voor hem begroot op de som van 130,05 euro. Legt aan de veroordeelde in toepassing van art. 91 K.B. van , gewijzigd bij art. 1 KB , de verplichting op tot het betalen van een geindexeerde vergoeding van 51,20 euro.

10 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO O. p. 10 Tweede beklaagde Verklaart beklaagde schuldig aan de tenlasteleggingen A.l, A.2 en A.3. Veroordeelt haar hiervoor tot een geldboete van 1.000,00 euro. Stelt vast dat de feiten gepleegd werden na , zodat art. 2 van de wet van i.v.m. de opdeciemen, van toepassing is en dat deze geldboete, door verhoging met 50 opdeciemen (vermenigvuldiging met 6), gebracht wordt op 6.000,00 euro. Zegt dat de duur van de gevangenisstraf waardoor de geldboete zal mogen vervangen worden bij gebrek aan betaling binnen de termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek bepaald wordt op 90 dagen. Verplicht de veroordeelde om bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gcwclddaden en aan de occasionele redders, een bedrag te betalen van 25,00 euro te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 200,00 euro. Verwijst de veroordeelde tot de helft van de kosten van de publieke vordering, tot op heden voor haar begroot op de som van 130,05 euro. Legt aan de veroordeelde in toepassing van art. 91 K.B. van , gewijzigd bij art. 1 KB , de verplichting op tot het betalen van een gelndexeerde vergoeding van 51,20 euro. HERSTELVORDERING: Heromschrijft de herstelvordering wat betreft de constructie met funderingen als voigt: "de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen". Verklaart de herstelvordering, zoals heromschreven ontvankelijk en gegrond. Veroordeelt beklaagden tot het herstellen van de plaats in de oorspronkelijke staat, namelijk: - de constructie met funderingen op het betonnen dek met een afmeting van ca. 39 meter op ca. 4 meter te verwijderen, - het verwijderen van de zonnepanelen, - het herstellen van de gegraven geul met een lengte van ongeveer 10m en het verwijderen van de elektriciteitskabel in de geul.

11 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.L HERMANS F. & FRANCO O. p het afbreken en verwijderen van de opslagplaats met een oppervlakte van ca. 7 meter op ca. 3 meter en een hoogte van ca. 2,5 meter, - het verwijderen van allerhande materialen op het terrein. Deze herstelmaatregel uit te voeren binnen de termijn van 12 maanden ingaande vanaf het in kracht van gewijsde gaan van huidig vonnis. Beveelt, voor het geval de plaats niet binnen de 12 maanden na het in kracht van gewijsde gaan van huidig vonnis in de vorige staat wordt hersteld, en/of het strijdige gebruik niet binnen die termijn wordt gestaakt, dat de stedenbouwkundige inspecteur, het college van burgemeester en schepenen, ambtshalve in de uitvoering ervan kunnen voorzien op kosten van beklaagden. Zegt dat de overheid die het vonnis uitvoert, gerechtigd is om de materialen en voorwerpen afkomstig van de herstelling van de plaats of van de staking van het strijdig gebruik te verkopen, te vervoeren en te verwijderen. Zegt dat de overtreder die in gebreke blijft, verplicht is alle uitvoeringskosten verminderd met de opbrengst van de verkoop van de materialen en voorwerpen, te vergoeden op vertoon van een staat, opgesteld door de overheid die het vonnis uitvoert, of begroot en uitvoerbaar verklaard door de beslagrechter in de burgerlijke rechtbank. Veroordeelt beklaagden, voor het geval dat aan de veroordeling tot herstel niet wordt voldaan, tot betaling aan de stedenbouwkundige inspecteur van een dwangsom van 125,00 euro per dag vertraging vanaf de eerste dag volgend op het verstrijken van de hoger vermelde hersteltermijn en in zoverre huidig vonnis betekend werd. Alles gebeurde in de Nederlandse taal overeenkomstig de wet van 15 juni Dit vonnis is in openbare zitting uitgesproken op 31 januari 2017 door de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, 13 kamer, samengesteld uit: Mevrouw B. HAUBEN, rechter, alleenzetelend rechter, in aanwezigheid van mevrouw L. LEKENS, gerechtelijk stagiair bij het parket van de procureur des Konings, met bijstand van mevrouw S. THANS, griffier. S.THANS B. HAUBEN