Landgericht Diepenheim 21 september 1761 Muiderman Steven te Raa Willem v,d,riese 1Z

Transcriptie

1 1126 Landgericht Diepenheim 21 september 1761 Muiderman Steven te Raa Willem v,d,riese 1Z

2 1127 Extract prothocol Noot gerichte Diepenheim den 25 september 1761 Asses I> I I I> Steven te Raa en Willem van de Riese Compareert in desen weledelen gerichte Jan Arend Wolbers geassisteert met dr Joan Jalinck sijn edele naar desselfs bediende erkennende en na lands qualificerende seggen hoe dat hij comparant nefens Jan Schutte en de jode Levy Izaek en Andries Lijfman samen binnen Diepenheim wonende en compagnions in leverantie sijn geweest aan de Hannoversche armee veel haver en hooy hebben geleverd, edog de leverantie nu genoegzaam een andre bij haar genomen hebben ende die aan hem geleverde waren als van Jan Roesink..

3 1128 Roesink de factoor Steven te Raa en een menigte anderen so wegens gelevert hooy als fragten loon moeten voldaan worden als door de leveransiers dageliks wordende aangemaant genootsaakt zijn geworden 17 lasten haver waarvan een gedeelte in Goor en een gedeelte in Diepenheim gelegen aan eenen Hendrik van de Haer mede onder Diepenheim te verkopen waarvan nog maar afgelevert 71/2 last en die overigen ses en een halfe last nog tot Goor moeten ontfangen schoon het aandeel dier haver van de joden door eenen Willem Cruisweg gearresteert is alsmede door de proviant schrijver eickhorn mede de geregte-... portie van voornoemde J. Levy Izaak zig te samen in...

4 1129 in gelde bedragende de somma van salvo calcule van f 1409 gulden tot welke penningen te ontfangen Jan Schutte en de jode Andreas Lijfman dan comparant gerichtelijck hebben gelieven te qualificeren en daaruit de schulden te voldoen... sub A so heeft die jude die dag niets ter wereld heeft en om te doende de penningen onderhand te burgen en comparant nevens Jan Schutte als geerfden gegoedenden en binnen Diepenheim wonende voor de schulden te laten setten op den 14 deser die penningen onder Hendrick van de Haar te doen arresteren en interdiceren om niet an comparant uit te tellen gelijk niet sal worden ontkend en in Cas van..

5 1130 van noot het relaas van den oude regten... thans a..- sent zijnde en bedingende... sub B. Hetwelke immers so tegens de afgegeven volmagd boven gemeld en overgelegd als tegens ons wel gereguleerde landr. part.... Tit 5 art. 1 regtdra,gs aan loopt so is men genootsaakt geworden ten sa... van jode Andreas Lijfman tegens heden volgens relaas hier nevens sub. C te doen citeren om het aangelegte arrest te justificeren teneinde een eindschap van saken te hebben en de credituren waarvan comparant en Jan Schutte en niet de joden Levy Izaak en Andreas Lijfman om redenen bereits gemelt niet zonder grote

6 1131 redenen alle dage worden gemaant te voldoen over sulks comparant 't laat wachten en waren dat op de comparitie en dienen van justificatie van arrest versoekende daartoe aan eysinge en bij uitblijven of gen dienen als gemelt contumacie bedingende en stelt comparant toegefelijckheidshalven tot borgen voor hetgene de arrestant na afgegane betalingen der schulden eeninger maten deugdelick mogte competeren ( de personen van Jan Willem Schutten en Gerrit Broens, ingesetenen van Diep[enheim die vaardig staan dese borgtogt ofte cautie stipulatamanum aan te nemen..

7 1132 nemen waarmede men dan ook ten allen overvloede aan het landrecht dicta pagts tit 51 art. 4 heeft voldaan so sal men verwagten dat door den arrestant de penningen onder Hendrik van de Haar gearresteerd sullen worden ontslagen teneinde de creditoren hare betalinge mogen erlange bij de effect van sulks daartoe omni motiore moda conclateren en sulks ad decretum van desen weledelen gerigte in cas van beswaar met assumtie van een onpartijdig rechtsgeleerde stellende onder deese ernstige en kragtige protestatie van costen schaden en intresse berecht veroorsaakt als..

8 1133 Hierop erschenen burgemeester Jan Willem Schutte en Gerrit Broens en hebben de voornoemde borchtogt stipulata manu aangenomen Erschenen in desen weledelen gerichte Andreas Lijfman seggende met de uiterste verwonderinge te hebben bevonden dat Jan Aren Wolbers hebben kunnen goedvinden op dee 14 september een... soort van summatie en citatie wegens heden aan hem om sijn aanlegte arrest te justificeren te doen ter hand stellen waarbij hij seer abusief voorgeeft dat door den comparant op eenig geld voor eenige lasten harer voor hen citanten summant an als nog wordende veroorsaakt Hendrik...

9 1134 Hendrik van de Haar gekogt soude hebben gelegt arrest daar dog den comparant op eergisteren alleenig maar hebben gedaan beslag op het geld van # harer door door Levy Isaak na- # eenige mens hem comparant aan Hendrik van de Haar verkogt en alles gestelt dat werkelijk in arrset geschied ware, so dog neem, het welke... ook expresselijk negeert, so ware den citant al nog niet bevoegt om hem tegens heden te doen sijn citeren om zijn aangelegte arrest te justificeren welke hij dan nog eerst binnen de 14 dagen na de 4 weken verpligt ware te doen geblikelijk uit den 2e artr. van het nadeer reglement de anno

10 den 19 april schoon men hier wel voldaan hadde an de... citatie van Jan Arent Wolbers voorn. so wil men echter wel also men een viand van disputen is an der citant declareren so men mitsdesen is doende dat dit beslag alleen maar geschied is omdat men vernomen heeft, dat hij J.A.Wolbers hebbe kunne goedvinden gelik hij ook desen morgen aan Stephanus Smakkers en Reint Boeters heeft bestendigt 30 lasten haver uit de compagnie te verkopen aan Hendrik van de Haar welk hij ten sijnen privalive voordelen wilde beholden en daarboven nog aan verkofte haver door Levy Izaak namens comparant partici...

11 1136 participeren daar dog so de compagnie nog niet gescheiden zijnde beide ook tot voordeel van de compagnie moeste komen waarom men mitsdesen aan den citant is vragende of hij de maatschappie gescheiden houd, dan neem in welke eerste geval hij ook sekerlijk aan de eerste verkogte haver geen deel kan hebben als door hem niet verkogt zijnde geblikeliik uit het contract van den 31 augusti 1761 hetwelke men alhier vertoont en weder na sig van... te nemen, stelt hij het laatste, dat de maatschappie nog niet gedissolveert is moeten de verkofte haver door hem Wolbers mede tot voordeel aan de maatschap- pie...

12 1137 pie komen welk men in sijn heuse stelt en also men ten desen niet generenser kan handelen als sijn eigen parthij het ter keuse te stellen so sal men derselfs declaratie hierop afwagten sonder sig hier door in het minste te praejudiceren houdende wel... desersijds goedhebbent rectia casu quo door bekwame middelen rechtens te erlangen inmiddels over den nodelose kosten ten kragtigsten protesterende, en dientengevolge tot cost en schadelose absolu tie contenserende Wederom erschenen Jan Arent Wolbers geassisteert als vooren seggende op het geredesseerde van Andreus...

13 1138 Andreus Lijfman dat denselven desersijdts gedane positien compagna onsc... als andersints niet ontkent maar volkomen gestendigd hetwelke men ook proconfesse accepteren dog het vorder voorgeven van een tweede verkoop aan Hendrik van de Haar ingevalle alwaar geschied en de haver gelevert kan hem hier niets te stade komen als kan hij het geval daar sijnde daar omtrent als dan doen en handelen na goeden rade ( persisterende over sulks compt. bij zijn vorige geresesserde) en sal daarover onpartijdig decreet verwagten onder...

14 1139 onder nogmalinge protestatie van costen Decreet Hierover sal men met een advys van een onpartijdige rechtsgeleerde tegens heden overwijt dagen laten gedecreteren Pro vero extractie J.H.Muiderman richter

15

16

17 1140 Ick J.H.Muiderman ju dr ens vanweegens hooges overigheit des provincie van Overijssel in den tijdt richter ter Diepenheim doe cond en certificeere kragt deses dat voor mij en cuernoten, dewelke waeren Willem van de Reese en Gerrit ten Broekhuis oersonelijk gecompareert en erscheenen sijn, Jan Schutte en Andreas Lijfman, dewelke bekenden en verklaarden in optima jurisforma te constitueeren en volmagtig te makem sulks doende en er vermits deesen Jan Arent Wolbers, borger en ingesetene alhier ten einde aan constitueerte saken contra quoscienque ten agenda quan desendende in rechtens te vertreden en waaar te nemen, en specialijk tegens Levy Isaacs, soo der saken nootdruft, en de leverantie komt te vereischen, met alle ingangen rechtens te procedeeren des gerequereert wordende cautie en domicilium stande te stellen van nadelige decreten en sententien te appelleeren haar constituerten aandeel in de leverantie gelt daarvoor te ontfangen en te quiteeren mits...

18 1141 mits doende bewijs rekeninge en reliqua voorts generaliter te doen en te verrichten, wat des sakenhalven sal komen te eischen, schoon zij constituanten selfs present sijnde soude kunnen moogen of moeten doen, schoon ook, nader en specialer last als in deesen uijt gedrukt wierde gerequereert, welke zij constituanten aen de geconstitueerden bij deesen wel expresselijk wel hebben meede gegeven so houden alsof woordelijk al deesen waeren ge xsereerdt id que cum protestate substituende claussulis xate habitionis en demnitatie caterisque de jure solitis ac consultis Des ter waeren oorconde hebben ick richter voor. desse getekent en gezegelt Actum Diepenheim den 23 july 1761 J.J.Muiderman richter

19 1142 Reletere ik, onder geschreven verwalter onderrigter van Diepenheim dat ik met voorkennisse van de heer richter dat op den 24 september uit ordre van Andries Lijfman beslag op dat geld dat onder Hendrik van de Haar berustet is alle het geld ongeveer 14 of 15 hondert gulden hebbe gedaan. Diepenheim den 24 september 1761 Gerrit Wolbers

20 citatie... Diepenheim den De ondergeschreven Jan Arent 24 september 1761 Wolbers burger binnen Diepenheim J.H.Muiderman in ervaringe gekomen sijnde richter dat de joode Andreas Lijfman mede binnen Diepenheim wonende, heeft kunnen goedvinden de penningen door Hendrik van de Haar wegens gekoft haver aan hem, Wolbers, en compagnie verschuldigt te doen arresteeren, waardoor hij buiten staat gesteld de creditoren te voldoen. Soo werd de onderrichter van Diepenheim gerequireert met consent van de heere richter van Diepenheim tegens morgen agtermiddag of soodane uure als opgemelde heere richter sal gelieven te stellen te citeren gemelte joode Andreas Lijfman teneinde sijn gedane arrest te justificeeren ofte in conrie-geval nae dese sije tot vernielinge van gemelde arrest te sien doen en handelen nae raede, alles onder expresse reserve van alle desen sionale middelen rechtens een gesworende partie competerende, als vallende daaromtrent door desen geest praejudicie

21 1144 praejudicie lijden, maar allesins... rechtens verblij... wordende de onderrichter gerequireert van sijn best allenige hieronder te voldoen om te strekken nae behoren als onder... van costen, schade en interesse Actum 24 september 1761 Jan Arent Wolbers Relatere hier ondergeschreven het voornoemde aen de joode Andreas Lijfman voorgelesen teffens daarbij geceteert tegens morgen na de middag te twee ueren Diepenheim de 24 september 1761 Gerrit Wolbers

22 1145 Rekening van salaris en versckat van docter Joan Jalink in saken Jan Arent Wolbers contra de joode Andreas Lijfman 1761 de 24 september met Jan Arent Wolbers ten mijnen huise geweest over een arrest doer Andreas Lijfman op de cooppenningen van eenige lasten haver onder Hendrik van de Haar gedaan en mij versogt te bedienen vacatie en conf. f 2,----,---- dito goedgevonden aan den arrestant sommatie te laten daerom 't arrest te justificeren instellen f ----, 12, dito dit motgens deselve met het relaas wederom ontfangen f 1, ----, jura wederom betaalt f ----, 12, ---- dito post pere diem mij nae den huise Pekdam aan 't gerichte Bo... collegedaan instellen vandien f 2, ----, ---- Vacatie f 3, ----, ---- Transport request f 2, 15, ---- Gerichts jura gecredteert f het...

23 1146 Het gerichte aangenomen met advys van rechtsgeleerde te decreteren Derhalven in termino sal pranun ciationes moetende compareren en sal bekomen daarvan de weete exam f 1, ----,---- Voor comparitie in termino pronunciatorus f 3, ----,---- Transport en vertering f 2, --15, ---- Voor copie wegens 't decreet provisio sich stelle f 2, ----,---- examenatie vandien f 2, ----, ---- Alles salv... error en onder reserve als rechtens Joan Jalink docter

24 1147 Ick J.H.Muiderman jur. dr. en vanweges hooger overigheit der provincie van Overijssel richter te Diepenheim doe hiermede te weeten dat het in advys gehoudene decreet in saken Jan Arent Wolbers contra de joode Andreas Lijfman van belevinge wederom is ingekomen. Soo kost de respective parthijen of derselver volmagtigden van mij ondergeschreven geciteerd tegens vrijdag van 9 0ktober deeses jaers 1761 agtermiddaegs om twee ueren ten huise van Berent Ziel voor mijn rechtbank te compareeren de sententie van het ingeschepte decreet te...

25 1148 te aanhooren pronunti ren meede brengende voor de gecrediteerde gerechts jura en advys en sportel pennigen soo aan de anderer sijde staande gespecificeert, met inthematie om op het aenhouden van de erschenende parthijen sal laten wedervaeren wat rechtens is en sal hier van een ieder een dubbelt deses worden ter handt gestelt. Gecrediteerde gerichtsjura van den 25 september 1761 een reces ten protecolle gedaan debet f ---, 16, ---- advys pennigen drie ducatons f 9, 9, ---- Voor het versenden en wederhaelen f 6, ----, ---- Voor twee origineelen weeten tot de pronunsiatie van het geschepte advys f 2, ----, f 18, --5, In saaken voor het weledele landgerichte van Diepenheim in cas van arrest off beslag en opgevolgde citatie tot justificatie van arrest strijdig en ongedecideerd hangende tus-

26 schen Jan Arent Wolbers, origineele gearresteerde en in dit cas eyscher van justificatie van arrest en ontslag van hetzelve, ter eene ende de jode Andries Lijfman, origineele arestant en in cas subject gedaagde, ter anderen zijde, alwaar de gearresteerde bij zijn eysch van justificatie en van ontslag hoofdzaakelijk dede poseren dat hij neffens Jan Schutte de joden Levi Isak en Andries Lijfman 1151 Lijfman, tezaamen binnen Diepenheim woonende en compagnons in leverantie zijnde geweest aan de Hanoversche armee, veel haver en hooy hebben gelevert en dat die leverantie bij haar nu genoegaam een einde zoude hebben genoomen, dog dat nog veel van de aan haar geleverde whaaren en arbeydsloonen onbetaald en verschuld waaren ende hij daarvoor dagelijks wierde aangemaant, weshalven zij daardoor genoodzaakt zijn geworden 14 lasten haver, ten deele in Goor en ten deele in Diepenheim leggende, aan eenen Hendrik van de Haar mede 1152 mede onder Diepenheim woonagtig, te verkoopen, waarvan nog maar 71/2 last afgelevert en de overige 61/2 last te Goor nog ontvangen zouden moesten worden; dat Jan Schutte en Andries Lijfman hem hadden geconstitueert en volmagtig gemaakt om haar aandeel in de leverantie en het geld daarvoor te ontvangen en daarvoor te quiteeren, mits doende rekening en reliqua;

27 dat de jode Andries Lijfman die dog niets ter wereld zoude bezitten, om penningen in handen te krijgen en comparant nevens Jan Schutte als geerfde en 1153 en gegoede luiden en binnen Diepenheim woonende, voor de schulden te laaten zitten, die penningen zoude hebben gearresteert met interdictie om niet aan comparant uit te tellen; hetwelk zoo tegens de door hem, Lijfman, afgegeeven volmagt, als tegens 't lantrecht partis 1 titel 5 artikel 1 regt draads zoude aanloopen, waarom hij genoodzaakt zoude zijn geworden denzelven jode Andreas Lijfman te doen citeeren om het aangelegde arrest te justificeeren, teneinde een eindschap van zaaken te hebben en de crediteuren van de 1154 de maatschappie te kunnen betaalen, staande comparant over sulx wagten en waren op comparitie en dienen van justificatie van arrest, met verzoek van aaneysinge en bij uitblijven of niet dienen van justificatie bedingende contumacie; stellen de comparant tot borgen voor hetgeene den arrestant naar afbetaling der schulden eeniger maaten deugdelijk mogte competeren, de persoonen van Jan Willem Schutten en Gerrit Broen, ingezetenen van Diepenheim, dewelke die borgtogt ook aangenoomen hebben, waarmede hij dan ook ten overvloede zoude

28 1155 zoude hebben voldaan aan het landrecht partis 1 titel 5 artikel 8, waarom hij verwagte dat door den arrestant de penningen onder Hendrik van der Haar gearresteert, zullen worden ontslagen, teneinde de crediteuren hare betaalinge mogen erlangen, bij defect van sulx daartoe omni meliori modo concludeerende ende ad decretum stellende, onder protest van kosten, schaden en interessen, etc.; waartegens de origineele arrestant en in deesen gerequireerde in substantie dede zeggen met uyterste verwondering te hebben bevonden dat 1156 dat J.A. Wolbers hebbe kunnen goedvinden hem te doen citeeren om tegens heden zijn aangelegde arrest te justificeren, voorgevende dat door hem comparant op eenig geld voor eenige lasten haver door hem, Wolbers, aan Hendrik van de Haar verkogt, zoude hebben gelegd arrest, daar dog comparant op eergisteren alleenig maar hebbe gedaan beslag op het geld van eenige haver door Levi Isaak namens hem, comparant, verkoft aan Hendrik van de Haar; en al gesteld dat werkelijk arrest gedaan waare, zoo dog neen, dan den arestant nog niet bevoegt zoude zijn om hem 1157 hem tegens heden te doen citeren om zijn aangelegt arrest te jusrificeeren, hetwelke hij dan nog binnen 14 dagen nae de vier

29 weeken verpligt waare te doen, als uit den 22sten artikel van't nader reglement van 1719 zou geblijken; dat, schoon hij daarmede aan de nulle citatie van J.A. Wolbers wel voldaan zoude hebben, egter wel wilde declareren dat dit beslag alleen maar geschied zoude zijn omdat hij vernomen hadde dat hij, Wolbers, hadden konnen goedvinden dertig lasten have uit de compagnie te verkopen aan Hendrik van de Haar, die hij ten zijnen privati- ven 1158 ven voordeele wilde behouden en daarboven nog aan verkogte haver door Levi Isaak namens comparant participeeren, daar dog, zoo de compagnie nog niet gescheiden zijnde, beyde ook tot voordeel van de campagnie moeste komen, waarom aan den citant was vragende, of hij de maatschappie gescheiden houd, dan neen, in welken eersten gevalle hij aan de eerste verkogte haver ook geen deel kan hebben als door hem niet verkogt, als blijken zou uit het contract van den 31 augustus 1761, hetwelk hij vertoonde en weder nae zig verzogt te nemen, en stelt hij het laatste dat de maatschappie 1159 maatschappie nog niet gedissolveert is, dan de verkofte haver door hem, Wolbers, mede tot voordeel aan de maatschappie zou koomen moeten, hetwelke hij aan zijn keuse stelde en desselvs declaratie afwagtte zonder zig daardoor in het minste te willen praejudiceeren, voorbehoudende wel expresselijk zijn goedhebbend recht casu

30 quo door bequame middelen rechtens te erlangen met protest over de veroorsaakte kosten contenderende tot kost en schadelooze absolutie; waarop J.A. Wolbers weder heeft gesegt dat Andreas Lijfman zijn gedaane positien compagnon- schap 1160 schap als andersints gestendigende, hij zulx pro confesso accepteerde, dog dat het verder voorgeeven van een tweede verkoop aan Hendrik van de Haar ingevalle al ware geschied en de haver geleverd, hem hier niet te stade zoude konnen komen, dan kan het geval zijnde, daaromtrent als dan doen en handelen nae goeden raade, persisteerende over zulks bij zijn vorige gerecesseerde, etc.; hierover gesien en geexamineert recessus in dato den 25 september 1761 door de gearresteerde en requirant ten protocolle gebragt, voorts het contra gerecesseerde van den arrestant en 1161 en in deezen gedaagde van dienzelven dag, met een copie van een koopcedul van dato den 13 augusti 1761 en het daarop gerecesseerde van de gearresteerde, mitsgaders ook de overgelegte documenten sub A, B, C ende de rekening van verschot en salaris door Dr. Jalink, als bediende van de gearresteerde overgegeeven; en gelettet waarop tot administratie van onpartijdige justitie eenigsints te reguardeeren stond en bijsonderlijk vooraf geconsidereert dat, vermits ons welgereguleerde landrecht partis 1 titel 5 artikel 1 uitdrukkelijk dicteert en statueert aldus: met besaat

31 ofte 1162 ofte arrest zal men mogen procedeeren tegens uitheemsche persoonen en op derzelver goederen en niet tegens inheemse; te verstaan die in een kerspel en onder een gerigte geseten ofte woonagtig zijn en daarbij remarqueert dat de arrestant en gedaagde beide in de stad Diepenheim woonagtig zijn en dus onder een en hetzelve gerigte gezeeten, immers de gearresteerde heeft hetzelve bij zijn reces geposeert en het is door den arrestant nergens gecontesteert, weshalven men dat als geconfesseert en voor waarheid erkend heeft, moeten aanzien en houding gelijk 1163 gelijk de gearresteerde dat ook onder anderen voor geconfesseert bij zijn laatste handeling aangenoomen heeft zonder dat iets daartegens door den arrestant geregereert of tegengesprooken is. Zoo spreekt de zaak vanzelven dat dit arrest tegens het praescript en uitdrukkelijke verbod van deze wet aangelegt, ook daarom ipso jure nul en kragteloos is per notoria en is dienvolgens de gerarresteerde bevoegd geweest om den arrestant te doen citeeren om bij zijn gedaan arrest of beslag te justificeeren ten einde zulx niet behoorlijk geschiedende tot ontslag 1164 ontslag van het arrest en beslag

32 te concludeeren, of hetzelve van het gerigte te verzoeken, gelijk hij ook daartoe geconcludeert heeft bij zijn gerecesseerde. Doende daar niets tegen hetgene de arrestant voorgeeft, dat namentlijk hij geen arrest zoude hebben aangelegt, maar alleen een beslag gedaan op de penningen van eenige haver door Levi Izak namens hem, comparant, verkogt aan Hendrik van de Haar, omdat nae bekenden stijl en practijcq de woorden arrest, beslag, besatinge, besettinge, besaat, bekommeringe, kommerregt, germanis superioribus arrest, kummer zuschlagverbot, synonima zijn als bij Gail? 1165 dat de gearresteerde 30 lasten haver uit de compagnie zoude hebben verkogt die hij ten zijnen privativen voordeele wilde behouden en bovendien nog participeeren aan den haver door Levi Isak namens arrestant verkogt, daar dog beide, zo de conmpagnie niet gescheiden is, beide ten voordeele van dezelve moeten komen, omdat zulx alles nude dicenten zijn en van alle bewijs ontblood, waarop in judicando niet kan worden gereflecteert, behalven dat, wanneer hetzelve al waarheid was, het hem dan nog geen regt geven konde met arrest of beslag tegens zijn medeburger of mede- ingezeten 1166 ingezeeten te procedeeren tegens het uitdrukkelijke verbod van de statutaire wet, behalven dat

33 hadde de gearresteerde omtrent deeze maatschappie al iets gedaan dat den arrestant praejudiceeren kon, hij hadde zig zelven die schade te imputeeren en dat hij geen beter en bequamer persoon geconstitueerd en gevolmagtigd hadde als den gearrsteerden den welken hij volmagtig tot de zaaken van de compagnie gemaakt te hebben, gebleeken is uit de volmagt sub. A ten processe overgelegd. De arrestant stelt vervolgens ter keuse van de gearresteerde of hij wil dat de compagnie bij 1167 bij zijn contrarecessus gezegd heeft en dus door zijn daarop stilzwijgen aangesien heeft moeten worden als daarinne geconsenteerd en die geapprobeert te hebben, uit alle het welke de ondergetekende zonder nodig te agten over zo notoire zaken meer redenen of regten aan te haalen, vermeind te mogen en moeten besluiten dat de origineele aresstant en gerequireerde in desen, ten enenmaal wederregtelijk met arrest tegens zijn medeburger of ingezeten geprocedeert heeft en even daarom als een temerarius litigator ook in alle de kosten dezer proceduire gedoemt behoord te 1168 te worden, latende hem egter in zijn gemaakte reserve om zijn goedhebbend recht, casu quo, door bequame middelen regtens te erlangen, geheel en ongepraejudiceert. Om welke dan en andere regten en redenen meer het weerde te landgerichte

34 van Diepenheim met ingenomen advys van den ondergetekenden regtsgepromoveerden doende recht, verstaat dat de arrestant en gerequireerde behoorde te worden gecondemneert, gelijk gecondemneert word bij 1169 bij deezen om zijn arrest of beslag op den 24 september dezes jaars gedaan onder Hendrik van de Haar, te moeten opheffen en de beslagen penningen kosten schadeloos van het arrest of beslag ontslaan, latende denzelven dan nog in zijn geheel en onverkort om zijn goedhebbend regt casu quo, bij nieuwe instantie door bequame middelen regtens te konnen mogen zoeken met ook condemnatie van den arrestant in alle de kosten 1170 ten dezer procedure boven en behalven de advys en sportulen taxerende de rekening van Dr. Joan Jalink, hoewel hoger geextendeerd, op eene summa van f mits zulx gerequireerd wordende, doende verklaringe ingevolge het nieuwe reglement van den jare 1719 artikel 19. Aldus geadviseerd

35 bij mij ondergeschreven den 3 october Johan van Suchtelen Nootgerichte Diepenheim den 9 october J.H. Muiderman, richter assessoren Steven te Raa en Berent Ziel Naadat de voornoemde sportelen en advys 1171 advyspennigen ter weder sijden waeren erlegt is het ongeschepte decreet gepronuntieert en de sportelen en advyspennigen door Wolbers weder naa sig genomen. Jan Arent Wolbers bedankt de justitie en versoekt van het dictum sententie copie Andries Lijfman versoekt van het dictumsententie copie

36

37

38

39