Werkprogramma Natuurbranden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkprogramma Natuurbranden"

Transcriptie

1

2

3 Eindversie, Landelijke Kerngroep Natuurbranden op Werkprogramma Natuurbranden Gezamenlijke ambities voor de aanpak van natuurbranden in Nederland door versterking van publiek-private samenwerking ADVIESDOCUMENT LANDELIJKE KERNGROEP NATUURBRANDEN Den Haag, 21 oktober 2011 Pagina 1

4 Pagina 2

5 INHOUDSOPGAVE BESTUURLIJKE SAMENVATTING Inleiding Inhoud van dit adviesdocument Aanleiding Centrale doelstelling Werkprogramma natuurbranden: urgentie in het kort Aansluiten op wettelijke kaders Interbestuurlijke samenwerking natuurbranden Landelijke Kerngroep Natuurbranden Verantwoordelijkheid verdelen langs vijf centrale beginselen Vijf beginselen voor publiek-private samenwerking Krachten bundelen binnen één landelijk werkprogramma Pijler 1: Natuurbrandpreventie Rol en ambitie Rijk Rol en ambitie provincies Voorbeeldgebied Provincie Gelderland Ontwikkelingen andere provincies Rol en ambitie gemeenten Rol en ambitie bos- en natuureigenaren Rol en ambitie ANWB en RECRON Rol en ambitie NVBR Pijler 2: Multidisciplinaire crisisorganisatie en nafase Natuurbranden Beleidsacties minister VenJ Betrokkenheid Rijk Betrokkenheid Veiligheidsberaad Betrokkenheid NVBR Betrokkenheid Politie, GHOR en gemeenten Betrokkenheid Defensie Betrokkenheid Bosschap, RECRON en ANWB Betrokkenheid crisispartners vitale infrastructuur Betrokkenheid provincies Pijler 3: Onderzoek en randvoorwaarden Programmasturing, verantwoording en begroting Programmaregie Programmaverantwoording Financieringsopzet Werkprogramma Kritieke succesfactoren BIJLAGE Bijlage A: Lijst met veelgebruikte afkortingen en begrippen Betrokken partners en colofon 41 Pagina 3

6 Pagina 4

7 BESTUURLIJKE SAMENVATTING In dit document presenteert de Landelijke Kerngroep Natuurbranden haar advies en werkprogramma aan de minister van Veiligheid en Justitie met betrekking tot de interbestuurlijke aanpak van Natuurbranden voor de periode Het advies en werkprogramma herbergt enerzijds de ambities en anderzijds de lopende en voorgenomen acties om de publiek-private samenwerking op het gebied van natuurbrandbeheersing en -bestrijding in ons land op een hoger plan te brengen. Het werkprogramma wordt op de werkconferentie Interbestuurlijke Samenwerking Natuurbranden op 10 november 2011 aangeboden aan minister Opstelten en wordt dan bestuurlijk getoetst. Het versterken van de samenwerking tussen overheden, hulpdiensten, (branche)organisaties, verenigingen, bedrijven en burgers dient bij te dragen aan: het voorkomen en beperken van natuurbranden (natuurbrandpreventie), zodat de impact van natuurbranden nu en in de toekomst, kan worden teruggebracht tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau; het leveren van een inzet die de impact van een natuurbrandincident zo laag mogelijk houdt (crisisorganisatie); een zo spoedig mogelijk herstel van de ontwrichte situatie als gevolg van een natuurbrandincident, waarbij ook toepassen van lessen vanuit het verleden inbegrepen is (nafase). De impact betreffende de directe kosten van alleen natuurbrandbestrijding in de afgelopen 3 jaar bedraagt volgens een eerste voorzichtige schatting 7 miljoen Euro. De overige (in)directe kosten zoals onherstelbare schade aan bijvoorbeeld de flora en fauna of economische schade én de kosten voor de opsporing en brandonderzoek van politie en brandweer zijn hierbij niet meegerekend. Centrale doel waaraan met behulp van dit Werkprogramma door alle betrokken partners de komende vier jaar aan wordt bijgedragen is: De risico s van onbeheersbare natuurbranden voor de belangrijkste risicogebieden in Nederland op een niveau brengen én houden dat bestuurlijk aanvaardbaar wordt geacht vanuit het oogpunt van maatschappelijke veiligheid en de continuïteit van de vitale infrastructuur in Nederland. Het is nog niet scherp gedefinieerd wat dan maatschappelijk onaanvaardbaar is. Het is daarom nodig om een gedeeld kader, een gewenst basis kwaliteitsniveau (zie pijler 3), te ontwikkelen om de mate van aanvaardbaarheid te concretiseren. Onder de uitvoering van dit Werkprogramma liggen drie belangrijke pijlers: 1. natuurbrandpreventie; 2. multidisciplinaire crisisorganisatie en nafase Natuurbranden; 3. onderzoek en randvoorwaarden. Elke pijler kent zijn eigen aandachtspunten, dynamiek en krachtenveld. In pijler 1 ligt de focus op het via een gebiedsgerichte aanpak met betrokken partners in de belangrijkste geïdentificeerde risicogebieden toewerken naar het voorkomen of beheersen van het risico op natuurbranden. De provincie Gelderland geldt als eerste voorbeeldgebied, waarbij de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant hopelijk op korte termijn als voorbeeldgebied kunnen volgen. Belangrijk thema in deze pijler is het belang van risicocommunicatie en voorlichting. Van belang is immers om niet alleen aan bewustwording te werken onder relevante doelgroepen, maar ook concrete handelingsperspectieven te bieden. Pagina 5

8 Tevens is er in deze pijler bijzondere aandacht voor de positie van de meer kwetsbare gemeenten en hun mogelijkheden om zich beter voor te bereiden op natuurbranden. Hiervoor wordt onder de vlag van het landelijk project in 2012 een pilotproject opgestart met enkele voorbeeldgemeenten. In pijler 2 ligt de focus op de opvolging van de door de minister van Veiligheid en Justitie geformuleerde beleidsacties aan de Tweede Kamer, welke beschreven zijn in een brief van juni 2011 in reactie op het Themarapport Natuurbranden dat op 11 mei 2011 door de Inspectie OOV is uitgebracht. De nadruk ligt hierbij op het definiëren van basisniveau Natuurbranden, het organiseren van de interregionale bijstand door het ontwikkelen van een expertregio, het uitvoeren van een interregionale capaciteitenanalyse en het creëren van een eenduidige landelijke doctrine en aanpak van natuurbranden over alle veiligheidsregio s. Om vanuit het Veiligheidsberaad, als bestuurlijk opdrachtnemer, op adequate wijze invulling te kunnen geven aan de opvolging van deze beleidsacties is, naast het verkrijgen van voldoende financiering, het de uitdaging om allereerst het gewenste basiskwaliteitsniveau te definiëren én in kaart te brengen. Het Dagelijks Bestuur Veiligheidsberaad benadrukt dat het hierbij niet gaat over een normering (verkapte wetgeving), maar over een handreiking voor de veiligheidsregio s die indien gewenst inzicht kan geven in de risico s en de voorbereiding inzake natuurbranden. Voor de voorbeeldgebieden worden vanuit de provinciale trajecten voor de belangrijkste risicogebieden evacuatiestrategieën ontwikkeld. Te denken valt aan modellen die de aan- en afvoercapaciteit van wegen simuleren bij een calamiteit, waardoor risico s in beeld worden gebracht. De landelijke kerngroep Natuurbranden heeft hierbij een belangrijke ondersteunende rol richting de voorbeeldgebieden om, op basis van beschikbare kennis en expertise vanuit Rijk, provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat, politie en ANWB, deze strategieën te helpen ontwikkelen. In pijler 3 ligt de focus op het formuleren van een strategische onderzoeksagenda én het ontwikkelen van een basiscursus natuurbranden. Verder ligt de nadruk op het continueren van reeds lopend onderzoek, zoals het door het NIFV te ontwikkelen en in de praktijk te valideren natuurbrand-verspreidingsmodel. Ook het bundelen en ontsluiten van reeds opgedane kennis en ervaring via het landelijk informatieknooppunt natuurbranden is een aandachtspunt. Verder wordt door NIFV, NVBR en Bosschap een basiscursus Natuurbranden ontwikkelt om te kunnen voldoen aan de grote en brede behoefte op het regionale en lokale niveau om kennisoverdracht en kennisontwikkeling te stimuleren tussen brandweer en terreinbeherende organisaties. Tevens wordt in deze pijler de nadruk gelegd op het belang van evaluatieonderzoek naar de validatie van in de provinciale en gemeentelijke voorbeeldgebieden geboekte resultaten In dit Werkprogramma zijn de te realiseren ambities per te onderscheiden pijler uitgewerkt. Deze ambities benadrukken de betrokkenheid van alle partners bij het nemen van gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het onderzoeken én indien nodig investeren in risico-reducerende maatregelen binnen de belangrijkste risicogebieden én versterken van de multidisciplinaire crisisorganisatie in Nederland. Elke pijler wordt verder gekenmerkt door een aantal concreet uit te voeren acties. In onderstaand overzicht zijn per pijler de nu gedefinieerde acties uitgewerkt. Daarbij is benoemd wie de eerst verantwoordelijke actiehouder is en wat, indien al mogelijk om aan te geven, de verwachte startplanning is. Het is de verantwoordelijkheid van deze actiehouder om andere partners actief te betrekken bij het opvolging geven aan deze acties. Gedurende de uitvoering van het werkprogramma worden afgeronde acties van deze lijst afgevoerd en nieuwe acties toegevoegd. Deze lijst wordt gedurende de duur van het werkprogramma bijgehouden. Pagina 6

9 Actiepunten Actiehouder Planning BLOK1: NATUURBRANDPREVENTIE 1. Uitvoeren van gebiedsgerichte pilots Natuurbrandpre- Provincie Gelderland Voorbereiding is ventie in twee risicogebieden gestart 2. Uitvoeren van één gebiedsgericht pilotproject in Noord- Provincie Noord-Holland Nader te bepalen Holland 3. Opstarten Taskforce Natuurbranden Provincie Noord-Brabant Start oktober Opstarten pilot gemeenten met in ieder geval de Gemeente Epe/Nunspeet Nader te bepalen gemeente Epe/Nunspeet 5. Afstemmen risicocommunicatiebeleid en voorlichting Veiligheidsregio s VNOG en Nader te bepalen Natuurbranden in Gelderland VGGM 6. Ontwikkelen Bedrijfsnoodplan voor recreatiebedrijven RECRON Loopt al 7. Opstellen overzicht top 10 risicogebieden in Gelderland VNOG, VGGM, VRGZ Loopt al 8. Opstellen overzicht belangrijkste risicogebieden in Veiligheidsregio s NHN en Nader te bepalen Noord-Holland Kennemerland BLOK 2: MULTIDISCIPLINAIRE CRISISORGANISATIE EN NAFASE NATUURBRANDEN 9. Uitvoeren onderzoek naar Interregionale Capaciteitenanalyse Natuurbranden (incl. ontwikkeling expertregio Natuurbranden) 10. Uitvoeren onderzoek naar interregionale bijstand Natuurbranden 11. Ontwikkeling landelijk eenduidig Alerteringssysteem Natuurbranden voor hulpverleners Veiligheidsberaad Veiligheidsberaad Nader te bepalen Nader te bepalen Veiligheidsberaad Loopt al - vooronderzoek binnen VGGM Veiligheidsberaad Nader te bepalen 12. Onderzoek naar waarschuwingssysteem bevolking Natuurbranden (via NL Alert) 13. Borging Technisch Brandonderzoek bij Brandweer- en NVBR Loopt al Politieacademie 14. Opzet Natuurbrandstatistiek in CBS brandweerstatistiek NVBR Loopt al 15. Opzet les- en bijscholingsprogramma Natuurbranden NIFV Nader te bepalen 16. Ontwikkelen evacuatiestrategieën voor belangrijkste Veiligheidsregio s i.s.m. o.a. Nader te bepalen risicogebieden ANWB en RECRON 17. Onderzoek naar problematiek Nafase Natuurbranden Ministerie van VenJ Nader te bepalen BLOK 3: ONDERZOEK EN RANDVOORWAARDEN 18. Onderzoek naar mogelijkheden borgen voorzorgbeginsel Ministerie van VenJ Loopt al in nieuwe Omgevingswet 19. Onderzoek naar maken afspraken met koepels betreffende Ministerie van EL&I Loopt al natuurbeheerbeleid en natuurbrandpreventie 20. Ontwikkelen strategische onderzoeksagenda Natuurbranden Landelijke kerngroep Nader te bepalen Natuurbranden 21. Ontwikkelen Basiscursus Natuurbranden NIFV i.s.m. Bosschap Nader te bepalen 22. Praktijkvalidatie natuurbrandverspreidingsmodel NIFV Begin Doorontwikkeling Infopunt Natuurbranden NIFV Loopt al De uitvoering van het Werkprogramma Natuurbranden dient primair tot stand te komen vanuit de reguliere begrotingen en de inbreng van personele capaciteit en financiële middelen van de samenwerkende publieke en private partijen. De voortvarendheid waarmee één en ander kan worden opgepakt, is afhankelijk van de gezamenlijke bereidheid te willen investeren. Er wordt door de landelijke kerngroep echter niet gevraagd om extra geld, maar wel om een bestuurlijke inspanningsverplichting, bestuurlijke creativiteit én bestuurlijk ambassadeurschap om binnen de bestaande begrotingen ruimte te vinden voor het uitvoeren van de in dit werkprogramma vastgelegde ambities en onderliggende activiteiten in de drie geformuleerde pijlers. Pagina 7

10 1. INLEIDING 1.1. Inhoud van dit adviesdocument In dit adviesdocument presenteert de Landelijke Kerngroep Natuurbranden haar ambities welke zijn vertaald in het Werkprogramma Natuurbranden De geformuleerde ambities zijn gebaseerd op: een integrale analyse van de urgentie van de natuurbrandproblematiek in ons land, de complexiteit van natuurbranden als omgevingsrisico in onze stedelijke samenleving, de vorderingen die al zijn gemaakt op het gebied van natuurbrandbeheersing- en bestrijding, een inventarisatie van lopende initiatieven die door de partners binnen de landelijke kerngroep, worden genomen. Een uitgebreide contextbeschrijving van de huidige problematiek van natuurbranden en een overzicht van lopende initiatieven is opgenomen in een apart Basiskennisdocument 1. Er is bovendien een korte introductie op het gebied van natuurbranden beschikbaar in de vorm van de NIFV Kennispublicatie Natuurbranden 2. Voor meer achtergrondinformatie en actueel nieuws wordt verwezen naar de website van het Nationaal Informatieknooppunt Natuurbranden ( Aanleiding Dit adviesdocument is opgesteld op verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie (VenJ). Directe aanleiding vormt de beleidsreactie van de minister van VenJ in antwoord op de uitkomsten van de onderzoeken van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) over natuurbrandbestrijding die in 11 mei 2011 werden gepresenteerd 3. In zijn beleidsreactie 4 aan de Tweede Kamer stelt de minister van VenJ dat de rapporten van de Inspectie OOV bevestigen dat het risico op een natuurbrand in Nederland met aanzienlijke impact relevant te noemen is. Niet voor niets maakt het scenario onbeheersbare natuurbrand onderdeel uit van de Nationale Risicobeoordeling. Ook recente incidenten laten zien welke impact natuurbranden kunnen hebben, zoals bij Bergen aan Zee, op de Strabrechtse heide en in de natuurgebieden Fochteloërveen en Aamsveen. De minister noemt de uitkomsten van het IOOV-rapport zorgelijk en stelt dat de conclusies van het rapport niet zonder voortvarende actie kunnen blijven. Hij onderschrijft ook de aanbevelingen van de Inspectie OOV en formuleert een aantal concrete beleidsacties 5 primair gericht om de multidisciplinaire crisisbeheersing specifiek voor natuurbranden te professionaliseren. 1 Basiskennisdocument Natuurbranden, versie november 2011, zie 2 Kennispublicatie Natuurbranden: de 15 meest gestelde vragen, Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 voor een opsomming van de door de minister van VenJ geformuleerde beleidsacties. Pagina 8

11 1.3. Centrale doelstelling Centraal doel waaraan door alle betrokken partners de komende vier jaar in dit Werkprogramma Natuurbranden wordt bijgedragen, is: De risico s van onbeheersbare natuurbranden voor de belangrijkste risicogebieden in Nederland op een niveau brengen en houden dat bestuurlijk aanvaardbaar wordt geacht vanuit het oogpunt van maatschappelijke veiligheid en de continuïteit van de vitale infrastructuur in Nederland. Alle vanuit dit Werkprogramma te ondernemen activiteiten en te plegen investeringen in tijd, capaciteit en middelen worden door de landelijke kerngroep Natuurbranden getoetst aan het bijdragen van deze doelstelling. Het is overigens nog niet scherp afgebakend waar de grens ligt voor wat dan maatschappelijk onaanvaardbaar is. Het is daarom nodig om een gedeeld kader, een gewenst basis kwaliteitsniveau (zie pijler 3), te ontwikkelen om de mate van aanvaardbaarheid te concretiseren Werkprogramma natuurbranden: urgentie in het kort In deze paragraaf wordt kort de urgentie beschreven waarom er wordt geïnvesteerd in een landelijk Werkprogramma Natuurbranden. Een meer uitgebreide uiteenzetting van nut en noodzaak en de al opgedane ervaringen en resultaten in het landelijke project is opgenomen in het Basiskennisdocument Natuurbranden. De Nationale risicobeoordeling In de Bevindingenrapportage 2008 van de Nationale Risicobeoordeling (NRB) is geconstateerd dat in droge perioden ook in ons land een onbeheersbare natuurbrand de potentie heeft om zich snel uit te breiden tot een grootschalig incident. Een incident met een stevig impact, dat ernstig is en de capaciteit van de (inter)regionale crisisorganisatie al snel op diverse manieren overstijgt 6. De waarschijnlijkheidsanalyse van het nationaal incidentscenario natuurbranden is gebaseerd op onderzoek dat in 2008 is verricht naar de waarschijnlijkheid van onbeheersbaarheid van natuurbranden op de Veluwe 7. Daaruit blijkt dat de kans dat er op de Veluwe een natuurbrand ontstaat die onbeheersbaar is gemiddeld ongeveer 4 % per jaar is. In droge perioden bedraagt deze kans zelfs 50 % per jaar. Ook blijkt dat deze kans is terug te brengen tot 40 % per jaar, wanneer de brandweer en veiligheidsregio s in staat worden gesteld om optimale capaciteit op de bestrijding van het incident te zetten inclusief de bijbehorende operationele voorbereiding. Dit betekent dat ter aanvulling op de brandbestrijding door de hulpdiensten aanvullende preventieve maatregelen nodig zijn om risico s van natuurbranden tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te verlagen. De kans op een onbeheersbare natuurbrand is kortom veel hoger dan maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht voor andere omgevingsrisico s, zoals overstromingen en vervoer, opslag en gebruik van 6 BZK, Nationale Risicobeoordeling. Bevindingenrapportage Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 7 Gulik, A.T.W. van (2008), Natuurbrand, een onderschat risico. Kwantitatieve en kwalitatieve benadering om te komen tot bestuurlijke en operationele prioritering in de risico s in de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. Master of Public Safety, Technische Universiteit Delft. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de waarschijnlijkheid van onbeheersbare natuurbranden in andere gebieden in Nederland. Pagina 9

12 gevaarlijke stoffen. Door klimaatverandering neemt de kans op een onbeheersbare natuurbrand naar verwachting de komende jaren verder toe 8. Directe- en indirecte kosten van natuurbranden Op basis van een grove eerste indicatie van de kosten van brandbestrijding en crisisorganisatie en kosten voor natuurherstel door de grote natuurbranden in de periode is een bedrag van 7 miljoen berekend. Deze inventarisatie is verre van volledig, doordat gegevens ontbreken of niet zijn aangeleverd. De werkelijke kosten vallen naar verwachting veel hoger uit. De onderlinge terugvordering van de gemaakte kosten tussen veiligheidsregio s is een tijdrovende zaak. Het kan jaren duren voordat deze betalingen zowel bestuurlijk als administratief in overleg met het ministerie van VenJ zijn afgehandeld. Het gaat om grote bedragen die regelmatig leiden tot bestuurlijke discussie in de gemeenteraden van zowel gemeenten die kosten in rekening willen brengen als de gemeenten die op moeten dragen voor de kosten. Bij de uitwerking van het nationale incidentscenario natuurbranden is in 2008 in kaart gebracht wat de economische schade zou kunnen zijn, indien sprake was van een onbeheersbare natuurbrand op basis van de toen beschikbare kennis. De belangrijkste posten zijn onder meer materiële schade aan verwoeste campings, schade aan spoor (voorzieningen), schade aan snelweg (voorzieningen), schade aan woningen / boerderijen / bedrijven, kosten van herplantplicht op basis van schademeldingen van de Onderlinge Bossenverzekering, gezondheidskosten. Verder is er sprake van indirecte kosten in de vorm van imagoschade voor de recreatiesector, bedrijfsschade door uitval / aantasting van vitale infrastructuur (meerdaagse afsluiting spoor, meerdaagse afsluiting snelweg, schade aan hoogspanningsleiding / hogedrukgasleiding / waterpompstation, opschorten defensiebivak, mogelijk industriële wateronttrekking). Mogelijk schade als gevolg van gederfde houtopbrengst gedurende 30 jaar (afhankelijk van instandhoudingsdoelstellingen van het natuurgebied en beleid & beheer door terreineigenaar) en herstelkosten infrastructurele voorzieningen en natuurgebied. De economische betekenis recreatie in natuurgebied De Veluwe De Veluwe is het grootste aaneengesloten bos- en natuurgebied in Nederland. Jaarlijks gaan ruim 20 miljoen dagjesmensen en 1,7 miljoen vakantiegangers naar de Veluwe. De totale hoeveelheid geld die door de recreatieve sector in het gebied wordt omgezet, wordt becijferd op 1 miljard euro per jaar. Daarnaast levert de toeristische sector aan ruim mensen een baan; dat is 5% van de Veluwse beroepsbevolking. Door de combinatie van rust, ruimte en natuur vestigen ook bedrijven zich graag in de provincie Gelderland (Van der Heide 2005) Aansluiten op wettelijke kaders De oplossingsrichtingen en mitigerende maatregelen, die op het gebied van natuurbrandbeheersing en natuurbrandbestrijding worden ontwikkeld dienen te passen binnen de kaders van bestaande Europese en nationale wet- en regelgeving. De huidige wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur en recreatie en veiligheid biedt onvoldoende houvast om tot een heldere verantwoordelijkheidsverdeling te komen op het terrein van natuurbrandpreventie. Onduidelijk bij het schrijven van dit Werk- 8 Een Delta in beweging, bouwstenen voor een klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland, p 84-86, Planbureau voor de Leefomgeving, september Natuurbranden in Schoorl en Bergen, Fochteloërveen, Aamsveen, Strabrechtse Heide en Kalmthoutse heide. 10 Natuur en landschap op waarde geschat. Wat is de economische waarde van natuur en landschap?, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Den Haag, april Pagina 10

13 programma is of bijvoorbeeld de nieuwe Omgevingswet op dit punt voor verduidelijking gaan zorgen. Het binnen de nieuwe wetgeving opnemen van het adagium comply or explain kan daarbij als leidraad fungeren om aan fysieke veiligheid wel of niet invulling te moeten geven als gebruiker/beheerder. De mogelijkheden hiertoe worden onderzoecht door de ministeries van VenJ, IenM en EL&I. Binnen dit beperkte wettelijke kader is het van belang dat de samenwerkende partijen de ruimte krijgen om voorstellen voor natuurbrandpreventieve maatregelen in de reguliere bestuurlijke besluitvormingsprocessen in te bedden.. Veiligheid heeft een prijs, maar deze dient op basis van een integrale risicoanalyse wel reëel en aanvaardbaar te zijn voor de betrokken partners. Juist door in gezamenlijkheid van alle betrokken partners tot een set van risico reducerende maatregelen te komen, wordt de basis gelegd voor het door het bevoegd gezag nemen van verantwoorde besluitvorming. Besluitvorming betreffende het verantwoord omgaan met omgevingsrisico s op basis van een integraal advies. Door de vijf beginselen, geformuleerd in hoofdstuk 2, als uitgangspunt te nemen voor de verantwoordelijkheidsverdeling voor publiek-private samenwerking op het gebied van natuurbrand-beheersing en - bestrijding blijft er voor alle betrokken partners voldoende bewegingsvrijheid om de eigen (bedrijfs)continuïteit te waarborgen en een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke continuïteit. Het vastleggen van deze beginselen in de wetgeving, meer specifiek de nieuwe Omgevingswet, dient er aan bij te dragen dat het kader, om tot een heldere verantwoordelijkheidsverdeling te komen, wordt gelegd Interbestuurlijke samenwerking natuurbranden In het landelijke project Interbestuurlijke samenwerking natuurbranden wordt sinds december 2009 gewerkt aan het ontwikkelen van een samenwerkingsstrategie op het gebied van natuurbranden. Deze beoogt samenhang te brengen in de diverse initiatieven op het gebied van natuurbrandbeheersing en -bestrijding die in ons land worden genomen, en deze vervolgens op een hoger plan te brengen. Het landelijke project natuurbranden wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) in opdracht van het ministerie van VenJ en in samenspraak met het Veiligheidsberaad 11. In dit project werkt de VNOG onder leiding van landelijk kwartiermaker (sinds oktober 2010) nauw samen met de Veiligheids- en Gezondheidsregio Midden-Gelderland (VGGM). Beide regio s worden landelijk door de Inspectie OOV gezien als de expertregio op het gebied van risicobeheersing en bestrijding van natuurbranden. Einddatum van het landelijk project natuurbranden is 31 december De landelijke Kerngroep Natuurbranden heeft onder leiding van de landelijk kwartiermaker Natuurbranden de afgelopen maanden onder meer gewerkt aan onderstaande activiteiten. Het in samenspraak met de provincies Gelderland en Noord-Holland stimuleren van een gebiedsgerichte benadering en aanpak van Natuurbranden. De Gelderse aanpak dient hierbij als voorbeeld voor de overige gebieden in Nederland. De provincies zijn in Nederland de gebiedsregisseur en kunnen ook op het terrein van natuurbrandpreventie een regisseursrol vervullen om betrokken partners rondom de meest risicovolle gebieden te stimuleren met haalbare en betaalbare beheersmaatregelen te komen. In september zijn ook de provincie Noord-Brabant met een eigen Taskforce Natuurbranden en de provincie Zuid-Holland aangehaakt bij het landelijk project. 11 Subsidieverlening vervolgactiviteiten 'Interbestuurlijke samenwerking natuurbranden'. Brief van het ministerie van VenJ aan VNOG, kenmerk , datum 30 maart Pagina 11

14 Het voeren van een lobby vanuit het ministerie van VenJ en EL&I gericht op het departement IenM om een veiligheid als randvoorwaarde in de nieuwe Omgevingswet te borgen. Daarnaast wordt vanuit het ministerie van EL&I overwogen om te komen tot afspraken over de relatie tussen beheer en natuurbranden in contracten met bijvoorbeeld Bosschap en RECRON. Dit zodat veiligheidsrisico s aan de voorkant worden meegenomen bij de (her)inrichting en beheer van het landelijk gebied en het samenspel tussen de belangen van natuur, gebruik, recreatie en bewoning. Het aanhaken van de vitale sectoren ter bescherming van de vitale infrastructuren. Zo zijn gesprekken gevoerd met VNO-NCW én de drinkwater- en energiesector. Het binnen de NVBR bijdragen aan de ontwikkeling van een nieuwe eenduidige doctrine vanuit de brandweer voor natuurbrandpreventie en natuurbrandbestrijding. De minister hoopt daarbij dat met de ontwikkeling van de expertregio Natuurbranden de uitvoering van deze visie binnen de veiligheidsregio s, in samenspraak met het Veiligheidsberaad, voortvarend ter hand kan worden genomen. Het in samenspraak met onderzoeksinstituut Alterra (onderdeel van de Universiteit van Wageningen) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in kaart brengen van de relatie tussen klimatologische veranderingen en natuurbranden. Het PBL heeft op 26 september 2011 haar rapport Een delta in beweging. Bouwstenen voor een klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland uitgebracht. Door een intensieve lobby is hierin ook de problematiek van Natuurbranden benoemd. Het, in samenspraak met Infopunt Veiligheid, opzetten van een landelijk Informatieknooppunt Natuurbranden. De basisstructuur is te benaderen via de website Tevens is onder de vlag van het informatiepunt een flyer ontwikkeld met basisinformatie over het landelijk project. Eind oktober 2011 is de kennispublicatie Natuurbranden: de 15 meest gestelde vragen uitgebracht. In overleg met het NIFV, het Bosschap, de Unie van Bosgroepen, Unie van Bossenverzekering en de stichting Bargerveen zijn de eerste stappen gezet om een basiscursus Natuurbranden voor in eerste instantie brandweer en terrein beherende organisaties te ontwikkelen Landelijke Kerngroep Natuurbranden Voor het organiseren van de veiligheidsketen natuurbranden is samenwerking nodig tussen de vier klassieke kolommen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing: gemeenten, brandweer, politie en GHOR, Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampenbestrijding. Zij vormen immers de kern van de samenwerking binnen de veiligheidsregio. Verder is het noodzakelijk om ook andere partijen actief en structureel te betrekken die tot op heden nog niet, nauwelijks of alleen ad hoc betrokken waren. Het gaat om partijen die op tal van manieren belang hebben bij of een bijdrage kunnen leveren aan de samenwerking op het gebied van natuurbrandbeheersing en -bestrijding. Te denken valt aan brancheorganisaties, terreineigenaren, recreatieondernemers, ministeries, provincies, defensie, vitale infrastructuurbedrijven, loonwerkbedrijven, kennisinstituten en burgers. Om de organisatie van deze samenwerking mogelijk te maken is daarom in het kader van het landelijk project natuurbranden in oktober 2010 de Landelijke Kerngroep Natuurbranden opgericht. De kerngroep staat onder voorzitterschap van de landelijk kwartiermaker natuurbranden. De kerngroep bestaat uit deskundigen en voorlopers op het gebied van natuurbranden die zich in willen zetten voor het onder- Pagina 12

15 werp. De kerngroep adviseert de landelijk kwartiermaker, is zijn klankbord en fungeert als ambassadeur. In deze kerngroep zijn de volgende partijen vertegenwoordigd 12 : Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Veiligheidsberaad Nederlands Genootschap van Burgemeesters Voorlopers Provincies: provincies Gelderland en Noord Holland. De CdK van Gelderland is binnen de kring van CdK s ambassadeur van het onderwerp natuurbranden. Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) Raad van Korpschefs, vertegenwoordigd door de korpschef van de politie regio Noord- en Oost- Gelderland Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen, GHOR Nederland Bosschap RECRON, Vereniging Recreatieondernemers Nederland ANWB, Koninklijke Nederlandse Toeristenbond Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) Met de organisaties die geen zitting hebben binnen de landelijke kerngroep vindt periodiek afstemming plaats over de gewenste betrokkenheid bij de uitvoering van dit Werkprogramma. 12 De VNG heeft, ondanks een formeel verzoek van de minister, aangegeven geen onderdeel uit te willen maken van de landelijke kerngroep. Zij kiest ervoor zich te laten vertegenwoordigen door het Veiligheidsberaad. Het contact met gemeenten loopt via het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters of met direct betrokken gemeenten. Pagina 13

16 2. Verantwoordelijkheid verdelen langs vijf centrale beginselen De Landelijke Kerngroep Natuurbranden heeft de afgelopen maanden de basis voor publieke- en private samenwerking rondom Natuurbranden vorm en inhoud gegeven langs een vijftal beginselen. Deze vijf beginselen vormen het hart van het uit te voeren Werkprogramma en de daarin uitgewerkte ambities. Deze vijf beginselen vormen het vertrekpunt voor alle betrokken partners om op landelijk niveau én in de belangrijkste risicogebieden het gesprek aan te gaan over verantwoordelijkheidsverdeling en het nemen van preventieve en repressieve maatregelen Vijf beginselen voor publiek-private samenwerking De Landelijke Kerngroep Natuurbranden heeft een vijftal beginselen voor publiek-private samenwerking geformuleerd als antwoord op het vraagstuk van de verantwoordelijkheidsdeling. Dit vraagstuk kenmerkt zich door de paradox, dat de betrokken partijen eigenlijk eerst een heldere verantwoordelijkheidsdeling zouden willen hebben alvorens zich te committeren tot samenwerking. Tegelijkertijd is ook duidelijk dat een helderheid in de verantwoordelijkheidsdeling eigenlijk alleen maar tot stand kan komen door in de praktijk samen te gaan werken op landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal niveau. De geformuleerde vijf beginselen voor samenwerking zijn: 1. Voorzorgsbeginsel: Het is noodzakelijk te borgen dat publieke en private partijen zorgen voor een integrale analyse van natuurbrandrisico s en een inventarisatie van mitigerende of compenserende maatregelen 13, waarvan de uitkomsten worden meegenomen in de gezamenlijke belangenafweging op de diverse niveaus en processen van plan- en besluitvorming. Uitgangspunt is dat de belanghebbende partijen het omgevingsrisico natuurbrand niet alleen benaderen vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor maatschappelijk- of bedrijfscontinuïteit. Het is van belang dat men gezamenlijk de verantwoordelijkheid oppakt om met omgevingsrisico s en onzekerheden om te gaan vanuit een samenwerkingsstrategie die zorgvuldig, transparant en op de situatie toegesneden is. Dit is noodzakelijk omdat er allerlei onderlinge afhankelijkheden bestaan tussen de belanghebbende partijen in de risicofase, de incidentfase en de nafase van natuurbranden. 2. Haalbaarheidsprincipe: Natuurbrandmaatregelen die worden voorgesteld moeten haalbaar en betaalbaar zijn voor de betrokkenen. Nut en noodzaak van maatregelen dienen vanuit een integrale risicoanalyse aantoonbaar te worden gemaakt voor het bevoegd gezag. Van iedere betrokken partner wordt verwacht dat hij naast het nemen van de verantwoordelijkheid voor behoud van de eigen continuïteit of (bescherming van de zakelijke en/of maatschappelijke) belangen, tevens de afweging maakt om vanuit een integrale risicoanalyse op verzoek van of samen met andere partners investeert in de bescherming van het gemeenschappelijk belang. 13 Onder mitigerende & compenserende maatregelen wordt verstaan: maatregelen om belangrijke nadelige gevolgen op het milieu te voorkomen, te beperken of zoveel mogelijk teniet te doen Pagina 14

17 3. Financieel evenredigheidsbeginsel: Om de betaalbaarheid mogelijk en maatschappelijk aanvaardbaar te maken, dienen de kosten van natuurbrandmaatregelen evenredig over betrokken partijen te worden verdeeld. Het kan bijvoorbeeld niet mogelijk zijn de kosten bij één natuureigenaar of recreatieondernemer te beleggen als daarmee veel grotere belangen gemeentelijk, regionaal, provinciaal en landelijk gediend zijn. 4. Risicoacceptatie: Na de integrale risicoanalyse en de bijbehorende genomen of te nemen individuele of gemeenschappelijke maatregelen blijft altijd een restrisico over. Acceptatie van dit restrisico is een verantwoordelijkheid van bevoegd gezag. Afhankelijk van de reikwijdte van de voorgestelde maatregelen kan besloten worden om af te zien van het nemen van maatregelen (beargumenteerd afwijken). Dit betekent dat een hoger restrisico maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. Consequentie is wel dat altijd over de acceptatie van dit restrisico eenduidig met burgers en betrokkenen (publieke en private) partners dient te worden gecommuniceerd. Daarbij hoort ook voorlichting geven over handelingsperspectieven die een ieder (burger, ondernemer, toerist, recreant, beheerder) in staat stelt om zich op dit restrisico adequaat voor te bereiden vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. 5. Effectieve samenwerking bij incidenten en crises. Helder dient te zijn wat in Nederland de repressieve crisisdoctrine is (inclusief nazorg) wanneer een onbeheersbare natuurband zich wel voordoet. In deze warme fase hebben de betrokken partijen hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en dient de verantwoordelijkheidsverdeling helder te zijn. De basis hiervoor wordt gevormd door de afspraken zoals die zijn neergelegd in de Wet Veiligheidsregio s Krachten bundelen binnen één landelijk werkprogramma De samenwerking in het Werkprogramma is voor een belangrijk deel gestoeld op het adagium de brug bouwen terwijl je erover heen loopt 14. Een brug gebouwd op drie pijlers. Vanuit één werkprogramma wordt door alle betrokken partners gewerkt aan een gezamenlijke aanpak op het terrein van Natuurbranden. Binnen dit programma worden onderstaande drie verschillende pijlers onderscheiden waaraan invulling dient te worden gegeven. Pijler 1: Natuurbrandpreventie Pijler 2: Multidisciplinaire crisisorganisatie & nafase Natuurbranden Pijler 3: Onderzoek en & randvoorwaarden In het schema op de volgende pagina zijn per pijler de belangrijkste op te pakken thema s benoemd. 14 Onder verwijzing naar het boek van Quinn, R. (2004) De brug bouwen terwijl je erover loopt Een gids voor leidinggeven bij verandering. Academic Service Pagina 15

18 Pijler 1 Natuurbrandpreventie Gebiedsgerichte benadering in voorbeeldgebieden Risico-inventarisatie- en analyse belangrijkste risicogebieden (pilots) Integrale aanpak geprioriteerde risicogebieden per provincie (pilots) Integraal advies aan bevoegd gezag over te nemen maatregelen Natuurbrandpreventieve aanpak gemeenten in voorbeeldgebieden (pilots) Doelgroepgerichte risicocommunicatie en voorlichting door afstemmen beleid en te verstrekken boodschappen Borgen adviesrol Veiligheidsregio s aan bevoegd gezag conform Wet Veiligheidsregio s Ontwikkelen Bedrijfsnoodplannen recreatiebedrijven Pijler 2 Multidisciplinaire Crisisbeheersing en nafase Opvolging beleidsacties minister VenJ Geformuleerd n.a.v. IOOV rapporten. Thema s: Handreiking Basisniveau Natuurbranden VR s Interregionale capaciteitenanalyse Interregionale bijstand Ontwikkeling expertregio Alerteringssysteem hulpverleners Waarschuwingssysteem bevolking Borging Technisch Brandonderzoek Opzet Natuurbrandstatistiek Opzet les- en (bij)scholingsprogramma Ontwikkelen Evacuatiestrategieën voor belangrijkste risicogebieden Problematiek Nafase: Opvang en nazorg toeristen en recreanten Kosten interregionale bijstand en schade aan natuurgebieden door hulpverleners Pijler 3 Onderzoek en Randvoorwaarden Borging voorzorgbeginsel in nieuwe Omgevingswet Maken afspraken tussen Rijk en centrale partners zoals verenigingen, bedrijfschappen, brancheorganisaties over toepassen voorzorgsbeginsel Ontwikkeling strategische onderzoeksagenda in samenspraak met kennisinstituten Ontwikkelen en in de markt zetten Basiscursus Natuurbranden Praktijkvalidatie NIFV natuurbrandverspreidingsmodel Doorontwikkeling als de centrale kennisomgeving Monitoren en evalueren praktijkresultaten Enerzijds bouwt het Werkprogramma voort op de lopende initiatieven, zoals deze in beeld zijn gebracht in het Basiskennisdocument Natuurbranden. Anderzijds is het de bedoeling dat dit Werkprogramma binnen iedere pijler ook ruimte biedt aan nieuwe initiatieven die kunnen ontstaan. Dit is nodig, omdat de publiek-private samenwerking op het gebied van natuurbrandbeheersing en -bestrijding in ons land nog in de kinderschoenen staat. De afzonderlijke pijlers kennen hun eigen ambities en aandachtspunten. In de volgende hoofdstukken zijn de drie pijlers nader uitgewerkt en zijn de onderliggende ambities van de betrokken partners beschreven. Hoewel de drie pijlers ieder hun eigen dynamiek en aanpak kennen, is het van belang te erkennen dat er sprake is van communicerende vaten. Immers een investering in een integrale aanpak van risicobeheersing gekoppeld aan de belangrijkste risicogebieden in Nederland heeft automatisch gevolgen voor een meer effectieve en efficiënte multidisciplinaire aanpak van de crisisbeheersing van die gebieden. Het investeren in pijler 3 Onderzoek en randvoorwaarden levert betere en meer heldere (juridische) kaders op vanuit het Rijk, zorgt voor betrouwbare gegevens en onderliggende onderzoeksinformatie én creëert een centrale kennismarktplaats om de geformuleerde ambities op het gebied van risicobeheersing en multidisciplinaire crisisbeheersing helpen realiseren. Pagina 16

19 3. PIJLER 1: NATUURBRANDPREVENTIE De Landelijke Kerngroep Natuurbranden adviseert een gebiedsgerichte benadering centraal te stellen voor een gezamenlijke aanpak van natuurbrandpreventie in Nederland. Bij deze aanpak staan de afzonderlijke ambities die betrokken partners voor zichzelf hebben geformuleerd centraal. Om deze ambities op elkaar te laten aansluiten en de centraal geformuleerde doelstelling uit paragraaf 1.3 te realiseren wordt de focus gelegd op het bereiken van tastbare resultaten in enkele voorbeeldgebieden. Eén van deze voorbeeldgebieden is de provincie Gelderland en mogelijk sluiten de provincies Noord- Holland en Noord-Brabant hier op korte termijn bij aan. Een gebiedsgerichte benadering leent zich goed voor samenwerking tussen overheden en organisaties bij ingewikkelde vraagstukken die gemeentegrensoverschrijdend zijn 15. Het is een benadering waarbij maatwerk geleverd kan worden die is toegesneden op de specifieke kenmerken van een gebied. Gebieden hebben vaak een eigen ontstaansgeschiedenis in ecologische, sociale en economische zin. Bovendien biedt deze benadering de mogelijkheid om in een paar te selecteren belangrijke risicogebieden ervaring op te doen met het ontwikkelen van gezamenlijk beleid. Uitgangspunt daarbij is vanuit ene integrale risicoanalyse te komen tot gedragen maatregelen die de risico s in de risicogebieden beter beheersbaar maken. Op basis van de leerervaringen uit de voorbeeldgebieden kunnen vervolgens lessen worden getrokken die landelijk kunnen worden toegepast. Door in het Werkprogramma praktisch aan de slag te gaan in een aantal voorbeeldgebieden kan al werkenderwijs meer helderheid worden gecreëerd in de verantwoordelijkheidsdeling. Vooral op het gebied van natuurbrandpreventie dient deze verantwoordelijkheidsverdeling tussen de drie bestuurslagen (rijk, provincies, gemeenten) en andere publieke- en private partners te worden verhelderd. Daarbij kan op hoofdlijnen de volgende rolverdeling en onderliggende ambities per betrokken partner in beeld worden gebracht Rol en ambitie Rijk Betrokkenheid van het Rijk is en blijft nodig vanwege haar systeemverantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid, ruimtelijke ordening, milieu, natuur en recreatie. Interdepartementaal is het de rol van de departementen van VenJ (veiligheid), IenM (ruimtelijke ordening en milieu) en EL&I (natuur) om eenduidige juridische- en beleidskaders te scheppen. Met deze kaders kan een heldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen betrokken partijen op het gebied van natuurbrandpreventie worden bevorderd. De mogelijkheden worden onderzocht door de departementen om binnen de nieuwe Omgevingswet fysieke veiligheid als randvoorwaarde te borgen. Het Rijk heeft de ambitie om binnen de bestaande kaders en het voor haar beschikbare instrumentarium tot concrete afspraken te komen met betrokken landelijke organisaties zoals Veiligheidsberaad, VNG, Bosschap en RECRON over het toepassen van de vijf geformuleerde beginselen. Deze afspraken op het gebied van ruimtelijke ordening, natuurbeheer, recreatie en veiligheid dienen bij te dragen aan het realiseren van de centrale doelstelling. Daar waar op provinciaal, regionaal of lokaal niveau knelpunten optreden bij het treffen van noodzakelijke preventieve maatregelen kan het Rijk indien nodig, op basis van de gemaakte landelijke afspraken, interveniëren. 15 De praktijk van gebiedsgericht werken, brochure van de Agenda Vitaal Platteland (AVP) en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Pagina 17

20 Interdepartementale betrokkenheid is wellicht ook nodig voor het ontwikkelen van een toetsingskader Natuurbranden vanuit interbestuurlijk toezicht. Provincies en gemeenten kunnen daarmee in hun rol van bevoegd gezag beoogde natuurbrandmaatregelen, die tot stand zijn gekomen op basis van de vijf beginselen, beoordelen op maatschappelijke aanvaarbaarheid van het omgevingsrisico natuurbranden. Het Werkprogramma biedt bij uitstek de gelegenheid om nut en noodzaak van een dergelijk toetsingskader, dat tot op heden nog ontbreekt, te onderzoeken. De ministeries van VenJ, IenM en EL&I nemen het initiatief voor dit onderzoek. Departementen hebben op diverse terreinen als wateroverlast en externe veiligheid al veel nationale en internationale ervaring opgedaan met preventieve maatregelen, maar ook het maken van beleid en bedenken van uitvoeringsmaatregelen voor thema s als grootschalige evacuatie. Het Rijk zal actief deze kennis ter beschikking stellen zodat partners werkzaam binnen dit werkprogramma deze kennis actief kunnen benutten. Vanuit het Rijk wordt ook de betrokkenheid van Defensie op het gebied van natuurbrandpreventie geborgd. Defensie is namelijk niet alleen beheerder van grote natuurterreinen, maar heeft veel expertise en kennis die in het kader van natuurbrandpreventie kunnen worden benut. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de mogelijkheden in het kader van civiel-militaire samenwerking wordt verwezen naar paragraaf Rol en ambitie provincies In de planvorming voor de ruimtelijke inrichting wordt door provincies en gemeenten rekening gehouden met normen voor geluid en luchtkwaliteit. Zogenoemd preventief beleid, in het belang van de gezondheid van de burger. Rekening houden met de kans op een natuurbrand is nog niet vanzelfsprekend in de ruimtelijke inrichting. Ligt hier een (regie)rol voor de provincies? En hebben ook andere partijen een verantwoordelijkheid? Natuurbrandpreventie is een pioniersproject Natuurbranden zijn een zogenoemd beleidsarm dossier. Preventie van natuurbranden heeft pas effect als alle actoren die een rol hebben in de veiligheidsketen bijdragen aan een gebiedsgerichte aanpak. Natuurbranden hebben effect op veel sectoren waaronder burgers, hulpverlening, gemeenten, recreatieondernemers en natuurbeheerders etc. 100% voorkomen van een natuurbrand is een utopie. Een pioniersproject biedt enerzijds inzicht in de kennis en middelen van bedrijfsleven, kennisinstituten, belangenorganisaties en ondernemende burgers. Anderzijds biedt het inzicht in mogelijkheden om het risico van een natuurbrand in een gebied via bijvoorbeeld structuurplannen en bestemmingsplannen te verkleinen. Uitgangspunt is dat iedere partner zelf maatregelen treft binnen de eigen verantwoordelijkheden. Daarbij geldt het evenredigheidsprincipe: een partij heeft geen onevenredige kosten in het vergroten van de veiligheid. Ook dient er duidelijkheid te zijn over de omvang van het restrisico van een natuurbrand, om te bepalen of dat aanvaardbaar is in vergelijking met andere risicobronnen. In de provinciale regierol betekent dit dat de provincie zich richt op de proceskant en stuurt op het bevorderen van goede besluitvormingsprocessen. Pagina 18

21 Wat kan de regierol van de provincies inhouden? De provincie kan als gebiedsregisseur de regie nemen om samen met partijen kennis en ervaringen te delen zodat een gebied zo veilig mogelijk wordt ingericht. De focus van de provincie kan daarbij gericht zijn op het lerende vermogen van de samenleving. Daarnaast kan de provincie voor een risicogebied in een interactief proces met de betrokken partijen naar maatwerkoplossingen zoeken. Zodanig dat dit voor alle partijen een voordeel oplevert. Bijvoorbeeld een campinghouder kan aangeven wat hij van de andere partijen verwacht en wat hij zelf doet voor de veiligheid van zijn gasten. Door als provincie dit interactieve proces te bevorderen worden maatregelen op elkaar afgestemd. Hiermee wordt een stap gemaakt naar een meer natuurbrandbestendige gemeenschap. Hiermee is in de VS en Canada al veel ervaring opgedaan, en is de preventie op een hoger plan getild. Door pilotprojecten ontstaat een helder beeld over maatwerkoplossingen en de benodigde middelen. Dan kan de volgende fase worden gestart. Een fase waarin duidelijkheid kan worden gegeven over de verantwoordelijkheden per partij en de verdeling van de middelen Voorbeeldgebied Provincie Gelderland De provincie Gelderland neemt het initiatief om samen met de regionale en nationale partners uit de veiligheidsketen het aanzienlijke risico op een onbeheersbare natuurbrand met grote maatschappelijke gevolgen te verminderen en nieuwe risico's te voorkomen. Hiervoor werkt Gelderland aan (ruimtelijke) maatwerkoplossingen op basis van resultaten van pilots. Daarnaast wordt de samenwerking tussen partijen die betrokken zijn bij natuurbrandpreventie en -bestrijding bevorderd. Concrete activiteiten: er worden twee pilots uitgevoerd in samenwerking met betrokken partners; de resultaten van de pilots worden vertaald in een provinciaal Werkprogramma natuurbranden (2011/begin 2012). Belangrijke input voor het vervolg na de eerste pilot met het gebied Epe/Nunspeet is om te komen tot de selectie van de volgende pilot en de opbouw van het vervolgprogramma. Om tot deze selectie te komen heeft de provincie Gelderland aan de drie veiligheidsregio s gevraagd een top 10 van belangrijkste risicogebieden voor het omgevingsrisico natuurbranden aan te leveren. Bij de uitvoering van de twee pilots wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan kennisuitwisseling met en betrokkenheid van andere provincies, gemeenten en andere te betrekken partners (zoals terreineigenaren, recreatieondernemingen, Defensie, vitale infrastructuren) Ontwikkelingen andere provincies De provincie Noord-Holland heeft het initiatief genomen om op 12 oktober 2011 een startconferentie te organiseren over het thema Natuurbranden. Hiervoor waren de belangrijkste partners in Noord-Holland uitgenodigd met als doel draagvlak te creëren én concrete input te verzamelen voor een op te zetten gezamenlijk Werkprogramma in Noord-Holland. De uitkomsten van deze conferentie hebben er onder meer toe geleid dat de provincie Noord-Holland het initiatief neemt om, analoog aan het voorbeeld in Gelderland, in 2012 te starten met één gebiedsgerichte pilot rondom natuurbrandpreventie. Verder geeft de provincie Noord-Holland de opdracht aan de veiligheidsregio s Noord Holland Noord en Kennemerland om de belangrijkste risicogebieden in kaart te brengen. Op basis van deze inventarisatie én de uitkomsten van de gebiedsgerichte pilot wordt met betrokken partners de verdere vervolgaanpak gedefinieerd. Pagina 19

22 Binnen de provincie Noord-Brabant is in september 2011 een Taskforce Natuurbranden ingericht met als doel Brabant beter voor te bereiden op de risico s van een onbeheersbare natuurbrand. De Taskforce richt zich op: het vertalen van de aanbevelingen van de rapporten van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid over de brand op de Strabrechtse Heide en het Themarapport Natuurbranden in concrete vervolgacties; het inventariseren van de risico s op een onbeheersbare natuurbrand in Brabant; het formuleren van voorstellen die leiden tot een betere bewustwording van de gevaren van een onbeheersbare natuurbrand bij alle betrokken partijen; het formuleren van voorstellen om te komen tot een betere samenwerking tussen alle betrokken partijen op het gebied van natuurbrandpreventie en -bestrijding. Verder heeft de CdK Zuid-Holland opdracht gegeven om binnen de Provincie Zuid-Holland tot een integraal voorstel te komen, waarmee vanuit het perspectief van ruimtelijke ordening, natuur, recreatie en veiligheid de problematiek van natuurbranden op de agenda kan worden gezet van het provinciebestuur Rol en ambitie gemeenten Omdat de VNG niet binnen de landelijke kerngroep Natuurbranden is aangehaakt is, onder regie van de Landelijke Kerngroep Natuurbranden, gekozen om een via een pilotproject direct betrokken gemeenten aan te haken. Dit project, onder de werktitel Natuurbrandveilige gemeenten (werktitel), richt zich op de ontwikkeling van een gemeentelijk uitvoeringsmodel, dat individuele gemeenten in staat stelt om actief natuurbrandpreventiebeleid te voeren. Gedacht wordt aan het ontwikkelen van een logische set van praktische instrumenten waarmee de gemeente op gerichte wijze burgers, terreinbeheerders, recreatieondernemers en andere instellingen en bedrijven kan stimuleren tot het nemen van maatregelen op het gebied natuurbrandpreventie en zelfredzaamheid. Het basisconcept voor de ontwikkeling van dit gemeentelijke uitvoeringsmodel wordt ontleend aan Firewise communities 16, een benadering van natuurbrandveiligheid die al geruime tijd succesvol wordt toegepast in de Verenigde Staten van Amerika. Deze benadering is gebaseerd op state-of-the-art inzichten met betrekking tot wetenschappelijk natuurbrandonderzoek die internationaal hoog in aanzien staan. Ook is er in deze methode veel aandacht voor de verantwoordelijkheidsdeling tussen samenwerkingspartners. Het vergt echter wel een vertaalslag om deze methode geschikt te maken voor de Nederlandse situatie. De gemeenten die aan deze pilot deelnemen kiezen er dus voor met de lokale gemeenschap actief te investeren in een natuurbrandpreventieve aanpak. Dit staat los van hun mogelijke betrokkenheid bij de projecten die onder provinciale vlag in de voorbeeldgebieden plaatsvinden. Voor de selectie van deze gemeenten wordt in eerste instantie gezocht binnen het voorbeeldgebied Gelderland. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant kunnen gemeenten uit die provincies in 2012 bij deze pilot aansluiten Rol en ambitie bos- en natuureigenaren De rol en ambities van de bos- en natuurterreineigenaren op het gebied van natuurbrandpreventie worden vertaald in de volgende ambities. Het Bosschap vindt het in het kader van dit landelijk Werk-pro 16 Zie Pagina 20

23 gramma van belang met haar ambities in ieder geval aan te sluiten bij de voorbeeldgebieden in de provincie Gelderland en mogelijk ook de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant. Het Bosschap ondersteunt vanuit haar landelijke werkgroep Natuurbranden met kennis en expertise bos- en natuureigenaren die binnen deze voorbeeldprojecten betrokken worden. Het Bosschap ondersteunt daarbij ook die eigenaren die op basis van een eigen behoefte buiten het bereik van deze voorbeeldgebieden al aan de slag zijn of willen. Gezien de geformuleerde ambities is een intensieve samenwerking met de veiligheidsregio s, en meer specifiek de regionale brandweer gewenst. Om deze samenwerking te bevorderen wordt vanuit de landelijke werkgroep Natuurbranden van het Bosschap structureel de samenwerking gezocht met de NVBR stuurgroep Programma Natuurbranden. Bos en natuureigenaren maken van risicokaarten voor de meest risicovolle gebieden (gevoelige/ waardevolle natuur/zeer intensief bezocht) Het Bosschap heeft een 10-puntenplan opgesteld waarin het Bosschap aangeeft aan bos- en natuurterreineigenaren wat ze kunnen doen aan risicobeheersing natuurbrand. Een van de aanbevelingen is om samen met de brandweer de risico s in het gebied te inventariseren. In geval van grotere aaneengesloten gebieden / grotere eigenaren kan ook gewerkt worden met risicokaarten die samen met de brandweer kunnen worden opgesteld tijdens een bijeenkomst in het veld. In deze risicokaarten wordt aangegeven: de markante punten; waardevolle objecten/prioritaire terreintypen; begaanbaarheid wegen voor de brandweer; de beschikbaarheid van (blus)water (ook bij particulieren met een eigen pompinstallatie); dag- en verblijfsrecreatieterreinen; de vitale infrastructuur; of er eventueel evacuatieplannen moeten komen etc. Deze risicokaarten dienen elke twee jaar een herijking te krijgen. Bos- en natuureigenaren werken aan het verbeteren van de contacten tussen bos- en natuurterreineigenaar en (lokale) brandweer Mocht er uiteindelijk een natuurbrand zijn, dan gaat het om een effectieve bestrijding. Ook inbreng van de natuurterreineigenaren is dan van groot belang. Zij kennen hun gebied. Maar dan moeten wel al van te voren contacten zijn gelegd. Dit kan bijvoorbeeld door jaarlijks een oefening te doen met de lokale brandweer en andere hulpverleners. Je leert elkaar dan kennen en de brandweer leert het gebied kennen. Ook kunnen dan knelpunten, zoals een hek dat niet open kan, direct worden opgelost. Bos- en natuureigenaren zijn zich bewust van hun zorgplicht op het gebied van natuurbrand Bos- en natuureigenaren hebben een zorgplicht naar de natuur en naar de bezoekers van de terreinen. Daarom is het onontbeerlijk een goede preparatie op calamiteiten zoals natuurbrand te hebben. Deze voorbereiding zit in: goede contacten met de veiligheidsregio s, het samen maken van risicokaarten, te zorgen voor een goede toegankelijkheid van de terreinen; en het concreet waarschuwen van bezoekers in tijden van grote risico s met concrete waarschuwingsborden. Bos- en natuureigenaren beschikken over voldoende kennis op het gebied van natuurbrandpreventie Natuurbrandpreventie begint met bewustwording en dat begint met kennis over natuurbranden. Zowel bij bos- en natuureigenaren als bij de brandweer. Op de korte termijn wordt momenteel een cursus natuurbranden ontwikkeld waar zowel bos- en natuureigenaren als de brandweer aan kunnen deelnemen 17. Deze zullen regionaal worden opgezet zodat de mensen die deelnemen ook na de cursus profijt hebben van de informatie en de contacten die ze hebben opgedaan. 17 Zie Pijler 3: Onderzoek en randvoorwaarden Pagina 21

24 Op de lange termijn is er via aanpassingen in het bos- en natuurbeheer nog meer te bereiken op het gebied van natuurbrandpreventie. Als bos- en natuureigenaren weten op basis van de risicokaart waar de knelpunten liggen, dan kunnen ze kijken hoe ze daar in hun reguliere beheersactiviteiten rekening mee kunnen houden. Bijvoorbeeld door naaldbos naar loofbos om te vormen; door het aanleggen van loofhoutlanen; en het optimaliseren van de toegankelijkheid van de bos- en natuurterreinen. Bos- en natuureigenaren stemmen hun calamiteitenplannen af met de veiligheidsregio s De calamiteitenplannen van de bos- en natuureigenaren bekend maken bij de desbetreffende veiligheidsregio s en bij de buren, zodat zowel de brandweer als de buren weten bij wie ze moet zijn in geval van een natuurbrand. Deze informatie moet jaarlijks worden gecontroleerd op juistheid Rol en ambitie ANWB en RECRON De volgende ambities geven richting aan de rol en betrokkenheid van ANWB en RECRON binnen de pijler Natuurbrandpreventie. Recreatieondernemers weten hoe zij met behulp van bedrijfsontruimingsplannen moeten handelen bij een onbeheersbare natuurbrand. Recreanten en toeristen weten hoe zij moeten handelen bij een natuurbrand. Recreanten en toeristen worden efficiënt en effectief geëvacueerd uit het rampgebied met aandacht voor het organiseren van opvangcapaciteit /onderdak voor verblijfstoeristen. Recreanten en toeristen die slachtoffer zijn van een natuurbrand krijgen goede nazorg. De concrete bijdrage die de ANWB/RECRON aan het landelijk Werkprogramma levert om aan deze ambities mede invulling te helpen geven is dat de ANWB toeristen en recreanten in samenwerking met de RECRON informatie geeft over natuurbranden. Deze informatie biedt toeristen en recreanten handelingsperspectief betreffende de preventie van natuurbrand en hoe te handelen bij een natuurbrand. De ANWB geeft deze informatie over het algemeen via haar eigen media (tijdschrift en website). De RECRON verzorgt deze informatie ter plaatse bij de verblijfsaccommodatie. ANWB en RECRON stemmen de informatie op elkaar af. Bovendien is er bij ANWB en RECRON informatie beschikbaar voor slachtoffers van natuurbrand. De ANWB en RECRON richten zich in het kader van het landelijk Werkprogramma primair op de voorbeeldgebieden, zoals Gelderland. Op basis van de in deze voorbeeldgebieden opgedane leerervaringen worden de resultaten gedeeld met het land Rol en ambitie NVBR De NVBR heeft in haar Visie op maatgevend scenario natuurbrand: Eenheid van optreden, omgevingsgericht en heldere verantwoordelijkheidsverdeling uit mei 2011 de volgende ambities geformuleerd op het gebied van natuurbrandpreventie. Burgers, (recreatie)ondernemers, natuureigenaren, instellingen, vitale partners en organisaties te adviseren en kennis te delen, over natuurbrand en bijbehorende preventie- en preparatiemaatregelen. Structurele borging van de vroegtijdige adviesrol van de brandweer in de integrale planvorming en besluitvorming door bevoegd gezag over natuur- en recreatiegebieden en de planologische ontwikkelingen in deze gebieden. Regisseur van risicocommunicatie over natuurbranden. De kwaliteit & innovatie op het gebied van risicobeheersing van natuurbranden optimaliseren. Pagina 22

25 De betrokkenheid vanuit de NVBR stuurgroep programma Natuurbranden is er enerzijds op gericht om vanuit deze ambities een bijdrage te leveren aan de succesvolle ontwikkeling van de voorbeeldprojecten in onder meer Gelderland. Anderzijds wil de NVBR stuurgroep programma Natuurbranden vanuit een actieve samenwerking met bijvoorbeeld de landelijke werkgroep Natuurbranden van het Bosschap een bijdrage leveren aan actieve kennisuitwisseling en samenwerking rondom risicogebieden op regionaal en lokaal niveau. Pagina 23

26 4. PIJLER 2: MULTIDISCIPLINAIRE CRISISORGANISATIE EN NAFASE NATUURBRANDEN De tweede pijler van het Werkprogramma richt zich op het op orde brengen van de multidisciplinaire crisisorganisatie en het verbeteren van processen in de nafase Beleidsacties minister VenJ De minister van VenJ heeft naar aanleiding van de IOOV-rapportages over natuurbranden in mei 2011 de volgende beleidsacties geformuleerd richting de Tweede Kamer 18. Deze beleidsacties vormen het uitgangspunt om de komende jaren te werken aan het versterken van de crisisorganisatie en de nafase op het gebied van natuurbranden. De directie Nationale Veiligheid heeft namens de minister van VenJ het formele verzoek gericht aan het Veiligheidsberaad, de NVBR en NIFV om de opvolging van deze zeven beleidsacties ter hand te nemen. Aan het Veiligheidsberaad is verzocht als opdrachtgever te fungeren voor: 1. het uitvoeren van een interregionale multidisciplinaire capaciteitenanalyse rondom het thema natuurbranden. Het betreft hier de multidisciplinaire inzet vanuit de Veiligheidsregio's vanuit brandweer, politie, GHOR en gemeenten. Met behulp van deze landelijke analyse dient transparant te worden gemaakt of en hoe kwalitatief en kwantitatief dient te worden geïnvesteerd om het risico op een onbeheersbare natuurbrand verder terug te dringen. Het onderzoek dient onderstaande punten inzichtelijk te maken. Wat naast de beschikbare basiscapaciteiten de huidige specialistische capaciteit is waarmee iedere veiligheidsregio is uitgerust om specifiek een Natuurbrand in het eigen verzorgingsgebied te bestrijden? Wat de huidige gezamenlijke capaciteit is waarmee de 25 veiligheidsregio's zijn uitgerust om in Nederland in de kern één of meerdere onbeheersbare natuurbrand tegelijkertijd te bestrijden? Wat het gewenste basiskwaliteitsniveau is (capaciteiten en kunde) waarover in ieder geval die veiligheidsregio's moeten beschikken welke natuurbranden als één van de prioritaire risico's in hun regionaal risicoprofiel hebben opgenomen? Noot: Het Dagelijks Bestuur Veiligheidsberaad benadrukt dat het hierbij niet gaat over een normering (verkapte wetgeving), maar over een handreiking voor de veiligheidsregio s die indien gewenst inzicht kan geven in de risico s en de voorbereiding inzake natuurbranden. Of en wat ten opzichte van dit vastgestelde gewenste basisniveau iedere veiligheidsregio dient te investeren in capaciteiten (primair de middelen)? In hoeverre de door de minister van VenJ en de door de Raad van Regionale Commandanten geopperde expertregio Natuurbranden kan bijdragen aan het voor iedere veiligheidsregio efficiënt en effectief, in het kader van operationele bijstand, landelijk organiseren van gespecialiseerde natuurbrandcapaciteit (middelen en expertise). Dit bovenop de voor iedere regio vastgestelde gewenste basiscapaciteit. 2. Het onderzoeken van de mogelijkheden om te komen tot een eenduidig landelijk alerteringssysteem 19 Natuurbranden voor publieksgerichte risico- en crisiscommunicatie. Een samenwerking met de NVBR, maar ook het NIFV en landelijke kerngroep Natuurbranden lijkt voor de hand te liggen aangezien zij een vergelijkbaar onderzoek verrichten naar de mogelijkheden van een eenduidige Het onderzoek zal zich primair richten op de vraag of NL-Alert hiervoor geschikt wordt geacht. Pagina 24

27 systematiek voor de veiligheidsregio's vanuit het perspectief van alertering van de hulpverleningsdiensten. Om op adequate wijze invulling te geven aan de opvolging van deze twee projecten heeft het Veiligheidsberaad aangegeven aan het ministerie van VenJ dat financiering wel een voorwaarde is voor aanvaarding van het opdrachtgeverschap. Verder is aan de NVBR verzocht om voor onderstaande punten als opdrachtgever te fungeren. 1. Het onder verantwoordelijkheid van de NVBR uitvoeren van een onderzoek naar het organiseren van de interregionale bijstand voor Natuurbranden in Nederland. Hierin speelt voor de minister van VenJ de ontwikkeling van de expertregio Natuurbranden een belangrijke rol. Tevens verzoekt de minister de NVBR het LOCC actief bij dit project te betrekken, zodat indien nodig de landelijke bijstandsprocedures kunnen worden aangepast. Binnen dit project dient tevens de inzet en bijstand vanuit Defensie van onder meer de blushelikopter worden meegenomen. 2. Het onderzoeken van de mogelijkheden om te komen tot een eenduidig landelijk alerteringssysteem Natuurbranden voor alle professionele hulpverleners binnen de veiligheidsregio's. In dit kader verzoeken wij de NVBR voor dit project nauw samen te werken met het Veiligheidsberaad en het NIFV aan wie we hebben gevraagd de mogelijkheden van een eenduidig alerteringssysteem vanuit risico- en crisiscommunicatie voor het publiek te onderzoeken. 3. Het in samenspraak met het NIFV bijdragen aan de ontwikkeling van een natuurbrandstatistiek als onderdeel van het project Brandweerstatistiek onder leiding van het ministerie van VenJ. Van belang hierbij is wel dat niet alleen de aantallen natuurbranden worden geïnventariseerd, maar ook de impact op onherstelbare schade aan de economie, inkomstenderving door het missen van recreatie en toerisme-inkomsten en de kosten voor de (inter)regionale bijstand. 4. Het in samenspraak met het NIFV en de Politieacademie onderzoeken van de mogelijkheden de cursus TBO-Natuurbranden te borgen bij Brandweer- en Politieacademie. 5. Het, in samenspraak met het NIFV, opzetten en implementeren van een les- en (bij)scholingsprogramma Natuurbranden (preventie en bestrijding), zodat de eenheid van doctrine ook binnen de les-, leer- en oefenstof in Nederland is geborgd. Om op adequate wijze invulling te geven aan de opvolging van deze vijf projecten heeft de NVBR in overleg met het NIFV aangegeven aan het ministerie van VenJ dat financiering wel een voorwaarde is voor aanvaarding van het opdrachtgeverschap. Met de opvolging van de beleidsacties van de minister van VenJ wordt een goede basis gelegd voor de verdere versterking van de multidisciplinaire samenwerking in de crisisorganisatie bij natuurbranden. Het gaat hier om verbeteren van de processen van de inzet van politie, GHOR, gemeenten, Defensie en de overige (semi)publieke en private crisispartners zoals het Bosschap, de RECRON en de ANWB en bedrijven op het gebied van vitale infrastructuur. De verwachting is NVBR/NIFV in november 2011 een gezamenlijke subsidieaanvraag indienen bij het ministerie van VenJ om aan de geformuleerde projecten opvolging te geven. Het VB neemt het opdrachtgeverschap van de aan haar toegekende projecten pas op zich zodra financiering vanuit het ministerie van VenJ is geformaliseerd. De verwachting is dat de eerste resultaten van deze projecten in 2012 worden gepresenteerd. Betreffende de nafase richt de aandacht van het Werkprogramma zich hoofdzakelijk op het ondersteunen van de landelijk uitrol van natuurbrandincidentonderzoek als onderdeel van het operationeel optreden in de crisisorganisatie en nafase. De basis hiervoor is gelegd door VNOG door in mei 2011 een gezamenlijke basistraining te organiseren voor brandweer en politie onder leiding van twee internationale natuurbrandexperts, uit Australië en de VS. Pagina 25

28 Binnen de nafase is de problematiek van de bekostigingssystematiek van interregionale bijstand vanuit veiligheidsregio s door lokale en regionale bestuurders geadresseerd. Dit is overigens inclusief de schadeposten toegebracht aan de natuur door zwaar materieel. Overigens is dit een problematiek die zeker voor wat betreft de interregionale bijstand niet alleen geldt voor natuurbranden, maar voor alle typen omgevingsrisico s toepasbaar is Betrokkenheid Rijk Het ministerie van Veiligheid en Justitie ziet als opdrachtgever toe op de opvolging van de door de minister van VenJ geformuleerde beleidsacties. Daar waar actieve betrokkenheid in de door het Veiligheidsberaad gedefinieerde projecten nuttig en noodzakelijk is, levert VenJ de benodigde capaciteit en expertise. Betreffende de eigen rol en verantwoordelijkheid in de crisisorganisatie draagt het ministerie van VenJ zorg voor het nemen van adequate maatregelen, zoals het herijken van de landelijke bijstandsprocedures vanuit het LOCC. Tevens draagt het ministerie van VenJ verantwoordelijkheid voor het indien nodig verzorgen van interdepartementale afstemmening met bijvoorbeeld het ministerie van Defensie en draagt het kennis en expertise aan voor het te ontwikkelen basiskwaliteitsniveau Natuurbranden en de ontwikkeling van de expertregio Natuurbranden. Voor deze laatste ontwikkeling wordt overigens een apart project opgestart dat los staat van dit Werkprogramma, maar dat ook onder de bestuurlijke vlag van het Veiligheidsberaad wordt uitgevoerd. Indien er zich knelpunten ontwikkelen die op landelijk niveau dienen te worden opgelost, worden deze knelpunten via het ministerie van Veiligheid en Justitie geagendeerd in de Stuurgroep Nationale Veiligheid. Het ministerie van VenJ ziet er vervolgens op toe dat betrokken departementen met elkaar tot een oplossing komen voor de geconstateerde knelpunten. Betrokkenheid vanuit het Rijk wordt tevens ingegeven door de rol en verantwoordelijkheid die de Inspectie Openbare orde en Veiligheid heeft bij het toezien op de kwaliteit van het functioneren van de veiligheidsregio s. Aan de IOOV wordt verzocht om, als opvolging van haar eigen themarapport Natuurbranden, in haar Staat van de Rampenbestrijding per veiligheidsregio het thema Natuurbranden de komende jaren mee te nemen in haar werkplanning Betrokkenheid Veiligheidsberaad De betrokkenheid van het Veiligheidsberaad is naast het oppakken van de rol en verantwoordelijkheid van bestuurlijk opdrachtgever van enkele beleidsacties geformuleerd door de minister van VenJ ook gericht op het vergroten van de bestuurlijke bewustwording binnen de besturen van de veiligheidsregio's met een substantieel risico op natuurbranden. De minister van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven er waarde aan te hechten samen met het Veiligheidsberaad binnen die veiligheidsregio s de problematiek van natuurbranden in de planvoering en operationele uitvoering, daar waar nodig, te verankeren Betrokkenheid NVBR De NVBR maakt, naast het nemen van verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de door de minister van VenJ geformuleerde beleidsacties, al werk van de verbetering en uniformeren van de brandweerprocessen rondom Natuurbranden. Pagina 26

29 Er is een start gemaakt met de uitvoering van de NVBR Visie natuurbranden. Dit betreft de eenduidige uitwerking van de brandweerprocessen in kader van het regionaal crisisplan veiligheidsregio, evenals de borging ervan in ander NVBR-beleid. Als voorbeeld kan hier het NVBR-project Specialistisch Optreden op Maat (SOM) 20 op maat worden genoemd. Het project SOM richt zich op het materiële aspect van de samenwerking tussen regio's bij specialistisch brandweeroptreden zoals deze. Naast natuurbranden, brengt de projectgroep voor tien andere specialismen het bovenregionaal materieel in kaart, dat benodigd is bij ramp- en incidentbestrijding Betrokkenheid Politie, GHOR en gemeenten De inzet van de politie bij natuurbrandincidenten betreft onder andere 21 het optreden bij brandveilig gedrag van burgers in natuurterreinen samenwerking met de Bijzondere Opsporings Ambtenaren (BOA s) en het organiseren van het verkeersmanagement bij de ontruiming en evacuatie. De politie heeft altijd de taak van handhaving van de openbare orde en veiligheid zo ook in geval van ramptoerisme. Bij dadervinding gekoppeld aan een natuurbrand is er altijd sprake van een politieonderzoek. De strafrechtelijke kant van dit onderzoek ligt bij de politie. Het onderzoek kan uitgevoerd worden in samenwerking met de brandweer. Verder is het interessant de uitgebreide ervaring van de politie met vormen van burgerparticipatie en burgerhulp aan het onderwerp Natuurbranden te relateren. Meer specifiek wordt dan gedacht aan een koppeling met de pilots voor gemeenten op het gebied van natuurbrandpreventie. Wat betreft de GHOR gaat het primair om de multidisciplinaire voorbereidingsprocessen met samenwerkingspartners op grootschalige evacuaties (van gewonden) bij natuurbranden die binnen een tijdspanne van enkele uren dienen te worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om de opvang van en (ambulance)zorg voor gewonden. Dit is een opschaling van de normale spoedeisende medische hulpverlening. Hiervoor is, op het domein van natuurbranden, samenwerking en afstemming met (eerste lijns)zorgpartners, gemeenten, natuurbeheerders en de recreatiebranche nodig. Tevens heeft de GHOR een rol in het kader van de begeleiding en nazorg van slachtoffers van een incident, zoals een natuurbrand. Bovendien is er een toenemende aandacht voor de nazorg van betrokken professionele en vrijwillige hulpverleners. Dit is zeker bij de nasleep van de bestrijding van een natuurbrand, welke fysiek en geestelijk een zware belasting vormt voor hulpverleners, relevant. De inzet van de gemeenten is gekoppeld aan de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen. Bij natuurbranden ligt de focus van gemeenten in de crisisfase primair op het organiseren van de opvang naar aanleiding van de grootschalige evacuatie, slachtofferregistratie, registeren van gewonden en vermisten. Ook wordt de crisiscommunicatie georganiseerd in samenspraak met de veiligheidsregio en met specifieke aandacht voor toeristen uit binnen- en buitenland. Tot slot heeft de gemeenten tot taak de nazorg te organiseren Betrokkenheid Defensie De huidige inzet van Defensie bij natuurbrandbestrijding betreft onder meer de helicopterblussing door de Luchtmacht in samenwerking met het brandweerteam heliblussing van VNOG en VGGM én de inzet van grondtroepen voor natuurbrandbestrijding en de hulp bij grootschalige evacuatie. Met organisatieonderdelen van het ministerie van Defensie worden verkennende gesprekken gevoerd over het benut Afstudeerscriptie Marijn Zegers Integrale Veiligheidskunde Hoge School Utrecht, titel: Onbeheersbare natuurbranden, zijn wij voorbereid?, 23 mei 2011 Pagina 27

30 ten van overige kansen in het kader van de Civiel-Militaire Samenwerking in relatie tot natuurbranden. Gedacht wordt aan het benutten van capaciteit van Defensie op het gebied van logistieke planning ten behoeve van meerdaagse natuurbrandbestrijdingsoperaties, grootschalige evacuaties en diverse impactscenario s. Ook kan capaciteit van Defensie worden benut voor risicobeheersing, zoals bij het opstellen van incidentscenario s, het maken van capaciteitenanalyses, het versterken van de eigen preventietaak van Defensie als natuurbeheerder en het bijdragen aan de ontwikkeling van de basiscursus Natuurbranden. In de nafase van natuurbrandincidenten kan Defensie ook worden ingezet ten behoeve van dadervinding bij seriematige brandstichting, zoals in de praktijk al is toegepast bij de recente duinbranden in de gemeente Bergen Betrokkenheid Bosschap, RECRON en ANWB Bos- en natuureigenaren en de recreatiebranche hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de bescherming van bedrijven en burgers uit het oogpunt van natuurbrandrisico s. Gezien de forse potentiële economische en maatschappelijke impact van een onbeheersbare natuurbrand als de impact op flora en fauna is het van belang deze partners ook in de crisisorganisatie actief te betrekken. De brancheorganisaties Bosschap, RECRON en ANWB weten wat actueel natuurbrandgevaar en natuurbrandschade in de praktijk betekent voor terreinbeheerders, recreatieondernemers, toeristen en burgers. Inbreng van de natuur- en terreineigenaren is van groot belang bij een incident/crisis. Zij kennen hun gebied en kunnen direct toegang verschaffen tot het incidentterrein. Maar dan moeten wel al van te voren contacten zijn gelegd met bijvoorbeeld de lokale brandweer. De ANWB / RECRON denken mee bij het ontwikkelen van modellen voor evacuatiestrategieën. Te denken valt aan modellen die de aan- en afvoercapaciteit van wegen simuleren bij een calamiteit, waardoor risico s in beeld komen. Tevens wordt geïnventariseerd in de wijze waarop de ANWB Alarmcentrale kan worden aangesloten op de noodcommunicatievoorziening van de veiligheidsregio s Betrokkenheid crisispartners vitale infrastructuur Een speciale rol is weggelegd voor de instellingen en bedrijven op het gebied van vitale infrastructuur, waar het gaat om de bescherming van kwetsbare objecten die gelegen zijn in natuurbrandrisicovolle gebieden. In het kader van landelijke wet- en regelgeving dienen deze instellingen en bedrijven hun eigen continuïteitsanalyse te maken, ook voor natuurbrandrisico s. Op basis van deze analyse worden vervolgens, in samenspraak met bevoegd gezag en veiligheidsregio s, risicobeheersingsmaatregelen opgesteld. Deze maatregelen zijn gericht op het waarborgen van de bedrijfscontinuïteit van de vitale infrastructuur. Het toezicht op de bescherming van de vitale infrastructuren is een taak van het Rijk. Vanuit de landelijke kerngroep Natuurbranden wordt voor het aanhaken van de vitale infrastructuur sectoren, zoals drinkwater, energie en telecom, contact onderhouden met het VNO NCW Betrokkenheid provincies Vanuit zijn toezichthoudende rol is de Commissaris van de Koningin conform de Wet Veiligheidsregio s verantwoordelijk om namens de minister van Veiligheid en Justitie bestuurlijk toezicht uit te oefenen. Vanuit deze rol en verantwoordelijkheid kan de CdK in zijn gesprekken met de bestuurders van de veiligheidsregio om aandacht en bewustwording vragen voor het thema natuurbranden. Pagina 28

31 5. PIJLER 3: ONDERZOEK EN RANDVOORWAARDEN De derde pijler van het Werkprogramma richt zich primair op het doen van evaluatieonderzoek, monitoring en validatie van de te realiseren streefbeelden en opgedane ervaringen en opgeleverde producten in de provinciale en gemeentelijke voorbeeldgebieden. Nieuwe Omgevingswet In samenspraak tussen de ministeries van Veiligheid en Justitie, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Infrastructuur en Milieu wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om binnen de nieuwe Omgevingswet het voorzorgsbeginsel vanuit het brede perspectief van omgevingsrisico s te waarborgen, evenals het advies dat de Veiligheidsregio s aan bevoegd gezag over deze omgevingsrisico s dienen te geven. Afspraken veld n.a.v. nieuwe Natuurwet Verder worden vanuit het ministerie van EL&I en VenJ de mogelijkheden onderzocht om in samenspraak met RECRON, Bosschap en branches als VNO-NCW (betreffende vitale infrastructuren) te komen tot landelijke afspraken over het borgen van het voorzorgsbeginsel vanuit bescherming van de maatschappelijke en bedrijfscontinuïteit van de BV Nederland. Basiscursus Natuurbranden Op zeer korte termijn dient een basiscursus Natuurbranden te worden ontwikkeld door NIFV, NVBR, Bosschap, Stichting Bargerveen en de Unie van Bosgroepen en de Onderlinge Bossenverzekering Maatschappij. Overwogen wordt hierbij ook de expertise van Defensie te betrekken. Dit met als doel diverse doelgroepen op een vergelijkbaar kennisniveau te krijgen op het gebied van natuurbrandpreventie- en natuurbrandbestrijding. De cursus kan ook dienen om de ontwikkeling van actieve netwerken tussen betrokken partners op het regionale en lokale niveau en gekoppeld aan de risicogebieden te stimuleren. Landelijk Informatieknooppunt De verdere ontwikkeling van het bij het Infopunt Veiligheid opgezette Landelijk Informatieknooppunt Natuurbranden als digitale kennismarktplaats voor Natuurbranden is en blijft de komende vier jaar een belangrijk aandachtspunt. Het Infoknooppunt dient de virtuele kennisomgeving te zijn waar publieke en private partijen kennisuitwisseling en samenwerking kunnen organiseren en gezamenlijke kennispublicaties kunnen ontwikkeld en publiceren. Les- en leerstof Aan het NIFV is verzocht de landelijke les- en leerstof natuurbranden op het gewenste landelijke kennisniveau te brengen zoals dat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van dit vakgebied. Het gaat in eerste instantie om les- en leerstof voor Brandweer Nederland en terreinbeherende organisaties en natuurbeheerders én om gezamenlijke les- en leerstof voor brandweer en politie op het gebied van natuurbrandincidentonderzoek. Dit laatste is overigens in 2011 al geïnitieerd door de VNOG in samenwerking met natuurbrandexperts uit Australië en de VS. Natuurbrandverspreidingsmodel De praktijkvalidatie van het in 2011 door het NIFV ontwikkelde natuurbrandverspreidingsmodel dient in het nieuwe natuurbrandseizoen in 2012 plaats te vinden. Dit verspreidingsmodel kan het effectief optreden van de operationele hulpdiensten versterken op het gebied van risico- en crisisanalyse. De uitvoering van deze praktijkvalidatie is afhankelijk van het genereren van Pagina 29

32 voldoende beschikbare gelden. Het NIFV zal daarvoor subsidie aanvragen bij het Rijk. Verdere praktijkvalidatie is nodig evenals het maken van aanpassingen voor andere natuurterreinen. Strategische onderzoeksagenda Vanuit de landelijke kerngroep Natuurbranden wordt in 2012 nut en noodzaak onderzocht van het komen tot een strategische onderzoeksagenda Natuurbranden. Dit in goed onderling overleg met de wetenschapswereld. Daarbij is het de uitdaging om slimme en kostenefficiënte samenwerkingsverbanden aan te gaan met bestaande wetenschappelijke onderzoeksprogramma s. Daarbij kan gedacht worden aan klimaatonderzoek zoals de Klimaatatlas, Kennis voor Klimaat, Klimaat voor Ruimte en het Klimaatonderzoek van acht Nederlandse instituten gebundeld in ICOS-nl, die deel uit te maken van een grootschalig Europees project Integrated Carbon Observing System (ICOS). 22 Deze strategische onderzoeksagenda wordt bij voorkeur geborgd in de Wettelijke Onderzoekstaken Natuur en Milieu (WOt), die door Wageningen UR wordt uitgevoerd voor het ministerie van EL&I. Monitoring en evaluatie. De landelijke kerngroep Natuurbranden hecht er waarde aan de effectiviteit van haar inspanningen en de kwaliteit van de op te leveren producten en diensten inzichtelijk te maken. Hiervoor wordt een monitorings- en evaluatiemodel ontwikkeld. Op basis van de uitkomsten van dit model kan bijvoorbeeld op landelijk niveau validatie plaatsvinden van in de provinciale en gemeentelijke voorbeeldgebieden geboekte resultaten. De wijze waarop het model wordt ingericht hangt sterk af van de mogelijkheden die er zijn in tijd, capaciteit en kennis. 22 Het betreft de volgende 8 Nederlandse kennisinstituten Vrije Universiteit (VU), en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Energy Research centre of the Netherlands (ECN), Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), Wageningen University Research centre (WUR), Alterra SRON Netherlands Institute for Space Research. Meer info: op het gebied van klimaatonderzoek Pagina 30

33 6. PROGRAMMASTURING, VERANTWOORDING EN BEGROTING 6.1. Programmaregie De Landelijke Kerngroep Natuurbranden fungeert - onder voorzitterschap van de landelijk kwartiermaker natuurbranden - als klankbordgroep en adviseur van het Werkprogramma Natuurbranden De landelijke kerngroep Natuurbranden komt minimaal 6 keer per jaar bijeen. De kerngroep heeft onder meer als doel: het bewaken van de voortgang op de te realiseren ambities en de afgesproken acties, het valideren van goede praktijkvoorbeelden zodat ze landelijk kunnen worden verspreid, het stimuleren van het lerend vermogen op het gebied van natuurbranden via het landelijk informatieknooppunt, het geven van (ongevraagd) advies aan de landelijk kwartiermaker Natuurbranden én het vaststellen en implementeren van de strategische onderzoeksagenda. Daarnaast vervullende de leden van de Kerngroep zowel gezamenlijk als afzonderlijk van een ambassadeursfunctie voor de uitvoering en doorontwikkeling van het Werkprogramma Natuurbranden De landelijk kwartiermaker natuurbranden is verantwoordelijk voor de regie en dagelijkse aansturing van het Werkprogramma Natuurbranden Daar waar interbestuurlijke besluitvorming of afstemming benodigd is over knelpunten, wordt dit door de landelijk kwartiermaker natuurbranden voorbereid in samenspraak met de organisaties vertegenwoordigd in de Landelijke Kerngroep Natuurbranden. De landelijk kwartiermaker opereert in dienst van het ministerie van VenJ, als coördinerend ministerie op het gebied van de nationale veiligheid. De directe aansturing van de landelijk kwartiermaker natuurbranden vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). De landelijk kwartiermaker Natuurbranden informeert de Stuurgroep Nationale Veiligheid over de voortgang van de uitvoering van het Werkprogramma voor zover dit relevant is vanuit het perspectief van nationale veiligheid en benodigde interdepartementale afstemming. Indien nodig, dient de Stuurgroep Nationale Veiligheid eventuele knelpunten welke op Rijksniveau dienen te worden opgelost op het juiste bestuurlijke niveau te adresseren Programmaverantwoording De verantwoording van de voortgang op de vastgestelde ambities en uit te voeren acties binnen het Werkprogramma Natuurbranden vindt plaats door middel van een jaarrapportage (per 1 december ieder kalenderjaar) gedurende de programmaperiode De eindrapportage wordt uiterlijk op 31 januari 2016 gepresenteerd aan de minister van VenJ. De organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Landelijke Kerngroep Natuurbranden leveren in overleg met de landelijke kwartiermaker natuurbranden een bijdrage aan deze jaarrapportages en eindrapportage. Hetzelfde geldt voor de provincies en gemeenten die een voortrekkersrol hebben op het gebied van natuurbrandpreventie en evacuatiestrategieën (in de voorbeeldgebieden en het pilotproject). Het ministerie van VenJ bepaalt in overleg met de landelijk kwartiermaker natuurbranden de wijze waarop de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de vorderingen met betrekking tot de beleidsacties Pagina 31

34 natuurbrandbestrijding van de minister van VenJ naar aanleiding van de natuurbrandonderzoeken van de Inspectie OOV. Het voorstel van de landelijke kerngroep is tevens om in 2014 (halverwege de uitvoering van dit Werkprogramma) en eind 2016 een bestuurlijke werkconferentie te organiseren. Doel van de eerste conferentie is de voortgang met de bestuurders te bespreken en indien nodig tot een herijking van het lopende programma te komen. De conferentie in 2016 is bedoeld als afsluiting van het werkprogramma, de eindresultaten te presenteren en afspraken te maken over het waarborgen van de continuïteit van de interbestuurlijke samenwerking rondom natuurbranden Financieringsopzet Werkprogramma De uitvoering van het Werkprogramma Natuurbranden dient primair tot stand te komen vanuit de reguliere begrotingen en de inbreng van personele capaciteit en financiële middelen van de samenwerkende publieke en private partijen. Er wordt door de landelijke kerngroep dus niet gevraagd om extra geld, maar wel om een bestuurlijke inspanningsverplichting, bestuurlijke creativiteit én bestuurlijk ambassadeurschap om binnen de bestaande begrotingen ruimte te vinden voor het uitvoeren van de in dit werkprogramma vastgelegde ambities en onderliggende activiteiten in de drie geformuleerde pijlers. De inzet van de landelijk kwartiermaker Natuurbranden wordt voor 2012 nog gegarandeerd vanuit het ministerie van VenJ. De ambities en activiteiten zoals deze zijn neergelegd in pijler 1 Natuurbrandpreventie worden betaald uit de lopende begrotingen van betrokken partners. Voor de financiering van de door de minister van Veiligheid en Justitie geformuleerde beleidsacties in pijler 2 Multidisciplinaire crisisorganisatie en nafase Natuurbranden dient de NVBR in samenspraak met politie, GHOR en gemeenten in november 2011 subsidie aan te vragen bij het ministerie van VenJ. Het ministerie van VenJ beoordeelt deze aanvraag en zoekt vervolgens binnen de begroting voor 2012 naar mogelijkheden tot financiering van de projecten. De financiering van pijler 3 Onderzoek en randvoorwaarden dient te worden gevonden binnen de bestaande begrotingen van betrokken partners of in derde geldstromen (Europese of nationale subsidiestromen). Specifieke aandacht voor de korte termijn wordt gevraagd voor het vinden van gelden binnen de bestaande begrotingen van alle partners voor de ontwikkelkosten van een brede basiscursus Natuurbranden én het ontwikkelen van gezamenlijk communicatiebeleid met onderliggende instrumenten Kritieke succesfactoren Het Werkprogramma Natuurbranden kenmerkt zich door een forse ambitie. De mate waarin deze te realiseren is hangt niet alleen af van een rustig natuurbrandseizoen. Ook is blijvende inspanning en betrokkenheid van de samenwerkende publieke en private partners nodig. Het zijn de betrokken publieke en private partners die samen de verantwoordelijkheid in handen hebben om naar integrale, gedragen en kostenefficiënte oplossingen te zoeken en deze ook in de praktijk op te pakken, rekening houdend met de (beperkte) financiële kaders. Daar zal lang niet altijd bestuurlijke besluitvorming voor nodig zijn. Er kan veel laag hangend fruit worden geoogst door pragmatisch samen te werken en te investeren in vertrouwen, oog voor elkanders belangen en capaciteiten te hebben. Pagina 32

35 Om binnen de komende vier jaren de geformuleerde ambities te realiseren is een structurele inspanning én investering nodig. Er is een aantal kritieke succesfactoren die het verschil gaan maken tussen slagen en falen van dit landelijke Werkprogramma. Het in de praktijk onderschrijven en/of toepassen van de vijf geformuleerde beginselen als basis voor publiek-private samenwerking bij natuurbranden. Het vanuit het bestuurlijke niveau binnen de bestaande begrotingen beschikbaar kunnen maken van middelen en financiën om het werkprogramma uit te kunnen voeren. Blijvend bestuurlijk commitment én ambassadeurschap van de betrokken publieke en private partners. Voldoende informatieverschaffing waardoor partners voldoende betrokken zijn en blijven. Afstemming in de communicatie naar buiten is noodzakelijk om geloofwaardig te zijn richting het publiek. Steeds uitgroeiende scope en fluctuerende prioriteitstelling. Beperking van resources uit de te betrekken landelijke, provinciale, regionale en lokale partners door verwachte bezuinigingen. Beperkte slagkracht landelijke ondersteuning programma, vanuit 0,7 fte landelijk kwartiermaker Natuurbranden. Pagina 33

36 BIJLAGE Bijlage A. Lijst met veel gebruikte afkortingen en begrippen Pagina 34

37 Bijlage A: Lijst met veelgebruikte afkortingen en begrippen Afkorting Betekenis Meer info APV Algemeen Plaatselijke Verordening Wordt vastgesteld door gemeenten met behulp van de VNG modelverordening Bosschap Landelijk bedrijfschap voor bos en natuur BZK GRIP Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure DossierItem/12/678/referentiekadergrip-en-eisen-wetveiligheidsregios.html IFV Instituut Fysieke Veiligheid Wordt per 2012 opgericht; en-enpublicaties/persberichten/2011/03/18/ taken-brandweer-van-gemeentennaar-veiligheidsregio-s.html Infopunt Natuurbranden Infopunt Veiligheid Infopunt Veiligheid is een verbindingspunt tussen de beroepsbeoefenaars fysieke veiligheid en vakspecialisten. Het infopunt wijst daarnaast de weg naar andere instanties en bronnen om de vragensteller te helpen bij zijn vragen. Infopunt Veiligheid is een onderdeel van het NIFV. Inspectie OOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid IOOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut atie/pagina/61/over-ons.html LOCC Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum NCC Nationaal CrisisCentrum NCTV Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid NIFV Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Pagina 35

38 NRB Nationale Risicobeoordeling en-enpublicaties/rapporten/2009/10/21/sce nario-s-nationale-risicobeoordeling html NVBR RECRON Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Vereniging Recreatieondernemers Nederland ANWB de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond Veiligheidsberaad Landelijk bestuurlijk gremium van de veiligheidsregio s VGGM Veiligheids- en Gezondsheidsregio Gelderland-Midden VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNOG Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Pagina 36

39 Colofon: Dit Werkprogramma is een product van het project Interbestuurlijke samenwerking natuurbranden en is tot stand gekomen dankzij de bijdragen van de Landelijke Kerngroep Natuurbranden, diverse deskundigen en door de raadpleging van diverse informatiebronnen. Het rapport is digitaal op te vragen via of via de websites van de betrokken partners. Redactie: ir. Alette Getz-Smeenk, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) Eindredactie: drs. Alexander Heijnen, landelijk kwartiermaker natuurbranden, Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) Vormgeving: Ministerie van Veiligheid en Justitie Foto omslag: Mathijs Schuijn Pagina 37

40

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 mei 2011 Betreft Beleidsreactie natuurbranden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 mei 2011 Betreft Beleidsreactie natuurbranden > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Nationale Veiligheid Fysieke Veiligheid Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Tussenbalans. Landelijke werkprogramma Natuurbranden. Zie verzendlijst. Landelijk werkprogramma Natuurbranden 2012-2016: een tussentijdse balans

Tussenbalans. Landelijke werkprogramma Natuurbranden. Zie verzendlijst. Landelijk werkprogramma Natuurbranden 2012-2016: een tussentijdse balans Tussenbalans Landelijke werkprogramma Natuurbranden Contact Ministerie van Veiligheid en Justitie Directie Weerbaarheidsverhoging Afdeling Risicoaanpak Aan Zie verzendlijst Kopie aan Drs. Alexander Heijnen

Nadere informatie

PROGRAMMA NATUURBRANDEN VGGM PROJECT GEZONDHEIDSZORG. Jan Kuyvenhoven

PROGRAMMA NATUURBRANDEN VGGM PROJECT GEZONDHEIDSZORG. Jan Kuyvenhoven PROGRAMMA NATUURBRANDEN VGGM PROJECT GEZONDHEIDSZORG Jan Kuyvenhoven 2 Natuurbrand Prioritair risico in risicoprofiel Gelderland-Midden Worst-case scenario's Waarschijnlijkheid Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

Plan van aanpak natuurbrand Plan van aanpak voor de verbetering van natuurbrandbestrijding in de Veiligheidsregio Utrecht

Plan van aanpak natuurbrand Plan van aanpak voor de verbetering van natuurbrandbestrijding in de Veiligheidsregio Utrecht Plan van aanpak natuurbrand 2011 Plan van aanpak voor de verbetering van natuurbrandbestrijding in de Veiligheidsregio Utrecht Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Aanleiding... 2 3. Doel plan van aanpak...

Nadere informatie

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Aan Veiligheidsberaad Van DB Veiligheidsberaad Datum 17 september Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Context en aanleiding Tijdens het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Samenvatting risicoprofiel, capaciteitenanalyse en beleidsplan

Samenvatting risicoprofiel, capaciteitenanalyse en beleidsplan Samenvatting risicoprofiel, capaciteitenanalyse en beleidsplan Inleiding Conform de Wet Veiligheidsregio s (WVr) dient het bestuur van elke veiligheidsregio om de 4 jaar een regionaal beleidsplan op te

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 20 november 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 20 november 2018 ONDERWERP Concept Beleidsplan Risico- en Crisisbeheersing 2019-2022 en Concept Regionaal Risicoprofiel SAMENVATTING De Wet veiligheidsregio s bepaalt op grond van artikel 14 en 15 dat het bestuur van de

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Toets uw eigen continuïteitsplan

Toets uw eigen continuïteitsplan Inspectiebericht Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Jaargang 6, nummer 1 (maart 2010) 9 Toets uw eigen continuïteitsplan Deze vragenlijst is een gecomprimeerde en op onderdelen aangepaste versie van

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 517 Veiligheidsregio s 29 668 Beleidsplan Crisisbeheersing 2004 2007 Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Nationale Veiligheid Programma Dreigingen en Capaciteiten Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Statenmededeling. Kalmthoutse heide (2011) Eindrapport taskforce natuurbranden. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Kalmthoutse heide (2011) Eindrapport taskforce natuurbranden. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Eindrapport taskforce natuurbranden Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van het eindrapport van de taskforce natuurbranden de beslissing van GS over dit eindrapport

Nadere informatie

1. INLEIDING. Pagina 2 van 7

1. INLEIDING. Pagina 2 van 7 Pagina 1 van 7 1. INLEIDING Context Na het verschijnen van het advies van de Commissie Hoekstra over de werking van de Wet Veiligheidsregio s en het Nederlands stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing

Nadere informatie

V.w.b. het element voorbereiding is bereikbaarheid en bluswatervoorziening t.b.v. de hulpverleningsdiensten een cruciaal ingrediënt.

V.w.b. het element voorbereiding is bereikbaarheid en bluswatervoorziening t.b.v. de hulpverleningsdiensten een cruciaal ingrediënt. Aan: Van: Onderwerp: Zienswijze op de notitie R&D t.b.v. de PlanMER bij de provinciale omgevingsvisie Gedeputeerde staten van Zuid-Holland De Veiligheidsregio s Haaglanden, Hollands-Midden, Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders de raad der gemeente EDE Behandelend ambtenaar Ginkel, van H.J. Tel.nr. (0318) 68 08 27 Verzameling Raadsstukken registratienummer sector datum: 2010/55 631916 COA 17 augustus

Nadere informatie

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Veiligheidsregio Fryslân Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Programma bijeenkomst 1. Risicoprofiel en uitval elektriciteitsvoorziening (VRF) 2. Impact stroomstoring (Liander) 3.

Nadere informatie

De GHOR neemt de ruimte

De GHOR neemt de ruimte De GHOR neemt de ruimte Visie op zorgcontinuïteit, zelfredzaamheid en fysieke veiligheid veiligheid in het kader van ruimtelijke ordening versie 20180326 tbv Bureauhoofden GHOR overleg 20180403 Inleiding

Nadere informatie

LANDELIJK PROJECT NATUURBRANDEN

LANDELIJK PROJECT NATUURBRANDEN Eindversie Correspondentieadres: Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland Telefoon: (055) 548 3000 E-mailadres: brandweer@vnog.nl LANDELIJK PROJECT NATUURBRANDEN Interbestuurlijke samenwerking Eindrapportage

Nadere informatie

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Datum 18 december 2014 Versie 1.0 Status Definitief Auteur Pieter Benschop, hoofd veiligheidsbureau

Nadere informatie

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Petro van Bergen Robert Luinge Programma Inhoud Tijd Opening (G. Verhoeven) 10.00 10.15 Presentatie over de visie (P. van Bergen en R. Luinge) Hoe is de visie

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid Koers 1. Periodiek een beeld over het functioneren van de uitvoering 2. Achterliggende oorzaken 3. Meer op de keten gericht 4. Risicogericht toezicht (monitor)

Nadere informatie

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG Gemeente Tilburg en werkgevers in de (semi)publieke sector 1 Inleiding Ambulancepersoneel, buschauffeurs, medewerkers van zorginstellingen, gemeentes,

Nadere informatie

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ MET 4 BELANGRIJKE VRAGEN AAN U Gespreksnotitie bij REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ 2016-2019 VRGZ 2.0 - Integraal werken aan veiligheid in Gelderland-Zuid VEILIGHEID, DAAR ZIJN WE SÁMEN VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland Postbus 234 7300 AE Apeldoorn Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten die T^^A^Apddoorn deel uitmaken van de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Verbetertrajecten C2000

Verbetertrajecten C2000 Verbetertrajecten C2000 Stand van zaken 2015, 3 e voortgangsrapportage 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding 3 2 Bevindingen 5 2.1 Sturing en regie op het beheer 5 2.2 Afronding en implementatie 5 3 Afsluiting

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA DEN HAAG Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010 Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010 Ter toelichting: Deze startnotitie vormde het statschot voor integraal veiligheidsbeleid voor de periode 2011-2014 1 Startnotitie

Nadere informatie

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer.

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer. Product 1. Generieke risico-analyse en beheer. Periodiek 1) inventariseren en analyseren van de incidentele en structurele risico s en het daarop afstemmen van het gemeentelijk en regionaal risicobeheer,

Nadere informatie

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel Regionaal Ruud Houdijk Walter de Koning Programma 1. Wat is het risicoprofiel en waartoe dient het? 2. Handreiking Regionaal 3. Relatie met EV-beleid Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Van

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459 Collegebesluit Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459 1. Inleiding De afgelopen twee jaar staat het onderwerp van personen met verward gedrag prominent op de landelijke

Nadere informatie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport Follow the Money 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Expertregio Natuurbranden

Expertregio Natuurbranden Expertregio Natuurbranden voorop in ontwikkeling, van, door en voor het veld - verkennende notitie - 2 Expertregio Natuurbranden voorop in ontwikkeling, van, door en voor het veld - verkennende notitie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico

Nadere informatie

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard Steller: Bestuursadviseur Marien Jongkind Datum: 15 juli 2013 Inleiding De gemeente Molenwaard streeft naar een comfortabele en veilige woon-

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat Opwek- & isolatiemaatregelen Regionale samenwerkingen op o.a. energie Windenergie op land Ervaringen op doen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli.

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli. Agendapunt - opiniërend aan Algemeen Bestuur datum 03 juli 2019 agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder In te vullen door secretariaat Doorontwikkeling crisisorganisatie Arjen Schepers Henk

Nadere informatie

Bestuurlijke Eindrapportage. Project Kwaliteit en Vergelijkbaarheid

Bestuurlijke Eindrapportage. Project Kwaliteit en Vergelijkbaarheid Bestuurlijke Eindrapportage Project Kwaliteit en Vergelijkbaarheid Inhoud 1. Project in context...3 Achtergrond en aanleiding...3 Realisatie...3 Afronding...5 2 1. Project in context In juni 2015 startte

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

v o o r d r a c h t 9 juli 2019 Documentnummer: , PPM Dossiernummer : K1261

v o o r d r a c h t 9 juli 2019 Documentnummer: , PPM Dossiernummer : K1261 v o o r d r a c h t 9 juli 2019 Documentnummer: 2019-049286, PPM Dossiernummer : K1261 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van het Startdocument Regionale

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Het Bosschap voor bos en natuur

Het Bosschap voor bos en natuur Het Bosschap voor bos en natuur Ir. G.J.P. Jansen secretaris www.bosschap.nl Kerngegevens Bosschap Opgericht in 1954 Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Verplichte registratie voor bos- en natuurbedrijven:

Nadere informatie

Bijlage A. Ingekomen stukken

Bijlage A. Ingekomen stukken Bijlage A. Ingekomen stukken 2013.03.25/03 Nr./Afzender 1/ Gemeente Bunschoten Datum 20 december 2012 Onderwerp Reactie raad op gewijzigde programmabegroting 2013 Reg.nr. 13.500011 Nr./Afzender 2/ Gemeente

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Heet Hangijzer 2 Kun je veilig ontspannen in een natuur die verandert?

Heet Hangijzer 2 Kun je veilig ontspannen in een natuur die verandert? De Gebiedsgerichte Aanpak: kansen creëren, risico s reduceren Cathelijne Stoof -Wageningen University & Research Wim Verboom -Brandweer Nederland en Jan Janse -Staatsbosbeheer De Gebiedsgerichte Aanpak:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 14

Nadere informatie

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) versie november 2002 Gemeente: Ingevuld 1 door + functie: Telefoon: email: Definitie pro-actie: Pro-actie

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 25 november jongstleden, kenmerk

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 25 november jongstleden, kenmerk 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl Onderwerp Uw brief d.d. 14 november 2014 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Verbindende schakel in rampenbestrijding

Verbindende schakel in rampenbestrijding Verbindende schakel in rampenbestrijding en crisisbeheersing 2 Veiligheidsberaad De voorzitters van de 25 veiligheidsregio s vormen samen het Veiligheidsberaad. Dit landelijke overleg is opgericht in februari

Nadere informatie

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Een natuurbrandverspreidingsmodel berekent aan de hand van een aantal parameters de verspreiding van het vuurfront in de tijd. Hoe snel en op welke manier

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 517 Veiligheidsregio s Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Veilig omgaan met waterstof

Veilig omgaan met waterstof Veilig omgaan met waterstof Hans Spobeck Programmamanager Lectoraat Transportveiligheid, Instituut Fysieke Veiligheid Netwerkevent H2 Platform 13 december 2018 Wat is en wat doet het IFV? Landelijke ondersteuningsorganisatie

Nadere informatie

Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk

Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk HANDREIKING VOOR VEILIGE VAKANTIEPARKEN Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk 1 HANDREIKING VOOR VEILIGE VAKANTIEPARKEN 2 Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Thematisch onderzoek natuurbranden. Maart 2011

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Thematisch onderzoek natuurbranden. Maart 2011 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Thematisch onderzoek natuurbranden Maart 2011 Voorwoord Natuurbranden staan, net als alle andere grote branden, in de belangstelling van het publiek, de pers en soms

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 23 Onderwijs 23 Onderwijs versie 2015 Crisistypen ongeval of ramp aantasting openbare orde geweldsincident zedenincident suïcide bedreiging continuïteit

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

*15.0012085* 15.0012085

*15.0012085* 15.0012085 ADVIESNOTA AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp en inhoud Adviesnota Postregistratienummer *15.0012085* 15.0012085 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Nee Grondgebiedzaken M. Smit 333 MS Gezien

Nadere informatie

t t Gemee n t e Almelo Voorstel aan de raad

t t Gemee n t e Almelo Voorstel aan de raad t t Gemee n t e Almelo Raadsvergadering: 12 februari 2019 Registratienummer: R 1805253 Naam: S.S.T. Weertman Datum: 12 februari 2019 Team/teamonderdeel: SE Advies en Ontwerp Telefoonnummer: 541185 Voorstel

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

Voorstel college. Datum B&W-vergadering 29 januari 2019 Communicatie Ja Volgnummer 16 B&W-agenda Openbaar

Voorstel college. Datum B&W-vergadering 29 januari 2019 Communicatie Ja Volgnummer 16 B&W-agenda Openbaar Voorstel college Portefeuillehouder T.J.M. Groot Van Simone Hendriks Fatale datum Nee Team Trainees Datum B&W-vergadering 29 januari 2019 Communicatie Ja Volgnummer 16 B&W-agenda Openbaar Onderwerp Uitwerking

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK? 02 WIE ZIJN WE? De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) is onafhankelijk toezichthouder op het terrein van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR),

Nadere informatie

AGENDAPUNT /03

AGENDAPUNT /03 AGENDAPUNT 2013.12.13/03 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 13 december 2013 Onderwerp: Portefeuillehouder: Steller: Ingekomen en uitgaande stukken De heer Wolfsen

Nadere informatie

Introductiefilmpje Informatieveiligheid bestuurders

Introductiefilmpje Informatieveiligheid bestuurders Introductiefilmpje Informatieveiligheid bestuurders INFORMATIEVEILIGHEID een uitdaging van ons allemaal Henk Wesseling Taskforce Bestuur & Informatieveiligheid Dienstverlening Geïnitieerd door minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN

WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN Transformatie als uitdaging Met ingang van 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de gedecentraliseerde taken op het gebied van jeugdzorg, begeleiding

Nadere informatie

Omgevingswet. Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet

Omgevingswet. Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet Omgevingswet Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet Doel van de presentatie Informatie over de Omgevingswet Stand van zaken van de invoering van de wet

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Kwaliteit en Vergelijkbaarheid

Samenvatting projectplan Kwaliteit en Vergelijkbaarheid Projectdoelstellingen resultaten De doelstelling van het project Kwaliteit en is het vergroten van het lerend vermogen van de veiligheidsregio s en het verbeteren van de samenwerking. Door kwaliteitszorg

Nadere informatie

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel De gemeente Son en Breugel heeft in het collegeprogramma 2002 2006 opgenomen dat zij een nieuwe nota integraal jeugdbeleid zal ontwikkelen.

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Sector Brandweer Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen Postbus

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Bestuurlijke Signalen

Bestuurlijke Signalen Bestuurlijke Signalen Informatiebrochure Landelijk Informatie en Expertise Centrum Voorbeeld: bestuurlijk signaal schijnhuwelijken Gedurende de periode 2010-2014 heeft de recherche van de Koninklijke Marechaussee

Nadere informatie

Ruimtelijk-economische agenda

Ruimtelijk-economische agenda Ruimtelijk-economische agenda Ruimtelijk-economische agenda Doelstelling Kadert binnen opmaak Visienota Ruimte Vlaams-Brabant => vanuit een (sub-)regionale blik werken aan een strategische agenda, waardoor

Nadere informatie