20 min. Het hoogste hier is een zand van de zessen (6,6,6). Wie wint met een zand mag twee streepjes uitvegen.

Transcriptie

1 69 20 min 5 Elke speler zet op zijn gedeelte van de rand van de pitjesbak negen verticale krijtstreepjes. (Het is ook mogelijk om maar drie streepjes te zetten en telkens 1/ van het streepje weg te vegen indien je wint.) De eerste die gooit mag bepalen hoeveel keer er gegooid mag worden (1, 2 of max. keer). De hoogste worp van een beurt telt. Het aantal keren dat hij geworpen heeft, bepaalt het aantal worpen dat iedere speler krijgt. Er wordt in de richting van de klok gespeeld. Het spel blijft duren totdat er één speler geen streepjes meer heeft. Hij/zij is dan de verliezer. De waarde van een worp wordt als volgt bepaald: 1 = 100 punten 6 = 60 punten 2,,4 en 5 = respectievelijk 2,,4 en 5 punten Zo wordt bijvoorbeeld: (2,4,6) = 66 punten (1, 2,4) = 106 punten De winnaar van een beurt mag in principe een streepje wegvegen. Maar in sommige gevallen echter twee, drie of zelfs alle streepjes: Drie dobbelstenen met dezelfde waarde vormen een zand. Een zand is meer waard dan punten. Hoe hoger de waarde van de dobbelstenen bij de zand, hoe hoger de waarde van de zand. Het hoogste hier is een zand van de zessen (6,6,6). Wie wint met een zand mag twee streepjes uitvegen. De combinatie (4,5,6), samen 69 of soixanteneuf, overtreft een zand in waarde en laat toe drie streepjes weg te vegen Werpt men zand van enen (1, 1, 1), ook wel drie apen genoemd, en is men minstens al één streepje kwijt, dan mag men alle resterende streepjes uitvegen en is men dus uit. Er zit echter een addertje onder het gras: werpt men drie apen terwijl men nog alles streepjes heeft staan, dan is men onmiddellijk verloren. Bij een gelijke score na een ronde tussen twee of meerdere spelers moeten zij een barrage spelen. Elke speler werpt beurtelings één teerling. Nu tellen het aantal ogen van de dobbelsteen. De winnaar van de barrage mag echter slechts één streepje wegvegen, ongeacht de waarde van de worp waarmee hij het gelijkspel behaalde. Indien een speler de laagst mogelijke combinatie gooit (2,2,) krijgt deze speler een streepje bij. Gooit men een dobbelsteen uit de bak krijgt de speler ook een streepje bij.

2 BOWLEN 20 min Eén spel bestaat uit tien rondes. Per ronde mag elke speler drie maal gooien met de dobbelstenen. Gooit men een zes dan is de volledige worp: IN DE GOOT en scoort hij dus nul punten. Men kan na elke beurt die niet in de goot is één of beide dobbelstenen buiten leggen. Het totaal aantal ogen van de dobbelstenen die buiten liggen na keer gooien is de behaalde score voor die ronde. 5-5 gooien in de eerste worp is een strike. De speler krijgt deze beurt tien punten plus het aantal ogen op het einde van de volgende beurt. Een strike kan dus maximaal 0 punten opleveren, dit gebeurt indien men strikes na elkaar gooit. 5-5 gooien na de eerste worp is een spare. De speler krijgt deze beurt tien punten plus de waarde van de eerste worp van de volgende ronde. Een spare kan dus maximaal 20 punten opleveren. Als een speler bij de tiende beurt een strike of een spare gooit, krijgt hij respectievelijk twee of één extra worp om de extra punten voor de strike of spare te kunnen verdienen. Deze punten tellen dan maar alleen bij de strike of spare mee en worden niet nog eens extra bijgeteld. Op deze manier kan een speler dus 12 strikes gooien in één spel. In dit laatste geval wordt gesproken van een perfect game. Een perfect game is 00 punten (10 x 0). Het scoreformulier vindt je op de volgende bladzijde.

3 BOWLEN SCOREBLAD Speler 1 Speler 2 Speler Speler 4 Speler 5 Speler 6

4 CHICK 15 min De eerste die gooit mag bepalen hoeveel keer er gegooid mag worden (1, 2 of max. keer). Na elke worp mag er één of meerdere dobbelstenen buiten gelegd worden. Dobbelstenen die buiten gelegd zijn mogen niet meer terug in het spel gebracht worden. Het aantal keren dat de eerste speler geworpen heeft, bepaalt het aantal worpen dat iedere speler krijgt. Er wordt in de richting van de klok gespeeld tot iedereen aan de beurt is geweest. Voor aanvang van het spel moeten er 5 jetons (bierkaartjes, champagnekurken, kroonkurken, ) worden voorzien. De bedoeling van het spel is om zo weinig mogelijk jetons in je bezit te hebben of zo snel mogelijk van deze jetons vanaf te geraken. De waarde van een worp wordt als volgt bepaald: 1 = 1 of = 6 of 60 2,,4 en 5 = respectievelijk 2,,4 en 5 De eerste speler beslist de waarde van 1 en 6 en beslist of er hoger of lager gegooid moet worden. Bijvoorbeeld: Gooit de speler de combinatie 1,2,4 dan heeft hij/zij de keuze om de volgende spelers hoger dan 106 ( ) te laten gooien of lager dan 7 (1+2+4). Statistisch gezien is optie twee hier de betere. De speler die verliest na een ronde krijgt een jeton. Deze speler mag de volgende beurt inzetten. Er wordt zo gespeeld totdat alle jetons verdeeld zijn onder de spelers, nu komt men in de tweede fase van het spel. In de tweede fase van het spel spelen enkel de spelers die één of meerdere jetons hebben nog mee. De speler die het meeste jetons bezit begint telkens. De speler die een ronde wint in deze tweede fase mag een jeton afleggen. Belangrijke regels: Gooit een speler in eender welke fase drie 1 en dan speelt hij niet meer mee en is hij zoiezo gewonnen. Gooit een speler twee 6 en in één worp dan mag hij/zij kiezen om deze twee 6 en om te wisselen in één 1. De overige dobbelsteen moet dan opnieuw geworpen worden. Deze regel kan niet toegepast worden indien de speler twee 6 en gooit in de derde worp. Gooit een speler drie 6 en in één worp dan mag hij/zij kiezen om deze drie 6 en om te wisselen in twee 1 en. De overige dobbelsteen moet dan opnieuw geworpen worden. Deze regel kan niet toegepast worden indien de speler drie 6 en gooit in de derde worp. Bij een gelijke worp is diegene die als eerste de worp gegooid heeft steeds de winnaar. De volgende speler moet dus beter doen want evenaren is verliezen.

5 VIJFTIENEN 15 min Elke speler zet op zijn gedeelte van de rand van de pitjesbak drie verticale krijtstreepjes. De eerste speler gooit éénmaal met de dobbelsteen. Daarna is het aan de volgende speler in de richting van de klok. De som van het aantal ogen wordt telkens bijgehouden. De speler die de som van de geworpen dobbelstenen op 15 of meer brengt met zijn worp is verloren. Belangrijk: Gooit men een drie, dan telt deze voor nul punten! Een speler kan, als het zijn beurt is, kiezen om, voor hij gooit, een streepje weg te vegen. Veegt hij een streepje weg dan begint het tellen terug van nul. Indien een speler geen streepjes meer over heeft om weg te vegen is hij verplicht om te gooien. Nadat iemand verloren heeft krijgt iedereen terug streepjes en begint het spel opnieuw. Gooit de speler een dobbelsteen uit de bak dan verliest hij een streepje. MIDDELPUNT 15 min Alle worpen die een punt in het midden van de zijde hebben zijn scorende dobbelstenen hier, namelijk: 1, en 5. Scores: 1 = 1punt = 2 punten 5 = 4 punten 2,2,2 ; 4,4,4 of 6,6,6 = dubbele score Tijdens elke beurt gooit een speler keer met de dobbelstenen. Na elke beurt wordt de score genoteerd. Indien een speler drie 2 s, drie 4 en of drie 6 en gooit dan wordt de score aan het einde van zijn beurt verdubbeld, de worp zelf telt niet mee als één van de worpen. Gooit men in dezelfde beurt tweemaal drie 2 s, drie 4 en of drie 6 en dan vervalt de verdubbeling van de punten. Een spel duurt 4 beurten, de speler met de meeste punten na 4 beurten wint het spel.

6 MEXICO 20 min Elke speler zet op zijn gedeelte van de rand van de pitjesbak zes verticale krijtstreepjes. Wie het laagste gooit na elke ronde verliest één streepje. De eerste die gooit mag bepalen hoeveel keer er gegooid mag worden (1, 2 of max. keer). De hoogste worp van een beurt telt. Het spel eindigt wanneer een speler geen streepjes meer over heeft. De dobbelsteen met de hoogste waarde telt voor de tientallen, diegene met de laagste waarde telt voor de eenheden. Gooit men bijvoorbeeld een en een 4, dan wordt dit 4. Een 1 en een 6 is 61. Indien er twee gelijke dobbelstenen worden gegooid telt deze combinatie voor de honderdtallen. Twee 1 en wordt dus 100, twee 5 en wordt 500. De combinatie 1 en 2, wordt MEXICO genoemd. Dit is de hoogste combinatie die een speler kan werpen. Bij elke MEXICO wordt de straf bij verliezen verdubbeld. Eén mexico: 2 streepjes, twee mexico s: 4 streepjes, Gooit een speler een 1 en een, dan mag hij een speler kiezen die een streepje moet verwijderen. Hij mag verder gooien voor zijn beurt. QUINZE 5 min Speler gooit met 1 steen en mag zo vaak gooien als hij wil en probeert daarbij het getal 15 te benaderen. Indien er hoger dan 15 gegooid wordt is deze speler zoiezo verloren. De winnaar is diegene die precies 15 of het dichtst daaronder werpt. Bij een gelijk aantal ogen wint diegene die het minste aantal keren geworpen heeft.

7 5000 EN 20 min Voor dit spel heeft u schrijfgerei nodig om de scores op te schrijven. Iedere speler begint met nul punten De eerste speler start zijn beurt door tegelijk de 6 dobbelstenen te werpen. Na elke worp moet de speler tenminste 1 scorende dobbelsteen apart leggen. De punten van deze dobbelsteen of dobbelstenen zullen genoteerd worden op het score formulier. De speler moet blijven doorspelen met de overige dobbelstenen zolang hij scorende dobbelstenen blijft gooien en zijn totaal aantal punten lager is dan 50. Elke scorende combinatie moet in 1 keer gegooid worden, combinaties met de huidige worp en dobbelstenen die reeds apart gelegd zijn tellen niet mee. De speler kan kiezen om te stoppen met spelen als het gesommeerd aantal punten van de weggelegde dobbelstenen 50 of hoger is. Wanneer de zes dobbelstenen zijn weggelegd heeft de speler de volgende twee mogelijkheden:de speler kan zijn beurt beëindigen of de speler mag verder spelen met alle zes dobbelstenen. De punten die al behaald zijn blijven dan staan. Als een speler met een worp helemaal geen punten behaald, dan zullen de punten van de volledige beurt vervallen en is de beurt voorbij. Indien een speler kiest om zijn beurt te beëindigen (dus wanneer hij 6 dobbelstenen apart gelegd heeft of minstens 50 punten gescoord heeft), kan de volgende speler kiezen om GRAND JOUEUR te spelen. De speler kan de verder spelen met de overige dobbelstenen. Indien hij minstens één scorende dobbelsteen gooit krijgt hij dezelfde punten als de vorige speler plus de score van zijn beurt. Het spel is afgelopen nadat iemand 5000 of meer punten behaald. De ronde wordt nog uitgespeeld en de speler met de meeste punten in totaal wint. combinatie = punten 1 = = 50 1,1,1 = 00 2,2,2 = 200,, = 00 4,4,4 = 400 5,5,5 = 500 6,6,6 = 600 Carré = 1000 Vijf dezelfden = 2000 Zes dezelfden = 000 Drie paar = 1500 Twee triskes = ,2,,4,5,6 = 000

8 DERTIGEN 20 min Iedere speler begint met dertig punten. De speler verliest als hij/zij minder dan 0 punten heeft. De laatste speler die nog punten over heeft, of niet onder 0 is geraakt, wint het spel. Een speler start zijn beurt door alle dobbelstenen tegelijk te werpen. Na iedere worp moet er minimaal 1 dobbelsteen, maar meer mag ook, uit de bak gepakt worden en buiten de bak gelegd worden. Er wordt nu verder gespeeld met de overige dobbelstenen. De speler blijft aan de beurt totdat alle dobbelstenen buiten de bak liggen. Aan het einde van de beurt zijn er drie mogelijkheden: Indien de som van de ogen exact gelijk is aan 24 zal er niets aan de score veranderen. Nu is het aan de volgende speler. Als de som van de ogen minder dan 24 is wordt het verschil tussen 24 en het aantal gegooide ogen van de punten van de speler zelf afgetrokken. Zodra er meer dan 24 ogen liggen : Tel het verschil tussen de som van de ogen en 24. Gooi opnieuw met alle dobbelstenen. Elke dobbelsteen die gelijk is aan het zojuist getelde verschil moet uit de bak verwijderd worden en ernaast gelegd worden. De speler gooit verder met de overige dobbelstenen. Het aantal ogen dat naast de rand van de speel bak ligt zal van het totale aantal punten van de volgende speler afgetrokken worden. Als er vijf dobbelstenen op de rand komen te liggen zal het aantal ogen niet van de volgende speler afgetrokken worden maar van de speler zelf. Een spel loopt dan bijvoorbeeld als volgt: Speler 1 Speler 2 Speler / 0 /

9 YAM 0-45 min Een speler krijgt maximaal drie worpen per beurt. In de eerste worp gooit de speler met 5 dobbelstenen tegelijk, de volgende worpen kan de speler kiezen met welke dobbelstenen hij/zij opnieuw gooit. Na elke beurt moet de speler een vakje invullen in het score formulier. In het ergste geval moet men ergens een nul opschrijven. Het yam-formulier bestaat uit 5 invul-kolommen. Down: Deze kolom moet je van boven naar beneden invullen, je mag maximaal drie keer geworpen hebben. - : In deze kolom mag je in willekeurige volgorde het resultaat van maximaal drie keer werpen invullen. Up: Deze kolom moet je van beneden naar boven invullen, je mag maximaal drie keer geworpen hebben. 1: In deze kolom mag je in willekeurige volgorde het resultaat van één worp invullen. 2: In deze kolom mag je in willekeurige volgorde het resultaat van maximaal twee keer werpen invullen. Bonus: Heb je in één kolom alle vakjes van 1 tot 6 ingevuld en is de totale som groter of gelijk aan 6 punten dan krijg je een bonus van 25 punten. Full:De combinatie van dezelfden en 2 dezelfden (bv:,,,5,5). Een full is goed voor 25 punten. Straat: Vijf opeenvolgende dobbelstenen (1,2,,4,5 of 2,,4,5,6). Een straat is goed voor 0 punten. + : Noteer hier een zo hoog mogelijke som van alle dobbelstenen. - : Noteer hier een zo hoog mogelijke som van alle dobbelstenen maar lager dan de + in dezelfde kolom. Yam: 5 gelijke aantallen ogen. Dit is goed voor 50 punten. Als alle vakjes ingevuld zijn vergelijken de spelers de scores van de verschillende kolommen met elkaar. De speler die de meeste winnende kolommen heeft is de winnaar van het spel. (Blanco scoreblad op de volgende pagina) Punten scoren: Van enen tot zessen: Als je één of meer enen gooit, tel je ze op en noteer je de score in het vakje van de enen; gooi je één of meer tweeën, dan tel je ze op en noteer je de score in het vakje van de tweeën, Dobbelstenen met een andere waarde worden genegeerd.

10 Totaal Bonus Full Straat + - Van Totaal YAM SCOREBLAD Down - Up 1 2

11 CRAG 20 min Crag is gelijkaardig aan Yam maar het gaat sneller,wordt gespeeld met dobbelstenen en heeft een andere manier van punten scoren. Het scoreblad ziet er als volgt uit: Categorie 1 Totaal van alle 1 en 2 Totaal van alle 2 s Totaal van alle s 4 Totaal van alle 4 en 5 Totaal van alle 5 en 6 Totaal van alle 6 en Oneven Straat (1,,5) 20 Punten Even Straat (2,4,6) 20 Punten Lage Straat (1,2,) 20 Punten Hoge Straat (4,5,6) 20 Punten Triske 20 Punten 1 (2,5,6 of,4,6) 20 Punten Crag (1,6,6 of,5,5 of 5,4,4) 20 Punten Totaal Speler 1 Speler 2 Speler Speler 4 Speler 5 Een speler krijgt maximaal twee worpen per beurt. In de eerste worp gooit de speler met dobbelstenen tegelijk, de volgende worp kan de speler kiezen met welke dobbelstenen hij/zij opnieuw gooit. Na elke beurt moet de speler een vakje invullen in het score formulier. In het ergste geval moet men ergens een nul opschrijven. Het crag-formulier bestaat uit 1 invul-kolom. Van enen tot zessen: Als je één of meer enen gooit, tel je ze op en noteer je de score in het vakje van de enen; gooi je één of meer tweeën, dan tel je ze op en noteer je de score in het vakje van de tweeën, Dobbelstenen met een andere waarde worden genegeerd. Straat: Er zijn verschillende combinaties om een straat te halen: Even, Oneven, Laag of hoog. Elke straat is 20 punten waard. Triske: Drie gelijke aantallen van ogen. Dit is goed voor 25 punten. 1: Dertien ogen gooien zonder een paar is goed voor 26 punten. Crag : Dertien ogen gooien met een paar (1,6,6 of 5,4,4). Dit is goed voor 50 punten. De speler die het hoogst totaal aantal punten heeft nadat alle vakjes zijn ingevuld is de winnaar van het spel.

12 OHIO 15 min 2 Crag is gelijkaardig aan Yam maar het gaat sneller,wordt gespeeld met dobbelstenen en heeft een andere manier van punten scoren. Het scoreblad ziet er als volgt uit: Het doel van het spel is om van 1 naar 12 over het bord te bewegen en dan weer terug naar 1, in volgorde. Elke speler gooit op zijn beurt de dobbelstenen en mag naar het eerste vakje gaan als de worp een 1 bevat. Om naar het tweede vakje te gaan moet de worp een twee bevatten of twee 1 en. Om naar vak te gaan moet hij een gooien of een combinatie die drie maakt (drie 1 en of een 2 en een 1), enz De waarde van één dobbelsteen, de som van twee of de som van alle dobbelstenen mogen geteld worden. Een speler kan meerder vakjes opschuiven in één beurt door verschillende combinaties van de dobbelstenen te gebruiken. Bijvoorbeeld: De speler gooit in de eerste beurt de combinatie 1,2,4. Hij kan dan de 1 gebruiken om naar het eerste vakje te gaan, de 2 om door te schuiven naar het tweede vakje, de combinatie 1,2 om naar drie te gaan, 4 om op vier te komen, 1,4 brengt de speler naar vijf, 2,4 naar zes en uiteindelijk 1,2,4 naar vak zeven. Elke keer dat een speler zijn/haar pion heeft kunnen verplaatsen tijdens de beurt mag hij/zij nogmaals gooien. De winnaar van het spel is de speler die het eerst van 1 naar 12 en terug is geweest.

13 AFVALLEN 10 min Dit spel is ideaal om een beslissing te maken, het duurt niet lang en is eenvoudig om uit te leggen. Een speler begint zijn beurt door met alle vijf de dobbelstenen te gooien. Indien de worp géén 2 of 5 bevat krijgt de speler punten. De punten zijn dan gelijk aan de som van de gegooide ogen en worden genoteerd op het scoreblad. Als de worp een 2 of een 5 bevat dan scoort de speler geen punten, moet hij/zij elke gegooide 2 of 5 buiten leggen (zij vallen af) en opnieuw werpen met de overige dobbelstenen. De speler blijft verder gooien met de overige dobbelstenen, en blijft dus punten scoren na elke worp die geen 2 of 5 bevat (telkens noteren op het scoreblad), totdat alle dobbelstenen afgevallen zijn. Hij/zij is nu teveel afgevallen om verder te spelen en het is aan de volgende speler om af te vallen. De speler die na een volledige ronde de meeste punten heeft gescoord wint het spel. Speler 1 Speler 2 Speler

14 BURENLIEFDE 25 min 2-6 Een nummer van 1 tot 6 wordt toegekend aan elke speler, overeenkomstig met de nummers op een dobbelsteen. Speelt met men 5 spelers, dan wordt het nummer 6 genegeerd, speelt men met 4, dan negeert met het nummer 5 en 6. Speelt men met dan krijgt iedere speler 2 nummers en met twee dan krijgt iedere speler nummers. Zorg voor aanvang van het spel dat elke speler minstens 10 jetons (stukjes bierkaart, lucifers, kroonkurken,..) heeft. speler een jeton in de pot leggen. Bv: bij 1,1,4 moet de speler met nummer 1 twee jetons in de pot leggen en de speler met nummer 4 legt één jeton in de pot. Indien een speler al zijn jetons kwijt is wint hij/zij de pot. Indien meerdere spelers tegelijk al hun jetons kwijt zijn dan wordt de pot onder hen verdeeld. Er wordt een vast aantal ronden gespeeld. Dit moet bepaald worden bij aanvang van het spel. Elke speler gooit om de beurt met alle dobbelstenen. Voor elke keer dat de nummer van een speler gegooid wordt moet deze respectievelijke

15 GOLF 15 min Eén spel bestaat uit 9 ronden of holes. Per ronde gooit de speler met drie dobbelstenen en blijft gooien totdat hij/zij een paar gooit. Elke worp telt als een slag en het aantal slagen dat een speler nodig heeft om een paar te gooien, te putten dus, wordt na de beurt opgeschreven op het scoreformulier. Gooit de speler drie dezelfde dobbelstenen, een triske dus, dan zit hij vast in een bunker. Om hier uit te geraken moet de speler met 1 dobbelsteen een 1 of een 6 gooien. Elke worp telt als een slag. Indien de speler een 1 of een 6 gegooid heeft mag hij/zij verder gooien voor een paar. Gooit de speler uit de bak dan wordt er een strafpunt toegekend. De speler die na afloop van alle holes het minste slagen heeft nodig gehad wint het spel. Hole Speler 1 Speler 2 Speler Totaal

16 SCHIP, KAPITEIN, FOKKENMAAT EN BEMANNING 5 min Elke speler werpt om de beurt de dobbelstenen. De speler die aan de beurt is heeft drie pogingen om in volgorde een 6, en 5 en een 4 buiten te leggen, respectievelijk het schip, de kapitein en de fokkenmaat. De 6,5 en 4 moeten in deze volgorde buiten gelegd worden. Indien de eerste worp een 6 en een 4 bevat maar geen 5 dan wordt enkel de 6 buiten gelegd en wordt er met de overige dobbelstenen opnieuw geworpen. Indien een speler er niet in slaagt om in drie pogingen 6,5 en 4 buiten te leggen scoort hij/zij niets. Indien de speler er in slaagt om zowel schip, kapitein als fokkenmaat buiten te leggen dan tellen de overige twee dobbelstenen, de bemanning, als punten. Indien schip, kapitein en fokkenmaat in minder dan drie beurten buiten gelegd kunnen worden dan mag de bemanning zoveel keer opnieuw worden gegooid als de speler nog beurten over heeft. De som van het aantal ogen wordt dan telkens opgeteld bij de vorige bemanning. De maximale score bij dit spel is dus 6. De winnaar van het spel is diegene die de grootste bemanning heeft. In geval van gelijk spel wordt er opnieuw gespeeld.

17 min Het spel wordt gespeeld met dobbelstenen, eerst wordt er door middel van het werpen met de dobbelsteen bepaald wie er mag beginnen. De speler gooit alle de stenen, daarna mag hij kiezen of hij dobbelstenen over wil gooien of wil passen. Hij mag zelf kiezen hoeveel dobbelstenen hij wil overgooien. Dit mag hij 2 keer doen, daarna worden er punten toegekend aan de combinatie die op tafel ligt. Dan is de volgende speler aan de beurt. Als alle spelers geweest zijn kan er gekeken wie er gewonnen heeft, dat is diegene met de hoogste combinatie. Het toekennen van een titel. Het toekennen van een titel gebeurt na meerdere spelrondes. De punten van elke speler worden opgeteld en daarna gedeeld door het aantal spelronden. De verdeling van de titels is als volgt: 0 Beginner 1 Student 1.4 Ridder 4.4 Prins 4.8 Kroonprins 5 Wijze Puntentelling 421 in een worp 10 punten punten punten punten punten punten - 11 punten punten 1.8 Heer 2 Dicipel 2.4 Markies 2.8 Baron Meester.4 Graaf 5.5 Koning 6 Tovenaar 6.5 Veroveraar 7 Magister 8 God 9 Almachtige Alle andere worpen 1 punt.8 Hertog 10 Schepper Als 12/24/45/456 in een worp wordt gegooid dan leveren ze drie punten op i.p.v. twee. De eerste keer dat er 421 wordt gegooid in een spel levert dat 12 punten op. 4 Groot Meester