FUNCTIEPROFIEL. voor twee leden van de Raad van Commissarissen. bij RWS partner in wonen

Transcriptie

1 FUNCTIEPROFIEL voor twee leden van de Raad van Commissarissen bij RWS partner in wonen Goes, 31 januari 2013

2 Bedrijfsinformatie RWS partner in wonen is een woningcorporatie in de zin van de Woningwet. In de gemeenten Goes, Kapelle en Noord-Beveland beheert RWS ruim huurwoningen. Met een omvangrijk en gedifferentieerd bestand van een kleine zesduizend huurwoningen is RWS één van de grotere woningcorporaties in Zeeland. Zij verhuurt eengezinswoningen en appartementen voor verschillende doelgroepen zoals gezinnen, alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens en senioren. Ook biedt RWS woonruimte voor bijzondere doelgroepen en/of huishoudenvormen. Verder verleent de corporatie tal van aanvullende woondiensten aan de huurders. RWS heeft zich ontwikkeld tot een maatschappelijk ondernemer en is dan ook partner in meer dan wonen. RWS faciliteert en ondersteunt activiteiten die de kwaliteit van de leefomgeving, in de breedste zin, bevorderen. Zoals bij voorbeeld ondersteuning van een ruilwinkel, buurt- en jeugdwerk en de voedselbank. Tenslotte is RWS actief in het verzorgen van het onroerend goed van non-profit organisaties en het uitvoeren van soortgelijke activiteiten voor Verenigingen van Eigenaren. Missie RWS partner in wonen is een maatschappelijke onderneming, die het aanbieden, beheren en ontwikkelen van een breed scala aan woonvormen en daaraan gerelateerde diensten en activiteiten als doelstelling heeft. Organisatie Bij RWS partner in wonen werken ca. 80 werknemers. De werkorganisatie bestaat op hoofdlijnen uit de vier afdelingen; Wonen, Bedrijfsvoering, Vastgoed en Strategie & Beleid. Topstructuur De topstructuur van de organisatie van de RWS bestaat uit de Raad van Commissarissen, de directeur-bestuurder en daarboven de algemene ledenvergadering. Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen (RvC) bestaat uit vijf personen en heeft als hoofdtaak toezicht te houden op het bestuur van RWS partner in wonen. Zo moeten zij officieel hun goedkeuring geven over het ondernemingsplan en controleren zij het jaarverslag van de RWS. Voor meer informatie over de organisatie kijkt u op Achtergrond Sinds 1993 is het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) in werking getreden. Dat betekende voor veel woningcorporaties de start van een verzelfstandigingsproces. De taken en verantwoordelijkheden werden gedecentraliseerd. In zijn algemeenheid geldt dat een corporatie een organisatie is in het belang van de volkshuisvesting en zich primair richt op personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting. Corporaties hebben zich de afgelopen jaren aangepast aan de nieuwe situatie. Corporaties hebben door samenwerking hun krachten gebundeld om op die manier beter aan hun taakstelling te kunnen voldoen.

3 Daarnaast staat productontwikkeling hoog op de agenda, wordt de dienstverlening geprofessionaliseerd en wordt creatief nagedacht over aansluiting van vraag en aanbod, ook op lange termijn. Speciale aandacht is er voor bijzondere doelgroepen. Met de inwerkingtreding van het BBSH zijn gedetailleerde voorschriften vooraf vervangen door een toetsing van de geleverde prestaties achteraf. Aan die verantwoording achteraf worden hoge eisen gesteld, vooral in de vorm van de jaarrekening, het jaarverslag, het volkshuisvestingsverslag en de prognoses en risicoanalyses. Het BBSH geeft aan dat instellingen vooral worden beoordeeld op de volgende prestatievelden: - Het bij voorrang passend huisvesten van de doelgroep. - Het kwalitatief in standhouden van het woningbezit. - Het betrekken van bewoners bij beleid en beheer. - Het waarborgen van de financiële continuïteit. - Het bijdragen aan de leefbaarheid in wijken en buurten. - Het bijdragen aan de maatschappelijke zorgdoelstelling. Het intern toezicht speelt in de huidige situatie een belangrijke rol. Goed intern toezicht betekent normaal gesproken dat het externe toezicht niet tot interventies leidt. Interventie is noodzakelijk wanneer de regels van het BBSH niet worden nageleefd of bij taakverwaarlozing. Dat impliceert het falen van intern toezicht. Raad van Commissarissen Aan de organisatie wordt leiding gegeven door de directeur/bestuurder. Door de Raad van Commissarissen wordt intern toezicht gehouden. De Raad van Commissarissen is met de invoering van het BBSH als een intern toezichthoudend orgaan verplicht gesteld. Voor de Raad van Commissarissen zijn in het BBSH een aantal minimum eisen gesteld. Dit zijn: - in staat zijn het toezicht voortdurend uit te oefenen; - bevoegd zijn tot het nemen van maatregelen, die voor uitoefening van dat toezicht nodig zijn en daartoe de uitvoering van besluiten van het bestuur kan schorsen; - niet gehouden zijn over zijn handelingen verantwoording aan het bestuur af te leggen (dit houdt onder andere in, dat de Raad van Commissarissen niet kan worden ontslagen door het bestuur); - het verlenen van opdracht tot onderzoek door een Register Accountant. De Raad van Commissarissen houdt primair toezicht, daarnaast kunnen aan dit orgaan advies en/of goedkeuringsbevoegdheden worden toegekend. Het betekent dat de Raad van Commissarissen met name een interne controlefunctie heeft. Een interne controlefunctie die de procedurele zuiverheid van de besluitvorming van het bestuur moet beoordelen. Binnen de woningcorporatie zijn drie belangen te onderscheiden, te weten: het volkshuisvestelijk belang, het maatschappelijk belang en het bedrijfsbelang. De afweging tussen deze belangen wordt door het bestuur gedaan en wordt bewaakt door de Raad van Commissarissen.

4 Dit betekent dat de Raad van Commissarissen naast de bovengenoemde minimum bevoegdheden, tevens de begroting ter goedkeuring krijgt voorgelegd. Daarnaast zal zij vrij zijn gevraagd en ongevraagd het bestuur te adviseren. De huidige RvC bestaat uit vijf leden en heeft een toezichthoudende en adviserende functie. Vanwege het (aanstaande) vertrek van twee leden ontstaan er vacatures in de RvC. Deze twee leden worden voorgedragen door de Huurdersvereniging, deze voordracht is bindend. De Raad komt tenminste vijfmaal per jaar in vergadering bijeen en zoveel meer als de toezichthoudende en adviserende taak dit noodzakelijk maakt. Profiel (generiek) In de RvC moeten diverse deskundigheden aanwezig zijn teneinde het brede spectrum van de woningcorporatie te kunnen overzien. Het functioneren van de Raad is gediend bij een goede teamsamenstelling. De individuele leden dienen elkaar qua competenties aan te vullen en respectvol met elkaar te kunnen samenwerken. De huidige Raad voldoet in hoge mate aan dit profiel. Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Commissarissen is, dat zij uit generalisten bestaat die gezamenlijk een multidisciplinair team vormen. Van de leden wordt besluitvaardigheid en resultaatgerichtheid verwacht. Zij moeten in staat zijn scherpe discussies collegiaal te voeren. Zij moeten weten waarop zij dienen te sturen en de juiste vragen kunnen stellen. Hierbij is het gewenst een zeker evenwicht te bereiken tussen personen afkomstig uit het bedrijfsleven en afkomstig uit de non-profitsector. De leden beschikken over de volgende nader geformuleerde kwaliteiten: - Het hebben van een helikopterview, analytisch vermogen en het kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken (denkniveau op tenminste Hbo-niveau). - Het in hoofdlijnen kunnen functioneren als een klankbord voor de directeur-bestuurder voor diverse (deel-)terreinen van beleid. - Het hebben van kennis en ervaring in bestuurlijke besluitvormingsprocessen. - Het hebben van ervaring op het gebied van bestuur en toezicht. - Het inzicht hebben in strategische afwegings-processen. - Het kunnen werken in teamverband. - Het hebben van een algemene interesse voor de samenleving en de volkshuisvesting. - Het hebben van affiniteit met de doelstelling van de corporatie. - Het hebben van kennis over communicatie en marketingstrategieën. - Beschikken over eigenschappen als discussievaardigheid, vergadervaardigheid, besluitvaardigheid en communicatievaardigheid. - Betrokkenheid bij lokale (of regionale) gemeenschap. - Het hebben van een (regionaal) netwerk en bereid zijn dit te gebruiken ten behoeve van de vereniging. Minimaal drie leden, van wie tenminste één van de huurdersvertegenwoordigers dienen bij voorkeur woonachtig te zijn in de regio van RWS partner in wonen. Daarnaast zullen de leden binding moeten voelen met de samenleving in het algemeen en de volkshuisvesting in het bijzonder.

5 Daarnaast wordt bij de selectie van de kandidaten rekening gehouden met de volgende aspecten: - minimaal één van de te benoemen kandidaten is een vrouw; - beide te benoemen kandidaten dienen bij voorkeur woonachtig te zijn in de regio De Bevelanden; - de RvC streeft naar verjonging van haar Raad. Vanuit de dagelijkse werkzaamheden van de leden van de Raad van Commissarissen noch anderszins mag van belangenverstrengeling sprake zijn, zoals verwoord in de Governancecode voor de woningcorporaties. Profiel (specifiek) Naast bovengenoemde profielschets, welke geldt voor alle commissarissen, worden aan deze twee commissarissen aanvullende eisen gesteld. Hieronder staan de aanvullende eisen geformuleerd, met de benoeming van de twee nieuwe leden, moeten deze eisen ingevuld worden. Kwaliteitsprofiel vertegenwoordiger van de huurders Dit aandachtsgebied richt zich met name op de lokale gemeenschap (bewoners en woningzoekenden). Tot de portefeuille behoort naast het signaleren van ontwikkelingen onder de bevolking van de gemeente Goes, Kapelle en Noord-Beveland e.o., het bewaken van spelregels in de omgang van de corporatie met de bewoners. Het door de huurders voorgedragen lid functioneert als een volwaardig lid van de Raad van commissarissen met eenzelfde verantwoordelijkheid voor het toezicht op de continuïteit van de corporatie als de overige leden zonder last en ruggespraak. De belangenbehartiging voor de huurders geschiedt via het overleg dat de corporatie met de bewoners voert. Gevraagd wordt: kennis en inzicht in sociale processen; communicatieve en sociale vaardigheden; beschikt over brede maatschappelijke belangstelling met bij voorkeur een verankering in de lokale gemeenschap; gevoel voor verhoudingen tussen partijen. Deze kwaliteiten moeten worden gecombineerd met één van de gevraagde inhoudelijke deskundigheden hieronder. Kwaliteitsprofiel zorg en welzijn Het aandachtsgebied zorg en welzijn is gericht op heel belangrijke doelgroepen vanuit de corporatie. Dit gebied is gericht op inhoudelijk kennis en ervaring met de situatie rondom wonen en zorg. Gevraagd wordt: kennis op het gebied van zorg/ouderen/extramuralisering e.d.; kennis van scheiden van wonen en zorg; inzicht in de huidige situatie in de zorg; kennis van ontwikkelen in de zorg (ouderen, gehandicapten e.d.); kennis op gebied van welzijn

6 in het kader van de kanteling van de WMO komt steeds meer de focus te liggen op welzijnswerk en daarmee ook op burgerparticipatie. Kwaliteitsprofiel volkshuisvestelijk/ ruimtelijke ordening De functie van dit aandachtsgebied is om met name vanuit een bezieling en visie op de volkshuisvesting een bijdrage te leveren aan de continuïteit van de corporatie en haar dienstverlening en nieuwe ideeën van buiten naar binnen toe te voegen. Gevraagd wordt: kennis en ervaring op het gebied van de volkshuisvesting dan wel stedenbouw en ruimtelijke ordening; visie op toekomstige rollen van corporaties binnen de volkshuisvesting in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen en doelgroepontwikkelingen; ideeën op het gebied van leefbaarheid, herstructurering en samenwerking met andere marktpartijen; verwantschap met wonen en bouwen; kennis van en ervaring met de bouwtechnische aspecten en de uitvoering van projecten. Benoeming De benoemingsperiode is een benoeming van vier jaar met een mogelijkheid tot een verlenging van vier jaar. Honorering De vergoeding voor een lid van de RvC geschiedt volgens de geldende richtlijnen conform de Wet Normering Topinkomens N.B. Leden van de Raad van Commissarissen mogen niet zijn, degene die: lid is van het bestuur van de vereniging dan wel in de vijf jaren voorafgaande aan de benoeming tot commissaris werknemer of lid van het bestuur van de vereniging is geweest; lid is van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente of van het college van gedeputeerde staten van de provincie waar de vereniging haar woonplaats heeft, of van een gemeente of een provincie waarin zij feitelijk werkzaam is, of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel heeft gesteld de belangen van gemeenten of provincies te behartigen, dan wel beleidsverantwoordelijk ambtenaar is van een gemeente als hiervoor bedoeld; lid is van enig orgaan van een andere woningcorporatie werkzaam binnen het werkgebied van de vereniging, dan wel als werknemer in dienst is van een dergelijke woningcorporatie; in dienst is van de vereniging; geen lid van de vereniging is; aan een lid van het bestuur in de eerste of tweede graad verwant is of die met een lid van het bestuur gehuwd is, met een lid van het bestuur een geregistreerd partnerschap is aangegaan of met een lid van het bestuur duurzaam samenleeft; een persoon die in dienst is van een organisatie die structureel zakelijke relaties heeft met de woningcorporaties, voor zover die relatie van invloed is op het functioneren van het lid; een persoon die in dienst is van een overheidsinstantie welke betrokken is bij het toezicht op de woningcorporatie;

7 een persoon die in dienst is van een rechtspersoon of vennootschap die met de woning corporatie een verbinding, als bedoeld in artikel 2a van het Besluit Beheer Sociale Huur sector (BBSH), is aangegaan; een persoon die in dienst is van een werknemersorganisatie welke betrokken pleegt te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de onder artikel 33 lid 3 van de statuten bedoelde personen; strijdige functies/hoedanigheden in zich verenigt in verband met zijn positie of activiteiten op andere terreinen; dit ter beoordeling van de Raad van Commissarissen. Voorzitter van de Raad van Commissarissen kan niet zijn een voormalige bestuurder van de vereniging