Onderwerp: Vacature lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe.

Transcriptie

1 Onderwerp: Vacature lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe. Sedert december 2006 is het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe opnieuw georganiseerd en wel middels het College van Bestuur en het toezichthoudend orgaan daarop, t.w. de Raad van Toezicht. In de Raad van Toezicht, welke thans bestaat uit een voorzitter en 5 leden, is op korte termijn behoefte aan een lid die affiniteit heeft met het onderwijs en zorg in het onderwijs. Als bijlage ontvangt u hierbij: Inhoudelijke informatie over de Raad van Toezicht en haar functioneren; Profielschets voor de functie; Benoemingsprocedure voor een lid van de Raad van Toezicht. Eventuele kandidaten mogen geen functie binnen de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe vervullen. Met vriendelijke groeten, M.G. Sterkenburgh Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe.

2 Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe Kerntaken en werkwijze Het toezicht op het College van Bestuur wordt uitgeoefend door een Raad van Toezicht, die daarbij een adviserende, beoordelende en toezichthoudende rol heeft. De inhoudelijke kerntaken van de Raad van Toezicht zijn: Goedkeuring strategisch plan Goedkeuring financieel beleid (meerjarenbegroting, begroting, jaarrekening, jaarverslag) Benoeming en horen van de accountant Goedkeuring grote transacties en verplichtingen (op basis van te stellen limiet) Beslissing over beëindiging van (de activiteiten van) de organisatie Beslissing over fusies en overnames Beslissing over benoeming, beoordeling en ontslag College van Bestuur Gevraagd en ongevraagd adviseren van het College van Bestuur Daarnaast heeft de Raad van Toezicht de gebruikelijke formele en procedurele taken (herzien statuten en reglement, bewaking eigen functioneren, e.d.). Vanuit het oogpunt van onafhankelijk en deskundig toezicht (corporate governance) stelt de Raad van Toezicht richtlijnen vast voor het eigen functioneren en dat van het College van Bestuur. De voorzitter heeft naast de gebruikelijke taken en verantwoordelijkheden ook de taak om de Raad van Toezicht naar deze bedoeling te laten functioneren. De Raad van Toezicht functioneert op basis van de door haar te stellen maatstaven waarmee het toezicht wordt uitgeoefend. Deze worden beschreven in een toezichtskader. Daarmee kunnen: - De prestaties van de organisatie en van het College van Bestuur worden beoordeeld; - Het functioneren van de Raad van Toezicht worden geëvalueerd; - De bijdragen van de leden worden geëvalueerd.

3 PROFIELSCHETS lid van de RAAD VAN TOEZICHT Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe In onderstaande opsomming van profielkenmerken wordt onderscheid gemaakt in: 1. Competenties; 2. Vaardigheden; 3. Kwalificaties. Ad. 1. Competenties Algemeen De toezichthouder beschikt over de volgende algemene competenties: 1. beleidsmatig denkvermogen: dient in staat te zijn zicht te krijgen en te houden op alle voor de organisatie van belang zijnde beleidsvelden, waaronder: a. extern in relatie met en tot marktpartijen, overheden of andere externe belanghebbenden; b. intern in relatie met en tot interne partijen, zoals het College van Bestuur en de GMR; 2. strategisch denkvermogen: het vermogen om zicht te krijgen en te houden op de totale voor de organisatie relevante (deel)markten, consumenten en ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie; 3. visionair denkvermogen, het vermogen om afstand te kunnen nemen van de dagelijkse praktijk en zich te concentreren op hoofdlijnen en op lange termijn beleid en deze te kunnen koppelen aan de einddoelen van de organisatie. Specifiek De toezichthouder bezit kennis van de volgende vakdisciplines: 1. kennis van de onderwijssector en het onderwijs in het algemeen en de werksoort waarop hij toezicht uitoefent in het bijzonder; 2. kennis van de regionale en lokale onderwijsverlening; 3. basale financieel-economische kennis; 4. basale juridische kennis.

4 Ad. 2. Vaardigheden De toezichthouder beschikt over de volgende vaardigheden: 1. integriteit: het handhaven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in activiteiten die met de toezichthoudende functie te maken hebben, mede met oog op zijn normatieve functie en zijn voorbeeldfunctie; 2. omgevingsbewustzijn; 3. oordeelsvorming: het kunnen evalueren van informatie, van feitelijke gegevens en of haalbaarheidsinschattingen voor beoogde beslissingen of veranderingen en op basis daarvan komen tot logische conclusies, waarbij belangrijke elementen, aspecten of feiten niet over het hoofd gezien worden; 4. samenwerkingsbekwaam: het vermogen om in een collegiaal orgaan te kunnen functioneren; 5. besluitvaardigheid; 6. onderhandelingsvaardigheid; 7. vergadertechnische vaardigheden, mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid; Ad. 3. Kwalificaties De toezichthouder beschikt over de volgende kwalificaties: 1. onafhankelijkheid; 2. affiniteit met de doelstelling en met het onderwijs en de jeugdzorg; 3. kunnen beoordelen van beleid; 4. begrip hebben van effecten van beleid, van belangen en processen in de organisatie, van maatschappelijke en politieke processen; 5. brede maatschappelijke belangstelling; 6. kunnen deelnemen aan de collegiale besluitvorming; 7. kennis van en ervaring met bestuurlijke besluitvormingsprocessen; 8. bestuurlijke dan wel toezichthoudende ervaring; 9. bewust van positie en voorbeeldwerking; 10. kennis van de wet en regelgeving voor het onderwijs en de jeugdzorg; 11. financiële beleidsstukken kunnen doorzien (balans, jaarstukken, kwartaalrapportages); 12. kennis van het bedrijfsproces van onderwijsinstellingen, tevens van wettelijke, reglementaire dan wel protocollaire procedures en voorschriften; 13. werk- en denkniveau op academisch dan wel tenminste HBO niveau; 14. uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden.

5 Bijlage 1: Werving, selectie, voordracht, benoeming leden van de Raad 1. In de procedure van werving, selectie, voordracht en benoeming van een lid van de Raad hebben het College van Bestuur en de GMR het recht de Raad te attenderen op kandidaten en het recht advies te geven over de profielschetsen, de procedure en de voorgedragen kandidaten. 2. De Raad stelt een concept profielschets van de Raad en concept profielschetsen voor de individuele leden van de Raad op. De Raad gaat niet tot vaststelling van de profielschetsen over dan nadat het College van Bestuur en de GMR over de voorgenomen vaststelling advies hebben uitgebracht dan wel in de gelegenheid zijn geweest advies uit te brengen. 3. De Raad stelt aan de hand van wettelijke, statutaire en reglementaire voorschriften een concept procedure van werving, selectie, voordracht en benoeming op en gaat niet tot vaststelling van de procedure over dan nadat het College van Bestuur en de GMR over de voorgenomen vaststelling advies hebben uitgebracht dan wel in de gelegenheid zijn geweest advies uit te brengen. 4. Een vacature in de Raad wordt eerst intern openbaar gemaakt, zodat de zittende leden van de Raad, het College van Bestuur en de GMR in de gelegenheid zijn de Raad op kandidaten te attenderen. 5. De werving van kandidaten geschiedt door middel van publicatie of advertentie dan wel door gebruik te maken van bemiddelingsbureaus. Kandidaten dienen schriftelijk te reageren onder overlegging van hun motivatie en hun CV. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt, ook kandidaten, waarop door zittende leden van de Raad of van het College van Bestuur dan wel GMR is geattendeerd, dienen zich schriftelijk te melden onder overlegging van hun motivatie en hun CV. 6. Na het besluit tot benoeming deelt de Raad dit schriftelijk mee aan de benoemde persoon, die het aanvaarden van het lidmaatschap van de Raad schriftelijk bevestigt door middel van ondertekening van een brief, waarin de aanvaarding staat vermeld evenals het instemmen met statuten en reglementen en het instemmen met de beëindiging van de functie bij ontslag door de Raad. 7. Na besluit tot benoeming stelt de Raad het College van Bestuur en de GMR schriftelijk van de benoeming op de hoogte. 8. De Raad stelt een introductie en inwerkplan op voor nieuwe leden van de Raad. 9. De voorzitter wordt benoemd en de plaatsvervangend voorzitter wordt gekozen, op basis van een profielschets voorzitter, dat de Raad opstelt. Dit profiel is tevens de basis voor de evaluatie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.