STUDIEGIDS. Bacheloropleiding BIOLOGIE. jaar 1. Studiejaar Versie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STUDIEGIDS. Bacheloropleiding BIOLOGIE. jaar 1. Studiejaar Versie"

Transcriptie

1 STUDIEGIDS Bacheloropleiding BIOLOGIE jaar 1 Studiejaar Versie Universiteit Utrecht Departement Biologie Onderwijs- en Studentenzaken

2

3 Inhoudsopgave ALGEMEEN... 1 Studentenstatuut en OER... 1 Studenten Informatievoorzieningen... 1 OSIRIS... 1 HET STUDIEPUNT BIOLOGIE... 2 De practicumzalen... 3 INTRODUCTIE... 4 STUDIEBEGELEIDING EN BINDEND STUDIEADVIES... 4 Tutor... 4 Studieadviseur... 4 Bindend studieadvies (bsa) in het eerste jaar... 5 STUDIEKOSTEN IN HET EERSTE JAAR... 7 HET PORTFOLIO... 8 Inleiding... 8 Waarom een portfolio?... 9 Werken aan je portfolio De inhoud van je portfolio Reflecteren hoe doe je dat? Een goed portfolio Het resultaat DE OPLEIDING BIOLOGIE Doel van de bacheloropleiding Structuur van de opleiding Roostering REGELS EN RICHTLIJNEN Het volgen van de cursussen van de bacheloropleiding Biologie Aanmelden voor de cursussen van jaar Registratie van je studieresultaten Herkansingen Voorlichting over en toelating tot jaar 2 en Fraude en plagiaat art fraude en plagiaat DE STUDIE EN DE CURSUSSEN VAN HET EERSTE JAAR Periode 1 Introductie in de biologie Moleculaire biologie Periode 2 Plantenbiologie Evolutiebiologie: proces tot biodiversiteit Periode 3 Systeembiologie Biologie van dieren Periode 4 Ecologie Biotechnologie en maatschappij... 46

4

5 ALGEMEEN Deze gids beschrijft het onderwijsprogramma en de vakken van het eerste jaar van de bacheloropleiding Biologie. Studentenstatuut en OER De doelstellingen van de opleiding, de examens, de reglementen, inschrijvingen en de organisatie van het departement Biologie staan in de Onderwijs-en examenregeling (de OER) van de opleiding. De overige zaken van belang staan in het Studentenstatuut van de Universiteit Utrecht (UU). In het studentenstatuut vind je informatie over de Universitaire voorzieningen. In de OER kun je lezen hoe de opleiding is opgebouwd, met welke regels je te maken krijgt, enz. De OER is de formele beschrijving van de opleiding. De OER en het studentenstatuut kun je ook vinden op de onderwijswebsite van biologie: Beide worden elk studiejaar herzien. Studenten Je krijgt van de Universiteit een adres. Je krijgt hierover per post bericht. Je studentenmail is een officieel communicatiekanaal en heeft dezelfde status als een brief: check je dus regelmatig! Je kunt eventueel die je op je students.uu.nl account krijgt automatisch laten doorsturen naar een ander adres. De universiteit ondersteunt gmail, niet hotmail. Informatievoorzieningen Het Studiepunt biologie van de afdeling Onderwijs-en Studentenzaken zorgt voor de verspreiding van informatie over het onderwijs, de roosters, roosterwijzigingen en de tentamens. Zij maakt hiervoor gebruik van de studenten en de onderwijswebsite. Daarnaast kun je informatie vinden in het maandblad van biologie: bioscope. Voor alle vragen over inschrijving, betalen collegegeld etc. kun je niet terecht bij het studiepunt maar bij Studentenservice. Hierover kun je lezen in het Studentenstatuut (deze is pas in september 2011 beschikbaar via de website). OSIRIS Het studievoortgangssysteem van de Universiteit Utrecht heet OSIRIS en is online te raadplegen via OSIRIS-student : Je gebruikt OSIRIS-student om je eigen gegevens (bijvoorbeeld je cijfers) te raadplegen, adreswijzigingen door te geven en (vanaf het tweede studiejaar) je aan te melden voor cursussen (zie hiervoor de studiegids van jaar 2 en 3 op de onderwijswebsite). 1

6 HET STUDIEPUNT BIOLOGIE Studiepunt Biologie Buys Ballotlaboratorium Princetonplein CC Utrecht Kamer 1.24 tel (open van uur), fax studiepunt.bio@uu.nl Je wordt bij het studiepunt geholpen door: mw. S. Kollar mw Y. de Jong. Studieadviseur voor de bacheloropleiding mw.dr. Isolde den Tonkelaar, kamer studieadviseur.bio@uu.nl spreekuren: ma en do uur, op afspraak, ma en do uur, open spreekuur Een afspraak maak je via het studiepunt Biologie, per telefoon of (zie boven). Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator mw.dr. S. Goubitz, kamer 1.19 tel s.goubitz@uu.nl Coördinator/manager bacheloropleiding Biologie dr. A.J.M. (Ton) Peeters Kruytgebouw, kamer Z407 a.j.m.peeters@uu.nl Correspondentie gericht aan de examencommissie Biologie kun je eveneens sturen naar het studiepunt. 2

7 De practicumzalen De practica en een deel van de werkcolleges van de eerstejaars cursussen volg je in de practicumzalen op de 6 e verdieping van het Androclusgebouw (zaalnummers 637 en 643) of de 2 e verdieping van het Kruytgebouw (zaalnummers O en Z428). De overige werkcolleges en de computerpractica zijn in het Minnaertgebouw. De zaalnummers zijn 016, 018, 021, 022, 023 en 025. Dhr. T. van Domselaar is de beheerder van de practicumzalen. Hij regelt de practicummaterialen, microscopen, verkoop van dictaten, etc. 3

8 INTRODUCTIE Op de eerste dag van je studie, in 2012 is dat op maandag 3 september, word je ingedeeld in een mentorgroep, begeleid door twee ouderejaarsstudenten. In die eerste week volg je de verplichte opleidingsintroductie. De introductieactiviteiten worden voorbereid en staan onder begeleiding van de Introductiecommissie (IC). Deze commissie bestaat ook uit ouderejaarsstudenten. Tijdens de introductie maken de mentoren je vertrouwd met het departement Biologie en met de opleiding zelf. Met je mentorgroep onderneem je activiteiten als een speurtocht door de stad Utrecht, sporten, en een bezoek aan de dierentuin in Amersfoort. Daarnaast geven de mentoren je informatie over de studie zelf en de Utrechtse Biologen Vereniging (UBV). De introductieactiviteiten worden in oktober afgesloten met het 'eerstejaarsweekend'. Een overzicht van het introductieprogramma kun je lezen in de introductie-editie van het biologieblad bio-scope. Deze editie heb je met de post op je thuisadres ontvangen. Het rooster van het introductieprogramma vind je op onder roosterinformatie. STUDIEBEGELEIDING EN BINDEND STUDIEADVIES Tutor Samen met je mentorgenoten krijg je een tutor toegewezen. Dat is een docent van biologie die ook je docent is bij de cursus Introductie in de biologie. Je tutor is je eerste aanspreekpunt voor vragen over je studie(voortgang). Een paar maanden na het begin van de studie nodigt je tutor je uit voor een eerste persoonlijk gesprek over je studie tot dan. Als leidraad voor dit gesprek schrijf je een reflectie. Overleg met je tutor hoe je die inlevert, op papier of via de . Je tutor nodigt je in je eerste studiejaar verder nog uit voor een studie(loopbaan)gesprek en voor tenminste twee bijeenkomsten met de hele tutorgroep. Je contacten met je tutor zijn laagdrempelig, waardoor je makkelijk bij hem/haar aanklopt met problemen. Je tutor behandelt je informatie vertrouwelijk, hij/zij is géén doorgeefluik van persoonlijke informatie naar anderen. Het kan zijn dat je tutor je vragen niet kan beantwoorden. In dat geval kun je het beste gaan praten met de studieadviseur. Studieadviseur Je kunt de studieadviseur (mw Isolde den Tonkelaar) om advies vragen over je studie, je keuze van cursussen in jaar twee en drie, hoe je het volgen van cursussen buiten biologie, al of niet in het buitenland, moet aanpakken en over klachten en/of problemen. Zij kan je zo nodig doorverwijzen naar docenten of naar instanties buiten Biologie. Instanties buiten Biologie schakel je in als het over andere dan studiezaken zelf gaat. Zo kan de studieadviseur je aanraden om te gaan praten met een studentendecaan van het bureau Studentenservice (bijvoorbeeld over financiële zaken), of met de studentenpsycholoog, of contact op te nemen met het Centrum voor Onderwijs en leren als je bijvoorbeeld een cursus studievaardigheden wilt volgen. 4

9 Als je na het bezoek aan de studieadviseur nog steeds met een serieuze nog onopgeloste klacht zit, kun je hierover contact opnemen met de klachtencoördinator van Biologie mw.dr. Shirrinka Goubitz. Je kunt natuurlijk ook eerst met je tutor praten. Bindend studieadvies (bsa) in het eerste jaar In het eerste jaar van je inschrijving aan de bacheloropleiding Biologie krijg je tweemaal een schriftelijk studieadvies. Dit studieadvies is gebaseerd op je behaalde studieresultaten bij biologie. De adviezen krijg je schriftelijk per post gestuurd naar je studieadres. Wat houdt het bindend studieadvies in?. Een studiejaar in de bachelor bestaat uit vier onderwijsperioden van elk 10 weken. Per periode volg je twee cursussen van elk 7½ studiepunten (stp). In totaal volg je 8 verplichte cursussen, samen dus 60 stp. Hiervan moet je er 6 (45 stp) in het eerste studiejaar halen. Je haalt een cursus als je er een voldoende eindcijfer (minimaal een 5½) voor krijgt. Met een negatief bindend studieadvies aan het eind van het eerstestudiejaar (je hebt dan minder dan 6 cursussen gehaald) kun je je niet opnieuw voor de Utrechtse biologieopleiding inschrijven. Dit geldt voor een periode van 4 opeenvolgende studiejaren. In de Onderwijs-en examenregeling (OER) van de opleiding Biologie is deze regeling bepaald (in artikel 7.4: bindend studieadvies). Tussentijds studieadvies In de laatste week van januari 2013 krijg je een tussentijds maar nog niet bindend studieadvies. Dit advies is gebaseerd op het aantal studiepunten dat je op dat moment hebt gehaald. Dat zijn de studiepunten van de cursussen van de eerste periode en de resultaten van de tussentijdse toetsen van de cursussen Evolutiebiologie: proces tot biodiversiteit en Plantenbiologie in de tweede periode. Deze laatste tellen elk mee als een halve cursus. Je krijgt een positief advies als je 15 stp of meer hebt gehaald, een twijfeladvies met 7½ tot 15 stp en een negatief advies als je minder dan 7½ studiepunten hebt gehaald. Een negatief tussentijds advies is een dringend advies te stoppen met je studie en zeker om je studiekeuze en je studieaanpak eens kritisch te bekijken. Het risico dat je aan het eind van je eerste jaar dan een bindend negatief advies krijgt is groot, vooral omdat de cursussen die je in de tweede helft van het eerste jaar krijgt, voor veel studenten moeilijker zijn dan die van het eerste halfjaar! Er kunnen in het eerste studiejaar buiten je macht omstandigheden zijn geweest die je studie negatief hebben beïnvloed. Deze worden, maar alleen als ze op tijd (dat is direct na de gebeurtenis!) bekend zijn bij de studieadviseur, meegenomen bij de vaststelling van je bindend studieadvies. Het advies dat je krijgt, kan dus meer zijn dan alleen een cijfermatige conclusie. Als je je studie wilt stoppen met het oog op het voorkomen van een negatief studieadvies in juli, dan moet je je vóór 1 februari 2013 als student bij de universiteit uitschrijven. Raadplaag hiervoor de website van het bureau Studentenservice van de Universiteit Utrecht (UU). 5

10 Let op: Je krijgt óók een negatief studieadvies met alle daaraan verbonden consequenties als je na 1 februari stopt met je opleiding biologie maar na 1 februari nog ingeschreven bent geweest bij de universiteit. Als je begeleiding wilt bij het maken van een nieuwe studiekeuze, informeer dan eerst bij je studieadviseur. Eindadvies Eind juli 2013 krijg je de brief met het nu wel bindend studieadvies (bsa). Deze brief krijg je ook per post toegestuurd naar je studieadres. Je krijgt die brief als de uitslagen van periode 4 en die van de herkansingen uit periode 3 bekend zijn. Je krijgt een positief studieadvies als je dan 45 of meer stp hebt gehaald. Bij een positief advies kun je je het volgende jaar weer inschrijven om je studie te vervolgen. Als je minder dan 45 stp hebt gehaald, krijg je een negatief advies. Dit advies is voorlopig als je tijdens de herkansingen van periode 4 (in augustus) alsnog 45 stp of meer zou kunnen halen of als je in aanmerking wilt komen voor een bijzondere omstandigheid (zie onder). Is dit niet het geval, dan is het advies direct bindend. In de laatste week van augustus bepaalt de examencommissie het definitieve bindend studieadvies voor die studenten die toegang hebben tot de herkansingstoetsen van periode 4 en daarmee alsnog 45 of meer stp kunnen halen. Zijn er ook uitzonderingsgevallen? Slechte studieresultaten kunnen vele oorzaken hebben. Vaak zijn dit redenen die je zelf in de hand hebt. Er zijn echter ook gebeurtenissen buiten je schuld die studievertraging veroorzaken, bijvoorbeeld een langdurige ziekte, een functiestoornis of ernstige familieomstandigheden. Wil je dat dergelijke gebeurtenissen of omstandigheden worden meegewogen in het studieadvies, dan moet je deze melden bij je studieadviseur. Wacht hier vooral niet mee, want alleen als je de omstandigheden direct, althans zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd na het ontstaan ervan, meldt bij je studieadviseur, kunnen ze ook worden meegewogen in het studieadvies! Overigens is het altijd verstandig om ook je tutor van eventuele bijzondere gebeurtenissen of omstandigheden op de hoogte te brengen en te houden. De procedure bij uitzonderingsgevallen is alleen van belang voor studenten die een negatief bindend studieadvies zouden krijgen maar waarvan bovengenoemde bijzondere omstandigheden de (mede-)oorzaken kunnen zijn. Zij is als volgt: Na de bekendmaking van de resultaten van de laatste toetsen in juli 2013 krijg je als je minder dan 45 stp hebt behaald een brief waarin staat dat de examencommissie voornemens is je een negatief bindend studieadvies te geven. Alvorens dit advies een definitief negatief studieadvies wordt, krijg je de gelegenheid om door de examencommissie in een gesprek te worden gehoord. Deze gesprekken zijn uitsluitend bedoeld voor het herstellen van evidente fouten of voor het melden van zwaarwegende persoonlijke omstandigheden die nog niet hadden kunnen worden gemeld op het moment dat het studieadvies werd uitgebracht. Let op: je kunt op de hoorzitting geen nieuwe omstandigheden aanvoeren die eerder in het jaar hebben plaatsgevonden! 6

11 Aangehouden advies Heb je minder dan 45 stp gehaald en heeft de examencommissie je eventuele bijzondere omstandigheid erkend, dan krijg je een aangehouden advies. Dit betekent dat je door kunt gaan met je studie. Maar let op: als je een aangehouden advies hebt gekregen, dan MOET je in je tweede jaar ook weer tenminste 45 studiepunten halen. De resultaten van je eerste jaar tellen hierbij NIET mee. Haal je in je tweede studiejaar geen 45 of meer studiepunten, dan mo Beroep Tegen een negatief bindend studieadvies kan binnen 6 weken beroep worden aangetekend bij het universitaire College van Beroep voor de Examens (zie hiervoor het Studentenstatuut). STUDIEKOSTEN IN HET EERSTE JAAR De kosten voor boeken, dictaten etc. bedragen in het eerste studiejaar ongeveer 500. De kosten in de rest van de bacheloropleiding variëren en zijn afhankelijk van je gekozen studieprogramma. De dictaten en werkcollegeopgaven van jaar 1 zijn bij aanvang van de cursus te koop bij de beheerder van de practicumzalen, de heer T. van Domselaar. Omdat de opleiding met ingang van september 2012 van het Wentgebouw verhuist naar andere gebouwen in De Uithof, is op dit moment, augustus 2012, nog niet bekend waar deze verkoop plaatsvindt. Dit krijg je later te horen. De meeste studieboeken worden centraal ingekocht door de Utrechtse Biologen Vereniging (UBV). Leden van de UBV kopen deze boeken met korting. De bestelde boeken haal je op de UBV-kamer op de tweede verdieping van het Buys Ballotlaboratorium. Nodig in jaar 1: Boeken en dictaten Voor jaar 1 staan de aan te schaffen boeken etc. op een lijst, die alle eerstejaars studenten toegestuurd krijgen. Microscoop Bij veel practica gebruik je een (stereo)microscoop. Deze huur je via de beheerder van de practicumzalen. Je huurt de microscoop (voor de hele bachelor) voor 25. Laboratoriumjas, veiligheidsbril en snijset Bij experimentele practica moet je een laboratoriumjas en veiligheidsbril dragen. De laboratoriumjas (ca. 25), de veiligheidsbril (ca. 10) en een snijset (ca. 30) kun je in september aanschaffen (let op de aankondiging hierover in september). 7

12 HET PORTFOLIO Het portfolio is een (eventueel digitale) map die je gebruikt om je vorderingen op het gebied van je studie en je (academische) vaardigheden bij te houden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het houden van presentaties, helder wetenschappelijk kunnen schrijven, etc. Als je een elektronisch in plaats van papieren portfolio maakt, worden deze op een centrale server opgeslagen. Je beheert zelf de inhoud en de toegang tot je portfolio. Twee maal per jaar kan je je tutor je portfolio laten zien. Hij/zij zal je portfolio bekijken en je vorderingen bespreken door middel van een gesprek. Ook kun je het portfolio gebruiken om in een vroeg stadium duidelijk te maken wat je met de studie biologie wilt. Aan het einde van de bacheloropleiding kun je door middel van het portfolio makkelijker beschrijven wat je kwaliteiten zijn Ofschoon het portfolio je eigen verantwoordelijkheid is, krijg je wel hulp bij het werken met je portfolio. Inleiding Een portfolio was tot voor kort een map met werkstukken, certificaten of andere officiële stukken, waarmee bijvoorbeeld kunstenaars of architecten aan anderen lieten zien wat zij kunnen maken. Aangevuld met recensies over hun werk, onderscheidingen, enz. gebruiken zij het porfolio om mogelijke opdrachtgevers van hun creativiteit en de kwaliteit van hun werk te overtuigen. Met de invoering van de bachelor/masterstructuur is het portfolio naar het universitaire bacheloronderwijs overgewaaid. Lag in het universitaire onderwijs de nadruk vroeger vooral op het doen verwerven van theoretische kennis, de laatste ruim tien jaren wordt juist steeds meer aandacht besteed aan het ontwikkelen van academische vaardigheden om met die kennis op een academische wijze aan de slag te gaan en de vaardigheid om die kennis blijvend uit te breiden. Het portfolio geeft een zeer goede mogelijkheid om de ontwikkeling van de vaardigheden die je bij je studie leert, te volgen en te beoordelen. In de bacheloropleiding Biologie krijg je met enkele tientallen vaardigheden te maken. Die worden apart of aan de hand van grote opdrachten getoetst. Vaak weegt de beoordeling van een vaardigheid mee in het eindcijfer van een cursus. Het portfolio zorgt er tevens voor dat je tijdig nadenkt over je studiekeuzes. Het gaat hierbij om zaken als: Waarom ben ik biologie gaan studeren en wat wil ik uiteindelijk met die opleiding?. Het gaat daarbij niet alleen om de cursussen die je vanaf het tweede jaar kiest, maar ook om vakoverstijgende zaken als: Weet je bijvoorbeeld nu al of je een onderzoeksbioloog wilt worden, of zie je jezelf meer als wetenschapsvoorlichter, of als een bioloog in een beleids-en managementfunctie, kies ik een breed pakket of specialiseer ik me al in de bachelor? Je bent zelf verantwoordelijkheid voor het maken van je portfolio, dat kan je tutor niet voor je doen. In de volgende hoofdstukken krijg je informatie over het portfolio en antwoord op vragen als: 'Wat houdt een portfolio in, is het nuttig, wat wordt er van mij verwacht, wanneer moet het af zijn?' 8

13 Waarom een portfolio? Het portfolio geeft een zeer goede mogelijkheid om de ontwikkeling van de vaardigheden die je bij je studie leert, te volgen en te beoordelen. Het is daarbij een instrument met de volgende functies: Monitorfunctie Je kunt in het portfolio op een overzichtelijke wijze vastleggen welke keuzes en plannen je hebt gemaakt. Daartoe zijn in het portfolio overzichten opgenomen waaruit duidelijk wordt welke studieonderdelen je hebt doorlopen en waar (en dat kan ook buiten de studie zijn) je welke vaardigheden hebt verworven. Reflectiefunctie In het portfolio word je gevraagd systematisch na te denken over je eigen ontwikkeling. Er is ruimte in het portfolio opgenomen waar je aan kunt geven hoe de ontwikkeling van de verschillende academische vaardigheden verloopt. Beoordelingsfunctie Met behulp van het portfolio kun je laten zien dat je het gevraagde niveau van academische vorming hebt bereikt. Er wordt van je gevraagd om in het portfolio aannemelijk te maken dat het gewenste niveau is bereikt door te verwijzen naar beoordelingen, evaluaties, en illustratief materiaal zoals werkstukken, verslagen, ontwerpen, presentaties, etc. Al snel nadat je begonnen bent met het maken van je portfolio kun je er je voordeel mee doen, maar ook later: Resultaten op korte termijn Al enkele maanden na aanvang van je studie geeft je portfolio je een helder beeld van hoe je met je studie omgaat, wat je motivatie is en welke kennis en vaardigheden je al bezit. Je analyseert wat goed en wat nog niet goed genoeg gaat. Je bespreekt met je tutor of je analyse klopt, wat je (nog) moet doen om het gewenste niveau te bereiken en wáár/wanneer je dat het beste kunt doen. Je portfolio helpt je om in het goede spoor te blijven. Dit kun je doen aan de hand van een eerste tentamenuitslag. Het is mogelijk dat je er nu al achter komt dat je niet op de goede plek zit. Als dat inderdaad het geval is, dan kun je misschien nog overstappen op een andere studie. Resultaten op middellange termijn Je portfolio laat zien welke vaardigheden en competenties je al bezit en wat waardevolle uitbreidingen zouden kunnen zijn. Je kunt zo tijdig bewuste keuzes in je opleiding blijven maken. Resultaten op langere termijn Een compleet portfolio kun je zien als een eindproduct van je bacheloropleiding. Aan het einde van de bacheloropleiding bevat je portfolio een aantal mooie voorbeelden van vaardigheden, waarmee je uit de voeten kunt in je verdere studie en carrière. Het geeft een helder beeld van de kennis, vaardigheden en beroepshouding die je jezelf hebt eigen gemaakt. Zo kun je met behulp van reflecties onderbouwd met beoordelingen, verslagen, presentaties enz. heel goed je voorkeuren of speciale interessen in bepaalde studieonderwerpen tot uiting laten komen. Of wellicht een speciale interesse en 9

14 mogelijk aanleg voor bepaalde technieken. Misschien heb je aanleg om dingen heel didactisch uit te leggen, wat bij presentatie tijdens de eerste studiejaren al zal opvallen. Na de bacheloropleiding kun je je portfolio ook gebruiken, bijvoorbeeld voor de toelating tot een masteropleiding, voor sollicitaties of toelatingsprocedures buiten de universiteit. Werken aan je portfolio Vaardigheden moet je leren en oefenen. Je moet er feedback op krijgen, ze weer oefenen en ze laten beoordelen. Dat leer je niet allemaal in één cursus, maar elke cursus geeft je wel de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen. Het bijhouden van die ontwikkelingen gebeurt in je portfolio. Je kunt tijdens iedere bachelorcursus aan je portfolio werken. Stel het op schrift zetten van je ervaringen niet te lang uit. Tijdens en vlak na de cursus weet je alles nog precies: wat nam ik me voor, wat heb ik gedaan, wat heb ik geobserveerd, wat was mijn analyse daarvan, wat ging goed, wat ging minder goed, hoe zijn mijn plannen verder?. Het werken aan je portfolio bestaat in grote lijnen uit twee onderdelen: de vormgeving van het (elektronisch) portfolio, de inhoud, die uit het verzamelen van materiaal en beoordelingen bestaat en het maken van je studiereflecties. De inhoud van je portfolio Je bouwt je portfolio op uit de volgende onderdelen. Daarbij heb je, net als bij de vormgeving ervan (zie boven), veel vrijheid. Het is zeker niet zo dat alle portfolio s precies dezelfde lay-out en inhoud hebben. Hieronder lees je over de onderwerpen waaraan je in je portfolio werkt. Dit zijn: 1. Overzichten 2. Reflecties 3. Materiaal in bijlagen 1. Overzichten De basis van een goed portfolio is vaak een chronologisch en gedetailleerd overzicht van de cursussen die je hebt gevolgd. De overzichten daarvan in het portfolio hebben vaak de vorm van een curriculum vitae. In je curriculum vitae (CV) neem je op: je personalia, naam, geboortedatum, adres, telefoonnummer, studentnummer, pasfoto, je schoolcarrière, school, vwo-profiel, eventuele andere opleiding en diploma daarvan, de cursussen die je in de bacheloropleiding Biologie hebt gevolgd, je nevenactiviteiten die waardevol zijn voor je studie, voorbeelden: functie bij een studie- of studentenvereniging, (opleidings)commissies, bestuursfuncties, je hobby s en werkervaring, die aanvullend zijn op je studie, bijvoorbeeld als toneelspeler ben je gewend om voor een publiek te staan en een verhaal te vertellen. Je kunt hier aangeven welke vaardigheden je al ergens anders hebt geleerd. je motivaties en verwachtingen, wat zijn je motivaties om biologie te studeren? Wat zijn je ambities? Wat verwacht je later (na je studie) te 10

15 worden, wanneer denk je dat bereikt te hebben? Dit kan gedurende je studie veranderen. Wat verwacht je (in je eerste jaar) van de docenten, het onderwijs (practica, werkcolleges, computerondersteund onderwijs, studieboeken)? 2. Reflecties De reflecties zijn de ruggengraat van je portfolio. Een reflectie is meer dan een verslag van wat je hebt gedaan. Je maakt ze ook om jezelf verder te ontwikkelen, onder andere door terug te blikken op de competenties waarin je hebt geoefend. Ze zijn tevens een goede basis voor de evaluatiegesprekken met je tutor. Je schrijft over de cursussen van jaar 1, 2 en 3 hoe ze zijn gegaan, wat je geleerd hebt of juist niet en waarom niet, wat je gedaan hebt : verslagen gemaakt of presentaties gehouden (maak links in je digitale portfolio!), wat de belangrijke leermomenten waren, enz. Reflecties leiden meestal tot het maken van nieuwe plannen. Welke stappen ga je nemen om verbeteringen aan te brengen in de delen die nog niet zo goed lopen? Reflecteren hoe doe je dat? Bij reflecties wordt vaak een reflectie(leer)cyclus 1 gebruikt (zie onder). Zo n cyclus gaat uit van een aantal stappen dat zich steeds herhaalt, bijvoorbeeld: Het is handig om met een ervaring te beginnen. Schrijf op wat die ervaring feitelijk is geweest (bijvoorbeeld je hebt een presentatie gehouden). Geef daarbij aan wat je hebt gedaan, maar beperk je tot wat relevant is in het leerproces. Beschrijf bijvoorbeeld je voorbereiding, je PowerPoint presentatie, je sheets, wat je geplande opbouw was, wat je wilde bereiken. Beschrijf alleen de feiten. Het gaat niet om een volledige opsomming van al je ervaringen, maar om de relevante punten waarvan je nog moet leren. Vervolgens beschrijf je de relevante observaties: wat gebeurde er precies (je presentatie duurde langer dan bedoeld, of je werd onderbroken door vragen, waardoor je de draad van je verhaal kwijtraakte). 1 Hier wordt de reflectiecyclus van Kolb schematisch weergegeven. Mogelijk kan de SMART regel (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) je hierbij helpen. Zie : 11

16 Je doet dit zonder interpretaties en meningen. Wel kun je je gevoelens daarbij beschrijven (ik werd er zenuwachtig van). In de analyse beschrijf je wat de oorzaak was (waarom werd je onderbroken, was je uitleg niet goed, of had het niets met jou te maken? Wat maakte je zenuwachtig? Kwam dat omdat je voor een groep moest staan of beheerste je de stof niet goed? Had je je presentatie misschien onvoldoende voorbereid? De analyse maak je zelf, maar je medestudenten en je docent kunnen je daarbij helpen. Je gebruikt je analyse voor je verdere plannen (voornemens). Bijvoorbeeld: De volgende keer besteed ik veel meer tijd aan de voorbereiding, of: Ik ga de vragensteller verzoeken te wachten tot ik mijn inleiding heb afgerond. Je neemt je ook voor om bij een volgende presentatie de docent en je medestudenten te vragen hier in het bijzonder op te letten. Dan begint de volgende cyclus: je hebt weer een ervaring, opnieuw een presentatie. Je gaat aan de slag met je voornemens. Zo n cyclus hoeft niet eindeloos doorlopen te worden. Als je het gewenste niveau hebt gehaald, en je bent goed beoordeeld, dan vermeld je dit in je portfolio kun je deze vaardigheid voorlopig met rust laten. Aan het einde van de bacheloropleiding zijn de vaardigheden die je moet beheersen (zie lijst) tenminste één keer door de reflectiecyclus gegaan. 12

17 In onderstaande lijst vind je de vaardigheden die je aan het eind van de bacheloropleiding zou moeten beheersen. Gebruik je reflecties om die vaardigheden onder de knie te krijgen. Het zijn: Kennismanagement Computervaardigheden Methodologie Specifiek biologische vaardigheden Communicatieve vaardigheden Laboratoriumvaardigheden Reflectievaardigheden Management- en samenwerkingsvaardigheden Je kunt - primaire literatuur analyseren - kritisch ten opzichte van de inhoud van bronnen staan - kennis in een biologische context toepassen door middel van hypothese en synthese - objectief en onafhankelijk denken - interdisciplinair en grensoverschrijdend denken Je kunt - de mogelijkheden van consumentenprogramma s (Office, internet, E- mail) gebruiken - vakspecifieke computertoepassingen toepassen bij de oplossing van biologische problemen Je kunt - in onderzoek de natuurwetenschappelijke empirische cyclus hanteren - een nieuw wetenschappelijk experiment ontwerpen - zelfstandig een eenvoudige projectaanvraag schrijven - nieuwe concepten en methoden ontwikkelen - voor het vraagstuk geëigende statistiek toepassen Je bent kritisch op methodologische fouten Je kunt - de begrippen biologische variabiliteit, homeostase en meerdere organisatieniveaus in combinatie toepassen op biologische problemen - conceptueel denken - biologische problemen holistisch benaderen - de kwaliteit van je specifiek biologische vaardigheden beoordelen Je kunt - een mondelinge en schriftelijke presentatie in het Nederlands en het Engels houden - een literatuurstudie schrijven en presenteren - een samenvatting van een wetenschappelijke verhandeling geven - een wetenschappelijke beargumenteerde discussie op hoog abstractieniveau voeren - met inhoudelijke kritiek omgaan en deze verwerken - anderen van onderbouwde feedback voorzien Je kunt - basale en meer complexe aan biologie gerelateerde (laboratorium)technieken toepassen Je kunt - je eigen leerproces op basis van zelfreflectie aansturen - je eigen normen en waarden een plaats geven in de context van studie en beroep - biologische problemen op kritisch ethische wijze benaderen en ethische vraagstukken hanteren Je kunt - je eigen studie en projecten plannen en organiseren - de verschillende rollen in een groep(s)proces hanteren - leiding geven aan beperkte projecten - omgaan met kritiek op je eigen functioneren in een groep en anderen feedback op de samenwerking geven - je eigen management- en samenwerkingsvaardigheden op basis van reflectie verbeteren 13

18 Een paar voorbeelden van reflecties vind je hieronder: Reflectie op: Bestuderen en analyseren van info Bij dit vak heeft het bestuderen en analyseren van de informatie me meer moeite gekost dan bij de andere vakken. Vooral was het bestuderen van informatie was vaak een probleem. Het boek was moeilijk te volgen. We kregen in de lessen wel handouts, maar naarmate we meer colleges gehad hadden, werden ook deze steeds ingewikkelder. Ze stonden vol met afleidingen vol integralen, die uiteindelijk niet echt van belang bleken te zijn. Het was meer iets dat je eens gezien moest hebben en moest begrijpen, dan iets dat je zelf moest kunnen op tentamen. Ik had goed ingeschat wat ik moest bestuderen en ik vond ook steeds beter de weg in het boek, wat mij bij het tentamen heel erg geholpen heeft. Ik denk dat ik bij dit vak het meest geleerd heb over het bestuderen en analyseren, juist omdat hier zo n grote en moeilijke informatiestroom op ons af kwam. Uiteindelijk is het me gelukt om de juiste dingen te bestuderen en te begrijpen, dus het tentamen ging ook goed. Reflectie op: Schrijven, teksten plannen, schrijven, herschrijven en afronden Deze vaardigheid werd in deze cursus heel goed getraind. We moesten een aantal werkplannen schrijven. Ook hebben we zelf een planning moeten maken waarbij we rekening hielden met het schrijven, beoordelen en herschrijven van de teksten. In het begin was het even wennen en ook een heel gedoe om een werkplan te kunnen maken, omdat we het nog nooit gedaan hadden en niet wisten wat er in moest staan. Maar toen het eerste werkplan beoordeeld was, viel het toch best mee. Daarna kostte het ook steeds minder tijd om een goed werkplan te maken. Ik denk dat ik in deze vaardigheid erg gegroeid ben: van niet weten hoe en wat tot in staat zijn een goed werkplan te synthetiseren. Reflectie op: Presenteren: voorbereiden, uitvoeren en evalueren De uitkomsten van de opdracht moesten we presenteren aan de medestudenten. Op mijn middelbare school vond ik het geven van een presentatie een ramp, want ik praatte steeds veel te snel. Nu ging het wel heel goed. Ik vertelde enthousiast en voelde me op mijn gemak. Ik praatte helemaal niet te snel. Alleen was de informatiedichtheid in het verhaal nog iets te groot. Ook liep mijn non-verbale communicatie nog niet lekker. Ik heb er bewust voor gekozen om de vakspecifieke presentatie voor een grotere groep te houden om te zien of het dan ook goed zou gaan. Ik heb aan de hand van een PowerPoint presentatie mijn verhaal gehouden. Ik praatte iets sneller dan normaal, omdat het toch even wennen was voor zoveel mensen je verhaal af te steken, maar het was niet zo snel dat het storend werd. Ik heb de tijd iets overschreden, maar ook dat viel wel mee. Het totale oordeel was goed, dus ik ben er behoorlijk op vooruit gegaan door gewoon een paar keer een presentatie te houden. Zie ook de reflectieverslagen en de beoordeling. Reflectie op: Communicatie, werken in groepen Ik vind het jammer dat het niet gelukt is om meer resultaat in het researchproject te bereiken. De samenwerking in een groep van vijf mensen was niet altijd even optimaal, omdat er verschillen waren in instelling. Ook de samenwerking met de begeleider was niet optimaal. Toch heb ik geleerd dat het belangrijk is om tijdig en duidelijk te communiceren in een groep. Verder heb ik ook ingezien dat onderzoek doen niet zo eenvoudig is als het lijkt. Vaak loop je tegen allerlei praktische problemen aan waardoor de voortgang langzamer is dan vooraf gedacht. Het is goed om dit een keer mee te maken. 3. Materiaal in bijlagen Alles wat je tijdens een cursus verzamelt aan beoordelingen, certificaten en oorkondes, je presentaties, cursusverslagen, evaluaties door anderen, enz. breng je onder in je digitale portfolio. Een verzameling werkstukken in een portfolio laat ook direct de kwaliteit van je eigen werk zien en waarin je uitblinkt. Het is belangrijk om het materiaal in je portfolio goed te archiveren, dan weet je over een paar jaar ook nog waar het over ging. Het is ook het bewijsmateriaal om later met je tutor te bespreken. Beoordelingen anders dan toetscijfers, bijvoorbeeld over vaardigheden, vult de docent in op speciaal daarvoor gemaakte beoordelingsformulieren. Tip Wees, als je een ingevuld beoordelingsformulier terugkrijgt, niet te snel tevreden. Vraag, als dat niet duidelijk is, waarom de docent je nu bijvoorbeeld een 6 of een 8 gaf, of waarom hij jouw praatje zo goed, of juist niet goed vond. Bedenk wel dat een beoordeling een momentopname is. Je hebt een (kleine) prestatie geleverd en daar kreeg je een cijfer voor. Een volgende keer kan die 14

19 prestatie, misschien onverwacht, slechter of beter zijn. Een beoordeling is een prachtig instrument om de weg naar verbetering snel te vinden. Het gaat hierbij niet alleen het cijfer zelf, maar vooral om de feedback die je krijgt: deze kan je helpen je prestatie te verbeteren. Behalve de beoordeling door de docent (of zonder deze) is zeker zo belangrijk wat je er zelf van vond. Je hebt altijd de mogelijkheid om via een geschreven reflectie je eigen mening te geven over je prestatie en waarom je deze activiteit belangrijk vond voor je eigen ontwikkeling. Een goed portfolio Hoeveel van deze onderdelen moet ik in mijn portfolio opnemen om een goed portfolio te maken? is een veelgestelde vraag. Een vraag die niet eenduidig is te beantwoorden. Een portfolio is nadrukkelijk geen verzamelbundel alleen: het verzamelen van door de docenten ingevulde beoordelingsformulieren is slechts een begin. Of je academische ontwikkeling wordt aangetoond met documenten en reflecties van een handvol of alle gevolgde cursussen is in wezen onbelangrijk. Juist omdat het portfolio een persoonlijk werkstuk is van je eigen ontwikkeling en waarvoor je zelf alle verantwoordelijkheid draagt, is het moeilijk voor anderen om aan te geven hoeveel je daarin precies moet opnemen. Met de nodige reserve volgt daarom hier de inhoud van een gemiddeld portfolio aan het eind van de opleiding: een CV, een schema van de gevolgde cursussen, 4-6 verslagen, 4-6 presentaties, enkele posters en/of labjournalen of andere werkstukken, alle voorzien van de bijbehorende en ingevulde beoordelingsformulieren en reflecties. Andere stukken die je in je portfolio kunt opnemen, zijn de bewijzen (certificaten) die je hebt gekregen voor computervaardigheden (statistiek, spreadsheet, database, enz.), laboratoriumvaardigheden, enz. Tenslotte bevat het portfolio een aantal reflecties over afgelopen perioden, waarbij één reflectie per jaar het minimum is. Dit zijn de verslagen die je met je tutor bespreekt over de afgelopen periode. Het resultaat Een goed portfolio maken, vraagt oefening. Je maakt het niet in één keer, maar als een doorlopend verhaal gedurende je hele studie. Je tutor geeft je daarbij feedback op wat je hebt gemaakt, zodat je jezelf voortdurend kunt verbeteren. Het is niet zo dat je niets aan je portfolio mag veranderen. Sommige delen van je portfolio zijn op een gegeven moment niet meer zo relevant. Je wilt bijvoorbeeld af van een minder goede beoordeling in je portfolio als er een goede tegenover staat. Bewaar de verouderde stukken in een aparte archiefmap, dan kun je later je ontwikkeling in een bepaalde vaardigheid zien. Aan het einde van je eerste studiejaar heb je een overzichtelijk en goed leesbaar document gemaakt over je studievorderingen en je leerpunten. Dit persoonlijke document laat dan zien: dat je als student inmiddels zelfstandig in je studie functioneert, dat je een kritische houding aanneemt ten opzichte van alles wat je tijdens je studie wordt voorgehouden, dat je in staat bent om te reflecteren op je studieprestaties, dat er groei valt waar te nemen in je academische vaardigheden: je portfolio vertoont gaandeweg een toenemende diepgang en een betere kwaliteit. 15

20 Als je goed gebruik hebt gemaakt van je portfolio, dan heb je aan het eind van je eerste studiejaar tenminste de volgende twee doelen bereikt: Bewustwording van je studie. Wat ben ik met die studie nou eigenlijk aan het doen. Academische vorming is veel meer dan (in een paar dagen voor een tentamen) wat feiten uit je hoofd leren en daarna op papier reproduceren (om het vervolgens grotendeels weer te vergeten). De biologiestudie is een pittige studie die in de huidige tijd nogal eens onder druk staat van allerlei onvermijdelijke buitenschoolse` activiteiten, zoals activiteiten in studentenorganisaties en vooral parttime werk om aan extra inkomen te komen. Een goed portfolio leidt tot een betere bewustwording van je academische vorming die je studie en je studeermethoden ten goede komen. Je kunt daarmee beter en meer verantwoord keuzes in je studie maken. Je eigen leven vorm geven Door steeds kritisch te kijken wat je al kunt en wat je nog wilt bijleren, zul je steeds beter in staat zijn om je eigen scholingsbehoeften vast te stellen. In je latere beroepsleven als bioloog wordt dit ook van je verwacht. 16

21 DE OPLEIDING BIOLOGIE Biologie is een breed en geïntegreerd kennisgebied dat gekenmerkt wordt door een grote mate van complexiteit en dat fundamentele structuren en processen van moleculair tot ecosysteemniveau bestudeert, veelal vanuit een evolutionair perspectief. Doel van de bacheloropleiding Een bacheloropleiding aan de Universiteit Utrecht heeft als doel je: een academisch werk- en denkniveau te geven, kennis, vaardigheid en inzicht te bieden op het gebied van een (inter/multi)disciplinaire interesse, voor te bereiden op de keuze voor een verdere (studie)loopbaan. Een belangrijke peiler van de opleiding is academische vorming. Onder academische vorming verstaan we het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) ten aanzien van: academisch denken, handelen en communiceren, hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium, (wetenschappelijk) communiceren in de eigen en in tenminste één vreemde taal, hanteren van specifieke kennis van een vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische, en maatschappelijk/culturele context. Vanuit dit inhoudelijke uitgangspunt zijn de doelstellingen, vertaald in eindtermen en competenties, van de bacheloropleiding biologie geformuleerd. Deze zijn, met betrekking tot academische vorming, verdieping in de discipline en voorbereiding van de keuze voor een verdere (studie)loopbaan. De eindtermen en competenties van de bacheloropleiding biologie zijn de volgende. De bachelor biologie: 1. kan de bouw, het functioneren en de evolutie van biologische systemen beschrijven en de fundamentele processen en complexiteit op de verschillende organisatieniveaus verklaren 2. kan relevante concepten binnen een aantal deelgebieden van de biologie toepassen en kan aangeven hoe deze concepten zijn verkregen 3. is in staat om concepten uit genoemde deelgebieden te vertalen naar andere deelgebieden van de biologie en aangrenzende disciplines 4. kan relevante kennis en concepten uit de wiskunde, natuurkunde, scheikunde, informatica en aardwetenschappen toepassen bij het oplossen van biologische problemen 5. beschikt over een verscheidenheid aan basale onderzoekstechnieken en kan zich nieuwe technieken eigen maken 6. is in staat om een (eenvoudig) wetenschappelijk probleem te vertalen in een experimenteel onderzoeksplan, dat uit te voeren en de resultaten ervan te analyseren en te interpreteren, in relatie tot de relevante literatuur 7. is in staat om de door hem zelf geselecteerde (Engelstalige) literatuur en andere databronnen kritisch te analyseren, interpreteren en evalueren 17

22 8. kan zijn onderzoeksresultaten op een op een wetenschappelijk verantwoorde manier schriftelijk verwoorden, conform de opbouw van een wetenschappelijk artikel 9. kan een heldere mondelinge presentatie geven over het door hem uitgevoerde onderzoek en/of literatuurstudie 10. is in staat om zelfstandig kennis te vergaren voor het oplossen van complexe biologische problemen, zowel individueel als in groepsverband 11. is in staat zijn eigen functioneren en dat van anderen te evalueren 12. heeft zich een mening gevormd over de maatschappelijke en ethische consequenties van biologisch onderzoek en kan deze mening in discussies onderbouwen 13. is in staat om op basis van de eigen kwaliteiten na oriëntatie op de mogelijke studiepaden en afweging van maatschappelijke perspectieven, een gefundeerde keuze voor een masterprogramma te maken In het bachelorprogramma wordt al vanaf het eerste studiejaar ruim aandacht gegeven aan algemene en academische vaardigheden en activerende onderwijsvormen. Structuur van de opleiding De omvang van de opleiding is 180 ECTS 2 -studiepunten, 60 per jaar. Een studiepunt is 28 uur studie. Tot die tijd behoren het volgen van de colleges, de werkcolleges, de practica, de tijd die nodig is voor het bestuderen van de stof, het maken van opdrachten en verslagen en het tentamen zelf. De opleiding bestaat uit een major (135 studiepunten) en een profileringsruimte (45 studiepunten). In de major volg je vakken bij Biologie. Welke dat zijn of welke je kunt kiezen, staat in de OER. Voor de invulling van de profileringsruimte kun je in principe alle cursussen van de Universiteit Utrecht of een andere universiteit in binnen- of buitenland volgen. Let er wel op of aan het kunnen volgen van een cursus bij een andere opleiding geen ingangseisen worden gesteld (bijvoorbeeld dat je een cursus van jaar 1 moet hebben gevolgd om een andere van jaar 2 te mogen volgen). Je gaat natuurlijk niet bij een andere opleiding een cursus volgen, die je ook al bij Biologie hebt gedaan of kunt doen. De UU-cursussen kun je vinden in de onderwijscatalogus: waar je op trefwoord kunt zoeken. Je vind ze ook bij OSIRIS-student. Als je in je profileringsruimte een samenhangend pakket cursussen volgt (meestal als pakket aangeboden) van tenminste 30 studiepunten, dan wordt zo n pakket een minor genoemd. Meer informatie over de minoren vind je op: 2 ECTS = European Credit Transfer System 18

23 Jaar 1 Het eerste studiejaar is representatief voor de studie biologie. Het geeft je een goede actieve oriëntatie op de studie, de biologie als geheel, het beroepsveld van de biologie en jezelf. In de bacheloropleiding Biologie gaat het niet alleen om de inhoud van de biologie zelf, maar ook om voor de biologie kenmerkende denk- en werkwijzen. Dit betekent dat een breed overzicht wordt gegeven van de biologie als wetenschappelijke discipline en van de plaats van de biologie in de samenleving. Dit impliceert dat je ook ingaat op ethische aspecten van de biologie, biologische denk- en werkwijzen worden gehanteerd, waaronder zowel reductionistische als integratieve werkwijzen, experimenteel en beschrijvend onderzoek, modelleren, evolutionair denken en systeemdenken. Daarnaast biedt het eerste jaar een goed beeld van wat de studie biologie qua mogelijke studiepaden inhoudt, zodat je je kan oriënteren op keuzemogelijkheden in je verdere studie. Samengevat is het doel van jaar 1: een representatief beeld van de opleiding geven en met aandacht voor relevante onderdelen van de verwante vakken in een academische context, je zicht geven op je geschiktheid voor de opleiding, je voorbereiden op de keuze voor een van de masterprogramma s. Het programma van het eerste jaar is voor alle studenten gelijk, de cursussen zijn alle verplicht. In jaar twee en drie heb je juist veel keuzemogelijkheden. Het niveau van de eerstejaars cursussen is inleidend en worden daarom niveau 1 genoemd. Jaar 2 en 3 Na het eerste jaar kies je je programma verder zelf, alleen de cursus Toegepaste Biostatistiek en de Afstudeerscriptie/-project zijn verplicht. Voor de invulling van de major kies je uit een groot aantal cursussen binnen en voor een deel buiten de eigen opleiding. Deze keuzecursussen zijn ingedeeld in studiepaden. Hiermee kan je uit het aanbod van cursussen een afgewogen keuze maken, zowel inhoudelijk als roostertechnisch. De cursussen van het tweede en derde studiejaar zijn, op twee na, keuzecursussen die de stof verdiepend of gevorderd behandelen (niveau 2 respectievelijk 3). Studiepaden, bestaande uit cursuspakketten, helpen je bij het kiezen van de cursussen in jaar twee en drie. Met het volgen van een studiepad krijg je een goede aansluiting op één of meer masterprogramma s. Op de website van Biologie kun je onder naslag en regelingen de studiegids van jaar 2 en 3 vinden. Na afronding van de bacheloropleiding kun je doorstromen naar één van de vele masterprogramma s in Utrecht die aansluiten op de bacheloropleiding biologie. Je kunt ook een masteropleiding gaan volgen aan een andere universiteit of niet verder studeren en een baan zoeken. 19

24 Roostering De cursussen van de bacheloropleidingen in Utrecht zijn even groot: 7½ studiepunten. De cursussen zijn geroosterd in vier perioden van elk 10 weken. In zo n periode volg je twee cursussen die meestal parallel aan elkaar zijn geroosterd. Alle bacheloropleidingen van de Utrechtse universiteit gebruiken dit jaarrooster. Hierdoor kun je zowel bij Biologie als bij een andere opleiding een cursus of een minor volgen, zonder dat de roosters overlappen. De cursussen moeten dan natuurlijk wel in verschillende timeslots vallen. Het is niet mogelijk en wordt ook niet toegestaan, om bij Biologie in dezelfde periode en hetzelfde timeslot meer dan één cursus tegelijk te volgen. Alle cursussen van de bacheloropleidingen in Utrecht zijn geroosterd in timeslots. Bij een timeslot wordt de week verdeeld in halve dagen. Een aantal halve dagen bij elkaar en verdeeld over de week, noemen we een timeslot. De Universiteit Utrecht heeft vier timeslots: A, B, C en D. Biologie heeft haar cursussen geroosterd in twee combinaties van elk twee timeslots: A+D en B+C. Dit is gedaan om practica, die vaak langer duren dan een halve dag, te kunnen geven. Een enkele cursus neemt alle timeslots in een periode in beslag. Zo n cursus heeft dan ook de dubbele omvan: 15 studiepunten. 20

25 REGELS EN RICHTLIJNEN Het volgen van de cursussen van de bacheloropleiding Biologie In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de bacheloropleiding (artikel 4.2) kun je lezen wanneer en in welke volgorde je de cursussen van jaar twee en drie kunt volgen. Hier volgt en samenvatting hiervan: De 8 cursussen van jaar 1 zijn alle verplicht. Je moet van deze cursussen er minstens 5 (is 37½ studiepunten) hebben gehaald om cursussen van jaar 2 en 3 te mogen volgen. Dit geldt alleen voor studenten met een aangehouden bsa, alle ander studenten hebben al tenminste 6 cursussen van jaar 1 gehaald. Ook van de niveau 2 en 3 cursussen moet je er een minimum aantal volgen. Sommige daarvan zijn verplicht. Hierover kun je lezen in de studiegids van jaar 2 en 3 en in de OER. Aanmelden voor de cursussen van jaar 1 Het is niet nodig dat je je aanmeldt voor de cursussen van het eerste studiejaar. Omdat deze cursussen verplicht zijn, verzorgt het studiepunt je inschrijving. Als je een cursus van het eerste studiejaar NIET wilt volgen, moet je dit wel voor het begin van de cursus afmelden in OSIRIS-student. Ook voor eventuele herkansingstentamens (toetsen) van cursussen die je nog niet hebt gehaald schrijft het studiepunt je in, zie ook onder Herkansingen. Je kunt je in dat geval wel zelf in OSIRIS-student uitschrijven voor de herkansingstoets, tot uiterlijk 7 dagen voor de toetsdatum. Registratie van je studieresultaten Voor elke gevolgde cursus krijg je een eindbeoordeling. Dit is een cijfer. De eindcijfers worden geregistreerd in OSIRIS en kom je te weten via OSIRISstudent. Tijdens de cursus krijg je meestal tussenbeoordelingen (deelcijfers). Waarover en hoeveel dit er zijn, kun je lezen bij de cursusbeschrijvingen. De deelcijfers krijg je van de cursuscoördinator. Herkansingen Je slaagt voor een cursus als je eindcijfer tenminste 5,5 is. Om allerlei redenen kan het voorkomen dat je een onvoldoende eindcijfer 5,4 of lager haalt. Dan ben je gezakt. Hoe kan je zo n onvoldoende repareren? In het studiejaar waarin je de cursus hebt gevolgd, krijg je éénmaal de gelegenheid om de onvoldoende weg te werken. Dat is voor de cursussen van: periode 1: op de laatste twee dagen van de kerstvakantie op donderdag 3 en vrijdag 4 januari 2013, periode 2: op do 18 en vr 19 april 2013, periode 3: op do 4 en vr 5 juli 2013, periode 4: op ma 19 en di 20 augustus Als je na de herkansing nog geen voldoende eindcijfer hebt gehaald, moet je de cursus het daaropvolgende jaar opnieuw volgen en krijg je geen toestemming om dan ook een tweede of derdejaars cursus bij Biologie te volgen. 21

26 LET OP: Als het eindcijfer voor een cursus (niet afgerond) 3,99 of lager is, mag je NIET deelnemen aan het herkansingstentamen. Je moet de cursus dan in het volgende studiejaar overdoen!! Als je onverhoopt door een persoonlijke omstandigheid of ziekte niet kunt deelnemen aan een toets, moet je je uiterlijk op de dag van de toets zelf (laten) afmelden bij het studiepunt Biologie. Alleen dan kom je in aanmerking voor een herkansingstoets. Blijf je zonder meer weg bij een toets, dan moet je de cursus volgend jaar overdoen. Je afmelding moet je naderhand kunnen bewijzen : heb je je bijvoorbeeld afgemeld wegens ziekte, dan moet je bij terugkomst een doktersbriefje inleveren bij de studentenbalie. Dit is ook van groot belang bij de bepaling van het bindend studieadvies. Zou je op de herkansingsdag (ook) verhinderd zijn dan krijg je geen derde herkansingsmogelijkheid en moet je de cursus het volgende jaar overdoen. Voor elke cursus zijn er dus niet meer dan 2 momenten waarop een toets kan worden gedaan!!! Voorlichting over en toelating tot jaar 2 en 3 Je hebt toegang tot de cursussen van het tweede studiejaar (niveau 2) van Biologie als je een positief bindend studieadvies (45 stp gehaald) hebt gekregen. Is je achterstand wel groter, dan krijg je een negatief bindend studieadvies en mag je niet verder met je studie. Krijg je door persoonlijke omstandigheden van de examencommissie wel toestemming om met je studie door te gaan als je minder dan 45 stp hebt gehaald, dan moet je je achterstand uit jaar 1 eerst wegwerken tot je 37½ stp hebt gehaald aan eerstejaars biologiecursussen. Pas daarna mag je bij Biologie niveau 2 cursussen gaan volgen! Je mag pas niveau 3 cursussen gaan volgen als je er tenminste 2 van niveau 2 hebt gevolgd. In de periode dat je achterstand nog te groot is, kun je om geen studietijd te verliezen, bij andere bacheloropleidingen cursussen volgen. Daarvoor moet je je aanmelden in OSIRIS-student. Let op de inschrijfperioden! Die gevolgde cursussen zet je in je profileringsruimte. In mei 2013 van het eerste jaar krijg je voorlichting over de (keuze)cursussen en de studiepaden die je in het tweede en derde studiejaar kunt volgen. Wil je daar vooraf meer over lezen dan kan dit in de studiegids van jaar 2 en 3 die je kunt vinden op de onderwijswebsite: 22

27 Fraude en plagiaat Het plegen van fraude en plagiaat is aan de universiteit een ernstig vergrijp. Zo erg dat het College van Berstuur van deze universiteit de opleidingen verplicht heeft gesteld een uitvoerig artikel daarover op te nemen in de Onderwijs- en examenregeling. Wat dit artikel inhoudt, kun je hierna lezen. art fraude en plagiaat 1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Onder fraude valt onder meer: - tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; - tijdens het tentamen in het bezit te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen etc), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; - door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht; - zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; - fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens; Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: - het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens of verwijzing; - het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing: parafrasen moeten als zodanig gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student; - het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; - het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; - ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde; het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uitreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. 2. a. Wanneer fraude wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator dit schriftelijk mee aan de examencommissie. b. Wanneer de examinator plagiaat constateert of vermoedt: - deelt hij dit schriftelijk mee aan de student, - stelt hij de student in de gelegenheid schriftelijk daarop te reageren, - stuurt hij daarna de schriftelijke stukken en bevindingen naar de examencommissie. c. De examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 3. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de examinandus schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in het vierde lid mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 4. Fraude en plagiaat wordt door de examencommissie als volgt bestraft: a. In ieder geval: - ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen, - berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS. b. En eventueel voorts, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat, en van de studiefase van de examinandus, één of meer van de volgende sancties: - verwijderen uit de cursus, 23

28 - het niet meer in aanmerking komen voor een positief judicium als bedoeld in art uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing die behoren bij het betreffende onderwijsonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode van 12 maanden, - volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: - volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden en het advies de opleiding te verlaten. - Bij zeer ernstige en/of herhaalde fraude kan de examencommissie het College van Bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen. 24

29 DE STUDIE EN DE CURSUSSEN VAN HET EERSTE JAAR Het eerste studiejaar geeft je een brede oriëntatie op de biologie, de studie, en het beroepsveld van de bioloog. Daarbij gebruik je het verplichte boek Biology van Campbell, negende editie. Het onderwijs in het eerste jaar is inleidend en wordt daarom niveau 1 genoemd. Het: geeft je een overzicht van alle deelgebieden van de Biologie en hun onderlinge samenhang, brengt je een representatief beeld bij van de studie in haar geheel, geeft je basiskennis van steunvakken en de toepassing ervan in biologische vakken, geeft je inzicht in de samenhang van Biologie met andere wetenschappen, geeft je een inleiding in de grondslagen van het natuurwetenschappelijk denken en van de Biologie in het bijzonder, stimuleert je zelfwerkzaamheid, is selecterend en biedt je de mogelijkheid te beslissen de studie voort te zetten dan wel te beëindigen. Behalve dat je een breed overzicht krijgt van biologie als wetenschappelijke discipline, wordt in het eerste jaar aandacht besteed aan de plaats van de biologie in de samenleving. Daarbij spelen ethische aspecten van de biologie, biologische denk- en werkwijzen, experimenteel en beschrijvend onderzoek, modelleren, evolutionair denken en systeemdenken een belangrijke rol. De cursussen van het eerste studiejaar (niveau 1) Je volgt in je eerste jaar acht cursussen, twee per cursusperiode. De cursusbeschrijvingen hiervan staan verderop in deze gids. Je volgt in: periode 1: Introductie in de biologie en Moleculaire biologie periode 2: Evolutiebiologie: proces tot biodiversiteit en Plantenbiologie periode 3: Biologie van dieren en Systeembiologie periode 4: Biotechnologie en maatschappij en Ecologie 25

30 periode 1 INTRODUCTIE IN DE BIOLOGIE Introduction into Biology Coördinator: dr. J.A.Post leerstoelgroep Biomolecular Imaging H.R. Kruytgebouw, kamer West-505 tel.: j.a.post@uu.nl Docenten: Peter Bakker Mike Boxem Fons Cremers Anje de Graaf Esther de Graaf Luis Lugones Vijko Lukkien Jasper van Winden Martijn van Zanten Jeroen van Zuidam p.a.h.m.bakker@uu.nl m.boxem@uu.nl a.f.m.cremers@uu.nl h.a.degraaf@uu.nl e.degraaff@uu.nl l.g.lugones@uu.nl v.p.a.lukkien@uu.nl j.vanwinden@uu.nl m.vanzanten@uu.nl j.p.vanzuidam@uu.nl Cursuscode: B-B1INBI05 Studiepunten: 7½ Timeslot: A+D Ingangseisen Toegang tot deze cursus hebben alleen eerstejaarsstudenten van de bachelor Biologie, niet voor bijvakkers. Studiepad De cursus bereidt voor op eerste jaar en in bredere zin op de studie Biologie, niet speciaal op één specifieke cursus later in het curriculum. Leerdoelen Een doel van de cursus is het bereiken van een uniform startniveau voor de navolgende cursussen. Aan het eind van de cursus kan je: verbinding leggen tussen het vak biologie van het VWO en de universitaire studie biologie, biologische vragen zodanig in onderdelen herformuleren, dat je ze binnen een biologisch specialisme kan bestuderen, informatie opzoeken, selecteren, beoordelen, en rangschikken, gerangschikte informatie presenteren aan medestudenten met behulp van powerpoint, gerangschikte informatie samenvatten in een essay, poster of powerpoint, met behulp van trefwoorden artikelen vinden in elektronische bibliotheekbestanden, een primair artikel analyseren, 26

31 periode 1 bewust en kritisch het leerproces van jezelf en medestudenten becommentariëren, een vergadering leiden van medestudenten, kritische vragen stellen, en doelen formuleren, samenwerken met een of meerdere medestudenten bij het opzoeken en presenteren van nieuwe informatie, Vaardigheden De belangrijkste vaardigheden die je in de cursus leert en gebruikt, zijn: bibliotheekgebruik, selecteren, verwerken, lezen van literatuur, gebruik van andere bronnen, algemene ICT vaardigheden, onderscheiden van zin en onzin op internet, systematische benadering van problemen, creativiteit en probleemoplossend vermogen, wetenschappelijke discussie, samenwerken. Inhoudsbeschrijving De cursus Introductie in de Biologie is de eerste cursus die je volgt. Behalve vakinhoudelijke aspecten bevat deze cursus ook activiteiten die gericht zijn op de introductie en kennismaking met het studeren op een universiteit. Dit zijn: de introductie van het tutoraat, de introductie op het portfolio, de opleidingsintroductie van ongeveer een week, die eind september wordt afgerond met het eerstejaarsweekend. De activiteiten van de opleidingsintroductie horen niet bij de cursus Introductie in de Biologie, maar worden gedeeltelijk wel gedaan in de tijd die aan deze cursus is toegewezen. De cursus slaat een brug tussen het VWO en het programma van het eerste jaar door: het aanbieden van een voor de biologie structurerend kader dat het vwo en de studie biologie verbindt, te verwijzen naar andere cursussen binnen de opleiding biologie, het geven van een overzicht van de biologie en de in de Biologie gebruikelijke concepten, het introduceren van voor de biologie kenmerkende denk- en werkwijzen. Werkvormen De cursus bestaat voor het grootste deel uit projectonderwijs in je tutorgroep onder begeleiding van de eigen tutor. Per week zijn er 2-4 contacturen met je tutor, de rest vul je zelf in met je groep. De volgende onderwerpen staan op het programma, maar in de cursus handleiding staat dat natuurlijk veel gedetailleerder: Als rode draad loopt door de cursus het project, waarin je met je tutorgroep je verdiept in een biologisch relevant onderwerp. Aan het eind van de cursus presenteren de tutorgroepen hun bevindingen in een symposium en wordt er o.a. ook een verslag geschreven en een poster gemaakt. 27

32 periode 1 Daarnaast is er een begeleide computermodule om je te introduceren in bibliotheekgebruik en het zoeken van literatuur. Met je tutorgroep leer je ook je onderzoekartikelen leest. Verder ga je een essay schrijven over wat je verwacht van het eerste jaar Biologie, wat je inlevert bij je docent/tutor. Je docent is tijdens de hele Bachelorfase je tutor; hij of zij kan je niet alleen helpen bij onderwijs, maar ook bij aspecten die te maken hebben met studiehouding. Maak gebruik van de kennis van je tutor! Daarnaast vind je ook allerlei nuttige en handige informatie in Het BioBoekje! Op bijna elke vrijdag is er een tweetal lezingen door professoren van het departement Biologie. Zij vertellen wat er bijzonder, spannend en leuk is in haar of zijn onderzoeksgebied, zodat je een beeld krijgt van de onderzoeksgebieden binnen ons departement Biologie. Van lezingen maken jullie een kort verslag. Toetsing De cursus bevat 8 onderdelen waarvoor je een beoordeling krijgt. Het zijn: zwaarte 1 Bibliotheek instructie V/Onv* 2 Essay wat verwacht ik in het 1e jaar biologie + CV V/Onv* 3 Analyse van onderzoekartikelen 12,5% 4 Tussenevaluatie 20% 5 Verslag vrijdagmiddaglezing 5% 6 Bijdrage aan discussie en inzet bij het onderdeel 12,5% Biologie in het nieuws 7 Tussentijdse presentaties, verslaggeving, uitvoering, 25% inzet bij het project 8 Eindproduct project (eigen + inzet voor andere eindproducten groep) 25% De eerste twee worden niet met een cijfer beoordeeld, maar met *voldoende/onvoldoende. Je moet hier een voldoende voor halen. Voor de berekening van het eindcijfer tellen de andere deelcijfers procentueel mee zoals in de tabel weergegeven is. Bovendien moet elk onderdeel van de cursus met minimaal een 4 afgesloten worden en moet het eindcijfer minimaal 5,5 zijn. Je krijgt alleen een eindcijfer als je bijdragen konden worden beoordeeld. Als je eindcijfer ligt tussen een niet-afgeronde 4 en een 5,5 krijg je in overleg met de coördinator en je tutor een aanvullende opdracht. Indien geen eindcijfer kan worden gegeven of het eindcijfer is lager dan 4,0 moet de cursus worden overgedaan. Studiemateriaal Campbell and Reece, Biology, 9 e druk, Pearson, San Francisco ( 60) 2011, Inquiry in Action, 2011, 9th ed. Reece et al., Cummings (Pearson), Boston (USA) 20 Cursushandleiding ( 1). 28

33 periode 1 MOLECULAIRE BIOLOGIE Molecular Biology Coördinator: dr. A.F.M. Cremers leerstoelgroep Celbiologie H.R. Kruytgebouw, kamer N503 tel.: / a.f.m.cremers@uu.nl Docenten: dr. A.F.M. Cremers, dr. A.A.M. Thomas, a.f.m.cremers@uu.nl a.a.m.thomas@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1MB05 7½ B+C Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. Studiepad Deze cursus is van belang voor alle vakken in jaar 1 en alle studiepaden. Leerdoelen In de cursus Moleculaire Biologie krijg je kennis van en inzicht in de structuur van biomoleculen, van cellulaire processen en van de structuur en functie van het genetische materiaal. In het bijzonder leer je: de structuur van biomoleculen, de algemene processen in de cel en de opbouw van biologische membranen beschrijven, de intracellulaire compartimenten van de cel en de bijbehorende functies benoemen, de verschillen en overeenkomsten van celademhaling en fotosynthese benoemen, hoe signalen van buiten af aan de cel worden doorgegeven, beschrijven/uitleggen op welke manier de celcyclus wordt gereguleerd, de overeenkomsten en verschillen tussen mitose en meiose uitleggen, de principes van DNA replicatie en transcriptie uitleggen, de principes van RNA processing en translatie en de rol van trna beschrijven, de processen replicatie, transcriptie en translatie bij prokaryote en eukaryote organismen vergelijken. Vaardigheden opstellen van een experiment, uitwerken van werkcolleges in kleine groepen, het systematische benaderen van problemen en kritisch denken. schrijven verslag 29

34 periode 1 Inhoudsbeschrijving De cel is de basiseenheid in de biologie. Elk organisme bestaat uit cellen of is zelf één enkele cel. Door de chemische processen in cellen te begrijpen krijgen we inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van levende organismen. Dit betreft zowel dier, plant als micro-organisme. De cursus begint dan ook met het krijgen van kennis en inzicht in de structuur van aminozuren/eiwitten, koolhydraten en nucleïnezuren. Dit inzicht van biomoleculen is essentieel voor het leren begrijpen van levensprocessen op moleculair niveau. Ook zullen de chemische processen die in de cel plaatsvinden bestudeerd worden. In het tweede deel worden de structuur en functie van het genetisch materiaal op moleculair niveau en de invloed van mutaties op de functie van genen behandeld. Ook kijk je dan hoe genetisch materiaal in de cel wordt opgeslagen en over dochtercellen verdeeld. Daarnaast krijg je een inleiding in de moderne moleculaire genetica. Dit zijn (hoor)colleges, werkcolleges, practicum opdrachten, een 7-tal Computer Ondersteund Onderwijs programma s (COO s) en opdrachten Mastering Biology. Tijdens de cursus krijg je ondersteuning via Blackboard 9.1. Hier vind je college-handouts, werkcollegeopdrachten, roosters, COO s, een biochemisch woordenboek, interessante links en zelftoetsen. Mastering biology. Dit is een online programma behorende bij het boek van Campbell. Voordat je college krijgt over een bepaald hoofdstuk moet je dit hoofdstuk al voorbereiden door middel van een opdracht. Na het college zul je over dit hoofdstuk toetsvragen moeten beantwoorden. Toetsing De toetsing van de cursus bestaat uit twee delen: deel 1 en deel 2. Halverwege de cursus leg je deeltoets 1 af en aan het einde van cursus deeltoets 2 (beide op de computer). Je krijgt voor deze toetsen een cijfer dat niet lager mag zijn dan 5.0. De cijfers voor deze deeltoetsen mogen niet lager zijn dan 5.0. Verder krijg je een beoordeling voor de opdrachten van Mastering Biology en voor het Praktisch werk. Het cijfer van deel 1 bestaat uit deeltoets 1 (80%) en Opdrachten Mastering Biology (20%) Het cijfer van deel 2 bestaat uit deeltoets 2 (80%) en Opdrachten Mastering Biology (20%) Het eindcijfer voor de cursus bestaat uit: cijfer deel 1 (45%), cijfer deel 2 (45%) en het practicum (10%). Bij een onvoldoende voor één of beide deeltoetsen is het mogelijk om ze afzonderlijk te herkansen mits het berekende eindcijfer niet lager is dan een niet afgeronde 4.0. Studiemateriaal Biology van Campbell, 9 e editie 2011, Addison Wesley, Longman, Inc (eds) Inlogcode Mastering Biology Blokboek met handouts colleges Dictaat werkcolleges en handouts COO en opdrachten (practicum),ca

35 periode 2 PLANTENBIOLOGIE Plant Biology Coördinator dr. R. Pierik r.pierik@uu.nl leerstoelgroep Ecofysiologie van Planten H.R. Kruytgebouw, kamer Z305 tel. : dr. P.A.H.M. Bakker (coördinator experimenteerweken), p.a.h.m.bakker@uu.nl Docenten dr. P.A.H.M. Bakker p.a.h.m.bakker@uu.nl drs. V.P.A.Lukkien, v.p.a.lukkien@uu.nl dr. R. Pierik r.pierik@uu.nl dr. M. Proveniers, m.c.g.proveniers@uu.nl dr. F. Schieving, f.schieving@uu.nl dr. R. Sasidharan, r.sasidharan@uu.nl dr. F. Schieving, f.schieving@uu.nl dr. K. St. Onge, k.r.st.onge@uu.nl dr. S. Van Wees, s.vanwees@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1PB05 7½ A+D Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. Studiepad Deze cursus is van belang voor alle plantenbiologische en ecologische cursussen van de bacheloropleiding Biologie. Leerdoelen Je kent de bouw van de plant, je kunt de belangrijkste fysiologische processen van de plant verklaren en met eenvoudige proeven kun je plantenbiologische processen aantonen/meten. Concreet betekent dit dat je: kan uitleggen hoe verschillende milieufactoren de fotosynthese van een plant beïnvloeden, hoe verschillende fotosynthesetypen (C3, C4, CAM) van elkaar verschillen en wat het belang daarvan is, de aanpassingen van groei en ontwikkeling van een plant aan de omgeving kan verklaren met onder andere fysiologische en/of morfologische parameters, kan uitleggen hoe xyleem- en floëemtransport in een plant plaatsvindt, op basaal niveau kan verklaren hoe de interne sturing in een plant plaats 31

36 periode 2 vindt (hormonen, fytochroom), de interne architectuur van blad, stengel en wortel kan beschrijven, het functioneren van een plant in zijn milieu kan toelichten, kan uitleggen hoe eigenschappen van planten kunnen worden gebruikt in voedselproductie en andere maatschappelijke thema s. een eenvoudig wetenschappelijk verslag over een experiment kan schrijven. Vaardigheden Dit zijn: verslag schrijven, een biologisch probleem analyseren en de daarvoor benodigde informatie verzamelen, een wetenschappelijk artikel lezen, mondelinge rapportage Nederlands, maken en houden van een PowerPoint presentatie, op basaal niveau uitvoeren van de onderzoekscyclus, maken van een posterpresentatie, samenwerken, gebruik van binoculair of (stereo)microscoop, Inhoud De cursus is opgedeeld in vijf thema s: 1) fotosynthese en groei, 2) transport van water, nutriënten en assimilaten, 3) sturing en reproductie, 4) planten in hun omgeving en 5) de experimentele cyclus. Ze zijn zo gekozen dat ze enerzijds de basis vormen voor het vak Plantenbiologie en anderzijds het mogelijk maken om maatschappelijk relevante onderwerpen waarbij planten zijn betrokken, te bestuderen. In het eerste thema ligt de aandacht op de fotosynthesemechanismen van verschillende plantengroepen (C3, C4, CAM), de effecten daarop van verschillende milieuparameters (intern en extern) en groei. De kwantitatieve rol van fotosynthese, ademhaling en morfologische parameters spelen een belangrijke rol in de koolstofbalans van planten. In het thema transport (thema 2) ligt de aandacht op de principes van watertransport door een plant (opname, xyleem- en floeemtransport, transpiratie), nutriëntenopname en de interacties die bestaan met het fotosyntheseproces. In het thema sturing en reproductie (thema 3) bestudeer je de regulatie van ontwikkeling (kieming, groei en bloei) door plantenhormonen en het waarnemen van licht. Een aantal voorbeelden van signaaltransductie routes zullen aan bod komen. Thema 4 gaat in op interacties van planten met hun omgeving (zowel effecten van de omgeving op planten als andersom) en behandelt het belang van planteneigenschappen in de voedselproductie. Hier besteed je tevens aandacht aan de mogelijkheden en consequenties van genetische modificatie voor planten. In het laatste thema (5) staat de onderzoekscyclus centraal. Je doet een experiment waarbij je zelf -binnen bepaalde grenzen de vraagsteling en hypothese definieert, een onderzoeksplan maakt en vervolgens de experimenten 32

37 periode 2 uitvoert en analyseert. Met de verwerking van je eigen data en de eindrapportage daarvan in een poster sluit je dit thema af. Onderwijsvormen Hoor- en werkcollege, practicum, COO, projectgestuurd onderwijs (PGO), literatuur en experimenteel onderzoek, het maken van opdrachten (verslagen en poster) en zelfstudie zijn de onderwijsvormen in deze cursus. Toetsing Het eindcijfer van de cursus wordt berekend uit resultaten van de twee deeltentamens (elk 45 %) en de beoordeling van de PGO-opdracht (10%). Voor de PGO-onderdelen en het gemiddelde van de twee deeltentamens moet je een voldoende halen (minimaal een 5,5). Bij actieve deelname aan de werkcolleges kun je een bonuspunt verdienen. Als je recht hebt op een bonuspunt hoef je bij het tweede deeltentamen één vraag naar keuze niet te maken, je krijgt hier dan het maximale aantal punten voor. Voorwaarde voor het krijgen van het eindcijfer is dat je de practica en de experimenteercyclus hebt gevolgd. De practica zelf worden niet beoordeeld met een cijfer, maar actieve deelname aan alle practicumonderdelen is verplicht. Als je onverhoopt een practicum hebt gemist, dan krijg je op een later tijdstip de gelegenheid om het gemiste alsnog in te halen. Om praktische redenen kan dat mogelijk pas een jaar later zijn in de volgende cursus Plantenbiologie. Voor de experimenteercyclus gelden dezelfde criteria als voor de practica met dit verschil dat dit onderdeel altijd pas in het volgende studiejaar ingehaald kan worden. Studiemateriaal werkboek Plantenbiologie, Biology van Campbell & Reece, 9 e editie; Pearson Benjamin Cummings, 2011, labjas en labjournaal, snijset voor de practica, potlood, kleurpotloden, gum. 33

38 periode 2 EVOLUTIEBIOLOGIE: proces tot biodiversiteit Evolution: process to biodiversity Coördinator dr. H. ter Steege leerstoelgroep Ecologie en Biodiversiteit h.tersteege@uu.nl Docenten mw.dr. M.J. Duchateau, mw.dr. J.W.M. Freriksen, dr. L.G. Lugones, mw.dr. F. Wagner drs. V.P.A. Lukkien, drs. J.G.M. Persoon, drs. E.T. Pos, dr. H. ter Steege, prof.dr. H.A.B. Wösten, m.j.h.m.duchateau@uu.nl j.w.m.freriksen@uu.nl l.g.lugones@uu.nl f.wagner@uu.nl v.p.a.lukkien@uu.nl j.g.m.persoon@uu.nl e.t.pos@uu.nl h.tersteege@uu.nl h.a.b.wosten@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1EVBI09 7½ B+C Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. Studiepad Deze cursus schept het biologisch-evolutionaire kader voor alle vakken in jaar 1, 2 en 3 en voor alle studiepaden. Leerdoelen In deze cursus vorm je een kritisch beeld van de processen, patronen en theorie van evolutie. Verder leer je de belangrijkste verschillen en overeenkomsten van organismen in en tussen domeinen en hun onderliggende groepen. Daarnaast ontwikkel je vaardigheden in het uitvoeren van een praktisch onderzoek, literatuurstudie en het presenteren van de resultaten in de vorm van een wetenschappelijk verslag. Aan het einde van de cursus kun je: de belangrijkste micro-evolutionaire processen noemen en toepassen, uitleggen wat een soort is en hoe soorten ontstaan, theorieën benoemen die het ontstaan van het leven op aarde verklaren, het resultaat interpreteren van verschillende methoden van verwantschapsanalyse, de belangrijkste biologische en geologische patronen in de aardgeschiedenis beschrijven, (model)organismen in domeinen en onderliggende groepen indelen, de belangrijkste verschillen en overeenkomsten van organismen in en tussen 34

39 periode 2 domeinen en onderliggende groepen aangeven, beredeneren wat de ecologische niche is van organismen en welke fysiologische eigenschappen daar bij horen, de inzichten uitleggen wanneer en op welke manier de verschillende vormen van leven op aarde zijn ontstaan, de evolutionaire verwantschap in en tussen domeinen en onderliggende groepen beschrijven en toelichten, een samenhangend beeld van macro-evolutionaire patronen en microevolutionaire processen uitleggen en toepassen. Vaardigheden kritisch denken, systematische benadering van problemen, omgaan met complexe systemen, structureren en classificeren, dissectie van een organisme uitvoeren aan de hand van een handleiding, een organisme observeren en de resultaten in een schematische tekening samenvatten, uitvoeren onderzoekscyclus: waarnemingen omzetten in een werkbare hypothese, in groepsvorm een experiment plannen en uitvoeren, schriftelijke rapportage, een eenvoudig wetenschappelijk verslag schrijven. Inhoud Wetenschappers schatten dat er 10 tot 80 miljoen soorten op aarde zijn, waarvan er op dit moment ongeveer 1.5 miljoen zijn beschreven. De evolutietheorie geeft een verklaring voor alle huidige en historische biologische processen en patronen als gevolg van evolutie. Zij is het geheel van vakgebieden die de patronen, en processen die tot evolutie leiden, bestuderen. Hiertoe behoren onder andere de paleontologie, biogeografie, systematiek, moleculaire evolutiebiologie, populatiebiologie en de evolutionaire ecologie. In de cursus komen de hoofdthema s uit de evolutiebiologie van klein- naar grootschalig aan bod: micro-evolutie: de processen van adaptatie op populatieniveau, soortvorming: reproductieve isolatie, macro-evolutie: de veelal grootschalige veranderingen in ruimte en tijd en, als gevolg daarvan, het ontstaan van de grote systematische groepen van het leven. Ondanks deze onderverdeling vormen de drie thema s een samenhangend geheel. Het blok opent met de processen die aan de Evolutie ten grondslag liggen en die de huidige diversiteit kunnen verklaren: de micro-evolutie en het daaronder gerangschikte onderwerp socialiteit, kin- en seksuele selectie komen aan bod. Via het thema soortvorming verlegt de aandacht zich in de richting van de macro-evolutie. Daarna worden een aantal grote groepen van organismen behandeld, die ontstaan zijn in de loop van 3.5 miljard jaar evolutie: bacteriën, archae, schimmels, eencellige eukaryoten, planten en dieren 35

40 periode 2 Onderwijsvormen Deze bestaan uit hoorcolleges, werkcolleges en practica (ook computerpractica), COO, excursie, mondelinge presentaties, het schrijven van een wetenschappelijk verslag en zelfstudie. Toetsing De cursus is voldoende afgerond als je een voldoende (5,5 of hoger) haalt voor elk van de twee deeltentamens en als aan alle practicumverplichtingen is voldaan. Tot de practicumverplichtingen hoort ook het verslag over het practicum alcoholadaptatie. Het cijfer van het blok wordt bepaald door: de tentamens (80%, 8 van de tien punten), het individueel verslag alcoholadaptatie (20%, 2 van de 10 punten). Het verslag alcoholadaptie wordt beoordeeld met een O (0.7 punten), een V (1.4) of een G (2). Lever je geen verslag in dan is de beoordeling ND en krijg je geen eindcijfer voor de cursus! Studiemateriaal Biology van Campbell, 9 e editie; Addison Wesley, Longman, Inc (eds), 2011, Werkboek Evolutiebiologie en Biodiversiteit. 36

41 periode 3 SYSTEEMBIOLOGIE Systems Biology Coördinator mw.dr. Can Kesmir leerstoelgroep Theoretische Biologie H.R. Kruytgebouw, kamer Z509 tel.: c.kesmir@uu.nl Docenten mw.dr. C. Kesmir, c.kesmir@uu.nl prof.dr. R.J. De Boer, r.j.deboer@uu.nl mw.dr. K.H.W.J. Ten Tusscher k.h.w.j.tentusscher@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1SYSB09 7½ A+D Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. Leerdoelen Na het volgen van de cursus kun je: werken met clusteringmethoden, fylogenetische bomen, sequentie alignment, en blast searches, sequentiegegevens analyseren uit het aanbod van bioinformatische data op het web. wiskundige modellen uit een aantal verschillende disciplines van de biologie lezen, begrijpen, analyseren en interpreteren in termen van de biologische betekenis, werken met onderdelen van de wiskunde die belangrijk zijn voor de modellering met differentiaalvergelijkingen en parametervrije functies tekenen, het gedrag van wiskundige modellen voorspellen door deze te analyseren in een faseruimte met isoclines en evenwichten, Vaardigheden Lezen van wetenschappelijke artikelen, beroepsspecifieke tools, computer als leeromgeving, werken met complexe systemen en wiskunde, creativiteit, kritisch en probleemoplossend denken en werken. Inhoud Biologische systemen zijn bijzonder complex. Traditioneel worden deze biologische systemen meestal bestudeerd door ze uit elkaar te halen om kennis 37

42 periode 3 te verzamelen over kleine deelsystemen, deze manier van bestudering wordt ook wel een reductionistische aanpak genoemd. In de systeembiologie gaat het juist over het integreren van allerlei gerelateerd biologische feiten om op die manier de complexiteit van het gehele biologische systeem beter te leren begrijpen. De moderne biologie verzamelt in een hoog tempo bijzonder veel nieuwe feiten die opgeslagen worden in grote databanken. Voorbeelden hiervan zijn de complete genomen van verschillende soorten organismen, de expressiepatronen van genen in verschillende cellen, en de netwerken van interacties tussen de verschillende eiwitten in een cel. De systeembiologie probeert deze schat van biologische gegevens te combineren, integreren en analyseren. Systeembiologie is een theoretische benadering waarin we met wiskundige modellen en bioinformatische methoden experimentele gegevens verwerken. Voorbeelden van bioinformatische methoden zijn het automatisch zoeken in databanken (denk aan blast) en het automatisch rangschikken van gegevens (denk aan clustering en fylogenie). Wiskundige modellen en/of computer simulatiemodellen worden gebouwd door biologische kennis te combineren tot één werkend modelsysteem dat we veel beter kunnen bestuderen dan het oorspronkelijke (natte) biologische systeem. Het eerste deel van de cursus gaat over bioinformatica. Je maakt kennis met de werking van algemene methodes als clustering, fylogenie, alignment en blast, en leert de resultaten van dergelijke analyses interpreteren. Dit onderdeel neemt eenderde van de duur van de cursus in beslag en wordt afgesloten met een toets. Het tweede deel van de cursus gaat over het modeleren van biologische systemen en combineert de wiskunde van differentiaalvergelijkingen met de analyse van modellen uit de theoretische biologie en systeembiologie. Dit laatste, de modeleringstak binnen de systeembiologie wordt ook wel computationele levenswetenschappen genoemd. In dit deel van de cursus leer je hoe je wiskundige modellen kunt lezen, interpreteren, analyseren en op een computer simuleren. We behandelen de wiskundige technieken die je hier voor nodig hebt. Je leert evenwichten te bepalen en faseruimtes te schetsen waaruit we de stabiliteit van deze evenwichten aflezen. We behandelen wiskundige modellen uit een aantal verschillende biologische disciplines zodat je ziet dat de systeembiologie op veel terreinen gebruikt wordt. Dit deel van de cursus neemt tweederde van de cursusduur in beslag en wordt afgesloten met een toets. Onderwijsvormen Elke dag begint met een hoorcollege. Dit wordt gevolgd door een werkcollege (papier en pen opgaven of een computerpracticum). Het volgen van de werkcolleges en de computerpractica is onontbeerlijk voor een voldoende begrip van de stof. Zelfstudietijd tijdens de cursus gebruik je om de uitgedeelde artikelen te bestuderen en om de stof van de volgende keer voor te bereiden. Toetsing Bioinformatica deel: Schriftelijke toets, vormt 9/10 van het cijfer voor dit cursusonderdeel, verslag van het miniproject, vormt 1/10 van het cijfer voor dit cursusonderdeel, je verdient een bonuspunt door alle werkcolleges en computerpracticumopgaves te maken (te beoordelen door de 38

43 periode 3 studentassistenten). Dit bonuspunt wordt opgeteld bij het cijfer op basis van de toets en het verslag (maximum eindcijfer is een 10). Wiskunde en Theoretische Biologie deel: Schriftelijke toets, vormt het gehele cijfer voor dit cursus onderdeel, er kan een bonuspunt worden verdiend door alle werkcolleges en computerpracticum opgaves te maken (beoordeling door studentassistenten). Dit bonuspunt wordt opgeteld bij het toetscijfer (maximum eindcijfer is een 10). Eindcijfer: Het eindcijfer wordt voor 1/3 bepaald door het Bioinformatica cijfer, en voor 2/3 bepaald door het Wiskunde/Theoretische Biologie cijfer. Om een voldoende te halen moet niet alleen bovenstaande eindcijfer een voldoende zijn maar moet je bovendien voor ieder van de twee afzonderlijke onderdelen minstens een 5 gehaald hebben. Herkansing: Per deeltoets moet een 5 of hoger gehaald zijn. Dit betekent dat bij een herkansing je een van beide of eventueel beide onderdelen moet herkansen. Van het onderdeel dat niet herkanst wordt blijft het cijfer staan. Van het bioinformatica verslag blijft het cijfer staan. De eventuele bonuspunten blijven staan. Studiemateriaal Biology van Campbell, 9 e editie; Addison Wesley, Longman, Inc (eds.), 2011, Readers: De readers koop je tegen kostprijs of kun je downloaden via WebCT o de algemene website van de cursus: 39

44 periode 3 BIOLOGIE VAN DIEREN Animal Biology Coördinator mw.dr. J.W.M. Freriksen (Astrid) Hijmans van den Berghgebouw, kamer 4.04 Universiteitsweg 98, 3474 CG Utrecht tel j.w.m.freriksen@uu.nl Docenten mw.dr. M.J.H.M. Duchateau, mw.dr. J.W.M. Freriksen, mw.dr. E. de Graaff, dr. R.W. Schulz, dr. A.A.M. Thomas, m.j.h.m.duchateau@uu.nl j.w.m.freriksen@uu.nl e.degraaff@uu.nl r.w.schulz@uu.nl a.a.m.thomas@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1DIER05 7½ B+C Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. Studiepad De cursus bereidt voor op het volgen van studiepaden Gedragsbiologie, Moleculaire Levenswetenschappen en Educatie, Communicatie & Management. Leerdoelen Na afloop van deze cursus kun je: de karakteristieken beschrijven van de dierlijke basisweefsels, de belangrijkste functies van de verschillende weefsels en orgaansystemen beschrijven, de relatie uitleggen tussen de vorm en de functie van weefsels en orgaansystemen, beschrijven hoe gedurende de evolutie orgaansystemen zich hebben ontwikkeld, verklaren hoe het zenuwstelsel en het hormonale stelsel samenwerken bij het in stand houden van de homeostase van het interne milieu, de rol van het gedrag bij het handhaven van de homeostase beschrijven, de causale analyse van gedrag beschrijven. Vaardigheden Je oefent in de cursus de volgende vaardigheden: relevante informatie verzamelen via internet, boeken en tijdschriften, selecteren en verwerken van literatuur, uitvoeren van de onderzoekscyclus: een proef plannen, uitvoeren en een wetenschappelijk verslag er over schrijven, creatief en probleemoplossend werken en omgaan met complexe systemen, 40

45 periode 3 mondeling en schriftelijk rapporteren in het Nederlands, een presentatie maken en geven en die van medestudenten beoordelen, microscoperen, dissectie, een orgaan dan wel een dier ontleden aan de hand van een handleiding, ethisch denken en handelen. Inhoud De cursus Biologie van dieren gaat verder waar de biologielessen van de middelbare school ophielden. Je gaat, in detail, het functioneren van processen in het lichaam van een dier bestuderen. Met de kennis over die processen leer je vervolgens allerlei verstoringen van de homeostase te verklaren. Zo bestudeer je de levensverrichtingen (functionele fysiologie) en de daarbij horende structuren van dieren, de vertebraten (gewervelde dieren) in het bijzonder. Tevens leer je de relatie tussen vorm en functie van dierlijke cellen, organen en orgaansystemen verklaren. Daarbij krijgen vooral bouw en functioneren van organen en orgaanstelsels veel aandacht: de opbouw van verschillende weefseltypes, het zenuwstelsel, het spierstelsel, het spijsverteringsstelsel, de energiehuishouding, het immuunsysteem, de gaswisseling, de excretie en osmoregulatie, de homeostase van het interne milieu en de regulatie via het neurale en het hormonale systeem komen aan de orde. Een belangrijk aandachtsgebied in de cursus is het gedrag van organismen. De causale analyse van gedrag begint met informatie die wordt waargenomen door zintuigen, de stimuli. Die stimuli zullen, na verwerking door het zenuwstelsel, resulteren in gedrag dat aanpassing van het individu aan de buitenwereld mogelijk maakt. Je zult leren dat communicatie en leerprocessen daarin een belangrijke rol spelen. Daarnaast draagt gedrag bij aan de homeostase van het interne milieu en leer je meer over de gevolgen van een langdurig bedreigde homeostase. Onderwijsvormen Tijdens de cursus volg je hoor- en werkcolleges, practica (microscopie en dissectie) en COO s. Daarnaast werk je in groepen aan opdrachten waarover je aan medestudenten presentaties geeft. Biologie van Dieren is een pittige cursus die echter goed te doen is als je de behandelde stof bijhoudt tijdens de zelfstudietijd en tijdig begint met het bestuderen van de tentamenstof. Door het maken van de zelftesten en de oefententamens kun je controleren of je de stof voldoende beheerst. Blackboard De cursus wordt ondersteund door Blackboard waar je de college-handouts, de opdrachten, de roosters, de beoordelingsformulieren, de zelftesten, een biomedisch woordenboek en interessante links vindt. Via Blackboard kun je met medestudenten discussiëren over de opdrachten en de inhoud van de cursus. Toetsing De cursus Biologie van Dieren heeft twee deeltoetsen. Het eindcijfer van de cursus wordt pas vastgesteld nadat aan alle practicum- en presentatieverplichtingen is voldaan. Dit houdt tevens in dat voor alle presentaties én het verslag minimaal een voldoende moet worden behaald om de cursus met een voldoende eindcijfer te kunnen afsluiten. 41

46 periode 3 Actieve deelname aan practica, werkcolleges en presentatieopdrachten is verplicht. Als je onverhoopt een practica of een presentatie hebt gemist, krijg je op een later tijdstip beperkt de gelegenheid het gemiste alsnog in te halen. Het eindcijfer is het gemiddelde (1:1) van deel 1 en deel 2: Deel 1 van de cursus: 2 presentaties, met een "goede" presentatie verdien je 0,2 bonuspunten; maximaal dus 0,4 bonuspunten, deeltoets 1. Het cijfer voor deze deeltoets moet minimaal een onafgeronde 5 zijn om de bonuspunten te mogen gebruiken. Deel 2 van de cursus: 1 presentatie en een verslag, voor elk "goed" beoordeeld onderdeel verdien je 0,2 bonuspunten; maximaal dus 0,4 bonuspunten, deeltoets 2. Het cijfer voor deze deeltoets moet (eveneens) minimaal een onafgeronde 5 zijn om de bonuspunten te mogen gebruiken. Let op: Voorwaarde voor het berekenen van een eindcijfer is dat voor beide deeltentamens minimaal een onafgeronde 5 is gehaald. Als één of beide deeltentamen(s) lager is/(zijn) dan een onafgeronde 5 (de bonuspunten tellen dan niet mee!), maar het gemiddelde van de twee deelcijfers tenminste een niet afgeronde 4 is, dan mag je de betreffende deeltoets(en) tijdens de aanvullende toetsing éénmalig overdoen. Tijdens de aanvullende toetsing (herkansingstoets) kun je óf deeltentamen 1 óf deeltentamen 2 óf het combitentamen (deeltentamen 1 én 2) maken. Bij de aanvullende toetsing tellen de bonuspunten nog mee, het studiejaar daarna niet meer. Studiemateriaal Biology van Campbell & Reece, 9 ste editie; Pearson Education, Inc., 2011, werkboek Biologie van Dieren , een snijset en labjas voor de dissectiepractica, een potlood, een gum en een puntenslijper. aanbevolen: Henderson s Dictionary of Biology van Lawrence, 15 de editie, Pearson Education, Inc.,

47 periode 4 ECOLOGIE Ecology Coördinator mw.dr. M.M. Hefting leerstoelgroep Ecologie en biodiversiteit H.R. Kruytgebouw, kamer N306 tel. : m.m.hefting@uu.nl Docenten mw.dr.ir. M.M. Hefting, dr. F. Schieving, m.m.hefting@uu.nl f.schieving@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1ECO09 7½ A+D Ingangseisen Vwo met profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek met biologie 1 en 2. De cursus Ecologie bouwt voort op de kennis die is opgedaan in de cursussen Moleculaire biologie, Plantenbiologie, Biologie van dieren en Systeembiologie. Studiepad De cursus is een voorbereiding op het studiepad Organismen, ecosystemen en biodiversiteit. Leerdoelen In deze cursus bestudeer je biologische processen op de hogere integratieniveaus (soort, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem). Daarnaast leer je bij het veldwerk ecologische kennis gebruiken bij het analyseren en oplossen van problemen uit het natuurbeheer. Na afloop van de cursus kun je: de basisbegrippen in de ecologie en populatiedynamica hanteren, simpele prooi-predatie en fourageermodellen formuleren en analyseren, de verworven ecologische basiskennis gebruiken bij de bestudering van wat complexere problemen binnen de ecologie, enkele statistische basisbegrippen hanteren en beschrijvende statistische parameters uitrekenen. Vaardigheden hypothesen en onderzoeksvragen formuleren, eenvoudige meetmethodieken uitvoeren om een ecologisch probleem te bestuderen, samenwerken in kleine groepen met nadruk op informatieoverdracht, informatie verwerking en het beargumenteren van standpunten, wetenschappelijk rapporteren. 43

48 periode 4 Inhoud De cursus is ingedeeld in theorie en veldwerk. De theorie is opgesplitst in twee onderdelen: een ecologisch basispakket en een inleiding in de populatiedynamica. Na een algemene inleiding over de positie van ecologie in de biologie komen in het zogenaamde ecologische basispakket de volgende aspecten aan de orde: de invloed van (a)biotische milieufactoren op het voorkomen en functioneren van planten en dieren, veranderingen in ecosystemen door menselijk ingrijpen, de structuur en dynamiek van ecosystemen, eilandtheorie de rol van decompositieprocessen, energiestromen en nutriëntenkringlopen. Het onderdeel inleiding in de populatiedynamica geeft je een overzicht van de volgende drie aspecten: exponentiële groei en logistische groei, intra- en interspecifieke concurrentie, predator-prooi relaties metapopulaties. Hierbij is de aandacht sterk gericht op de relatie tussen mathematische modelvorming en ecologische implicaties. We zullen bijvoorbeeld gaan kijken naar de effecten van oosten op intra- en interspecifieke concurrentie. Tijdens het theoretische deel zullen naast de ecologische basisbegrippen ook basisbegrippen worden geïntroduceerd uit de beschrijvende statistiek die gebruikt worden bij het verzamelen van ecologische waarnemingen. Aan het eind van het theoretische deel leer je de verworven kennis te integreren en te gebruiken bij de bestudering van wat complexere problemen binnen de ecologie. Het praktische deel van de cursus bestaat uit: veldwerk en excursie in de Oostvaardersplassen waarin je de data verzameld en met behulp van statistische methoden de verkregen gegevens overzichtelijk maakt, en het analyseren van een probleem uit de praktijk van het natuurbeheer (case study grote grazers in de Oostvaardersplassen). Onderwijsvormen De onderwijsvorm is zowel theoretisch als praktijkgericht en bestaat uit hoor- en werkcolleges en een veldwerk in kleine werkgroepjes. Verder het schrijven van een verslag en zelfstudie. Toetsing Het theoretisch deel van de cursus wordt getoetst met een drietal schriftelijke (deel)tentamens. De inhoud hiervan gaat over de behandelde stof uit het verplichte boek Biology van Campbell and Reece, leerstof aangeboden via Blackboard, de syllabus en de tijdens de colleges, werkcolleges en het practicum behandelde stof. De beoordeling van het praktische deel van de cursus is gebaseerd op het veldwerkverslag. 44

49 periode 4 Het eindcijfer van de cursus wordt bepaald door: de toets (80%) en de beoordeling van het practicum (20%, groepscijfer). Studiemateriaal Biology van Campbell and Reece, 9 e editie, 2011, syllabus, rekenmachine, lineaal, en schrijfbenodigdheden. 45

50 periode 4 BIOTECHNOLOGIE EN MAATSCHAPPIJ Biotechnology and society Coördinator Mw.dr. M.C. Koster (Margot) leerstoelgroep Microbiologie H.R. Kruytgebouw, kamer W407 tel.: m.c.koster@uu.nl Docenten dr. L.G. Lugones, l.g.lugones@uu.nl dr. F.R. Stafleu, f.r.stafleu@uu.nl Cursuscode: Studiepunten: Timeslot: B-B1BIOT09 7½ B+C Ingangseisen Vwo diploma met het profiel Natuur & Gezondheid of Natuur & Techniek met Biologie Leerdoelen De cursus richt zich op het leren begrijpen en gebruiken van principes die de basis vormen van belangrijke biotechnologische toepassingen, alsmede de impact van biotechnologie op de maatschappij. Na afloop van deze cursus kun je: de technieken die ten grondslag liggen aan belangrijke biotechnologische ontwikkelingen uitleggen, beredeneren welke techniek te gebruiken en resultaten interpreteren, voorbeelden noemen van belangrijke biotechnologische toepassingen, principes uit de recombinant DNA technologie toepassen, de gevolgen van biotechnologische toepassingen op de maatschappij aangeven, een beredeneerde mening geven over de mogelijkheden en beperkingen van biotechnologische ontwikkelingen, vertellen en beredeneren hoe er veilig gewerkt moet worden met microorganismen en dit toepassen in een praktijksituatie, een primair artikel in de biotechnologie begrijpen, de toepasbaarheid van een biotechnologische vinding beoordelen. Vaardigheden VMT (Veilige Microbiologische Technieken), het zelfstandig eigen maken van leerstof, individueel en in groepsverband oplossen van problemen, ethisch bewustzijn, standpunten beargumenteren 46

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

STUDIEGIDS. Bacheloropleiding BIOLOGIE. jaar 1. Studiejaar 2013-14. Versie 19 september 2013

STUDIEGIDS. Bacheloropleiding BIOLOGIE. jaar 1. Studiejaar 2013-14. Versie 19 september 2013 STUDIEGIDS Bacheloropleiding BIOLOGIE jaar 1 Studiejaar 2013-14 Versie 19 september 2013 Universiteit Utrecht Departement Biologie Onderwijs- en Studentenzaken Inhoudsopgave ALGEMEEN... 1 Studentenstatuut

Nadere informatie

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Molecular Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas

Nadere informatie

Bindend Studieadvies (BSA)

Bindend Studieadvies (BSA) BSA_4luik_0708.qxp:BSA folder recht 06-06-2007 18:18 Pagina 1 Bindend Studieadvies (BSA) Neem contact op met het Bureau Studiebegeleiding Om dispensatie te krijgen van het negatief BSA moet u uw persoonlijke

Nadere informatie

Naam opleiding: Life Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Life Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Life Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? De studie is pittig; zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie direct vol voor gaat. Gas terugnemen kan altijd

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands,

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven. Naam opleiding: Nanobiology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen kan altijd

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Naam opleiding: Industrieel Ontwerpen Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Voorlichting Religiewetenschappen Islam en Arabisch. Woensdag 8 mei 2019

Voorlichting Religiewetenschappen Islam en Arabisch. Woensdag 8 mei 2019 Voorlichting Religiewetenschappen Islam en Arabisch Woensdag 8 mei 2019 Waar gaat het over? Opbouw opleidingen algemeen Schema opleidingen Verdiepingspakketten Data cursusinschrijving Inschrijfprocedure

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten m UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bindend Studieadvies (BSA) 2018-2019 student. uva.nl/ rechten Het (negatief bindend) studieadvies Als je als voltijd bachelorstudent staat ingeschreven

Nadere informatie

Realisatie eindtermen binnen de bachelor Biologie

Realisatie eindtermen binnen de bachelor Biologie Realisatie eindtermen binnen de bachelor Biologie Inleiding Sinds september 2010 heeft de examencommissie een belangrijke rol gekregen in het controleren van de kwaliteit van de opleiding. Zo moet de examencommissie

Nadere informatie

Informatie over de Specialisatiefase / Masterfase

Informatie over de Specialisatiefase / Masterfase Informatie over de Specialisatiefase / Masterfase Faculteit biologie, maart 2004 Inleiding Deze onderwijsnieuwsbrief is een update en uitbreiding van de onderwijsnieuwsbrief nr. 1. Er wordt een overzicht

Nadere informatie

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen:

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen: Bijlage 3 Portfolio 1 Handleiding persoonlijk coach 1.1 Doel van een portfolio Op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs en vervolgopleidingen wordt gewerkt met portfolio s. Met het portfolio laat

Nadere informatie

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Economie en Bedrijfseconomie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde ( FEWEB) Opbouw van studie door prof. dr. Henri de Groot (programmadirecteur)

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

De OER in gewoon Nederlands

De OER in gewoon Nederlands De OER in gewoon Nederlands Een samenvatting van de hoofdpunten van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2018-2019 Bachelor Pedagogische wetenschappen en Bachelor Onderwijswetenschappen College of Child

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER 2017-2018 Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Studeren in een academische context

Studeren in een academische context Studeren in een academische context Jan van Rooij & Sinem Akgün 07-09-2016 - Organisatie van de Universiteit Leiden/psychologie - Honours College - SPS-NIP - Bachelor opleidingscommissie - OER/Examencommissie

Nadere informatie

Reflectie en portfolio bij TCS. Opstarten:

Reflectie en portfolio bij TCS. Opstarten: Reflectie en portfolio bij TCS Opstarten: http://ictintroductie.wp.hum.uu.nl/home/portfolio-las-tcs 1. Het portfolio Het bijhouden van een portfolio is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2011-2012 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau:

Nadere informatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6 Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en

Nadere informatie

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een Naam opleiding: Werktuigbouwkunde Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen kan

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2016/2017 Artikel

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde Erasmus MC Bindend Studieadvies Geneeskunde Bindend Studieadvies Geneeskunde De studie Geneeskunde aan het Erasmus MC kent een bindend studieadvies (BSa) voor studenten die studeren in Bachelorjaar-1.

Nadere informatie

Naam opleiding: Technische Bestuurskunde. Toelating

Naam opleiding: Technische Bestuurskunde. Toelating Naam opleiding: Technische Bestuurskunde Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

Voorlichting voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies. Dinsdag 9 april 2019

Voorlichting voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies. Dinsdag 9 april 2019 Voorlichting voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies Dinsdag 9 april 2019 Waar gaat het over? Opbouw TCS Verplichtingen binnen BA TCS Vrije ruimte Hoofdrichtingen Registreren Hoofdrichting Kernpakket,

Nadere informatie

Profielwerkstukplus HAVO

Profielwerkstukplus HAVO Profielwerkstukplus HAVO Inleiding Aan het eind van je schoolloopbaan laat je zien dat je klaar bent voor je vervolgopleiding. Het profielwerkstukplus (PWS+) is daar één van de middelen voor. Je maakt,

Nadere informatie

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating Naam opleiding: Technische Natuurkunde Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdagen november 2015 Opbouw presentatie Inleiding Kenmerken van de opleiding De studie

Nadere informatie

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels. Opleidingsspecifieke deel OER, 2012-2013 BA Kunstmatige intelligentie Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken

Nadere informatie

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g Studeren aan het hbo Inhoud van de presentatie Kenmerken van het hbo Verschil tussen havo en hbo Verschil hbo en universiteit Opbouw van een hbo-opleiding Studieresultaten en begeleiding Toelating en aanmelding

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen. 2015-2016 Inleiding. Alle studenten van de Leidse universiteit die zich in 2015 voor de eerste keer ingeschreven hebben

Nadere informatie

Algemene informatie

Algemene informatie Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2018/2019

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2012-2013 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO-niveau:

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleiding Bio-exact Studiejaar 2009-2010 Preambule In de onderwijs- en

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische, Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO niveau:

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Dienst Studentenzaken Risicoprofiel nieuwe studenten

Dienst Studentenzaken Risicoprofiel nieuwe studenten Dienst Studentenzaken Risicoprofiel nieuwe studenten student: score: studentnummer: vraag 1: opleiding: Rechtsgeleerdheid vraag 8: email: vraag 12: 1 Met welke vooropleiding heb je toegang tot de opleiding

Nadere informatie

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.8b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek juncto artikel

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de decaan van de Tilburg Law School, verweerder

Nadere informatie

Naam opleiding: Klinische Technology. Toelating

Naam opleiding: Klinische Technology. Toelating Naam opleiding: Klinische Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Handleiding Osiris Student

Handleiding Osiris Student Handleiding Osiris Student OSIRIS Student...2 Inleiding...2 Naar OSIRIS Student...4 Inschrijven voor cursussen...6 Inschrijfperiodes...7 Andere functies...8 Personalia...8 Begeleider...8 Uitschrijven...8

Nadere informatie

BSc Klinische Technology

BSc Klinische Technology BSc Klinische Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen kan altijd

Nadere informatie

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft 1 van de Bacheloropleidingen Life Science & Technology

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdag maart 2016 Opbouw presentatie Inleiding Waarom kiezen voor Frans? De studie

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. Studentenstatuut en examens

Veelgestelde vragen. Studentenstatuut en examens Veelgestelde vragen Studentenstatuut en examens Algemeen In dit document vind je vragen die vaak gesteld worden over het Studentenstatuut en over examens. Staat jouw vraag er niet bij? Neem dan contact

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Handleiding. Bachelor eindwerk. Civiele Techniek

Handleiding. Bachelor eindwerk. Civiele Techniek Handleiding Bachelor eindwerk Versie : juli 2007 Inhoudsopgave Inleiding Opzet van het eindwerk Voorstudie Conceptvorming/modelvorming/analyse Organisatie van het eindwerk Toelating Aanmelding Aangeboden

Nadere informatie

Bindend Studieadvies

Bindend Studieadvies Erasmus MC Bindend Studieadvies Geneeskunde Nominaal is Normaal Foto Bindend Studieadvies Geneeskunde Om een goede start van je studie te maken, hanteert de opleiding Geneeskunde een Bindend Studieadvies

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

Studeren met een Functiebeperking

Studeren met een Functiebeperking STUDEREN Studeren met een Functiebeperking BESPREEK DE MOGELIJKHEDEN Maak een afspraak met de studentendecaan Windesheim zet kennis in werking Informatie voor ouders Een goede start is belangrijk om te

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15 Waar kun je dit boek voor gebruiken? 15 Voor wie is dit boek? 15 Hoe werkt dit boek? 16

Inhoud. Inleiding 15 Waar kun je dit boek voor gebruiken? 15 Voor wie is dit boek? 15 Hoe werkt dit boek? 16 Inhoud Inleiding 15 Waar kun je dit boek voor gebruiken? 15 Voor wie is dit boek? 15 Hoe werkt dit boek? 16 1 MBO, HBO of universiteit 19 MBO: Middelbaar Beroepsonderwijs 20 Toelating 20 Locatie 21 HBO:

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding & Bindend Studieadvies

Studieloopbaanbegeleiding & Bindend Studieadvies Studieloopbaanbegeleiding & Bindend Studieadvies 2019-2020 Inhoudsopgave Welkom 3 1. Studieloopbaanbegeleiding 4 Tutor 4 Studieadviseur 4 Studiepunt Geesteswetenschappen 5 Studentenservice 5 2. Andere

Nadere informatie

Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student

Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student 30-5-2016 1 Studiebegeleiding: de studieadviseur en de student Geartsje Zondervan Anneke Schrik Bart Borghols Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 30-5-2016 2 30-5-2016 3 Even voorstellen Geartsje

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

Studeren in een academische context

Studeren in een academische context Studeren in een academische context Jan van Rooij & Sinem Akgün 07-09-2017 - Organisatie van de Universiteit Leiden/ - CvB > Faculteit > Instituut (psychologie) - Bachelor opleidingscommissie - Honours

Nadere informatie

Bindend Studieadvies Geneeskunde

Bindend Studieadvies Geneeskunde Erasmus MC Desiderius School van begrijpen naar beslissen Bindend Studieadvies Geneeskunde 2013-2014 Bindend Studieadvies Geneeskunde De studie Geneeskunde aan het Erasmus MC kent een bindend studieadvies

Nadere informatie

r ipboek voor ouders over studiekeuze

r ipboek voor ouders over studiekeuze s t r ipboek voor ouders over studiekeuze Uw kind gaat kiezen, hoe kunt u helpen? Studeren Werken Eigen Bedrijf Start Index Uw kind gaat kiezen. Wat kunt u doen als ouder? Hebt u vragen? Mail of bel mij.

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano Informatiebrochure Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano 2011-2012 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Het profielwerkstuk 4 Beoordelingsmomenten 6 Het schriftelijk verslag 7 Eindbeoordeling profielwerkstuk 8 2

Nadere informatie

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen Het doel van vrijstelling op grond van praktijkervaring is om vast te stellen welke cursussen uit de bacheloropleiding

Nadere informatie

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo StudieThermometer Mw Demo Kandidaat 27-11 - 2018 Temperatuur wat aan de lage kant? Instelling Demo Beste Demo, Goed dat je de StudieThermometer hebt ingevuld! Het helpt je om te bekijken of alles goed

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO-niveau:

Nadere informatie

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie Een vrijstelling op basis van praktijkervaring is alleen mogelijk voor vier cursussen uit de bacheloropleiding, te weten

Nadere informatie

Welkom bij Diergeneeskunde

Welkom bij Diergeneeskunde Welkom bij Diergeneeskunde 16 maart 2019 Wist je dat er in Nederland 33,4 miljoen gezelschapsdieren zijn? Denk daarbij aan honden, katten, maar ook reptielen en postduiven er bijna 125 miljoen landbouwhuisdieren

Nadere informatie

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT Faculteit Geesteswetenschappen FEEDBACK & BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSSTAGES (BA & MA) De beoordeling van de onderwijsstages op Bachelor 3 en masterniveau bestaat uit twee onderdelen: het functioneren

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Van Mavo-4 naar Havo-4

Van Mavo-4 naar Havo-4 Van Mavo-4 naar Havo-4 Doorstromen naar havo-4 met een mavodiploma. Een leerling kan er voor kiezen om na het behalen van het mavodiploma 1 Havoo-4 op het Hoeksch Lyceum. door te stromen naar De overstap

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding) 2009-2010

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding) 2009-2010 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleidingen

Nadere informatie

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH PRAKTISCH STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE deadline toelating 10 november 2016. toelatingsgesprekken vanaf half november, begin december. start 19 januari 2017. tweejarige parttime opleiding.

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience 1 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie