COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M80869 B.R Beslissing van 27 juli 2009 De Vijfde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer L. VULSTEKE, voorzitter, mevrouw M. VANLOUWE en de heer K. VAN GOETHEM, leden, bijgestaan door de heer G. VAN DEN ABBEELE, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: mevrouw Doris X. geboren op../../ 1979 van Nigeriaanse nationaliteit De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift d.d. 4 september 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 5 september 2008, waarbij de verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp van ,17; - het verslag opgemaakt door de verslaggeefster op 13 maart 2009 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de Minister van Justitie op 31 maart 2009 neergelegd advies; - de uitgevoerde onderzoeksverrichtingen; - de door de verzoekster op 19 mei 2009 ingediende schriftelijke reactie; - de regelmatige kennisgeving aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 25 juni De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 25 juni 2009: - de verslaggeefster in haar verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoekster in haar opmerkingen, bijgestaan door Mr. B., advocaat te. De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen.

2 2 I. Feiten Tussen 1 juni 2002 en 30 juni 2005 werd verzoekster, die op illegale wijze naar België was overgebracht, te... het slachtoffer van exploitatie van ontucht of prostitutie met bedreigingen en geweldplegingen, alsook van mensenhandel. In het vonnis van de Correctionele rechtbank te... d.d. 8 oktober 2007 worden de feiten als volgt weergegeven: Op 17 juli 2005 doet X. aangifte van het feit dat zij het slachtoffer werd van mensenhandel en gedwongen werd in de prostitutie. Zij verklaart in Nigeria aangesproken te zijn om naar België te komen om hier te werken. Na haar aankomst in België werd ze aan eerste en tweede beklaagde [Faith Z. en Ojo W. overgedragen, die haar in de prostitutie dwongen en eisten dat ze met de inkomsten daarvan een schuld van EUR zou afbetalen. Wanneer ze weigerde werd ze door beklaagden bedreigd en geslagen en werd ze door middel van voodoo-praktijken onder druk gezet. X. verklaart verder dat ze op deze wijze van juni 2002 tot juni 2005 in de prostitutie heeft gewerkt en de inkomsten daarvan aan beklaagden heeft afgestaan. Volgens haar werken er ook nog andere Afrikaanse meisjes voor eerste en tweede beklaagde en dienden ze afwisselend aan hen te betalen omdat eerste beklaagde de dochter van tweede beklaagde is. ( ) X. verklaart dat ze door beklaagden werd bedreigd en geslagen en dat ze bij één van deze geweldplegingen zelfs bijtwonden opliep. ( ). Wat die laatste geweldplegingen betreft staat in het deskundig verslag van Dr. B. V. d.d. 5 februari 2006 het volgende te lezen: Er zijn mishandelingen geweest door de vrouw die haar heeft uitgebuit en de feiten moeten geplaatst worden in januari 2004, er is een vechtpartij geweest met de pooister, tijdens die vechtpartij is ook de moeder van die pooister erbij gekomen, de pooister vocht met mevrouw X. en beet in de linker borst en de rechter schouder, de mama van de pooister werd erbij geroepen, vocht ook met mevrouw X. en ze werd op de grond geslagen, de pooister beet haar een derde maal aan het rechter oog. II. Vervolging Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te... d.d. 8 oktober 2007 werden mevrouw Faith Z. en mevrouw Ojo W., wegens het plegen van onder meer de sub I vermelde feiten (exploitatie van ontucht of prostitutie met fysieke bedreigingen en slagen + mensenhandel) bij verstek veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van drie jaar en een geldboete van Op burgerlijk gebied werden beide beklaagden solidair veroordeeld tot betaling van de som van ,17 meer intresten aan verzoekster. Blijkens een attest van de griffie bekwam dit vonnis kracht van gewijsde. III. Gevolgen van de feiten voor verzoekster Na de fysieke geweldplegingen van januari 2004 (zie sub I) werd verzoekster overgebracht naar het ziekenhuis. Ze kreeg pijnstillers. Na ongeveer een maand waren de verwondingen genezen. In zijn deskundig verslag d.d. 5 februari 2006 weerhoudt Dr. B. V. een tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid van twee weken, gevolgd door een ongeschiktheid van 20 % gedurende de volgende twee weken.

3 3 Er is consolidatie na 6 maanden, met een blijvende esthetische schade van 3,5 op de schaal van 7 (littekens aan de linker borst, rechter schouder en onder het rechter oog). Ter zitting van de Commissie d.d. 25 juni 2009 deelde verzoekster mee dat ze niet meteen nood heeft aan therapie. IV. Sociale en financiële situatie - mogelijkheden tot schadeloosstelling Luidens een verklaring van het OCMW te... genoot verzoekster bijstand van 12 mei 2000 tot en met 31 mei 2007 t.b.v ,18. Verzoekster, die alleenstaand is, werkt sinds november 2008 als witte tornado bij de Stad... (d.i. een voltijdse contractuele polyvalente werkvrouw bij de bedrijfseenheid stads- en buurtonderhoud voor het vervullen van diverse taken). Er zijn geen mogelijkheden op recuperatie van de schade bij de veroordeelden. In een persoonlijk ondertekend schrijven d.d. 11 september 2008 verklaart verzoekster dat tot op heden geen enkele private verzekering is tussengekomen in dekking van de geleden schade. V. Begroting van de hulp Verzoekster vraagt om de toekenning van een financiële hulp van ,17: - hoofdsom cf. vonnis d.d : ,17 - inkomstenverlies: ,00 = inkomsten uit prostitutie die verzoekster onder dwang moest afstaan (daders hielden hiervan aflossingstabelletjes bij) - morele schade: 2.500,00 - TAO moreel: 420,00 14 d. x 25 (100 %) = d. x 5 (20 %) = 70 - verlies economische waarde huishoudelijke arbeid: 191,17 - esthetische schade (3,5 op 7): 5.000,00 - gerechtskosten (kopie vonnis + attest kracht van gewijsde): 33,00 Ter zitting d.d. 25 juni 2009 verklaarde verzoekster zich te gedragen naar de wijsheid van de Commissie met betrekking tot de begroting van de diverse schadeposten. VI. Beoordeling door de Commissie A. Ontvankelijkheid Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

4 4 Verzoekster, die de Nigeriaanse nationaliteit bezit, kwam op illegale wijze België binnen. Ze werd het slachtoffer van mensenhandel. In dit verband dient gewezen op artikel 31bis, 1, 2, van de wet van 1 augustus 1985, luidens welke bepaling een financiële hulp kan worden toegekend onder de volgende voorwaarde: Het slachtoffer bezit op het moment van de gewelddaad de Belgische nationaliteit, is gerechtigd het Rijk binnen te komen, er te verblijven of er zich te vestigen, of heeft naderhand van de Dienst Vreemdelingenzaken een verblijfsvergunning van onbepaalde duur verkregen in het kader van een onderzoek wegens mensenhandel. Door de advocaat van verzoekster werd aan het secretariaat van de Commissie een verblijfstitel (bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister) overgemaakt, afgeleverd te... op 13 juni 2008 en geldig tot 13 juni Uit navraag bij de Algemene Directie Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken is gebleken dat dit document een zgn. elektronische B-kaart is, d.i. een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister voor onbepaalde duur. Door voornoemde dienst werd tevens bevestigd dat deze onbeperkte verblijfsvergunning aan mevrouw Doris X. werd afgeleverd in haar hoedanigheid van slachtoffer van mensenhandel. In die omstandigheden stelt de Commissie vast dat voldaan is aan de in artikel 31bis, 1, 2 bepaalde ontvankelijkheidsvoorwaarde. B. Ten gronde De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus Verlies economische waarde huishoudelijke arbeid is daarbij niet opgenomen en komt dus niet in aanmerking voor vergoeding. Veeleer dan voor het inkomstenverlies meent de Commissie dat verzoekster dient vergoed te worden voor de morele schade en de esthetische schade. Wat de morele schade betreft is de Commissie ervan overtuigd dat deze in hoofde van verzoekster zeer aanzienlijk is, gelet op het feit dat zij gedurende ruim drie jaar het slachtoffer werd van bedreigingen, fysiek en psychisch geweld, prostitutie en mensenhandel. Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals hierboven geschetst, meent de Commissie een hulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald. VII. Begroting van de hulp door de Commissie De hulp kan in billijkheid begroot worden op * * * OP DIE GRONDEN,

5 5 De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en 27 december 2004, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent de verzoekster een hulp toe van Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 27 juli De secretaris, De voorzitter, G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE