COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M80321 B.R Beslissing van 5 december 2008 De Vijfde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: de heer L. VULSTEKE, voorzitter, mevrouw M. VANLOUWE en de heer K. VAN GOETHEM, leden, bijgestaan door de heer G. VAN DEN ABBEELE, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: mevrouw Antonia X. geboren op../../1931 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift d.d. 13 maart 2008, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 14 maart 2008, waarbij de verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp van ; - het verslag opgemaakt door de verslaggever op 1 augustus 2008 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de Minister van Justitie op 8 augustus 2008 neergelegd advies; - de door de verzoekster op 5 september 2008 ingediende schriftelijke reactie; - de regelmatige kennisgeving aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 24 november De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 24 november 2008: - de verslaggever in zijn verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoekster in haar opmerkingen, bijgestaan door Mr. Geyskens, advocaat te Beringen. De afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen.

2 2 I. Feiten Op 25 maart 2003 omstreeks uur werd verzoekster te... op straat overvallen door de genaamde Hafid Z. ( 1986). Zij kwam hierdoor ten val en liep onder meer een heupfractuur op. De dader ging er met de handtas van verzoekster vandoor. II. Vervolging Bij vonnis van de Jeugdrechtbank te... d.d. 12 mei 2004 werd de genaamde Hafid Z. schuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde feiten (diefstal bij middel van geweld of bedreiging) en werd hem hiervoor een beschermingsmaatregel opgelegd, met name werd hij toevertrouwd aan zijn ouders onder toezicht van de Sociale Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de Jeugdrechtbank. Op burgerlijk gebied werden Hafid Z. en zijn burgerlijk aansprakelijke ouders solidair veroordeeld tot betaling van een provisie van meer intresten aan verzoekster. Tevens werd Dr. J. Vandepitte als deskundige aangesteld, met de gebruikelijke opdracht. Na neerlegging van het verslag van de gerechtsdeskundige (waarbij deze ook een ruim percentage aan blijvende invaliditeit vaststelde) en opstelling van de besluiten in afhandeling van de burgerlijke belangen, oordeelde de Jeugdrechtbank in zijn vonnis d.d. 12 juli 2006 dat, nu de in het tussenvonnis d.d. 12 mei 2004 weerhouden strafrechtelijke kwalificatie geen blijvende invaliditeit vermeldt (art. 473 Sw.), de gevorderde schadevergoeding die verband houdt met de door de deskundige vastgestelde blijvende invaliditeit niet kon worden toegekend. De overige schadeposten konden wel worden toegekend. Hafid Z. en zijn moeder werden solidair veroordeeld tot betaling van de som van ,18 meer intresten aan verzoekster. Blijkens attesten van de griffie werd tegen voornoemde vonnissen geen rechtsmiddel aangewend. Tot slot werd de moeder van Hafid Z. bij vonnis van voormelde Jeugdrechtbank d.d. 18 oktober 2006 veroordeeld tot betaling van de staat van erelonen en kosten van de gerechtsdeskundige, begroot op 1.577,77. III. Medische gevolgen Verzoekster werd onmiddellijk na de feiten overgebracht naar het Ziekenhuis (Z...) te..., waar een subcapitale heupfractuur rechts werd vastgesteld. Er werd een osteosynthese uitgevoerd met drie gecanuleerde schroeven. Op 4 april 2003 mocht verzoekster het ziekenhuis verlaten. Daarop volgde een revalidatieperiode van één week op een andere campus van het Z... Daarna kreeg ze nog ambulante kinesitherapie en injecties. Wegens slechte genezing van de fractuur (beginnende pseudarthrosis) werd na lang overwegen toch besloten tot een totale heupprothese. De ingreep vond plaats in het Z... op 23 november 2004, waarna een ziekenhuisverblijf van twee weken volgde. In zijn deskundig verslag d.d. 23 januari 2006 weerhoudt Dr. J. Vandepitte de volgende graden en periodes van tijdelijke invaliditeit: 100 % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m % van t.e.m

3 3 Er is consolidatie op 1 juli 2005, met een blijvende invaliditeit (als huisvrouw) van 20 %. De esthetische schade bedraagt 2 op de schaal van 7 (litteken van 18 cm lateraal van de rechter heupstreek). Er wordt tweemaal een periode van respectievelijk acht en vijf maanden weerhouden waarin hulp in het huishouden noodzakelijk was. IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling In het kader van de waarborg onvermogen van de aansprakelijke derde ontving verzoekster vanwege haar rechtsbijstandsverzekeraar Fortis een bedrag van ,14. Luidens het verzoekschrift kon reeds 2.705,21 gerecupereerd worden bij de dader. Voor het overige blijkt uit een schrijven van gerechtsdeurwaarder Daenen d.d. 25 november 2006 dat de solvabiliteitstoestand van Z. weinig rooskleurig is. Hij woont in een sociaal appartement te... in een onverzorgde buurt, zijn moeder in een oudere mijnwerkerswoning. Geen van beiden bezit een auto op hun naam. In zijn schrijven d.d. 4 september 2008 deelt de raadsman van verzoekster mee dat er in de toekomst geen betalingen meer te verwachten zijn van de dader. Zulks wordt bevestigd in een brief van dezelfde datum van gerechtsdeurwaarder Daenen. Hierin deelt deze laatste mee dat Z. en zijn echtgenote hem gekend zijn als compleet insolvabel. Ze wonen in een schamel bemeubeld pand alwaar geen gedwongen uitvoering mogelijk is. Volgens inlichtingen ingewonnen bij de wijkagent zouden ze leven van een sociale uitkering welke niet voor beslag vatbaar is. V. Begroting van de schade Verzoekster vraagt om de toekenning van de maximale hulp van De werkelijke schade wordt als volgt begroot: - medische kosten en ziekenhuiskosten: 5.163,70 (behoorlijk gestaafd) - verplaatsings- en administratiekosten: 300,00 - morele schade TWO: ,25 (cf. vonnis ) hosp. van t.e.m : 11 d. x 31,00 = 341, % van t.e.m : 239 d. x 25,00 = 5.975,00 75 % van t.e.m : 31 d. x 18,75 = 581,25 50 % van t.e.m : 325 d. x 12,50 = 4.062,50 hosp. van t.e.m : 14 d. x 31,00 = 434, % van t.e.m : 116 d. x 25,00 = 2.900,00 50 % van t.e.m : 91 d. x 12,50 = 1.137,50 - TWO - economisch verlies huisvrouw: ,88 (idem) - TWO - hulp van derden: 6.825,00 (idem) - esthetische schade (2/7): 1.500,00 (idem)

4 4 - blijvende invaliditeit: ,43 - materiële schade: ,00 - periode : 959,00 - vanaf : ,00 - morele schade: ,43 - periode : 1.370,00 - vanaf : ,43 - procedurekosten: 1.591,74 - expertisekosten (cf. vonnis d.d ): 1.577,77 - expeditiekosten: 2,00 - deurwaarderskosten: 11,97 Totaal: ,00 VI. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden is voldaan. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus Economisch verlies huisvrouw en hulp van derden zijn daarbij niet opgenomen en komen dus niet in aanmerking voor vergoeding. Gelet op het subsidiariteitsbeginsel, dat vervat ligt in artikel 31bis, 1, 5 van voormelde wet, dient de Commissie bij de toekenning van een hulpbedrag rekening te houden met de uitkeringen vanwege de dader ( 2.705,21) en vanwege de rechtsbijstandsverzekeraar ( ,14). De Commissie is wel van oordeel dat deze tussenkomst kan toegerekend worden op voornoemde niet vergoedbare schadeposten. Zonder afbreuk te willen doen aan de door verzoekster opgelopen blijvende letsels, acht de Commissie de gevraagde hulp voor de blijvende invaliditeit buitensporig. Voor de procedure- en expertisekosten meent de Commissie geen hulp te moeten toekennen, nu deze ten laste zijn van de verzekeraar rechtsbijstand. Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals hierboven geschetst en ter zitting mondeling toegelicht door de verzoekster en haar raadsman, meent de Commissie een globale hulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald. VII. Begroting van de hulp door de Commissie De hulp kan in billijkheid begroot worden op

5 5 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en 27 december 2004, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent de verzoekster een hulp toe van Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 5 december De secretaris, De voorzitter, G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE