REGLEMENT DUTCH NATIONAL SOFTBALL LEAGUE. Golden League. Silver League U20 U17

Transcriptie

1 REGLEMENT DUTCH NATIONAL SOFTBALL LEAGUE Golden League Silver League U20 U17 Gepubliceerd: 25 maart 2015 Reglement van toepassing vanaf 26 maart 2015

2 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN... 3 HOOFDSTUK 2 FUNCTIONARISSEN... 3 Consuls afkeuring terreinen en afgelasting... 3 Scheidsrechters... 4 HOOFDSTUK 3 TERREINEN... 5 HOOFDSTUK 4 DEELNEMERS DNSL... 6 Categorieën speelsters... 6 Golden League en Silver League... 7 U20 en U Registratie van speelsters algemeen... 7 Registratie van speelsters in bijzondere gevallen... 8 Samenwerkingsverband... 8 Registratie van coaches... 8 Teambepalingen Golden Leaque en Silver Leaque... 8 Roster... 9 Bepalingen werpsters en achtervangsters... 9 HOOFDSTUK 5 STRAFBEPALINGEN... 9 HOOFDSTUK 6 COMPETITIE HOOFDSTUK 7 PROTESTEN HOOFDSTUK 8 U20 en U Algemeen Leeftijden Dispensatie Speelveld Knuppels Speelballen Wedstrijden en wedstrijdduur Bepalingen voor werpsters en achtervangsters Bescherming van speelsters Protesten HOOFDSTUK 9 OPLEIDINGSVERGOEDINGEN HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

3 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1.1 a. Alleen de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB) mag in Nederland officiële softbalwedstrijden organiseren, in één of meerdere competities. b. Dit reglement is alleen van toepassing op wedstrijden in de Dutch National Softball League (DNSL). c. De DNSL is onderdeel van de KNBSB en bestaat uit competities voor de Golden League (GL), Silver League (SL), U20 en U De Golden League bestaat uit 6 standaard teams (het hoogst spelende team van een vereniging) en het Talent Team Holland (TTH). 2. De Silver League bestaat uit 12 standaard teams (het hoogst spelende team van een vereniging). 3. De U20 League is voor wat betreft het aantal teams afhankelijk van het aantal inschrijvingen. 4. De U17 League is voor wat betreft het aantal teams afhankelijk van het aantal inschrijvingen. d. Met teamlid wordt in dit reglement bedoeld de personen die gerechtigd zijn op de spelersbank (in de dug-out) plaats te nemen. Dat zijn speelsters, (assistent)coaches/trainers, teammanager, niet spelend aanvoerster, verzorger(s), teamscorer(s), batboy /batgirl, materiaalverzorger, die lid dienen te zijn van de KNBSB. e. Ter bevordering van de leesbaarheid wordt in dit reglement steeds gesproken over hij in plaats van hij/zij. Artikel 1.2 Alle competitiewedstrijden moeten worden gespeeld volgens de bepalingen van dit reglement. Artikel 1.3 Jaarlijks worden door het Kolomoverleg Softbal (de Kolom) DNSL-competities uitgeschreven die in april beginnen en uiterlijk eindigen in oktober. Artikel 1.4 a. Aan de DNSL-competities mogen alleen verenigingen deelnemen die volgens het Algemeen Reglement KNBSB als vereniging zijn toegelaten. b. De Kolom stelt vast welke teams in de DNSL uitkomen. c. De Kolom bepaalt de regels voor promotie en degradatie in de DNSL en voor de promotie naar de DNSL vanuit de wedstrijdsport voor 1 april. Artikel 1.5 De Kolom organiseert de wedstrijden in de DNSL-competities en de wedstrijden die moeten worden gespeeld voor de overgang van de wedstrijdsportcompetities naar de DNSL-competities en omgekeerd. Artikel 1.6 a. De Kolom is deel van de Werkorganisatie en stuurt het beleidsonderdeel Softbal Dames Topsport aan. b. De Kolom is door het Bondsbestuur gemandateerd voor het wijzigen en vaststellen van de reglementen van wedstrijden, de competities en spelvormen voor Softbal Dames Topsport met inachtneming van het bepaalde in het Algemeen Reglement. c. De Kolom laat zorg dragen voor de uitvoering van de door haar vastgestelde reglementen door: 1. de afdeling Competitiezaken vanuit de Werkorganisatie Facilitairbedrijf; 2. de afdeling Ledenadministratie vanuit de Werkorganisatie Facilitairbedrijf; 3. nader door de Kolom aan te wijzen personen. HOOFDSTUK 2 FUNCTIONARISSEN Consuls afkeuring terreinen en afgelasting Artikel 2.1 a. De vereniging dient voor hun accommodatie over een consul te beschikken die bekend moet zijn bij de KNBSB en ook als zodanig op de KNBSB-site vermeld dient te staan. b. De consul is bevoegd een wedstrijd niet door te laten gaan, als door de weersomstandigheden of de terreinomstandigheden aannemelijk is, dat op het aanvangstijdstip de wedstrijd niet kan worden gespeeld. c. Van de beslissing dat een terrein is afgekeurd of een wedstrijd niet doorgaat, worden de afdeling Competitiezaken, beide teams, de scheidsrechter(s) en eventueel de aangewezen officiële scorer(s), onmiddellijk door de consul op de hoogte gesteld. Daarvoor dient de (wedstrijd-)secretaris van de bezoekende vereniging telefonisch bereikbaar te zijn. De (wedstrijd-)secretaris van de bezoekende vereniging moet na deze melding de afdeling Competitiezaken om bevestiging vragen. d. De consul moet zijn beslissing tijdig nemen, zodat de bezoekende vereniging, de scheidsrechters en official scorers nog voor vertrek uit hun plaats van vestiging kunnen worden gewaarschuwd. Als het niet meer mogelijk is de bezoekende 3

4 vereniging van de afkeuring of het niet doorgaan van de wedstrijd op de hoogte te stellen, vóór vertrek uit haar plaats van vestiging, vervalt de beslissing van de consul en beslist de plaatscheidsrechter of de wedstrijd door kan gaan. Scheidsrechters Artikel 2.2 Bondsscheidsrechters die wedstrijden leiden in de DNSL moeten: 1. lid zijn van een bij de KNBSB aangesloten vereniging en als zodanig bij de KNBSB geregistreerd staan, of als persoonlijk lid bij de KNBSB geregistreerd staan; 2. voldoen aan door de Kolom, op advies van de Commissie Wedstrijdofficials, vast te stellen eisen. Artikel 2.3 a. De bondsscheidsrechter wordt door de KNBSB geïnformeerd over zijn aanstelling. b. Als een aangestelde bondsscheidsrechter er niet is, maar wel een andere bondsscheidsrechter met een diploma Level 3, die geen lid of begunstiger is van een van de betrokken verenigingen en bereid is de wedstrijd te leiden, moeten de verenigingen die scheidsrechter accepteren. c. Als bij een wedstrijd bondsscheidsrechters zijn aangesteld en op het aanvangstijdstip maar één van hen aanwezig is, dan kan deze bondsscheidsrechter beslissen om: 1. de wedstrijd alleen te leiden (geldt niet voor de GL) of met hulp van een andere scheidsrechter met een diploma Level 2 of Level 3, die geen lid of begunstiger is van een van de betrokken verenigingen; 2. de wedstrijd alleen te leiden (geldt niet voor de GL) of met hulp van een andere scheidsrechter met een diploma Level 2 of Level 3, die wel lid of begunstiger is van een van de betrokken verenigingen; 3. als aan het onder 1 of 2 bepaalde niet kan worden voldaan, kan de wedstrijd/dubbel niet beginnen. d. Wanneer 15 minuten na het vastgestelde aanvangstijdstip geen der aangewezen bondsscheidsrechters aanwezig is en geen bericht is ontvangen dat zij verlaat zijn, dan wel geen vervangende bondsscheidsrechter, niet lid of begunstiger van een der betrokken partijen, aanwezig is, dan kan de wedstrijd/dubbel niet beginnen en wordt de wedstrijd/dubbel door de afdeling Competitiezaken opnieuw vastgesteld. e. Voor wedstrijden in de U20- en de U17-competitie geldt, indien er geen bondscheidsrechter(s) door de KNBSB zijn aangesteld, dan wel aan het bepaalde onder c.1 of c.2 niet kan worden voldaan, dat de wedstrijden gespeeld dienen te worden onder leiding van een of meer personen die geen bondsscheidsrechter zijn. De thuispelende vereniging dient dan voor de scheidsrechter(s) zorg te dragen. Indien de thuisspelende vereniging hierbij in gebreke blijft, wordt het thuisspelende team geacht niet te zijn opgekomen en is artikel 6.9 van toepassing. Artikel 2.4 Als het veld onbespeelbaar is als gevolg van slecht weer heeft de plaatscheidsrechter de mogelijkheid de wedstrijd niet te laten beginnen, te onderbreken of te beëindigen. Ook kan hij een wedstrijd onderbreken beëindigen als hem, een van de veldscheidsrechters of een van de speelsters iets overkomt, maar ook bij wangedrag van leden van het team, bij overlast van het publiek, bij paniek of buitengewone omstandigheden. Artikel 2.5 a. 1. De scheidsrechter mag een lid van het team wegens wangedrag een waarschuwing geven of uit het veld sturen. Hij moet dat meteen melden aan de aanvoerster en/of coach van het team 2. De scheidsrechter moet binnen 15 minuten na afloop van de wedstrijd een Rapport van de scheidsrechter invullen. Na ondertekening moet hij een kopie van het rapport aan de aanvoerster/coach van het betreffende teamlid geven. 3. Binnen 2x24 uur na afloop van de wedstrijd moet de scheidsrechter het rapport (eventueel voorzien van een aanvullende verklaring) aan de secretaris van de Commissie Strafzaken doen toekomen. b. Ook wangedrag buiten het speelterrein moet de scheidsrechter bij de secretaris van de Commissie Strafzaken melden. c. Tegen opzettelijke niet nakomen van de bepalingen in dit artikel 2.5, bij uitlokking daarvan of medeplichtigheid daaraan, kan worden opgetreden met maatregelen van orde en tucht zoals genoemd in het Tuchtreglement KNBSB. d. Als een teamlid van een scheidsrechter een officiële waarschuwing heeft ontvangen, of door deze het veld uit het veld is gestuurd, is dit teamlid verplicht zo spoedig mogelijk na de wedstrijd via de verenigingssecretaris bij de secretaris van de Commissie Strafzaken een schriftelijke uiteenzetting van de gebeurtenissen in te dienen. Indien dat niet gebeurt binnen 2 x 24 uur, wordt het teamlid geacht van verweer te hebben afgezien. Artikel 2.6 Op- of aanmerkingen over het spelmateriaal en het terrein moeten voor de wedstrijd aan de plaatscheidsrechter worden gemeld door de coach of de aanvoerster. Artikel 2.7 De scheidsrechters zijn verplicht om na afloop van de wedstrijd minimaal 15 minuten aanwezig te blijven, om noodzakelijke formaliteiten te kunnen vervullen, zoals het eventueel afhandelen van protesten. 4

5 Artikel 2.8 De totale kosten van de wedstrijdofficials declaraties voor de competities worden elk jaar door de KNBSB over de deelnemende teams in die competitie evenredig omgeslagen. Artikel 2.9 a. 1. Voor vriendschappelijke wedstrijden en toernooien moeten de thuisspelende of organiserende verenigingen de afdeling Competitiezaken verzoeken om één of meerdere bondsscheidsrechters aan te stellen. Dit verzoek moet uiterlijk 15 dagen voor de wedstrijd worden gedaan. Verenigingen kunnen daarbij hun voorkeur aangeven voor bepaalde bondsscheidsrechters. De afdeling Competitiezaken zal zoveel mogelijk rekening houden met die voorkeur. Een vereniging die zonder toestemming van de afdeling Competitiezaken bondsscheidsrechters uitnodigt, krijgt een administratieve heffing opgelegd. 2. Bondsscheidsrechters mogen alleen vriendschappelijke wedstrijden leiden na vooraf verkregen toestemming. b. De kosten die een bondsscheidsrechter maakt voor het leiden van een vriendschappelijke wedstrijd of toernooi, moeten worden vergoed door de organiserende vereniging en worden door de KNBSB aan deze vereniging doorbelast. c. De vereniging is verplicht minimaal twee weken van te voren wedstrijden en toernooien tegen buitenlandse teams en nationale teams te melden bij de afdeling Competitiezaken en om bondsscheidsrechters voor die wedstrijden aan te vragen. Gebeurt dat niet, dan krijgt die vereniging een administratieve heffing opgelegd. HOOFDSTUK 3 TERREINEN Artikel 3.1 a. De vereniging, die deelneemt aan de DNSL-competitie, moet gedurende de gehele periode waarin voor haar competitiewedstrijden kunnen worden vastgesteld, inclusief beslissingswedstrijden en promotie- en degradatiewedstrijden, beschikken over een volgens de richtlijnen van het Vademecum van de KNBSB door de Terreincommissie goedgekeurde accommodatie. De vereniging is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen van deze keuring door de Terreincommissie. b. De vereniging die deelneemt aan de GL- of SL-competitie dient te beschikken over: 1. een speelveld met een verlichting die voldoet aan de eisen gesteld aan nationale wedstrijden, zoals beschreven in het Vademecum van de KNBSB; 2. zittribunes achter de backstop met minimaal 50 zitplaatsen; 3. scorebord bij het veld dat minimaal aangeeft: slag, wijd, nullen, inning en de door beide teams gescoorde punten; 4. een overdekte scorers-/omroepruimte met een onbelemmerd zicht op het gehele speelveld, bij voorkeur op de as van het speelveld achter de backstop en op een hoogte van tenminste 2 meter boven het speelveld, voorzien van een schrijftafel, aansluitingspunten voor elektra en data, bij avondwedstrijden verlichting, met ruimte voor minimaal 4 personen. 5. een ruimte voor (para)medische behandeling en dopingcontrole; 6. een ruimte waar na afloop van een wedstrijd wedstrijdofficials ontvangen kunnen worden. c. De Kolom kan dispensatie verlenen om te voldoen aan artikel 3.1.b. na advies van de Terreincommissie, voor maximaal een seizoen. Artikel 3.2 a. De accommodaties van verenigingen worden, volgens de in het Vademecum van de KNBSB opgenomen richtlijnen, gekeurd door de Terreincommissie. Dat gebeurt in de volgende situaties: 1. op verzoek van de vereniging; 2. bij het in gebruik nemen van een nieuwe of gerenoveerde softbalaccommodatie; 3. bij een verzoek tot aanpassing van de vastgestelde grondregels; 4. in door de Kolom op advies van de Terreincommissie nader te bepalen gevallen; N.B.: verenigingen moeten in de onder 1. en 2. genoemde gevallen het secretariaat van de Terreincommissie vroegtijdig informeren, zodat de commissie op een effectieve manier kan adviseren. b. een speelveld moet uiterlijk drie weken voordat de eerste competitiewedstrijd op dat veld moet worden gespeeld, zijn goedgekeurd. Zo niet, dan zijn de consequenties van het moeten verplaatsen van wedstrijden voor de betreffende vereniging. c. Over elke keuring wordt schriftelijk verslag uitgebracht aan de vereniging en de Kolom. d. De Terreincommissie kan de Kolom adviseren de accommodatie af te keuren, of de accommodatie voor bepaalde tijd en onder bepaalde voorwaarden vrij te geven voor het spelen van wedstrijden. In dat geval zal de Terreincommissie aangeven welke grondregels van toepassing zijn, zolang het veld nog niet aan de eisen voldoet. Als een advies van de Terreincommissie om reden van veiligheid wordt gegeven, dient de Kolom dit advies op te volgen. e. Als een aan de DNSL-competitie deelnemende vereniging na twee keer door de Kolom te zijn aangeschreven, schriftelijk dan wel langs elektronische weg, de door de Terreincommissie aangegeven verbeteringen nog niet heeft uitgevoerd, dan 5

6 wel te doen uitvoeren of niet wil uitvoeren, wordt de accommodatie afgekeurd. De Kolom kan in dat geval aan de betrokken vereniging het recht ontzeggen aan de DNSL-competitie deel te nemen of andere maatregelen treffen. f. Een vereniging die deelname aan de DNSL-competitie is ontzegd, kan pas weer deelnemen als de Terreincommissie aan de Kolom schriftelijk heeft laten weten dat deze vereniging de door de Terreincommissie aangegeven veranderingen alsnog heeft aangebracht, of heeft doen aanbrengen, dan wel de beschikking heeft over een andere goedgekeurde of tijdelijk goedgekeurde accommodatie. g. De Kolom zorgt er voor, dat een afgekeurd terrein wordt gepubliceerd in het officiële bondsorgaan. h. De grondregels worden voor het begin van de competitie door de Terreincommissie aan de verenigingen en scheidsrechters bekend gemaakt. i. De vereniging mag tijdens het seizoen geen wijzigingen aanbrengen aan het speelveld zonder toestemming van de Terreincommissie. Bij overtreding van deze bepaling krijgt de vereniging een administratieve heffing voor elke wedstrijd die onder de gewijzigde omstandigheden is gespeeld. De eventuele kosten van herkeuring worden op de vereniging verhaald. j. 1. Scheidsrechters en/of verenigingen mogen niet onderling afspreken dat volgens andere grondregels wordt gespeeld dan die door de Terreincommissie zijn vastgesteld. 2. Scheidsrechters en/of verenigingen mogen niet onderling afspreken dat een DNSL-competitiewedstrijd wordt gespeeld onder een niet goedgekeurde lichtinstallatie. k. Als het vermoeden bestaat dat een vereniging veranderingen heeft aangebracht aan de situatie, zoals die was bij het vaststellen van de grondregels, kan de bezoekende vereniging de scheidsrechter vragen te controleren of van een dergelijke verandering sprake is. Als de scheidsrechter vaststelt dat dit het geval is, kan de bezoekende vereniging hiertegen protest aantekenen, zoals bepaald in de officiële spelregels softbal en in hoofdstuk 7 van dit reglement. De administratieve afwikkeling moet gebeuren zoals in hoofdstuk 7 van dit reglement is bepaald. Artikel 3.3 Als een vereniging, daar al dan niet toe gedwongen, op een andere dan de eigen accommodatie/speelveld wil spelen, dan moet daarvoor uiterlijk 6 dagen voor de wedstrijd bij de afdeling Competitiezaken een gemotiveerd verzoek voor worden ingediend. Artikel 3.4 De ontvangende vereniging moet ervoor zorgen dat, voorafgaande aan iedere wedstrijd, in de DNSL duidelijk zichtbaar op het terrein de volgende krijtlijnen zijn aangebracht: a. de slagperken; b. het catchersperk; c. de foutlijnen tot aan de begrenzing in het buitenveld; d. de 1-meterlijn; e. de coachvakken; f. de slagcirkels; g. de werpcirkel Artikel 3.5 Als de plaatscheidsrechter genoodzaakt is een wedstrijd te staken door overlast van het publiek, meldt hij dit aan het Bondsbureau. In zijn rapport dient hij te vermelden welke van de deelnemende verenigingen naar zijn oordeel voor het staken van de wedstrijd verantwoordelijk moet worden gesteld. Artikel 3.6 Als de ontvangende vereniging op het aanvangstijdstip van de wedstrijd het speelveld met toebehoren niet in orde heeft, krijgt de vereniging een administratieve heffing opgelegd. Is het speelveld na een half uur nog niet in orde, dan wordt het team van die vereniging als niet opgekomen beschouwd en is artikel 6.9 van toepassing. HOOFDSTUK 4 DEELNEMERS DNSL Categorieën speelsters Artikel 4.1 a. Softbalspeelsters worden verdeeld in 3 categorieën: 1. Speelsters met de Nederlandse nationaliteit of met een permanente verblijfsvergunning. 2. Speelsters met een nationaliteit anders dan een van de bij de EU aangesloten lidstaten en zonder permanente verblijfsvergunning. Deze groep wordt aangemerkt als NON-EU -speelsters. 3. Speelsters die niet in de twee bovenstaande categorieën vallen, zijn speelsters met een nationaliteit van een van de bij de EU aangesloten lidstaten. Deze groep wordt aangemerkt als EU-speelsters. 6

7 Golden League en Silver League Artikel 4.2 a. Aan de DNSL- GL- en SL-competitiewedstrijden en aan alle andere senioren softbalwedstrijden waarvoor de toestemming van de KNBSB nodig is, mag een speelster deelnemen die: 1. tenminste 14 jaar oud is; 2. spelend lid softbal is van een bij de KNBSB aangesloten vereniging waartoe het team waarvan zij deel uit maakt behoort en als zodanig geregistreerd staat bij de KNBSB; 3. niet door de KNBSB of de aangesloten vereniging bedoeld onder 2. als lid is geroyeerd of als lid of speelster is geschorst; 4. speelsters kunnen maar voor één vereniging als spelend lid softbal geregistreerd staan bij de KNBSB. b. Een NON-EU -speelster, zoals bedoeld in artikel 4.1.a.2, mag deelnemen aan wedstrijden als deze NON-EU -speelster zich uiterlijk twee werkdagen voor de eerste juli bij het Bondsbureau heeft laten registreren en aan de overige daarvoor door het Bondsbestuur vastgestelde vereisten is voldaan, en heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 4.4. c. Van het in artikel 4.2.a.1 bepaalde kan door de Kolom dispensatie worden verleend. U20 en U17 Artikel 4.3 Aan de DNSL- U20- en U17-competities en aan alle andere jeugdsoftbalwedstrijden waarvoor de toestemming van het KNBSB nodig is, mogen slechts die speelsters deelnemen die spelend lid softbal zijn van een bij de KNBSB aangesloten vereniging en ook als zodanig geregistreerd staan bij de KNBSB. Registratie van speelsters algemeen Artikel 4.4 a. Personen die nog nooit hebben deelgenomen aan een wedstrijd, uitgeschreven door de KNBSB ( uitgezonderd schoolwedstrijden), en die niet zijn geroyeerd of geschorst door een door de KNBSB erkende buitenlandse organisatie, kunnen als lid van een aangesloten vereniging geregistreerd worden. b. Een lid van een aangesloten vereniging dat van vereniging wil veranderen en in het voorafgaande competitiejaar heeft deelgenomen aan een door de KNBSB uitgeschreven competitie, kan alleen van vereniging veranderen tijdens de transferperiode die loopt van 1 november tot 1 december uur. Uitzonderingen daarop zijn de gevallen genoemd in artikel 4.5 en 4.6. c. Een lid moet om bij de nieuwe vereniging als lid geregistreerd te kunnen worden, aan de door de KNBSB vastgestelde wijze van registreren en afhandeling te voldoen. 1. Een goedkeuring kan alleen worden onthouden door de aangesloten vereniging indien er sprake is van een financiële schuld. Een financiële schuld wordt alleen dan door de KNBSB erkend, als bij de vaststelling van de financiële schuld en de pogingen tot inning daarvan de reglementaire bepalingen van desbetreffende aangesloten vereniging in acht zijn genomen, of als deze vereniging het lidmaatschap van de betrokken speelster vervallen heeft verklaard, zoals in de reglementen van die vereniging is bepaald. 2.Voor leden van 18 jaar en ouder wordt de financiële schuld geregistreerd door de KNBSB, waarbij een termijn van maximaal drie jaar wordt gehanteerd vanaf de melding, totdat de schuld aan de betrokken vereniging is ingelost. d. De registratie dient afgehandeld te zijn uiterlijk 1 december uur van dat jaar. e. Personen die langer dan een jaar geleden aan een door de KNBSB uitgeschreven competitie hebben deelgenomen kunnen direct door de vereniging als nieuw lid worden aangemeld f. Een persoon die in het buitenland speelt of gespeeld heeft en die al als speelster bij de KNBSB geregistreerd staat of zich als speelster wil laten registreren, zal - ongeacht haar nationaliteit - bij haar komst of terugkomst in Nederland in het bezit moeten zijn van een goedkeurende verklaring (ISF Player Transfer Request formulier) van de buitenlandse organisatie van het land waarin zij in competitieverband softbal speelde, voordat aan de Nederlandse competitie kan worden deelgenomen. Deze verklaring is altijd maar voor 1 seizoen geldig. Pas na verkregen toestemming van de KNBSB mag aan de Nederlandse competitie worden deelgenomen. g. De KNBSB kan de vereniging verzoeken om binnen 24 uur inzage te verschaffen in het (de) paspoort(en) van NON- EU -speelster(s) en EU -speelster(s). h. In de periode na 1 juli van elk jaar kunnen verenigingen geen speelsters meer aan een competitiewedstrijd van een team laten deelnemen die in het vorige of het huidige competitiejaar zijn uitgekomen voor een buitenlandse organisatie, behalve als zij in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit of van de nationaliteit van een van de EU-lidstaten en sinds 1 december voorafgaande aan dat competitiejaar als spelend lid voor die vereniging geregistreerd staan. 7

8 Registratie van speelsters in bijzondere gevallen Artikel 4.5 a. Als iemand geregistreerd lid is van een aangesloten vereniging die een fusie aangaat met een andere aangesloten vereniging, heeft deze persoon tot maximaal 6 weken na publicatie van die fusie in het officieel orgaan van de KNBSB het recht om als lid geregistreerd te kunnen worden bij een andere aangesloten vereniging en voor die vereniging deel te nemen aan competitiewedstrijden, vanaf het moment van bekrachtiging van die fusie. b. Trekt de aangesloten vereniging het team waarvan de speelster deel uitmaakt uit de competitie terug, dan geldt na publicatie van die terugtrekking in het officieel orgaan van de KNBSB voor die speelster het recht om als lid geregistreerd te kunnen worden bij een andere aangesloten vereniging en voor die vereniging deel te nemen aan competitiewedstrijden vanaf het moment van terugtrekking. c. Een speelster van de GL- of SL-competitie kan na 1 december tot 1 juni registratie aanvragen voor een andere aangesloten vereniging uitkomend in de GL of SL. Een dergelijk verzoek zal alleen door de Kolom worden gehonoreerd als het verzoek wordt vergezeld van een goedkeurende verklaring van beide verenigingen. d. De Kolom zal bij registratie van een speelster in de wedstrijdsport voor het lopende wedstrijdseizoen (of in de periode na 1 december tot de aanvang van een nieuw seizoen) geen toestemming verlenen deel te nemen aan wedstrijden in de GLof SL-competitie bij de nieuwe vereniging. e. Een persoon die in de loop van het jaar spelend lid softbal wordt van een vereniging (of van categorie verandert), wordt als speelgerechtigd beschouwd 2 x 24 uur nadat de opgave in het bezit is van het Bondsbureau. Bij toepassing van het bepaalde in artikel 4.4.a en 4.4.b wordt de betrokkene geacht te hebben voldaan aan het in artikel 4.4.b bepaalde met ingang van de datum waarop door het Bonsbureau de nieuwe registratie is verleend. f. Speelsters die in het voorafgaande jaar geregistreerd waren bij de KNBSB, als lid van een bij de KNBSB toegelaten vereniging en hebben deelgenomen aan een door de KNBSB uitgeschreven competitie en hun lidmaatschap van deze vereniging opzeggen, kunnen alleen deelnemen aan door de KNBSB uitgeschreven competitie(s) indien aan de door de KNBSB vastgestelde wijze van registreren en afhandeling is voldaan. Samenwerkingsverband Artikel 4.6 a. Twee of meer aangesloten verenigingen kunnen het bondsbestuur verzoeken als samenwerkingsverband te worden gezien. De toestemming wordt slechts verleend als een overeenkomst aanwezig is waaruit blijkt dat: 1. de overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van tenminste twee kalenderjaren; 2. het oogmerk vormt: jeugdopleiding, verbetering spelpeil en/of completering teams. b. Wanneer een topsportvereniging en een wedstrijdsportsportvereniging een samenwerkingsverband zijn aangegaan en een lid van de wedstrijdsportvereniging heeft in het kader van de samenwerking in een GL-team of SL-team van de topsportvereniging gespeeld, dan wordt dit lid bij de overgang naar een andere vereniging tijdens de lopende competitie als topsportlid beschouwd. c. Indien twee of meer verenigingen een samenwerkingsverband zijn aangegaan, en in dezelfde klasse teams uitkomen van de betrokken verenigingen, dan sluit het uitkomen aan de competitie voor één van deze teams het uitkomen voor een ander team op hetzelfde competitieniveau uit. Uitzondering: kiest een speelster voor een ander team dan dat van haar eigen vereniging, dan mag op deze keus eenmaal teruggekomen worden. Registratie van coaches Artikel 4.7 a. Onder coaches worden verstaan personen die als coach, assistent-coach of teammanager, deelnemen aan de GL en SL en lid zijn van de vereniging waartoe het team waarvan zij deel uit maken behoort en als zodanig geregistreerd staan bij de KNBSB. (Speelsters die tevens coach zijn worden hier niet bedoeld). b. Coaches kunnen maar voor één vereniging die deelneemt aan de GL of SL als coach deelnemen aan de wedstrijd. c. Coaches kunnen, om als speler deel te nemen aan de competitie, van een andere vereniging lid zijn en als zodanig geregistreerd worden bij de KNBSB. Teambepalingen Golden Leaque en Silver Leaque Artikel 4.8 a. 1. De vereniging dient het Bondsbureau uiterlijk 7 x 24 uur voor de aanvang van de competitie in het bezit te stellen van een schriftelijke opgave waaruit blijkt welke negen speelsters van het 1 e team worden geblokkeerd voor deelname aan andere competities. 2. Speelsters uit de wedstrijdsport kunnen in het eerste team uitkomen van de eigen vereniging. b. 1. Maandelijks voor de eerste van de maand kunnen de verenigingen via door de Kolom vast te stellen regels aan de afdeling Competitiezaken doorgeven of voor de volgende maand wijzigingen in de samenstelling van de negentalopgaven zijn aangebracht, onder opgave van eventuele wijzigingen. 8

9 2. Bij nalatigheid de hiervoor bedoelde opgave voor aanvang van de competitie tijdig te verstrekken, krijgt de desbetreffende vereniging een administratieve heffing opgelegd voor iedere ingegane week verzuim. In dit geval zullen de speelsters die in de eerste competitiewedstrijd in dat seizoen meer dan drie innings hebben gespeeld, in de maanden april en mei in dat seizoen niet in een lager team mogen uitkomen. c. 1. Een speelster van een vereniging die meer dan de helft van het totaal aantal door het eerste team in één seizoen te spelen competitiewedstrijden heeft meegespeeld, mag in dat seizoen niet meer voor een lager team uitkomen; 2. Een werpster van een vereniging die meer dan 25 procent van het totaal door het eerste team te spelen wedstrijden heeft gegooid, mag in dat seizoen niet meer als werpster in een lager team uitkomen. Voor het bepalen van het aantal wedstrijden wordt uitgegaan van het aantal te spelen wedstrijden in de reguliere competitie (dus exclusief play-offs, Holland Series en beslissingswedstrijden). Bij splitsing wordt uitgegaan van die poule die het hoogste aantal wedstrijden moet spelen. 3. Tenzij de onder c.1 of c.2 bedoelde speelsters daarvoor door de Kolom dispensatie is verleend, indien gebleken is dat er sprake is van een uitzonderlijk geval. d. De Kolom is gerechtigd dispensatie te verlenen voor een terugkeer vanuit de topsport naar de wedstrijdsport. Een verzoek tot dispensatie kan alleen in behandeling worden genomen wanneer de Kolom daarvoor een schriftelijk verzoek met duidelijke redenen heeft ontvangen. e. Onder het spelen van een wedstrijd wordt, voor de telling van het aantal wedstrijden, verstaan het spelen van meer dan drie innings. f. U20- en U17-speelsters mogen een onbeperkt aantal malen uitkomen in seniorenwedstrijden van de eigen vereniging. Roster Artikel 4.9 a. Uiterlijk 7 x 24 uur voor het aanvangstijdstip van de eerste competitiewedstrijd van een team in de Golden League en Silver League moet een roster met maximaal 17 speelsters bij de afdeling Competitiezaken worden aangeleverd. Het aanleveren van dit roster staat los van de reglementaire verplichting met betrekking tot de negentalbepalingen. Het format voor het roster wordt door de afdeling Competitiezaken aangeleverd. b. Van elke speelster op het roster moeten de volgende gegevens worden verstrekt: 1. voornaam en achternaam; 2. rugnummer (indien mogelijk), waarbij het rugnummer een geheel getal moet zijn in de reeks 1 t/m 99; c. Naast bovengenoemde speelsters moeten op het roster worden vermeld: 1. hoofdcoach; 2. overige coaches en overige begeleiding (zoals teamscorer, teambegeleider enz.) die zich ten tijde van de competitiewedstrijden binnen de hekken op het speelveld (waaronder de dug-out) bevinden. d. Enkel de personen vermeld op het roster zijn gerechtigd deel te nemen aan de wedstrijd cq aanwezig te zijn op het speelveld. e. Alle op het roster vermelde personen moeten voldoen aan de bepalingen van dit reglement. f. Tijdens het seizoen mogen personen aan het roster worden toegevoegd of van het roster worden afgevoerd, waarbij het maximaal aantal van 17 speelsters van toepassing blijft. g. Een wijziging van het roster moet uiterlijk 2 x 24 uur voor het aanvangstijdstip van een competitiewedstrijd bij de afdeling Competitiezaken zijn aangeleverd. Tijdens kantooruren (maandag-vrijdag uur) kan dit via (competitie@knbsb.nl). Bepalingen werpsters en achtervangsters (invoering met ingang van 2016) Artikel 4.10 a. In een dubbel mag een werpster maximaal 7 volledige innings werpen. 1. Een tie-break wordt hierin niet meegerekend. 2. Een uit telt voor 1/3 inning. b. In een dubbel mag een achtervangster maximaal 7 volledige innings vangen. 1. Een tie-break wordt hierin niet meegerekend. 2. Een uit telt voor 1/3 inning. c. Onder een dubbel wordt verstaan 2 vastgestelde competitiewedstrijden op dezelfde dag tegen dezelfde tegenstander. Wanneer een dubbel wordt opgesplitst in twee wedstrijden op twee verschillende dagen worden deze twee wedstrijden (toch) als dubbel aangemerkt. d. Als 2 dezelfde teams als resultaat uit een toernooivorm (driekamp, vierkamp, beslissingswedstrijdenreeks e.d.) op een en dezelfde dag voor een volgende keer tegen elkaar uitkomen, worden deze wedstrijden niet aangemerkt als een dubbel. HOOFDSTUK 5 STRAFBEPALINGEN Artikel 5.1 a. Is een teamlid is geschorst of geroyeerd, dan mag zij ook niet deelnemen aan vriendschappelijke wedstrijden. Doet zij dit wel dan is er sprake van een ongerechtigde speler. 9

10 b. Een speelster en coach/trainer die volgens dit reglement ten onrechte deelneemt aan een competitiewedstrijd of een wedstrijd waarvoor de toestemming van de KNBSB nodig is, is een ongerechtigde speler. c. Een speelster en coach/trainer die voor een andere vereniging uitkomen dan waartoe zij op grond van hun registratie toe behoren en daar volgens dit reglement geen toestemming voor hebben, zijn ongerechtigde spelers. d. Een vereniging die een ongerechtige speler of coach/trainer in een wedstrijd opstelt, krijgt per overtreding een administratieve heffing opgelegd. e. In het geval van een competitiewedstrijd wordt deze - wanneer zij is gewonnen door het team dat de ongerechtigde speler heeft opgesteld - ongeldig verklaard. Als de wedstrijd gelijk is geëindigd, kan de afdeling Competitiezaken de wedstrijd ongeldig verklaren. f. Het team dat de ongerechtigde speler heeft opgesteld, krijgt ongeacht de uitslag van de wedstrijd twee verliespunten. g. De wedstrijd moet zo nodig worden overgespeeld en wel op het terrein van de tegenpartij. Aan de over te spelen wedstrijd mogen de speelsters en coaches die in de ongeldig verklaarde wedstrijd ongerechtigd waren, niet deelnemen. h. Een vereniging die schuldig is, dat een wedstrijd ongeldig moet worden verklaard en daardoor de wedstrijd op het terrein van de tegenpartij moet overspelen, heeft geen recht op vergoeding van kosten en mag geen deel hebben in de inkomsten van de tweede wedstrijd. Daarnaast komen de scheidsrechterskosten van de extra wedstrijd ten laste van deze vereniging. i. Een dubbelwedstrijd wordt beschouwd als twee competitiewedstrijden. Artikel 5.2 Een speelster of coach die onder een valse naam uitkomt, is een ongerechtigde speler en kan door de Commissie Strafzaken worden geschorst. Daarnaast heeft het Bondsbestuur de bevoegdheid deze speelster of coach te royeren. Dat geldt ook voor andere personen die voor deze overtreding aansprakelijk zijn. HOOFDSTUK 6 COMPETITIE Artikel 6.1 a. Er wordt gespeeld volgens de officiële softbal spelregels van de KNBSB. b. De run ahead rule (na 3 innings 15 runs verschil, 4 innings 10 runs verschil en 5 innings 7 runs verschil) is van kracht. Artikel 6.2 De deelnemende verenigingen worden voor de aanvang van het seizoen in de gelegenheid gesteld hun wensen ten aanzien van het wedstrijdprogramma, zoals vastgesteld door de KNBSB, vóór een door de KNBSB te bepalen datum kenbaar te maken. Met deze wensen zal door de afdeling Competitiezaken zo veel mogelijk rekening worden gehouden, maar verenigingen kunnen hieraan geen rechten ontlenen. Artikel 6.3 a. 1. Aan de U20- en U17-competities mogen meerdere teams van een vereniging of van een samenwerkingsverband van verenigingen uitkomen. 2. Op een verzoek hiertoe van verenigingen of van een samenwerkingsverband afkomstig van een buitenlandse bond of organisatie kan de Kolom besluiten deelname aan de U20- en U17-competities toe te staan. b. Indien twee of meer aangesloten verenigingen een fusie aangaan, heeft de nieuwe vereniging met betrekking tot de indeling van haar teams de rechten van die vereniging van de fuserende verenigingen, die met haar team het hoogste was geklasseerd. Artikel 6.4 a. De afdeling Competitiezaken is verplicht de te spelen wedstrijden minstens 4 x 24 uur voor het begintijdstip bekend te maken aan de betrokken verenigingen. In bijzondere gevallen kan bij play-offs, beslissings- en promotie- /degradatiewedstrijden hiervan worden afgeweken. De afdeling Competitiezaken is bevoegd wedstrijden in te lassen en te verschuiven, van welke bevoegdheid echter slechts in dringende gevallen gebruik zal worden gemaakt. b. Verzoeken tot het verschuiven van wedstrijden moeten door de verenigingen, vergezeld van de schriftelijke toestemming van de tegenpartij, uiterlijk 3 x 24 uur na bekendmaking van die wedstrijden worden ingediend bij de afdeling Competitiezaken. Alleen als een dergelijk verzoek schriftelijk dan wel via elektronische weg is gedaan, kan het tijdstip van indiening worden bewezen. Artikel 6.5 De officiële aanvangstijd van elke competitiewedstrijd wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.2, door de competitieleider vastgesteld en deze kan dit wijzigen, wanneer een vereniging minimaal 3 x 24 uur voor de aanvangstijd daar om verzoekt (met toestemming van de tegenstander). Artikel 6.6 a. De ontvangende vereniging moet er voor zorgen dat het terrein in goede staat verkeert en dat is voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk 3. Zij zorgt voor in goede staat verkerend veldmateriaal, en voor voldoende in goede staat verkerende ballen, dit ter beoordeling van de scheidsrechter. 10

11 b. Elk team moet voor de eigen speelsters knuppels, uitrusting en spelmateriaal bij zich te hebben. De knuppels, uitrusting en spelmateriaal hoeven niet aan de tegenpartij ter beschikking te worden gesteld. Voor de speelsters is uniforme kleding verplicht. Uniforme kleding geldt ook voor de coaches in de coachvakken. Alleen aan de werpster (indien zij honkloopster is) en aan de coaches in de coachvakken is het toegestaan over de uniforme kleding een afwijkend kledingstuk te dragen. Artikel 6.7 Bij beslissings- en promotie/degradatiewedstrijden moet de plaatscheidsrechter, indien beide verenigingen elkaar slechts éénmaal ontmoeten, de aanvoersters van beide partijen laten loten om te bepalen welke vereniging als thuisclub zal worden beschouwd. Bij dergelijke wedstrijden moeten beide partijen over voldoende in goede staat verkerende ballen te beschikken. Artikel 6.8 a. 1. Voor competitie-, beslissings- en promotie/degradatiewedstrijden in en naar alle klassen van de topsportcompetitie geldt de speelduur van de officiële spelregels, met dien verstande dat, als na zeven innings de stand gelijk is, de wedstrijd met maximaal twee innings wordt verlengd. In deze achtste en eventueel negende inning zal onmiddellijk gebruik worden gemaakt van de tie-breaker. 2. is de wedstrijd na negen innings nog gelijk, dan is de wedstrijd geëindigd in een gelijkspel. 3. Bij play-offs, Holland Series en wedstrijden uit een reeks best of wordt bij een gelijke stand na negen innings verlengd tot een beslissing is verkregen. Artikel 6.9 a. Als een vereniging een voor haar vastgestelde wedstrijd niet speelt, beoordeelt de afdeling Competitiezaken of dit is gebeurd: 1. met opzet; 2. door schuld; 3. door overmacht. b. Van opzet is sprake: 1. indien de vereniging erkent opzettelijk te zijn weggebleven; 2. als het betrokken team op dezelfde dag een andere wedstrijd heeft gespeeld en dit niet te wijten is aan een verklaarbaar misverstand over het doorgaan van de verplichte wedstrijd; 3. als de betrokken verenigingen zijn overeengekomen niet te spelen zonder de afdeling Competitiezaken daarover te hebben ingelicht en bevestiging van Competitiezaken te hebben ontvangen; 4. als het niet spelen blijkt bedoeld te zijn als een betoging tegen een officieel lichaam of een officiële persoon of als verzet tegen een door één van beiden genomen maatregel. c. Onder niet spelen door schuld worden begrepen die gevallen diee het gevolg zijn van: 1. administratieve slordigheden; 2. onachtzaamheid ten opzichte van de reglementaire bepalingen; 3. officiële berichten of aanschrijvingen; 4. onverwacht gebrek aan speelsters; 5. onverwachte financiële problemen; 6. te laat komen. d. Niet spelen door overmacht wordt slechts geaccepteerd als de vereniging de afdeling Competitiezaken ervan kan overtuigen dat er zwaarwegende redenen waren voor het niet spelen. Hiertoe moet de vereniging dit schriftelijk te kennen hebben gegeven aan de competitieleider, uiterlijk de derde dag na de wedstrijd. De vereniging heeft dan het recht dat twee afgevaardigden gehoord worden door de afdeling Competitiezaken op een tijdstip te bepalen door de afdeling Competitiezaken. e. De sanctie op het niet spelen met opzet of door schuld bestaat uit: 1. dezelfde sancties bij het spelen met een ongerechtigde speler, waarbij de administratieve heffing bij de eerste keer bij een volgende keer wordt verdubbeld; 2. een bedrag aan reiskosten ten gunste van de gedupeerde vereniging op basis van vervoer per auto voor maximaal 16 personen (4 auto s op basis van het geldende onbelast kilometertarief, gehanteerd door de belastingdienst); 3. vergoeding aan de tegenpartij en aan de aangestelde officials van alle voor de betreffende wedstrijd gemaakte kosten.; Waaraan nog kan worden toegevoegd, indien sprake is van niet spelen met opzet, het uit de competitie nemen van dit team met als gevolg degradatie. f. De afdeling Competitiezaken stelt in elk bepaald geval het gevolg vast. g. Heeft een vereniging aan de afdeling Competitiezaken of aan de tegenpartij schriftelijk te kennen gegeven een wedstrijd niet te zullen spelen, dan is zo n kennisgeving alleen te herroepen als de tegenpartij het verzoek tot herroeping ondersteunt. h. Een vereniging die op het aanvangstijdstip van de wedstrijd niet over het minimum aantal speelsters beschikt en er geen bericht is ontvangen dat speelsters verlaat zijn, wordt geacht niet te zijn opgekomen. 11

12 i. Indien door de competitieleiding wordt vastgesteld dat een team tweemaal niet is opgekomen, kan het betrokken team door de competitieleider uit de competitie worden genomen. De afdeling Competitiezaken houdt bij een eventueel uit de competitie nemen rekening met de belangen van de overige aangesloten verenigingen. j. Heeft de aangewezen scheidsrechter het veld op het aanvangstijdstip vanwege het weer onbespeelbaar verklaard, dan gelden de vastgestelde bepalingen met betrekking tot het inhalen van wedstrijden. Artikel 6.10 Het team dat op het aanvangstijdstip van de wedstrijd niet klaar staat, als de plaatscheidsrechter de speelsters heeft verzocht hun plaats in het veld in te nemen, terwijl het team met voldoende speelsters aanwezig is maar hiervoor niet gereed is of weigert te spelen, wordt belast met een administratieve heffing. Is het team na een kwartier nog niet gereed, of volhardt het in de weigering te spelen, dan wordt de administratieve heffing verhoogd. Als de plaatscheidsrechter vaststelt dat het team een half uur na het aanvangstijdstip nog niet gereed is of weigert te spelen, is artikel 6.9 van toepassing. Artikel 6.11 a. Van een opgeschorte wedstrijd is sprake als: 1. de KNBSB heeft verboden om op of na een bepaald tijdstip wedstrijden te spelen; 2. de ontvangende vereniging na een bepaald tijdstip niet meer kan beschikken over het speelveld, als zij hiervan de competitieleider minstens 6 x 24 uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip in kennis heeft gesteld en de competitieleider daar niet of in onvoldoende mate rekening mee heeft gehouden; 3. de overheid of namens haar optredende functionarissen onvoorzien ingrijpen, waardoor verder spelen onmogelijk is; 4. de lichtinstallatie tijdens een lichtwedstrijd onbruikbaar raakt; 5. als de plaatscheidsrechter de wedstrijd moet beëindigen in verband met een ernstig ongeval van één van de scheidsrechters of speelsters, of door andere buitengewone omstandigheden buiten de schuld van een van de deelnemende teams. b. Een wedstrijd wordt niet als een opgeschorte wedstrijd beschouwd, als: 1. de overheid het verbiedt om op of na een bepaald tijdstip (nog) sportwedstrijden te houden; 2. als de plaatscheidsrechter de wedstrijd staakt vanwege de slechte toestand van het veld als gevolg van weersomstandigheden of invallende duisternis; 3. wanneer op enig moment het speelveld met toebehoren niet meer in orde is en na een half uur wachten nog steeds niet in orde is; 4. het staken het gevolg is van het niet meer over het speelveld kunnen beschikken door de ontvangende vereniging, ook al was zij hiervan niet op de hoogte, en niet werd voldaan aan het onder punt a.2 bepaalde. In dit geval wordt de wedstrijd voor de ontvangende vereniging met 2-0 verloren verklaard; 5. een wedstrijd wordt gestaakt aan het einde van een volledige inning met een gelijke stand na 7 innings; 6. indien de wedstrijd op andere wijze overeenkomstig de officiële spelregels als een reglementair beëindigde wedstrijd wordt beschouwd. c. De afdeling Competitiezaken zal steeds nader vaststellen of inderdaad sprake is geweest van buitengewone omstandigheden. De plaatscheidsrechter en de twee aan de wedstrijd deelnemende verenigingen moeten binnen 2 x 24 uur na het staken van wedstrijd de afdeling Competitiezaken schriftelijke laten weten wat er is gebeurd. De nalatige partij wordt belast met een administratieve heffing. Als wordt vastgesteld dat er sprake is van schuld, zal de wedstrijd voor de vereniging die het staken heeft veroorzaakt, met een 2-0 uitslag verloren worden verklaard. Bovendien wordt een administratieve heffing opgelegd. Daarnaast heeft de Commissie Strafzaken, nadat het Bondsbestuur een klachtzaak heeft ingediend bij de Commissie Strafzaken, het recht bijkomende straffen op te leggen. d. Een door weersomstandigheden of invallende duisternis voortijdig beëindigde wedstrijd wordt opnieuw vastgesteld als: 1. nog geen vijf volledige innings zijn gespeeld en de uitspelende vereniging een voorsprong heeft; 2. nog geen viereneenhalve innings zijn gespeeld en de thuisspelende vereniging een voorsprong heeft; 3. nog geen vijf volledige innings zijn gespeeld bij een gelijke stand. e. Bij het hervatten van een opgeschorte wedstrijd gelden de volgende bepalingen: 1. Als beide teams elkaar nog eens op hetzelfde terrein moeten ontmoeten, onmiddellijk voorafgaande aan de eerstvolgende wedstrijd op dat terrein; 2. Als beide teams elkaar nog slechts moeten ontmoeten op het terrein van de bezoekende vereniging, onmiddellijk voorafgaande aan de eerstvolgende wedstrijd op het terrein van de bezoekende vereniging; 3. Indien beide verenigingen elkaar niet meer ontmoeten wordt de opgeschorte wedstrijd uitgespeeld op een nader te bepalen tijdstip. 4. Als de opgeschorte wedstrijd een wedstrijd uit een dubbel betreft, blijven alle voor een dubbel van kracht zijn regels t.a.v. het opstellen van speelsters van kracht. 5. Een opgeschorte wedstrijd zal worden hervat onder de omstandigheden, zoals deze golden op het moment van 12

13 onderbreking van de oorspronkelijke wedstrijd. De voltooiing van de opgeschorte wedstrijd is het vervolg van de oorspronkelijke wedstrijd. De opstelling en de slagvolgorde van beide negentallen moeten precies dezelfde zijn als die op het moment van onderbreking en onderworpen zijn aan de invallerbepalingen. Iedere speelster mag worden vervangen door een speelster die niet voor de onderbreking aan het spel heeft deelgenomen. Speelsters die voor de onderbreking waren vervangen, mogen niet meer worden opgesteld, tenzij dit volgens de spelregels (re-entry regel) wel is toegestaan. Er moet voor de wedstrijd, in overeenstemming met het voorgaande, een nieuwe line-up-sheet worden gemaakt. Artikel 6.12 a. De plaatscheidsrechter kan de wedstrijd staken als één van beide verenigingen het verder spelen ongewenst of onmogelijk maakt vanwege: 1. het duidelijk vertragen of verkorten van de wedstrijd door speelsters, aanvoerster, helper(s), trainer, bestuurslid(leden) of andere functionarissen van de desbetreffende vereniging; 2. weigering het spel voort te zetten nadat de plaatscheidsrechter het teken tot hervatting heeft gegeven; 3. het na een gegeven waarschuwing door de plaatscheidsrechter opzettelijk volharden in handelingen tegen de spelregels; 4. weigering door een teamlid dat door de scheidsrechter uit het veld is gezonden, om binnen een aanvaardbare termijn aan deze opdracht te voldoen; 5. het niet tijdig voldoen door de ontvangende vereniging aan het verzoek van de scheidsrechter om voorzieningen te treffen aan het veld, die naar het oordeel van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd noodzakelijk zijn geworden; 6. als één van de teams gedurende de wedstrijd niet meer kan beschikken over het minimum aantal speelsters. b. Indien sprake is van een handgemeen waarbij meer dan twee personen van beide deelnemende teams betrokken zijn (bench clearing brawl), dient de plaatscheidsrechter de wedstrijd te staken. 1. Beide verenigingen en alle aangestelde officials moeten, onafhankelijk van elkaar, binnen 2 x 24 uur een rapportage in te dienen bij de afdeling Competitiezaken. De nalatige partij krijgt een administratieve heffing opgelegd. 2. De bij de wedstrijd aangestelde officials geven ieder afzonderlijk in hun rapport aan wie zij schuldig achten aan het staken van de wedstrijd. 3. De afdeling Competitiezaken stelt steeds vast of de door de scheidsrechter genomen maatregel juist is geweest of dat er sprake was van buitengewone omstandigheden. De afdeling Competitiezaken kan hiertoe verklaringen opvragen bij anderen. 4. Het team dat schuldig is verklaard aan het staken van de wedstrijd: a. verliest de wedstrijd met 2-0; b. krijgt een administratieve heffing. c. Een team dat zich in hetzelfde seizoen voor de tweede keer schuldig maakt aan het onder lid 1 gestelde, krijgt vier winstpunten in mindering en een administratieve heffing. d. Indien wordt vastgesteld dat beide teams schuldig zijn aan het staken, dan zijn de strafbepalingen in dit artikel op beide teams van toepassing. Artikel 6.13 Is door de aangewezen scheidsrechter op het aanvangstijdstip het veld vanwege het weer onbespeelbaar verklaard, dan gelden de vastgestelde bepalingen met betrekking tot het inhalen van wedstrijden. Artikel 6.14 a. Een vereniging die met een team aan de competitie deelneemt, is verplicht tot het einde toe de door de afdeling Competitiezaken vastgestelde wedstrijden te spelen. De Kolom is gerechtigd van deze verplichtingen dispensatie te verlenen onder oplegging van een administratieve heffing voor ieder team dat wordt teruggetrokken. Een verzoek tot dispensatie kan niet in behandeling worden genomen alvorens aan de financiële verplichting tegenover de KNBSB te hebben voldaan. b. Trekt een team zich tijdens de competitie terug, dan worden alle door dat team in het lopende seizoen gespeelde wedstrijden als niet gespeeld beschouwd. De desbetreffende vereniging blijft aansprakelijk voor alle kosten, voortvloeiende uit haar deelname aan de desbetreffende competitie. c. Trekt een team zich voor 1 januari van het betreffende jaar terug dan kan de Kolom een passende oplossing zoeken. d. Indien nodig kan de Kolom een team bij keuze handhaven. Artikel 6.15 Voor alle kampioenschappen, waar volgens het competitiesysteem om wordt gespeeld, gelden de volgende bepalingen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald: a. Alle teams in dezelfde competitieafdeling ontmoeten elkaar ten minste tweemaal; één keer uit en een keer thuis, tenzij de Kolom besluit daarvan af te wijken. 13

14 b. In de klassen waarvoor een dubbele competitie is vastgesteld, ontmoeten alle teams in dezelfde competitieafdeling elkaar viermaal; tweemaal uit en tweemaal thuis, tenzij de Kolom besluit daarvan af te wijken. c. Als de teams in een afdeling elkaar een even aantal malen ontmoeten, wordt de helft van het aantal wedstrijden thuis en de andere helft uit gespeeld. Als de teams elkaar een oneven aantal malen ontmoeten, worden over de gehele competitie gerekend het aantal thuis- en uitwedstrijden zoveel mogelijk gelijkelijk verdeeld. Voor de toepassing van laatstgenoemde bepaling gelden zogenaamde dubbelwedstrijden als twee wedstrijden (een dubbelwedstrijd is twee thuiswedstrijden voor de thuisspelende vereniging). d. Als een team haar terrein een lange tijd niet kan gebruiken, mag de competitieleider de thuiswedstrijden van dat team op een ander veld laten spelen zonder dat dit team recht heeft op compenserende thuiswedstrijden. e. Het team dat de wedstrijd wint, krijgt daarvoor twee punten, de verliezende partij krijgt geen punten. Bij een gelijkspel krijgt elke partij één punt. De rangschikking wordt bepaald door het aantal punten dat de deelnemende teams hebben behaald. f. 1. Wanneer twee of meer teams in aanmerking komen voor de hoogste, of dezelfde degradatieplaats in hun afdeling, doordat zij met een gelijk aantal punten zijn geëindigd, wordt tussen deze teams een halve competitie gespeeld, op neutraal terrein. Hetzelfde geldt, indien voor de overgang van lagere naar hogere klassen en omgekeerd andere plaatsen op de ranglijst van belang zijn en voor die plaatsen meer deelnemende teams in aanmerking komen. In bijzondere gevallen kan de Kolom bepalen, dat een dergelijke competitie op een bijzondere wijze wordt verspeeld, bijvoorbeeld in toernooivorm en met bijzondere bepalingen ten aanzien van onder meer het aantal innings of de speeltijd, ongeacht wat de spelregels hierover voorschrijven. 2. Wanneer bij de splitsing van klassen, waaronder ook wordt verstaan plaatsing voor kruisfinales en play-offs, teams gedurende het seizoen een gelijke positie in de rangschikking innemen, wordt de definitieve rangschikking bepaald door een beslissingswedstrijd op neutraal terrein. Indien meer dan twee teams gelijk zijn geëindigd wordt een halve competitie gespeeld op een door de afdeling Competitiezaken aan te wijzen terrein. g. Indien slechts één beslissingswedstrijd nodig is, wordt bij een gelijkspel de wedstrijd telkens met één inning verlengd totdat een beslissing is verkregen. Het negental dat in de eerste inning het eerst aan slag is geweest, gaat ook in de verlenging het eerst aan slag. Artikel 6.16 a. Kampioen van Nederland is die vereniging die in de Golden League aan het einde van de competitie de eerste plaats inneemt of de vereniging die winnaar is geworden van een extra te verspelen wedstrijdenreeks (play-offs / Back Door / Holland Series) zoals door de Kolom voor aanvang van het seizoen is vastgesteld. Wanneer in de Golden League twee of meer teams in aanmerking komen voor de hoogste dan wel dezelfde degradatieplaats, of enige andere van belang zijnde plaats, wordt tussen deze teams een halve competitie gespeeld op neutraal terrein. Deze regeling met betrekking tot play-offs / Holland Series wordt ten minste één maand voor de aanvang van de competitie bekend gemaakt door de Kolom. b. Aan de genoemde extra te verspelen wedstrijdenreeks (play-offs) zal worden deelgenomen door een door de Kolom te bepalen aantal verenigingen. De regeling voor de play-offs zal zoals bepaald in de eerste alinea van dit artikel ten minste één maand voor aanvang van de competitie worden bekend gemaakt door het Bondsbureau. Winnaar van een play-off is die vereniging die het eerst een door de Kolom te bepalen aantal wedstrijden heeft gewonnen. (Dit aantal dient eveneens ten minste één maand voor aanvang van de competitie bekend te worden gemaakt.) Tijdens play-offwedstrijden zullen alle wedstrijden worden beschouwd als beslissingswedstrijden in de zin van het hiervoor in artikel 6.15.g, bepaalde. Artikel 6.17 a. Voor alle competitiewedstrijden en eventuele bekerwedstrijden die op neutraal terrein moeten worden gespeeld, stelt de competitieleider vast op welk terrein. De competitieleider voert de onderhandelingen met de bezitter of gebruiker van deze terreinen. b. De vereniging waarmee de competitieleider is overeengekomen dat haar terrein als neutraal terrein gebruikt wordt voor het spelen van een beslissingswedstrijd, is verplicht dit terrein in de best speelbare staat te brengen en te houden en te zorgen voor honken, werpplaat en belijning. Dit alles ter beoordeling van de plaatscheidsrechter. De hieraan verbonden kosten zijn voor die gastvereniging. De deelnemende verenigingen zijn aansprakelijk voor slijtage van of beschadiging aan het terrein, kleedgelegenheden en overige voorzieningen, die niet in overeenstemming zijn met slijtage door normaal gebruik. Artikel 6.18 Indien de Kolom in overleg met de competitieleider besluit wedstrijden om de KNBSB-beker of enig andere bijzondere prijs te organiseren, geschiedt dit naast en buiten bezwaar van de normale competitie. Hiervoor worden dan door de Kolom bijzondere regels vastgesteld, die slechts in het desbetreffende jaar van kracht zijn. 14

15 Artikel 6.19 Als er geen official scorer is aangesteld, is: a. 1. De thuisspelende vereniging verplicht van elke door de competitieleider vastgestelde of goedgekeurde wedstrijd, waaronder begrepen oefenwedstrijden en toernooien waarvoor officials door de KNBSB waren aangewezen, een door de KNBSB te verstrekken wedstrijdformulier en scorekaart volledig in te vullen. Binnen 15 minuten na afloop van de wedstrijd legt de coach c.q. de aanvoerster van het team het volledig ingevulde en ondertekende wedstrijdformulier aan de plaatscheidsrechter voor ter ondertekening en stelt het daarna in aanwezigheid van die scheidsrechter de coach c.q. de aanvoerster van de tegenpartij ter hand. In geval van (extra) opmerkingen bij de eerste wedstrijd van een dubbel dient dit op het wedstrijdformulier te worden vastgelegd vóór het begin van de tweede wedstrijd. 2. De thuisspelende vereniging verplicht er zorg voor te dragen dat het bondsbureau binnen 2 x 24 uur over het wedstrijdformulier beschikt. b. Ook bij het niet doorgaan van een wedstrijd dient een wedstrijdformulier te worden opgemaakt en te worden voldaan aan het gestelde in lid a.2. c. Voor de invulling van het wedstrijdformulier bepaalt de KNBSB de regels. d. De vereniging die het wedstrijdformulier niet volledig of niet overeenkomstig de daarvoor gestelde regels heeft ingevuld, krijgt een administratieve heffing opgelegd. e. De thuisspelende vereniging is verplicht de uitslag van de vastgestelde wedstrijd binnen 30 minuten na afloop van de wedstrijd op de door de afdeling Competitiezaken bepaalde wijze door te geven, als deze taak niet aan de official scorer is opgedragen. Doet zij dit niet, dan wordt een administratieve heffing opgelegd. HOOFDSTUK 7 PROTESTEN Artikel 7.1 a. Indien naar de mening van één van beide teams, een scheidsrechter een spelregel onjuist heeft toegepast, kan de betrokken vereniging zich beroepen op het oordeel van de Protest Commissie Softbal. b. De protesterende vereniging, de tegenpartij en de scheidsrechter tegen wiens beslissing protest werd aangetekend, moeten uiterlijk binnen 15 minuten na afloop van de wedstrijd bijeen komen voor de schriftelijke afhandeling van het protest. Het geschilpunt wordt door de protesterende partij op het wedstrijdformulier vermeld. Als er een official bondsscorer is aangewezen, wordt het protest op de officiële scorekaart gemeld. De tegenpartij en de scheidsrechter tekenen het protest voor gezien. c. De protesterende vereniging, de tegenpartij en de scheidsrechter tegen wiens beslissing protest werd aangetekend, moeten een officieel KNBSB-protestformulier binnen 2 x 24 uur na afloop van de wedstrijd - volledig ingevuld - per post of langs elektronische weg naar de afdeling Competitiezaken sturen. Het protest wordt uitsluitend in behandeling genomen als het officiële KNBSB-protestformulier (of een kopie daarvan) wordt gebruikt. Indien op het protestformulier één van de punten met betrekking tot de administratieve afwikkeling met nee is beantwoord, moet een toelichting hierop worden gegeven. Artikel 7.2 a. De afdeling Competitiezaken beoordeelt in overleg met de voorzitter of door de protesterende vereniging aan het bepaalde in artikel 7.1 is voldaan, zonder daarbij het geschilpunt en de reden van het protest te betrekken. Bij verschil van mening beslist de commissie in zijn geheel. b. Het protest wordt niet ontvankelijk verklaard als wordt geoordeeld, dat aan de bepalingen van artikel 7.1 niet is voldaan. c. Een protest is ook niet ontvankelijk, als het tegen een waarneming door de scheidsrechter is gericht. Artikel 7.3 a. De voorzitter van de Protest Commissie Softbal heeft het recht te beoordelen of een lid van de commissie belanghebbende is en derhalve niet kan deelnemen aan de behandeling van het protest. b. Als de behandeling van het protest mondeling gebeurt, hebben de verenigingen die rechtstreeks bij het protest zijn betrokken, het recht zich door een gevolmachtigde te laten vertegenwoordigen. Gevolmachtigden moeten voor de aanvang van de behandeling een door twee bestuursleden van de betrokken vereniging ondertekende machtiging bij de voorzitter van de Protest Commissie Softbal indienen. Zij moeten de hele behandeling bijwonen en mogen geen opmerkingen maken of vragen stellen, tenzij de voorzitter hen daartoe de gelegenheid geeft. Zij moeten zich naar de aanwijzingen van de voorzitter gedragen. c. De Protest Commissie Softbal kan personen waarvan de getuigenis volgens haar van belang zou kunnen zijn, voor een juiste oordeelsvorming oproepen als getuige te verschijnen, respectievelijk opdragen door de Protest Commissie Softbal aan hen gestelde vragen schriftelijk of elektronisch te beantwoorden. Artikel 7.4 a. De Protest Commissie Softbal moet zo mogelijk omtrent elk protest een beslissing nemen binnen twee weken nadat het is ingestuurd. De commissie beslist tevens wat de gevolgen zijn ten aanzien van de wedstrijd. 15

16 b. De beslissing van de Protest Commissie Softbal wordt zo spoedig mogelijk in het officiële bondsorgaan gepubliceerd. Hierbij wordt vermeld op basis van welke spelregel of artikel van het Reglement van Wedstrijden de beslissing is gebaseerd. Daarbij wordt tevens vermeld welke leden van de Protest Commissie Softbal het desbetreffende protest hebben behandeld. c. De Protest Commissie Softbal stelt een schriftelijke uitspraak op. Afschriften worden aan de beide verenigingen en de scheidsrechters toegezonden. De secretaris van de spelregelcommissie ontvangt ook een afschrift van de uitspraak, tenzij het ingediende protest niet ontvankelijk is. Artikel 7.5 a. De kosten van het protest worden automatisch via de jaarlijkse eindafrekening bij de protesterende vereniging in rekening gebracht. b. Voor elk toegewezen protest worden de kosten niet aan de vereniging doorbelast. c. Voor elk afgewezen protest en voor elk niet ontvankelijk protest worden de kosten wel doorbelast aan de vereniging. d. Voor het bijwonen van een hoorzitting/mondelinge behandeling worden ten laste van de bondskas de reiskosten vergoed op basis van het geldende onbelast kilometertarief, gehanteerd door de belastingdienst, aan die personen die door de Protest Commissie Softbal zijn uitgenodigd. Dit geldt ook voor de eventuele gevolmachtigden van de niet protesterende vereniging, en indien het protest wordt toegewezen voor de gevolmachtigde van de protesterende vereniging. e. Indien een vereniging voor een te houden wedstrijd als gevolg van een toegewezen protest opnieuw reiskosten moet maken, zullen deze ten laste van de bondskas worden vergoed op basis van vervoer voor maximaal 16 personen (4 auto s op basis van het geldende onbelast kilometertarief, gehanteerd door de belastingdienst), te rekenen van de plaats van vestiging van de vereniging naar de locatie waar de wedstrijd wordt gespeeld. Artikel 7.6 a. Tegen de uitspraak van de Protest Commissie Softbal staat geen hoger beroep open. b. De Protest Commissie Softbal heeft het recht haar beslissing te herzien, als de commissie dit door nieuwe feiten noodzakelijk acht. HOOFDSTUK 8 U20 en U17 Algemeen Artikel 8.1 a. Indien de Kolom daartoe besluit worden er ten behoeve van de topsport jeugdcompetities ingesteld. b. 1. Aan een competitie voor U20 en/of U17 kunnen deelnemen: Teams die samengesteld mogen zijn met speelsters die spelend lid zijn van verschillende aangesloten verenigingen. Aanmelding voor en bevestiging van deelname aan deze competitie dient voorafgaande aan het competitiejaar voor een jaarlijks door de afdeling Competitiezaken vast te stellen datum aan de afdeling Competitiezaken gemeld te worden. 2. Ingeval van een open inschrijving kan een toetsingscommissie of de Kolom criteria vaststellen en toetsen of aan deze criteria voor deelname wordt voldaan. c. Er wordt gespeeld in overeenstemming met de laatst vastgestelde officiële spelregels en volgens de bepalingen van dit reglement voor zover hier in dit hoofdstuk 8 daar niet van wordt afgeweken. Leeftijden Artikel 8.2 a. U20: leeftijd 17, 18 en 19 jaar (peildatum 31 december) ; b. U17: leeftijd 14, 15 en 16 jaar (peildatum 31 december); c. Er geldt geen ondergrens voor de vastgestelde leeftijdsgrenzen. Dispensatie Artikel 8.3 Er is geen dispensatie mogelijk voor speelsters die ouder zijn dan de voor beide categorieën gestelde maximum leeftijd. Speelveld Artikel 8.4 Het speelveld in deze competities is gelijk aan het speelveld in de seniorencompetities, m.u.v.: Werpafstand U17. Die is meter. Knuppels Artikel 8.5 Er mag uitsluitend worden geslagen met knuppels die niet voorkomen op de meest recente ASA-lijst met afgekeurde knuppels. 16

17 Speelballen Artikel 8.6 a. Er wordt met een 12 inch bal gespeeld. b. In een wedstrijd moet altijd met een en dezelfde soort bal, die voldoet aan het gestelde in de spelregels softbal, worden gespeeld. Wedstrijden en wedstrijdduur Artikel 8.7 a. U20 Er worden twee wedstrijden aansluitend gespeeld, met een speelduur van zes innings per wedstrijd, met een maximum van 90 minuten (lopende inning uitspelen), met een pauze van maximaal 15 minuten tussen de wedstrijden. b. Een wedstrijd wordt als reglementair beëindigd beschouwd als minimaal vier volledige innings zijn gespeeld. Tenzij de run ahead rule van toepassing is. c. Indien een wedstrijd wordt gestaakt, is het een reglementaire wedstrijd: 1. indien vier volledige innings zijn gespeeld, tenzij de run ahead rule van toepassing is; 2. indien de thuisclub meer punten heeft gemaakt in drie of drie en een gedeelte van een halve inning, dan het bezoekende team heeft gemaakt in vier complete halve innings; 3. indien de thuisclub in haar helft van de vierde inning een of meer punten maakt waardoor de stand gelijk wordt. d. Indien elk team na 5 innings een gelijk aantal punten heeft gemaakt en er nog geen 90 minuten is gespeeld, wordt een tiebreak gespeeld. e. U17 Er worden twee wedstrijden aansluitend gespeeld met een speelduur van vijf innings (waarbij er per wedstrijd na 75 minuten geen nieuwe inning wordt begonnen) per wedstrijd, met een pauze van maximaal 15 minuten tussen de wedstrijden. f. Een wedstrijd wordt als reglementair beëindigd beschouwd als minimaal vier volledige innings zijn gespeeld. g. Indien een wedstrijd wordt gestaakt, is het een reglementaire wedstrijd: 1. indien vier volledige innings zijn gespeeld; 2. indien de thuisclub meer punten heeft gemaakt in drie of drie en een gedeelte van een halve inning, dan het bezoekende team heeft gemaakt in vier complete halve innings; 3. indien de thuisclub in haar helft van de vierde inning een of meer punten maakt waardoor de stand gelijk wordt. h. Indien elk team een gelijk aantal punten heeft gemaakt wanneer de wedstrijd reglementair wordt beëindigd, is het een gelijkspel. Bepalingen voor werpsters en achtervangsters Artikel 8.8 a. Speelsters tot en met 15 jaar: 1. Een werpster mag nooit meer dan zes innings werpen op één dag. 2. Een achtervangster mag nooit meer dan zes innings vangen op één dag. b. Speelsters van 16 jaar en ouder: 1. Een werpster mag nooit meer dan zeven innings werpen op één dag. 2. Een achtervangster mag nooit meer dan zeven innings vangen op één dag. c. Een uit telt voor 1/3 inning. Bescherming van speelsters Artikel 8.9 Voor de Topsport Jeugdcompetities zijn schoenen met metalen spikes of metalen noppen verboden. Protesten Artikel 8.10 Protesten zijn niet mogelijk. HOOFDSTUK 9 OPLEIDINGSVERGOEDINGEN Artikel 9.1 a. 1. Opleidingsvergoedingen dienen ter bestrijding van kosten voor het opleiden van speelsters door een Nederlandse vereniging, welke speelster door een andere Nederlandse vereniging is gaan uitkomen en daarbij heeft gespeeld in de competitie van de DNSL (eenmaal is bindend). 2. De opleidingsvergoeding is niet van toepassing op Europacupwedstrijden. b. De vergoeding wordt betaald voor speelsters die op het niveau van de DNSL zijn gaan spelen, aan die vereniging(en) waar zij in de vijf jaar direct voorafgaand aan het spelen op het niveau van de DNSL hebben gespeeld (dus zijn opgeleid). 17

18 Uitzondering: voor speelsters die op het niveau van de DNSL zijn gaan spelen in het jaar dat zij 23 worden, wordt de vergoeding slechts betaald over de drie jaar direct voorafgaand aan het jaar dat zij op het niveau van de DNSL hebben gespeeld. c. De vergoeding wordt uitsluitend betaald voor speelsters die in het kalenderjaar dat zij op DNSL-niveau zijn gaan spelen, 23 jaar worden of jonger zijn, m.a.w.: als een speelster in een bepaald kalenderjaar 24 jaar wordt, hoeft voor haar geen opleidingsvergoeding meer te worden betaald, dus ook niet voor de jaren dat zij jonger dan 24 was. d. Als een speelster direct voorafgaand aan het spelen op DNSL-niveau minder dan vijf jaar voor die andere vereniging heeft gespeeld, dan wel voor meer dan een andere vereniging heeft gespeeld, wordt de vergoeding berekend over minder dan vijf jaar, of wordt de vergoeding naar rato gespreid over meer verenigingen. e. De vergoeding bedraagt voor overschrijvingen: 1. voor softbal een jaarlijks op voorstel van de Kolom door de bondsraad nader vast te stellen bedrag per opgeleid jaar, waarbij elk opgeleid jaar als volgt gewaardeerd wordt: 2. naar leeftijd van betrokkene in het jaar dat de claim wordt ingediend: a. wordt de betreffende speelster in het betreffende jaar ouder dan 23 jaar: 0 procent b. wordt de speelsters in het betreffende jaar 23 jaar: 60 procent c. wordt de speelsters in het betreffende jaar 22 jaar: 80 procent d. wordt de speelsters in het betreffende jaar jonger dan 22 jaar: 100 procent 3. naar de leeftijd van betrokkene in het opleidingsjaar waarover wordt geclaimd: a. werd de speelsters in het betreffende jaar ouder dan 16 jaar: 100 procent b. werd de speelsters in het betreffende jaar 16 jaar: 80 procent c. werd de speelsters in het betreffende jaar 15 jaar: 80 procent d. werd de speelsters in het betreffende jaar jonger dan 15 jaar: 60 procent 4. naar het aantal jaren terug, waarover kan worden geclaimd: a. 5 jaar terug: 60 procent b. 4 jaar terug: 80 procent c. 3 jaar terug: 100 procent d. 2 jaar terug: 120 procent e. 1 jaar terug: 140 procent f. De vergoeding voor overschrijven is verschuldigd in twee termijnen volgens de navolgende bepalingen: a. Bij een claim over vijf jaar is de claim verschuldigd in twee termijnen, waarbij de eerste termijn berekend wordt over de drie verst verwijderde jaren en de tweede termijn berekend wordt over de twee laatste jaren; b. Bij een claim over vier jaar is de claim verschuldigd in twee termijnen, waarbij de eerste termijn berekend wordt over de twee verst verwijderde jaren en de tweede termijn berekend wordt over de twee laatste jaren; c. De eerste termijn is verschuldigd in het eerste jaar; de tweede termijn is, mits betrokkene in het tweede jaar nog gespeeld heeft op DNSL-niveau, verschuldigd in het tweede jaar. Gaat de betreffende speelsters na het eerste jaar bij een andere vereniging spelen, dan dient de nog niet betaalde vergoeding betaald te worden door de nieuwe vereniging. d. Bij een claim over 4 of 5 jaar geldt bij de betaling van de tweede termijn de waardering van het aantal jaren terug van de eerste termijn, als de speelster bij dezelfde vereniging is blijven spelen. Is de speelster in het tweede jaar naar een andere vereniging gegaan, dan begint het aantal jaren terug op nieuw te tellen. g. Als voor een speelster al over 5 jaar opleidingsvergoeding is betaald en zij gaat daarna over naar een andere vereniging, voordat of in het jaar dat zij 23 wordt, dan is nog steeds opleidingsvergoeding verschuldigd over de jaren direct voorafgaand aan de laatste overgang, waarover nog geen opleidingsvergoeding is betaald. In deze situatie wordt voor een speelster dus in totaal over meer dan vijf jaar opleidingsvergoeding betaald. h. De opleidingsvergoeding dient door de vereniging die de speelsters heeft opgeleid schriftelijk of langs elektronische weg te worden geclaimd bij de KNBSB en wel voor 1 december van het jaar dat de speelsters voor het eerst bij de betreffende vereniging in de DNSL heeft gespeeld. Het recht tot het ontvangen van een opleidingsvergoeding voor speelsters die op DNSL-niveau bij een andere vereniging zijn gaan spelen over de vijf jaren direct daaraan voorafgaand, vervalt zodra bovenstaande claim niet tijdig is ingediend. Bij een latere overgang naar een andere vereniging kunnen geen claims meer worden ingediend als gevolg van eerdere overschrijvingen. Is de opleidingsvergoeding verschuldigd in termijnen, dan moet de tweede termijn geclaimd worden voor 1 december van het volgende jaar. i. Over elk opleidingsjaar kan uiteraard maar éénmalig een claim worden ingediend. Verenigingen die een opleidingsvergoeding hebben betaald, kunnen, als de betreffende speelsters weer overgaat naar een andere vereniging, van die nieuwe vereniging geen terugbetaling verlangen van een eerder door de vereniging die wordt verlaten, betaalde opleidingsvergoeding. J. De KNBSB zorgt voor verrekening tussen de betrokken verenigingen, volgens de hierna volgende procedure: 1. de nota aan de te betalen vereniging, verhoogd met een jaarlijks door de bondsraad vast te stellen bedrag aan administratieve heffing ten gunste van de KNBSB, gaat uiterlijk twee weken na ontvangst van de claim uit; 2. de betalende vereniging betaalt binnen twee weken na datum van de nota; 3. de KNBSB betaalt de claimende vereniging binnen twee weken na ontvangst van het bedrag. Als een claim in twee termijnen wordt betaald, moet voor de tweede termijn opnieuw een claim worden ingediend. Bij een tweede termijnclaim 18

19 berekent de KNBSB alleen opnieuw administratiekosten als sprake is van een claim bij een nieuwe vereniging, dus als de speelsters na één jaar weer is overgegaan naar een andere vereniging (zie 5.b.3). k. Als een claim is ingediend en betaald, ontslaat dat de betalende vereniging niet van de verplichting om, uiteraard over andere opleidingsjaren, alsnog een opleidingsvergoeding te betalen aan andere verenigingen, mits deze hun claim tijdig bij de KNBSB hebben ingediend. Uiteraard kan elk opleidingsjaar maar één keer geclaimd worden. l. Als de vergoeding niet tijdig door de betalende vereniging wordt overgemaakt, neemt de KNBSB dezelfde sancties als vermeld in het Algemeen Reglement, voor in gebreke blijven van betaling van aan de KNBSB verschuldigde gelden. Overigens kunnen claimende verenigingen de KNBSB niet aansprakelijk stellen voor het in gebreke blijven van betaling door de vereniging die de opleidingsvergoeding verschuldigd is. Een in gebreke blijvende betalende vereniging kan in het volgende kalenderjaar niet deelnemen aan de DNSL, zolang er niet aan de verplichting is voldaan m. Het Bondsbestuur kan de opleidingsvergoeding buiten werking stellen in het competitiegedeelte van de GL en SL, dat wordt gespeeld in de periode dat de speelsters van de nationale teams niet beschikbaar zijn voor de clubs. n. Verwezen wordt naar de bijbehorende opgenomen tabellen A en B. TABEL A: Procenten per onderdeel (leeftijd claim/leeftijd opleidingsjaar/aantal jaren terug opgeleid). Men betaalt over leeftijd in opleidingsjaar Leeftijd claim >>>>> < /100/ /100/120 80/100/ /100/100 80/100/ /100/ /100/ /100/ /100/ /100/80 100/100/ /100/ /100/ /100/60 100/100/80 100/100/ /100/ /100/ /80/60 100/80/80 100/80/ /80/ /80/ /80/0 100/80/80 100/80/ /80/ /80/ /60/60 100/60/80 100/60/ /60/ /60/60 100/60/80 100/60/100 < /60/60 100/60/80 TABEL B: Te betalen percentage Men betaalt over leeftijd in opleidingsjaar Leeftijd claim >>>>> < < HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN Artikel 10.1 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Kolom. Artikel 10.2 De Kolom heeft de bevoegdheid in bijzondere gevallen ontheffing te verlenen van artikel 1.1 van dit reglement. Vastgesteld door het Kolomoverleg Softbal d.d. 23 maart 2015