Het Europese splitsingsarrest: terug bij af?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Europese splitsingsarrest: terug bij af?"

Transcriptie

1 Het Europese splitsingsarrest: terug bij af? mr. drs. J.E. Janssen en mr. W. Wolbers LLM * Annotatie bij de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 22 oktober 2013 (C-105/12, C-106/12, C-107/12) 1. Inleiding Op 22 oktober 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) op grond van art. 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) beslist op de verzoeken van de Hoge Raad om een prejudiciële beslissing in de procedures van de Staat der Nederlanden tegen (1) Essent N.V. en Essent Nederland B.V. (hierna tezamen: Essent) (C-105/12), (2) Eneco Holding N.V. (hierna: Eneco) (C-106/12) en (3) Delta N.V. (hierna: Delta) (C-107/12). Het arrest in deze drie gevoegde zaken wordt hierna aangeduid als het splitsingsarrest. 1 Het splitsingsarrest van de grote kamer van het Hof volgt ruim zes maanden na de conclusie van Advocaat-Generaal Jääskinen van 16 april De prejudiciële vragen zijn ingediend door de Hoge Raad bij arresten van 24 februari en luiden: I. Moet art. 345 VWEU aldus worden uitgelegd dat onder een regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten ook de regeling valt van het in deze zaak aan de orde zijnde absoluut privatiseringsverbod zoals is opgenomen in het Besluit aandelen netbeheerders in verbinding met art. 93 Elektriciteitswet 1998 en art. 85 Gaswet, inhoudende dat de aandelen in een netbeheerder uitsluitend binnen de kring van de overheid kunnen worden overgedragen? (hierna: de eerste prejudiciële vraag); II. Indien vraag I bevestigend wordt beantwoord, heeft dat dan tot gevolg dat de regels met betrekking tot het vrij verkeer van kapitaal niet van toepassing zijn op het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten, althans dat aan toetsing van het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten aan de regels met betrekking tot het vrij verkeer van kapitaal niet wordt toegekomen? (hierna: de tweede prejudiciële vraag); III. Zijn de mede aan de Won ten grondslag gelegde doelstellingen om door middel van het tegengaan van kruissubsidiëring in ruime zin (daaronder begrepen de strategische informatie-uitwisseling) transparantie op de energiemarkt te bewerken en concurrentieverstoring te voorkomen, zuiver economische belangen, of kunnen ze mede als belangen van niet-economische aard aangemerkt worden, in die zin dat ze onder omstandigheden als dwingende reden van algemeen belang een rechtvaardiging kunnen vormen voor een beperking van het vrij verkeer van kapitaal? (hierna: de derde prejudiciële vraag). Hierna zal eerst de juridische en feitelijke achtergrond worden geschetst bij het splitsingsarrest (paragraaf 2). Daarna zal worden ingegaan op achtereenvolgens de gecombineerde overwegingen en het antwoord van het Hof op de eerste en tweede prejudiciële vraag (paragraaf 3) en de derde prejudiciële vraag (paragraaf 4). Vervolgens zal (bondig) commentaar gegeven worden op het splitsingsarrest (paragraaf 4) en ten slotte vooruit worden geblikt naar het volgende bedrijf van deze saga (paragraaf 5). 2. Achtergrond Het splitsingsarrest ziet op de verenigbaarheid met het Europees recht, in het bijzonder de artt. 63 en 345 VWEU, van een nationale regeling die verbiedt: 1. dat aandelen van in Nederland actieve beheerders van elektriciteits- of gasdistributienetten aan particuliere investeerders worden verkocht (hierna: het privatiseringsverbod); 2. dat er eigendoms- of zeggenschapsverhoudingen zijn tussen vennootschappen van een groep waartoe een dergelijke distributiebeheerder behoort enerzijds, en vennootschappen van een groep waartoe een onderneming behoort die in Nederland elektriciteit of gas produceert, levert of daarin handelt anderzijds (hierna: het groepsverbod); en 3. dat een dergelijke beheerder en de groep waartoe hij behoort handelingen of activiteiten verricht die strijdig kunnen zijn met het beheer van het betrokken net (hierna: het verbod op nevenactiviteiten). Het privatiseringsverbod is opgenomen in de artt. 93 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet) en 85 van de Gaswet. De privatiseringsbepalingen in de E-wet en de Gaswet zijn onderwerp geweest van veel politiek gekrakeel en meermalen gewijzigd. 3 Ten tijde van de feiten die tot de hoofdgedingen hebben geleid verbood het privatiseringsverbod ver- * Jan Erik Janssen en Wilko Wolbers zijn advocaat bij Stek. Jan Erik is redacteur van dit blad en beide auteurs zijn co-auteur van de vaste rubriek wet- en regelgeving. De auteurs zijn advocaat van een aantal energiebedrijven, maar hebben dit artikel op persoonlijke titel geschreven. 1. Zie over het splitsingsarrest ook JOR 2013/334 met noot G.J. Vossestein en NJ 2014/21 met noot M.R. Mok. 2. Hoge Raad 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ9210 (Essent), BQ9212 (Eneco) en BQ9214 (Delta). Deze arresten zijn grotendeels identiek. Omdat alleen in het arrest met betrekking tot Essent ook wordt ingegaan op het verbod op nevenactiviteiten, wordt hierna bij verwijzingen naar overwegingen van de Hoge Raad verwezen naar de overwegingen uit het arrest met betrekking tot Essent. 3. Zie hierover J.E. Janssen, Privatisering Energiebedrijven (1): een chronologie, Tijdschrift Privatisering, 2001, nr. 2, p Nederlands Tijdschrift voor Energierecht Nr. 5/6 december 2013

2 Het Europese splitsingsarrest: terug bij af? vreemding buiten de kring van de overheid, 4 welke kring nader was uitgewerkt in het Besluit aandelen netbeheerders. 5 Met de inwerkingtreding van de Wet van 4 november 2010 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met het verankeren op het niveau van wet in formele zin van het verbod tot privatisering van netten en netbeheerders 6 heeft het privatiseringsverbod haar huidige vorm gekregen. De verankering van het privatiseringsverbod in de wet was ingegeven om de positie van de Staat in de lopende procedures zo sterk mogelijk te doen zijn. Het verbod op nevenactiviteiten is opgenomen in de artt. 17 E-wet en 10b Gaswet. Het verbod op nevenactiviteiten is in de E-wet en Gaswet opgenomen bij inwerkingtreding van de Wet onafhankelijk netbeheer (hierna: de Won). 7 Het groepsverbod is opgenomen in de artt. 10b E-wet en 2c Gaswet. Het groepsverbod is eveneens in de E-wet en Gaswet opgenomen bij inwerkingtreding van de Won, maar in eerste instantie buiten werking gelaten. Na wederom veel politieke onenigheid is het groepsverbod op 1 juli 2008 in werking getreden. 8 Op grond van het overgangsrecht bij de Won 9 hadden de geïntegreerde energiebedrijven Nuon, Essent, Eneco en Delta tot 1 januari 2011 de tijd om hun organisatie te splitsen in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf. Nuon en Essent hebben dat gedaan en het productie- en leveringsbedrijf in 2009 verkocht aan respectievelijk Vattenfall en RWE. 10 De netwerkbedrijven Alliander (voortgekomen uit Nuon) en Enexis (voorgekomen uit Essent) zijn nog in handen van Nederlandse provincies en gemeenten. Essent, Eneco en Delta hebben bij de rechtbank Den Haag een verklaring voor recht gevorderd dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door het groepsverbod in werking te laten treden en dat het groepsverbod in strijd is met het vrij verkeer van kapitaal (thans opgenomen in art. 63 VWEU), het vrij verkeer van vestiging (thans opgenomen in art. 49 VWEU) en art. 1 van het Eerste Protocol bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EP EVRM). Daarnaast heeft Essent een verklaring voor recht gevorderd dat het verbod op nevenactiviteiten, althans de leden 2, 3 en 4 van de artt. 17 E-wet en 10b Gaswet, eveneens in strijd zijn met genoemde bepalingen. Bij vonnissen van 11 maart 2009 heeft de rechtbank Den Haag deze vorderingen afgewezen. 11 De energiebedrijven zijn vervolgens met succes van dit vonnis in appèl gegaan. Bij arresten van 22 juni 2010 heeft het gerechtshof Den Haag voor recht verklaard dat de artt. 10b E-wet en 2c Gaswet, alsmede (in het arrest met betrekking tot Essent) de tweede, derde en vierde leden van de art. 17 E-wet en 10b Gaswet in strijd zijn met art. 63 VWEU en bijgevolg onverbindend zijn. 12 Deze arresten kwamen tijdig voor de hiervoor aangehaalde splitsingsdeadline van 1 januari Als gevolg hiervan zijn Eneco en Delta (nog) niet gesplitst. De Staat is tegen deze arresten in cassatie gegaan, hetgeen heeft geleid tot de hiervoor aangehaalde prejudiciële vragen waarop het Hof in het splitsingsarrest heeft beslist. 3. De eerste en tweede prejudiciële vraag: regeling van eigendomsrecht en het Europees recht Gezien het onderlinge verband tussen de eerste en tweede prejudiciële vraag beantwoordt het Hof deze vragen tezamen. Het Hof gaat eerst in op regelingen van eigendomsrecht, waar de eerste prejudiciële vraag op ziet. Art. 345 VWEU bepaalt: De Verdragen laten de regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet. Dit artikel behelst het beginsel dat het Europees recht neutraal staat tegenover regelingen van eigendomsrecht in lidstaten. Het Europees recht verzet zich dus niet tegen de nationalisering of privatisering van ondernemingen door lidstaten. 13 Het privatiseringsverbod verzet zich ertegen dat andere partijen dan de Staat aandelen van regionale netbeheerders in handen krijgen en omvat derhalve een regeling van het eigendomsrecht voor regionale netbeheerders. 14 Die regeling valt onder art. 345 VWEU. 15 De eerste prejudiciële vraag wordt daarmee door het Hof bevestigend beantwoord. Het Hof komt vervolgens aan bij de tweede prejudiciële vraag, te weten of een eigendomsregeling zoals bedoeld in art. 345 VWEU ertoe leidt dat de bepalingen omtrent vrij verkeer van kapitaal niet van toepassing zijn op die regeling. Die vraag beantwoordt het Hof ontkennend. Regelingen van eigendomsrecht ontsnappen niet aan de fundamentele regels van het VWEU, met name niet die inzake het discriminatieverbod, de vrijheid van vestiging en het vrije kapitaal- 4. De leden 2 en 3 van de artt. 93 E-wet en 85 Gaswet luidden: 2. Iedere wijziging met betrekking tot de eigendom van een net/gastransportnet of van de aandelen in een netbeheerder behoeft de instemming van Onze Minister. 3. Onze Minister onthoudt een krachtens het tweede lid vereiste instemming indien de in dat lid bedoelde wijziging met betrekking tot de eigendom van een net/gastransportnet ertoe zou leiden dat een natuurlijk persoon of een rechtspersoon buiten de kring van de overheid rechten op een net/gastransportnet zouden krijgen. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld waarin de kring van natuurlijke personen en rechtspersonen die behoren tot de overheid nader worden aangeduid. Deze ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp daarvan aan beide Kamers der Staten Generaal is overgelegd. 5. Besluit van 9 februari 2008, houdende regels omtrent het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van rechten op aandelen in een netbeheerder als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (Besluit aandelen netbeheerders), Stb. 2008, Stb. 2010, 759. Deze wet is op 17 november 2010 in werking getreden. Op dezelfde datum is het Besluit aandelen netbeheerders vervallen. 7. Stb. 2007, 13 en Stb. 2007, Stb. 2007/273 en Stb. 2008, Art. VIII van de Won. 10. Zie KamerstukkenII 2008/09, , nr. 72 en Kamerstukken II 2008/09, , nr. 78 voor de bespreking van de splitsingsplannen van respectievelijk Nuon en Essent. 11. Rechtbank s-gravenhage 11 maart 2009, ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5468 (Delta), BH5469 (Eneco) en BH5470 (Essent). 12. Gerechtshof s-gravenhage 22 juni 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM8494 (Delta), BH8495 (Eneco) en BH8496 (Essent). 13. Hof 15 juli 1964, Costa, zaak 6/64, Jur. 1964, p en Hof 8 november 2012, Commissie/Griekenland, zaak C-244/11, n.n.g., punt Art. 10b, tweede lid, E-wet en 2c, tweede lid, Gaswet vormen volgens het Hof een uitvloeisel van die regeling, zie splitsingsarrest, punt Splitsingsarrest, punten Nr. 5/6 december 2013 Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 275

3 Het Europese splitsingsarrest: terug bij af? verkeer. 16 Een regeling van eigendomsrecht mag dus geen ongerechtvaardigde inbreuk maken op het vrije kapitaalverkeer. 17 Het privatiseringsverbod (alsook het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten) moet derhalve wel degelijk aan de bepalingen omtrent het vrije kapitaalverkeer worden getoetst. Wat betreft deze toets geeft het Hof aan dat het privatiseringsverbod met zich brengt dat geen enkele particuliere investeerder aandelen of deelnemingen in het kapitaal van een Nederlandse regionale netbeheerder mag verwerven. 18 Dat levert een beperking van het vrije kapitaalverkeer op. Ten aanzien van het groepsverbod wijst het Hof erop dat dit verbod ervoor zorgt dat (i) een vennootschap uit een andere lidstaat die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een in Nederland handelende producent, leverancier of handelaar behoort, geen aandelen mag verwerven in een regionale netbeheerder 19 en (ii) een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een regionale netbeheerder behoort niet mag investeren in een in een andere lidstaat gevestigde onderneming die in Nederland actief is op het gebied van productie, levering of handel of in een groep waarvan een dergelijke onderneming deel uitmaakt. 20 Het groepsverbod beperkt daarmee eveneens het vrij verkeer van kapitaal. Tot slot is ook het verbod op nevenactiviteiten strijdig met het vrij verkeer van kapitaal, omdat als gevolg daarvan wordt uitgesloten dat vennootschappen van een groep waartoe een regionale netbeheerder behoort investeren in ondernemingen in andere sectoren dan netbeheer De derde prejudiciële vraag: gerechtvaardigde beperking van het vrij verkeer van kapitaal? Bij het beantwoorden van de derde prejudiciële vraag roept het Hof in herinnering dat beperkingen op het vrij verkeer van kapitaal alleen kunnen worden gerechtvaardigd door een in art. 65 VWEU genoemde reden of door dwingende vereisten van algemeen belang. Voor die laatste categorie rechtvaardigingen is van belang dat vereisten van zuiver economische aard geen dwingende vereisten van algemeen belang zijn die een beperking kunnen rechtvaardigen. 22 Bij zijn beoordeling maakt het Hof onderscheid tussen het privatiseringsverbod enerzijds, en het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten anderzijds. Wat betreft het privatiseringsverbod merkt het Hof op dat voor de beoordeling of de beperking is ingegeven door dwingende vereisten van algemeen belang rekening gehouden moet worden met het onderliggende belang dat de wetgever heeft willen dienen met zijn keuze tussen overheids- of particuliere eigendom van de beheerder van het elektriciteits- of gasdistributienet. 23 Aan de hand van de onderliggende redenen voor de gekozen regeling moet de nationale rechter beoordelen of het privatiseringsverbod gerechtvaardigd kan worden. 24 De parallel met de zaak Commissie/Portugal, 25 een van de golden shares-zaken, wijst het Hof van de hand aangezien in die zaak sprake was van een geprivatiseerde onderneming waarin de overheid haar doorslaggevende stem wilde behouden, terwijl elke vorm van privatisering van regionale netbeheerders in zijn geheel wordt voorkomen met het privatiseringsverbod. 26 Vervolgens komt het Hof toe aan het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten. Het Hof gaat eerst in op de voorwaarde dat met beide verboden is beoogd de onvervalste mededinging te verzekeren. Het Hof stelt in punt 58 vast dat de deze doelstelling ook ten grondslag ligt aan het VWEU zulks om uiteindelijk de consument te beschermen. Het Hof stelt vervolgens vast dat volgens vaste rechtspraak consumentenbescherming een dwingend vereiste van algemeen belang is. Het Hof merkt ten tweede op dat de doelstelling van de verboden om de zekerheid van de energievoorziening te waarborgen, [ ] een dwingend vereiste van algemeen belang is. 27 Dit is vaste rechtspraak. 28 Tot slot geeft het Hof aan dat ondanks het feit dat het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten niet zijn voorgeschreven door de interne marktrichtlijnen uit het tweede energiepakket 29 (en evenmin door de interne marktrichtlijnen uit het derde energiepakket), de Staat met deze verboden wel de door het tweede pakket beoogde doelstellingen heeft nagestreefd van een open en transparante markt, nietdiscriminatoire en transparante toegang tot het net en eerlijke concurrentie. 30 Aldus concludeert het Hof dat de door de Hoge Raad genoemde doelstellingen zijn aan te merken als dwingende vereisten van algemeen belang en in beginsel de beperkingen van het vrij kapitaal verkeer kunnen rechtvaardigen. 31 Het Hof memoreert echter dat voor een gerechtvaardigde beperking van het vrije kapitaalverkeer deze beperkingen (i) geschikt dienen te zijn om de doelstellingen te bereiken en (ii) niet verder mogen gaan dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen. 32 Hierover laat het Hof zich niet uit. Het is derhalve aan de Hoge Raad om na te gaan of ook aan deze twee punten is voldaan. 5. Commentaar Dat het Europees recht een regeling van eigendom zoals het Nederlandse privatiseringsverbod onverlet laat, betekent volgens het Hof niet dat die regeling wordt uitgezonderd van toetsing aan de vrij verkeersbepalingen. De stelling 16. Idem, punt 36, met verwijzing naar vaste rechtspraak. 17. Het Hof verwijst naar analogie naar Hof 21 december 2011, Commissie/Polen, zaak C-271/09, n.n.g., punt Splitsingsarrest, punt Idem, punt Idem, punt Idem, punt Hof 16 januari 2003, Commissie/Italië, zaak C-388/01, Jur I-721, punt 22 en Hof 17 maart 2005, Kranemann, zaak C-109/04, Jur. 2005, I-2421, punt Splitsingsarrest, punt Idem, punten 55 en Hof 8 juli 2010, Commissie/Portugal, zaak C-171/08, Jur I Zie ook H.H.B. Vedder, Een streep door de splitsingswet?, NTE 2010, nr. 3/4, p Zie in gelijke zin Hoge Raad 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ9210, r.o Splitsingsarrest, punt Hof 10 juli 1984, Campus Oil, zaak 72/83, Jur , punt 34 en 35, Hof 4 juni 2002, Commissie/België, zaak C-503/99, Jur I-4809, punt 46 en Hof 2 juni 2005, Commissie/Italië, zaak C-174/04, Jur I-4933, punt Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor deinterne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn96/92/EG, PbEU 2003, L 176/37; Richtlijn 2003/55/EG betreffendegemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG, PbEU 2003, L 176/ Splitsingsarrest, punten Idem, punten 66 en Idem, punt Nederlands Tijdschrift voor Energierecht Nr. 5/6 december 2013

4 Het Europese splitsingsarrest: terug bij af? van de Staat dat van een beperking van het vrije kapitaalverkeer geen sprake is omdat in het geval de overheid er bewust voor kiest een onderneming niet te privatiseren er geen sprake kan zijn van vrij kapitaalverkeer gaat dus niet op. 33 De toenmalige minister van Economische Zaken Brinkhorst verwoordde het standpunt van de Staat aldus: Artikel [63, eerste lid, VWEU] wordt wel relevant zodra tot privatisering van de aandelen in een netbeheerder wordt overgegaan. De eigendom van de aandelen treedt dan uit de werkingssfeer van artikel [345 VWEU] en binnen de werkingssfeer van artikel [63 VWEU], omdat zij verhandelbaar worden op een markt waar ook commerciële investeerders actief zijn. 34 Gezien de door het Hof in punt 36 van het splitsingsarrest aangehaalde vaste rechtspraak is het geen grote verrassing dat deze stelling sneuvelt. De Raad van State heeft de minister ook op een deel van deze rechtspraak gewezen, 35 maar de minister niet op andere gedachten kunnen brengen. 36 Het verbaast al helemaal niet dat het privatiseringsverbod, het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten worden aangemerkt als beperkingen van het vrij verkeer van kapitaal. 37 Voldoende is dat de betreffende maatregelen ervoor (kunnen) zorgen dat ondernemers uit andere lidstaten, of andersom, ingezeten ondernemers worden ontmoedigd om te investeren. 38 Dat sprake is van beperkingen van het vrij verkeer van kapitaal is onder meer door de Raad van State al gesignaleerd 39 en wordt, in meer of mindere mate, ook door de Staat erkend. De toenmalige minister van Economische Zaken vervolgde het hiervoor aangehaalde citaat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor de Won aldus: Preluderend op een toetsing van alle randvoorwaarden waaronder de privatisering plaatsvindt, kan ik in ieder geval aangeven dat een verbod zoals vastgelegd in dit wetsvoorstel inderdaad daadwerkelijk of potentieel een belemmering kan vormen voor het vrij verkeer van kapitaal wanneer privatisering van de netbeheerder mogelijk wordt. Een dergelijke belemmering kan alleen worden gerechtvaardigd indien er sprake is van een maatregel die non-discriminatoir wordt toegepast, een dwingende reden van algemeen (nieteconomisch) belang nastreeft en proportioneel is met het oog op het nagestreefde doel. 40 In dit citaat komt tot uitdrukking dat niet alle beperkingen van het vrij verkeer van kapitaal verboden zijn. Uitzonderingen gelden voor beperkingen met het oog op de openbare orde of de openbare veiligheid zoals bedoeld in art. 65, eerste lid, VWEU en voor dwingende vereisten van algemeen belang. Die laatste categorie uitzonderingen speelt in het splitsingsarrest. Het Hof zit daarbij vast aan de formulering van de derde prejudiciële vraag, die enkel betrekking heeft op de doelstellingen van het tegengaan van kruissubsidiëring, het bewerkstelligen van transparantie en het voorkomen van concurrentieverstoring op de energiemarkt. Daardoor kan het Hof geen rekening houden met de door de Staat aangevoerde niet-economische belangen, waaronder het beschermen van afnemers, het garanderen van de leveringszekerheid en het belang dat de netbeheerders zich op hun exclusieve publieke taken concentreren. 41 Interessant is wat ons betreft het gemak waarmee het Hof aanneemt dat sprake is van dwingende vereisten van algemeen belang. Het is vaste rechtspraak dat zuiver economische doelstellingen geen dwingende vereisten van algemeen belang zijn die een beperking van het vrije kapitaalverkeer kunnen rechtvaardigen. 42 Zo is in de rechtspraak van het Hof vastgesteld dat het in algemene zin versterken van de mededingingsstructuur op de (nationale) energiemarkt geen dwingend vereiste van algemeen belang oplevert waarmee een beperking op het vrije kapitaalverkeer kan worden gerechtvaardigd. 43 Van een gerechtvaardigde beperking kan wel sprake zijn wanneer de beperking is ingegeven door economische belangen die een doelstelling van algemeen belang nastreven. 44 In navolging van Advocaat-Generaal Jääskinen wijst het Hof in punt 52 van het splitsingsarrest op dit leerstuk. De reikwijdte van dit leerstuk is evenwel nog niet uitgekristalliseerd. 45 In het licht van het Europese streven naar een interne energiemarkt verbaast het wellicht niet dat het Hof relatief makkelijk aanneemt dat de aangevoerde doelstellingen van het tegengaan van kruissubsidiëring, het bewerkstelligen van transparantie en het voorkomen van concurrentieverstoring op de energiemarkt, dwingende vereisten van algemeen belang zijn. Wanneer echter kritisch wordt gekeken naar deze drie doelstellingen dan valt op dat het overkoepelende doel daarvan is het bijdragen aan de onvervalste mededinging op de Nederlandse energiemarkt. Die doelstelling heeft het Hof tot voor kort altijd afgedaan als een doelstelling van zuiver economisch belang die een beperking op het vrije kapitaalverkeer niet kan rechtvaardigen. 46 Naar ons idee merkt Advocaat-Generaal Jääskinen in zijn conclusie dan ook terecht op dat de aangevoerde doelstellingen op het eerste gezicht motieven van economische aard zijn. 47 De cirkelredenering van het Hof dat de mededinging wordt beschermd om uiteindelijk de consument te beschermen en dat consumentenbescherming een dwingend vereiste van algemeen belang is overtuigt ons niet. Deze vorm van indirecte consu- 33. Zie Hoge Raad 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ9210, r.o en , sub a. 34. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 4, p. 10 en de aldaar in voetnoot 1 aangehaalde rechtspraak. 36. Idem, p Vgl. CBb 2 oktober 2002, ECLI:NL:CBB:2002:AF0365, r.o Zie bijvoorbeeld Hof 23 februari 2006, Erven van Hilten, zaak C-513/03, Jur I-1957, punt Kamerstukken II 2004/05, , nr. 4, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Zie in gelijke zin de conclusie van de Advocaat-Generaal bij het splitsingsarrest, punt Hof 8 juli 2010, Commissie/Portugal, zaak C-171/08, Jur I-6817, punt 71 en Hof 15 april 2010, CIBA, Jur I-2911, punt Hof 2 juni 2005, Commissie/Italië, zaak C-174/04, Jur I-4933, punten Zie bijvoorbeeld Hof 11 september 2008, Commissie/ Duitsland, zaak C-141/07, Jur I-6935, punt De Advocaat-Generaal verwijst in voetnoot 44 van zijn conclusie bij het splitsingsarrest voor een poging tot rationalisering van deze versoepelingen op J. Snell, Economic Aims as Justification for Restrictions on Free Movement, in: Rule of reason: rethinking another classic of European legal doctrine, uitg, A. Schrauwen, Groningen, Europa Law Publishing, Hof 2 juni 2005, Commissie/Italië, zaak C-174/04, Jur I-4933, punt 37 en Hof4 juni 2002, Commissie/Portugal, zaak C-367/98, Jur I-4731, punt Conclusie van de Advocaat-Generaal bij het splitsingsarrest, punt 84. Nr. 5/6 december 2013 Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 277

5 Het Europese splitsingsarrest: terug bij af? mentenbescherming heeft het Hof tot op heden nooit eerder als rechtvaardiging beschouwd, ook niet in de zaken waarnaar het Hof in punt 58 van het splitsingsarrest verwijst. Naar ons idee zou hier ook een parallel getrokken kunnen worden met het (Europees) mededingingsrecht. Ook op basis van deze parallel overtuigt de redenering van het Hof ons niet. Het (Europees) mededingingsrecht strekt er immers toe de marktstructuur en de mededingingsvoorwaarden op de markt als zodanig te beschermen. Onvervalste mededinging is dus een doel op zich en consumentenbescherming staat daarbij niet voorop Hoe verder? Dat het Hof vaststelt dat de aangevoerde doelstellingen als dwingende vereisten van algemeen belang geschikt kunnen zijn om een beperking van het vrije kapitaalverkeer te rechtvaardigen, betekent nog niet dat de beperkingen ook zijn toegestaan. Daartoe is, zoals hiervoor opgemerkt, vereist dat de beperkingen ook (i) concreet geschikt zijn om de doelstellingen te bereiken en (ii) niet verder gaan dan noodzakelijk is voor verwezenlijking van die doelstellingen. 49 Over deze toets laat het Hof zich in het splitsingsarrest niet uit. De bal ligt op dit moment weer bij de Hoge Raad. Of de Hoge Raad de zaak zelf afdoet of dat de zaak, wellicht mede omdat een toetsing aan onder meer art. 1 EP EVRM nog niet heeft plaatsgevonden, terugverwijst naar een gerechtshof moet worden afgewacht. In ieder geval zal een Nederlandse rechterlijke instantie moeten toetsen of de beperkingen van het vrij verkeer ook daadwerkelijk geschikt zijn om de doelstellingen van de Won te bereiken en of deze doelstellingen niet op een minder ingrijpende manier bereikt kunnen worden. Precies op deze punten hebben de Raad van State 50 en het gerechtshof Den Haag 51 zich eerder al (zeer) kritisch uitgelaten. 52 Ook uit recent onderzoek dat Delta heeft laten verrichten blijkt de noodzaak van splitsing niet. Daarin wordt betoogd dat splitsing niet heeft geleid tot een toename van de concurrentie en leveringszekerheid op de Nederlandse energiemarkt. 53 Illustratief is ook dat Nieuw-Zeeland, het enige andere land waar tot nu toe een verplichte eigendomssplitsing op distributieniveau is doorgevoerd, een groot deel van deze regelgeving heeft teruggedraaid. De reden daarvoor is dat de gestelde doelstellingen, i.e. een toename van concurrentie op de energiemarkt, niet zouden zijn bereikt. 54 De toenmalige minister van Economische Zaken Brinkhorst heeft in het verleden alternatieven voor de gedwongen splitsing van de hand gewezen vanwege een vermeende toename van de regeldruk en toezichtsinspanningen. 55 Anderzijds heeft de (voorloper van de) Autoriteit Consument en Markt de benodigde toezichtsinspanningen sterk gerelativeerd 56 en heeft de wetgever grotendeels dezelfde publieke belangen al met de aan de Won voorafgaande Implementatie- en Interventiewet 57 geprobeerd te borgen. 58 Aan de geschiktheid en met name de noodzakelijkheid van de in het geschil zijnde aanvullende beperkingen kan naar ons idee dan ook worden getwijfeld. Van een gelopen race lijkt dus nog geen sprake en in zoverre zijn alle partijen tien jaar nadat de minister zijn splitsingsplannen ontvouwde weer terug bij af. 59 Dat is een opmerkelijke en, gezien de ontwikkelingen op de energiemarkten in het laatste decennium en de uitdagingen waarvoor de sector zich geplaatst weet, 60 tevens nogal treurige constatering. 48. Zie bijvoorbeeld Hof 6 oktober 2009, GlaxoSmithKline/ Commissie, gevoegde zaken C-501/06P, C-513/06P, C-515/06P en C-519/06P, Jur I-9291 en Hof 4 juni 2009, T-mobile e.a., zaak C-8/08, Jur I Zie ook het nieuwe art. 2, vijfde lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt: De werkzaamheden van de Autoriteit Consument en Markt hebben tot doel het bevorderen van goed functionerende markten, van ordelijke en transparante marktprocessen en van een zorgvuldige behandeling van consumenten. Zij bewaakt, bevordert en beschermt daartoe een effectieve concurrentie en een gelijk speelveld op markten en neemt belemmeringen daarvoor weg. Zie ook de toelichting bij het amendement (Kamerstukken II 2013/14, , nr. 12) waarmee dit artikel is ingevoerd: De indiener maakt zich zorgen over de rol van de gefuseerde marktmeester. In tegenstelling tot zijn Europese pendant heeft de Nederlandse ACM in zijn missie-statement expliciet opgenomen dat welvaart van consumenten het ultieme doel van de fusieautoriteit is. De indiener wil expliciet duidelijk maken dat het lange termijn doel welvaart vergroten voor de Nederlandse samenleving vooral wordt bereikt via goed functionerende markten. Daartoe voegt hij een zin toe aan artikel 2, vijfde lid, dat het doel van de werkzaamheden van de ACM beschrijft. Deze zin is gebaseerd op het missie statement van het Europese DG Competition: het beschermen van concurrentie en een competitief klimaat. 49. Splitsingsarrest, punt 67 en de daarin aangehaalde rechtspraak. Zie ook Hof 8 juli 2010, Commissie/Portugal, zaak C-171/08, Jur I-6817, punt Kamerstukken II 2004/06, , nr Gerechtshof 22 juni 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM8494, BM8495 en BM Ook in de literatuur is getwijfeld aan de toelaatbaarheid van het privatiseringsverbod, het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten. Zie bijvoorbeeld H.H.B. Vedder, Een streep door de splitsingswet?, NTE 2010, nr. 3/4, p. 185; M.M. Slotboom en A. ter Heegde, Slaagt het splitsingsvoorstel voor de Europeesrechtelijke toets?, NTE 2005, nr. 6, p ; en L. Hancher en J.E. Janssen, Uitzonderingspositie energienetten in strijd met EUrecht, Prospect, april 2004, p Zie PricewaterhouseCoopers, Splitsing in de energiesector: een verdeeld of onverdeeld succes?, in opdracht van Delta, vindplaats: media/rapport_splitsing_in_de_energiesector.pdf. 54. Idem, p. 22. Zie ook B. Dessing, D. Helmer, R. Sitompoel en P. Nillesen, Verticale splitsing in de energiesector, Economisch Statistische Berichten 2013, nr & 4675, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p NMa, rapportnummer /23 van 4 juni 2007, Onderzoeksrapport inzake publiek en onafhankelijk netbeheer, vindplaats: en als bijlage bij Kamerstukken II 2006/07, , nr Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer, Stb. 2004, Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Kamerstukken II 2003/04, , nr Zie SEO Economisch Onderzoek, Energiebeleid in onbalans, in opdracht van Eneco, vindplaats: uploads/media/ _energiebeleid_in_onbalans.pdf. 278 Nederlands Tijdschrift voor Energierecht Nr. 5/6 december 2013

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03852 DV/AK. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03852 DV/AK. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van: Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03852 DV/AK Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: DE STAAT DER NEDERLANDEN, zetelende te 's-gravenhage, EISER tot cassatie, advocaat: mr. J.W.H. van

Nadere informatie

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd schap eming Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd Inleiding Op 21 november 2006 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (de E-wet) en van de

Nadere informatie

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03851 DV/AS. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03851 DV/AS. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van: Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03851 DV/AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: DE STAAT DER NEDERLANDEN, zetelende te 's-gravenhage, EISER tot cassatie, advocaat: mr. J.W.H. van

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet; CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Energiebedrijven en de noodzaak van zorgvuldige wetgeving

Energiebedrijven en de noodzaak van zorgvuldige wetgeving Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd schap eming Energiebedrijven en de noodzaak van zorgvuldige wetgeving Inleiding De meest recente wijzigingen van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 335 Besluit van 12 juli 2012, houdende regels ten uitvoering van de implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Betreft: consultatieverzoek naar aanleiding

Nadere informatie

CONCEPT. Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1

CONCEPT. Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 CONCEPT Besluit van, houdende regels omtrent het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van rechten op aandelen in een netbeheerder als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998 en in de Gaswet

Nadere informatie

Alliander DGO, Hoom etc.) De wetstekst bleek onvoldoende duidelijk om deze ontwikkeling een halt toe te roepen.

Alliander DGO, Hoom etc.) De wetstekst bleek onvoldoende duidelijk om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. WAAROM WET VET? In 2006 is de Wet onafhankelijk netbeheer, (ook wel de splitsingswet genoemd) aangenomen die geleid heeft tot een wijziging van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Deze wetswijziging verplichtte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 212 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden '" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Startnotitie. Procedure vervreemding aandelen Essent. 1 Context

Startnotitie. Procedure vervreemding aandelen Essent. 1 Context Startnotitie 1 Context Op 1 juli 2008 is het groepsverbod uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in werking getreden. Als gevolg daarvan dient het beheer en eigendom van energienetwerken en de productie

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374 POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Economische Zaken

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energiemarkt

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 560 Voorstel van wet van het lid Smaling tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet teneinde het groepsverbod niet voor regionale

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

No.W10.05.0095/II 's-gravenhage, 17 juni 2005

No.W10.05.0095/II 's-gravenhage, 17 juni 2005 ................................................................................... No.W10.05.0095/II 's-gravenhage, 17 juni 2005 Bij Kabinetsmissive van 24 maart 2005, no.05.001059, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 22 oktober 2013 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 22 oktober 2013 * ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 22 oktober 2013 * Prejudiciële verwijzing Vrij verkeer van kapitaal Artikel 63 VWEU Regelingen van het eigendomsrecht Artikel 345 VWEU Beheerders van elektriciteits- of

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015. artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2015 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 419 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de uitbreiding van de nationaliteitseis voor benoeming tot notaris tot personen met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. wijziging van de Mededingingswet in verband met wijziging van de bepalingen over markt en overheid en wijzigingen in het concentratietoezicht, en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet

Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Nalevingsverslag van het reglement discriminerende handelingen verslagjaar 2016 artikel 11b lid 3 Elektriciteitswet artikel 3c lid 3 Gaswet Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie en Processen...

Nadere informatie

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~. : esluit Ons kenmerk: ACM/DM/2017/201292 Zaaknummer: 16.1098.51 Bijlagen: Juridisch kader, inventarislijsten en bijlagen getoetst op grond van artikel 10 Wob Onderwerp: op uw verzoek om openbaarmaking

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 1. Deze zaak draait om de vraag of het zonder toestemming van de merkhouder weghalen van een merk van een product, het zogenaamde debranding,

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Vertaling C-386/14-1 Zaak C-386/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 augustus 2014 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Openbaar

BESLUIT. Openbaar. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104043_2/17; 104043_4/18 Betreft zaak: 104043_2 en 104043_4 / besluit op bezwaar tariefbesluit elektriciteit 2012 Besluit van de Raad van Bestuur van de

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding Toelichting I. Algemeen 1. Inleiding Aanleiding voor deze regeling is de wet van 21 juni 2001 houdende wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) (Stb. 346) die op 8 mei 2002 in

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt: Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus 16326 2500 BH Den Haag Almere, 25 februari 2014 Betreft : Zienswijze Media Park Enterprise B.V. m.b.t. Ontwerpbesluit Ontheffingaanvraag elektriciteitsnet

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 934 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Vertaling C-593/13-1 Zaak C-593/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2013 Verwijzende rechter: Consiglio di Stato (Italië)

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL I Vergaderjaar 2010-2011 32 339 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de Minister van Justitie DATUM 2

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/3/11 (Executive) ARRÊT du 29 juin 2006 En cause : S.A. D'IETEREN contre BUREAU BENELUX DES MARQUES Langue de la procédure: le français ARREST van 29 juni 2006

Nadere informatie