Auteur. Onderwerp. Datum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur. Onderwerp. Datum"

Transcriptie

1 Auteur Steven Brouwers Echtscheiding door onderlinge toestemming Onderwerp Echtscheiding door onderlinge toestemming. IPR-aspecten Datum 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2012 M&D SEMINARS Eikelstraat De Pinte T F info@mdseminars.be

2 echtscheiding_toestemming.book Page 201 Monday, November 21, :39 AM 201 HOOFDSTUK VI IPR-aspecten AFDELING 1 Echtscheiding 250. Het Wetboek IPR bepaalt in artikel 2 het algemene principe dat nationale bevoegdheidsregels met internationale draagkracht overruled worden door bevoegdheidsregels uitgevaardigd door supranationale instanties 374. Deze bepaling is niet nieuw maar herhaalt slechts wel bekende beginselen, te weten enerzijds de voorrang van de internationale rechtsinstrumenten op het nationale recht en anderzijds de toepassing van het adagium lex specialis generalibus derogat (de afwijkende bijzondere wet heeft voorrang op de algemene wetten) 375. Eerst zal dus steeds het Europese recht worden behandeld, vervolgens het interne recht. 1. De bevoegdheid A. Europees recht 1. De procedure ten gronde 251. De Brussel IIbis Verordening 376 is vanaf 1 maart 2005 van kracht en vervangt verordening 1347/ De verordening regelt maar een gedeelte van het familierecht. Zij bevat enkel regels over de internationale bevoegdheid en over de erkenning en 374 Memorie van toelichting bij het voorstel van wet. Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 3-27/1, 25; J. ERAUW en M. FALLON, De nieuwe wet op het international privaatrecht. Wet van 16 juli 2004, Mechelen, Kluwer, 2004, Circulaire van 23 september 2004 betreffende de aspecten van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht die betrekking hebben op het personeelsstatuut, B.S. 28 september 2004 (tweede editie), Verord. Raad (EG) nr. 2201/2003, 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verord. (EG) nr. 1347/2000, PB. L. 23 december 2003, afl. 338, 1.

3 echtscheiding_toestemming.book Page 202 Monday, November 21, :39 AM 202 Echtscheiding door onderlinge toestemming tenuitvoerlegging inzake de echtscheiding, scheiding van tafel en bed, nietigverklaring van het huwelijk en de ouderlijke verantwoordelijkheid. Zij heeft alleen betrekking op vorderingen ingesteld na 1 maart 2005 m.b.t. procedures betreffende echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk, maar niet op aanverwante vorderingen zoals betwistingen inzake huwelijksvermogensrecht, alimentatieverplichtingen, vraagstukken m.b.t. de schuld van de echtgenoten en andere accessoire vorderingen zoals het recht op de naam De verordening duidt de bevoegde rechtbanken van de lidstaten 379 aan, die kennis mogen nemen van voormelde betwistingen (art. 3). Dit is de rechtbank van de lidstaat van: (a) het grondgebied waarvan: de echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben, of zich de laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten bevindt indien een van hen daar nog verblijft; of de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft; of in geval van een gemeenschappelijk verzoek 380, zich de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten bevindt; of zich de gewone verblijfplaats van de verzoeker bevindt indien hij daar sedert ten minste één jaar onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek verblijft; of zich de gewone verblijfplaats van de verzoeker bevindt indien hij daar sedert ten minste zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek verblijft, en hetzij onderdaan van de betrokken lidstaat is, hetzij, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, daar zijn woonplaats heeft; 377 Verord. (EG) nr. 1347/2000, 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen, PB. L. 30 juni 2000, afl. 160, 19-29; V. VAN DEN EECKHOUT, Europees echtscheiden. Bevoegdheid en erkenning van beslissingen op basis van de EG Verordening 1347/2000 van 29 mei 2000 in H. VAN HOUTTE en M. PERTEGÀS SENDER (eds.), Het Nieuwe Europese IPR, van verdrag naar verordening, Antwerpen, Intersentia, 2001, Zie rapport BORRAS, gepubliceerd in het PB. C. 221 van 16 juli 1998, 27 e.v. 379 De verordening is van toepassing op alle lidstaten van de Europese Unie behalve Denemarken. Zij is ook van toepassing op de tien nieuwe lidstaten die sinds 1 mei 2004 lid zijn van de Europese Unie. 380 Bijvoorbeeld naar Belgisch recht, de echtscheiding door onderlinge toestemming.

4 echtscheiding_toestemming.book Page 203 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 203 (b) waarvan beide echtgenoten de nationaliteit hebben, of, in het geval van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, waar beide echtgenoten hun woonplaats hebben. Eén van voormelde criteria volstaat om de rechtbank te adiëren. Forumshopping is derhalve mogelijk 381. Een Fransman die met zijn Italiaanse vrouw gedurende vele jaren in Brussel heeft gewoond en zijn vrouw verlaten heeft om terug naar zijn geboorteland te trekken en er inmiddels meer dan zes maanden terug woont, kan de echtscheidingsprocedure inleiden voor de Brusselse rechtbank. Hij kan ook zijn vordering inleiden voor de rechtbank te Frankrijk waarvan hij onderdaan is. Indien deze Fransman sinds minder dan zes maanden in Frankrijk woont, kan de echtscheidingsprocedure enkel op gemeenschappelijk verzoek worden ingeleid voor de Franse rechtbank. Indien de Italiaanse echtgenote niet akkoord gaat om de vordering in te leiden voor de Franse rechter, zal de Fransman de echtscheidingsprocedure in Brussel dienen te voeren. Een Belgisch echtpaar dat in Zuid-Afrika woont, kan in overeenstemming met de EG-verordening de Belgische rechter adiëren ingevolge hun gemeenschappelijke nationaliteit, zelfs indien één van hen weigert te verschijnen voor deze rechter 382. De rechterlijke instantie waarbij het bodemgeschil op grond van de artikelen 2, 3 en 4 aanhangig is, is ook bevoegd kennis te nemen van tegenvorderingen die onder deze vorderingen vallen 383. Teneinde de rechten van de verdediging te vrijwaren, is de aangezochte rechter gehouden om na te gaan of de verstekmakende partij die in een ander land dan zijn gewone verblijfplaats dient te verschijnen, tijdig het stuk heeft ontvangen dat het geding ingeleid heeft V. VAN DEN EECKHOUT, l.c. in H. VAN HOUTTE en M. PERTEGAS SENDER (eds), Het nieuwe Europese IPR, van verdrag naar verordening, Antwerpen, Intersentia, 2001, G. BRUYNSERAEDE Titel IX. De echtscheiding in het IPR, in S. BROUWERS (ed.) Bestendig Handboek Echtscheiding, Mechelen, Kluwer, IX Art. 4 verord. Raad (EG) nr. 2201/2003, 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verord. (EG) nr. 1347/2000, PB. L. 23 december 2003, afl. 338, 1. (hierna genoemd: de Brussel IIbis Verordening). 384 Art. 18 ibid.

5 echtscheiding_toestemming.book Page 204 Monday, November 21, :39 AM 204 Echtscheiding door onderlinge toestemming 2. Dringende en voorlopige maatregelen 253. De geadieerde rechter zal op onaantastbare wijze beoordelen of een maatregel al dan niet dringend is. Dit is een feitenkwestie 385. Volgens artikel 20 van de Brussel IIbis Verordening zijn de rechters van iedere lidstaat in spoedeisende gevallen bevoegd om met betrekking tot de personen of goederen die zich in die staat bevinden, voorlopige en bewarende maatregelen te nemen waarin de wetgeving van die lidstaat voorziet, zelfs indien krachtens deze verordening de rechter van een andere lidstaat bevoegd is om ten gronde te oordelen 386. De rechterlijke maatregelen die op grond van voormeld artikel 20 genomen zijn, houden op te bestaan van zodra de rechter ten gronde, die op basis van de verordening bevoegd is, een beslissing heeft genomen. Vermits de maatregel van artikel 20 een uitzondering vormt voor de spoedeisende aangelegenheden, is de rechter, die bevoegd is om kennis te nemen van de echtscheiding, tevens bevoegd met betrekking tot de (niet-dringende) voorlopige maatregelen die verband houden met de echtscheiding. 3. Gelijktijdige aanhangigheid voor verschillende rechtscolleges 254. Wanneer twee echtscheidingsvorderingen bijna gelijktijdig voor verscheidene nationale rechtscolleges gebracht zijn, stelt zich de vraag welke rechter zich van een beslissing dient te onthouden. M.a.w. hoe zal de Belgische rechter reageren wanneer één der partijen een echtscheidingsvonnis heeft ingeleid voor een vreemd rechtscollege. De Brussel IIbis Verordening regelt in artikel 16 en 19 de materie van aanhangigheid voor geschillen die onder haar toepassing vallen 387. Een zaak wordt geacht bij een gerecht aanhangig te zijn gemaakt: a) op het tijdstip waarop het stuk waarmee het geding wordt ingeleid of een gelijkwaardig stuk bij het gerecht wordt ingediend, mits de verzoeker vervolgens niet heeft nagelaten de vereiste stappen te nemen om het stuk aan de verweerder te doen betekenen of mee te delen; 385 D. LINDEMANS, Kort geding, Antwerpen, Kluwer, 1985, V. VAN DEN EECKHOUT, Europees echtscheiden, in H. VAN HOUTTE en M. PERTEGAS SENDER (eds). Het nieuwe Europese IPR, van verdrag naar verordening, Antwerpen, Intersentia, 2001, G. BRUYNSERAEDE, l.c., in S. BROUWERS (ed.), Bestendig Handboek Echtscheiding, Mechelen, Kluwer, IX.1-4.

6 echtscheiding_toestemming.book Page 205 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 205 b) indien de betekening of mededeling van dit stuk moet plaatsvinden voordat het bij het gerecht wordt neergelegd, op het tijdstip waarop het door de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of mededeling, wordt ontvangen, mits de verzoeker vervolgens niet heeft nagelaten de vereiste stappen te nemen om het stuk bij het gerecht neer te leggen. Wanneer bij gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen procedures tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk aanhangig zijn, houdt het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht, zijn uitspraak ambtshalve aan, totdat de bevoegdheid van het gerecht, waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat. Zodra de bevoegdheid van het eerst geadieerd gerecht vaststaat, verwijst de laatst aangezochte rechter de zaak naar dat gerecht. B. Intern recht 1. Ten gronde 255. Indien de Brussel IIbis Verordening niet van toepassing is, regelt het Belgische recht de bevoegdheid van de rechtbank. Volgens artikel 42 van het W. IPR 388 zijn de Belgische rechters bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende het huwelijk of zijn gevolgen, het huwelijksvermogensrecht, de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed, in volgende situaties: in geval van gezamenlijke vordering (zoals naar Belgisch recht de echtscheiding door onderlinge toestemming) één van de echtgenoten bij het instellen van de vordering zijn gewone verblijfplaats 389 in België heeft; de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten zich in België bevond, niet meer dan twaalf maanden voorafgaand aan de instelling van de vordering; de eiser op het ogenblik van de vordering sedert ten minste twaalf maanden zijn gewone verblijfplaats in België heeft; of beide echtgenoten bij de instelling van de vordering Belg zijn. 388 Wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht, B.S. 27 juli 2004, 57344, inwerkingtreding 1 oktober Voor het begrip gewone verblijfplaats, zie art. 4 2 W. IPR. De tekst zegt echter niet hoe met zekerheid kan worden vastgesteld of de woonplaats zich in België of in het buitenland bevindt.

7 echtscheiding_toestemming.book Page 206 Monday, November 21, :39 AM 206 Echtscheiding door onderlinge toestemming De Belgische rechter is ook bevoegd om kennis te nemen van de vordering tot omzetting in echtscheiding van een in België uitgesproken scheiding van tafel en bed of tot herziening van een in België gewezen beslissing betreffende de gevolgen van het huwelijk, van de echtscheiding of van de scheiding van tafel en bed (art. 43, 1 W. IPR). Doordat het interne recht niet gelijklopend is met de Brussel IIbis Verordening, kunnen er problemen rijzen. Bijvoorbeeld: een Belgische vrouw die in Rabat woonde met haar Tunesische man, komt terug naar België en wenst de echtscheiding zo spoedig mogelijk in te leiden. Volgens de Brussel IIbis Verordening kan zij dit doen na zes maanden, maar volgens het W. IPR pas na 12 maanden 390. Vermits het W. IPR in artikel 2 uitdrukkelijk bepaalt dat onder voorbehoud van de internationale verdragen de Belgische wet van toepassing is, mag aangenomen worden dat de Belgische vrouw de echtscheiding na zes maanden kan inleiden voor de Belgische rechter. De Belgische rechter die bevoegd is om kennis te nemen van een echtscheidingsvordering, is eveneens bevoegd om van de tegeneis en de samenhangende zaken kennis te nemen (art. 8 en 9 W. IPR). Voor zover de Belgische rechter volgens het W. IPR niet bevoegd zou zijn, kan hij toch kennis nemen van het geschil indien de zaak nauwe banden met België heeft en een procedure in het buitenland onmogelijk blijkt of het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld (art. 11 W. IPR). 2. Voorlopige en bewarende maatregelen en uitvoeringsmaatregelen 256. Volgens artikel 10 W. IPR zijn de Belgische rechters in dringende gevallen bevoegd om voorlopige of bewarende maatregelen en uitvoeringsmaatregelen te bevelen betreffende personen of goederen die zich in België bevinden bij de instelling van de vordering, ook al is de Belgische rechter niet bevoegd om van de zaak ten gronde kennis te nemen. 390 G. BRUYNSERAEDE, l.c., in S. BROUWERS (ed.), Bestendig Handboek Echtscheiding, Mechelen, Kluwer, IX.1-5.

8 echtscheiding_toestemming.book Page 207 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten Internationale aanhangigheid 257. Wanneer een vordering aanhangig is voor een buitenlandse rechter en kan worden voorzien dat de buitenlandse beslissing in België zal kunnen worden erkend of ten uitvoer gelegd, kan de Belgische rechter voor wie een vordering tussen dezelfde partijen met hetzelfde onderwerp en dezelfde oorzaak het laatst aanhangig is gemaakt, zijn uitspraak uitstellen tot de buitenlandse beslissing is gewezen. Hij houdt rekening met de vereisten van een goede rechtsbedeling. Hij verklaart zich onbevoegd wanneer de buitenlandse beslissing erkend kan worden krachtens deze wet (art. 14 W. IPR). 4. Overgangsbepalingen 258. De artikelen 126 en 127 W. IPR regelen het overgangsrecht. Inzake internationale bevoegdheid is artikel 126 van belang dat het principe huldigt van de onmiddellijke toepassing ervan op toekomstige rechtsplegingen en beslissingen en akten. Op die manier bevestigt het de oplossing die in het EEX-Verdrag, nu vervangen door de Verordening Brussel I, wordt gehuldigd 391. Het laat artikel 3 van het Gerechtelijk Wetboek, dat na de inwerkingtreding van het Wetboek IPR enkel nog de interne rechterlijke bevoegdheid bepaalt, onaangetast behoudens wanneer dit in subsidiaire orde tot toepassing komt op basis van artikel 13 W. IPR 392. Art De artikelen inzake de internationale bevoegdheid van rechters zijn van toepassing op rechtsvorderingen ingesteld na de inwerkingtreding van deze wet. De artikelen inzake de internationale bevoegdheid van overheden zijn van toepassing op akten opgesteld na de inwerkingtreding van deze wet. 391 Verord. (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000, PB. L. 2001, afl. 12 van 16 januari 2001, gewijzigd door verord. (EG) nr. 1496/2002 van 21 augustus 2002, PB. L. 2002, afl. 225, 13; EEX-Verdrag: het Europese verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Brussel, op 27 september 1968 PB. L. 1972, afl. 299, 32, goedgekeurd bij wet van 13 januari 1971, B.S. 31 maart Memorie van toelichting, Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 27/1, 142; J. ERAUW en M. FALLON, o.c., 213.

9 echtscheiding_toestemming.book Page 208 Monday, November 21, :39 AM 208 Echtscheiding door onderlinge toestemming 2. Het toepasselijk recht 259. Het recht dat toepasselijk is op de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed, is (art en 56 W. IPR) het recht volgens de beperkte keuze van de echtgenoten dat: ofwel het Belgische recht is; ofwel hun gemeenschappelijke nationale wet 393. Deze keuze dienen zij uit te drukken bij de eerste verschijning. Bij gebrek aan keuze van het toepasselijk recht, is het volgende recht van toepassing (art W. IPR): 1 het recht van de Staat op wiens grondgebied beide echtgenoten bij de instelling van de vordering hun gewone verblijfplaats hebben; 2 bij gebreke van gewone verblijfplaats op het grondgebied van eenzelfde Staat, het recht van de Staat op wiens grondgebied de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten zich bevond wanneer een van hen zijn gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van die Staat bij de instelling van de vordering; 3 bij gebreke van gewone verblijfplaats van één van de echtgenoten op het grondgebied van de Staat waar zich de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats bevond, door het recht van de Staat waarvan ieder van de echtgenoten de nationaliteit heeft bij de instelling van de vordering; 4 in de andere gevallen is het Belgische recht van toepassing De gewone verblijfplaats is de plaats van de concentratie van de belangen. Het gaat om een feitenkwestie. Deze aanknoping is uniform. Zij maakt geen onderscheid meer naar gelang de echtscheidingsvorm 394. Het ogenblik waarop de gewone verblijfplaats moet worden beoordeeld, is steeds op het ogenblik van het inleiden van de eis. Indien het door voormeld artikel 55 1 W. IPR aangewezen toepasselijk recht de instelling van de echtscheiding niet kent, dan dient de verwijzingsladder verder te worden afgedaald tot het aangewezen recht de echtscheiding wel kent. 393 Deze wet is slechts van toepassing op de echtscheidingen die ingeleid worden vanaf 1 oktober Voorheen gold o.m. de wet Rolin, die door de wet van 16 juli 2004, B.S. 27 juli 2004 is afgeschaft. Voor het oude regime: zie V. VAN DEN EECKHOUT, Huwelijk en echtscheiding in het Belgisch conflictenrecht, Antwerpen, Intersentia, H. JACOBS, Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht en het echtscheidingsrecht, E.J. 2004, 149.

10 echtscheiding_toestemming.book Page 209 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 209 De Belgische rechter zal in sommige gevallen op zoek moeten gaan naar het vreemde recht. Wanneer hij de inhoud van het buitenlandse recht niet kan vaststellen, kan hij een beroep doen op de partijen. Wanneer het kennelijk onmogelijk is de inhoud van buitenlands recht tijdig vast te stellen, wordt Belgische recht toegepast (art. 15 W. IPR). Artikel De inhoud van het door deze wet aangewezen buitenlands recht wordt door de rechter vastgesteld. Het buitenlands recht wordt toegepast volgens de in het buitenland gevolgde interpretatie. 2. Wanneer de rechter die inhoud niet kan vaststellen, kan hij een beroep doen op de hulp van de partijen. Wanneer het kennelijk onmogelijk is de inhoud van buitenlands recht tijdig vast te stellen, wordt Belgisch recht toegepast Artikel 56 W. IPR geeft een opsomming van de aspecten die onder het toepassingsgebied vallen van het echtscheidingsrecht. Artikel 56. Het recht van toepassing op de echtscheiding en op de scheiding van tafel en bed bepaalt met name: 1 de toelaatbaarheid van de scheiding van tafel en bed; 2 de gronden van en de voorwaarden voor de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed of, in geval van een gezamenlijke vordering, de voorwaarden voor de toestemming, daaronder begrepen de wijze van uitdrukking ervan; 3 de verplichting voor de echtgenoten om een overeenkomst te sluiten over de maatregelen betreffende de persoon, het onderhoud en de goederen van de echtgenoten en van de kinderen waarvoor zij de verantwoordelijkheid hebben; 4 de ontbinding van de huwelijksband of, in geval van scheiding, de afzwakking van die band. Uit 3 blijkt dat de verplichting tot voorafgaande overeenkomsten aan een echtscheiding door onderlinge toestemming onder toepassing valt van het artikel 55 W. IPR. De inhoud echter van dergelijke overeenkomsten zal naar gelang de materie die daarin behandeld wordt geregeld worden volgens de eigen bepalingen (zie infra) toepasselijk op die materie H. JACOBS, Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht en het echtscheidingsrecht, E.J. 2004, 150.

11 echtscheiding_toestemming.book Page 210 Monday, November 21, :39 AM 210 Echtscheiding door onderlinge toestemming 262. Wat de overgangsbepalingen betreft, geldt overeenkomstig artikel 127 W. IPR het principe van de onmiddellijke toepassing van de nieuwe bepalingen op toekomstige handelingen en feiten, alsook op de toekomstige gevolgen van vroegere handelingen en feiten uitgezonderd voor contractuele en quasi-contractuele verbintenissen 396. Wat de uitsluiting betreft van de toekomstige gevolgen van contractuele verbintenissen, worden die verbintenissen bedoeld die vallen onder het Verdrag van Rome van 19 juni Artikel 1, 2, b van het verdrag sluit echter de verbintenissen uit van haar toepassing die voortvloeien uit overeenkomsten betreffende rechten en verplichtingen uit familierechtelijke betrekkingen tussen ouders en kinderen, uit bloedverwantschap, huwelijk en aanverwantschap, met inbegrip van onderhoudsverplichtingen jegens onwettige kinderen. Artikel 127 W. IPR is dus onverkort van toepassing. Art Deze wet bepaalt het recht dat van toepassing is op de rechtshandelingen en rechtsfeiten die zich voordoen na de inwerkingtreding ervan. Deze wet bepaalt het recht dat van toepassing is op de gevolgen die na de inwerkingtreding ervan voortvloeien uit een rechtshandeling of rechtsfeit die voor de inwerkingtreding ervan heeft plaatsgevonden, met uitzondering van de gevolgen van een handeling of feit bedoeld in de artikelen 98, 99, 104 en Een door de partijen voor de inwerkingtreding van deze wet gedane rechtskeuze is geldig indien zij voldoet aan de voorwaarden van deze wet. 3. Artikel 46 tweede lid is van toepassing op het huwelijk dat is aangegaan vanaf 1 juni De artikelen 55 en 56 zijn van toepassing op vorderingen ingesteld na de inwerkingtreding van deze wet. 396 Memorie van toelichting, Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 27/1, Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst ondertekend te Rome op 19 juni 1980, goedgekeurd bij wet van 14 juli 1987, B.S. 9 oktober 1987.

12 echtscheiding_toestemming.book Page 211 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 211 AFDELING 2 Ouderlijk gezag 1. De bevoegdheid A. Europees recht 1. Algemeen 263. De Brussel IIbis Verordening is van toepassing op de ouderlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot gemeenschappelijke en niet-gemeenschappelijke kinderen 398. De aanhangigheid (art. 16 en 19,2 van de Brussel IIbis Verordening) en de spoedeisende gevallen (art. 20 van de Brussel IIbis Verordening) worden in zaken met betrekking tot de ouderlijke verantwoordelijkheid op dezelfde wijze geregeld als inzake de echtscheiding. 2. Ouderlijk gezag tijdens de echtscheiding 264. De rechter die kennis neemt van de echtscheiding, is eveneens bevoegd om over de kwestie van de ouderlijke verantwoordelijkheid te oordelen voor zover één der echtelieden de ouderlijke macht over het kind draagt (art. 12 van de Brussel IIbis Verordening). 3. Ouderlijk gezag na de echtscheiding 265. De rechter van de gewone verblijfplaats van het kind 399 op het ogenblik dat de zaak aanhangig wordt gemaakt, is bevoegd voor vorderingen over de ouderlijke verantwoordelijkheid (artikel 8 Brussel IIbis Verordening). De rechter van de vorige gewone verblijfplaats van het kind behoudt echter zijn bevoegdheid voor de wijziging van zijn beslissingen. Hij doet dit tot drie maanden na de legale verhuizing, als de ouder nog steeds in die staat zijn gewone verblijfplaats heeft (art. 9 al. 1 van de Brussel IIbis Verordening). 398 Verord. Raad (EG) nr. 2201/2003, 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verord. (EG) nr. 1347/2000, PB. L. 23 december 2003, afl. 338, Wanneer de gewone verblijfplaats van een kind niet kan worden vastgesteld, is de rechter van de plaats waar het kind verblijft, bevoegd: artikel 13 van de Brussel IIbis Verordening.

13 echtscheiding_toestemming.book Page 212 Monday, November 21, :39 AM 212 Echtscheiding door onderlinge toestemming Deze bevoegdheid vervalt als de ouder de bevoegdheid van de rechter van de nieuwe verblijfplaats van het kind heeft aanvaard door voor hem te verschijnen (art. 9 al. 2 van de Brussel IIbis Verordening). Uitzonderlijk kan de rechter die ten gronde bevoegd is, de beslissing over de zaak uit handen geven wanneer hij van oordeel is dat een andere rechter wegens specifieke omstandigheden kennelijk beter in staat zal zijn om te oordelen (art. 15 van de Brussel IIbis Verordening). De ouderlijke verantwoordelijkheid van vluchtelingenkinderen en kinderen waarvan de gewone verblijfplaats onzeker is, mag worden vastgesteld door de rechter van de plaats waar de kinderen zich bevinden (art. 13 Brussel IIbis Verordening). 4. Ontvoering 266. Ontvoering, d.w.z. de ongeoorloofde overbrenging of het niet doen terugkeren van een kind, kan echter niet tot de bevoegdheid van de rechter van de nieuwe plaats leiden. De rechter van de gewone verblijfplaats van het kind blijft dus bevoegd. De rechter van de nieuwe plaats kan enkel bevoegdheid hebben als het kind daar een gewone verblijfplaats krijgt en de persoon die het gezagrecht heeft, in de ontvoering berust. Dit kan ook als het kind er al een jaar is en in zijn nieuwe omgeving geworteld is, terwijl er geen verzoek werd gebracht voor zijn terugkeer of zo n verzoek niet succesvol was (art. 10 van de Brussel IIbis Verordening). Voor de terugkeer van een ontvoerd kind verwijst de Brussel IIbis Verordening naar het Haags Verdrag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechterlijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen De basisregels zijn de volgende: de bevoegdheid van de staat waaruit het kind ontvoerd is, blijft onverkort; de rechtbank van de lidstaat naar waar het kind is overgebracht, verzekert de onmiddellijke terugkeer van het kind; 400 Het Verdrag van s Gravenhage van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechterlijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen is voor België in werking sedert 1 mei 1999 (wet van 10 augustus 1998, B.S. 24 april 1999). Zie ook art. 1322bis tot en met 1322octies van het Ger. W.

14 echtscheiding_toestemming.book Page 213 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 213 indien de rechtbank van de staat naar waar het kind is overgebracht, weigert om het terug te sturen, zal de rechter dit onmiddellijk aan de aanvankelijke rechter meedelen, waarna de partijen door de oorspronkelijke rechter worden gehoord. De twee rechtbanken dienen samen te werken; indien de rechtbank van de oorspronkelijke staat van mening is dat het kind dient terug te keren, is de beslissing onmiddellijk en zonder bijkomende procedures uitvoerbaar; de centrale overheden van de lidstaten dienen hun medewerking te verlenen aan de rechtbanken in de uitoefening van hun opdracht. B. Intern recht Indien de Brussel IIbis Verordening niet van toepassing is, regelt het Belgische recht de bevoegdheid van de rechtbank. 1. Ouderlijk gezag tijdens de echtscheiding 268. De rechter die bevoegd is om kennis te nemen van de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed, is eveneens bevoegd om te oordelen over de uitoefening van het ouderlijk gezag en het persoonlijke contact van de ouders over hun minderjarige kinderen (art. 33 W. IPR). In dringende gevallen is de Belgische rechter bevoegd om alle nodige maatregelen te nemen die een persoon die op het Belgische grondgebied verblijft, behoeft (art. 33 W. IPR). 2. Ouderlijk gezag na de echtscheidingsprocedure 269. De Belgische rechter is bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende de uitoefening van het ouderlijk gezag nopens de personen die (art. 32 en 33 W. IPR): op het ogenblik van het instellen van de vordering hun gewone verblijfplaats in België hebben; of die op het ogenblik van het instellen van de vordering Belg zijn. 3. Overgangsbepalingen 270. Er wordt verwezen naar hetgeen supra onder randnr. 258, p. 207, werd uiteengezet.

15 echtscheiding_toestemming.book Page 214 Monday, November 21, :39 AM 214 Echtscheiding door onderlinge toestemming 2. Toepasselijk recht 271. De uitoefening van het ouderlijk gezag wordt beheerst door het recht van de staat op wiens grondgebied het kind zijn gewone verblijfplaats heeft op het tijdstip waarop de uitoefening van het ouderlijk gezag wordt aangevoerd (art. 35 W. IPR) 401. Sommige rechtsstelsels kennen enkel de uitoefening van het ouderlijk gezag aan de vader toe. Indien een vader zijn kind, dat gewoonlijk verblijf had in België, naar zo n land brengt, dan zal dit geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de Belgische wet 402. Als de vereiste bescherming (voor de persoon of zijn goederen) niet kan worden gewaarborgd met de hierboven beschreven regels, verwijst men naar zijn nationale recht (art eerste lid W. IPR). Het Belgische recht is van toepassing indien het materieel of juridisch onmogelijk blijkt om de maatregelen te nemen waarin het toepasselijke buitenlandse recht voorziet (art W.IPR). Voor wat de overgangsbepalingen betreft, wordt verwezen naar hetgeen supra onder randnr. 262, p. 210, werd uiteengezet. AFDELING 3 Onderhoudsvorderingen 1. Bevoegdheid A. Europees recht 272. Onderhoudsvorderingen, ook deze die voortvloeien uit de huwelijksband (bv. naar Belgisch recht art. 213 B.W.) of uit de ontbinding ervan (bv. naar Belgisch recht art. 301 B.W.), vallen onder de Verordering Brussel I 403, in 401 Voor het begrip gewone verblijfplaats zie art. 4 2 W. IPR. 402 Verslag Commissie Justitie Senaat, Parl. St. Senaat , nr. 3-27/7, Verord. (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000, PB. L. 2001, afl. 12 van 16 januari 2001, gewijzigd door verord.(eg) nr. 1496/2002 van 21 augustus 2002, PB. L. 2002, afl. 225, 13.

16 echtscheiding_toestemming.book Page 215 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 215 navolging van het EEX-Verdrag 404 en het EVEX-Verdrag 405. Aldus kan onderscheid gemaakt worden tussen 406 : Verweerder met woonplaats binnen het verdragsgebied De Belgische rechter is bevoegd indien: 1. de verweerder woonplaats heeft in België (art. 2 Verordening Brussel I ); 2. de onderhoudsgerechtigde woonplaats of gewone verblijfplaats heeft in België (art. 5.2 Verordening Brussel I ); 3. hij de bevoegde rechter is om te oordelen over een statuskwestie en de onderhoudsvordering als bijkomende vordering daaraan verbonden is, behalve indien de bevoegdheid uitsluitend gebaseerd is op de nationaliteit van één van de partijen (art. 5.2 Verordening Brussel I ) 407 ; 4. één van de verweerders, indien er meerdere zijn, in België woonplaats heeft (art. 6.1 Verordening Brussel I ); 5. in geval van een vordering tot vrijwaring, voeging of tussenkomst, wanneer de oorspronkelijke vordering voor hem aanhangig is (art. 6.2 Verordening Brussel I ); 6. in geval van een tegeneis, wanneer de oorspronkelijke vordering voor hem aanhangig is (art. 6.3 Verordening Brussel I ); 7. de verweerder voor hem verschijnt en een verweer ten gronde organiseert (art. 24 Verordening Brussel I ). Verweerder met woonplaats buiten het verdragsgebied De Belgische rechter is bevoegd indien: 404 Het Europese verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Brussel, op 27 september 1968 PB. L. 1972, afl. 299, 32, goedgekeurd bij wet van 13 januari 1971, B.S. 31 maart Verdrag van Lugano van 16 september 1988 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, PB. L. 1988, afl. 319, 9; dit Verdrag is toepasselijk op de verhouding tussen de lidstaten van de Europese Unie, met Denemarken inbegrepen, en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, met name IJsland, Noorwegen, en Zwitserland. 406 I. D HAEYER, Belgisch Internationaal Privaatrecht (IPR), A.J.T. Memo s, Gent, Mys & Breesch, 1998, Zie voor een toepassingsgeval Gent 16 oktober 2003, RABG 2004, 483, noot F. DE BOCK, in casu werd inzake van een alimentatievordering tussen echtgenoten van verschillende nationaliteit de bevoegdheid van de kortgedingrechter weerhouden ingevolge de toepassing van de verord. Brussel II nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000, PB. L. 2000, afl. 160, 19-29, op de bevoegdheid van de echtscheidingsrechter.

17 echtscheiding_toestemming.book Page 216 Monday, November 21, :39 AM 216 Echtscheiding door onderlinge toestemming 1. de verweerder voor hem verschijnt en een verweer ten gronde organiseert (art. 24 Verordening Brussel I geldt ongeacht de woonplaats van de partijen); 2. de eiser woonplaats heeft in België (art. 638 Ger. W.) en de vreemde verweerder die bevoegdheid niet kan afwijzen omdat in zijn land een dergelijk forum actoris ook bestaat (art. 636 Ger. W.) en verder indien de verweerder een Belg is (art. 15 B.W.). Deze bepalingen werden opgeheven. B. Intern recht 273. Indien de Brussel I Verordening niet van toepassing is, regelt het Belgische recht de bevoegdheid van de rechtbank. Artikel 73 W. IPR is hier van toepassing als bijkomende bijzondere bevoegdheidsregeling. 1. De Belgische rechters zijn bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende een onderhoudsverplichting, naast de gevallen voorzien in de algemene bepalingen van deze wet, indien: 1 de onderhoudsgerechtigde bij de instelling van de vordering zijn gewone verblijfplaats in België heeft; of 2 de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige bij de instelling van de vordering Belg zijn. 2. Indien het een bijkomende vordering betreft bij een vordering inzake de staat van de personen, is de Belgische rechter die bevoegd is om kennis te nemen van deze vordering, ook bevoegd om kennis te nemen van de vordering tot onderhoud. Indien de kwalificatie van de onderhoudsverplichting echter valt onder het toepassingsgebied van de Verordening Brussel I of van het Verdrag van Lugano, zijn de nationale bevoegdheidsregels met internationale draagkracht niet toepasselijk 408. Het Wetboek IPR bepaalt in artikel 2 het algemene principe dat nationale bevoegdheidsregels met internationale draagkracht overruled worden door bevoegdheidsregels uitgevaardigd door supranationale instanties H. JACOBS, Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht en het echtscheidingsrecht, E.J. 2004, Memorie van toelichting bij het voorstel van wet. Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 3-27/1, 25; J. ERAUW en M. FALLON, De nieuwe wet op het international privaatrecht. Wet van 16 juli 2004, Mechelen, Kluwer, 2004, 85.

18 echtscheiding_toestemming.book Page 217 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 217 Naast deze bevoegdheidsbepalingen en de algemene bepalingen voorzien in de artikelen 5 tot en met 14 van het W. IPR geldt er voor onderhoudsvorderingen een bijkomende bijzondere bevoegdheidsgrond zoals voorzien in artikel 73. Dit artikel acht de Belgische rechter bevoegd indien bij de instelling van de vordering de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft in België of de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige Belg zijn. Het artikel bevat eveneens een ruime bevoegdheidsregel met betrekking tot bijkomende vorderingen tot levensonderhoud in het kader van een geschil inzake de staat van personen ( 2 van het artikel). Net zoals de Verordening Brussel I laat het Belgische recht toe dat een onderhoudsvordering die verbonden is aan een vordering betreffende de staat van een persoon, voor dezelfde rechter kan worden gebracht. Het relevante ogenblik is telkens dat van het instellen van de vordering. De verwijzing naar het criterium van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde is verantwoord, vermits voornoemd criterium gewoonlijk ook gebruikt wordt om het op de verplichting tot levensonderhoud toepasselijk recht aan te duiden. Het criterium wordt trouwens bevestigd door artikel 5. 2 van de Verordening Brussel I. De bevoegdheidsgrond van de gemeenschappelijke nationaliteit biedt geëmigreerde Belgen de mogelijkheid hun geschil in België te beslechten. Het W. IPR handhaaft meer algemeen dit criterium in persoonsrechtelijke en familierechtelijke aangelegenheden Samengevat kan er dus gesteld worden dat inzake onderhoudsvorderingen de oude bevoegdheidsregels zoals opgelegd in internationale verdragen of ingevolge het recht van de Europese Unie, overeind blijven. Daarentegen vervalt de oude nationale wetgeving, t.w. artikel 638 Ger. W. en 636 Ger. W., evenals artikel 15 B.W. maar wordt er een bijzondere bevoegdheidsgrond toegevoegd door artikel 73 1 W. IPR zijnde het criterium van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde of het criterium van de gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen 410. Voor de omschrijving van het begrip gewone verblijfplaats wordt verwezen naar artikel 4 2 W. IPR. 410 Zie de opgeheven bepalingen vermeld in art. 139.

19 echtscheiding_toestemming.book Page 218 Monday, November 21, :39 AM 218 Echtscheiding door onderlinge toestemming 2. Voor de toepassing van deze wet wordt onder gewone verblijfplaats verstaan: 1 de plaats waar een natuurlijke persoon zich hoofdzakelijk heeft gevestigd, zelfs bij afwezigheid van registratie en onafhankelijk van een verblijfs- of vestigingsvergunning; om deze plaats te bepalen, wordt met name rekening gehouden met omstandigheden van persoonlijke of professionele aard die duurzame banden met die plaats aantonen of wijzen op de wil om die banden te scheppen; 2 de plaats waar een rechtspersoon zijn voornaamste vestiging heeft. C. Overgangsbepalingen 275. De artikelen 126 en 127 W. IPR regelen het overgangsrecht. Inzake internationale bevoegdheid is artikel 126 van belang dat het principe huldigt van de onmiddellijke toepassing ervan op toekomstige rechtsplegingen en beslissingen en akten. Op die manier bevestigt het de oplossing in het EEX-Verdrag, nu vervangen door de Verordening Brussel I 411. Het laat artikel 3 van het Gerechtelijk Wetboek, dat na de inwerkingtreding van het Wetboek IPR enkel nog de interne rechterlijk bevoegdheid bepaalt, onaangetast behoudens wanneer dit in subsidiaire orde tot toepassing komt op basis van artikel 13 W. IPR 412. Concreet betekent het voorgaande dat artikel 73 van toepassing is op de onderhoudsvorderingen ingesteld na de inwerkingtreding van het Wetboek, zijnde 1 oktober Verord. (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000, PB. L. 2001, afl. 12 van 16 januari 2001, gewijzigd door verord. (EG) nr. 1496/2002 van 21 augustus 2002, PB. L. 2002, afl. 225, 13; EEX-Verdrag: het Europese verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Brussel, op 27 september 1968 PB. L. 1972, afl. 299, 32, goedgekeurd bij wet van 13 januari 1971, B.S. 31 maart Memorie van toelichting, Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 27/1, 142; J. ERAUW en M. FALLON, o.c., 213.

20 echtscheiding_toestemming.book Page 219 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten Toepasselijk recht A. Verdragsrecht 276. Het betreft hier in de eerste plaats het Verdrag van Den Haag van 24 oktober Toepassingsvoorwaarden van het verdrag 414 Het verdrag geldt niet voor alle onderhoudsvorderingen. Er zijn twee vereisten: de onderhoudsgerechtigde moet een ongehuwd kind zijn beneden de leeftijd van 21 jaar (art. 1 al. 3 Verdrag); het onderhoudsgerechtigde kind moet zijn gewone verblijfplaats hebben in een verdragsluitende staat (wederkerigheidvereiste art. 6 jo. art. 1 Verdrag). Toepasselijke wet De in het verdrag bedoelde onderhoudsverplichtingen worden beheerst door de wet van de gewone verblijfplaats van het kind. Als algemene uitzondering geldt de kennelijke strijdigheid van de aangewezen wet met de Belgische Internationaal Privaatrechtelijke Openbare Orde (art. 4 Verdrag). Daarenboven moet de wet van de gewone verblijfplaats ook wijken: ingevolge het door België overeenkomstig artikel 2 Verdrag geformuleerde voorbehoud, voor de Belgische wet, indien: het kind en de persoon tegen wie onderhoud wordt gevorderd, Belgen zijn; de persoon tegen wie onderhoud wordt gevorderd, bovendien zijn gewone verblijfplaats heeft in België; voor de wet die toepasselijk is volgens het Belgische gemene IPR inzake onderhoudsplicht, in geval de wet van de gewone verblijfplaats van het kind dit laatste elk recht op onderhoud ontzegt (art. 3 Verdrag). 413 Goedgekeurd bij wet van 17 juli 1970, B.S. 30 september A. HEYVAERT, Belgisch Internationaal Privaatrecht. Een inleiding, Mechelen, Kluwer, 2002, 179.

21 echtscheiding_toestemming.book Page 220 Monday, November 21, :39 AM 220 Echtscheiding door onderlinge toestemming Toepassingsgebied van de toepasselijke wet De toepasselijke wet bepaalt: of, in welke mate en van wie het kind onderhoud kan vorderen (art. 1 al. 1 Verdrag); wie bevoegd is de onderhoudsvordering in te stellen en binnen welke termijnen dit moet geschieden (art. 1 al. 3 Verdrag); en, zoals wordt aangenomen, ondermeer 415 : de organisatie van het bewijs; de ontvankelijkheidvoorwaarden van de vordering; de duur van de onderhoudsplicht, enz. B. Intern recht Artikel 74 W. IPR 1. De onderhoudsverplichting wordt beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied de onderhoudsgerechtigde op het tijdstip dat ze wordt ingeroepen zijn gewone verblijfplaats heeft. De onderhoudsverplichting wordt evenwel beheerst door het recht van de Staat waarvan de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige op het tijdstip dat deze wordt ingeroepen de nationaliteit hebben indien de onderhoudsplichtige op dat tijdstip zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van die Staat heeft. 2. Wanneer het door 1 aangewezen rechtsstelsel geen recht op onderhoudsgeld aan de onderhoudsgerechtigde toekent, wordt de onderhoudsverplichting tussen echtgenoten of jegens een minderjarig kind beheerst door het recht van de Staat waarvan de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige de nationaliteit hebben op het tijdstip dat zij wordt ingeroepen. Indien dat recht geen onderhoudsgeld toekent, wordt het Belgisch recht toegepast Het Wetboek regelt volgens artikel 2 ervan voor internationale gevallen de bevoegdheid van de Belgische rechters, de aanwijzing van het toepasselijk recht en de voorwaarden voor de uitwerking in België van buitenlandse rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken en in handelszaken, zulks onder voorbehoud van de toepassing van internationale verdragen, van het recht van de Europese Unie of van bepalingen in bijzondere wetten. 415 Zie voor een meer gedetailleerde opsomming: A. HEYVAERT, o.c., 180.

22 echtscheiding_toestemming.book Page 221 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 221 Het hiervoor vermelde Verdrag van Den Haag van 24 oktober 1956 blijft dan ook van toepassing. Het toepassingsgebied is echter beperkt tot ongehuwde kinderen, jonger dan 21 jaar. De noodzaak bestond dus in het nieuwe Wetboek de alimentatieproblematiek in zijn geheel te regelen Daarbij diende het Verdrag van Den Haag van 2 oktober inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen, tot voorbeeld 417. De hoofdlijnen van dit verdrag zijn de volgende: beginsel 418 de wet van de gewone verblijfplaats van de eiser; indien geen onderhoud voorzien in die wet: de gemeenschappelijke nationale wet; indien ook in die wet niets is voorzien: de lex fori; afwijkingen; onderhoudsvorderingen tussen gescheiden echtgenoten en de herziening ervan: de Echtscheidingswet (deze verwijzingsregel werd in het nieuwe Wetboek niet weerhouden); vorderingen tot terugbetaling door een overheidsinstelling: de wet die het openbaar lichaam beheerst (bv. naar Belgisch recht het OCMW of DAVO) 419. Het nieuwe Wetboek ziet af van elk onderscheid tussen de minder- of meerderjarige onderhoudsgerechtigden. De bepaling van de toepasselijke wet gebeurt op basis van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde. Er zijn nochtans twee nuanceringen op dit beginsel. Als de onderhoudsgerechtigde van land verandert, wordt het nationale recht van de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige toegepast, als deze laatste gewoonlijk in de betrokken Staat verblijft. Het Wetboek wil voorkomen dat de loutere verhuizing van de persoon die aanspraak maakt op levensonderhoud, gevolgen kan hebben voor het toepasselijk recht. 416 Dit verdrag werd nooit bekrachtigd door België. 417 Memorie van toelichting bij het voorstel van wet, in J. ERAUW en M. FALLON, o.c., I. D HAEYER, o.c., DAVO staat voor Dienst voor Alimentatievorderingen bij de FOD Financiën opgericht in toepassing van de wet van 21 februari 2003, B.S. 28 maart 2003.

23 echtscheiding_toestemming.book Page 222 Monday, November 21, :39 AM 222 Echtscheiding door onderlinge toestemming Dat criterium van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde maakt de toekenning van onderhoudsuitkeringen mogelijk, bijvoorbeeld aan een Marokkaanse echtgenote in België (art tweede lid W. IPR). Paragraaf 2 van artikel 74 W. IPR huldigt een alternatieve verwijzingsladder om de onderhoudsgerechtigde te beschermen binnen het familiale kader. Volgens de memorie van toelichting berust dit op een concrete beoordeling van de toepassing van het aangewezen recht waarbij een vergelijking wordt gemaakt tussen de bedragen die de onderhoudsgerechtigde op grond van de verschillende wetgevingen kan verkrijgen Inzake de alimentatieregeling in het echtscheidingsrecht heeft de wetgever de verwijzingsregel vervat in het voormelde Verdrag van Den Haag van 2 oktober 1973, t.w. dat het echtscheidingsrecht ook toepasselijk is op de onderhoudsverplichtingen tussen gewezen echtgenoten, niet weerhouden omdat dit een groot nadeel betekent als het gaat om een echtscheiding naar het Mohammedaans recht waar de vrouw geen recht heeft op onderhoudsgeld. In de memorie van toelichting 420 wordt gesteld dat artikel 74 W. IPR het recht bepaalt dat toepasselijk is op de onderhoudsregeling in het kader van een echtscheiding, terwijl de Echtscheidingswet zelf zal bepalen of een akkoord tussen de echtgenoten al dan niet noodzakelijk is, met referentie naar artikel 56 W. IPR. Artikel 56 bepaalt in dat verband onder n 3: Het recht van toepassing op de echtscheiding en op de scheiding van tafel en bed bepaalt met name: 1.; 2.; 3 de verplichting voor de echtgenoten om een overeenkomst te sluiten over de maatregelen betreffende de persoon, het onderhoud en de goederen van de echtgenoten en van de kinderen waarvoor zij de verantwoordelijkheid hebben; 4.. De verplichting om al dan niet een voorafgaande wilsovereenkomst op te stellen is dus afhankelijk van het echtscheidingsrecht. De inhoud daarente- 420 Memorie van toelichting, Parl. St. Senaat B.Z. 2003, nr. 3-27/1, 105.

24 echtscheiding_toestemming.book Page 223 Monday, November 21, :39 AM Hoofdstuk VI IPR-aspecten 223 gen van die overeenkomst kan, al naar gelang de behandelde materie, beheerst worden door de eigen onderscheiden wetmatigheden van die materie 421. C. Overgangsbepalingen 280. Artikel 127 dat van toepassing is inzake wetconflicten huldigt het beginsel van de onmiddellijke toepassing van de nieuwe bepalingen op toekomstige handelingen en feiten, alsook op de toekomstige gevolgen van vroegere handelingen en feiten. De uitbreiding tot de toekomstige gevolgen geldt evenwel niet voor contractuele en quasi-contractuele verbintenissen. Voor wat betreft de conventionele uitkeringen na echtscheiding, voorzien in een overeenkomst voorafgaand aan een echtscheiding door onderlinge toestemming (art. 1288, 4 Ger. W.), wordt verwezen naar infra randnr. 283, p Overeenkomst tot verstrekking van onderhoud A. Verdragsrecht 281. Vóór de inwerkingtreding van de W. IPR werd onderscheid gemaakt tussen het gemene recht enerzijds en het verdragsrecht anderzijds. In het gemene recht gold het principe dat de nationale wet van de betrokkenen moet gevolgd worden (bij verschillende nationaliteiten deze van de eiser), doch de Belgische wet gold als minimumverplichting. Er was nochtans een tendens om de voorkeur te geven aan het recht van de woonplaats of gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde. Voor uitkeringen na echtscheiding werd ook het standpunt verdedigd van de Echtscheidingswet. Het verdragsrecht dat voorrang heeft op het nieuwe wetboek wordt bepaald door het Verdrag van Den Haag van 24 oktober 1956 dat alleen van toepassing is op alimentatieverplichtingen jegens ongehuwde kinderen van jonger dan 21 jaar en waarbij als beginsel geldt: de wet van de gewone verblijfplaats van het kind. 421 H. JACOBS, l.c., 150.

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt: Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Raad van de Europese Unie Onderwerp Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1, 32003R2201 Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003 23.12.2003 L 338/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid INTERNATIONAAL ADVOCATENKANTOOR ADVOCAAT DR. ALFONSO MARRA JURIST VERTALER BEVOEGDHEID VOOR DE TWEETALIGHEID DUITS ITALIAANS VAN DE ZELFSTANDIGE PROVINCIE BOLZANO GESLAAGD VOOR HET STAATSEXAMEN VAN DUITSE

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003R2201 NL 01.03.2005 001.006 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT A.J.T. - MEMO'S - nr. 1. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Ingrid D'HAEYER Adjunct-hoofdadviseur Juridische Zaken NV KBC Bank INHOUD DEEL I. BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHTELUK PROCESRECHT Hoofdstuk

Nadere informatie

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * In zaak C-68/07, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Echtscheiding. Hulpplicht tussen echtgenoten. Voorlopige maatrgeleen t.o.v. de echtgenoten m.b.t. het levensonderhoud Datum 5 juni 2014 Copyright and disclaimer De

Nadere informatie

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

13585/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0149 (E) 13585/17 JUSTCIV 249 SM 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend; Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Gerechtelijke vereffening-verdeling. Artikel 1207 e.v. Ger. W. Deelakkoorden: geldigheid en bindende kracht. Artikel 1447 BW betreffende de overname van de gezinswoning

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Feitelijke scheiding. Vermoeden van toerekenbaarheid. Omkering Datum 22 december 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Echtscheiding en scheiding van tafel en bed. Gevolgen t.a.v. de echtgenoten. Uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding. Verschillende nationaliteiten. Verblijfplaats

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding in gemeen akkoord Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg Mechelen Onderwerp Vertegenwoordiging door voorlopig bewindvoerder in een echtscheidingsprocedure Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Arbeidsrechtbank te Tongeren Onderwerp Internationale verdragen en verordeningen. Multinationale verdragen. Arbeidsovereenkomst. Bevoegdheid Belgische rechtbanken. Vestigingsplaats. Arbeidsplaats.

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0173 (E) 12328/16 JUSTCIV 239 COREE 8 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2010 VAN DE RAAD van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0168 (E) 12327/16 JUSTCIV 238 COLAC 69 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-368/17 van dit artikel voor de erkenning als bedoeld in de artikelen 21, 22, 23 en 24 van verordening

Nadere informatie

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

13581/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0148 (E) 13581/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JUSTCIV 248 ACP 116 ESE 5 BESLUIT VAN

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0150 (E) 13586/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JUSTCIV 250 COLAC 110 ACP 118 ISL 39

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Rijksdienst voor Sociale zekerheid Directie Internationale Betrekkingen www.rsz.fgov.be Onderwerp Interimakkoorden en Europese Overeenkomst inzake Sociale Zekerheid: achterhaald?

Nadere informatie

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek:

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek: Auteur Bernard Waûters Onderwerp Dit is een uittreksel uit het boek: "Aandelen en echtscheiding" Jaar: 2000 Auteur: B. Waûters ISBN: 90 6215 725 4 Volume: 588 p. Prijs: 3.950 BEF (97,92 EUR) Uitgeverij:

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Beroep te Gent Onderwerp Echtscheiding. Kortgeding. Verblijfregeling kinderen. Temporele bevoegdheid Datum 10 maart 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 26.6.2012 2011/0059(CNS) AMENDEMENTEN 26-38 Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE473.957v01-00) inzake het voorstel

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De vereffening van vennootschappen vereenvoudigd Datum 7 juni 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0153 (E) 13587/17 JUSTCIV 251 COLAC 111 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

(Echt)scheiding en internationaal privaatrecht

(Echt)scheiding en internationaal privaatrecht (Echt)scheiding en internationaal privaatrecht mr. dr. A.R. van Maas de Bie 5e gewijzigde druk S d u U itg ev ers D e n H aag, 2014 Inhoudsopgave Voorwoord / 11 Afkortingenlijst / 17 i ï.i 1.2 1. 2.1 1.2.2

Nadere informatie

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Rechten en verplichtingen. Echtgenoten. Feitelijke scheiding. Hulp- en bijstandsverplichting. Vordering tot onderhoudsbijdrage. Ontstaan of voortduren van de scheiding.

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding in volledig akkoord Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.07.2006 COM(2006) 400 definitief GROENBOEK OVER COLLISIEREGELS OP HET GEBIED VAN HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS, MET INBEGRIP VAN DE KWESTIE VAN DE RECHTERLIJKE

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK. over het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in echtscheidingszaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK. over het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in echtscheidingszaken COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2005 COM(2005) 82 definitief GROENBOEK over het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in echtscheidingszaken (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0444 (E) 12103/15 JUSTCIV 202 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij

Nadere informatie

Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II. www.europa.eu.int/civiljustice

Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II. www.europa.eu.int/civiljustice NL Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II www.europa.eu.int/civiljustice Inleiding De ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid van de Europese Unie helpt mensen in

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Valsheid in geschriften. Conclusie neergelegd in een procedure tot echtscheiding. Conclusie houdende een vordering tot onderhoudsgeld op grond van valse beweringen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten EXEQUATURRECHT Vroeger onduidelijkheid omtrent begrippen art. 22 31 WbIPR geeft definities + moet er een rechtelijke

Nadere informatie

Bevoegdheid Nederlandse rechter vordering afgifte minderjarige na overbrenging buitenland

Bevoegdheid Nederlandse rechter vordering afgifte minderjarige na overbrenging buitenland JPF 2012/72 Gerechtshof 's-gravenhage 1 maart 2011, 200.072.990/01; LJN BR3349. ( mr. Mos-Verstraten mr. Van Dijk mr. Mink ) [De vrouw] te [gemeente], appellante, hierna te noemen: de vrouw, advocaat:

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Publius Express www.publius.be Onderwerp Bezwaarindienende derden hebben het recht om gehoord worden bij een stedenbouwkundig administratief beroep Datum 10 november 2014 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de voltrekking van huwelijken en de erkenning van de geldigheid

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Artikelen 792 en 1448 BW. Heling: toepassingsvoorwaarden. II. Artikelen 1446 en 1447 BW. Toewijzing bij voorrang. Moet het huisraad overgenomen worden met

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.7.2013 COM(2013) 554 final 2013/0268 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijzigng van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Huwelijksvermogensrecht. Wettelijk stelsel. Ontbinding. Vereffening. Vergoeding door het gemeenschappelijk vermogen Datum 21 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Ondertekend te Lugano op 30 oktober 2007 Preambule De hoge

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP-BESLUIT

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Vertaling C-499/15 1 Zaak C-499/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2015 Verwijzende rechter: Vilniaus miesto apylinkės

Nadere informatie