Unité. Notre projet final. Een kort filmpje maken over jezelf. In dit hoofdstuk leer je. DVD À plus 1. Enzo, le petit nouveau

Transcriptie

1 Unité 1 Enchanté! Notre projet final Een kort filmpje maken over jezelf In dit hoofdstuk leer je DVD À plus 1 Hoe je jezelf moet voorstellen Hoe je je voor- en achternaam kan spellen Over landen en nationaliteiten Persoonlijke informatie te geven en te vragen Hoe je kan zeggen dat je iets leuks of niet leuk vindt. Enzo, le petit nouveau vingt-trois 23

2 Moi, c est... 1 Je m appelle Emma Cahier d exercices, page 6 A. Lis le texte. Hieronder stelt Emma zich voor. Lees de tekst. Wat begrijp je al? Emma Morel Je m appelle Emma Morel. Emma, c est mon prénom. Morel, c est mon nom de famille. 3G 15:09 Mon sport préféré, c est le judo. Mon animal préféré, c est le chat. Mon objet préféré, c est mon téléphone. Ma ville : Paris. Mon chat Félix! Mes amies s appellent Marion, Karine et Anne. Les filles de la classe Salut Emma, ça va? Marion Marion 15:06 15:08 Emma 15:07 Salut les filles! J ai douze ans. B. Réponds. Geef antwoord met Vrai of Faux. 1. Elle a 12 ans. Vrai 2. Son chat s appelle Félix. 3. Le nom de famille d Emma, c est Dupuis. 4. La ville d Emma, c est Paris. 5. Elle a un téléphone. 6. Les amies d Emma s appellent Marie, Claire et Jade. C. Lis. Lees de informatie van Laura. Schrijf nu jouw informatie op een papiertje. Kijk goed naar het voorbeeld van Laura. D. Présente. In de klas kunnen jullie alle papiertjes husselen en opnieuw uitdelen. Presenteer in het Frans de persoon van het papiertje. De andere leerlingen raden wie het is: Qui est-ce? Sa ville, c est Utrecht. C est Anna! VILLE : Utrecht Non, ce n est pas Anna! C est Laura! ANIMAL : le cheval OBJET : le téléphone SPORT : la danse AMI(E)S : Lucas et Yunis 24 vingt-quatre

3 Leçon 1 : se présenter 2 Je me présente Maak een cirkel met 3 leerlingen. Je gaat aan elkaar vragen hoe je heet. Stel de vraag aan de persoon rechts van je. Probeer antwoord te geven, zoals in het voorbeeld. 1 Bonjour, comment tu t appelles? 2 Je m appelle Et toi, comment tu t appelles? 3 Moi, je m appelle Nos outils S appeler je m appelle tu t appelles il/elle (on) s appelle nous nous appelons vous vous appelez ils/elles s appellent 1 Heten ik heet jij heet hij/ zij /men heet (wij heten) wij heten jullie heten u heet zij heten 3 Des prénoms à la mode A. Lis. Lees in tweetallen de lijst van populaire voornamen in Frankrijk. Wat is jullie lievelingsnaam? Maak zinnen zoals in t voorbeeld. Bezittelijke voornaamwoorden (1) mijn jouw zijn/haar mannelijk mon ton son vrouwelijk ma ta sa meervoud mes tes ses Chloé Camille Océane Inès Piste 01 B. Écoute. Luister naar deze radiouitzending. Wat zijn de populairste voornamen in Frankrijk? Mon prénom préféré, c est Mathis. C. Wat zijn populaire voornamen in jouw land? Kijk op internet en presenteer de 3 meest voorkomende voornamen in jouw land. 4 Ça s écrit comme ça? Piste 02 Fille Manon Marie Léa Emma Cahier d exercices, page 8 A. Écoute. Luister hoe deze 8 personen hun naam spellen. Noteer hun namen. B. Schrijf als groepje een naam op van een bekend persoon. C. Probeer nu deze naam te spellen. De andere groepjes proberen te raden wie het is. «Qui est-ce?» S, T, R, O, M, A, E. C est Stromae! Oui! Garçon Lucas Théo Hugo Thomas Enzo Maxime Nathan Mathis Astuce + Vergeet niet bij het spellen de accenten te noemen: é = e accent aigu, è = e accent grave, ê = e accent circonflexe, ë = e tréma. Als er twee letters zijn, zeg je deux en dan de letter. Mélissa : M, E accent aigu, L, I, deux S, A. Als een zelfstandig naamwoord begint met een klinker mannelijke vorm pakken Dus ma amie mon amie Avoir Hebben j ai ik heb tu as jij hebt il/elle (on) a hij/ zij /men heeft (wij hebben) nous avons wij hebben vous avez jullie hebben ils/elles ont Bepaald lidwoord enkelvoud meervoud mannelijk le garçon l ami les garçons les amis C est / Ce n est pas Het is / Het is niet l C est Anna? l Non, ce n est pas Anna. l Het is Anna. l Het is niet Anna. u heeft zij hebben vrouwelijk la fille l amie les filles les amies + d activités Cahier d exercices vingt-cinq 25

4 Ados du monde 1 Les voisins de la France 10 A. Regarde et dis. Bekijk de kaart en zeg bij elk nummer de Franse naam van het land. La Suisse La Belgique L Allemagne L Espagne Ad L Italie La France Le Portugal 2 Les Pays-Bas de n o m u d s o Le Royaume-Uni 7 4 Le Luxembourg 3 5 Wist je dat Frans in veel landen wordt gesproken: Frankrijk, België, Luxemburg, Zwitserland, Canada en veel Afrikaanse lande n, zoals Mali en Bénin. B. Réponds. Geef antwoord met Vrai of Faux. 1. En Belgique, on parle néerlandais, français et allemand. 2. Aux Pays-Bas, on parle allemand. 3. Au Royaume-Uni, on parle anglais. 4. En Italie, on parle italien. 5. Au Luxembourg, on parle anglais. 6. En Suisse, on parle français. C. Cherche et fais une liste. In welke landen spreekt men Frans? Zoek op internet en maak samen met de klas een lijst van alle Franstalige landen. 2 Les nationalités Cahier d exercices, page 13 Piste 03 A. Écoute. Luister naar deze bijvoeglijk naamwoorden. Ze kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn. Welke vorm hoor je? Luister goed naar de laatste letters. Masculin (M) ou Féminin (F)? M 30 sec B. Choisis et complète. Kies in groepjes de letters die ontbreken om de nationaliteiten compleet te maken. Jullie hebben 30 seconden. F marocain marocaine belge belge Hugo Anne F R A N Ç chinois 26 chinoise allemand allemande italien italienne japonais japonaise néerlandais néerlandaise vingt-six S U I S S A R F M A E Q I S T Z O Kate Tom A N G L C A N A D A E S A L E R I G P I N

5 Leçon 2 : parler des pays et des nationalités 3 Les avatars A. Quelle nationalité? Fais des phrases. Hier zijn 6 avatars van 6 jongeren. Wat is hun nationaliteit? Maak zinnen zoals in het voorbeeld. anglaise espagnole allemande égyptien italien japonais Ahmed est égyptien. Salam! Je suis Ahmed. J ai 14 ans et j aime les BD! Ciao! Moi, c est Roberto. J ai 14 ans et j aime la musique. Hallo! Mon prénom est Lena. J ai 13 ans et j aime le judo. Hi! Je m appelle Julianne. J ai 14 ans. J aime les séries télé et le judo. Konnichiwa! Je m appelle Kenji. J ai 14 ans et j aime le cinéma. Hola! Moi, c est María. J ai 13 ans et j aime les BD et la musique. DOFUS Ankama Tout droits réservés. B. Lis le chat. Lees deze chat. Welke twee personen zijn aan het woord? Ahmed, Julianne, Roberto, Kenji, Lena of Maria? Nos outils 1 Lidwoorden voor landen Gebruik altijd een lidwoord bij landennamen: la Landen die eindigen op een -e: la France le Landen die eindigen op een andere letter: le Portugal, le Canada les Landen die eindigen op een -s: les Pays-Bas, les États-Unis Être je suis tu es il/elle (on) est nous sommes vous êtes ils/elles sont Nationaliteiten zijn ik ben jij bent hij/ zij /men is (wij zijn) wij zijn jullie zijn u bent zij zijn Elle l est anglaise et son ami est chinois. Elle l est italienne. Il l est russe. Benadrukte voornaamwoorden enkelvoud pronoms sujets je tu il/elle J ai 13 ans, et toi? Moi, j ai 14 ans. pronoms toniques moi toi lui/elle Salut, ça va? Oui, ça va bien. Et toi? Ça va. Tu as quel âge? J ai 14 ans. Et toi? Moi, j ai 13 ans. Ma langue est l espagnol. Tu aimes les BD? Non! Moi, j adore la musique. Je parle italien. Moi, j aime la musique et les BD. Ma BD préférée, c est Astérix et Obélix. Envoyer Werkwoorden op -er: Aimer houden van j aime ik hou van tu aimes jij houdt van il/elle (on) aime hij/zij /men houdt van (wij houden van) nous aimons wij houden van vous aimez jullie houden van ils/elles aiment [!] J aime la musique Ik houd van Ø muziek u houdt van zij houden van C. Kies twee avatars en schrijf een dialoog. Speel de dialoog voor de klas. + d activités Cahier d exercices vingt-sept 27

6 Je me présente 1 Je cherche un correspondant Cahier d exercices, page 19 A. Lis les textes. Jij zoekt een correspondent. Lees de teksten van deze leerlingen. Bonjour! Ça va, tout le monde? Je m appelle Duncan. Je suis anglais, mais j habite aux États-Unis. Je parle anglais, français et un petit peu espagnol. Je suis fan de skate, mais je n aime pas le surf. In Frankrijk leren leerlingen twee talen in het voortgezet onderwijs. En jij? Coucou! Moi, c est Rosa! J ai treize ans et j habite au Pérou. À la maison, nous parlons espagnol et français. Ma mère est suisse et mon père est péruvien. J aime beaucoup les séries. Ma série préférée, c est The Flash. Salut! Je m appelle Wei et je suis chinois. J habite à Beijing et j ai douze ans. Je parle chinois et un petit peu français, je ne parle pas anglais. J adore les jeux vidéo. Mon jeu préféré, c est Dofus. Voc + Pour parler de ses goûts : J aime J aime beaucoup J adore Je suis fan de Je me présente... Salut! Je m appelle Rachid. Je suis algérien et j habite à Alger. J ai quatorze ans, je n ai pas de frère et sœur. Je parle arabe, français et un peu anglais. J adore la musique électro. Je suis fan des Daft Punk. B. Réponds. Geef antwoord met Vrai of Faux. 1. Wei parle deux langues. 2. Duncan est américain. 3. Rosa a 12 ans. 4. Rachid est marocain. C. Qui parle trois langues? Wie spreekt er drie talen? Duncan, Rosa, Wei of Rachid? D. Écris. Schrijf op het bord wie er naast Nederlands nog een andere taal spreekt. Hoeveel verschillende talen spreken jullie in de klas? Prénom Michalina Tim Langue(s) parlée(s) polonais néerlandais et anglais 28 vingt-huit

7 Leçon 3 : demander et donner des informations personnelles 1 2 A. Lis à voix à haute. Regarde et indique ce qui est faux. Lees de tekst hardop voor. Spreek alle letters en cijfers volledig uit. Kijk naar het plaatje en geef aan wat er niet klopt. Nos outils Habiter wonen j habite ik woon tu habites jij woont il/elle (on) habite hij/ zij /men woont (wij wonen) nous habitons wij wonen vous habitez jullie wonen ils/elles habitent u woont zij wonen In of naar een land/stad Bonjour! Je m appelle Céline Dujardin. Je peux épeler mon nom. C est un nom français. Mon prénom, c est C, E accent aigu, L, I, N, E. Céline. Mon nom de famille, c est D, U, J, A, R, D, I, N. Dujardin. J habite à Paris, en France. J habite avec ma mère, mon père, mes 3 sœurs et nos 4 chats. Je suis la plus petite. J ai 13 ans. Ma sœur Océane a 16 ans. Ma sœur Léa a 20 ans et ma sœur Camille a 25 ans. Dans la maison, nous avons 5 chambres, 2 toilettes et 1 salle de bains. J aime beaucoup lire. J ai beaucoup de livres. J ai 44 livres. Je parle beaucoup de langues. Je parle 6 langues : français, anglais, espagnol, italien, allemand et un peu néerlandais. J ai 3 amies néerlandaises et 10 amies françaises. J adore la musique. J écoute chaque jour mes chansons préférées. J ai 7 chansons préférées. Dans ma chambre j écoute Spotify. J ai 31 albums avec 99 chansons au total. Et toi? Tu aimes lire et écouter de la musique? Leçon 3 : demander et donner des informations personnelles 3 Choisissez, demande et écris. In groepjes. Maak een Whatsappgroep: kies een groepsbeheerder. Hij/zij vraagt aan iedereen zijn telefoonnnummer en schrijft het op. o Quel est ton numéro de téléphone? Mon numéro de téléphone, c est le o Encore une fois, s il te plaît o Merci! en voor landen die vrouwelijk zijn en voor landen die beginnen met een klinker en l France / en Iran au voor landen die mannelijk zijn en beginnen met een medeklinker au l Portugal / au Luxembourg aux voor landen die meervoud zijn aux l Pays-Bas / aux États-Unis à voor plaatsnamen l J habite à Amsterdam. De ontkenning Onderwerp + ne/n + werkwoord + pas l Tu parles espagnol? l Non, je ne parle pas espagnol. l Tu habites à Paris? l Non, je n habite pas à Paris. Tellen van 11 tot 69 en van 70 tot onze 12 douze 13 treize 14 quatorze 15 quinze 16 seize 17 dix-sept 18 dix-huit 19 dix-neuf 20 vingt 21 vingt et un 22 vingt-deux 31 trente et un 40 quarante 50 cinquante 60 soixante 61 soixante et un 69 soixante-neuf 70 soixante-dix 71 soixante et onze 72 soixante-douze 79 soixante-dix-neuf 80 quatre-vingts 81 quatre-vingt-un 90 quatre-vingt-dix 91 quatre-vingt-onze 99 quatre-vingt-dix-neuf 100 cent + d activités Cahier d exercices vingt-neuf 29

8 Nos outils 1 Regelmatige werkwoorden op -er aimer parler habiter s appeler je/j aime parle habite m appelle tu aimes parles habites t appelles il/elle/on aime parle habite s appelle nous aimons parlons habitons nous appelons vous aimez parlez habitez vous appelez ils/elles aiment parlent habitent s appellent l J aime le cinéma et le volley. l Nous parlons français avec nos amis belges. l Ils habitent à Bamako. l Je m appelle Julia. Het werkwoord s appeler (heten) eindigt ook op -er, maar er komt nog iets VOOR het werkwoord. Je m appelle, tu t appelles, il s appelle, nous nous appelons, vous vous appelez, ils s appellent. Tip: s appeler heeft altijd dubbel l, behalve bij nous en vous! 2 De werkwoorden être en avoir être zijn avoir hebben je suis ik ben j ai ik heb tu es jij bent tu as jij hebt il/elle/on est hij/zij/men is, wij zijn il/elle/on a hij/zij/men heeft, wij hebben nous sommes wij zijn nous avons wij hebben vous êtes u bent, jullie zijn vous avez u heeft, jullie hebben ils/elles sont zij zijn ils/elles ont zij hebben I am English! Wir sind Deutsche! Vous êtes ici. Je suis anglais! Zij hebben een hond. Nous sommes allemands! Elles ont un chien. Hij is elf jaar. You are here. 3 Het bepaald lidwoord le, la, l, les enkelvoud meervoud mannelijk le garçon l adolescent les garçons les adolescents vrouwelijk la fille l adolescente les filles les adolescentes De en het is in het Frans le, la, l of les. Le is voor mannelijk, la voor vrouwelijk, l gebruik je als het woord met een klinker of stomme h begint. Meervoud is altijd les. l Le chien de Nina joue dans le parc ll De hond van Nina speelt in het park l L arbre est devant la maison. ll De boom staat voor het huis. 4 Het bijvoeglijk naamwoord bij nationaliteiten mannelijk français espagnol italien brésilien belge suisse vrouwelijke vorm maken mannelijk + e ien + ne vrouwelijk française espagnole italienne brésilienne belge suisse Je schrijft het bijvoeglijk naamwoord van een nationaliteit met een kleine letter. l Il est néerlandais. ll Hij is Nederlands. l Rutger est allemand. ll Rutger is Duits. Let op deze uitzondering: turc turque 30 trente

9 1 5 Voorzetsels voor landen en plaatsnamen en voor landen die vrouwelijk zijn. len l France au voor landen die mannelijk zijn. lau l Portugal / au Canada aux voor landen die meervoud zijn. laux l Pays-Bas / aux États-Unis à voor steden en dorpen l l J habite à Amsterdam. Landen die mannelijk zijn en die beginnen met een klinker gebruiken ook en: ll En Iran / en Afghanistan Een paar landen die eindigen op -e zijn toch mannelijk: ll au Mozambique, au Mexique. In het Nederlands kunnen deze voorzetsels zowel in als naar betekenen: l l Nous habitons à Montpellier, nous allons à Paris ce week-end. 6 De ontkenning ne... pas Onderwerp + ne/n + werkwoord + pas l Tu parles italien? l Non, je ne parle pas italien. l Tu aimes le chocolat? l Non, je n aime pas le chocolat. ne n Voor een klinker of een stomme h. l Il adore le cinéma, mais il n aime pas les séries. l Tu n étudies pas avec tes camarades? l Tu habites à Marseille? l Non, je n habite pas à Marseille, j habite à Toulouse. 7 Benadrukte voornaamwoorden pronoms sujets pronoms toniques je moi, je... tu toi, tu... il/elle lui, il... / elle, elle... Je kunt deze persoonlijk voornaamwoorden gebruiken om nadruk te leggen of om onderscheid te maken tussen twee personen. l Tu es néerlandais? Non, moi je suis belge. Elle, elle est allemande. l Moi, j aime la musique hiphop. Piste 04 Phonétique De uitspraak van Franse werkwoorden Cahier d exercices, page 17 Het is heel belangrijk om alle woorden goed uit te spreken. Je leert ze dan ook beter verstaan. Onthoud dat in het Frans de laatste letter(s) van een woord bijna nooit worden uitgesproken. Luister goed naar deze zinnen en zeg ze na. Welke letters spreek je niet uit? l Je parle français. l Tu aimes le foot? l Elle habite à Paris. l Nous parlons néerlandais. l Vous avez un chien? l Ils n aiment pas la danse. trente et un 31

10 MAG.COM La bande dessinée francophone La bande dessinée (BD) francophone est célèbre dans le monde entier. Tintin, Lucky Luke, Astérix... Tu connais ces personnages? A) Waar gaan deze affiches over volgens jou? B) Herken je een paar stripfiguren? C) Wat zijn de overeenkomsten tussen deze steden? Zet ze op de kaart op blz Gebruik zo nodig het Internet. D) Heb jij een lievelingsstripfiguur? Ken jij andere stripverhaal festivals? Is er ook zo n festival in jouw land? Zoek hiervoor informatie op Internet. 32 trente-deux

11 Tintin et Milou Geef antwoord. A) Hoe heet Kuifje in het Frans? B) Hoeveel stripboeken zijn er in totaal van Kuifje verkocht in de wereld? C) Zoek op internet hoe het eerste album van Kuifje heet.. D) Op welke datum verschijnt het eerste album van Kuifje? E) Zoek op internet hoeveel albums er in totaal zijn gemaakt van Kuifje. Hergé/Moulinsart 2018 MAG.tv Bekijk de vidéo «Enzo, le petit nouveau» (DVD). 2 Vous connaissez le nouveau? Bekijk de video nog een keer en beantwoord de vragen. a. Schrijf de voornamen op. Bestaan die ook in Nederland? b. Wat is de Nederlandse variant? 1 La nouvelle école d Enzo Enzo, le petit nouveau Bekijk «L école d Enzo». Wat is jouw eerste reactie? 3 Enzo, c est un prénom italien Geef antwoord met Vrai of Faux. a. Enzo ne parle pas français. b. Le père d Enzo est italien. c. La mère d Enzo est espagnole. Bekijk de video nog eens en controleer je antwoorden. je suis surpris(e) j aime je reconnais trente-trois 33

12 Lecture Qui suis-je?? Bonjour! Nous sommes ici pour le quiz «Qui suis-je?». Vous voulez participer au quiz? 1 Moi, je suis reporter, je suis belge et j ai un petit chien blanc. A. Hergé B. Pierre Vanheste C. Tintin 5 Tu aimes la pop? Moi, je suis un musicien canadien. Je parle anglais et français. A. Justin Timberlake B. Justin Bieber C. François Belieber 2 Nous sommes une équipe de foot de Paris. A. Olympique Marseille B. PSG C. AS Monaco 6 Nous habitons en Gaule, et nous n aimons pas les Romains. A. Les Schtroumpfs B. Astérix et Obélix C. Tintin et Milou 3 Mes meilleurs amis s appellent Harry et Ron. J habite à la maison Gryffondor. Je m appelle A. Isabelle B. Hermione C. Mionore 4 J aime chanter, j aime danser. Ma mère est belge, mon père est rwandais. A. Stromae B. Maestro C. Mostrae 7 Je suis un blogueur français. Ma chaîne Youtube a 11 millions d abonnés! A. Paulien Riemis B. Cyprien Iov C. Enzo Knol 8 Je parle néerlandais, français et anglais. J adore le français. C est ma langue préférée. Je suis : A. Ton prof B. Toi :-) C. Ta camarade de classe 34 trente-quatre

13 XXXXX : XXXXX Leçon 1 : se présenter Jeu de l oie Ganzenbord Lexique 1 Maak groepjes van 4. Iedereen pakt iets kleins als pion en begint bij start. Gooi de dobbelsteen en verplaats je pion naar het vak dat je gegooid hebt. Vertaal het woord naar het Frans of Nederlands. Weet je het niet? Dan moet je terug naar waar je vandaan komt. De persoon die als eerst bij de finish is, heeft gewonnen! Bonne chance! DÉPART DE VOORNAAM UN AMI DE SCHOOL 4 ICI 5 MERCI FRANS HOE HEET JIJ? LA VILLE DE ZUS LES PARENTS LES SPORTS ET LES LOISIRS HET HUIS J ADORE LA CLASSE ALSJEBLIEFT HABITER DE JONGEREN J AIME HOE GAAT HET? TU AS QUEL ÂGE? HET LAND trente-cinq 35

14 Projets A. Faire un poster de présentation Pak een groot vel papier voor een presentatie van jezelf. Kies wat je op je poster wilt zetten: naam, leeftijd, nationaliteit, welke talen je spreekt, lievelingssporten en hobby s, je beste vrienden. Knip plaatjes uit kranten en tijdschriften om op de poster te plakken. Schrijf korte zinnen over jezelf en illustreer het met de plaatjes die je hebt gevonden. Laat de poster aan de klas zien. J ai une sœur. Mon chien s appelle Pam.? Conseils pratiques Je parle anglais. J habite à Amsterdam. J aime le rock. Zorg voor voldoende tekst op de poster. Teken er dingen bij: smiley s, vlaggetjes, etc. B. Créer une vidéo de présentation personnelle Je kunt ook een digitale presentatie maken. Schrijf een script met zinnen waarin je jezelf voorstelt: naam, leeftijd, nationaliteit, welke talen je spreekt, lievelingssporten en hobby s, je beste vrienden. Oefen de uitspraak van de zinnen door ze hardop te zeggen. Vraag of iemand de video wil opnemen met een telefoon, een fototoestel of een camera. Maak een test kijk of alles er goed uitklinkt en of het Frans mooi en duidelijk klinkt. Laat de video aan de klas zien. Bonjour, Je m appelle Marc et j ai douze ans. Je suis néerlandais et j habite à Nimègue. Je parle néerlandais et anglais. Mon objet préféré, c est mon téléphone. J adore le sport. Mon sport préféré, c est la natation. Mes amis s appellent Casper, Samir et Britt. Conseils pratiques Zorg voor een lichte omgeving voor de opname Spreek duidelijk Kijk in de camera 36 trente-six

15 Jeu le VOYAGEUR 20' Doel van het spel Wie blijft er als laatste over? Spelverloop 1 Ga in een kring zitten. Één iemand gaat met de bal in het midden staan, hij is de voyageur (de reiziger). Benodigdheden leen kleine bal Wat oefenen we llandennamen lvoorzetsels voor plaatsen 2 De voyageur gooit de bal naar één van de spelers in de kring. Die zegt hardop een letter van het alfabet en gooit de bal naar een andere speler. Die speler zegt een nieuwe letter en gooit de bal weer door, etc. Let op: je mag geen letter noemen die al is gezegd! 3 Als de voyageur in zijn handen klapt, vraagt hij: Où suis-je? aan degene die de bal heeft. Die moet antwoord geven met een de naam van een land die begint met de letter die hij/zij net heeft genoemd. Voorbeeld: C : Tu es au Canada! Als de zin klopt, dan gaat diegene in het midden staan en de voyageur neemt zijn/haar plaats in. Als de zin niet klopt, ben je af en verlaat je de cirkel. Het spel gaat dan verder met dezelfde voyageur. 4 De laatste voyageur en de laatste speler in de cirkel hebben het spel gewonnen! trente-sept 37

16 Frans in andere vakken: Le français en cours de maths! Unité1 Rekenen en wiskunde in het Frans Rekenen heet in het Frans arithmétique. Als je het over wiskundige vormen hebt, zeg je géométrie. 1 A. Weet jij welke cijfers ontbreken in deze cijferreeksen? 1. un / cinq /... / quinze 2. vingt-deux /... / vingt-huit / trente et un 3. soixante / soixante-deux / soixante-quatre /... Piste 17 B. Luister naar de opname. Welke getallen hoor jij? / 65 / / 2 / / 80 / 24 2 Schrijf de sommen op in letters. 5 x 6 = = = = 10 8 x 8 = =... Astuce + x : fois + : plus - : moins -/- : divisé par = : égale 3 A. Kijk hoe deze vormen heten in het Frans. un hexagone un carré un triangle un rond un rectangle B. Bekijk deze kaart van Frankrijk. Welke vorm heeft Frankrijk? C. Welke geometrische vormen herken je in deze figuur? D. En nu jij: teken een figuur op basis van geometrische vormen. Welke vormen gebruik je? 38 trente-huit