Aanwijsbeleid Bedrijfsbrandweren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanwijsbeleid Bedrijfsbrandweren"

Transcriptie

1 Aanwijsbeleid Bedrijfsbrandweren Vastgesteld: Brandweer Rotterdam Centrum Industriële Veiligheid

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING DOELSTELLINGEN AANWIJSBELEID GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE AANWIJSBELEID BEDRIJFSBRANDWEREN TOEPASSINGSGEBIED AANWIJSBELEID BEDRIJFSBRANDWEREN UITVOERING LEESWIJZER WETTELIJK KADER ARTIKEL 13 BRANDWEERWET 1985 EN HET BESLUIT BEDRIJFSBRANDWEREN ARIE REGELING VISIE EN UITGANGSPUNTEN VISIE Nieuwe ontwikkelingen Actualisatie aanwijsbeschikkingen Aanwijzing op middelen Referentie scenario s Artikel 13 kennisdocument UITGANGSPUNTEN Informatie verschaffing Informatie richtlijn voor bedrijven Aanwijsbeschikking Site-trekkers beleid Uitbesteden bedrijfsbrandweerzorg Gaspakkenbeleid kw/m 2 en 10 kw/m 2 contouren Opleidingseisen uurs- en niet 24 uurs inrichtingen BHV organisaties VOLGORDE VAN AANSCHRIJVEN EN PLANNINGSKADER VOLGORDE VAN AANSCHRIJVEN PLANNINGSKADER UITVOERING ALGEMEEN... 20

4 6.2 TERMIJNEN HOREN ORGANISATIE PERSONEEL ICT TIJDSBESTEDING VERSLAGLEGGING BIJLAGE 1: BELEIDSNOTITIE SITE-TREKKERS BIJLAGE 2: BELEIDSNOTITIE GASPAKKEN BIJLAGE 3: INFORMATIE NOTITIE RAPPORTAGE ARTIKEL 13 BESLUIT BEDRIJFSBRANDWEREN BIJLAGE 4: WERKPROCEDURE ARTIKEL BIJLAGE 5: BEDRIJVENLIJST DISTRICT HAVEN BIJLAGE 6: BRIEF ARBEIDS INSPECTIE MBT BHV ERS... 29

5 1 SAMENVATTING Voor u ligt het aanwijsbeleid bedrijfsbrandweren van District Haven. Het beleid heeft als hoofddoel structureel en gewaarborgd uitvoering te geven aan de mogelijkheden die artikel 13 van de brandweerwet 1985 biedt, met als streefdoel 90% van alle nog niet aanof afgewezen inrichtingen binnen de Gemeente Rotterdam (die onder het Besluit Bedrijfsbrandweren vallen) aan- of af te wijzen voor het jaar Het beleid wordt, binnen District Haven, door het cluster Advisering en Vergunningverlening voor de Gemeente Rotterdam uitgevoerd en, in overleg, ook voor of namens andere gemeenten die participeren aan de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam Rijnmond (RHRR). Andere belangrijke doelstelling binnen dit beleid is om te anticiperen op ontwikkelingen die in het kader van Artikel 13 momenteel spelen, zoals daar zijn: Het tegengaan en voorkomen van rechtsongelijkheid tussen de verschillende inrichtingen; Het participeren in het herzien van het Besluit Bedrijfsbrandweren; Het ontwikkelen van nieuwe, landelijk geaccepteerde, referentiescenario s; Het actualiseren van de algemene bepalingen. De volgorde van aanschrijven is voornamelijk gebaseerd op de daarmee te boeken veiligheidswinst. Inrichtingen die een groot risico met zich meebrengen (BRZO 99 inrichtingen) en nog niet aan- of afgewezen zijn komen als eerste in aanmerking voor een aanwijstraject. Als tweede volgen de aanwijstrajecten voor spoorwegemplacementen en vervoersgebonden inrichtingen 1. Daaropvolgend komen de PBZO en de ARIE-plichtige inrichtingen in aanmerking. De volgorde voor het aanschrijven van de inrichtingen die nog aangewezen c.q. afgewezen moeten worden ziet er als volgt uit: VR-plichtige inrichtingen; Spoorwegemplacementen en vervoersgebonden inrichtingen; PBZO- en ARIE-plichtige inrichtingen; Overig. De jaarlijkse planningen worden apart opgesteld met als titel Voorlopige Aanwijsplanning Bedrijfsbrandweren. De uitvoering van dit beleid zal geschieden conform de binnen District Haven vastgestelde werkprocedures. District Haven zal, vooruitlopend op de ARIE melding, enkele vervoersgebonden inrichtingen waarvan bekend is dat die ARIE-plichtig zijn, aanschrijven tot het indienen van een bedrijfsbrandweerrapportage.

6 2 INLEIDING 2.1 Aanleiding Omdat binnen gemeente Rotterdam uitzonderlijk veel inrichtingen aanwezig zijn die een bovenmatig risico veroorzaken, is het omwille van de openbare veiligheid, belangrijk deze inrichtingen middels de voorhanden zijnde wettelijke instrumenten te voorzien van een vastgesteld veiligheidsniveau. Daarnaast is het ook belangrijk dit veiligheidsniveau middels dezelfde wettelijke instrumenten te handhaven. Het eerste instrument om eisen te stellen aan het veiligheidsniveau binnen de inrichtingen is de milieuvergunning. In deze vergunning kunnen eisen worden opgenomen m.b.t. blussystemen, brandpreventieve voorzieningen e.d. Brandweer Rotterdam is adviseur van de Dienst Centraal Milieubeheer Rijmond (DCMR) het orgaan dat de vergunning in gevolge de Wet Milieubeheer (Wm) opstelt, in deze en kan middels de adviezen sturing geven aan het gewenste veiligheidsniveau binnen de inrichtingen. Een tweede instrument is de bouwvergunning welke is benodigd voor nieuwbouw en aanpassingen aan bestaande bouw. Brandweer Rotterdam is wettelijk adviseur van het orgaan ds+v die de vergunningen opstelt. Het derde instrument is artikel 13 uit de brandweerwet 1985 en het daarbij behorende Besluit Bedrijfsbrandweren. Dit instrument is specifiek door de brandweer te gebruiken om het nog aanwezige restrisico binnen de inrichtingen af te dekken middels het aanwijzen van een bedrijfsbrandweer. Deze bedrijfsbrandweer wordt dan ook gezien als de laatst mogelijke Line Of Defence om effecten bij incidenten binnen de inrichting te houden. 2.2 Doelstellingen aanwijsbeleid De doelstelling van dit aanwijsbeleid is structureel en gewaarborgd uitvoering geven aan de mogelijkheden die artikel 13 van de brandweerwet 1985 biedt met als streefdoel 90% van alle nog niet aan- of afgewezen inrichtingen binnen het verzorgingsgebied van de RHRR (die onder het Besluit Bedrijfsbrandweren vallen) aan- of af te wijzen voor het jaar Andere belangrijke doelstelling binnen dit beleid is om te anticiperen op ontwikkelingen die in het kader van Artikel 13 momenteel spelen, zoals daar zijn: Het tegengaan en voorkomen van rechtsongelijkheid tussen de verschillende inrichtingen; Het participeren in het herzien van het Besluit Bedrijfsbrandweren; Het ontwikkelen van nieuwe, landelijk geaccepteerde, referentiescenario s; Het actualiseren van de algemene bepalingen. Dit beleid geldt voor onbepaalde duur en kan tussentijds herzien worden.

7 2.3 Geografische reikwijdte aanwijsbeleid Bedrijfsbrandweren Het aanwijsbeleid Bedrijfsbrandweren wordt door het cluster Advisering en Vergunningverlening binnen District Haven uitgevoerd voor de Gemeente Rotterdam en haar deelgemeenten en op verzoek voor het gehele verzorgingsgebied van de RHRR. 2.4 Toepassingsgebied aanwijsbeleid bedrijfsbrandweren Het beleid zoals neergeschreven in dit document is er op gericht de hiervoor benoemde doelstellingen te verwezenlijken. Als een beschikking eenmaal is opgesteld en vastgesteld houdt het cluster Toezicht Controle en Handhaving van District Haven toezicht op de naleving en kan bij geconstateerde overtredingen handhavend optreden. Voor de handhaving van de beschikkingen is een apart beleidsdocument gemaakt getiteld Beleid controle, Toezicht en Handhaving Artikel 13 Brandweerwet 1985 en valt daarom niet binnen de werksfeer van dit beleidsdocument. 2.5 Uitvoering Sinds 1994 heeft de Commandant van Brandweer Rotterdam - gemandateerd door burgemeester en wethouders (B&W) conform besluit uit het Integraal mandaat- en volmachtbesluit - uitvoering gegeven aan het Besluit Bedrijfsbrandweren. Concern afdeling Preparatie en Operationele Voorbereiding van Brandweer Rotterdam deden de uitvoering. Deze afdelingen hebben destijds een inventarisatie gemaakt van inrichtingen welke in aanmerking zouden komen voor een aanwijzing. Vervolgens hebben zij de Algemene bepalingen vastgesteld waaraan de inrichtingen dienen te voldoen welke een aanwijzing inzake de bedrijfsbrandweer krijgen. In het jaar 1999 is met de komst van BRZO 99 de uitvoering van het Besluit Bedrijfsbrandweren geheel bij district Haven neergelegd. 2.6 Leeswijzer In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op het wettelijke kader van artikel 13 van de Brandweerwet 1985 en het Besluit Bedrijfsbrandweren. In hoofdstuk 4 wordt de visie m.b.t. het aanwijsbeleid van district haven toegelicht en worden de uitgangspunten binnen dit beleid behandeld. Hoofdstuk 5, 6 en 7 geven weer hoe de planning, de uitvoering van dit beleid en de organisatie die nodig is voor de uitvoering van dit beleid eruit komt te zien.

8 3 WETTELIJK KADER In dit hoofdstuk worden de wettelijke taken van de Brandweer met betrekking tot het Besluit Bedrijfsbrandweren summier beschreven. De meeste aandacht zal uitgaan naar de in 2004 ingevoerde ARIE regeling voor vervoersgebonden inrichtingen. Deze regeling is namelijk van invloed op het uitvoeringsbeleid Besluit Bedrijfsbrandweren. 3.1 Artikel 13 Brandweerwet 1985 en het Besluit Bedrijfsbrandweren In het kader van artikel 13 van de Brandweerwet 1985 kunnen Burgemeester en Wethouders een inrichting die in geval van een brand of ongeval bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid, aanwijzen als bedrijfsbrandweerplichtig. Verder is op 1 maart 1990 het Besluit Bedrijfsbrandweren in werking getreden. Dit besluit is een uitvloeisel van artikel 13 van de Brandweerwet De aanwijzing geschiet op basis van informatie die door de inrichting wordt geleverd in de vorm van een bedrijfsbrandweerrapport (o.a. deel 3 van het veiligheidsrapport) en eventuele aanvullingen op dat rapport. Selectie van inrichtingen die kunnen worden aangewezen tot het hebben van een bedrijfsbrandweer vind plaats volgens de hieronder beschreven (artikel 2 van het Besluit Bedrijfsbrandweren) selectiecriteria. Selectiecriteria Besluit Bedrijfsbrandweren Voor een aanwijzing als inrichting die over een bedrijfsbrandweer moeten beschikken, komen slechts in aanmerking: 1. inrichtingen waarop paragraaf 2 van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 van toepassing is; 2. inrichtingen met installaties waarop Hoofdstuk 2, Afdeling 2, van het Arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing is voor zover het betreft: inrichtingen die geheel of nagenoeg geheel zijn bestemd voor de opslag in verband met vervoer van in die afdeling genoemde stoffen, al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten; spoorwegemplacementen voor zover zij geen onderdeel zijn van een inrichting waarop het Besluit risico s zware ongevallen 1999 van toepassing is; 3. inrichtingen, bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de Kernenergiewet, behoudens in de gevallen dat artikel 44 van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen van toepassing is; 4. inrichtingen, waarin radioactieve stoffen voorhanden zijn, worden bereid dan wel toegepast, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Kernenergiewet, niet zijnde inrichtingen als bedoeld in de onderdelen a en b van dit artikel; 5. inrichtingen, waarin vaste stoffen of vloeistoffen voorhanden zijn, die bij verhitting tot brandgevaarlijke situaties kunnen leiden en waarvan de totale verbrandingsenergie meer bedraagt dan kj. En dan alleen als er bij brand of een ongeval sprake is van: - persoonlijk letsel buiten de inrichting, gewonden, doden (acute persoonlijke schade); - directe materiële schade buiten de inrichting, beschadiging aan gebouwen en dergelijke; - escalatie (domino effecten) van de brand of het ongeval binnen de inrichting bij niet tijdig ingrijpen.

9 De aanwijzing wordt gebaseerd op het door de inrichting ingediende bedrijfsbrandweerrapport welke informatie geeft over aanwezige voorzieningen, soorten mogelijke incidenten en voor de omvang van de bedrijfsbrandweer maatgevende scenario s. Aan de hand van de beoordeling van het bedrijfsbrandweerrapport wordt een aanwijsbeschikking afgegeven door de Commandant van de Gemeentelijk Brandweer van Rotterdam namens het college van Burgemeester en Wethouders. De aanwijsbeschikking dient beschouwd te worden als maatwerk en vermeld dat de inrichting moet beschikken over een bedrijfsbrandweer en hoe groot de operationele basissterkte van deze bedrijfsbrandweer moet zijn (uitgedrukt in personen en middelen). Verdere nadere eisen waar de inrichting aan moet voldoen zijn uitgewerkt in de Algemene Bepalingen voor bedrijfsbrandweren vallend onder artikel 13 brandweerwet Kenmerk Dam/FB/2 datum: 25 maart Als de aanwijsbeschikking eenmaal is afgegeven is deze geldig voor onbepaalde tijd. De beschikking kan worden herzien (geactualiseerd) in een van de volgende gevallen: Na wijziging of uitbreiding van een aangewezen inrichting dan wel verandering van de daarin gebezigde processen die in betekenende mate consequenties hebben voor de inhoud van het rapport inzake de bedrijfsbrandweer of het veiligheidsrapport (artikel 5 Besluit Bedrijfsbrandweren); Na wijziging van de omgeving van een aangewezen inrichting die in betekenende mate consequenties heeft voor de maatgevende incidentscenario's, dan wel voor de scenario's voor een mogelijk zwaar ongeval op het terrein van de inrichting (artikel 6 Besluit Bedrijfsbrandweren); Voortschrijdend inzicht, o.a. ten aanzien van de scenariokeuzes of de introductie van nieuwe (bestrijding)technieken, die in betekenende mate consequenties hebben voor de inhoud van het rapport inzake de bedrijfsbrandweer (Algemene Bepalingen Brandweer Rotterdam). 3.2 ARIE regeling In artikel 2 van het Besluit Bedrijfsbrandweren wordt onder meer verwezen naar hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. De voornoemde afdeling is in februari 2004 gewijzigd. In de Staatscourant nr. 69 van 24 februari 2004 is beschreven dat de bepalingen m.b.t. arbeidsveiligheidrapportages (AVR) vervangen worden door Aanvullende voorschriften m.b.t. de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E). Deze wordt aangeduid als 'ARIEregeling'. Inrichtingen waar gevaarlijke stoffen (in een installatie en/of in opslag), incl. ontplofbare stoffen, aanwezig zijn kunnen op basis van grenswaarden (in kilogrammen) en omstandigheidfactoren uit art. 2.3 van deze afdeling onder de ARIE-regeling vallen. Uitzonderingen zijn in art. 2.3b beschreven. In hoofdlijnen zijn uitgezonderd BRZOinrichtingen, inrichtingen die vallen onder het Besluit opslag en transportbedrijven en ondergrondse winningsindustrie/winningsindustrie die delfstoffen winnen m.b.v. boringen. Vanuit de Arboregelgeving richt de nieuwe regeling zich ten opzichte van de AVR-regeling meer op de organisatorische aspecten van inrichtingen met majeure risico's door 2 Op dit moment worden de Algemene Bepalingen geactualiseerd. Zie paragraaf en 4.1.2

10 gevaarlijke stoffen. De voornoemde aspecten omvatten het hebben van een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO), een Veiligheids Beheers Systeem (VBS) en een intern noodplan. Deze zijn gebaseerd op uitgewerkte scenario's. Een ander verschil tussen de AVR en ARIE is dat de eerste gericht was op installaties en de laatste op de inrichting als geheel. Voor de overgang van AVR naar ARIE is een ruime overgangstermijn gegeven. Voor inrichtingen die voorheen niet AVR-plichtig waren is dat 2 jaar. Inrichtingen die wel AVRplichtig waren hebben 5 jaar om aan de ARIE-regeling te voldoen. Tenzij zij binnen deze periode een herzien AVR moeten indienen, dan dient deze aangepast te worden aan de ARIE-regeling. ARIE-plichtige inrichtingen Inrichtingen die ARIE-plichtig zijn dienen dit middels een melding aan de Arbeidsinspectie kenbaar te maken. De Arbeidsinspectie dient, op basis van artikel 2.5g lid 3 van de ARIEregeling, een kopie van deze melding toe te sturen aan: Bevoegd Gezag Wet Milieubeheer c.q. B&W van de betreffende gemeente (tenzij zij ook het Bevoegd Gezag Wm zijn) het bestuur van de regionale brandweer binnen wier gebied de inrichting is gelegen toe te sturen. Deze doormelding zal door District Haven, in het kader van de uitvoering van het Besluit Bedrijfsbrandweren, gebruikt worden om ARIE-plichtige inrichtingen aan te schrijven, opdat zij een bedrijfsbrandweerrapportage indienen.

11 4 VISIE EN UITGANGSPUNTEN 4.1 Visie Zoals reeds gemeld in de inleiding heeft sinds 1994 de Commandant van Brandweer Rotterdam - gemandateerd door burgemeester en wethouders conform besluit uit het Integraal mandaat- en volmachtbesluit - uitvoering gegeven aan het Besluit Bedrijfsbrandweren. Brandweer Rotterdam is van mening dat er een gestructureerd en duidelijk aanwijsbeleid gevoerd dient te worden met daarin vastgelegd alle tot op heden ontwikkelde werkprocessen en beleidsnotities in het kader van artikel 13 Brandweerwet 1985 en het Besluit Bedrijfsbrandweren Nieuwe ontwikkelingen Zowel binnen District Haven als landelijk vinden nieuwe ontwikkelingen plaats op het gebied van bedrijfsbrandweeraanwijzingen. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: Evaluatie en herziening van het Besluit Bedrijfsbrandweren door het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), District Haven is nauw betrokken bij deze evaluatie en heeft zitting in de begeleidingsgroep van dit project; Actualisatie van de Algemene Bepalingen om een betere handhaafbaarheid te verkrijgen en een harmonisering van regionaal beleid. Samen met diverse andere regionale brandweren en vertegenwoordigers vanuit BZK wordt gewerkt aan de actualisatie en verbetering van de bestaande Algemene bepalingen. Ook wordt er naar gestreefd om te komen tot landelijk gedragen beleid en uitgangspunten. De initiator en trekker van dit project is District Haven. Van kracht worden ARIE regeling: onlangs is de oude AVR regeling vervangen door de ARIE regeling, daar het Besluit Bedrijfsbrandweren verwijst naar de AVR regeling en hiermee de opvolger hiervan wordt het mogelijk om een nieuwe groep inrichtingen onder het regime van artikel 13 te laten vallen. Het gevolg hiervan is dat eindelijk de vervoersgebonden inrichtingen en dan voornamelijk de grotere container bedrijven aangewezen kunnen worden. Hierdoor kan er iets gedaan aan de rechtsongelijkheid t.o.v. een aantal containeroverslagbedrijven die vanuit het verleden (AVR- cq. EVR-plicht) aangewezen zijn. Momenteel worden de mogelijkheden van een aanwijzing op middelen de zogenaamde nul-aanwijzing onderzocht Actualisatie aanwijsbeschikkingen In paragraaf 3.1 zijn een drietal gevallen benoemd waarbij een aanwijsbeschikking in aanmerking komt voor een actualisatie. Daarnaast kan actualisatie van de aanwijsbeschikkingen nodig zijn in een van de volgende gevallen: Wijzigingen binnen de inrichting n.a.v. het nieuwe tankbeleid; Het in werking treden van de geactualiseerde algemene bepalingen; Herziening Besluit Bedrijfsbrandweren. Binnen het planningskader (hoofdstuk 5) zal rekening gehouden worden met de hierboven genoemde mogelijke aanleidingen voor een actualisatie van de aanwijsbeschikkingen.

12 Het nieuwe tankbeleid zal leiden tot investeringen in voorheen nog niet aanwezige preventieve voorzieningen op tanks. Deze voorzieningen kunnen van invloed zijn op de aanwijsbeschikking van de desbetreffende inrichtingen. Indien de investeringen tot gevolg hebben dat de personele component van de operationele basissterkte van de bedrijfsbrandweer kan worden verlaagd, zal op verzoek van het bestuur van de inrichting de aanwijsbeschikking geactualiseerd worden. De geactualiseerde Algemene Bepalingen zullen op zijn vroegst hun intrede doen eind Wat de gevolgen zijn van het in werking treden van de nieuwe Algemene Bepalingen m.b.t. de bestaande aanwijsbeschikkingen is nog niet duidelijk. Hiervoor zal een nieuwe werkprocedure met bijbehorende overgangstermijn ontwikkeld worden. De geactualiseerde Algemene Bepalingen zullen in ieder geval leiden tot vragen vanuit de inrichtingen die door de medewerkers van District Haven moeten worden behandeld. Zoals al eerder aangegeven wordt de aanwijsbeschikking ingevolge het Besluit Bedrijfsbrandweren afgegeven voor onbepaalde tijd en kan het bevoegde gezag de beschikking herzien als aan een van de in paragraaf 3.1 genoemde voorwaarden wordt voldaan. Echter als eenmaal een bedrijfsbrandweerrapportage door een inrichting is overlegd en door Brandweer Rotterdam als definitief is vastgesteld, kan niet zomaar periodiek een nieuwe bedrijfsbrandweerrapportage van de inrichting worden verlangd met als doel wijzigingen te identificeren. Dit zou betekenen dat de brandweerwet moet worden aangepast. Uitzondering hierop zijn VR-plichtige inrichtingen. Deze inrichtingen moeten iedere vijf jaar een nieuw Veiligheids Rapport indienen waar de bedrijfsbrandweerrapportage onderdeel van uitmaakt (deel III). Voor de overige niet VR-plichtige inrichtingen zullen op dit moment wijzigingen, die in betekende mate consequenties hebben voor de inhoud van het bedrijfsbrandweerrapport, middels te beoordelen aanvragen voor het veranderen van de inrichting (advies op vergunningen) en artikel 13 inspecties (toezicht) geïdentificeerd moeten worden teneinde het hoofd of de bestuurder van de desbetreffende inrichting zo spoedig mogelijk een dienovereenkomstig gewijzigd rapport aan B&W te laten overleggen Aanwijzing op middelen Inrichtingen waar naast bouwkundige voorzieningen ook stationaire voorzieningen zoals branddetectie, doormeldinstallatie, blusgasinstallaties, (automatische) sprinkler- 3, en deluge-installaties 4 etc. aanwezig zijn en die voldoen aan de selectiecriteria zoals vermeld in paragraaf 3.1 (met daarbij in acht genomen het feit dat er maatgevende scenario s voor de inrichtingen opgesteld kunnen worden voor de inzet van een bedrijfsbrandweer bij het ontbreken van deze voorzieningen), kunnen in aanmerking komen voor een aanwijzing zonder een personele component. Op dit moment worden al gefaseerde beschikkingen opgesteld (zie paragraaf 4.2.3) die in de tweede fase een lagere personele component bevatten dan in de eerste fase i.v.m. investeringen die door het bestuur van de inrichting zijn gedaan in stationaire voorzieningen.!"# $"$"%$#$%"&'$(!) "!

13 Volgens artikel 4 lid 5 van het Besluit Bedrijfsbrandweren kunnen Burgemeester en wethouders eisen stellen aan o.a. voorzieningen inzake bluswater, melding, alarmering, verbindingen en blusmaterieel. Op grond van het bovenstaande en omdat de personele component dus onlosmakelijk verbonden is met de aanwezige stationaire voorzieningen (de bedrijfsbrandweer dient een beschikbaarheid te hebben van 100%) kunnen dus eisen en voorwaarden in de aanwijsbeschikking worden opgenomen om de inrichting te verplichten aan te tonen dat de aanwezige stationaire voorzieningen op basis van gelijkwaardigheid net zo betrouwbaar, doelmatig en bedrijfszeker zijn als een inzet van een bedrijfsbrandweer. Deze eisen en voorwaarden dienen op maat, rekening houdend met artikel 4 lid 6 van het besluit bedrijfsbrandweren, in de aanwijsbeschikking te worden opgenomen en zullen voor iedere inrichting dus verschillen Referentie scenario s Uit de praktijk is gebleken dat de huidige referentie scenario s niet afdoende zijn om alle mogelijke geloofwaardige scenario s te voorzien van een conform de referentie scenario s bepaalde operationele basissterkte. Op dit moment zijn er een 13-tal referentiescenario s waaruit gekozen kan worden zoals beschreven in het boekje de bedrijfsbrandweer uitgegeven door BZK. District Haven wil deze lijst referentie scenario s verder uitbreiden. De scenario s worden ontwikkeld o.a. binnen het aanwijstraject van spoorwegemplacementen, vervoersgebonden inrichtingen en grote opslagloodsen. Bij het opstellen van deze scenario s zullen ervaring (werkelijk gebeurt) scenario s een grote rol vervullen. De nieuwe referentiescenario s zullen, alvorens ze gebruikt worden door Brandweer Rotterdam, binnen brandweer Nederland verspreid worden voor commentaar en aanvullingen om zo een landelijk draagvlak te creëren. De nieuwe referentie scenario s worden vervolgens toegevoegd aan het artikel 13 kennisdocument Artikel 13 kennisdocument In de loop der jaren is de aanwijsprocedure verder ontwikkeld en de kwaliteit van zowel de bedrijfsbrandweerrapportages als ook de uiteindelijke aanwijs beschikkingen verhoogd. Zo is er in 2001 een kennisdocument artikel 13 opgesteld met daarin een bundeling van de aanwezige kennis en de vastlegging van de te gebruiken procedure. Dit kennisdocument is een handvat voor de medewerker Industriële Veiligheid om tot een objectieve bedrijfsbrandweeraanwijzing te komen. Het kennisdocument artikel 13 is opgebouwd rond de te onderscheiden procedurestappen die genomen kunnen worden tijdens het doorlopen van een artikel 13 traject. Deze procedure stappen zijn kort weergegeven in hoofdstuk 6. Voor elke procedurestap zijn informatiedocumenten of standaarden ontwikkeld welke onderdeel zijn van het kennisdocument. Gezien het aanwijzen van bedrijfsbrandweren als maatwerk te beschouwen is, staat het de medewerkers vrij om, indien dat gewenst dan wel noodzakelijk geacht wordt, af te wijken van de in het kennisdocument aanwezige voorbeelden.

14 Het kennisdocument wordt voortdurend verder ontwikkeld middels het aanpassen van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen en procedures en is beschikbaar voor alle medewerkers van Brandweer Rotterdam die met bedrijfsbrandweeraanwijzingen te maken hebben. 4.2 Uitgangspunten Informatie verschaffing Wanneer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 2 van het besluit bedrijfsbrandweren, verzoeken burgemeester en wethouders het hoofd of de bestuurder van de inrichting, binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek aan hen een rapport inzake de bedrijfsbrandweer te overleggen, dat de conform artikel 3, lid 1 van het besluit bedrijfsbrandweren genoemde gegevens bevat. Burgemeester en wethouders kunnen het hoofd of de bestuurder van de inrichting daarna nog éénmaal verzoeken hen aanvullende gegevens te verschaffen. VR inrichtingen Indien het bedrijfsbrandweerrapport (deel 3 van het veiligheidsrapport) en de daarop verzochte aanvulling ook na veelvuldig overleg en correspondentie onvoldoende gegevens oplevert, zal een aanwijsbeschikking opgesteld worden met daarin een operationele basissterkte die de vermoede aanwezige restrisico s voldoende afdekt. Dit kan betekenen dat een inrichting een veel hogere aanwijzing krijgt dan dat in werkelijkheid nodig zou zijn i.v.m. het niet afdoende kunnen inventariseren van de risico s. Niet VR inrichtingen Indien de redelijkheidstoets heeft uitgewezen dat een inrichting een bijzonder gevaar oplevert voor de openbare veiligheid, het bedrijfsbrandweerrapport en de daarop verzochte aanvulling ook na veelvuldig overleg en correspondentie geen of onvoldoende gegevens oplevert en de inrichting deze ook niet wil geven zal het aanwijstraject uitgebreid worden middels een gesprek met het hoofd of de bestuurder van de inrichting en de Commandant van Brandweer Rotterdam. Mocht ook dan de inrichting geen gehoor willen geven aan het verzoek van B&W, is men in overtreding (strafbaar feit) (art 21/23 Brandweerwet 1985). Daarnaast kan het aanleiding geven tot het toepassen van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen (via art 125 Gemeentewet en/of hoofdstuk 5 Algemene wet bestuursrecht) Informatie richtlijn voor bedrijven Om meer eenheid te krijgen in de door de inrichtingen ingediende bedrijfsbrandweerrapportages is er een informatierichtlijn ontwikkeld die gebruikt kan worden bij het opstellen van het bedrijfsbrandweerrapport. Deze richtlijn voorkomt discussies over de inhoud en opbouw van de rapportages. Binnen de richtlijn wordt veel aandacht besteed aan de uitvoering van een duidelijke taakanalyse en een goede grafische onderbouwing. De richtlijn wordt verstrekt aan de inrichtingen die in een aanwijstraject zitten en is als bijlage bijgevoegd. Op dit moment wordt deze richtlijn geactualiseerd en zal zodra deze is vastgesteld de huidige richtlijn vervangen.

15 4.2.3 Aanwijsbeschikking Om de motivering van de aanwijsbeschikkingen inzichtelijk te maken dienen er zoveel mogelijk overwegingen in opgenomen te worden. Dit zijn overwegingen welke onder andere duidelijk informatie geven over: Totstandkoming van de ingediende bedrijfsbrandweerrapportage; Indien nodig een historisch overzicht van het aanwijstraject; Welke scenario s door Brandweer Rotterdam eventueel zijn aangepast; De conclusies welke volgen uit de aangepaste scenario s (vastgelegd in de capaciteitsbepaling); Het maximale brandoppervlak dat binnen de inrichting aanwezig is; Het aanwezig zijn van een aantoonbare overeenkomst met een Contractor waaraan de uitvoering van de bedrijfsbrandweerzorg is uitbesteed; Verder dienen er eenduidige bepalingen vastgelegd te worden in de aanwijsbeschikking die vervolgens goed toetsbaar en indien nodig handhaafbaar zijn zoals o.a.: grote van de personele evenals de materiele operationele basissterkte; op welke scenario s de personele en de materiele component binnen de aanwijsbeschikking gebaseerd is; de minimaal te leveren hoeveelheid koel-/bluswater voor het grootste artikel 13 scenario; de minimale hoeveelheid schuim vormend middel welke op het terrein van de inrichting aanwezig dient te zijn; eisen gesteld aan preventieve systemen welke van invloed zijn op de operationele basissterkte; het inzien en goedkeuren van programma s van eisen voor onderhoud en nieuwbouw van de hiervoor genoemde preventieve systemen en het inzien en goedkeuren van de bijbehorende periodieke onderhoud- en testsystemen; het inzien en goedkeuren van periodieke oefenplannen en oefenroosters. Enkele van de hierboven genoemde bepalingen, die landelijk ondersteund worden, zullen in de nieuwe Algemene Bepalingen worden verwerkt. Gefaseerde aanwijsbeschikking Dit type beschikking heeft een in twee of meer fasen opgesplitste eis m.b.t. de personele en materiele component van de operationele basissterkte. De gefaseerde beschikking biedt de mogelijkheid om een inrichting tijdelijk een hogere aanwijzing te geven totdat aan bepaalde voorwaarden (b.v. vrijwillige investeringen in stationaire preventieve voorzieningen) wordt voldaan die een lagere operationele basissterkte tot gevolg hebben. Nadat een inrichting aantoonbaar aan de voorwaarden heeft voldaan wordt middels een officieel schrijven richting de inrichting medegedeeld dat de eerstvolgende fase van de beschikking van toepassing is Site-trekkers beleid Onder site-trekker wordt de inrichting verstaan die de operationele bedrijfsbrandweerzorg, in combinatie met de (brand)preventieve infrastructuur, al dan niet wettelijk verplicht voor zichzelf en voor een buurbedrijf op hetzelfde bedrijfsterrein verzorgt. De site-trekker constructies zijn ontstaan door opsplitsing en/of verkoop van bedrijfsonderdelen binnen één en dezelfde inrichting.

16 Alle partijen binnen een site-trekker constructie dienen in het bezit te zijn van een eigen vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer en (wanneer ze voldoen aan het in paragraaf 3.1 gestelde) een aanwijsbeschikking ingevolge het Besluit Bedrijfsbrandweren. Het site-trekkersbeleid is vastgesteld in de beleidsnotitie d.d. 1 september 1998 welke is bijgevoegd. Nieuwe site-trekker constructies anders dan die genoemd in de beleidsnotitie worden niet toegestaan Uitbesteden bedrijfsbrandweerzorg Elke inrichting die de uitvoering van de bedrijfsbrandweerzorg uitbesteed aan een contractor dient een aantoonbare overeenkomst te hebben met deze contractor. Indien er sprake is van uitbesteding van de bedrijfsbrandweerzorg bij inrichtingen die onderdeel uitmaken van een site-trekkerconstructie dienen de afzonderlijke inrichtingen eveneens een eigen aantoonbare overeenkomst te hebben met de desbetreffende contractor en niet alleen met de site-trekker. Hierdoor is er sprake van een eenduidige juridische lijn en daarmee is er in toezichthoudende sfeer een duidelijk aanspreekpunt. De inrichtingen blijven immers te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsbrandweerzorg en de aanwezige preventieve voorzieningen binnen de inrichting, ook als deze voorzieningen een integraal onderdeel uitmaken van de site van de site-trekker (b.v. bluswaternet). Het uitbesteden van de bedrijfsbrandweerzorg is geregeld in de algemene bepalingen Gaspakkenbeleid Het gaspakkenbeleid geeft uniforme maatstaven voor de brandweervoorziening gaspakdragers, die als gevolg van het aanwijsbeleid voor bedrijfsbrandweren artikel 13 Brandweerwet geëist kunnen worden in de eerste uitruk. Het gaspakkenbeleid is een samenvatting van het tot nu toe gevoerde beleid door de Brandweer Rotterdam ten aanzien van de gaspakkeneis en bevat complementair de criteria, die als selectiemiddel worden gehanteerd. Brandweer Rotterdam heeft bij de ontwikkeling van de beleidsnotitie gebruik gemaakt van de kennis en de jarenlange ervaring op het gebied van incidentbestrijding in de Rotterdamse regio gesteund door expertise van de chemisch adviseurs van de DCMR. De beleidsnotitie is bijgevoegd kw/m 2 en 10 kw/m 2 contouren Brandweer Rotterdam hanteert bij de capaciteitsbepaling van de operationele basissterkte de volgende regels m.b.t. warmtestralingcontouren (grenzen gering en hoog schaderisico gebied): de 3 kw/m 2 contour is de uiterste grenswaarde waarbuiten een langdurige inzet van bedrijfsbrandweerpersoneel in voldoende beschermende kleding kan worden gerealiseerd; objecten binnen de 10 kw/m 2 contour dienen altijd gekoeld te worden Opleidingseisen Indien een inrichting in het bezit is van, of in aanmerking komt voor een aanwijsbeschikking ingevolge het Besluit Bedrijfsbrandweren, dient de personele

17 component van de operationele basissterkte te voldoen aan het gestelde in bij de beschikking horende Algemene Bepalingen. Bij gebrek aan alternatieve gelijkwaardig gestelde opleidingen welke specifiek voor de bedrijfsbrandweer zijn ontwikkeld wordt van de inrichtingen geëist dat de personele component van de operationele basissterkte in het bezit is van een diploma conform het Besluit Rijksexamen brandweeropleidingen. In de aanwijsbeschikking zelf dient een uitgebreide motivatie te zijn opgenomen die, gelet op de specifieke situatie per geval, de noodzaak weergeeft om rijksgecertificeerd personeel te hebben. Het beoordelen van gelijkwaardigheid van diploma's, certificaten e.d. is een taak van het Nederlandse Bureau Brandweerexamens (NBBE) en is alleen mogelijk voor individuele personen en verzoeken gedaan door een dergelijk persoon. Verzoeken ingediend door Brandweerorganisaties of inrichtingen worden niet ontvankelijk verklaard omdat een gelijkwaardigheidsdocument alleen aan een privé persoon kan worden verstrekt. Mocht in de toekomst een inrichting een gelijkwaardigheidsdocument, opgesteld door het NBBE, per persoon (welke lid is van de operationele basissterkte van de bedrijfsbrandweer) kunnen overhandigen. Dan is Brandweer Rotterdam voornemens de gelijkwaardigheid van de opleiding van deze personen te aanvaarden uurs- en niet 24 uurs inrichtingen Binnen het grondgebied van de RHRR zijn ook inrichtingen aanwezig welke geen 24 uurs bedrijfsvoering hebben. In deze gevallen dient er te worden gekeken naar de waarschijnlijkheid van het plaatsvinden van geloofwaardige scenario s buiten de tijdstippen van de officiële bedrijfsvoering (maatwerk). Vooralsnog is het beleid van Brandweer Rotterdam dat bepaalde scenario s kunnen plaatsvinden op alle momenten van de dag en dat de inrichtingen deze risico s dienen af te dekken op een 24 uurs basis middels stationaire voorzieningen dan wel middels een bedrijfsbrandweer BHV organisaties De inzet van BHV ers voor artikel 13 scenario s en incidenten binnen de industrie roept een aantal problemen op. 1. BHV ers hebben niet altijd de juiste training of opleiding gehad om beginnende incidenten binnen de procesindustrie zorgvuldig te bestrijden. Als voorbeeld is te noemen het koelen van opslagtanks middels vast opgestelde monitoren. Als dit niet op de juiste manier gebeurd kunnen er onacceptabele krachten optreden in de tankwand die vervorming tot gevolg kunnen hebben. Wel kunnen ze zonder veel moeite ingezet worden voor het (op afstand) activeren van stationaire voorzieningen zoals deluge of briesel systemen en volledig automatische foamsystemen mits ze maar kennis hebben van de door hun te bedienen systemen en niet de verkeerde systemen activeren. 2. Het niet inzetten van BHV ers tijdens artikel 13 scenario s kan de kans verspelen om in een vroegtijdig stadium het incident zo klein mogelijk te houden omdat de BHV ers doorgaans veel sneller ter plaatse zijn dan de uitbestede bedrijfsbrandweer. Verder kunnen inrichtingen zich passiever gaan opstellen tijdens een incident met de gedachte dit lost de contractor wel op.

18 3. Een BHV er heeft vaak niet de kleding en uitrusting om zich in de buurt van het incident te begeven. Het is niet logisch een BHV er m.b.t. warmte effecten in te zetten net buiten de 3 kw/m 2 contouren. Een inzet van BHV ers buiten de 1 kw/m 2 contouren zou weer wel mogelijk zijn. De inzet van BHV ers binnen artikel 13 scenario s is daarom aan bepaalde regels gebonden. Deze regels zijn hieronder gesommeerd. Echter dient alsnog ieder scenario individueel te worden nagekeken c.q. nagerekend om te kijken of er geen onacceptabele situaties ontstaan waarbij het welzijn van de BHV er in gevaar komt. BHV er mag alleen ingezet worden buiten de 1 kw/m 2 contour in geval van Brand; BHV er mag alleen stationaire installaties lokaal activeren als wordt voldaan aan het bovenstaande en hij een goede kennis heeft van de stationaire installaties en aantoonbaar getraind is in het gebruik van deze installaties; Als de BHV er aantoonbaar in het bezit is van een voldoende beschermende kleding met adembescherming (conform de standaard uitrusting van een brandwacht) en de hierbij behorende diploma s (conform de eisen in de algemene bepalingen) is een inzet buiten de 3 kw/m 2 contour mogelijk; BHV er mag niet ingezet worden bij toxische scenario s tenzij deze is voorzien van een doelmatige uitrusting en de bijbehorende aantoonbare opleiding en training; BHV er mag alleen vaste opgestelde monitoren bedienen wanneer deze aantoonbaar voldoende is opgeleid en aantoonbaar specifiek getraind is in het koelen van de installaties op het eigen terrein. In de bijlage is een brief bijgevoegd welke door de arbeidsinspectie is opgesteld, met daarin hun standpunten m.b.t. BHV organisaties van inrichtingen.

19 5 VOLGORDE VAN AANSCHRIJVEN EN PLANNINGSKADER 5.1 Volgorde van aanschrijven De volgorde van aanschrijven is voornamelijk gebaseerd op de aanwijsgronden zoals benoemd in paragraaf 3.1 en de, middels het instrument Besluit Bedrijfsbrandweren, te boeken veiligheidswinst. Inrichtingen die een groot risico met zich meebrengen (BRZO 99 inrichtingen) en nog niet aan- of afgewezen zijn komen dan ook als eerste in aanmerking voor een aanwijstraject. Daaropvolgend komen de aanwijstrajecten voor spoorwegemplacementen en vervoersgebonden inrichtingen aan bod welke eveneens een risico vormen voor de openbare veiligheid. Verder is er rekening gehouden met de hoeveelheid energie welke in een aanwijstraject gestoken moet worden om te komen tot een degelijke aanwijsbeschikking. Aanwijstrajecten voor PBZO en de ARIE-plichtige inrichtingen worden geacht minder zware trajecten te zijn en de inrichtingen leveren een kleiner risico op voor de openbare veiligheid. Binnen het District Haven bestaat er vermoedelijk een rechtsongelijkheid m.b.t. enkele containerterminals. Vanuit het bedrijfsleven is er menigmaal richting de gemeente gecommuniceerd dat men het niet eerlijk vindt dat een aantal terminals wel een aanwijsbeschikking hebben en hun directe concurrenten niet. Vanuit het MT van Brandweer Rotterdam is dan ook aangegeven iets aan deze situatie te doen. Verder vallen veel van de containerterminals die nog niet zijn aan- of afgewezen onder de ARIE-regeling en moeten zich nog, binnen de in paragraaf 3.2 genoemde termijn, aanmelden als zijnde een ARIE-plichtige inrichting. District Haven zal echter, vooruitlopend op de ARIE melding, enkele containerterminals waarvan bekend is dat ze ARIE-plichtig zijn alvast aanschrijven tot het indienen van een bedrijfsbrandweerrapportage. Omdat inrichtingen, waaronder containerterminals, die voorheen onder de AVR-regeling vielen nu onder de ARIE regeling vallen, is daarmee tijdelijk de mogelijkheid vervallen de toenmalige, nog niet aangeschreven, AVR-inrichtingen aan te schrijven tot het indienen van een bedrijfsbrandweerrapport. Officieel zou er gewacht moeten worden met aanschrijven totdat de Arbeidsinspectie deze inrichtingen heeft doorgemeld als ARIEplichtige inrichtingen. Het alvast aanschrijven van de containerterminals gebeurt conform de doelstelling dat er speciale aandacht uit zal gaan naar de nog niet aangewezen vervoersgebonden inrichtingen, om scheefgroei en rechtsongelijkheid te voorkomen met o.a. de vervoersgebonden inrichtingen ECT Delta en Home terminal en RSC die reeds in 1997 zijn aangewezen. De opsomming en volgorde van de motivaties ziet er als volgt uit: Aanwijsgrond; Veiligheidswinst; Benodigde energie welke in het aanwijstraject gestoken moet worden; Politieke en bestuurlijke druk om tot aanwijzingen te komen. De volgorde voor het aanschrijven van de inrichtingen die nog aangewezen c.q. afgewezen moeten worden ziet er als volgt uit: VR-plichtige inrichtingen;

20 Spoorwegemplacementen en vervoersgebonden inrichtingen; PBZO- en ARIE-plichtige inrichtingen; Overig. 5.2 Planningskader Om een duidelijk beeld te krijgen van de tijdsbesteding per medewerker die bezig is met een aanwijstraject is er een inventarisatie gemaakt van de uren die werkelijk besteedt zijn aan de aanwijstrajecten in De uitkomst van deze inventarisatie is gebruikt om een opsplitsing te maken in drie soorten categorieën aanwijstrajecten. De categorieën bestaan uit een zwaar, een normaal en een licht aanwijstraject. Per categorie is er een budget geïntroduceerd waarbinnen (theoretisch) het artikel 13 aanwijstraject moet zijn afgerond. De volgende budgetten zijn ingeschat: A. Zwaar = 150 uur (zeer complexe inrichtingen) B. Normaal = 100 uur C. Licht = 50 uur (veel brandpreventieve voorzieningen) Op basis van deze budgetten worden de jaarlijkse planningen opgesteld. Ondanks de zorgvuldig uitgevoerde inventarisatie is het natuurlijk altijd mogelijk dat een aanwijstraject meer of minder tijd zal vergen dan de tijd die voor de desbetreffende categorie staat. Dit is mogelijk omdat er meerdere factoren van invloed zijn op het verloop van het aanwijstraject zoals makkelijke of moeilijke informatie verschaffing, nieuwe nog niet eerder behandelde geloofwaardige scenario s etc. De jaarlijkse planningen worden apart opgesteld in een document met als titel Voorlopige Aanwijsplanning Bedrijfsbrandweren. 90% van alle inrichtingen die nu op de bijgevoegde bedrijvenlijst staan dienen voor 2008, conform het streefdoel (paragraaf 2.2), te zijn voorzien van een aan- of afwijzing. Naar verwachting zullen er na 2006 steeds meer actualiseringen van aanwijsbeschikkingen plaatsvinden n.a.v. de geactualiseerde Algemene Bepalingen, het nieuwe tankbeleid en eventueel het herziende besluit bedrijfsbrandweren. Het zwaartepunt van de werkzaamheden zal zich dan ook langzaam aan gaan verplaatsen van het af- en aanwijzen van nog niet behandelde inrichtingen naar het actualiseren van de bestaande aanwijsbeschikkingen. Er wordt naar gestreefd om de artikel 13 aanwijstrajecten voor VR inrichtingen nog verder te optimaliseren om zodoende de doorlooptijd te reduceren. In de praktijk betekent dit dat op basis van de door de inrichting aangeleverde bedrijfsbrandweerrapportage (zonder aanvullingen), eventueel aangevuld met informatie uit dossiers, een eerste concept versie van de aanwijzing wordt opgesteld. Hierbij wordt de informatie die op dat moment nog ontbreekt door onszelf aangevuld (afronden naar boven). Vervolgens wordt de inrichting de mogelijkheid geboden om binnen een vastgestelde termijn de ontbrekende informatie alsnog te overleggen of de door onszelf gegenereerde informatie te weerleggen. Als de inrichting hiervan geen gebruik maakt zal het aanwijsproces worden vervolgd op basis van genoemde conceptversie.

21 6 UITVOERING 6.1 Algemeen Onderstaand processchema is onderdeel van werkprocedure van District Haven en geeft globaal het traject van aanwijzing Besluit Bedrijfsbrandweren ex. Artikel 13 van de Brandweerwet 1985 weer. De onderdelen geoefendheid en verder vallen binnen het werkgebied van het cluster Toezicht Controle en Handhaving van District Haven. Voor de handhaving van de beschikkingen is een apart beleidsdocument gemaakt getiteld Beleid controle, Toezicht en Handhaving Artikel 13 Brandweerwet 1985 en valt daarom niet binnen de werksfeer van dit beleid. De volledige procesbeschrijving met subprocessen bestaat al enige tijd is ongewijzigd als bijlage aan dit beleid gevoegd. 6.2 Termijnen Omdat voor de verschillende stappen uit de werkprocedure bijna geen termijnen zijn benoemd binnen het Besluit Bedrijfsbrandweren lopen deze nagenoeg synchroon met de termijnen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Omdat het opstellen van een aanwijsbeschikking maatwerk is zijn de termijnen uit de Awb vaak te kort. De hierna

22 genoemde termijnen zijn naar de mening van Brandweer Rotterdam District Haven dan ook realistischer. Rapportage/ aanvraag: Voordat burgemeester en wethouders (B&W) over gaan tot het aanwijzen van de inrichting, verzoeken zij de inrichting binnen maximaal drie maanden na ontvangst van het verzoek schriftelijk een bedrijfsbrandweerrapport in te dienen. Indien het bedrijfsbrandweerrapport onvoldoende informatie bevat om te beoordelen of de inrichting in geval van brand of ongevallen bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid, kan de brandweer het hoofd of de bestuurder van een inrichting, binnen 10 werkdagen na ontvangst van het bedrijfsbrandweerrapport, verzoeken hen aanvullende gegevens te verschaffen binnen maximaal (6 Awb + 2) 8 weken of een door B&W vastgestelde termijn. Een besluit om de rapportage niet te behandelen wordt aan het hoofd of bestuurder van een inrichting bekendgemaakt binnen vier weken nadat het rapport is aangevuld of nadat de daarvoor overeengekomen termijn ongebruikt is verstreken. Ontwerpaanwijsbeschikking Het ontwerp van de aanwijsbeschikking dient, nadat er een bevestiging naar de inrichting is gestuurd dat het ontvangen bedrijfsbrandweerrapport en/of eventuele aanvullingen op het rapport als definitief wordt gezien, binnen 12 weken opgesteld te zijn. Indien het ontwerp van de beschikking niet binnen 12 weken kan worden gegeven, stelt B&W het hoofd of bestuurder van de inrichting daarvan in kennis en noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. B&W verzoekt daarna de Arbeidsinspectie, milieudienst (DCMR) en de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid (VROM) binnen een periode van 4 weken een advies uit brengen over dit ontwerp. Dit advies kan zowel mondeling als schriftelijk worden uitgebracht. B&W stelt vervolgens het hoofd of bestuurder van de inrichting op de hoogte van het advies van de belanghebbenden. Binnen dezelfde 4 weken dient het hoofd of de bestuurder van de inrichting gehoord te worden. Conceptaanwijsbeschikking Om het hoofd of de bestuurder van de inrichting zichzelf voor te laten kunnen bereiden op het hoorgesprek wordt door de brandweer een conceptaanwijsbeschikking opgesteld. De conceptaanwijsbeschikking is qua inhoud gelijk aan de ontwerpbeschikking. Definitieve aanwijsbeschikking De definitieve aanwijsbeschikking wordt na de hoorzitting opgesteld en treedt in werking minimaal 28 dagen na dagtekening door B&W of op de door B&W vastgestelde datum. Bezwaarschrift Het hoofd of de bestuurder van een inrichting kan binnen maximaal 6 weken na de datum van verzending een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

23 6.3 Horen Het hoorgesprek heeft als doel een reactie te krijgen op de concept aanwijsbeschikking, het verkrijgen van een door de bestuurder van de inrichting goedgekeurd hoorverslag en het voldoen aan de wettelijke verplichting de belanghebbende te horen. Dit hoorgesprek dient te worden voorgezeten door de Districtscommandant en de opsteller van de beschikking. De verdere procesbeschrijving voor het horen is als bijlage aan dit beleid gevoegd.

24 7 ORGANISATIE 7.1 Personeel Binnen district zullen meerdere medewerkers van het cluster Advisering en Vergunningverlening belast zijn met de aanwijstrajecten. Een van de medewerkers is benoemd tot projectleider artikel 13 met de volgende hoofdtaken: Bijhouden van de gegevens Rapporteren stand van zaken artikel 13 aanwijzingen Bijsturen planning artikel 13 aanwijzingen Plannen van artikel 13 dagen Bijhouden en bijwerken kennisdocument artikel ICT Er is een database ontwikkeld waarin alle inrichtingen, beoordelingen, rapportages en beschikkingen etc. digitaal worden opgeslagen. Deze database wordt beheerd door de projectleider artikel 13 en kan worden ingezien door alle medewerkers van District Haven. Dit systeem heeft als doel alle informatie, inclusief handhaving informatie, over de inrichtingen met betrekking tot artikel 13 snel en overzichtelijk beschikbaar te hebben. In dit systeem is tevens de werkprocedure artikel 13 verwerkt. Dit houdt in dat per proces stap het systeem is te raadplegen en documenten zijn terug te vinden. 7.3 Tijdsbesteding De basis van de benodigde hoeveelheid tijd per aanwijstraject is reeds weergegeven in paragraaf 6.1 van dit document. De daadwerkelijke verdeling van de tijdsbesteding is weergegeven in het document Voorlopige Aanwijsplanning bedrijfsbrandweren. 7.4 Verslaglegging Jaarlijks word een notitie opgesteld met daarin de stand van zaken artikel 13. Deze notitie geeft een overzicht van de behandelde inrichtingen en de nog te behandelen inrichtingen.

25 BIJLAGE 1: BELEIDSNOTITIE SITE-TREKKERS

26 BRANDWEER ROTTERDAM BELEIDSNOTITIE Beleid sitetrekkers.doc Betreft: Beleid sitetrekkers-constructie Vastgesteld in: Directieoverleg Brandweer Rotterdam Datum: 1 september 1998 Inleiding De Brandweer Rotterdam is direct en indirect geconfronteerd met vragen en concrete handhavingkwesties over de wijze waarop de operationele bedrijfsbrandweerzorg (operationele basissterkte) contractueel (wettelijk) ingevuld dient te worden. Een aantal bedrijven had dit contractueel reeds door middel van een sitetrekkers-constructie voor de oprichting van de Gezamenlijke Brandweer onderling geregeld en op het moment zien een aantal bedrijven de voordelen ervan in en hebben of willen op een gelijke wijze hun bedrijfsbrandweerzorg via een sitetrekker regelen. Overigens geeft het Besluit Bedrijfsbrandweren artikel 4, 3e lid wel de mogelijkheid inrichtingen te kunnen aanwijzen die gezamenlijk over een bedrijfsbrandweer beschikken. Alleen doet de vraag zich voor waar de grenzen worden getrokken? Onder sitetrekker wordt het bedrijf verstaan dat de operationele bedrijfsbrandweerzorg, in combinatie met de (brand)preventieve infrastructuur, al dan niet wettelijk verplicht voor zichzelf en voor een buurbedrijf 1 op hetzelfde bedrijfsterrein 2 verzorgt. Deze sitetrekker voert de bedrijfsbrandweerzorg in de gemeente Rotterdam veelal uit door een contract aan te gaan met de Gezamenlijke Brandweer. Het buurbedrijf heeft dan haar brandweerzorg indirect uitbesteed aan de subcontractor Gezamenlijke Brandweer door middel van een contract tussen de sitetrekker en buurbedrijf. De sitetrekker voldoet aan haar financiële verplichtingen door de contributie te betalen voor de hoogste bedrijfsbrandweeraanwijzing. Problematiek Uit de correspondentie tussen Brandweer Rotterdam en de Stichting Europoort Botlek Belangen d.d. 2 april 1997 met als onderwerp Gezamenlijke Brandweer blijkt de Brandweer Rotterdam de basisvoorwaarden aan te geven van de sitetrekkers-constructie van de bedrijven met een bedrijfsbrandweeraanwijzing. 1 Het buurbedrijf (sitetrekker-gebruiker) is de op het bedrijfsterrein gevestigde inrichting, dat gebruik maakt van de preventieve en/of repressieve brandweerzorg van het sitetrekkers-bedrijf. 2 Onder het bedrijfsterrein en de daarop gevestigde bedrijven (inrichtingen) wordt het terrein verstaan, dat in brandweertechnische en organisatorische zin een infrastructurele eenheid is, die bij de nieuwbouw is geconstrueerd. Van deze infrastructuur maken twee of meer bedrijven (juridische eenheden) gebruik. De bedrijven kenmerken zich door aan elkaar gekoppelde procestechnische activiteiten of elkaar aanvullende productie-eenheden. Het bedrijfsterrein is een afgesloten terrein zonder fysieke barrières tussen de inrichtingen met één centrale toegangsvoorziening. Beleidsnotitie BRANDWEER ROTTERDAM Datum: 1 september

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Bedrijfsbrandweer? Bedrijfsbrandweer = Organisatie van mensen en middelen die tot doel heeft

Nadere informatie

Bedrijfsbrandweren: de 12 meest gestelde vragen

Bedrijfsbrandweren: de 12 meest gestelde vragen Kennispublicatie Bedrijfsbrandweren: de 12 meest gestelde vragen 1 Infopunt Veiligheid Zoveel industriële activiteiten, zoveel vragen. Waar moet bijvoorbeeld een bedrijfsbrandweer uit bestaan en wie legt

Nadere informatie

De kern van Bedrijfsbrandweren

De kern van Bedrijfsbrandweren De kern van Bedrijfsbrandweren Nogal wat inrichtingen in Nederland beschikken over een bedrijfsbrandweer. Bij een aantal inrichtingen loopt een aanwijstraject bedrijfsbrandweer. Maar wat is nu precies

Nadere informatie

B Brandweer Hollands Midden - 10 augustus 2015

B Brandweer Hollands Midden - 10 augustus 2015 B.10.1 Resultaten onderzoek aanwijzen bedrijfsbrandweren Hollands Midden Hieronder een overzicht van de bedrijven die in aanmerking komen voor een aanwijzing voor een bedrijfsbrandweer. Per bedrijf is

Nadere informatie

Beleid voor het uitvoeren van Artikel 31 van de Wet veiligheidsregio s

Beleid voor het uitvoeren van Artikel 31 van de Wet veiligheidsregio s BELEID AANWIJZING BEDRIJFSBRANDWEREN VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Beleid voor het uitvoeren van Artikel 31 van de Wet veiligheidsregio s Opsteller: Afdeling Risicobeheersing Concern brandweertaken

Nadere informatie

ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl)

ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl) ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl) Introductie De Arie-regeling (Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720 Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht november 2014 2014/63720 De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Gelet

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014. Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014 2014/27356 De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg, 3 mei 2006 Nummer: RMW0605090 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Arrow Terminals B.V. is in bezit van een aantal vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer.

Nadere informatie

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013 Bijlage 1: MANDAATLIJST Goeree-Overflakkee aan DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 Algemeen A01 A02 A03 A04 A05 A06 Proceshandelingen op grond van: a) art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

GEMEENTE REIMERSWAAL

GEMEENTE REIMERSWAAL GEMEENTE REIMERSWAAL ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING 2014.0492 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE REIMERSWAAL hebben op 17 december 2014 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor brandveilig

Nadere informatie

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012

Nadere informatie

ONDERMANDAAT-, SUBVOLMACHT- EN SUBMACHTIGINGSLIJST Algemeen

ONDERMANDAAT-, SUBVOLMACHT- EN SUBMACHTIGINGSLIJST Algemeen ONDERMANDAAT-, SUBVOLMACHT- EN SLIJST Algemeen A01 A02 A03 A04 Alle besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures en het uitvoeren van alle proceshandelingen indien het primaire besluit in mandaat of

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 160 9 januari 2018 Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg, maken ter

Nadere informatie

Aanwijzingsbesluit inrichting als bedrijfsbrandweer Arkema BV, locatie Vlissingen

Aanwijzingsbesluit inrichting als bedrijfsbrandweer Arkema BV, locatie Vlissingen Aanwijzingsbesluit inrichting als bedrijfsbrandweer Arkema BV, locatie Vlissingen Aanwijzingsbesluit inrichting als bedrijfsbrandweerplichtig Definitief, versie 1.0 Het bestuur van Veiligheidsregio Zeeland

Nadere informatie

Sector Brandweer Rampenbestrijding en Grootschalig Optreden April 2006

Sector Brandweer Rampenbestrijding en Grootschalig Optreden April 2006 Handleiding artikel 13 H Haannddvvaatt bbiijj hheett aaaannw weeeerr wiijjzzeenn vvaann eeeenn bbeeddrriijjffssbbrraannddw H Sector Brandweer Rampenbestrijding en Grootschalig Optreden April 2006 Foto

Nadere informatie

Algemeen. Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. Kan worden doorgemandateerd aan het Afdelingshoofd Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland

Algemeen. Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. Kan worden doorgemandateerd aan het Afdelingshoofd Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland MANDAATLIJST Brzo/IPPC voor DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 Algemeen A01 A02 A03 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures Besluiten op grond: a. art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde

Nadere informatie

2016/ Uw brief van: 28 september 2016 Ons nummer: Willemstad, 31 oktober 2016

2016/ Uw brief van: 28 september 2016 Ons nummer: Willemstad, 31 oktober 2016 Aan De Raad van Ministers Dtkv: De Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn Mevr. R. Larmonie-Cecilia Prinsenstraat 86 Curaçao Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlage(n): 2016/038349 Uw brief

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan: gemeente Hardinxveld-Giessendam (Ontwerpbesluit)OMGEVINGSVERGUNNING GemHG/UIT/48734 Zaaknummer: O 2018-124 Gezien het verzoek ingekomen op 9 oktober 2018 van Stichting Waardeburgh Vastgoed, Bonkelaarplein

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

DCMR milieudienst Rijnmond

DCMR milieudienst Rijnmond DCMR milieudienst Rijnmond Besluit tot doormandateren van de directeur DCMR aan de directeur RUD-Zeeland inzake uitvoering van VTIH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven provincie Zeeland 2014 De directeur

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving A A N T E K E N E N B.V. Vurense Snack Industrie t.a.v. de directie Gildenstraat 36 4143 HS LEERDAM Uw brief van Verzenddatum 14 juli 2016 Uw kenmerk Dossier D-00026929 Reactie op Zaaknummer Z-16-304957

Nadere informatie

Inspectierapport Peuter Bas (PSZ) Dakotaweg 65 Capelle aan den IJssel

Inspectierapport Peuter Bas (PSZ) Dakotaweg 65 Capelle aan den IJssel Inspectierapport Peuter Bas (PSZ) Dakotaweg 65 2905AB Capelle aan den IJssel Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Capelle aan den IJssel Datum inspectie: 31-08-2017 Type onderzoek

Nadere informatie

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Gebr. Hummel Recycling B.V. (Locatie: Mulderspark 17 te Leek) Groningen, 3 augustus 2010 Zaaknr.: 236873 Nr. 2010-45.108/31, MV

Nadere informatie

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN BrandweerBRZO DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN Nederland telt

Nadere informatie

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING MANDAATLIJST Provincie Zeeland voor DCMR Milieudienst Rijnmond 2014 Algemeen BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING A01 Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures.

Nadere informatie

Chex Liftkeuringen B.V Reglement R.1.0. Keuringen van liftinstallaties tijdens de gebruiksfase van de liftinstallatie

Chex Liftkeuringen B.V Reglement R.1.0. Keuringen van liftinstallaties tijdens de gebruiksfase van de liftinstallatie Chex Liftkeuringen B.V Reglement R.1.0 Keuringen van liftinstallaties tijdens de gebruiksfase van de liftinstallatie 04 januari 2015 Pagina 1/6 Inhoud 0. Inleiding 3 1. Toepassingsgebied 3 2. Toegepaste

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Inleiding Deze regeling wordt toegevoegd aan het personeelshandboek, opdat JMW voldoet aan de formele vereisten. Aanleiding voor deze nieuwe regeling vormen: o Invoering op 1 juli

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid Bestuursvoorstel Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018 Status Gevraagd besluit Besluitvormend Vaststellen van het Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018, waarbij het

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland Brzo samenwerkingsverband Gelderland Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland DE ONDERGETEKENDEN De gemeente en het college van Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

Bedrijfsbrandweer bij opslag van gevaarlijke stoffen

Bedrijfsbrandweer bij opslag van gevaarlijke stoffen Bedrijfsbrandweer bij opslag van gevaarlijke stoffen Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Prioritaire Bedrijven Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag Datum: Publicatienummer: 29

Nadere informatie

Beoordeling aanwijzing bedrijfsbrandweren Beoordeling van alle artikel 31 Wvr bedrijven in Twente

Beoordeling aanwijzing bedrijfsbrandweren Beoordeling van alle artikel 31 Wvr bedrijven in Twente Beoordeling aanwijzing bedrijfsbrandweren Beoordeling van alle artikel 31 Wvr bedrijven in Twente Colofon Titel rapport: Subtitel: Versie: Beoordeling aanwijzing bedrijfsbrandweren Beoordeling van alle

Nadere informatie

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein. Corsanummer: 1400276623 Op 16 oktober 2014 zijn bij de raadsgriffie vragen binnen gekomen van de heer Maxim van Luttikhuizen van de fractie SP gericht aan de voorzitter van de Raad op grond van ex artikel

Nadere informatie

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda regeling nummer 1.2.2 verordening bezwaarschriftencommissie Gouda vastgesteld 31 januari 1994/19 januari 1994/19 januari 1994 bekendgemaakt 23 maart 1994 inwerkingtreding 1 april 1994 laatste wijziging

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2106032/3400764 op de aanvraag om een omgevingsvergunning van Robesta Vastgoed B.V. uitgevoerd bij de inrichting Van

Nadere informatie

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets 2457443 Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat 50 2152 CT Nieuw Vennep Locatie: Rist Scooters Hugo de Vriesstraat 50, Nieuw Vennep Onderwerp:

Nadere informatie

Beleid aanwijzing bedrijfsbrandweren In het kader van artikel 31 Wet Veiligheidsregio s

Beleid aanwijzing bedrijfsbrandweren In het kader van artikel 31 Wet Veiligheidsregio s Beleid aanwijzing bedrijfsbrandweren In het kader van artikel 31 Wet Veiligheidsregio s. Binnen Veiligheidsregio Fryslân werken Brandweer Fryslân en GGD Fryslân aan de brandweerzorg, openbare gezondheidszorg,

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

2 3 AUG, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Datum. betreft Artikel 19, lid 2 Kew verzoek. Geachte

2 3 AUG, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Datum. betreft Artikel 19, lid 2 Kew verzoek. Geachte Pagina 1 van 6 Datum Naar aanleiding van uw verzoek op grond van artikel 19, tweede lid, van de beschikking wordt tevens gepubliceerd op de website van de, www.pnvs.nl. Strali eschermin, Geachte Kernenergiewet

Nadere informatie

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. t.a.v. de heer Postbus 28000 9400 HH ASSEN staatstoezicht

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_1-11 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder 108078 - Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is gegrond, omdat het deskundigenadvies onvoldoende duidelijk maakt of de leerling is aangewezen op dit type onderwijs. ADVIES in het geding

Nadere informatie

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid

Nadere informatie

DCMR milieudienst Rijnmond

DCMR milieudienst Rijnmond Besluit tot doormandateren van de directeur DCMR aan de directeur RUD-Zeeland inzake uitvoering van VTH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven gemeente Terneuzen 2014 De directeur van de DCMR Milieudienst

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus 8983 3009 TC ROTTERDAM Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon

Nadere informatie

Juridische Aspecten bij de handhaving

Juridische Aspecten bij de handhaving Juridische Aspecten bij de handhaving door Marijke Tsoutsanis Landelijke Netwerkdag BrandweerBRZO 14 maart 2013 Een strategische partner op juridisch niveau 14-3-2013 www.buffelconsultancy.nl 1 Onderwerpen

Nadere informatie

BESLUIT. op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan Atoomstroom B.V.

BESLUIT. op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan Atoomstroom B.V. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102552_1/48 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD1309454 Burgemeester en wethouders hebben op 16 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project herbouw van de stal. De aanvraag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 388 Besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) teneinde regels te stellen over

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Sector : I Nr. : 07/54.14 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2014, nummer 07.54.14: gelet op het bepaalde in artikel 84 van de

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Urgente sanering LPGtankstations

Urgente sanering LPGtankstations VROM-Inspectie Portefeuillehouder Veiligheid & Risico Urgente sanering LPGtankstations Een onderzoek naar de voortgang van de urgente sanering van LPG-tankstations Cascadeplein 10 Postbus 30020 9700 RM

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Artikel WW. gemeente Dossier: Ï5OMGS1O5 Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Burgemeester en wethouders hebben op 8 mei 2015 een aanvraag voor een oingevingsvergunning uitgebreide procedure fase 1 ontvangen

Nadere informatie

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en. Drie medewerkers in de executieve dienst en twee medewerkers van de afdeling MSO van Bureau Scheveningen. Vier medewerkers in de executieve dienst en drie medewerker van de afdeling Intake & Service van

Nadere informatie

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek Het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek; voor zover het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GOOISE MEREN b e s l u i t : a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GOOISE MEREN b e s l u i t : a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid gemeente Eindhoven Dienst Brandweer en Rampenbestrijding Raadsbijlage nummer xa Inboeknummer oxroox64r Beslisdatum Blkw 22 januari 2002 Dossiernummer 204.104 Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Protocol Controles oplevering bouwwerken Protocol Controles gebruiksvergunning

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 29 mei 2007, nummer ; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; overwegende dat

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd

In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd zit tussen binnenkomst van de brief bij het bevoegd gezag

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Surplus heeft als maatschappelijke organisatie openheid en integriteit hoog in het vaandel staan. De klokkenluidersregeling is onder andere een instrument om dit te borgen. In deze

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

FEB Middelburg. I februari 201 7

FEB Middelburg. I februari 201 7 Archiefexemplaar Gedeputeerde Staten bericht op brief van: De voorzitter van provinciale staten van Zeeland uw kenm*: ons kenmek, 11002884 afdeling: Handhaving Natuur en Milieu bijlage("): 1 behandeladoor:

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling ZRTI

Klokkenluidersregeling ZRTI Klokkenluidersregeling ZRTI In de zin van artikel 2.5.2. van de Zorgbrede Governancecode 2017 Gebaseerd op het Model Klokkenluidersregeling Brancheorganisaties Zorg Conform de bepalingen van de Wet Huis

Nadere informatie

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR328920_1 8 november 2016 REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser; gelet

Nadere informatie

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door A A N T E K E N E N Hoefnagel en Zoon B.V. Veerweg 10 2957 CP NIEUW-LEKKERLAND Uw brief van Verzenddatum 19 oktober 2017 Uw kenmerk Reactie op Zaaknummer Last onder dwangsom Onderwerp Ons kenmerk (Gelieve

Nadere informatie

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen januari 2008 Provincie Zuid-Holland 1 Inleiding en aanleiding In het Zuid-Hollandse uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 wordt saneren van

Nadere informatie

Uitvoering bezwaaradviescommissie

Uitvoering bezwaaradviescommissie Uitvoering bezwaaradviescommissie Aanleiding bezwaaradviescommissie Eerder is door de samenwerkingsverbanden passend primair onderwijs regio Leiden (PO2801), passend onderwijs Rijnstreek (PO2813) en primair

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Werkingsgebied : De Zijlen Pagina 1 van 5 Doel Binnen De Zijlen is een integriteitcode vastgesteld. In deze code staan de gedragsregels vermeld die binnen De Zijlen afgesproken zijn. We werken samen aan

Nadere informatie

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 RIS129203_04-JUL-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BRW/2005.34 RIS 129203 BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op: artikel 1, tweede lid, artikel

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Bijlage 1. Modelregeling Melden vermoeden van een misstand

Bijlage 1. Modelregeling Melden vermoeden van een misstand Bijlage 1 Modelregeling Melden vermoeden van een misstand Deze modelregeling is de uitwerking van de wettelijke verplichting uit de Wet Huis voor Klokkenluiders. De definities uit deze wet zijn dus ook

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 De raad heeft, met het uitsluitende doel toekomstige voorvallen te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken, tot taak te onderzoeken en vast te stellen

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; Sector : III Nr. : 63 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober

Nadere informatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties

Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties Nederlands Instituut BedrijfsnoodOrganisatie Versie 3: Maart 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Definities... 4 3. Inleiding...

Nadere informatie

Gemeente Albrandswaard

Gemeente Albrandswaard Gemeente Verordening Onderwerp: Verordening bezwaarschriften 2018 Commissie BBVnummer: 1288490 Datum vergadering/ agendanummer Kenmerk 1293411 Openbaar Verordening bezwaarschriften 2018 De raad, het college

Nadere informatie

Elektronisch gemeenteblad

Elektronisch gemeenteblad Elektronisch gemeenteblad 15 februari 2017 Verordening commissie bezwaarschriften 2010. Deze wijziging heeft betrekking op de door de bezwarencommissie gevolgde werkwijze inzake de toezending van het advies

Nadere informatie