Van Smit tot Polie / Pollie. Genealogie van een Zeeuwse familie

Transcriptie

1 St.Maartensdijk Oud Vossemeer Van Smit tot Polie / Pollie Genealogie van een Zeeuwse familie

2 Van Smit tot Polie / Pollie Genealogie van een Zeeuwse familie Inleiding De aanleiding voor het samenstellen van deze genealogie was het onderzoek naar de familie Pollie, een vrij kleine familie die met name voorkomt in de plaatsen Tholen en Oud Vossemeer. Lopende het onderzoek hebben we een aantal interessante omstandigheden aan het licht kunnen brengen. De oudste generaties waren smid van beroep; zij gingen dan ook meestal door het leven onder de naam (de) Smit. Als er andere beroepen in zwang komen verandert de naam. De landmeter Quirijn Matthijssen gaat zich bijvoorbeeld omstreeks 1635 Van Vliet noemen. Het is ons niet bekend of zijn enige zoon Matthijs nakomelingen heeft gehad. De smid Jacob Thomassen trouwt omstreeks 1630 met Elisabeth Pieters Poly, een dochter van de Oud Vossemeerse herbergier Pieter Poly sr. Van hun vijf zonen gaan er later vier door het leven met de achternaam Poly. De vijfde zoon Isaack noemt zich op grond van vooralsnog niet ongehelderde redenen meestal De Vos(ch). Toch is het juist deze Isaack, wiens kleinzoon Isaack in het begin van de 18 e eeuw de familienaam Poly hanteert en daarmee de voorvader is van alle hedendaagse Pollie s. De herbergier Pieter Poly heeft naast twee zonen geen verdere mannelijke nakomelingen. De gegevens van hem en zijn kinderen zijn weergegeven in paragraaf 4. Eerst gaan we in paragraaf 2 in op de oorsprong en betekenis van de naam en in paragraaf 3 behandelen we de genealogie die aanvangt met Krijn de Smit, die volgens onze inschatting omstreeks 1480 geboren is. De genealogie van de familie Poly / Pollie is eerder door ons gepubliceerd in Van Zeeuwse Stam, nrs. 113, 114 en 115 (2001), blz , , De onderhavige publicatie bevat enkele interessante uitbreidingen, alsmede enige verbeteringen. 2. Oorsprong en betekenis van de naam Poley - Poly - Pollie De familienaam komt vóór 1811 in vele varianten voor zoals: Poly, Polij, Poley, Poli, Polie, Polli en Pollie. Ook na 1811 blijven aanvankelijk nog vele varianten in gebruik. Later ontstaan er twee takken, de Oud Vossemeerse tak onder de naam Pollie, en via St.Annaland de Flakkeese tak onder de naam Polie. Er zijn in Zeeland, buiten het eiland Tholen, ook families Poly, Poley en Poleij die waarschijnlijk niet zijn aan te sluiten op de hier behandelde familie. Vermeldenswaard is in dit verband dat de (wel aan te sluiten) militair Geraert Jacobs Poly in 1684 te Sluis woont en later kinderen laat dopen in s-heerenhoek. Deze families Poley en Polij zijn niet nader door ons onderzocht. Het Nederlands Repertorium van Familienamen, opgesteld op basis van de volkstelling van 1947, geeft het volgende resultaat: Er leven in Nederland 31 personen met de naam Pollie; 22 van hen wonen in Zeeland, waarvan 8 te Oud Vossemeer en 12 te Tholen. Er leven enkele personen Polie, voornamelijk op Goeree-Overflakkee. Er zijn 91 personen met de namen Poley en Poleij, nagenoeg allemaal te Zuid-Beveland met als toppers Kruiningen (45) en Yerseke (17). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 2.

3 De betekenis van de naam Polie / Pollie is niet met zekerheid aan te geven. Dr. P.J. Meertens, vermeldt in zijn boekje Zeeuwse familienamen (Naarden 1947) het volgende: Vele huisnamen en uithangtekens droegen de naam of de afbeelding van een boom, een plant, een bloem of een vrucht. Daardoor konden familienamen ontstaan als b.v. Poley (Polei = vlooienkruid). Tijdens het onderzoek hebben we ook verschillende personen met de namen Poly en Poley aangetroffen (o.a. in Rotterdam, Delft, Breskens), waarbij duidelijk is dat de herkomst buiten Nederland ligt, zoals Frankrijk, Italië en Duitsland. Het is dus mogelijk dat de oorsprong van de naam van de hier beschreven familie ook in het buitenland gezocht moet worden. Hoogerheide 2003 Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 3.

4 3. De genealogie I. Krijn de Smit, geb. ca. 1480/90, vermeld als smid te St.Maartensdijk 1541, tr. N.N. Mogelijk uit dit huwelijk: 1. Mathijs, volgt II. In de rekening over 1541 van het Gasthuis te St.Maartensdijk wordt een betaling van 2 groten verantwoord aan Krijn de Smit in verband met het maken van ijzerwerk (St.Maartensdijk, Wezenarmen inv.nr. 42). Het is niet zeker dat Krijn de vader is van de onder generatie II vermelde Mathijs de Smit. De mogelijke verwantschap is afgeleid uit de plaats van herkomst, het beroep van smid en het feit dat Mathijs een zoon Crijn heeft. In het kohier van de 10 e penning over 1543 is Krijn de Smit niet direct te herkennen. Het kan zijn dat hij geen onroerend goed bezit, maar dat is niet zo waarschijnlijk. Er zijn vier personen met de voornaam Quirin vermeld te St.Maartensdijk, respectievelijk: Quirin Quirinsz, eigenaar van een huis binnen de stad, aangeslagen voor 6 d. Quirin de Visscher, eveneens eigenaar van een huis binnen de stad, aangeslagen voor 6 d. Quirin Henricksz., eigenaar van 22 gemeten land in de polders Slabbecoorn, Nieuwland en Ravensoort, aangeslagen voor 5 s 6 d. Quirin Cornelisz., eigenaar van 13 gemeten land in de Noordpolder, aangeslagen voor 5 s 10 d 14½ t. De eerstgenoemde lijkt het meest in aanmerking te komen. (Kohier 10 e penning 1543, ZA Zeeland Beoosterschelde, Rekenkamer Bourgondisch Oostenrijk inv.nr. 1778). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 4.

5 II. Mathijs de Smit, mogelijk zn. van I geb. ca. 1510, smid te St.Maartensdijk 1548, 1554, en mogelijk te Tholen , tr. N.N. Uit dit huwelijk: 1. Crijn, volgt III. In de rekening over 1548 van het Gasthuis te St.Maartensdijk wordt een betaling van 15 deniers/groten verantwoord aan Mathis de Smyt in verband met het maken van een anker en 5 d voor het maken van een hangijzer. Volgens de rekening over 1554 krijgt Thijs de Smit 4 d betaald voor levering van 25 nagelen (St.Maartensdijk, Wezenarmen inv.nr. 42). Volgens de rekeningen van de OLV Kerk te Tholen worden betalingen verricht aan Mathijs de Smyt; in de rekening over 1561 wegens in 1560 en 1561 verschillende verrichtte werkzaamheden aan het kerkgebouw voor een bedrag van 34 s 6 d. In de rekening over 1562 eveneens wegens allerhande werk, o.a. aan sloten, voor een bedrag van 10 s 4 d. In de rekening over 1563 worden veel uitgaven verantwoord in verband met de bouw van de kapel van het Heijlich Graft. Mathijs de Smyt krijgt 4 2 s 9½ d betaald wegens de levering van ijzerwerk. In latere rekeningen vinden we alleen Cornelis de Smidt genoemd (Tholen, GA rekeningen OLV Kerk ). In de stadsrekening van de stad Tholen over het jaar 1565/66 (afgesloten 13 mei 1566) wordt een betaling vermeld aan Mathijs de Smit. In latere jaren vinden we alleen betalingen aan Cornelis de Smit en Heijn de Smit (Tholen, GA inv.nr. 188). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 5.

6 III. Crijn Matthijssen (de) Smit, zn. van II geb. ca. 1535/40, smid te St.Maartensdijk, overl. na 9 mei 1588 (mog. na 18 september 1617), tr. N.N. Uit dit huwelijk (volgorde niet bekend): 1. Thomas, geb. ca. 1560, volgt IVa. 2. Mathijs, geb. ca. 1570, volgt IVb. 3. Jan, geb. ca. 1570, volgt IVc. In de rekening van het Gasthuis te St.Maartensdijk over 1568 wordt een betaling van 1 s 1 d vermeld aan Querijn de Smit voor reparaties en werkzaamheden (St.Maartensdijk, Wezenarmen inv.nr. 42). Crijn Mathijsse Smit is in 1575 pachter van de korentienden in de Vlaminckhoek in Middellandpolder te St.Maartensdijk voor 17:11:0 vls. Betaald aan Crijn de Smit in 1575 voor leveranties 0:9:0 vls. Betaald aan Quirijn de Smit in 1579 voor werkzaamheden en leveranties (9 bladen vol) ten behoeve van diverse gebouwen 16:5:9 vls. (Domeinrekeningen van St.Maartensdijk, NA s-gravenhage, Hoofdarchief Nassausche Domeinraad oude inv.nrs en 9206). Betaald aan Crijn de Smidt in 1575 van ijzerwerk dat den zelven verdient heeft aen de glasen 37 s 6 d vls., van zout water te halen op den sincxavont 6 d en van het luiden op kerstnacht in sch. Betaald aan Crijn de Smit in 1576 van zekere arbeid aan de kerk verricht, aent oerlogie gedaen 6 s 4 d en van zout water te halen 6 d. Betaald aan Crijn de Smit in 1577 voor ijzerwerk aan de kerk 5 s 9 d en van meijen te snoeyen opt sacramentsdach ende op ten omeganck ende van boijeren tsamen 3 sch.. Ook in 1580 wordt hij nog vermeld in verband met ijzerwerk. (St.Maartensdijk, Kerkrekeningen ). Quirijn Mathijsz. Smit en Jacob Verwerde, inwoners van St.Maartensdijk, zijn op 1 oktober 1581 getuigen bij het te St.Maartensdijk verleden testament van Hr. Jan Cuper, alias De Hase, decaan van de collegiale kerken te Bergen op Zoom (Goes, protocol notaris Petrus Levendale (destijds residerende te Bergen te Zoom), Raze ). Capitale schatting 23 december 1586: Crijn de Smit 20 s. Ontvangst van de doublen 100e penninck van de huysen over het jaar 1586: Crijn de Smit 6 s 8 d (hij is eigenaar van een huis binnen de stad). Betaald volgens het biljet aan Crijn de Smit over zeker ijzerwerk dat hij geleverd heeft aan de stad de somma van 1:7:2½ vls. Betaald aan Crijn de Smit over zeker ijzerwerk dat hij aan de stad en het stadhuis heeft geleverd, blijkens twee ordonnantiën en het biljet van specificatie samen 6:4:7 vls. (St.Maartensdijk, Stadsrekening , GA inv.nr. 26). Crijn Matthijssen wordt genoemd in de akte van de weeskamer te Oud Vossemeer d.d. 9 mei 1588 betreffende zijn zoon Thomas Crijnssen de Smit. Hij verplicht zich bij eventueel overlijden van zijn zoon één van diens kinderen tot zich te nemen en deze te onderhouden en op te voeden (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). Mogelijk wordt hij ook nog vermeld in de boedelrekening van zoon Jan Crijnssen Smit op 18 september 1617 (St.Maartensdijk, weeskamer Raze 5375). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 6.

7 IVa. Thomas Crijnssen (de) Smit, zn. van III geb. ca. 1560, smid te Oud Vossemeer, overl. na 18 september 1617, tr.1 Jacobmijnken Commersdr., overl. voor 9 mei tr.2 Maeyken Jacobsdr., overl. voor 20 januari Uit het 1 e huwelijk: 1. een kind, minderjarig op 9 mei een kind, minderjarig op 9 mei Uit het 2 e huwelijk: 3. Jacob, minderjarig op 20 januari 1604, volgt Va. 4. Crijn, minderjarig op 20 januari In de rentmeestersrekeningen van het ambacht Vossemeer worden betalingen vermeld aan Tomas de Smit / Thomas Crijnssen Smit van 1587/88 tot en met 1607/08. In 1589/90 wordt melding gemaakt dat wegens zeer grote droogte de molen gerepareerd moest worden en dat de smid in Vossemeer zijn vader te St.Maartensdijk heeft moeten vragen om te helpen (ZA, verz. Van der Ploeg inv.nr. 50). Thomas Crijnssen de Smit sluit op 9 mei 1588 een accoord met Cornelis Betsen aangaande de goederen zijn kinderen aankomende wegens het overlijden van hun moeder Jacobmijnken Commersdr. Thomas blijft in het bezit van de gehele boedel en zal zijn twee kinderen onderhouden tot ze volwassen zijn en alsdan elk geven 20 schellingen. Indien Thomas komt te overlijden zal elke zijde een kind tot zich nemen, namelijk Cornelis Betsen en de vader van Thomas, genaamd Crijn Matthijssen (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). In de boedelrekeningen van de wezen van Jaquelijne Joachims van der Heijst over de jaren 1597 t/m 1607 worden diverse betalingen vermeld aan Thomas de Smit / Thomas Crijnsse Smit in Vossemair in verband met verrichte reparaties aan twee hoeven te Oud Vossemeer (Tholen, weeskamer inv.nrs. 45/7 en 45/8). Jacop Jacopsen wordt op 20 januari 1604 aangesteld en beëdigd als principaal voogd, en Mathijs Crijns als toeziende voogd van de achtergelaten wezen van Mayken Jacopsdr., in leven huisvrouw van Thomas Crijnse Smit (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). Thomas Crijnssen Smit sluit in 1604 een accoord met Mathijs Crijnssen als voogd en Jacob Jacobssen als toeziende voogd van zijn achtergelaten wezen geprocreerd bij Maeycken Jacobsdr., genaamd Jacob en Crijn Thomissen. Thomas moet de wezen onderhouden tot volwassenheid, naar school laten gaan en elk kind bij volwassenheid uitreiken en betalen voor hun moederlijk goed 20 schellingen (Oud Vossemeer, weeskamer, Raze 5598a-14). Thomas Crijnssen koopt uit de boedel van zijn broer Jan Crijnssen Smit smidskolen ter waarde van 17 sch. (St.Maartensdijk, weeskamer Raze 5375 d.d. 18 september 1617). Janneke Adriaens, wed. van Marijn Pauwels Tintelaer, levert 26 maart 1630 aan Andries Compein een huisken, gestaan aan de noordzijde van het dorp aan de Kerkgracht, de oude smitse van Thomas Crijns, voor 28 vls. (ZA, verz. Van der Ploeg inv.nr. 50). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 7.

8 IVb. Mathijs Crijnssen Smit, zn. van III geb. ca (op 11 februari jaar oud), smid te Poortvliet, schepen van Poortvliet , baljuw 1642, begr. Poortvliet 1642, tr. N.N. (mog. Neeltgen Michiels / Neelken Smits), Uit dit huwelijk: 1. een kind, begr. Poortvliet 1606/ Quirijn, geb. ca. 1608, volgt Vb. Mathijs Crijns Smidt is in 1595 schepen van Poortvliet. Ook in 1596, , 1607 t/m 1612, 1615, 1619, 1623 en 1624 wordt hij als zodanig vermeld (in 1615: Mathijs Crijns, gewesen smidt). In 1620 is hij weesmeester. Tussen 1600 en 1632 treedt hij regelmatig op voor de weeskamer van Poortvliet als rendant en boedelbeheerder. Begr. Poortvliet: een kind van Mathijs Crijns Smidt 1606/07, baljuw Matijs Crijnsen Mathijs Crijnsz. Smidt is volgens de overloper van 1603 eigenaar van 19 percelen land, totaal 32 gemeten 198 roeden, in diverse hoeken van Poortvliet (Poortvliet, Archief waterschap inv.nr. 148; 9 van deze 19 percelen vinden we in 1654 terug in de boedel van Quirijn Mathijssen van Vliet). Mathijs Crijnsen is in 1604 voogd over de kinderen van zijn broer Thomas en in 1617 over de zoon van zijn broer Jan. Volgens het kohier van de 1000 e penning over 1623 van stad en eiland Tholen d.d. 10 januari 1624 wordt Mathijs Crijns Smith te Poortvliet aangeslagen voor (het hoge bedrag van) 2:13:4 vls. (Tholen, GA inv.nr. 297). Blijkens het kohier van de 100 e penning op de huizen en schuren van de stad Tholen over 1624 is Mathijs Crijnssen Smit eigenaar van een huis in de Brugstrate en wordt hij aangeslagen voor 0:13:4 vls. (Tholen, Raze 5221). Mathijs Crijnsz Smit is volgens de overloper van 1638 eigenaar van groot aantal percelen land in diverse hoeken van Poortvliet (Poortvliet, Archief waterschap inv.nr. 150). Matthijs Quirijnssen Smits, oud 68 jaar, en Quirijn Matthijssen van Vliet, oud 30 jaar, ingezetenen van Poortvliet, verklaren op 11 februari 1638 voor notaris Wouter de Witte te Bergen op Zoom dat Christiaen van Boeschot jongeman is en geboren van wettige en eerlijke ouders (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 67 fol. 841). Rekening en bewijs door Johannes de Laey ten behoeve van de vier weeskinderen van Querijn van Vliet zal. en Catharina Jacobs Duyvelanders, overgebracht 17 februari Er wordt melding gemaakt van een betaling voor de kinderen aan Marinus de Bode om tot Middelburg advies te halen van rechtsgeleerden aangaande het testament van grootmoeder Neeltgen Michiels (Poortvliet, Raze ). Neeltgen Michiels is dus mogelijk de vrouw/weduwe van Mathijs Crijnsen Smit. Vervolgens kan ook verondersteld worden dat zij identiek is aan de herbergierster Neelken Smits. Nader onderzoek zal moeten aantonen of deze hypothese klopt. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 8.

9 IVc. Jan Crijnssen Smit, zn. van III geb. ca. 1570, smid te St.Maartensdijk, kerkmeester te St.Maartensdijk 1601, overl. voor 18 september 1617, tr.1 N.N., begr. St.Maartensdijk 1601 (de huysvrouw van Hans/Janes de Smit). tr.2 Maeyken Cornelisdr., overl. tussen 18 september 1617 en 1625; Zij tr.2 Gilliam Cornelissen, landman, overl. St.Maartensdijk april/mei Uit het 2 e huwelijk: 1. Cornelis. Pieter Jansse Slootmaecker en Jan de Smit zijn in 1601 kerkmeesters van St.Maartensdijk. Hun rekening over 1601 wordt op 15 januari 1603 afgesloten (St.Maartensdijk, Kerkrekeningen ). Jan Crijnssen is volgens de overloper van 1603 eigenaar van 10 percelen land, totaal 15 gemeten 214 roeden, in diverse hoeken van Poortvliet (Poortvliet, Archief waterschap inv.nr. 148). Niet duidelijk is of het hier Jan Crijnssen Smit betreft. Een reden om dat wel aan te nemen is het feit dat het perceel Bette Jeddenhoek 6 voor de helft eigendom is van Jan en voor de andere helft van Mathijs Crijnssen. Dit gehele perceel alsmede twee andere percelen zijn in 1654 vermeld in de boedel van Quirijn Mathijssen van Vliet. Overigens is er in 1603 ook een gezamenlijk perceel met Crijn Crijnssen en twee met Cornelis Janssen Cuyper. Jan Crijns Smit wordt genoemd als smid te St.Maartensdijk (St.Maartensdijk, stadsrekening ). Jan Crijnssen Smit staat vermeld op de lijst van personen d.d. 4 oktober 1614 aan wie bijdragen zijn gevraagd voor de aanschaf van nieuwe klokken in de kerk van St.Maartensdijk. Achter zijn naam is geen bedrag vermeld (St.Maartensdijk, Resolutieboek , f. 53). Staat en inventaris d.d. 18 september 1617 van de goederen aankomende het kind van wijlen Jan Crijnssen Smit, eerste man van Maeyken Cornelisdr., overgebracht door Matthijs Crijnssen als voogd ten overstaan van Gilliam Cornelissen als getrouwd hebbende de weduwe van Jan Crijnssen Smit. De wees genaamd Cornelis heeft recht van hypotheek op de helft van het huis en de schuur van Gilliam Cornelissen ter waarde van 56 vls. en op het huis van Marinus Danckerssen, staande op de Kaeye groot 36 vls. Het weeskind heeft nog te ontvangen uit de boedel van zijn grootmoeder Martinna Copdochter 13 s 5 d 4 m. Na het overlijden van zijn moeder heeft hij te goed een sylveren ryeme met wyt gouden rynck waarde 5 vls. Thomas Crijnssen koopt uit de boedel smidskolen ter waarde van 17 s. Er wordt een hoeveelheid tarwe en gerst en een misput verkocht (Jan Crijnsen zal dus enig land en vee hebben gehad). Ontvangsten totaal 61:18:0:22 vls. Uitgaven o.a.: aan Cornelis Crijnsen tot Bergen 6 vls.; aan Crijn Matthijssen 33 s 4 d. Uitgaven totaal 13:17:6 vls. Saldo vermogen 48:0:6:22 vls. (St.Maartensdijk, weeskamer Raze 5375). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 9.

10 Va. Jacob Thomasse Smit, zn. van IVa geb. ca. 1600, smid te Oud Vossemeer, schepen en weesmeester van Oud Vossemeer , begr. Oud Vossemeer 30 december 1666, tr. ca Elisabeth Pieters Poly, geb. ca. 1610, overl. Oud Vossemeer april 1678, dr. van Pieter Poly sr. en N.N. (zie nader paragraaf 4). Uit dit huwelijk (volgorde niet bekend): 1. Pieter, geb. Oud Vossemeer, volgt VIa. 2. Isaack, geb. Oud Vossemeer, volgt VIb. 3. Geraert, geb. Oud Vossemeer, volgt VIc. 4. Thomas, geb. Oud Vossemeer, volgt VId. 5. een dochter, tr. Jacob Corsten (de Oude), wagenmaker te Oud Vossemeer. 6. mog. Jacob, ondermeester te Tholen In de rentmeestersrekeningen van het ambacht Vossemeer over 1629/30 tot en met 1664/65 worden betalingen aan Jacob Thomasse Smit vermeld (ZA, verz. Van der Ploeg inv.nr. 50). Jacob Thomassen is vanaf 1654 principale voogd over de weeskinderen van zijn neef Quirijn Mathijssen van Vliet (Poortvliet, Raze 5698, 5704, 5705). Jacob Thomasse als in huwelijk hebbende Lisebeth Pieters Poly compareert namens de erfgenamen van Pieter Poly (de oude) op 20 mei 1659 en levert een schuur aan Jop Gommersen voor 78:0:0 vls., en een huis gelegen aan de oostzijde van de Ring van het dorp aan Pieter Willems Stouten voor 2.000,- (Oud Vossemeer, Raze , 152v). Lijsbethge Poly, wed. van Jacob Thomasse, geassisteerd met Isaak Jacobse haar zoon, levert op 8 februari 1672 aan Pieter Willems Stouten een schuur en erve binnen Oud Vossemeer, gelegen naast de verkoopster voor 88:6:8 vls. (Oud Vossemeer, Raze v). Staat en inventaris d.d. 17 oktober 1679 van de boedel van Elisabeth Pieters Poly, wed. van Jacob Thomasse. Overgebracht ter weeskamer door Thomas Poly, ten overstaan van Isaaks Jacobs, Jacob Corsten de Jonge en notaris Johan Craen als oom en voogd van de wees van Pieter Poly. Zuiver vermogen van de boedel 255:4:1 vls. Uit de staat en inventaris blijkt o.a.: dat het huis, schuur en smidse en de twee percelen land in 1669 en 1674 zijn verkocht aan zoon Thomas Poly, maar nog niet zijn geleverd; dat Elisabeth Pieters Poly vanaf pinksteren 1675 tot haar overlijden in april 1678 heeft ingewoond bij haar zoon Thomas; dat Elisabeth op 10 oktober 1677 naar Zierikzee is gereisd om een geldlening van ƒ 450,- te sluiten bij de heer Johannes van den Burght; dat de 5 kinderen ieder 700,- hebben ontvangen, c.q. nog tegoed hebben, als hun vaderlijk erfdeel; dat Geraert Poly meer van zijn moeder heeft geleend dan zijn erfdeel groot is en hij niet in staat is terug te betalen, zodat hij nu niets meer ontvangt. De overige 4 gerechtigden ontvangen als hun (groot)moederlijk erfdeel ieder 63:16:0 vls. (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). Op 7 maart 1690 compareren voor schepenen van Oud Vossemeer Jacob Corsten voor zichzelf en voor zijn broeder en zuster voor 1/5 part; Thomas Huybrechtsen in de naam van Geert Jacobsen Poly volgens machtiging van 12 februari 1690 voor 1/5 part; Baljuw Pieter Colen voor en wegens a. Isaak Jacobse de Vos en b. Neeltje Pieters, wed. van Bollaert Seijs en dochter van Pieter Jacobsen Poly voor 2/5 parten. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 10.

11 Zij leveren aan Janneken Molanus, wed. van Thomas Jacobsen Poly, 4/5 parten van een huis en schuur en smidse, welke Elisabeth Pieters, wed. van wijlen Jacob Thomassen, op 28 januari 1669 aan Thomas Poly heeft verkocht voor 2.000,- en 4/5 parten van twee blokken vroonland in de Kerkepolder in Welhoek nr. 12, groot 2 gemeten 192 roeden, die Elisabeth Pieters verkocht heeft aan Thomas Poly voor 450,- op 18 mei 1674 (Thomas Poly bezit reeds het resterende 1/5 part). (Oud Vossemeer, Raze ). ad 5. Jacob Corsten, wagenmaker te Oud Vossemeer, wordt genoemd als oom en voogd over de kinderen van zijn overleden zuster Neeltje Jacobs. De kinderen zijn: Susanna Jobs, uit het eerste huwelijk van Neeltje Jacobs met Job Gommers en Engel Engelsen uit het tweede huwelijk van Neeltje Jacobs met Engel Menten (Oud Vossemeer, weeskamer Raze 5598e nr. 13 d.d. 17 september 1660). ad 6. Jacob Jacob Jacobs Poly wordt door de magistraat van Tholen verkozen tot ondermeester in de school, ingaande Servaty (13 mei) 1663 voor ƒ 100,- per jaar. Op 13 november 1666 wordt in plaats van Jacob Jacobse Poly (wegens overlijden?) verkozen tot ondermeester in de school Willem Oostdijck voor ƒ 150,- per jaar (Tholen, stadsresoluties). Het is niet zeker dat Jacob Jacobs Poly een kind is van Jacob Thomasse en Elisabeth Pieters Poly. Hij wordt niet genoemd bij de latere boedelverdelingen. Als zijn vervanging in 1666 verband houdt met zijn overlijden dan is dat overigens verklaarbaar. Op bijgaande gravure is het woonhuis met smidse staande en gelegen aan de Kerkgracht te Oud Vossemeer afgebeeld (J. Ermerins, Eenige Zeeuwsche Oudheden, ca. 1750). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 11.

12 Vb. Quirijn Matthijssen van Vliet, zn. van IVb geb. ca. 1608, landmeter, majoor, later ook landbouwer, begr. Poortvliet 1652, tr. voor/in 1636 Cathalina Jacobs Duyvelander, geb. voor 1617, mog. begr. Poortvliet 1680 (als Catrijna de Laey), dr. van Jacob Marinisse Duyvelander en Pieternella Cornelis Lopsse; Zij hertrouwt te Poortvliet in 1654 met Johan(nis) de Laey/Delay, landman, overl. voor 17 december Uit dit huwelijk: 1. een kind, begr. Poortvliet Pieternella, geb. ca een kind, begr. Poortvliet Cornelia, ged. Poortvliet 16 juni Cathalina, geb. ca. 1644, mog. begr. Poortvliet Mathijs, ged. Poortvliet 13 januari 1647, mog. notarisklerk te Bergen op Zoom Quirijn Matthijssen van Vliet en Cathelijnken Jacobs Duijvelant, wettigh man ende wijff, wonende tot Poortvliet, testeren op 10 oktober 1636 voor notaris Wouter de Witte te Bergen op Zoom (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 63 fol. 406). Begr. Poortvliet: een kind van Crijn Matijssen 1637, een kind van Crijn van Vliet 1639, Quirijn van Vliet 1652, Catrijna de Laey 1680, Catelijntje van Vliets Matthijs Quirijnssen Smits, oud 68 jaar, en Quirijn Matthijssen van Vliet, oud 30 jaar, ingezetenen van Poortvliet, verklaren op 11 februari 1638 voor notaris Wouter de Witte te Bergen op Zoom dat Christiaen van Boeschot jongeman is en geboren van wettige en eerlijke ouders (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 67 fol. 841). Quirijn Matthijssen van Vliet, majoor in het land van Tholen, landmeter van dit eiland, gewezen ingenieur in het leger van Zijn Hoogheid de Prins van Oranje, kwartiermeester van de Veldmaarschalk Graaf Willem van Nassau, verklaart op 21 januari 1652, namens de ingelanden van de geïnundeerde polders ten Westen van Halsteren, dat hij in de bedijking van de Heerenpolder tussen Nieuw Vossemeer en de schans van Oranje op de kreek van zes pond aan de rivier de Eendracht (zijnde de scheiding tussen Zeeland en Brabant) mede is geweest landmeter van die polder. Hij verklaart mede dat het hem bekend is dat men dacht dat na het bedijken de rivier de Eendracht zou verlanden maar dat, in tegenstelling hiermee, de rivier wel 3 of 4 voet is verdiept. Verder verklaring over het verhogen van de Eendracht in 1622 toen de oude dijk bij Halsteren is geslecht (Not. Govaert Stempel, Bergen op Zoom, NA inv.nr. 76-3). Staat en inventaris van de goederen van wijlen Querijn Mathijssen van Vliet, ten behoeve van zijn weduwe Catalina Duvelanders voor de ene helft en zijn vier kinderen voor de andere helft, overgebracht ter weeskamer op 24 maart 1654, ten overstaan van Jacob Tomassen als principaal voogd en Michiel Cornelissen als toeziende voogd van de kinderen. Tot de bezittingen behoren: een huis, hof en erve in de Wijngaertstraet, alsmede twee schuren en twee boomgaarden, gelaten aan Johan de Lay voor 483:6:8 vls. twee schuren aan de straat naar Paesdijck, met de daarop nog rustende koopschuld, eveneens gelaten aan Johan de Lay goud- en zilverwerk, gewaardeerd p.m.; gemunt geld 35:1:0 vls. inboedel 140:1:0 vls.; landmetersgereedschap en boeken p.m.; kleding p.m. mede in de stoof te Scherpenisse p.m.; ca. 25 gemeten vruchten te velde 137:0:10 vls. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 12.

13 2 paarden, 6 melkkoeien, een os en 7 stuks jongvee, een varken 136:0:0 vls. vruchten in de schuur, 2 wagens en bouwgereedschappen 55:14:6 vls. vorderingen inzake pacht, uitgeleend geld, interest, verkoop van 3 ossen 176:11:1 vls. Er zijn diverse schulden: 4 geldleningen aan diverse personen, totaal 400:0:0 vls. overige schulden, zoals interest, pacht, statepenningen en overige landkosten, koopsommen van gekocht land, laken en bier, totaal 180:7:5 vls. (Poortvliet, Raze ). Verdeling van de landen toekomende Johan de Laey, getrouwd hebbende Catalina Duvelanders, weduwe van wijlen Querijn van Vlyet, voor de ene helft, en de vier kinderen Van Vliet voor de andere helft. Het totale bezit bestaat uit 114 gemeten 143 roeden land te Poortvliet met een getaxeerde waarde van 3.447:12:4 vls. Kavel A voor Johan de Laey, groot 57 gemeten 68 roeden, waard 1.719:18:0 vls. Kavel B voor de kinderen, groot 57 gemeten 75 roeden, waard 1.727:14:4 vls. (Poortvliet, Raze v d.d. 19 november 1654). Rekening en bewijs door Johannes de Laey als man en voogd van Catharina Jacobs Duyvelanders van de staat van Querijn van Vliet zal., overgebracht 17 februari 1656 ten overstaan van Jacob Thomassen als principale en Michiel Cornelissen als toeziende voogd van de kinderen. De totale ontvangsten bedragen 908:2:8 vls. en de totale uitgaven 627:5:2 vls. Per saldo resteert 280:17:6 vls. Er wordt melding gemaakt van een betaling voor de kinderen aan Marinus de Bode om tot Middelburg advies te halen van rechtsgeleerden aangaande het testament van grootmoeder Neeltgen Michiels. Verder blijkt Majoor van Vliet borg te hebben gestaan voor mr. Gideon Heijlinck en is hij als zodanig aangesproken tot betaling van diens schulden (Poortvliet, Raze ). Rekening en bewijs door Johannes de Laey, in huwelijk hebbende Cathalina Duvelanders, te voren weduwe van sieur Quirin van Vlyet, ten behoeve van de 4 weeskinderen, genaamd Pieternella, oud omtrent 23 jaar, Cornelia, oud omtrent 20 jaar, Cathalina, oud omtrent 17 jaar en Mathijs van Vlyet, ca. 15 jaar. Overgebracht 21 januari 1661 ten overstaan van Jacob Thomassen als voogd van de kinderen. Dit betreft de rekening over de jaren 1656 t/m Het slot is overgebracht naar de volgende rekening van 16 juli 1664 (Poortvliet, Raze ). Catharina Duvelander, weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan de Lay, compareert op 17 december 1666 voor de weeskamer en verklaart dat zij wegens de staat van de boedel verplicht is geweest bezittingen te verkopen. In verband met haar weeskind had zij daarvoor toestemming aan de weeskamer moeten vragen (Poortvliet, Raze v). ad 2. Pieternella Juffr. Petronella van Vliet, dochter van wijlen Sr. Quirijn van Vliet, machtigt op 18 juni 1665 Sr. Reijnier Wier, haar zwager, om te innen wat haar toekomt van de erfgenamen van mr. Gedion Heijlingh, schoolmeester van Poortvliet, over geleend geld (Not. Govaert Stempel, Bergen op Zoom, NA inv.nr ). ad 6. Mathijs Matthijs van Vliet is als klerk op het kantoor van notaris H. de Rouck te Bergen op Zoom op 8 maart 1663 en 30 april 1663 getuige bij akten verleden voor notaris de Rouck (Bergen op Zoom, NA inv.nr , 108). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 13.

14 VIa. Pieter Jacobs Poly, zn. van Va geb. Oud Vossemeer, bel. St.Maartensdijk 21 januari 1662, smid te St.Maartensdijk , (bier)brouwer te St.Maartensdijk , schepen van St.Maartensdijk en armmeester in mei 1669, diaken te St.Maartensdijk , overl. voor 17 oktober 1679, otr./tr. als j.m. geb. Oud Vossemeer en won. St.Maartensdijk, St.Maartensdijk 18 november/20 december 1662, otr. Scherpenisse 18 november 1662 Agnietje Craen, j.d. geb. en won. St.Maartensdijk, ged. St.Maartensdijk 7 april 1641, dr. van Johannes Craen, penningmeester en burgemeester 1664 van St.Maartensdijk, en Neelken Jans. Uit dit huwelijk: 1. Neeltje, ged. St.Maartensdijk 16 november 1664 (get. Joan Craene, penningmeester, Jacob Coster, Elisabeth Pietersen, Claesken Hendricksen Voshol), bel. St.Maartensdijk 18 april 1682, overl. na 30 september 1707, otr./tr.1 als j.d. geb. en won. St.Maartensdijk, St.Maartensdijk 17 november/8 december 1683 Christiaen Versteijle, j.m. geb. en won. St.Maartensdijk; otr./tr.2 Scherpenisse 22 november/6 december 1686, otr. Stavenisse 31 augustus 1686 Bollaert Seijs, j.m. geb. Poortvliet en won. Scherpenisse, smid te Scherpenisse, overl. voor 7 maart 1690, mog. zn. van Marinus Zeijs en Dingentjen Bols; otr./tr.3 Scherpenisse 22 mei/10 juni 1694 Cornelis Speck, j.m. geb. en won. Scherpenisse, overl. na 30 september Pieter Poly is van 19 mei 1664 t/m 28 mei 1666 diaken te St.Maartensdijk (St.Maartensdijk, akta kerkeraad). Pieter Jacobs Poly koopt (transport op 17 januari 1659) van Marinus Duyvelaer een huis en erf met smeedwerk en gereedschappen, gelegen aan de westzijde van de Markt te St.Maartensdijk voor 1.800,- (St.Maartensdijk, Raze 5294a-50v). Condities van verkoop door de erfgenamen van de heer burgemeester Johan Craen. Op 20 maart 1665 leveren Willem Jouw, wegens zijn moeder Clasina Voshols, weduwe van burgemeester Craen, Johan en Andries Craen en Pieter Poly, schepen, als in huwelijk hebbende Agnieta Craen, de volgende zaken: - aan Bartel Wylthon een huis en erve staande en gelegen aan de westzijde van de Markt voor 500,-; - aan Andries Craen een huis, schuur, buur, wagenhuis en misput waar de weduwe tegenwoordig in woont voor 1.800,-; - aan Maljaert van Oost het oude lapschuerken op de Oostveste met de dorsvloer; - aan diverse kopers ruim 30 gemeten eigen land in de Oudelandpolder en in de Muyepolder, alsmede diverse pachtlanden (St.Maartensdijk, Raze 5294a-178, 181). Willem Jouw, namens de weduwe van burgemeester Craen, zijn moeder, voor de ene helft, en Johan Craen, penningmeester, Pieter Poly, schepen, mede namens Andries Craen, voor de andere helft, verkopen op 2 april 1666 aan dijkgraaf Liens een paaybrief d.d. 20 maart 1665 sprekende op oudburgemeester Maillard van Oost wegens koop van het oude lapschuyrcken op de Oostveste met de dorsvloer, voor 15:3:0 vls. (St.Maartensdijk, Raze 5294a-209v). Pieter Jacobse Poly verkoopt op 2 juni en transporteert op 20 juni 1670 zijn huis en smidswinkel met alle toebehoren, staande aan de westzijde van de Markt te St.Maartensdijk aan Molanis Gillisse Manneken voor 1.500,- (St.Maartensdijk, Raze ). Pieter Jacobse Poly koopt op 16 april 1670 (transport op 21 oktober 1672) van Maerten Tistelet een brouwerij, woonhuis, hof en erve, staande en gelegen op de Kaeye, met alle goederen, kuipen, tonnen, bakken, vaten etc. voor 500:0:0 vls. (St.Maartensdijk, Raze en 68v). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 14.

15 Pieter Jacobse Poly verkoopt op 25 juli en levert op 20 augustus 1674 aan Cornelis Geene een hof te St.Maartensdijk voor 32:0:0 vls. (St.Maartensdijk, Raze v). Pieter Jacobse Poly verkoopt op 12 juli en levert op 12 oktober 1674 de brouwerij waar hij thans woont, staande en gelegen aan de haven, aan de oostpoort te St.Maartensdijk aan Hendrik Spoors voor 2.200,- (St.Maartensdijk, Raze ). Pieter Jacobse Poly levert op 17 augustus 1674 een paaybrief ten laste van Molanus Manneken, staande op zijn huis en smidse, groot 128:0:0 vls. aan Marinis Geene voor 76:13:4 vls. plus 2:10:0 vls. voor zijn dochter (St.Maartensdijk, Raze ). Pieter Jacobse Poly verkoopt op 25 juli en levert op 10 augustus /6 part van 3 gemeten 65 roeden boomgaard te St.Maartensdijk aan Willem Jouw voor 26:0:0 vls. (St.Maartensdijk, Raze ). Staat en inventaris d.d. 17 oktober 1679 van Elisabeth Pieters Poly, wed. van Jacob Thomasse. Overgebracht ter weeskamer ten overstaan van o.a. notaris Johan Craen als oom en voogd van Neeltje, de wees van Pieter Poly (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). ad 1. Neeltje Abraham Mol levert op 15 december 1687 aan Bollaart Seijs een huis en erve staande op de Beestenmarkt met de smidswinkel, inclusief oud en nieuw ijzer, gemaakt en ongemaakt, voor 900,- (Scherpenisse, Raze v). De weduwe Bollaart Seijs, geassisteerd met weesmeester Dingeman Spek, levert op 29 mei 1691 aan Jan Vink een huis, buur en smidswinkel op de Beestenmarkt, met alle gemaakt en ongemaakt ijzer, voor 300:0:0 vls. Op 30 september 1707 verklaart Cornelis Spek, als in huwelijk hebbende de weduwe Bollaart Seijs, volledig voldaan te zijn (Scherpenisse, Raze v). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 15.

16 VIb. Isaack Jacobs de Vos, (alias eenmaal Poly), zn. van Va geb. Oud Vossemeer, landman, won. aan de Ring te Oud Vossemeer, overl. na 29 maart 1694, tr. ca. september 1659 Stoffelijntje t Hooft, overl. voor 10 maart 1693, dr. van Cornelis Marinusse Paes alias t Hoot en Maeyken Goverts (van den Berg). Uit dit huwelijk (volgorde niet bekend): 1. Maetje, geb. Oud Vossemeer, winkelierster, overl. voor 20 juni 1701, otr./tr. als j.d. van Vossemaer en won. Tholen, Tholen 29 maart/11 april 1691 Joos Dircxsen van der Heijden, j.m. van en won. Tholen, ged. Tholen 21 september 1670, begr. mog. Tholen 9 april 1707, zn. van Dirck Joosse van der Heijden en Lena Prins. 2. Jacoba, overl. na 6 oktober 1726, begr. mog. Tholen 20 oktober 1746, tr. voor 1693 Johannes Jans de Graaff, landman, overl. na 3 december 1708, begr. mog. Tholen 11 januari Elisabeth, geb. Oud Vossemeer, overl. tussen 24 januari en 10 juni 1694, otr./tr. als j.d. geb. Oud Vossemeer en won. Westkerke, Scherpenisse 8/29 april 1693 Andries Jorisse Gijseling, wedr. van Maria Leunis, geb. en won. Scherpenisse, landman. 4. Cornelis (minderjarig op 10 maart 1693), volgt VIIa. 5. Cornelia (minderjarig op 10 maart 1693), begr. Schakerloo 10 april 1707, otr./tr. Tholen 26 augustus/16 september 1705 Jan Janse Kivit, wedr. van Pieternella Lauweris, geb. Steenbergen. 6. een kind (minderjarig op 10 maart 1693). In tegenstelling tot zijn broers gebruikt Isaack niet de achternaam Poly, maar de naam De Vos(ch). Deze naam wordt niet aangetroffen bij zijn kinderen, dus waarschijnlijk betreft het een persoonlijke bijnaam. Mogelijk ligt er een relatie met de molen van Oud Vossemeer, die was namelijk ook De Vos genaamd. Boedelrekening over de jaren 1656 t/m 1659 door Jacob Liens als voogd van de wezen wijlen Cornelis t Hoot daar moeder van was Maeyken Goverts. Kinderen met name Stoffelijntje, Marynis en Govert. Uitgaven o.a.: tot en met 2 augustus 1659 aan of t.b.v. Stoffelijntje zoals kleding; 10 september 1659 aan Isaack Jacobse getrouwd met Stoffelijntje Hoots 30 vls.; nogmaals aan Isaack Jacobse 30 vls.; op 14 november 1659 geleend aan Isaack Jacobse 16:3:4 vls.; betaald op 3 november 1659 over geleverde winkelwaren t.b.v. Stoffelijntje daer sij troude 12:13:5½ vls. Staat van de goederen van Cornelis t Hoot en Maeyken Goverts, totaal 595:3:2 vls. (Oud Vossemeer, weeskamer Raze 5598e nr. 7 en nr. 30 beide d.d. 21 januari 1660). Vervolg boedelrekening over de jaren 1660 t/m 1662 van Cornelis t Hoot en Maeyken Goverts. Isaack Jacobse en Stoffelijntje t Hooft ontvangen hun 1/3 deel groot 198:7:9 vls. Hij heeft reeds ontvangen 77:3:8 vls. Uitbetaald 121:4:1 vls. (Oud Vossemeer, weeskamer Raze 5598e nr. 29 d.d. 23 juli 1663). Isaack Jacobs de Vosch koopt op 24 april 1662 van Geert de Coninck een huis en schuur aan de Ring te Oud Vossemeer voor 1.225,- (Oud Vossemeer, Raze ). Isaack Jacobs de Vosch verkoopt aan Marynis Nodde een schuur voor 300,- (Oud Vossemeer, Raze v). Isaac Jacobse koopt op 16 april gemeten 4 roeden land in de 6e hoek in nr. 60 in de polder van Oud Vossemeer (Oud Vossemeer, Raze ). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 16.

17 Isaack Jacobse koopt op 22 maart 1678 van de secr. Joan Steenput als sequester in de geabandonneerde boedel van Govert t Hooft een poone of jacht die t Hooft in eigendom heeft voor 100:0:0 vls. te betalen 6 maanden na de leverantie en voorts volgens de verkoopcondities. Isaack Jacobse verbindt hieraan zijn 10 gemeten 8 roeden land in de 6e hoek nr. 60 te Oud Vossemeer en zijn huis en schuur en verdere timmerage staande en gelegen binnen het dorp van Oud Vossemeer. Hij betaalt op 23 maart ,- en op 19 januari ,-. Isaack Jacobse verkoopt op 23 maart 1678 aan Volckerts Gijsbregtse Langerack, wonende in Maessluys een ventjagers jacht met alle het want en zijn toebehoren, tegenwoordig liggende aan het Nieuwe Veer te Oud Vossemeer voor 460,- en een rijksdaalder voor de verkopers kinderen en verder 40,- voor een nieuw zeil dat ligt bij de zeilmaker Geert Prins te Rotterdam. Na voldaan te zijn moet Isaack Jacobse nog betalen aan secr. Steenput 140,- (Oud Vossemeer, Raze v en ). Isaack Jacobse verkoopt op 12 oktober 1684 aan Jacob Keijser een schuur staande bij de Achterstraat te Oud Vossemeer voor 15:0:0 vls. (Oud Vossemeer, Raze ). Isaack Jacobse Poly is op 2 november 1687 getuige te s-heerenhoek bij de doop van een zoon van zijn broer Geeraert Poly. Isaack Jacobse de Vos voor hemzelf en voor zijn kinderen verkoopt op 8 mei 1692 aan smid Thomas Stoel een huis, schuur en erve staande en gelegen aan de Ring te Oud Vossemeer voor 58:6:8 vls. (Oud Vossemeer, Raze ). Isaack Jacobse de Vos voor de helft en Joos Dircxsen, getrouwd met Maetje Isaackx voor 1/6, Johannis Jansen de Graaf, getrouwd met Jacoba Isaackx voor 1/6, Jacob Corsten voogd over de vier minderjarige kinderen van Stoffelijntje t Hooft voor 4/6 voor de andere helft, verkopen en leveren op 10 maart 1693 aan Ds. Niclaes Wouters 10 gemeten 8 roeden land in de 6e hoek in nr. 60 in de polder van Oud Vossemeer voor 120:6:4 ¾ vls. (Oud Vossemeer, Raze v). Thomas Stoel verkoopt op 29 maart 1694 een huis, schuur en erve staande en gelegen aan de Ring te Oud Vossemeer aan secretaris Nicolaes Colen voor 43:10:0 vls. Isaac Jacobse de Vos heeft nog te ontvangen 40 vls. (Oud Vossemeer, Raze v). ad 1. Maetje Overgebracht ter weeskamer van Tholen op 20 juni 1701, door Johannes de Graaf als zwager van de overledene, de staat en inventaris van de nagelaten goederen van Maetien Isacks, in haar leven huisvrouw van Joos van der Heijden. Kind: Isack oud 5 jaar. Boedel: contanten, goud en zilver, 3 kerkboeken met zilverbeslag, een huis in de Kerkstraat te Tholen bezwaard met hypotheek, inboedel en winkelwaren. Na de taxatie blijken de lasten 19:8:11 vls. groter dan de baten (Tholen, weeskamer inv.nr v). ad 2. Jacoba Gedoopt Tholen 27 februari 1695 Stoffel, zoon van Johannes Janse de Graef en Barbera (moet zijn Jacoba) Isaacks. Op 26 augustus 1725 is Jacoba Isaacks Poly doopget. te Tholen bij de doop van Jacoba, dochter van haar zoon Isaack de Graef en Neeltje Cornelis. Op 6 oktober 1726 is zij doopgetuige te Tholen bij de doop van Jacoba, dochter van haar zoon Jacob de Graef en Jacomijntje Kamhooft. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 17.

18 ad 3. Elisabeth Ged. Scherpenisse 24 januari 1694 Stoffelijntje, dochter van Andries Jorisse Gijseling en Elisabeth Isaacks. Andries Jorisse Gijseling hertrouwt te Scherpenisse 10 juni/1 juli 1694, zodat Elisabeth voor die tijd zal zijn overleden. ad 5. Cornelia Gedoopt Tholen 18 juli 1706 Catelijntje, dochter van Jan Kivit en Cornelia Isaacks, get. Kooba Isaacks. Staat en inventaris overgebracht door Jan Kivit, wedr. van Cornelia Isaacks, in handen van Jan de Graef, oom van moederszijde en toeziende voogd. Kind: Catelijntje oud 2½ jaar. Geringe boedel (Tholen, weeskamer inv.nr v d.d. 3 december 1708). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 18.

19 VIc. Geraert Jacobse Poly, zn. van Va geb. Oud Vossemeer, wordt poorter te Tholen op 27 juli 1664, militair (sergeant) te Sluis 1684, vermeld als mr. in 1687 en postuum in 1708, overl. tussen 13 januari 1704 en 26 juli tr.1 Catrina van Houte, overl. voor 21 juni otr.2 als sergeant in de compagnie van capitein Perponcher, met att. om te trouwen in St.Cruys, Sluis 21 juni 1684 Caterina Coets, wed. van Willem Willemoens, overl. voor 17 november otr.3 s-heerenhoek 17 november 1696 Elisabeth Lodewijks van den Ende, wed. van Daniël Schoudee, overl. na 5 maart Uit het 2 e huwelijk: 1. Klement, ged. s-heerenhoek 2 november 1687 (get. Lauris Davidse, Isaack Jacobse Poly, Leunken huisvrouw van Marinus Huibregtse de Meulemaker). Uit het 3 e huwelijk: 2. Elisabeth, ged. s-heerenhoek 15 maart 1699 (get. Marinus Lodewijks van den Ende, Marinus Adriaans Vader, Leuntje Jans Bochoute), overl. na 25 mei Lodewijkus, ged. s-heerenhoek 3 april 1701 (Calishoek; get. Pieter Jans Wesdorp, Geerken Abels), volgt VIIb. 4. Petrus, ged. s-heerenhoek 13 januari 1704 (Calishoek; get. Dirk Dignisse met zijn vrouw), overl. na 5 maart Staat en inventaris d.d. 17 oktober 1679 van Elisabeth Pieters Poly, wed. van Jacob Thomasse. Hieruit blijkt dat Geraert Poly na aftrek van zijn aandeel (ad ƒ 700,-) in de nalatenschap van zijn vader 636,65 schuldig is aan de boedel van zijn moeder en hij niet in staat is terug te betalen. De schulden zijn ontstaan door geldleningen, alsmede door kosten van processen tegen de heren Dallens en Van der Broucke. Geraert ontvangt daarom niets meer uit de boedel van zijn moeder (Oud Vossemeer, weeskamer Raze v). Mogelijk is uit een van de huwelijken ook een dochter Catrina geboren. Zij treedt in 1734 te Yerseke op als doopgetuige bij een kind van Lodewijk. Lijsbeth Lodewijks, wed. van mr. Gerrit Polie, laat op 26 juli 1708 een buiten echt geboren kind dopen te s-heerenhoek, genaamd Cornelia. Een Gerard Poli wordt vermeld in een vonnis of een resolutie van de Raad van Brabant (RA s- Hertogenbosch, toegang , inv.nr ; niet door ons nagezien). ad 4. Petrus Mogelijk is hij identiek met Pieter Poley, overl. Middelburg 13 november 1751 (in 't Schuddevischstraatje). Kinderen te Middelburg: Gerrit 20 jaar in het armweeshuis, Elisabeth 16 jaar in het burgerweeshuis (Middelburg, Godshuizen, inv.nr ). Elizabeth Poly verblijft in het burgerweeshuis van 1751 tot 1762 (Middelburg, Godshuizen, inv.nr. 2061a-109). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 19.

20 VId. Thomas Jacobse Poly, zn. van Va geb. Oud Vossemeer, smid te Oud Vossemeer, schepen van Oud Vossemeer , overl. voor 7 maart 1690, otr./tr. als j.m. van Oud Vossemeer, St.Maartensdijk 24 april/29 mei 1669 Janneken Molanus, j.d. geb. St.Maartensdijk, ged. St.Maartensdijk 27 april 1642, overl. na 6 januari 1693, dr. van mr. Johannes Molanus, bode en procureur te St.Maartensdijk, en Maeyken Davids Verburcht. Uit dit huwelijk: 1. Elisabeth, geb. ca. 1670, overl. na 9 juli 1731, tr.1 voor 1700 Maarten van den Boogaert; tr.2 als won. Poortvliet, Poortvliet 6 december 1712 Johannes Batenburg, wedr. van Lena Abrahams Uul, ged. Stavenisse 22 maart 1670, overl. voor 9 juli 1731, zn. van Maerten Batenburg en Teuntje Jans. Thomas Poly als in huwelijk hebbende Johanna Molanus en Johan Verburcht wegens Dina en Elisabeth Molanus bekennen op 1 mei 1669 verkocht te hebben aan Andries Craen 3/4 in een huis en erve, waarvan hij 1/4 part is competerende, staande aan de oostzijde van de Markt te St.Maartensdijk voor 750,- (St.Maartensdijk, Raze ). In de rentmeestersrekening van het ambacht Vossemeer over 1669/70 wordt genoemd Thomas Jacobs Smit (ZA, verz. Van der Ploeg inv.nr. 50). Thomas Jacobsen Poly is ca houder van een schuldbrief rustende op een schuur in de Voorstraat te Oud Vossemeer ten laste van Neeltje Jans Buys, wed. van Pieter Stouten (Oud Vossemeer, Raze ). Op 7 maart 1690 compareren Jacob Corsten voor zichzelf en voor zijn broeder en zuster voor 1/5 part; Thomas Huybrechtsen in de naam van Geert Jacobsen Poly voor 1/5 part; Baljuw Pieter Colen voor en wegens a. Isaak Jacobse de Vos en b. Neeltje Pieters, wed. van Bollaert Seijs en dochter van Pieter Jacobsen Poly voor 2/5 parten. Zij leveren aan Janneken Molanus, wed. van Thomas Jacobsen Poly, 4/5 parten van een huis en schuur en smidse, welke Elisabeth Pieters, wed. van wijlen Jacob Thomassen, op 28 januari 1669 aan Thomas Poly heeft verkocht voor 2.000,- en 4/5 parten van twee blokken vroonland in de Kerkepolder in Welhoek nr. 12 groot 2 gemeten 192 roeden die Elisabeth Pieters verkocht heeft aan Thomas Poly voor 450,- op 18 mei 1674 (Thomas Poly bezit reeds het resterende 1/5 part). (Oud Vossemeer, Raze ). Op 20 maart 1690 compareert Janneken Molanus, wed. van Thomas Jacobse Poly, en bekent verkocht te hebben aan Thomas Meertens Stove een smidse, staande op de kant van de Kerkgracht te Oud Vossemeer met alle smidsgereedschappen, alsmede alle ijzer en ijzerwerk, voor 1.300,- (Oud Vossemeer, Raze v). Transport van een schuur in de Molenstraat op 6 januari 1693 naast de schuur van de weduwe Thomas Poly (Oud Vossemeer, Raze ). ad 1. Elisabeth Ingekomen St.Annaland van Oud Vossemeer op 1 juli 1713, Elisabeth Poly (St.Annaland, akta kerkeraad). Elysabeth Poly, laatst weduwe van Johannes Batenburg, wordt als grootmoeder genoemd in het testament d.d. 9 juli 1731 van Lena van den Boomgaert, j.d. te Tholen (Scherpenisse, Raze 5777). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 20.

21 VIIa. Cornelis Isaacksen, zn. van VIb geb. ca (minderjarig op 10 maart 1693), overl. voor 31 januari 1702, tr. ca Neeltje Jacobs Mol, geb. Oud Vossemeer ca. 1681, begr. Oud Vossemeer 9 september 1745, dr. van Jacob Michiels Mol, landman te Oud Vossemeer, en Maatje Cornelis Witte (Brijman). Uit dit huwelijk: 1. Isaack, geb. ca (2 jaar oud op 31 januari 1702), volgt VIII. Op 31 januari 1702 compareren ter weeskamer van Oud Vossemeer Neeltie Jacobsen Mol, weduwe van wijlen Cornelis Isaacksen, waarvan één kind in leven is, genaamd Isaack Cornelissen, oud 2 jaren, geassisteerd met haar vader Jacob Mol, ter ene zijde, en Johannes de Graaff, in huwelijk hebbende Jacoba Isaacksen, ter andere zijde. Zij verklaren met instemming van de weeskamer overeengekomen te zijn dat de weduwe in het volle bezit blijft van de boedel door Cornelis Isaacksen nagelaten, en dat zij het kind Isaack moet opvoeden en onderhouden tot 18 jaar en vervolgens uitkeren voor zijn vaderlijk goed, een zilveren ducaton, twee gouden hemdsknopen, drie dozijn zilveren hemdsknopen en twee zilveren schoengespen (Oud Vossemeer, weeskamer Raze 5598L-49). Neeltje Jacobs Mol, tr.2 (verm. Oud Vossemeer) 1702 Michiel Maljaart (Maljert), begr. Oud Vossemeer 14 oktober 1738, zn. van Maljaert Coolaert en Jacomijna Matthijs Vlamings. Uit dit huwelijk: ged. Oud Vossemeer, Jacomintje 14 januari 1703, Jacob 16 augustus 1705 (get. Jacob Mol en Mattje Witte), Maatje 12 februari 1708, Maljert 2 november 1710, Neeltje 31 januari 1712, Machiel 22 september 1715, Jacomijna 27 augustus 1719, Cornelis 17 oktober 1720, Cornelis 23 november 1721, Maatje 27 februari Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 21.

22 VIIb. Lodewijk Poly, zn. van VIc ged. s-heerenhoek 3 april 1701 (Calishoek), otr./tr. als j.m. van 's-heerenhoek, Krabbendijke 31 augustus/16 september 1725 Magdalena Carels Vermeulen, j.d. van Krabbendijke. Uit dit huwelijk: 1. Lisabet, ged. Yerseke 5 maart 1730 (get. Pieter Poly en Lysabet Lodewijks zijn moeder). 2. Janna, ged. Yerseke 25 mei 1732 (get. Jan van Houtenhove en Lisabet Poly). 3. Jacob, ged. Yerseke 14 maart 1734 (get. Jan van Houtenhove en Catrina Poly). Lodewijk Poly en Magdalena Carels worden genoemd te Rilland Bath in 1730 (Raze 3225). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 22.

23 VIII. Isaack Poly, zn. van VIIa geb. ca (2 jaar oud op 31 januari 1702), landman , begr. Oud Vossemeer 9 maart 1761, tr. ca Cornelia IJserman, ged. Scherpenisse 16 september 1703, begr. Oud Vossemeer 9 maart 1752, dr. van Pieter IJserman, landman te Scherpenisse, later te Poortvliet, en Dina Bartels Koe. Uit dit huwelijk: 1. Neeltje, ged. Oud Vossemeer 19 december 1731 (get. Magiel Maljert). 2. Cornelis, ged. Oud Vossemeer 28 december 1732 (get. Michiel Maljert en Neeltje Mols), volgt IX. 3. Pieter, ged. Oud Vossemeer 17 juli 1735 (get. Jacob Maljerse en Maria Isermans), overl. jong. 4. Dina (ook Dingena), ged. Oud Vossemeer 16 maart 1738, overl. St.Annaland 5 maart 1818, tr.1 Cornelis Scharre, geb. Poortvliet ca. 1731, arbeider, begr. St.Annaland 29 november 1806, zn. van Pieter Scharre en Cornelia Bogert; otr./tr.2 St.Annaland 6/27 maart 1807 Cornelis Maartens Goedegebuure, wedr. van Maria van Driel, ged. St.Annaland 12 augustus 1753, dagloner/arbeider te St.Annaland, overl. St.Annaland 16 maart 1821, zn. van Maarten Goedegebuure en Maatje van de Wegh. 5. Pieter, ged. Oud Vossemeer 13 november 1745, begr. Oud Vossemeer 5 oktober Yzak Poly is van 1736 t/m 1743 pachter van een hofstede te Oud Vossemeer. Volgens het oorgeld der paarden (belastingen) is hij van 1736 t/m 1738 eigenaar van 5 paarden, van 1739 t/m 1742 eigenaar van 6 en in 1743 eigenaar van 5 paarden (Tholen, GA inv.nr. 293). Inventaris en arrestatie op 1 augustus 1742 van de goederen van Isak Cornelisse Poly door rentmeester Ad. van der Schoor als last en procuratie hebbende van mr. J. Bodel, gedeputeerde in de Raad van State van Zeeland. Beschreven worden alle goederen die zich bevinden in de hofstede en op de gronden van de heer Bodel, gelegen onder de jurisdictie van Oud Vossemeer, zoals huismeubelen en overige inboedel, kleding, bouwgereedschappen (waaronder 3 wagens), vruchten te velde en in de schuur en de beestialen, t.w. 6 paarden en 1 veulen, 10 koeien en 3 stuks jongvee, 3 varkens, 2 ganzen, 22 eenden, alsmede enige hoenders en duiven. Vruchten te velde in totaal 65 gemeten en 197 roeden, waarvan de helft tarwe en verder boekweit, gerst, koolzaad, bonen en erwten (Oud Vossemeer, Raze ). In 1756 is Izaak Pollie getuige bij de doop van zijn kleinzoon Isaak. ad 4. Dina Ingekomen St.Annaland van Oud Vossemeer 30 januari 1779 Cornelis Scharre en Dingena Poley (St.Annaland, akta kerkeraad). Cornelis Scharre en Dingena Poly testeren op 2 november 1796 voor notaris C. Wagtho te Tholen (Tholen, Raze 5251). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 23.

24 IX. Cornelis Pollie / Polli, zn. van VIII ged. Oud Vossemeer 28 december 1732, landman/arbeider, overl./begr. Oud Vossemeer 7/9 augustus 1812, tr. ca Maatje Onderdijk, ged. Oud Vossemeer 19 augustus 1734, overl. Oud Vossemeer 12 juni 1775, dr. van Cornelis Hubrechts Onderdijk, landman, en Elisabeth Harmans Boomsluiter. Uit dit huwelijk: 1. Isaak, ged. Oud Vossemeer 21 november 1756 (get. Izaak Pollie en Maria Bogaerts), volgt Xa. 2. Elisabeth, ged. Oud Vossemeer 9 juli 1758 (get. Bertus Onderdijk), overl. jong. 3. Elisabeth, ged. Oud Vossemeer 18 november 1759 (get. Bertus Onderdijk), arbeidster, overl. Oud Vossemeer 28 juni 1837, otr. Oud Vossemeer 2 juni 1797 Mattheus Jacobse Lindhout, ged. Oud Vossemeer 24 maart 1781, arbeider, overl. Oud Vossemeer 28 juni 1828, zn. van Jacob Marinusse Lindhout en Tona de Graaf. 4. Kornelia, ged. Oud Vossemeer 6 december 1761 (get. Dingena Poli), boerenmeid/arbeidster, overl./begr. Oud Vossemeer 18/20 juni 1812, otr.1 Oud Vossemeer 18 april 1787 Matthijs den Engelsman, wedr. van Maria Quakkelaar, geb. St.Annaland, arbeider, overl./begr. Oud Vossemeer 16/18 december 1798; otr.2 Oud Vossemeer 16 juli 1801 Jacob Kasseband, geb. St.Annaland ca. 1772, boerenknecht/arbeider, militair kustwacht 1813, winkelier 1816, overl. Tholen 12 november 1842, zn. van Marinus Kasseband en Maatje de Rijke. 5. Maatje, ged. Oud Vossemeer 3 april 1763, otr./tr. als j.d. geb. en won. Oud Vossemeer, Oud Vossemeer 15/30 augustus 1783 Marinus van Driel, j.m. geb. Bruinisse en won. St.Annaland, meestoofarbeider, bel. St.Annaland 6 april 1787, zn. van Leendert van Driel en Neeltje Marinusse Goedegebure. 6. Huberdina, ged. Oud Vossemeer 27 november 1765 (get. Hubertus Onderdijk), boerenmeid voor huwelijk/arbeidster, overl. Oud Vossemeer 18 augustus 1833, otr. Oud Vossemeer 3 juli 1794 Dirk van Poortvliet, ged. Oud Vossemeer 5 september 1767, arbeider, overl. Oud Vossemeer 1 april 1825, zn. van Adriaan van Poortvliet en Dina Dirkse Suurland. 7. Cornelis, ged. Oud Vossemeer 14 december 1767, volgt Xb. 8. Pieter, ged. Oud Vossemeer 2 april 1770, begr. Oud Vossemeer 13 maart Dina (ook Dingena), ged. Oud Vossemeer 18 oktober 1772, dagloonster, overl./begr. Oud Vossemeer 7/8 augustus 1812, ongehuwd. De bij de kinderen Elisabeth, Maatje en Huberdina genoemde ondertrouwdatum is de datum waarop het ondertrouwgeld te Oud Vossemeer is betaald. Cornelis Polie verklaart op 10 december 1755 schuldig te zijn aan Abraham Verkouteren, baljuw en dijkgraaf van Oud Vossemeer, 100,- à 5%. Voldaan 28 november Als onderpand stelt hij zijn huis, schuur en erve onder de molen te Oud Vossemeer. Hij verklaart op 27 november 1758 schuldig te zijn aan Verkouteren 200,- à 5%. Voldaan bij kwitantie 22 december Hij verklaart op 10 november 1766 schuldig te zijn aan Verkouteren 400,- à 5%. Voldaan 8 maart Onderpand zijn huis en nieuw opgebouwde schuur, staande en gelegen onder de molen te Oud Vossemeer (Oud Vossemeer, Raze , 168v en 255v). Op 10 maart 1778 overgebracht ter weeskamer van Oud Vossemeer de inventaris d.d. 21 januari 1778 opgemaakt ten huize van Cornelis Pollie, weduwnaar van Maatje Onderdijk. Kinderen: Izaak oud omtrent 21 jaar, Elisabeth 18 jaar, Cornelia 16 jaar, Maatje 14 jaar, Hubertina 13 jaar, Cornelis 10 jaar en Dingena 5 jaar. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 24.

25 De boedel bestaat uit: een huis, schuur en erve, staande en gelegen bij de molen van Oud Vossemeer, waardig 116:13:4 vls., contant geld 12:0:0 vls., te vorderen van verschillende personen 6:0:0 vls. Inboedel: huisraad, gereedschap, hooi en o.a. een snaphaan en een pistool. In de schuur 3 koeien, 1 varken en 15 à 16 hoenders, waardig 74:10:4 vls. Samen 209:3:8 vls. Schulden (o.a. hypotheek van 100:0:0 vls.) 155:0:0 vls., lasten 4:14:4 vls. Samen 159:14:14 vls. Vermogen 49:8:6 vls. De kinderen ontvangen de helft (Oud Vossemeer, weeskamer Raze ). De erven van de wed. Burgemeester van der Lek voor de ene helft en de erfgenamen van de heer Adriaan van der Schoor voor de andere helft verkopen 22 februari/4 april 1780 een stukje erve, zijnde vroonen daar te voren een huis heeft gestaan, belast met 8 schellingen vls. jaarlijks voor huisschattingen, gelegen in de polder van Oud Vossemeer, nabij de molen, naast de erve van Cornelis Pollie, beplant met olmen bomen en met schaarhout. Verkocht aan Cornelis Pollie voor 33:0:0 vls. (Oud Vossemeer, Raze /338v). Burgemeester Johannes van der Ree verkoopt op 1 april 1794 aan Cornelis Pollie 4 gemeten 123 roeden weiland in het Roland onder Tholen voor 25:5:0 vls. Voor palen en heiningen moet de koper betalen 0:8:10 vls. (Oud Vossemeer, Raze 5508a-39v). Mons. Jan van der Ree transporteert op 12 mei 1794 aan Cornelis Polli 4 gemeten (en nu) 105 roeden weiland in de polder 't Roode land in Oost Wallinge nr. 10 en 11 voor 25:5:0 vls. (Tholen, Raze en Raze ). Verkoop van een huis staande en gelegen bij de molen van Oud Vossemeer d.d. 19 september 1794 tussen de huizen van Cornelis en Izak Pollie (Oud Vossemeer, Raze 5508a-66v). Hetzelfde huis werd op 13 maart/29 april 1800 opnieuw verkocht, nu staande naast het huis van Cornelis Pollie (Oud Vossemeer, Raze 5508a-257/265v). Cornelis Polli, weduwnaar, 65 jaar, arbeider, won. Oud Vossemeer (Bev.lijst dienstplicht Oud Vossemeer 11 oktober 1798). Cornelis Polli, journalier, 79 jaar, geb. Oud Vossemeer (Oud Vossemeer, inwoners juli 1811). ad 4. Kornelia Cornelia Poly aangenomen te Nieuw Vossemeer op 25 maart 1785 met att. van Oud Vossemeer (Nieuw Vossemeer, akta kerkeraad). Op 1 augustus 1785 wordt te Oud Vossemeer een dochtertje van Cornelia Polli begraven. ad 5. Maatje Marinus van Driel en Maatje Polly laten kinderen dopen te St.Annaland 1784, 1787, 1790, 1792, 1795, 1800, te Dirksland 1788 en te Stellendam 1796, 1802, 1803, Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 25.

26 Xa. Isaak Pollie, zn. van IX ged. Oud Vossemeer 21 november 1756, arbeider, overl./begr. Oud Vossemeer 16/18 september 1807, otr. Oud Vossemeer 17 april 1784 Hendrika Anthonisse, ged. Scherpenisse 19 mei 1759, overl./begr. Oud Vossemeer 16/18 februari 1800, dr. van Jacobus Hendriks Antonisse en Klasina Leenderts Bruijnzeel. Uit dit huwelijk: 1. Maatje, ged. Oud Vossemeer 15 september 1784, arbeidster, overl. Poortvliet 18 maart 1835, tr. voor/in 1809 Hendrik Paulusse, geb. St.Maartensdijk ca. 1786, arbeider, won. Oud Vossemeer, overl. Poortvliet 31 mei 1824, zn. van Pieter Paulusse en Jannetje Meulestee. 2. Jacobus, ged. Oud Vossemeer 1 juni 1787 (get. Jacob Anthonisse), volgt XIa. De genoemde ondertrouwdatum van Isaak en Hendrika Anthonisse is de datum waarop het ondertrouwgeld is betaald. Isaak Pollie, won. Oud Vossemeer, verklaart op 15 augustus 1786 schuldig te zijn aan Johannis Coolaart, landman te Oud Vossemeer 500,- à 4 %. Onderpand zijn huis, keet, schuurtje en erve, staande en gelegen aan de Moolen van Oud Vossemeer, tussen Michiel Coolaart, zowel zuid als noord (Oud Vossemeer, Raze v). Verkoop van een huis staande en gelegen bij de molen van Oud Vossemeer d.d. 19 september 1794 tussen de huizen van Cornelis en Izak Pollie (Oud Vossmeer, Raze 5508a-66v). Izaak Polli, gehuwd, 36 jaar, arbeider, won. Oud Vossemeer (Bev.lijst dienstplicht Oud Vossemeer 11 oktober 1798). ad 1. Maatje Maatje Pollie met Hendrik Paulusse en Jacobus Pollie met Anna Eggebeen wonen tot en met 1820 gezamenlijk in de van hun vader Izak Pollie afkomstige woning gemerkt nr. 74, staande en gelegen onder de molen te Oud Vossemeer. Maatje heeft een buiten huwelijk geboren dochter, genaamd Maria Poly, geb. Poortvliet 11 november 1826, dienstmeid/arbeidster, overl. Poortvliet 1 april Maria tr.1 (als Marina Maria Polly) Poortvliet 2 juni 1853 Johannis Quist, geb. Oud Vossemeer 6 maart 1822, boerenknecht, overl. Poortvliet 14 januari 1864, zn. van Abraham Quist en Jannetje van Tiggelen. Zij tr.2 (als Marina Poly) Scherpenisse 31 augustus 1865 Jan Kaat, wedr. van Dina Moerland, geb. Poortvliet 13 oktober 1826, arbeider, overl. Poortvliet 9 november 1879, zn. van Joost Kaat en Lena Laven. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 26.

27 Xb. Cornelis Polie, zn. van IX ged. Oud Vossemeer 14 december 1767, arbeider/droger in de meestoof, overl. Oude Tonge 17 maart 1835, otr./tr.1 als j.m. geb. Oud Vossemeer, St.Annaland 10/26 februari 1792 Antonette Quaak, j.d. geb. St.Annaland, ged. St.Annaland 1 maart 1767, arbeidster, overl. Oude Tonge 14 februari 1809, dr. van Jacob Quaak en Cornelia Overbeek. otr./tr.2 als won. St.Annaland, St.Annaland 2/18 maart 1810 Janna Tannetje de Kree, wed. van Isaac Cornelisse Steijn, geb. en won. St.Annaland, geb./ged. St.Annaland 22 februari 1761/28 maart 1779 (sic), overl. Oude Tonge 16 januari 1842, dr. van Jacobus de Kree (du Cré) en Tannetje Cijs. Uit het 1 e huwelijk: 1. Maatje, geb./ged. St.Annaland 4/13 mei 1792 (get. Cornelis Poly en Elisabeth Poly), overl. jong. 2. Cornelia, geb./ged. St.Annaland 1/7 juli 1793 (get. Jacob Quaak en Anna de Rijke), zij vertrekt 30 juni 1873 van Den Bommel naar Oude Tonge, tr. Jacob Stander, geb. Oude Tonge 27 maart (mei) 1788, arbeider, overl. Den Bommel 20 januari Maatje, geb./ged. Stellendam 4/29 november 1795 (met vermelding: ouders won. St. Annaland), overl. Kattendijke 17 november 1869, tr. Oude Tonge 8 februari 1822 Cornelis van der Werff, geb. Oude Tonge 11 januari 1797, landman, overl. Kattendijke 1 september 1885, zn. van Johannes van der Werff en Cornelia van der Weel. 4. Jacoba, geb./ged. St.Annaland 17/24 juni Dingena, geb./ged. St.Annaland 11/18 augustus 1799 (get. Jacob Quaak en Anna de Rijke), arbeidster, tr. St.Annaland 31 augustus 1821 Willem Vroegop, geb. Zevenbergen ca. 1795, arbeider, zn. van Abraham Vroegop en Maria Goossen. 6. Adriana, geb./ged. St.Annaland 20/26 juli 1801 (get. Cornelis Scharre en Dingena Poly). 7. Elisabeth, geb./ged. Oude Tonge 12/16 januari 1803 (geb. in de meestoof, behoort te St.Annaland; get. Elisabeth Poli), overl. Goes 7 september 1864, tr. Oude Tonge 17 februari 1824 Joost van Spanje, geb. Prinsenland 21 oktober 1799, schippersknecht 1824, schipper 1839, 1864, meedroger 1875, 1883, won. Oude Tonge, Den Bommel, St.Annaland en vanaf 30 november 1839 Goes, overl. Goes 6 december 1883, zn. van Leendert van Spanje en Maria Verrijp. 8. Jacob, geb./ged. Oude Tonge 2/14 april 1805 (geb. in de meestoof, behoort te St.Annaland; get. Jacob Kwaak), volgt XIb. Kornelis Polie en Anthonette Kwaak, arbeiders, betalen op 9 februari 1792 te St.Annaland hun ondertrouwgeld. Cornelis Poly koopt op 24 juli 1794 een huis staande in de Susannapolder te St.Annaland voor 530,- (St.Annaland, Raze ). Cornelis Poly, 29 jaar, arbeider, won. St.Annaland (Bev.lijst dienstplicht St.Annaland 13 oktober 1798). Cornelis Polie, ouvrier, 44 jaar, ingekomen 1777 van Oud Vossemeer (St.Annaland, inwoners juli 1811). Blijkens het huwelijk van zijn zoon Jacob te Oude Tonge in oktober 1826 is Cornelis Poli droger van meekrap en won. St.Annaland. Cornelis Polie, arbeider, won. St.Annaland, is bij de samenstelling van het kadaster in 1832 in St.Annaland eigenaar van een huis en erf, groot ha, sectie B nr. 13 (Kadaster 1832). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 27.

28 XIa. Jacobus Pollie / Polli, zn. van Xa ged. Oud Vossemeer 1 juni 1787, bel. Oud Vossemeer 1805, arbeider, wegwerker in 1838, overl. Oud Vossemeer 5 februari 1855, tr. ca Anna Eggebeen, ged. Oud Vossemeer 7 december 1787, particuliere/arbeidster, overl. Oud Vossemeer 26 juli 1858, dr. van Jacob Eggebeen en Maatje Stormezand. Uit dit huwelijk: 1. Isaak, geb./ged. Oud Vossemeer 13/18 februari 1810 (get. Hendrik Paulusse en Maatje Pollie), volgt XIIa. 2. Maatje, geb. Oud Vossemeer 17 mei 1813, overl. Oud Vossemeer 28 september Hendrik, geb. Oud Vossemeer 28 september 1815, volgt XIIb. 4. Jacob, geb. Oud Vossemeer 28 december 1817, overl. Oud Vossemeer 21 januari Maatje, geb. Oud Vossemeer 28 december 1817, overl. Oud Vossemeer 8 juni Jacob, geb. Oud Vossemeer 16 maart 1819, overl. Oud Vossemeer 21 december Jacob, geb. Oud Vossemeer 13 september 1821, overl. Oud Vossemeer 29 oktober Marinus, geb. Oud Vossemeer 16 oktober 1822, volgt XIIc. 9. Hendrika, geb. Oud Vossemeer 9 januari 1824, bel. Oud Vossemeer 1841, particuliere/arbeidster, overl. Oud Vossemeer 22 februari 1894, tr. Oud Vossemeer 6 oktober 1849 Abraham Lindhout, geb. Oud Vossemeer 14 oktober 1821, boerenknecht/arbeider, overl. Oud Vossemeer 4 april 1874, zn. van Jannetje Lindhout. 10. Maatje, geb. Oud Vossemeer 16 juni 1827, overl. Oud Vossemeer 6 december Cornelia, geb. Oud Vossemeer 20 oktober 1828, overl. Oud Vossemeer 7 november Jaques Polli, journalier, 24 jaar, geb. Oud Vossemeer (Oud Vossemeer, inwoners juli 1811). Hendrik Paulusse, arbeider, won. Oud Vossemeer, in huwelijk hebbende Maatje Pollie, transporteert 18 april 1819 aan Jacobus Pollie, arbeider, won. Oud Vossemeer, de helft van een huis en erve staande en gelegen bij de molen te Oud Vossemeer en bekend onder nr. 74, voor 400,- behorende de wederhelft reeds tot de koper. Het huis en erve is verkregen uit de erfenis van wijlen hun vader Izak Pollie. De koper zal het gebruik krijgen 1 mei 1820 tot welke tijd de verkoper de mede-inwoning in het huis reserveert (Tholen, not. mr. K. Wagtho, NA inv.nr aktenr. 998). Hendrik van Beek, landman, won. Oud Vossemeer verkoopt en transporteert 4 december 1821 aan Jacobus Pollie, arbeider, won. Oud Vossemeer, 2 gemeten 146 roeden oude maat of 97 roeden (are) 60 ellen (ca) weiland gelegen in de gemeente Tholen in de Polder Rooland in de Agterhoek in nr. 18, voor 400,- (Tholen, not. mr. K. Wagtho, NA inv.nr aktenr. 1409). Jacobus Polie, arbeider, won. Oud Vossemeer, is bij de samenstelling van het kadaster in 1832 in Oud Vossemeer eigenaar van een tuin, groot ha, sectie F nr. 13, en een huis en erf, groot ha, sectie F nr. 14. In Tholen is Jacobus Polli in 1832 eigenaar van een weiland, groot ha, sectie B nr. 49 en zijkant der weg, groot ha, sectie B nr. 49bis (Kadaster 1832). Jacobus Polli en Anna Eggebeen testeren op 21 augustus 1851 voor notaris W.J. van Voorst Catshoek te Tholen. Zij sluiten een langstlevendentestament (Tholen, NA inv.nr aktenrs en 4203). Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 28.

29 Iets ten zuiden van het dorp ligt de buurtschap Onder den Molen waar enige leden van de familie Pollie hebben gewoond. Van Smit tot Polie / Pollie, door J.J. en D.J. van de Velde 29.