Aanbouw- en bedieningshandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanbouw- en bedieningshandleiding"

Transcriptie

1 Aanbouw- en bedieningshandleiding SECTION-Control Box Stand: V NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst.

2 Impressum Document Copyright Aanbouw- en bedieningshandleiding Product: SECTION-Control Box Documentennummer: NL Vanaf softwareversie: v711a Originele taal: Duits Müller-Elektronik GmbH & Co.KG Franz-Kleine-Straße Salzkotten Duitsland Tel: ++49 (0) 5258 / Telefax: ++49 (0) 5258 / info@mueller-elektronik.de Webpagina:

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid Elementaire veiligheidsaanwijzingen Samenstelling en betekenis van waarschuwingsaanwijzingen Samenstelling en betekenis van alarmmeldingen Krav på användaren Beoogd gebruik Het apparaat afdanken 8 2 Over deze bedieningshandleiding Doelgroep van deze bedieningshandleiding Geldigheid Afbeeldingen in deze bedieningshandleiding Samenstelling van handelingsaanwijzingen Samenstelling van verwijzingen 10 3 Beschrijving van het product Leveringspakket Systeemvereisten Gegevens op het typeplaatje Aansluitingen van de SC-Box 12 4 Montage Systeemoverzicht Montage van de SC-Box in de tractorcabine Aansluiting van de SC-Box Montage van de joystick Aansluiting van de wielsensor 15 5 Bedieningsprincipe Dit is nu nieuw voor u Dit is hetzelfde gebleven In- en uitschakelen van de jobcomputer Eerste ingebruikname Jobcomputer in het keuzemenu van de terminal Gegevens invoeren Schermindeling Werkscherm bij een veldspuit Deelscherm spuitgegevens Selecteerbaar deelscherm Deelscherm spuitboominformatie 21 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 3

4 Inhoudsopgave 5.8 Wisselen tussen joystick en boordcomputer Bediening van de joystick Bediening van de SC-Box met de toetsen van de terminal 23 6 Configuratie van de boordcomputer 25 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Invoer van de veldspuitparameters Activeren opties Instelling van het type sectieschakeling Instelling van het type vullen Instelling van het type joystick Instelling van het type regelgroep Instelling van het type CAN-verbinding Kalibratie van de flowmeter Kalibratie van de flowmeter met de tankmethode Kalibratie van de flowmeter met de spuitdopmethode Manuele invoer voor de flowmeter van het aantal pulsen per liter Wielsensor kalibreren Pulsen per 100 meter vaststellen Configuratie van secties Invoer van het aantal secties Invoer van het aantal spuitdoppen per sectie Een sectie permanent uitschakelen Instelling van de spuitgeometrie Vullen van de tank De tank manueel en zonder bijkomende systemen vullen 39 8 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien De uitrijmodus wijzigen 41 Gebruik van de automatische modus 41 Wijziging van de afgiftehoeveelheid in manuele modus Het sproeien starten Het sproeien stoppen Aansturing van secties Onkruidplekken behandelen 44 Werkscherm in de modus 'Alleen bep. secties'. 44 Secties in de modus 'Alleen bep. secties' voorselecteren en uitschakelen 45 Activatie van de modus 'Alleen bep. secties'. 45 Joystick in de modus 'Alleen bep. secties' Arbeidsresultaten documenteren 46 9 Onderhoud en technische gegevens Technische gegevens van de jobcomputer SC-Box Het systeem voor overwintering voorbereiden Softwareversie controleren 48 4 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

5 Inhoudsopgave 9.4 Foutdiagnose Functie "Gesimuleerde snelheid" Toetstoewijzing joystick Alarmmeldingen 50 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 5

6 1 Voor uw veiligheid Elementaire veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Elementaire veiligheidsaanwijzingen Zorg vóór het verlaten van de voertuigcabine ervoor dat alle automatische mechanismen gedeactiveerd zijn of dat de manuele modus geactiveerd is. Kinderen uit de buurt van het aanhangapparaat en de jobcomputer houden. Breng geen ongeoorloofde wijzigingen aan het product aan. Ongeoorloofde wijzigingen of ongeoorloofd gebruik kunnen uw veiligheid in gevaar brengen en de levensduur of functie van het product beïnvloeden. Ongeoorloofd zijn alle wijzigingen die niet in de documentatie van het product beschreven staan Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen of stickers van het product. Lees alle veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding en van de handleiding van de veldspuit en volg alle instructies op. Houdt u aan de betreffende het vermijden van ongevallen. De algemeen aanvaarde veiligheidstechnische, industriële en gezondheidsregels en de voorschriften van het wegenverkeersreglement moeten worden opgevolgd. Vóór het opladen van de accu van de tractor, altijd de verbinding tussen de tractor en de jobcomputer loskoppelen. Gebruik bij het testen van de veldspuit helder water. Gebruik tijdens de proeven en bij de kalibratie van systemen geen giftige spuitmiddelen. Samenstelling en betekenis van waarschuwingsaanwijzingen Alle veiligheidsaanwijzingen, die in deze bedieningshandleiding voorkomen, zijn volgens de volgende voorbeelden samengesteld: WAARSCHUWING Dit signaalwoord duidt op gevaren met een gemiddeld risico, die mogelijkerwijze de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kunnen hebben, wanneer zij niet worden vermeden. VOORZICHTIG Dit signaalwoord duidt op gevaren met een klein risico, die mogelijkerwijze licht of gemiddeld lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg kunnen hebben, wanneer zij niet worden vermeden. VERWIJZING Dit signaalwoord duidt op handelingen die, wanneer zij niet juist worden uitgevoerd, tot bedrijfsstoringen kunnen leiden. Bij deze handelingen moet accuraat en voorzichtig te werk worden gegaan om optimale resultaten te bereiken. Er zijn handelingen, die in meerdere stappen moeten worden uitgevoerd. Wanneer er een risico is, staat er in deze bedieningshandleiding een veiligheidsaanwijzing bij. 6 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

7 Voor uw veiligheid Samenstelling en betekenis van alarmmeldingen 1 De veiligheidsaanwijzingen staan altijd onmiddellijk voor de riskante stap, zijn vetgedrukt en worden door een signaalwoord gekenmerkt. Voorbeeld 1. VERWIJZING! Dit is een opmerking. Het is een waarschuwing tegen een risico, dat bij de volgende stap van de handeling optreedt. 2. Riskante stap. 1.3 Samenstelling en betekenis van alarmmeldingen Het kan gebeuren dat tijdens het werk met de veldspuit een alarmmelding verschijnt. Doeleinde Weergave De alarmmeldingen hebben het volgende doel: Waarschuwen - Ze waarschuwen de gebruiker wanneer de actuele toestand van de veldspuit tot een gevaarlijke situatie kan leiden. Informeren - Ze informeert de gebruiker dat de actuele toestand van de veldspuit of van de configuratie niet in orde is en dat dit tot functiestoringen kan leiden. Op de volgende afbeelding ziet u, hoe alarmmeldingen zijn samengesteld: Samenstelling van alarmmeldingen Soort alarm Mededeling ALARM Benaming van het onderdeel dat het alarm heeft veroorzaakt. Probleembeschrijving en oplossing Wat de precieze oorzaak van een alarmmelding is of wat u moet doen om de storing te verhelpen, leest u in het hoofdstuk Alarmmeldingen [ 50] Soort alarm Er bestaan drie soorten alarm: Info De status van een sensor werd gewijzigd. Eventueel moet u iets doen. Fout Er is een fout opgetreden. Gevaar Storingen die gevaarlijk zijn. Bij dit soort alarm moet u onmiddellijk het werk onderbreken, de oorzaak opsporen en het probleem verhelpen. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 7

8 1 Voor uw veiligheid Krav på användaren Krav på användaren Bedien het product altijd in overeenstemming met de voorschriften. Niemand mag hert bedienen zonder eerst deze bedieningshandleiding te lezen. Lees alle veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen in deze bedieningshandleiding en in de handleidingen van aangesloten machines en apparaten aandachtig door en houdt u er zich zorgvuldig aan. Wanneer er iets in de bedieningshandleiding staat, dat u denkt niet te begrijpen, wendt u zich dan tot de dealer of tot ons. De klantenservice van Müller-Elektronik helpt u graag verder. Beoogd gebruik Met de jobcomputer worden veldspuiten in de landbouw aangestuurd. Elke vorm van installatie of gebruik buiten deze gebieden valt niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant. Tot beoogd gebruik behoort ook het voldoen aan de door de fabrikant voorgeschreven bedrijfs- en onderhoudsvoorwaarden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor persoonlijke of materiële schade die resulteert uit het niet navolgen van deze handleiding. Alle risico's, die samenhangen met oneigenlijk gebruik, zijn uitsluitend voor rekening van de gebruiker. De desbetreffende voorschriften ter vermijding van ongevallen en de overige algemeen aanvaarde veiligheidstechnische, industriële en gezondheidsregels en de voorschriften van het wegenverkeersreglement moet worden opgevolgd. Eigenmachtige veranderingen aan het apparaat stellen de aansprakelijkheid van de fabrikant buiten werking. 1.6 Het apparaat afdanken Wanneer het apparaat is opgebruikt dient u er zich in overeenstemming met de geldende EU richtlijnen voor afvalverwerking van te ontdoen als elektronisch afval. 8 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

9 Over deze bedieningshandleiding Doelgroep van deze bedieningshandleiding Over deze bedieningshandleiding Doelgroep van deze bedieningshandleiding Geldigheid Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor personen die de volgende werkzaamheden uitvoeren. Montage en configuratie van de SECTION-Control Box Bediening van een veldspuit met de SECTION-Control Box Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende producten: Product Artikelnummer Versie hoger dan: SECTION-Control Box SPRECO1: V711a 2.3 Afbeeldingen in deze bedieningshandleiding De afbeeldingen van de software-interface dienen als referentie. Ze helpen u uw weg te vinden in de schermen van de software. De op het beeldscherm weergegeven informatie hangt van ettelijke factoren af: van het soort veldspuit, van de configuratie van de veldspuit, van de toestand van de veldspuit. Daarom kan het gebeuren dat de afbeeldingen in de bedieningshandleiding andere informatie tonen dan de terminal. 2.4 Samenstelling van handelingsaanwijzingen Handelingsaanwijzingen leggen stap voor stap uit hoe u bepaalde werkzaamheden met het product kunt uitvoeren. In deze bedieningshandleiding worden de volgende symbolen gebruikt om handelingsaanwijzingen te kenmerken: Manier van presentatie 1. Betekenis Handelingen, die u na elkaar moet verrichten. 2. Resultaat van de handeling. Dat gebeurt er, wanneer u een handeling verricht. Resultaat van een handelingsaanwijzing. Dat gebeurt er, wanneer u alle stappen hebt uitgevoerd. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 9

10 2 Over deze bedieningshandleiding Samenstelling van verwijzingen Manier van presentatie Betekenis Randvoorwaarden. Wanneer er randvoorwaarden worden gesteld, moet u daaraan voldoen voordat u een handeling verricht. 2.5 Samenstelling van verwijzingen Wanneer er in deze bedieningshandleiding verwijzingen voorkomen, zien die er als volgt uit: Voorbeeld van een verwijzing: [ 10] U herkent verwijzingen aan rechte haakjes en aan een pijl. Het nummer na de pijl geeft aan op welke bladzijde het hoofdstuk begint, waar u verder kunt lezen. 10 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

11 Beschrijving van het product Leveringspakket 3 3 Beschrijving van het product 3.1 Leveringspakket Tot het leveringspakket behoren: Jobcomputer SECTION-Control Box (vanaf nu ook: SC-Box) Aanbouw- en bedieningshandleiding Montagesteun 3.2 Systeemvereisten Opdat het systeem juist zou kunnen functioneren, moeten de volgende voorwaarden zijn vervuld: Terminal van Müller-Elektronik, vanaf softwareversie 3.90 Boordcomputer Spraydos van Müller-Elektronik, of een fabrikantspecifieke variant. Gedetailleerde inlichtingen over de boordcomputers die met de SC-Box kunnen worden gebruikt, zijn bij uw handelaar verkrijgbaar. Wanneer u de SC-Box samen met SECTION-Control wilt gebruiken: De plug-in TRACK-Leader moet zijn geactiveerd. Activeer de plug-in TaskManager. De licentie TRACK-Leader II moet zijn geactiveerd. De licentie SECTION-Control moet zijn geactiveerd. 3.3 Gegevens op het typeplaatje U vindt op de jobcomputer een typeplaatje als sticker. Op die sticker staat informatie, waarmee u het product correct kunt identificeren. Houd die gegevens bij de hand, wanneer u contact opneemt met de klantenservice. Typeplaatje aan de zijkant van de jobcomputer Benaming van het artikel Serienummer Softwareversie Wanneer u de software actualiseert, zal deze versie niet meer actueel zijn. Hardwareversie Klantnummer Wanneer het product vervaardigd werd voor een fabrikant van landbouwmachines, dan staat hier het artikelnummer van de fabrikant van landbouwmachines. Bedrijfsspanning Het product mag uitsluitend aan spanningen binnen deze range worden aangesloten. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 11

12 3 Beschrijving van het product Aansluitingen van de SC-Box 3.4 Aansluitingen van de SC-Box Onderkant van de SC-Box met het artikelnummer Kabel naar de terminal Bus voor de voedingskabel van de boordcomputer 39-polige stekker Uitgang voor de signalen. Aan de boordcomputer aansluiten. Kapje Bus voor de wielsensor Bus voor de verdeelkast Ingang voor de signalen. Aansluiting aan de stroomvoorziening De plaatsing van de kabels en bussen aan de onderkant van de SC-Box kan verschillen. Het aantal en de plaatsing van de kabels wordt aangepast aan het soort boordcomputer. Waar een kabel voor dient en waar u hem moet aansluiten, herkent u aan de stekker. Signaalstekker voor de aansluiting aan de boordcomputer De signaalstekker voor de aansluiting aan de boordcomputer kan er afhankelijk van het artikelnummer van de SC-Box en afhankelijk van het soort boordcomputer verschillend uitzien. 39-polige signaalstekker voor de aansluiting aan de boordcomputer Stekker voor de aansluiting aan de stroomvoorziening De toelaatbare spanning vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens. [ 48] 12 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

13 Beschrijving van het product Aansluitingen van de SC-Box 3 Stroomvoorziening Stekker voor de aansluiting aan de terminal D-SUB-stekker Bus voor de wielsensor Sluit de wielsensor enkel aan de bus aan indien hij niet aan de verdeelkast is aangesloten. In principe moet u de wielsensor aan de SC-Box aansluiten wanneer u een zelfrijdende veldspuit gebruikt. De bus voor de wielsensor is met een stofbeschermingskap afgedekt. Links: Bus met stofbeschermingskap; Rechts: Bus zonder stofbeschermingskap Bij de volgende boordcomputers ontbreekt de bus: Dammann-boordcomputer Bus voor de voedingskabel van de boordcomputer Deze bus dient voor de geleiding van de voedingsspanning naar de boordcomputer. Bus voor de verdeelkast Het aantal pinnen in deze bus is afhankelijk van het model SC-Box en moet overeenstemmen met de aansluiting op de verdeelkast. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 13

14 4 Montage Systeemoverzicht 4 Montage 4.1 Systeemoverzicht Op de sticker op de behuizing van de SC-Box vindt u een systeemoverzicht. 4.2 Montage van de SC-Box in de tractorcabine Voor de montage van de SC-Box in de tractorcabine kunt u de meegeleverde montagehouder en het railprofiel op de achterkant van de SC-Box gebruiken. De SC-Box moet niet worden bediend. Monteer ze daarom op een plek waar ze de bestuurder niet stoort. 4.3 Aansluiting van de SC-Box Hoe u de SC-Box met de boordcomputer verbindt, ziet u op de tekening op de SC-Box en op de tekening in hoofdstuk Systeemoverzicht [ 14]. 1. Koppel de stroomvoorziening van de boordcomputer (SPRAYDOS) los. 2. Sluit de voedingskabel van de boordcomputer aan de bus voor de stroomvoorziening op de SC- Box aan. 3. Haal de signaalstekker uit de verdeelkast (op de sticker is dat de Junction Box) van de boordcomputer. 4. Sluit de signaalstekker aan de SC-Box aan. 5. Sluit de signaalstekker die van de SC-Box vertrekt aan de boordcomputer aan. 6. Sluit de SC-Box aan een terminal van Müller-Elektronik aan. 7. Sluit de voedingskabel van de SC-Box aan de stroomvoorziening aan. 8. Schakel de boordcomputer aan. De boordcomputer start op. De terminal start op De toepassing van SC-Box wordt op de terminal geladen. U hebt de SC-Box juist aangesloten. 4.4 Montage van de joystick De joystick kan bijkomend aan de terminal worden aangesloten. Welke functies u ermee kunt aansturen, leest u in het volgende hoofdstuk: Toetstoewijzing joystick [ 49] 14 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

15 Montage Aansluiting van de wielsensor 4 Aansluiting van de joystick Montagehoek Voor de montage in de cabine Bus voor de aansluiting aan de SC-Box Stekker voor de aansluiting aan de terminal Zo monteert u de joystick: 1. Monteer de joystick rechts naast de bestuurder en binnen zijn handbereik. 2. Steek de D-SUB-stekker van de SC-Box in de bus van de joystick. 3. Steek stekker A van de joystick in bus A van de terminal. De joystick is tussen de SC-Box en de terminal aangesloten. Bij het aanzetten van de terminal begint de led op de joystick te branden. 4.5 Aansluiting van de wielsensor De wielsensor (ook Sensor X genoemd) is een sensor die de snelheid van het voertuig bepaalt. De montagehandleiding van de wielsensor vindt u in de montagehandleiding van de boordcomputer. Wanneer de wielsensor voordien aan de boordcomputer aangesloten was, sluit u hem nu aan de SC- Box aan. Bij boordcomputers van de firma Dammann, die met een 64-polige stekker aan de SC-Box aangesloten worden, hoeft u de wielsensor niet apart aan te sluiten. Zo sluit u de wielsensor aan de SC-Box aan: 1. Verwijder de stofbeschermingskap aan de onderkant van de SC-Box. 2. Sluit de wielsensor aan de SC-Box aan. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 15

16 5 Bedieningsprincipe Dit is nu nieuw voor u Bedieningsprincipe Dit is nu nieuw voor u Wanneer u uw veldspuit tot nu met een boordcomputer - bijvoorbeeld met een SPRAYDOS - hebt aangestuurd, dan moet u na de montage van de SC-Box op enkele veranderingen letten. De volgende functies kunt u niet meer met de boordcomputer aansturen: Alle functies die het sproeien regelen: Streefwaarde invoeren Afgifte regelen 5.2 Dit is hetzelfde gebleven Voor de volgende functies gebruikt u ook nu nog de boordcomputer: Alle functies die hydraulisch worden aangestuurd: Spuitboom heffen Spuitboom neerlaten Spuitboom neigen Enz. Regeling van de secties Aparte sectiekranen openen en sluiten Sectie-hoofdschakelaar openen of sluiten Spuitdruk Wanneer u de toepassing SECTION-Control in de automatische modus gebruikt, moet u de secties helemaal niet manueel schakelen. 5.3 In- en uitschakelen van de jobcomputer Zo kunt u de jobcomputer inschakelen: 1. Schakel de boordcomputer in. De terminal wordt ingeschakeld. De led op de joystick begint te branden. U hebt de jobcomputer ingeschakeld. Zo kunt u de jobcomputer uitschakelen: 1. Schakel de boordcomputer uit. De terminal wordt uitgeschakeld. 2. Wacht tot de led op de joystick niet meer brandt. U hebt de jobcomputer uitgeschakeld. 16 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

17 Bedieningsprincipe Eerste ingebruikname Eerste ingebruikname Zodra de jobcomputer gemonteerd, geïnstalleerd en aan de terminal aangesloten is, kunt u hem voor het eerst in gebruik nemen. 1. Schakel de boordcomputer in. De terminal schakelt zich automatisch samen met de boordcomputer in. De jobcomputer wordt samen met de terminal ingeschakeld Roep op de terminal de toepassing keuzemenu op. Het volgende scherm verschijnt: De toepassing jobcomputer wordt door de terminal geladen. U herkent dit aan de voortgangsindicator naast de toepassing 'procescomputer'. De jobcomputer is gestart wanneer de naam van de jobcomputer naast het symbool van de veldspuit verschijnt. 3. Start de toepassing 'procescomputer'. [ 17] 4. Configureer de jobcomputer SC-Box. [ 26] Lees verder: Configuratie van de boordcomputer [ 25] Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control [ 26] 5.5 Jobcomputer in het keuzemenu van de terminal De jobcomputer SC-Box registreert zich in de toepassing keuzemenu als procescomputer. Jobcomputer bij registratie in het keuzemenu Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 17

18 5 Bedieningsprincipe Gegevens invoeren Symbool van de toepassing procescomputer Soort jobcomputer s staat voor spuit Versie van de Object Pool Object Pool is het deel van de software dat beelden en teksten bevat. Hoe u de volledige softwareversie controleert, leest u in het hoofdstuk: Softwareversie controleren [ 48] Taal Serienummer van de hardware Met dit nummer kan de jobcomputer zich in andere toepassingen identificeren. Bijvoorbeeld in het teeltregistratiesysteem. Meer hierover: [ 29] 5.6 Gegevens invoeren In dit hoofdstuk leert u, hoe u gegevens invoert, wanneer het scherm voor de gegevensinvoer verschijnt. Scherm voor de gegevensinvoer Cursor 1 Markeert de plaats in het invoerveld waar een nieuw cijfer wordt ingevoerd. Invoerveld Bevat cijfervelden voor de invoer van een waarde. Ter keuze staande cijfers Cursor 2 Kiest een cijfer dat in het invoerveld wordt ingevoerd. Zo voert u een cijfer in: U hebt het scherm voord de gegevensinvoer opgeroepen. Cursor 1 markeert de plaats in het invoerveld waar een nieuw cijfer wordt ingevoerd. 1. Markeer met cursor 2 het gewenste cijfer. 2. Klik het gemarkeerde cijfer aan. Het aangeklikte cijfer verschijnt in het invoerveld. Cursor 1 springt één veld naar rechts 3. Stel bijkomende cijfers in. 4. Markeer OK en klik dit aan om de invoer af te sluiten en over te nemen. 18 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

19 Bedieningsprincipe Schermindeling Schermindeling Werkscherm bij een veldspuit Het werkscherm wordt gedurende het werk altijd getoond en bevat de belangrijkste informatie. Via het werkscherm krijgt u informatie over de toestand van de veldspuit gedurende het werk. Het werkscherm is in vier deelschermen ingedeeld. Deelschermen in het werkscherm Deelscherm spuitgegevens Deelscherm spuitboominformatie Selecteerbaar deelscherm 1 Selecteerbaar deelscherm 2 Welke informatie in deze deelschermen verschijnt, leest u in de volgende hoofdstukken Deelscherm spuitgegevens In deze zone wordt de volgende informatie getoond: Deelscherm spuitgegevens Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 19

20 5 Bedieningsprincipe Schermindeling Streefwaarde Vooraf ingestelde afgiftehoeveelheid in l/ha. Actuele waarde Actuele afgiftehoeveelheid in l/ha. Snelheid Actuele snelheid van de veldspuit in km/h. Bijkomende symbolen Spuitdruk Actuele druk van de gespoten vloeistof in bar (enkel wanneer de druksensor is geconfigureerd). Symbolen Afhankelijk van de configuratie kunnen de volgende symbolen verschijnen: Symbool Betekenis Het sproeien is gedeactiveerd. Het wordt automatisch geactiveerd wanneer de omstandigheden het toelaten. Mogelijke oorzaken: - De actuele snelheid is kleiner dan de parameter Min. werksnelhd. - SECTION-Control heeft alle secties gesloten. - Op de boordcomputer werden alle secties gesloten. De automatische modus is gedeactiveerd. De spuitdruk wordt niet geregeld. De actuele snelheid is kleiner dan de parameter Min auto snelhd en groter dan Min. werksnelhd. De veldspuit staat in manuele modus. U moet de afgiftehoeveelheid manueel regelen. De streefwaarde wordt door de toepassing TaskManager vooraf opgegeven. De spuitfuncties worden via een S-Box of via de schakelaars van de boordcomputer in- en uitgeschakeld. De dagteller is gedeactiveerd Zie hoofdstuk: Arbeidsresultaten documenteren [ 46] Selecteerbaar deelscherm 1 Dit deelscherm heeft twee pagina's: Een pagina met informatie over de geactiveerde functies Een pagina met tellers Bedieningselementen - tussen pagina 1 en pagina 2 heen en weer schakelen Informatie op pagina 1 Aan deze kant verschijnt geen informatie. 20 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

21 Bedieningsprincipe Schermindeling 5 Informatie op pagina 2 Op de volgende afbeelding ziet u welke informatie in dit deelscherm kan verschijnen: Selecteerbaar deelscherm 1: Pagina 2 Actuele tankinhoud Afhankelijk van de uitrusting van de veldspuit wordt hier de berekende of de gemeten tankinhoud weergegeven. Bewerkbare oppervlakte Met de actuele tankinhoud en de nu nog beschikbare afgiftehoeveelheid kan de hier aangegeven oppervlakte nog worden bewerkt. Bewerkbaar rijpad Dit rijpad kan onder de actuele omstandigheden nog worden bewerkt. Debiet per minuut Debiet door de hoofdflowmeter. Bewerkte oppervlakte / uur Deelscherm spuitboominformatie In het koppelingscherm vindt u de volgende informatie: Aantal secties Welke secties zijn voorgeselecteerd of uitgeschakeld Welke secties rijden uit Mogelijke toestanden De secties kunnen zich in drie toestanden bevinden. De toestand van een sectie kunt u in het arbeidscherm in het gedeelte koppelingscherm aflezen. De volgende toestanden van de secties zijn mogelijk: Weergave Toestand van de sectie De sectie is uitgeschakeld. De sectie is voorgeselecteerd. De sectie is klaar voor het sproeien. De sectie is voorgeselecteerd en de sectie-hoofdschakelaar is ingeschakeld. De sectie sproeit. Weergave In de volgende afbeeldingen ziet u hoe de secties in het deelscherm spuitboominformatie eruit kunnen zien: Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 21

22 5 Bedieningsprincipe Wisselen tussen joystick en boordcomputer Deelscherm spuitboominformatie - voorbeeld 1 Sectie 1 is uitgeschakeld. De secties 2 tot 7 zijn voorgeselecteerd en sproeien. Deelscherm spuitboominformatie - voorbeeld 2 Sectie 1 is uitgeschakeld. De secties 2 tot 7 zijn voorgeselecteerd, maar sproeien niets. 5.8 Wisselen tussen joystick en boordcomputer Wanneer u de SC-Box gebruikt, kunt u de secties en de hoofdschakelaar met de volgende inrichtingen aansturen: Met de schakelaars van de boordcomputer Met de joystick of met de toetsen van de terminal Zo wisselt u de inrichting waarmee u de secties aanstuurt: 1. Roep op de terminal het startscherm op indrukken. - verschijnt in het werkscherm. U kunt de secties met de schakelaars van de boordcomputer aansturen indrukken. - wordt verborgen. U kunt de secties met de toetsen van de joystick of met deze op de terminal aansturen. 5.9 Bediening van de joystick Met de joystick kunt u functies van de veldspuit activeren en deactiveren. Bijvoorbeeld: Sectie-hoofdschakelaar inschakelen Secties van links naar rechts uitschakelen 22 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

23 Bedieningsprincipe Bediening van de SC-Box met de toetsen van de terminal 5 De spuitboom manueel heffen en neerlaten De toewijzing van de toetsen hangt af van: Het veldspuitmodel De veldspuitconfiguratie Op het einde van de bedieningshandleiding vindt u een losse sticker met de toetstoewijzing van de joystick. Functiebeschrijving Aan elke toets op de joystick werden drie functies toegewezen. Welke functie door het indrukken van een toets wordt uitgevoerd, hangt van de positie van de schakelaar aan de zijkant af. Positie van de schakelaar Kleur van de led Rood Geel Groen Zo bedient u de joystick: Het werkscherm werd opgeroepen. 1. Zet de zijschakelaar in de gewenste positie en houd hem vast. De led op de joystick brandt in de desbetreffende kleur. 2. Druk op de toets met de gewenste functie. De functie wordt geactiveerd 3. Laat de ingedrukte toets en de zijschakelaar los om de functie te beëindigen Bediening van de SC-Box met de toetsen van de terminal Wanneer u aan de veldspuit geen joystick hebt, of wanneer de joystick niet meer werkt, kunt u de sproeifuncties ook met de bijkomende toetsen in het werkscherm aansturen. Zo bedient u de SC-Box met de toetsen op de terminal: 1. Stel in het menu Activeren opties de waarde van de parameter Type joystick op Zonder joystick in. [ 29] 2. Start de jobcomputer opnieuw op. Na de herstart verschijnt in het werkscherm het functiesymbool: Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 23

24 5 Bedieningsprincipe Bediening van de SC-Box met de toetsen van de terminal 3. - indrukken tot de volgende functiesymbolen verschijnen: 4. Gebruik de functietoetsen zoals in de bedieningshandleiding aangegeven. 24 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

25 Configuratie van de boordcomputer 6 6 Configuratie van de boordcomputer Omdat de SC-Box de regeling van de afgiftehoeveelheden overneemt, worden ettelijke functies en instellingen op de boordcomputer overbodig. Wanneer u een bestaand systeem met de SC-Box upgrade, kunt u de parameters van de veldspuit uit de boordcomputer opschrijven en als basis voor de configuratie van de SC-Box gebruiken. U kunt deze functies laten zoals ze zijn, ze deactiveren of op 0 instellen. Ze worden in ieder geval door de SC-Box geïgnoreerd. Heel wat instellingen op de boordcomputer zijn overbodig en worden door nieuwe instellingen op de jobcomputer vervangen. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de vervangen en nieuwe functies. Symbool op de boordcomputer Functie Waarde in de boordcomputer (hier kunt u de waarde invoeren) Lees dit hoofdstuk Streefwaarde Invoer van de veldspuitparameters [ 26] Impulsen/100m Wielsensor kalibreren [ 34] Aantal secties Invoer van het aantal secties [ 36] Werkbreedte Invoer van de veldspuitparameters [ 26] Pulsen/liter Kalibratie van de flowmeter [ 30] Regelconstante Invoer van de veldspuitparameters [ 26] Type afsluiter Instelling van het type regelgroep [ 29] Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 25

26 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Invoer van de veldspuitparameters Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Invoer van de veldspuitparameters Wanneer invoeren? Voer de parameters in de volgende gevallen in: Voor de eerste ingebruikname. Wanneer de parameters van de veldspuit wijzigen. Zo wijzigt u de waarde van een parameter: 1. Naar het scherm Machinegegevens wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 2. Regel met de gewenste parameter markeren. Scherm voor gegevensinvoer verschijnt. 3. Voer de gewenste waarde in. 4. Markeer OK en klik dit aan om de invoer af te sluiten en over te nemen. De nieuwe waarde verschijnt in het scherm Machinegegevens. Lijst van parameters De lijst bevat alle parameters die op het beeldscherm kunnen verschijnen. Welke parameters op uw beeldscherm verschijnen, hangt af van het type veldspuit en de configuratie ervan. Streefwaarde De als streefwaarde opgegeven hoeveelheid wordt gesproeid wanneer de veldspuit in automatische modus werkt. Werkbreedte Werkbreedte van de veldspuit. Pulsen wielsns Aantal pulsen die de wielsensor op een afstand van 100 m aan de jobcomputer stuurt. Dient ter berekening van de snelheid. Het aantal wordt door de kalibratie van de wielsensor berekend. 26 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

27 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Invoer van de veldspuitparameters 7 Regelconstante In automatische modus wordt de spuitdruk van de spuitdoppen aangepast aan de actuele snelheid van de veldspuit. Het is de bedoeling dat door de aanpassing precies de hoeveelheid wordt gesproeid die u als streefwaarde hebt opgegeven. De regelconstante speelt hierbij een beslissende rol. De regelconstante past de snelheid van de regeling aan: Hoe hoger de regelconstante, hoe sneller de spuitdruk aangepast wordt. Hoe lager de regelconstante, hoe trager de spuitdruk aangepast wordt. Bij de instelling van de regelconstante moet u op het volgende letten: Wanneer de actueel gesproeide hoeveelheid tijdens een rit met constante snelheid rond de streefwaarde springt, moet u de regelconstante verlagen. Wanneer de gesproeide hoeveelheid bij verandering van de snelheid niet snel genoeg aan de streefwaarde wordt aangepast, moet u de regelconstante verhogen. Instelling van de grenswaarden voor de spuitdruk Daaronder vallen de volgende parameters: Max. druk Min. druk Deze instelling definieert een spuitdrukdeel, waarbinnen de spuitdruk optimaal is. Wanneer de spuitdruk de minimale of maximale grens onder- of overschrijdt, wordt een alarm geactiveerd. U kunt zelf beslissen welke grenswaarde u wilt invoeren. Wanneer er geen druksensor op uw spuit is geïnstalleerd, moet u deze functie als volgt deactiveren: Waarde 0 in de regel Min.druk invoeren. Waarde 0 in de regel Max.druk invoeren. De SC-Box ignoreert deze parameters. Min. werksnelhd Minimale werksnelheid Wanneer de veldspuit de minimale werksnelheid onderschrijdt, gebeurt het volgende: Het sproeien wordt automatisch uitgeschakeld. Op het werkscherm verschijnt het symbool: Min auto snelhd Minimale automatische snelheid Wanneer de veldspuit de minimale automatische snelheid onderschrijdt, gebeurt het volgende: De regeling van de spuitdruk wordt uitgeschakeld. De manuele modus wordt geactiveerd. Op het werkscherm verschijnt het symbool: Wanneer de waarde op 0 is ingesteld, wordt deze functie gedeactiveerd. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 27

28 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Activeren opties Deze parameter moet groter of even groot zijn als de parameter Min. werksnelhd. Tankvolume Grootte van de tank voor de spuitvloeistof Alarmvolume tank Tank-alarmvolume Wanneer de hoeveelheid spuitvloeistof in de tank deze waarde onderschrijdt, verschijnt een alarmmelding op het beeldscherm. Pulsen hoofdstrm Aantal pulsen die de flowmeter bij een liter vloeistof aan de jobcomputer stuurt. Dient ter berekening van de afgiftehoeveelheid. Het aantal wordt door de kalibratie van de flowmeter berekend. 7.2 Activeren opties U kunt op de jobcomputer verschillende opties activeren. Zo activeert u de gewenste optie: 1. Ga naar het scherm Machinegegevens - Activeren opties : 2. Klik de gewenste optie aan. De lijst met mogelijke opties verschijnt. 3. Kies de gewenste optie uit de lijst. 4. Start de jobcomputer opnieuw op. De gekozen optie wordt na het herstarten geactiveerd Instelling van het type sectieschakeling Sectieschakeling De manier waarop de secties in- en uitgeschakeld worden. volle breedte [ 44] Dit type is bedoeld voor gebruikelijke sproeiwerkzaamheden. Het is ook geschikt voor het besproeien van spievormige oppervlaktes en stroken die smaller zijn dan de werkbreedte van de veldspuit. alleen bep. secties [ 44] Dit type is bedoeld voor de behandeling van onkruidplekken. Secties kunnen apart en onafhankelijk van elkaar worden geschakeld. 28 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

29 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Activeren opties Instelling van het type vullen Vulmodus Handbed. Voor veldspuiten zonder TANK-Control. TANK-Control Voor veldspuiten met TANK-Control Instelling van het type joystick Type joystick zonder Joystick Voor de functies die normaal gezien met de joystick worden aangestuurd, verschijnen bijkomende functiesymbolen op de terminal. De veldspuit kan met de toetsen van de terminal worden bediend. De functiesymbolen verschijnen in de uitbreiding van het werkscherm. De joystick kan nog steeds worden gebruikt. ME-Joystick Een ME-joystick of een boordcomputer is aan de terminal en de SC-Box aangesloten. De veldspuit wordt met de joystick bediend. ME-joystick weigeren De joystick wordt gedeactiveerd. Wanneer de gebruiker een toets op de joystick indrukt, wordt dit door de jobcomputer geïgnoreerd Instelling van het type regelgroep Type regelgroep Geen constante druk Voor regelgroepen zonder de functie Constante druk. Constante druk Voor regelgroepen met de functie Constante druk. Type D Voor veldspuiten die een pneumatische drukregelaar gebruiken om de druk te regelen Instelling van het type CAN-verbinding Deze parameter definieert de manier waarop de jobcomputer met de terminal communiceert en welke informatie hierbij wordt verzonden. De configuratie is afhankelijk van het type terminal. CAN ME Eco Voor ECO-terminals. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 29

30 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Kalibratie van de flowmeter ME ISO/no Serial Nr Voor ISOBUS-terminals. Het serienummer van de hardware wordt niet overgedragen en verschijnt niet in het keuzemenu van de terminal. ME ISO / Serial Nr Voor ISOBUS-terminals. Het serienummer van de hardware wordt via CAN overgedragen en verschijnt in het keuzemenu van de terminal. Dit is belangrijk voor het werken met de toepassing TaskManager. 7.3 Wanneer kalibreren? Kalibratie van de flowmeter Omdat het aantal impulsen per liter tijdens de levensduur van een debietmeter kan veranderen, moet u in de volgende gevallen een kalibratie uitvoeren: Voor de eerste ingebruikname. Aan het begin van elk seizoen. Wanneer u vaststelt dat er tussen het daadwerkelijk gespoten en het weergegeven volume afwijkingen zijn. Wanneer u de debietmeter hebt vervangen of gerepareerd. Methoden Er zijn twee methoden waarmee u de debietmeter kunt kalibreren: De tankmethode - is tijdrovend, maar nauwkeurig. De sproeimethode - is niet zo nauwkeurig als de tankmethode, maar minder tijdrovend. VERWIJZING Onprecies kalibreren Bij een onprecies kalibreren worden de berekeningen zeer onnauwkeurig en het uitrijden onprecies. Kalibreer de debietmeter heel precies Kalibratie van de flowmeter met de tankmethode Functiebeschrijving Bij de tankmethode wordt over een bepaalde tijd een groter volume water uit de tank gereden. De debietmeter meet in deze tijdspanne de impulsen. Na het uitrijden moet u het volume uitgereden water invoeren. De computer bepaalt dan het aantal impulsen per liter. VOORZICHTIG Spuitmiddel of residu's van spuitmiddelen Vergiftigingsgevaar of gevaar voor verbranding door bijtende stoffen Reinig de spuitvloeistoftank grondig vóór de kalibratie. In de veldspuit mogen zich geen spuitmiddelen of residu's van spuitmiddelen bevinden. Gebruik tijdens de kalibratie enkel helder water. Draag geschikte beschermingsmiddelen. Alle secties zijn bijgeschakeld. 30 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

31 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Kalibratie van de flowmeter 7 De manuele modus is geactiveerd (in het deelscherm spuitgegevens van het werkscherm verschijnt het symbool ). De tank is met helder water gevuld. Hiervoor hebt u ettelijke honderden liters helder water nodig. U hebt de mogelijkheid om de volledige combinatie te wegen of de hoeveelheid gesproeid water volgens een anderen methode te meten. De pomp is ingeschakeld. 1. Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan! 2. Naar het scherm IJKING wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 3. - Kies de tankmethode. Het volgende scherm verschijnt: 4. - Start met het sproeien. Tijdens het sproeien wordt in het scherm IJKING - Hoofdflowmeter elk puls bij het aantal pulsen bijgeteld. 5. Sproei enkele honderd liters. Laat de tank niet volledig leeglopen. Zo vermijdt u dat er luchtbellen ontstaan die het resultaat vervalsen Stop met het sproeien. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 31

32 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Kalibratie van de flowmeter Het sproeien wordt gestopt. In de weergave worden geen pulsen bijgeteld Stop de kalibratie. Er verschijnt een nieuwe regel: Waterhoeveelh. 8. Bepaal de gesproeide hoeveelheid. Bijvoorbeeld door de tank vóór en na het sproeien te wegen en zo het verschil te berekenen. 9. Voer de gesproeide hoeveelheid in liters in de regel Waterhoeveelh. in Verlaat het scherm. U hebt de flowmeter met de tankmethode gekalibreerd Kalibratie van de flowmeter met de spuitdopmethode Bij de kalibratie van de debietmeter d.m.v. de sproeimethode bepaalt u de hoeveelheid vloeistof die binnen een bepaalde tijd uit een dop gesproeid wordt. Functiebeschrijving Bij de sproeimethode wordt gedurende een bepaalde tijd water uit de tank door een dop gespoten. De debietmeter meet in die tijd de impulsen. Wanneer u het sproeien hebt beëindigd, moet u de hoeveelheid door een dop gespoten water invoeren. De computer berekent dan het aantal impulsen per liter. VOORZICHTIG Spuitmiddel of residu's van spuitmiddelen Vergiftigingsgevaar of gevaar voor verbranding door bijtende stoffen Reinig de spuitvloeistoftank grondig vóór de kalibratie. In de veldspuit mogen zich geen spuitmiddelen of residu's van spuitmiddelen bevinden. Gebruik tijdens de kalibratie enkel helder water. Draag geschikte beschermingsmiddelen. U hebt een maatbeker voorbereid waarmee u de gesproeide hoeveelheid kunt meten. U hebt een chronometer voorbereid om precies één minuut te tellen. Slechts één sectie is voorgeselecteerd. De manuele modus is geactiveerd (in het deelscherm spuitgegevens van het werkscherm verschijnt het symbool ). De tank is met helder water gevuld. De ingestelde werkbreedte is juist. Het aantal spuitdoppen per sectie en het aantal secties werd juist aangegeven. 1. Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan! 32 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

33 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Kalibratie van de flowmeter 7 2. Naar het scherm IJKING wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 3. - Kies de spuitdopmethode. Het volgende scherm verschijnt: In de regel Gem. doorstr. verschijnt het tot nu gemeten debiet Start met het sproeien. 5. Ga naar een spuitdop en vang met de maatbeker het gesproeide water precies 60 seconden lang op. 6. Schrijf de gesproeide waterhoeveelheid op. 7. Herhaal de laatste twee stappen aan verschillende spuitdoppen. 8. Bereken het gemiddelde van de verschillende metingen en noteer dit Stop met het sproeien. Het sproeien wordt gestopt Stop de kalibratie. De regel Flow / dop verschijnt. 11. Voer de gemiddeld gesproeide hoeveelheid in liters in de regel Flow / dop in. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 33

34 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Wielsensor kalibreren Verlaat het scherm. De waarde van de parameter Pulsen hoofdstrm wordt geactualiseerd. U hebt de flowmeter met de spuitdopmethode gekalibreerd Manuele invoer voor de flowmeter van het aantal pulsen per liter Als u het precieze aantal impulsen per liter voor de debietmeter kent, kunt u dat handmatig invoeren. 1. Naar het scherm Machinegegevens wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 2. Voer het aantal pulsen per liter in de regel Pulsen hoofdstrm in. 7.4 Wanneer kalibreren? Wielsensor kalibreren Wanneer u een wielsensor (sensor X) op het wiel van de tractor gemonteerd heeft. Voor de eerste ingebruikname. Na het wisselen van banden. Na tractorvervanging (wanneer de wielsensor op het wiel van de tractor werd gemonteerd). Wanneer de snelheid, die in het werkmasker is aangegeven, niet juist is. Wanneer de in het arbeidscherm aangegeven afgelegde afstand niet juist is. VERWIJZING Onprecies kalibreren Bij foutief gekalibreerde wielsensor kan de snelheid niet precies worden vastgesteld. Daardoor worden alle berekeningen van de bespoten oppervlakte, de afgelegde afstand en het uitgereden volume zeer onnauwkeurig. U moet de wielsensor erg nauwkeurig kalibreren Pulsen per 100 meter vaststellen Bij het kalibreren van de wielsensor met de 100m methode moet u het aantal impulsen vaststellen, die de wielsensor ontvangt over een afstand van 100m. Voor het correct functioneren van het systeem moeten de wielsensor over een afstand van 100 m minstens 250 pulsen ontvangen. 34 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

35 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Wielsensor kalibreren 7 Om het aantal pulsen te verhogen, moet u nog meer magneten tegenover de wielsensor monteren. Als u het aantal pulsen voor de wielsensor weet, kunt u dat ook handmatig invoeren. Wielsensor is gemonteerd. Alle magneten aan de wielsensor functioneren probleemloos. Een afstand van 100m is uitgemeten en gemarkeerd. De afstand moet met de toestand van het land overeenkomen. Die moet dus over weide of land lopen. Tractor staat aan het begin van de gemarkeerde afstand klaar met een aangesloten machine om 100 m te rijden. 1. Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan! 2. Naar het scherm IJKING - wielimpulsen wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 3. - Kalibreren starten. 4. Volgende functiesymbolen verschijnen: - Stop de kalibratie. - Kalibreren afbreken. 5. De van te voren uitgemeten afstand van 100 m rijden en aan het einde stoppen. Gedurende het rijden worden de feitelijk vastgestelde pulsen aangegeven Stop de kalibratie Verlaat het scherm. Het aantal impulsen verschijnt in de regel Pulsen wielsns Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 35

36 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Configuratie van secties 7.5 Configuratie van secties Invoer van het aantal secties Zo voert u het aantal secties in: 1. Naar het scherm SECTIES wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 2. Voer in de regel Totaal aant. secties het aantal secties in Wanneer invoeren? Invoer van het aantal spuitdoppen per sectie U moet invoeren, hoeveel doppen an elke sectie geïnstalleerd zijn. Voor de eerste ingebruikname. Wanneer het aantal sproeiers op een sectie verandert. Zo voert u het aantal spuitdoppen per sectie in: 1. Naar het scherm SECTIES wisselen: Het volgende scherm verschijnt: Naast elke sectie verschijnt het aantal spuitdoppen Stel het aantal spuitdoppen dat moet worden veranderd in. Scherm voor gegevensinvoer verschijnt. 36 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

37 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Instelling van de spuitgeometrie 7 3. Voer het gewenste aantal spuitdoppen in Verlaat het scherm Gevolgen Een sectie permanent uitschakelen U kunt elke sectie permanent uitschakelen. Het uitschakelen van de buitenste secties heeft de volgende uitwerkingen: De werkbreedte wordt opnieuw berekend. De werkbreedte wordt met de breedte van de uitgeschakelde sectie verkleind. Bij TRACK-Leader II: Bij gebruik van HEADLAND-Control wordt met de nieuw berekende werkbreedte geen rekening gehouden. Zo schakelt u een sectie permanent uit: 1. Naar het scherm secties wisselen: 2. - Kies de sectie. Naast de gekozen sectie verschijnt het cursorsymbool: 3. - Sectie uit- of inschakelen. Naast de uitgeschakelde sectie verschijnt het symbool: 7.6 Instelling van de spuitgeometrie Spuitgeometrie is een set van parameters die de afmetingen van uw machine beschrijven. Door de instelling van de spuitgeometrie weet de software precies hoe lang en breed de machine is en waar de aparte secties zich bevinden. Parameters van de spuitgeometrie Bij de instelling van de spuitgeometrie moet u de volgende parameters meten: CRP_X - Op de afbeelding DRP_Y - Op de afbeelding ERP_X - Op de afbeelding Aan de hand van de volgende tabel stelt u vast waar u bij verschillende spuiten deze afstanden meet. Type spuit CRP_X DRP_Y ERP_X Getrokken spuit Afstand tussen het werkpunt en het trekpunt Helft van de actuele werkbreedte Enkel wanneer er aan de spuit secties bestaan die dichter aan Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 37

38 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Instelling van de spuitgeometrie Type spuit CRP_X DRP_Y ERP_X Gedragen spuit Zelfrijdende veldspuit met spuitboom achteraan Afstand tussen het werkpunt en het draagpunt Afstand tussen het werkpunt en de GPSantenne Helft van de actuele werkbreedte. Helft van de actuele werkbreedte of verder van de GPSontvanger liggen dan het werkpunt: - Bepaal de afstand tussen het werkpunt en de betreffende sectie Zelfrijdende veldspuit met spuitboom vooraan Afstand tussen het werkpunt en de GPSantenne Helft van de actuele werkbreedte Op de afbeelding is de getrokken spuit te zien. Wanneer u een andere spuit geactiveerd hebt, verschijnt ze op de terminal. Overzicht spuitgeometrie Nummer van de sectie die verder van of dichter bij de GPS-antenne ligt dan het werkpunt. ERP X Type spuit CRP X DRP Y 1. Start de toepassing Spuit : Sp (Nummer) 2. Naar het scherm Geometrie wisselen: 38 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

39 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Vullen van de tank 7 Het volgende scherm verschijnt: 3. Druk op de draaiknop: Het volgende scherm verschijnt: 4. Klik uw type spuit aan. Er verschijnt een afbeelding van de spuit. 5. Meet de volgende afstanden aan de spuit: CRP_X, DRP_Y, ERP_X 6. - Voer achter elkaar de waarden in de velden in. 7.7 Methodes Vullen van de tank Na elk vullen van de spuitvloeistoftank kunt u aan de jobcomputer laten weten hoeveel water u bijgevuld hebt. Afhankelijk van de aan uw veldspuit gemonteerde bijkomende uitrusting kan de procedure anders verlopen. U kunt: de tank manueel en zonder bijkomende systemen vullen de tank met TANK-Control vullen De tank manueel en zonder bijkomende systemen vullen Wanneer u de spuitvloeistoftank zonder bijkomende systemen vult, dan moet u de nieuwe inhoud manueel in de terminal invoeren. Bedieningselementen Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 39

40 7 Configuratie van de jobcomputer SECTION-Control Vullen van de tank Functiesymbool Functie De tank werd volledig gevuld Tankinhoud op 0 l instellen. Zo voert u de nieuwe tankinhoud in wanneer u de spuitvloeistoftank volledig hebt gevuld: 1. Naar het scherm Vullen - manueel wisselen: Het volgende scherm verschijnt: 2. Tankinhoud op 0 l terugzetten Tank volledig gevuld invoeren of 4. In het veld Tankinhoud nieuw de tankinhoud na het vullen invoeren. De nieuwe tankinhoud verschijnt in het werkscherm, in het deelscherm tankgegevens. 40 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

41 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien In dit hoofdstuk leert u hoe u de functies van de jobcomputer gebruikt die voor het sproeien nodig zijn Weergave De uitrijmodus wijzigen De jobcomputer maakt het mogelijk om in twee modi te werken: In de automatische modus - De afgiftehoeveelheid wordt aan de snelheid aangepast. In de manuele modus - De afgiftehoeveelheid wordt niet automatisch geregeld. Op de volgende afbeelding ziet u hoe deze functie in het werkscherm wordt weergegeven: Links: Automatische modus, Rechts: manuele modus Bedieningselementen Gebruik de volgende functietoetsen om de functie aan te sturen: Tussen de manuele modus en de automatische modus schakelen Gebruik van de automatische modus In de automatische modus stuurt de jobcomputer de spuitdruk en de sectie-hoofdschakelaar zodat de streefwaarde kan worden bereikt. U bevindt zich in de automatische modus wanneer in het deelscherm spuitgegevens één van de volgende symbolen verschijnt: Symbool in het werkscherm Streefwaarde tussen haakjes Betekenis De veldspuit kan sproeien. De spuitdruk wordt zo geregeld dat de streefwaarde kan worden bereikt. De snelheid van de veldspuit is kleiner dan Min. werksnelhd. De veldspuit kan sproeien. De spuitdruk wordt niet geregeld. De snelheid van de veldspuit is kleiner dan Min auto snelhd. De veldspuit wordt automatisch uitgeschakeld. Functiebeschrijving De spuitdruk wordt in de volgende gevallen automatisch aangepast: De snelheid van de veldspuit heeft zich veranderd. Het aantal ingeschakelde secties heeft zich veranderd. U hebt de streefwaarde manueel gewijzigd. Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 41

42 8 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien De snelheid en precisie waarmee de streefwaarde aangepast wordt, hangen van de waarde van de parameter Regelconstante af. U kunt de streefwaarde tijdens het rijden in automatische modus manueel wijzigen. Voorwaarden Bedieningselementen Om de automatische modus te gebruiken, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld: De streefwaarde is ingevoerd. De flowmeter is gekalibreerd. De wielsensor is gekalibreerd. De werkdiepte is ingesteld. De snelheid van de veldspuit is groter dan de ingevoerde Min auto snelhd. Parameter Regelconstante is ingesteld. Voor de aansturing van deze functie gebruikt u in eerste instantie de joystick. Functiesymbool Functie Streefwaarde met 10 % verhogen Streefwaarde met 10 % verlagen Streefwaarde op 100 % instellen Wijziging van de afgiftehoeveelheid in manuele modus Wanneer de veldspuit zich in manuele modus bevindt, regelt ze het sproeien niet volgens de vooraf ingevoerde streefwaarde. In plaats daarvan moet u de afgiftehoeveelheid manueel instellen. Het sproeien staat in manuele modus wanneer in het deelscherm "spuitgegevens" van het werkscherm het volgende symbool verschijnt: Sproeien in manuele modus Bedieningselementen Voor de aansturing van deze functie gebruikt u in eerste instantie de joystick. Gebruik de volgende functietoetsen om de functie aan te sturen: Functiesymbool Functie De afgiftehoeveelheid verhogen. De afgiftehoeveelheid verlagen. Zo verhoogt u de afgiftehoeveelheid: Afgiftehoeveelheid manueel is geactiveerd. 42 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

43 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien indrukken en ingedrukt houden. Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt de regelklep steeds verder gesloten. De afgiftehoeveelheid wordt steeds groter. De actuele waarde in het deelscherm spuitgegevens van het werkscherm wordt verhoogd. Zo verlaagt u de afgiftehoeveelheid: Afgiftehoeveelheid manueel is geactiveerd indrukken en ingedrukt houden. Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt de regelklep steeds verder geopend. De afgiftehoeveelheid wordt steeds kleiner. De actuele waarde in het deelscherm spuitgegevens van het werkscherm wordt verlaagd Het sproeien starten Zo start u het sproeien: De tractor met de veldspuit bevindt zich op het veld. U hebt de jobcomputer geconfigureerd. U hebt de spuitboom uitgeklapt. 1. Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan! 2. - Start met het sproeien. In de manuele modus: De veldspuit begint met het sproeien. Onder het spuitboomsymbool verschijnen spuitkegels: In de automatische modus: De veldspuit wordt voor het sproeien voorbereid. Zolang de veldspuit niet beweegt, verschijnt in het werkscherm het symbool. 3. In de automatische modus: Voertuig starten en minimale automatische snelheid (parameter: Min auto snelhd ) overschrijden. Zodra de minimale automatische snelheid overschreden wordt, begint de veldspuit met het sproeien. Onder het spuitboomsymbool verschijnen spuitkegels: U hebt het sproeien gestart Het sproeien stoppen U hebt de volgende mogelijkheden om het sproeien te stoppen: Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 43

44 8 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien - stop met het sproeien. - schakel alle secties uit. Rij trager dan de ingevoerde minimale snelheid (enkel in automatische modus) Aansturing van secties Bedieningselementen Voor de aansturing van deze functie gebruikt u in eerste instantie de joystick. Gebruik de volgende functietoetsen om de functie aan te sturen: Functiesymbool Functie Secties van links naar rechts uitschakelen Secties van rechts naar links uitschakelen Secties van links naar rechts bijschakelen of Wanneer alle secties uitgeschakeld zijn, dan pas de eerste sectie links bijschakelen. Secties van rechts naar links bijschakelen of Wanneer alle secties uitgeschakeld zijn, dan pas de eerste sectie rechts bijschakelen Onkruidplekken behandelen De modus "Alleen bepaalde secties" is voor de specifieke behandeling van kleine onkruidnesten ontwikkeld. In tegenstelling tot de normale modus kunt u in de modus 'Alleen bepaalde secties' afzonderlijke secties activeren en uitschakelen, ook wanneer deze niet aangrenzend zijn. Werkscherm in de modus 'Alleen bep. secties'. Het bedrijfsscherm in de modus 'Alleen bepaalde secties' onderscheidt zich nauwelijks van het normale bedrijfsscherm. In de spuitboomweergave verschijnt een cursorbalk onder de spuitboom: Cursorbalk helemaal links Cursorbalk helemaal rechts 44 Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG

45 Bediening van de jobcomputer SC-Box op het veld Sturing van het sproeien 8 Secties in de modus 'Alleen bep. secties' voorselecteren en uitschakelen Onafhankelijk van het feit of de spuit uitrijdt, kunt u de cursorbalk onder elke willekeurige sectie bewegen en de toestand van de sectie wijzigen. Bedieningselementen Gebruik de volgende functietoetsen om de functie aan te sturen: Functiesymbool Functie De cursorbalk naar links bewegen De cursorbalk naar rechts bewegen De gemarkeerde sectie voorselecteren of uitschakelen Wanneer enkele secties voorgeselecteerd zijn, met het sproeien aan deze secties beginnen Wanneer geen secties voorgeselecteerd zijn, met het sproeien aan alle secties beginnen Activatie van de modus 'Alleen bep. secties'. 1. Ga naar het scherm Machinegegevens - Activeren opties : 2. Klik de waarde onder de regel sectieschakeling" aan. Een lijst verschijnt. 3. Klik Alleen bep. secties aan. Onder de regel Sectieschakeling verschijnt de waarde Alleen bep. secties 4. - Herstart de terminal De modus 'Alleen bep. secties' is na de herstart geactiveerd. Joystick in de modus 'Alleen bep. secties' In de modus 'Alleen bep. secties' wijzigt de toewijzing van de toetsen op de joystick: Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co.KG 45

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding Joystick III Stand: V2.20141208 3032258305-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding S-Box Stand: V4.20190327 30322616-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Lees en volg deze bedieningshandleiding op.

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V7.20160628 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Joystick PRO Stand: V2.20170628 3232258620-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V Aanbouwhandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V4.20160503 30322554-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V8.20161221 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding S-Box Stand: V1.20180627 30322616-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V Montagehandleiding Dubbele antenne Stand: V1.20160504 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V Montagehandleiding DUAL-Antenna Stand: V4.20180614 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding Spraylight Stand: V3.20130109 30283305-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Montage- en bedieningshandleiding

Montage- en bedieningshandleiding Montage- en bedieningshandleiding DGPS/Glonass-ontvanger AG-STAR Stand: V5.20150602 3030247600-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Aanbouwhandleiding ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Stand: V5.20190206 30322574-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Aanbouwhandleiding ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Stand: V4.20180724 30322574-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik

Nadere informatie

Montage- en bedieningshandleiding

Montage- en bedieningshandleiding Montage- en bedieningshandleiding DGPS/GLONASS-ontvanger AG-STAR Stand: V7.20170405 3030247600-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Uitbreiding - ISOBUS-contactdoos vooraan

Aanbouwhandleiding. Uitbreiding - ISOBUS-contactdoos vooraan Aanbouwhandleiding Uitbreiding - ISOBUS-contactdoos vooraan Stand: V8.20161221 30322559-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MULTI-Control Stand: V1.20190731 3030248965a-02-NL Lees en volg deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor gebruik in de toekomst. Merk op dat er eventueel een recentere versie

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding DGPS/Glonass-ontvanger SMART-6L Stand: V4.20160114 3030247606-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding Uitbreiding - ISOBUS-contactdoos vooraan Stand: V3.20140428 30322559-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING SPRAYER-Controller MAXI & MIDI 3.0

GEBRUIKSAANWIJZING SPRAYER-Controller MAXI & MIDI 3.0 GEBRUIKSAANWIJZING SPRAYER-Controller MAXI & MIDI 3.0 VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INGEBRUIKNAME AANDACHTIG LEZEN! GEBRUIKSAANWIJZING BEWAREN! ART.: ISSUE: 80902415 10/2016 Vertaling

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V2.20150126 30322554-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding SPRAYER-controller MAXI en MIDI 3.0 Stand: V2.20170619 30303187-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Müller ISOBUS

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Müller ISOBUS INSTALLATIEHANDLEIDING SBG SmartSwitch Müller ISOBUS SBG SmartSwitch I Müller ISOBUS Versie 0.5 Vrij voor aantekeningen: Pag 2/18 I SBG SmartSwitch Muller ISOBUS -IM-NL-V0.5 SBG SmartSwitch Muller ISOBUS

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding DGPS/GLONASS-ontvanger SMART-6L Stand: V8.20180417 3030247606-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TRACK-Guide II Stand: V5.20130422 30302710-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Delvano CommanderUnit

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Delvano CommanderUnit INSTALLATIEHANDLEIDING SBG SmartSwitch Delvano CommanderUnit SBG SmartSwitch I CommanderUnit Versie 0.5 Vrij voor aantekeningen: Pag 2/18 I SBG SmartSwitch CommanderUnit -IM-NL-V0.5 SBG SmartSwitch Commanderunit

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding COMFORT-Terminal Stand: V5.20130422 30322527-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding SPRAYER-controller MAXI en MIDI 3.0 Stand: V1.20180921 30303187-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding SMART430 Stand: V2.20170630 30322505-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding TRACK-Leader Stand: V1.20111214 30302432-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance SmartSwitch sectiecontrole

GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance SmartSwitch sectiecontrole GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance 4.0.0 sectiecontrole Woord vooraf WAARSCHUWING!: Alle personen die bij de montage, ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van dit product betrokken

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding BASIC-Terminal Stand: V7.20141016 30322511-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TouchME Stand: V1.20140404 30322535-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding voor touch-terminals TRACK-Leader Stand: V7.20151217 30302432a-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TRACK-Guide III Stand: V3.20140812 31302713-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

IO CONTROLLER. Configuratiehandleiding DYNAMIQ NL REV. A. (Nederlands) (Originele versie)

IO CONTROLLER. Configuratiehandleiding DYNAMIQ NL REV. A. (Nederlands) (Originele versie) IO CONTROLLER DYNAMIQ 016-8000-037NL REV. A Configuratiehandleiding (Nederlands) (Originele versie) Raven Industries Inc. PAGINA 2/12 Configuratiehandleiding 016-8000-037NL Rev. A WOORD VOORAF IO CONTROLLER

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding voor touch-terminals TRACK-Leader Stand: V8.20170221 30302432a-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding voor toetsenterminals TRACK-Leader Stand: V6.20141016 30302432-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Teejet 8xx spuitcomputer

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Teejet 8xx spuitcomputer INSTALLATIEHANDLEIDING SBG SmartSwitch Teejet 8xx spuitcomputer SBG SmartSwitch I Teejet 8xx Versie 0.5 Vrij voor aantekeningen: Pag 2/19 I SBG SmartSwitch Teejet 8xx-IM-NL-V0.5 SBG SmartSwitch Teejet

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TRAIL-Control 3.0 Stand: V3.20190408 30322457-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding voor touch-terminals TRACK-Leader Stand: V11.20180515 30302432a-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TOUCH1200 Stand: V1.20140416 30322537-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Bedieningsinstructie

Bedieningsinstructie Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING INDEX KENMERKEN 3 AFMETINGEN 3 AANSLUIT SCHEMA 4 GEBRUIK 5 NOTITIES 6 ALARMEN EN STILALARM 7 MENU OVERZICHT 7 SET-UP EN PROGRAMMERING

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance Teeltregistratie

GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance Teeltregistratie GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) SBGuidance Woord vooraf WAARSCHUWING!: Alle personen die bij de montage, ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van dit product betrokken zijn, moeten deze

Nadere informatie

Agrifac

Agrifac Agrifac 2010-10-21 1 1. Algemeen Functie Toetsen Beschrijving 1. Inschakelen. De unit schakelt in, en het eerste werkscherm verschijnt. Systeem begint met injecteren. 2. Uitschakelen. 3. Keuze werkscherm.

Nadere informatie

De Flex Counter kan voor verschillende doeleinden in de landbouw gebruikt worden en kan het volgende op meten

De Flex Counter kan voor verschillende doeleinden in de landbouw gebruikt worden en kan het volgende op meten FLEX COUNTE 1.Functie overzicht De Flex Counter kan voor verschillende doeleinden in de landbouw gebruikt worden en kan het volgende op meten F.1 snelheidsmeter F.2 hectaren teller F.3 aantal teller F.4

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

CONFIGURATIEHANDLEIDING (NEDERLANDS) (ORIGINELE VERSIE) SBGuidance. WiFi Manager NL Rev. A

CONFIGURATIEHANDLEIDING (NEDERLANDS) (ORIGINELE VERSIE) SBGuidance. WiFi Manager NL Rev. A CONFIGURATIEHANDLEIDING (NEDERLANDS) (ORIGINELE VERSIE) SBGuidance WiFi Manager 016-8000-051NL Rev. A Pag 2/9 I SBGuidance WiFi Manager-NL-Rev. A Woord vooraf Deze installatiehandleiding is bedoeld voor

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TOUCH1200 Stand: V3.20140812 30322537-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document

Nadere informatie

Montage- en Bedieningshandleiding

Montage- en Bedieningshandleiding Montage- en Bedieningshandleiding SPRAYDOS Stand: 20121012 30221020-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum Document:

Nadere informatie

SBGuidance 4.x.x WiFi Manager

SBGuidance 4.x.x WiFi Manager Woord vooraf GEBRUIKERSHANDLEIDING (NEDERLANDS) (ORIGINEEL) SBGuidance 4.x.x WiFi Manager 016-8000-006NL Rev. A Pagina 1/14 I SBG-WiFi Manager I NL I Rev. A Pagina 2/14 I SBG-WiFi Manager I NL I Rev. A

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding TANK-Control III Stand: V2.20180921 30252080-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Versie 1.2.1 Korsmit Rally Elektronics 16-7-2017 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 1. informatie... 4 Achtergrond... 4 Weergaven:... 4 2. Werking... 5 3.1:

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding BASIC-Terminal Stand: V7.20160121_rev.1 30322511-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum

Nadere informatie

Aanpassen van de totale energieopbrengst bij de vervanging van een omvormer in installaties met communicatieproducten

Aanpassen van de totale energieopbrengst bij de vervanging van een omvormer in installaties met communicatieproducten Aanpassen van de totale energieopbrengst bij de vervanging van een omvormer in installaties met communicatieproducten Installatiehandleiding voor vakmensen 1 Toelichting bij dit document Geldigheid Dit

Nadere informatie

Kit code: KT XTI Configuratie: Kit inhoud: Geschikt voor:

Kit code: KT XTI Configuratie: Kit inhoud: Geschikt voor: Kit code: KT XTI 9580 Configuratie: 750 Kit inhoud: Aantal Code Omschrijving 1 FO8RAPID XTI Module Rapid XTI 1 FRCT06D Draadboom Rapid XTI Geschikt voor: Fabrikant Fendt Fendt LET OP!! Model 714, 716,

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Bedieningshandleiding 1402-001 Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar Auteur: Cor Janssens Robotics & Material handling Datum: 01-03-2015 Versie: 0.1 VOORWOORD Deze handleiding is een leidraad voor

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Inhoud 1 Veiligheid 2 Uitleg toetsen 3 Instellingen parameters 4 Basis functies 5 Technische gegevens 6 Afmetingen 7 Foutmeldingen 8 Garantie 1.

Nadere informatie

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker 1 STARTSCHERM START->Datum/Tijd aanpassen Algemeen Druk op de klok linksonder het scherm om te instellingen van de klok op te roepen. Wijzigingen bevestigen

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER Voertuigverwarmingen Technische documentatie GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER NL Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen Hoofdstuk Naam hoofdstuk Inhoud hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3 BEDIENINGS INSTRUCTIE BE 1000 Brand 30.0221.9535 A3 INHOUDSOPGAVE Inleiding en aanwijzingen voor de veiligheid............. 2 Toelichting weergave en bedieningselementen Display en toetsen.....................................

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE BEDIENING CENTRALE EN WEERGAVE... 2 Hoofdcentrale... 2 Primaire indicators... 2 Druktoetsen... 2 Toetsenbord... 3 Omschrijving LEDs... 4 BEDIENINGSACTIES OP DE CENTRALE... 5 Uitgangen Buiten-

Nadere informatie

Tractor Rapid-kit inbouw instructies. Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-00. Tuning-kit voor Tractoren

Tractor Rapid-kit inbouw instructies. Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-00. Tuning-kit voor Tractoren Tractor Rapid-kit inbouw instructies Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-00 Tuning-kit voor Tractoren DezehandleidingvindtuinKLEURop: WWW.TERLOUWTUNING.NL Rechtsstaat.Ditkuntuaanklikkenenop

Nadere informatie

Bedienings- en servicehandleiding

Bedienings- en servicehandleiding Voor de gebruiker Bedienings- en servicehandleiding Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen vóór bediening en servicewerkzaamheden Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Legenda

Nadere informatie

UTA MultiBox. Handleiding

UTA MultiBox. Handleiding INHOUDSOPGAVE Voorwoord I. Installatie van de On-Board-Unit 1. Inhoud van de verpakking...05 2. Voertuigtoewijzing...05 3. Bevestigen van de houder...06 4. Plaatsing...06 5. Stroomaansluiting...07 II.

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02)

installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02) installatiehandleiding Slimme Radiatorknop Geschikt voor de SmartHome Huiscentrale (model GATE-02) INSTALLATIEHANDLEIDING SLIMME RADIATORKNOP Gefeliciteerd met de aankoop van de Egardia Slimme Radiatorknop.

Nadere informatie

Tractor Rapid-kit inbouw instructies. Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-01. Tuning-kit voor Tractoren

Tractor Rapid-kit inbouw instructies. Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-01. Tuning-kit voor Tractoren Tractor Rapid-kit inbouw instructies Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-01 Tuning-kit voor Tractoren DezehandleidingvindtuinKLEURop: WWW.TERLOUWTUNING.NL Rechtsstaat.Ditkuntuaanklikkenenop

Nadere informatie

Bedienings- en montagehandleiding

Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding PRECIMAT Stand: 20120927 30283650-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding. Bewaar deze bedieningshandleiding voor het gebruik in de toekomst. Impressum Document:

Nadere informatie

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding 3.4 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select BedienungsanleitungEasyStart Select Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE Handleiding Programmaregelaar 40/16 SE rev. 01 blad 1 van 11 HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE WESTENENG OVENBOUW B.V. Elektrische- en gas- industrie-ovens Wielweg 46 3785 KR ZWARTEBROEK Telefoon

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

Gebruikers- en service-instructie

Gebruikers- en service-instructie 7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.

Nadere informatie

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden. De onderstaande symbolen worden in de handleiding en op het apparaat zelf gebruikt als waarschuwing. Hiermee wordt getoond hoe het product veilig en correct wordt gebruikt om persoonlijk letsel aan u en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

RAVEN 600S ANTENNE. Updatehandleiding NL REV. A. (Nederlands) (Origineel) [Date]

RAVEN 600S ANTENNE. Updatehandleiding NL REV. A. (Nederlands) (Origineel) [Date] RAVEN 600S ANTENNE 016-8000-013NL REV. A Updatehandleiding (Nederlands) (Origineel) [Date] Raven Industries Inc. PAGINA 2/8 Updatehandleiding 016-8000-013NL Rev. A WOORD VOORAF RAVEN 600S ANTENNE WOORD

Nadere informatie

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods Tool Gebruikershandleiding E46 Mods Versie 1.0 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie... 3 2 Aansluiten... 4 2.1 Opstarten en Updaten... 4 2.2 Verbinden... 8 2.2.1 Verbindingsproblemen... 9 3 Basis Informatie...

Nadere informatie

AN0021-NL. Een trigger- en actieregel maken. Overzicht. Een Trigger- en actieregel creëren

AN0021-NL. Een trigger- en actieregel maken. Overzicht. Een Trigger- en actieregel creëren Een trigger- en actieregel maken Overzicht Trigger en Actie regels zijn een eenvoudige manier voor het creëren van aangepaste en unieke functionaliteiten in Paxton10. Specifieke regels kunnen worden gecreëerd

Nadere informatie

ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28

ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28 ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28 Installatiehandleiding Benodigde gereedschappen: - Torx T20 - Inbussleutel 8 mm - Telefoontang - Heteluchtpistool - ISIS crank trekker Verwijder

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

enet SMART HOME app QUICK START GUIDE ios

enet SMART HOME app QUICK START GUIDE ios enet SMART HOME app QUICK START GUIDE ios INHOUD Overzicht Pagina 3 Daar gaan we Pagina 4 Mijn huis Pagina 5 Ruimtes Pagina 6 Automatisering Pagina 9 - Scènes maken Pagina 10 - Tijdsturingen maken Pagina

Nadere informatie

testo 865, 868, 871, Warmtebeeldcamera

testo 865, 868, 871, Warmtebeeldcamera testo 865, 868, 871, 872 - Warmtebeeldcamera Korte handleiding Korte handleiding Bedieningshan dleiding Pocket Guide Thermografie Video s Om via Bluetooth een verbinding te kunnen maken heeft u een tablet

Nadere informatie

Inhoud: KLANTENSERVICE... 7 Eerste hulp bij storingen... 7 Hebt u meer ondersteuning nodig??... 8

Inhoud: KLANTENSERVICE... 7 Eerste hulp bij storingen... 7 Hebt u meer ondersteuning nodig??... 8 Inhoud: VEILIGHEID EN ONDERHOUD... 1 Veiligheid... 1 Plaats van opstelling... 1 Omgevingstemperatuur... 2 Elektromagnetische comptabiliteit... 2 Reparaties... 2 Reiniging... 2 Inhoud pakket... 3 Specificaties...

Nadere informatie

CCI.GPS. GPS-instellingen en tractorgeometrie. Gebruiksaanwijzing. Referentie: CCI.GPS v2.0

CCI.GPS. GPS-instellingen en tractorgeometrie. Gebruiksaanwijzing. Referentie: CCI.GPS v2.0 CCI.GPS GPS-instellingen en tractorgeometrie Gebruiksaanwijzing Referentie: CCI.GPS v2.0 Copyright 2014 Copyright by Competence Center ISOBUS e.v. Albert-Einstein-Straße 1 D-49076 Osnabrück Versienummer:

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing. Voor de gebruiker VRT 35. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

Gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing. Voor de gebruiker VRT 35. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Gebruiksaanwijzing Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing VRT 35 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021 91 18 28 10 info@vaillant.de www.vaillant.de

Nadere informatie

Gebruikhandleiding TC-500

Gebruikhandleiding TC-500 Gebruikhandleiding TC-500 1:001 Steek de oven in. 1.002 Schakel de TC-500 in (schakelaar 1/0) aan de bovenzijde van het kastje display 1 (groen) geeft de actuele temperatuur aan. 2:001 Programmering. Een

Nadere informatie