Beheersverordening Buitengebied

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheersverordening Buitengebied"

Transcriptie

1 Beheersverordening Buitengebied Projectnummer : Datum :

2 Inhoudsopgave TOELICHTING Hoofdstuk 1 Inleiding De beheersverordening Ligging verordeningsgebied Waaruit bestaat deze beheersverordening Wat regelt deze beheersverordening Hoe werkt de beheersverordening Leeswijzer 5 Hoofdstuk 2 Bestaande situatie Perceelsgebonden functies Functies openbare ruimte 7 Hoofdstuk 3 Beleid en omgevingsaspecten Beleid Omgevingsaspecten 8 Hoofdstuk 4 Juridische toelichting Inleiding Werkinstructie Procedure 15 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid REGELS Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 BOUW- EN GEBRUIKSREGELS 5 Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels 5 Artikel 4 Archeologie 7 Artikel 5 Ecologische Hoofdstructuur 19 Artikel 6 Veiligheidszone 21 Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 22 Artikel 7 Overgangsrecht gebruik 22 Artikel 8 Overgangsrecht bouwen 23 Artikel 9 Persoonsgebonden overgangsrecht 24 Artikel 10 Inwerkingtreding 25 Artikel 11 Citeertitel 26

3 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Plankaart Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Plankaart Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Plankaart Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Plankaart Beleidsadvieskaart Archeologie Persoonsgebonden overgangsrecht

4 blz 1 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 De beheersverordening De gemeente Aa en Hunze is in de afrondende fase van de actualisatie van de bestemmingsplannen voor haar grondgebied. Voor de meeste gebieden zijn inmiddels bestemmingsplannen vastgesteld of in voorbereiding. Het bestemmingsplan voor het Buitengebied is echter nog niet actueel. De gemeente kiest voor het opstellen van een beheersverordening. In eerste instantie omdat in het buitengebied voor de komende tijd geen nieuwe ontwikkelingen worden verwacht. Vervolgens omdat met een beheersverordening tijdig aan de actualisatieplicht uit de Wet ruimtelijke ordening kan worden voldaan. 1) Een bestemmingsplan is wettelijk 'actueel' wanneer het in de afgelopen 10 jaar is vastgesteld. De beheersverordening is van toepassing op een bepaald gebied, het verordeningsgebied genoemd. Het verordeningsgebied omvat het buitengebied van de gemeente Aa en Hunze, met uitzondering van de kernen, zoals in figuur 1 weergegeven. De volgende kernen zijn buiten het verordeningsgebied gelaten: Gieten, Rolde, Annen, Anderen, Anloo, Gasteren, Eext, Ballo, Eekehaar, Grolloo, Schoonloo, Gasselt, Gasselternijveen, Gasselternijveenschemond, Gieterveen Eexterveen, Spijkerboor, Annerveen en de Kanaaldorpen. Daarnaast zijn enkele, veelal perceelsgerichte, ontwikkelingen in een eigen bestemmingsplan geregeld. Tot slot is de geluidzone rond de Avebe in Gasselternijveen buiten het verordeningsgebied gelaten. Op grond van de Wet geluidhinder moet de geluidzone in een bestemmingsplan geregeld zijn. Het is niet mogelijk deze planologisch vast te leggen in een beheersverordening. Voor het verordeningsgebied gelden nu de volgende bestemmingsplannen: bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Gieten (vastgesteld op 21 oktober 1993); bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Rolde (vastgesteld op 16 december 1997); bestemmingsplan Buitengebied Anloo (vastgesteld door de gemeenteraad van Aa en Hunze op 29 oktober 1998); bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Gasselte (vastgesteld op 22 november 1993). Zoals in de Wro is bepaald vervallen deze plannen (voor zover gelegen binnen de grenzen van dit verordeningsgebied) bij de inwerkingtreding van deze beheersverordening. Naast de bestemmingsplannen zijn in de loop van de tijd vrijstellings-, ontheffings- en wijzigingsprocedures gevoerd om (perceelsgebonden) ontwikkelingen mogelijk te maken. Deze beheersverordening geeft in één keer een nieuwe en uniforme juridische regeling voor het hele verordeningsgebied.

5 blz In figuur 1 is de ligging en begrenzing van het verordeningsgebied aangegeven. Figuur 1: Verordeningsgebied 1.2 Ligging verordeningsgebied Bij de actualisatie van een juridische ruimtelijke regeling kan gekozen worden voor een bestemmingsplan en een beheersverordening. In dit geval is gekozen voor een beheersverordening, omdat: in het verordeningsgebied sprake is van een feitelijk bestaande situatie en; in het verordeningsgebied alleen sprake is van perceelsgebonden ontwikkelingen en; een beheersverordening door middel van een snelle procedure kan worden vastgesteld en past in het beleid van verdergaande deregulering Feitelijke bestaande situatie

6 blz 3 De toepassing van de beheersverordening is voor dit verordeningsgebied mogelijk, omdat daarin sprake is van een feitelijk bestaande situatie. De bestaande situatie wordt in dit geval bepaald door de al gerealiseerde bebouwing en de geldende bestemmingsplannen. De bestaande situatie wordt nader beschreven in Hoofdstuk 2. Illegale bouwwerken horen niet bij de feitelijk bestaande situatie en worden in de beheersverordening niet gelegaliseerd Ontwikkelingen De gebieden waar ruimtelijke ontwikkelingen spelen zijn buiten het verordeningsgebied gehouden. In het verordeningsgebied worden dan ook geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die nog niet zijn toegestaan op grond van een (voorheen) geldende bestemmingsplan. Wel zijn enkele perceelsgebonden ontwikkelingen mogelijk. Bij de perceelsgebonden ontwikkelingen gaat het om (kleinschalige) ontwikkelingen die in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen al mogelijk waren gemaakt. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een bestaand gebouw mag worden uitgebreid tot een bepaald oppervlakte Procedure Een beheersverordening is een goed middel om binnen korte termijn een actuele juridische regeling voor het grondgebied te hebben. Een beheersverordening heeft een relatief korte procedure om te komen tot de vaststelling. De procedure wordt besproken in paragraaf 4.3 Procedure. 1.3 Waaruit bestaat deze beheersverordening Kort gezegd bestaat een beheersverordening uit een verbeelding van het verordeningsgebied en regels. Meer concreet gaat het om: een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft (het verordeningsgebied); een of meer objecten binnen het gebied (besluit(sub)vakken); regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten binnen het gebied en die gericht zijn op het beheer van het gebied; regels die gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen en slopen, afwijken met een omgevingsvergunning en overgangsrecht. De beheersverordening gaat vergezeld van deze toelichting. Deze motiveert in ieder geval de keuze voor het instrument, waarom er geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, welke onderzoeken hebben plaatsgevonden, etc. De toelichting bevat ook een uitleg van de regeling. 1.4 Wat regelt deze beheersverordening Het belangrijkste uitgangspunt voor deze beheersverordening is dat deze de bestaande situatie vastlegt. De feitelijk bestaande situatie en het geldende bestemmingsplan zijn daarbij het uitgangspunt. Een beheersverordening mag in principe geen ruimtelijke ontwikkelingen bevatten.

7 blz Dit betekent echter niet dat de situatie volledig op slot gaat. De feitelijke situatie is in deze verordening aangevuld met onbenutte mogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen voor het verordeningsgebied. In deze beheersverordening gaat het onder meer om: 1. uitbreidingsmogelijkheden voor gebouwen en bouwwerken; 2. aanpassing van het gebruik van een terrein en/of gebouw; 3. algemene afwijkingsregels. Daarmee is geen sprake van ruimtelijke ontwikkelingen. De ruimte die de beheersverordening biedt is gebaseerd op de bestaande mogelijkheden uit de (voorheen) geldende bestemmingsplannen. Het kan voorkomen dat een ontwikkeling gewenst is die niet binnen de in deze beheersverordening opgenomen (perceelsgebonden) ontwikkelingsmogelijkheden past. In zo een geval is een nieuwe juridisch-planologische regeling nodig, bijvoorbeeld een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van deze beheersverordening. De beheersverordening legt dus de feitelijke situatie vast door middel van een algemene regeling, waardoor een eenvoudige regeling mogelijk is. Er zijn echter aandachtspunten die invloed kunnen hebben op de systematiek van de verordening. Het kan nodig zijn om meer te specificeren en/of detailleren door middel van besluit(sub)vlakken op de verbeelding of specifieke bepalingen in de regels. In het verordeningsgebied is inderdaad sprake van enkele gebieden met specifieke regelingen. Hierover wordt in hoofdstuk 4 Juridische toelichting meer informatie gegeven. 1.5 Hoe werkt de beheersverordening De beheersverordening moet digitaal worden gemaakt volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten. De verordening wordt door de gebruiker daarom via een digitaal platform (meestal de website RO-online, benaderd. Digitaal gezien zijn er verschillende vlakken zichtbaar, namelijk het verordeningsgebied, de besluitvlakken en (eventueel) de besluitsubvlakken. Hierna volgt een korte omschrijving van wat deze vlakken regelen: Verordeningsgebied. Het verordeningsgebied is het gebied waarvoor de beheersverordening van toepassing is. De regelingen die niet specifiek gekoppeld zijn aan een besluitvlak of een besluitsubvlak zijn altijd van toepassing op het hele verordeningsgebied. De regels zijn gericht op het behouden van de bestaande situatie. Besluitvlak. Op het hele verordeningsgebied, of een bepaald deel daarvan, kan een besluitvlak zijn gelegd. In deze beheersverordening heeft het hele verordeningsgebied het besluitvlak 'Bestaand'. Dit omdat de regels, die bij dit besluitvlak horen, gericht zijn op het behoud van de bestaande situatie. Deze regels zijn (digitaal) direct gekoppeld aan het besluitvlak. In een andere situatie, bijvoorbeeld het besluitvlak 'Veiligheidszone', worden aanvullende regels gegeven die gericht zijn op het voorkomen van de bouw van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de veiligheidszone.

8 blz 5 Besluitsubvlak. Binnen het besluitvlak is in deze verordening sprake van meerdere besluitsubvlakken. De besluitsubvlakken zijn bedoeld om in een bepaald deel van het besluitvlak aanvullende regelingen te geven, gebaseerd op de geldende bestemmingsplannen. Deze beheersverordening kent verschillende besluitsubvlakken, onder meer om de archeologische verwachtingswaarden te beschermen. Hier is in Hoofdstuk 3 nader op ingegaan. Overige. Naast de regelingen zoals hiervoor omschreven kan ook sprake zijn van afwijkingsregels. Ook deze kunnen zijn gekoppeld aan een besluit(sub)vlak. 1.6 Leeswijzer De toelichting bij de verordening is als volgt opgebouwd: in Hoofdstuk 2 is de bestaande situatie van het verordeningsgebied beschreven en wordt uitleg gegeven over de regeling die bij deze verordening hoort; in Hoofdstuk 3 zijn de relevante beleidstukken samengevat en is beoordeeld in hoeverre de uitgangspunten van deze verordening binnen het geldende beleid passen. Ook is stilgestaan bij de relevante sectorale aspecten; hoofdstuk 4 geeft een toelichting op de juridische regeling van de verordening en de wijze van toepassing; hoofdstuk 5 ten slotte bevat een korte beschrijving van de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

9 blz Hoofdstuk 2 Bestaande situatie De bestaande situatie wordt onderscheiden in perceelsgebonden functies 1) en functies in de openbare ruimte. Bij de ruimtelijke verschijningsvorm van de bebouwing en openbare ruimte is de bestaande situatie het uitgangspunt. Dit hoofdstuk beschrijft daarom de bestaande functies. 3) Een perceelsgebonden functie is de functie van het betreffende perceel. In een beheersverordening is deze aan het perceel gekoppeld, zodat alleen die functie mogelijk is. 2.1 Perceelsgebonden functies Zoals in hoofdstuk 1 Inleiding aangegeven bestaat het verordeningsgebied uit het buitengebied van de gemeente Aa en Hunze, dus zonder de kernen. Daarnaast zijn bestemmingsplannen die in de afgelopen jaren in werking zijn getreden en dus nog actueel zijn, buiten deze beheersverordening gelaten Agrarische bedrijvigheid Een belangrijke functie in het buitengebied is de agrarische functie. Dit uit zich enerzijds in bebouwing in de vorm van boerderijen. Anderzijds uit zich dit in het agrarische grondgebruik in de vorm van landbouwgrond. De (voorheen) geldende bestemmingsplannen hebben voor de agrarische bedrijven een passende regeling die in deze beheersverordening overgenomen wordt. Dit houdt in dat de nog niet ingevulde uitbreidingsruimte voor deze agrarische bedrijven op basis van de beheersverordening nog ingevuld kan worden. Aanvullende regelingen zijn niet nodig Overige bedrijvigheid Naast de agrarische bedrijven komen er in het verordeningsgebied nog enkele andere functies voor. Dit betreft bijvoorbeeld loonbedrijven, paardenhouderijen en andere vormen van bedrijvigheid. Het (voorheen) geldende bestemmingsplan heeft voor deze bedrijven een passende regeling die in deze beheersverordening overgenomen wordt. Aanvullende regelingen zijn niet nodig Woningen In het verordeningsgebied komen verspreid burgerwoningen voor. In een aantal gevallen zijn dit voormalige boerderijpanden. Bij de agrarische bedrijven en andere vormen van bedrijvigheid komen veelal bedrijfswoningen. Voor de burgeren bedrijfswoningen zijn in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen afdoende regelingen opgenomen. Het is niet noodzakelijk aanvullende regelingen op te nemen Recreatieve functies In het plangebied komen verschillende recreatieve functies voor. Er liggen een aantal (grote) recreatieterreinen in de gemeente, zoals Hof van Saksen. Voor zover deze niet in aparte bestemmingsplan geregeld zijn of worden, zijn deze in de beheersverordening opgenomen.

10 blz 7 Daarnaast is sprake van enkele recreatieve bedrijven in het verordeningsgebied, zoals maneges en enkele kampeerboerderijen. De regelingen vanuit het (voorheen) geldende bestemmingsplan bieden voldoende ruimte voor deze functies en worden overgenomen in deze verordening. Aanvullende regelingen zijn niet nodig. 2.2 Functies openbare ruimte Naast de perceelgebonden functies maakt de openbare ruimte ook een belangrijk deel uit van het verordeningsgebied. Bij deze beheersverordening gaat het om wegen, water en natuur Wegen In het verordeningsgebied zijn meerdere wegen aanwezig. Het gaat daarbij om de grotere doorgaande wegen, zoals de N33 en de N34, en erfontsluitingswegen. Naast de erfontsluitingswegen zijn in het verordeningsgebied fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen aanwezig. De (voorheen) geldende bestemmingsplannen hebben hiervoor een passende regeling die in deze beheersverordening overgenomen wordt. Aanvullende regelingen zijn niet nodig Water In het verordeningsgebied komt verspreid liggend water voor. Het betreft voornamelijk beken en sloten met een waterhuishoudkundige functie. Ook hebben een aantal van de beken een grote landschappelijke en natuurlijke waarde, zoals De Hunze. De (voorheen) geldende bestemmingsplannen hebben hiervoor een passende regeling die in deze beheersverordening overgenomen wordt. Aanvullende regelingen zijn niet nodig Natuur Het buitengebied van de gemeente Aa en Hunze kent een grote ecologische waarde. In het plangebied ligt een groot gedeelte van het Natura 2000-gebied "Drentsche Aa-gebied". Daarnaast komen er diverse gebieden voor die behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De bescherming van de Natura 2000-gebieden vindt plaats via de Natuurbeschermingswet. Een aanvullende regeling voor de Natura 2000-gebieden opnemen is niet nodig. Voor de gebieden die behoren tot de EHS, is dit wel noodzakelijk. In de geldende bestemmingsplannen zijn voor deze gebieden geen regelingen opgenomen. Ter bescherming wordt daarom in deze beheersverordening wel een regeling opgenomen ter bescherming van de gebieden die behoren tot de EHS.

11 blz Hoofdstuk 3 Beleid en omgevingsaspecten Geldend beleid en uitgangspunten vanuit omgevingsaspecten kunnen invloed hebben op de juridische regeling in deze beheersverordening. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op voor de beheersverordening van belang zijnde beleidsuitgangspunten en omgevingsaspecten. 3.1 Beleid Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het verordeningsgebied. Op rijksniveau zijn dit onder andere de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte" (SVIR) en het "Besluit algemene regels ruimtelijke ordening" (Barro). Op provinciaal niveau geldt de "Provinciale Omgevingsverordening" en de "Omgevingsvisie Drenthe". Deze beleidsnota's geven geen specifieke uitgangspunten voor het verordeningsgebied, omdat de bestaande situatie wordt vastgelegd en er geen sprake is van nieuwe, ruimtelijk relevante ontwikkelingen. In algemene zin wordt gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het verordeningsgebied. Het verordeningsgebied ligt deels binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het beleid van de verordening is gericht op de bescherming van deze EHS, nieuwbouw is daarom niet mogelijk. Er geldt een zogenaamd "nee, tenzij..." principe. Een regeling is hiervoor in de verordening nodig, omdat het (voorheen) geldende bestemmingsplan deze niet biedt. Op gemeentelijk niveau gelden diverse beleidsstukken, zoals het "Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan (TROP)" en de "Welstandsnota". De gemeentelijke beleidsnota's geven voor het verordeningsgebied geen ontwikkelingen aan die voor de beheersverordening van belang zijn. Wanneer wel sprake is van ontwikkelingen, zijn deze buiten het verordeningsgebied gehouden. Net als op rijks- en provinciaal niveau wordt gestreefd naar voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. 3.2 Omgevingsaspecten Het uitgangspunt is dat - ook in de toekomst - een goede omgevingssituatie voor de aanwezige functies in en rond het verordeningsgebied behouden blijft. In de volgende paragrafen worden de omgevingsaspecten behandeld Milieuzonering Voor de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem Bedrijven en milieuzonering ontwikkeld. Het systeem heeft de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten.

12 blz 9 Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieucategorie op van 1 t/m 6. Per categorie zijn richtlijnafstanden tot een rustige woonwijk / rustig buitengebied of een gemengd gebied aangegeven. De bestaande rechten van agrarische en overige vormen van bedrijvigheid worden in de beheersverordening overgenomen. Dit houdt in dat globaal dezelfde functies toegestaan zijn, als ook al mogelijk zijn op grond van de (voorheen) geldende bestemmingsplannen. Door de vaststelling van deze verordening wordt daarom geen nieuwe of grotere hinder op de omgeving verwacht Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen en terreinen door drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie. Van spoorweg is in dit verordeningsgebied geen sprake. In en in de omgeving van het verordeningsgebied zijn geen spoorwegen aanwezig die invloed hebben op de gebieden. In het buitengebied zijn reguliere woningen, recreatiewoningen en bedrijfswoningen aanwezig. De recreatiewoningen zijn volgens de Wet geluidhinder niet geluidgevoelig, de reguliere en bedrijfswonignen vallen wel onder de geluidgevoelige objecten van de Wet geluidhinder. Deze woningen kunnen hinder ondervinden van wegverkeers- en industrielawaai. Wegverkeerslawaai Voor wegverkeerslawaai is in de Wgh bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waarbij aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn onder andere wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Op het grootste deel van de wegen in en in de directe omgeving van het verordeningsgebied geldt een maximumsnelheid van 60 of 80 km/uur. Op de N33 en de N34 geldt een maximumsnelheid van 100 km/uur. Deze wegen hebben een wettelijke geluidzone. De beheersverordening maakt de ontwikkeling van nieuwe geluidgevoelige objecten niet mogelijk. Bestaande geluidsgevoelige objecten zijn op hun huidige plaats vastgelegd, waardoor ze ook niet dichter naar een zoneringsplichtige weg gebouwd kunnen worden. Dit aspect geeft geen uitgangspunten en belemmeringen voor deze verordening. Industrielawaai Rondom de Avebe in Gasselternijveen geldt een geluidzone. Conform de Wet geluidhinder moet hiervoor een bestemmingsplan worden vastgesteld. Omdat het hier een beheersverordening betreft, is de geluidzone buiten het verordeningsgebied gelaten. Tot de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied blijft voor de gronden die vallen binnen de geluidzone het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Gasselte gelden.

13 blz Voor het aspect geluid gelden er geen belemmeringen voor de vaststelling van de beheersverordening Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico's. Deze risico's kunnen ontstaan door de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen en transportroutes voor gevaarlijke stoffen (ondergronds en bovengronds). Door het plangebied lopen twee routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, namelijke de N33 en de N34. Langs de transportroutes zijn geen kwetsbare objecten (woningen) binnen de PR contouren aanwezig. Het GR is zeer laag, danwel niet aanwezig. De transportroutes vormen dan ook geen belemmering voor de risicogevoelige functies in het verordeningsgebied. Naast de routes voor gevaarlijke stoffen lopen er door het verordeningsgebied ook diverse gasleidingen. Een aantal van deze gasleidingen is al in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen opgenomen. Echter, een aantal van de gasleidingen is niet voorzien van een regeling. Voor deze leidingen wordt daarom in de verordening een beschermende regeling opgenomen. Tot slot liggen er enkele tankstations in het verordeningsgebied. Bij deze tankstations wordt LPG verkocht. Voor al deze LPG-tankstations is geconstateerd dat de verordening conserverend van aard is en de oprichting van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen de PR contouren van de LPG-stations niet toelaat. De LPG-tankstations in en nabij het verordeningsgebied vormen dan ook geen belemmering voor de in de nabijheid daarvan aanwezige risicogevoelige functies. Tot slot komen er nog enkele gevaarzettende inrichtingen voor. Het gaat hier onder meer om diverse campings waar sprake is van opslag van bijvoorbeeld propaan. Voor de gevallen waar de PR-contour buiten de inrichting ligt, is een aanvullende regeling opgenomen Luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit is een deel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder meer geen belemmering voor een ruimtelijke ontwikkeling wanneer sprake is van (1) een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of (2) wanneer een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit levert in de huidige situatie van het verordeningsgebied geen negatieve effecten op. Deze beheersverordening laat geen nieuwe ontwikkelingen toe die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren. Luchtkwaliteit geeft geen uitgangspunten voor deze verordening.

14 blz Bodem Voor het aspect bodem is onder meer de Wet bodembeheer van toepassing. Vooral bij nieuwe (woningbouw)ontwikkelingen moet aangetoond worden dat woningen op een bodem van voldoende kwaliteit worden gebouwd. Door het langdurige gebruik van het verordeningsgebied als landbouw- en natuurgebied is enige verontreiniging van de bodem uit te sluiten. Nieuwe gevoelige functies (waaronder (bedrijfs)woningen) worden in het verordeningsgebied echter niet toegestaan. Belemmeringen worden voor de bestaande situatie niet verwacht en een bodemonderzoek is voor deze beheersverordening niet nodig Water Het verordeningsgebied valt onder het beheer van het waterschap Hunze en Aa's. Dat waterschap zorgt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en beheert de grotere boezemwateren en sloten, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het verordeningsgebied. Met deze beheersverordening wordt de bestaande situatie vastgelegd. Andere ontwikkelingen dan mogelijk gemaakt in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen worden niet voorzien. In het gebied zijn geen ontwikkelingen voorzien die invloed kunnen hebben op het watersysteem Archeologie en cultuurhistorie In wet- en regelgeving, onder andere de Monumentenwet, is aangegeven dat rekening gehouden moet worden met bestaande archeologische en cultuurhistorische waarden. Archeologie Door de gemeente Aa en Hunze is een eigen archeologische beleids- en advieskaart vastgesteld. Voor de gehele gemeente zijn de archeologische verwachtingswaarden geïnventariseerd. De archeologische waarden zijn in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen onvoldoende geborgd of de verschillende archeologische verwachtingswaarden zijn in de afgelopen tijd aangescherpt of gewijzigd. Er is daarom voor gekozen om de archeologische beleids- en advieskaart in de beheersverordening op te nemen. Afhankelijk van het gebied en de ingreep, kan een archeologisch onderzoek geëist worden. Er is onderscheid gemaakt in de diverse gebieden op basis van de archeologische verwachtingswaarden. De beleids- en advieskaart is als Bijlage 9 bij de regels opgenomen. Cultuurhistorie In het verordeningsgebied komen diverse (gebouwde) rijks- en gemeentelijke monumenten voor. Rijksmonumenten zijn beschermd via de Monumentenwet en behoeven geen aanvullende regeling in de beheersverordening. De gemeente heeft voor de gemeentelijke monumenten (nog) geen beleid vastgesteld.

15 blz Een specifieke regeling in de beheersverordening is niet nodig. Bovendien gaat de beheersverordening uit van het behoud van de bestaande situatie van de bebouwing en maakt het alleen ontwikkelingen mogelijk wanneer deze in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen waren opgenomen. Wanneer wijzigingen aan hoofdvorm en/of gevel plaatsvinden is een toetsing van de omgevingsvergunningaanvraag aan de verordening nodig Ecologie Het verordeningsgebied is getoetst aan de ecologische aspecten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming (Natuurbeschermingswet) en soortenbescherming (Flora- en faunawet). Gebiedsbescherming In het verordeningsgebied liggen delen van het Natura 2000-gebied "Drentsche Aa-gebied". Deze gebieden maken ook deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Naast het Drentsche Aa-gebied, komen binnen het plangebied ook nog gebieden voor die aangewezen zijn als EHS. Dit is bijvoorbeeld een groot deel van het beekdal van de Hunze. De effecten van mogelijk gemaakte ontwikkelingen op deze natuurgebieden zijn in het kader van de (voorheen) geldende bestemmingsplannen in beeld gebracht. Buiten de regelingen daarvan om, maakt deze verordening geen extra ontwikkelingen mogelijk. De bestaande situatie in het verordeningsgebied wijzigt niet. Een nader onderzoek naar beschermde gebieden is bij deze beheersverordening niet nodig. Wel is het gebied dat behoort tot de EHS in de verordening nader aangeduid. Deze gebieden zijn namelijk in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen niet beschermd. Soortenbescherming Het verordeningsgebied biedt mogelijk verblijfs-, doorvlieg- en foerageergebied voor beschermde soorten. Bijvoorbeeld voor vleermuizen, door de aanwezigheid van de (oudere bakstenen) gebouwen en het groen. Echter, de bestaande situatie in het verordeningsgebied verandert verder niet, waardoor mogelijke verblijfs-, doorvlieg en foerageergebied van beschermde soorten niet aangetast wordt. Een nader onderzoek naar beschermde soorten is bij deze verordening niet nodig Kabels en leidingen In het verordeningsgebied komen divere kabels en leidingen voor. Deze zijn in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen, al grotendeels voorzien van een beschermende regeling. Daar waar kabels en leidingen in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen niet voorzien zijn van een beschermde regeling, is dit in de verordening wel gedaan. Zoals eerder aangegeven is dit het geval bij enkele gasleidingen (zie ook 3.2.3)

16 blz 13 Hoofdstuk 4 Juridische toelichting 4.1 Inleiding In de beheersverordening is de bestaande situatie vastgelegd door middel van een verordeningsgebied. De bestaande situatie is weergegeven in de bijlagen 1 tot en met 8. Deze bijlagen vormen de basis voor de gebruiks- en de bouwregels. Onder de feitelijke bestaande situatie worden het bestaande gebruik en de bestaande bouwwerken verstaan: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van deze beheersverordening; bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze beheersverordening aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden volgens een (al verleende) omgevingsvergunning voor het bouwen. In deze beheersverordening zijn de bestaande functies en bebouwing geregeld, door middel van gebruik- en bouwregels. Deze regelen de functies die beschreven zijn in hoofdstuk Hoofdstuk 2 en het gebruik en de bebouwing die is opgenomen in de bijlagen. De regeling is in enkele gevallen aangevuld met regelingen uit het bestemmingsplan zoals die tot vaststelling van deze verordening geldt Bouw- en gebruiksregels De bouw- en gebruiksregels geven aan wat er gebouwd mag worden en hoe gronden en bouwwerken gebruikt mogen worden. De basis hiervoor is de regeling uit de (voorheen) geldende bestemmingsplannen. Omdat de terminologie van die bestemmingsplannen anders is dan in de huidige wetgeving, staat in de bouw- en gebruiksregels ook hoe deze gelezen moeten worden. Een voorbeeld is dat vrijstelling en ontheffing nu gelezen moeten worden als 'omgevingsvergunning voor afwijking van de beheersverordening' Specifieke regels Specifieke regels kunnen opgenomen worden voor aspecten die in de bestaande situatie wel aanwezig zijn en invloed hebben op de omgeving, maar nog niet in de (voorheen) geldende bestemmingsplannen geregeld zijn. Voorbeelden van dergelijke aspecten zijn riool- en waterleidingen, archeologisch waardevolle gebieden en veiligheidszones rond inrichtingen waarbij gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Een regeling voor deze aspecten is meestal vanuit wetgeving, regelgeving en beleid vereist. De regeling is daarbij gericht op het behoud en de bescherming van de bestaande situatie en de voorkoming van een vergroting van het risico. De regels gelden bovendien als toetsingskader wanneer een omgevingsvergunning voor een perceelsgebonden ontwikkeling gewenst is. Bij de regels zijn hiervoor toetsingscriteria opgenomen waaraan voldaan moet worden voordat een vergunning verleend kan worden.

17 blz In deze verordening is sprake van een aanvullende regeling voor archeologische verwachtingswaarden. De regels hiervoor zijn aanvullend op de eerder genoemde gebruiks- en bouwregels. De regels bepalen dat een archeologisch onderzoek nodig is op het moment dat een ontwikkeling een bepaalde oppervlakte heeft. Op basis van de archeologische verwachtingswaarden gelden er verschillende oppervlakten. Het doel van de regeling is eventuele archeologische waarden in beeld te brengen en waar mogelijk en nodig te beschermen. Ecologische hoofdstructuur is ook aanwezig in het verordeningsgebied. Deze krijgt een eigen regeling waarbij een onderzoeksplicht (ecologische quickscan) verplicht is bij de verlening van een omgevingsvergunning voor bijvoorbeeld werkzaamheden en bouwen. Dit vanwege het "nee, tenzij" beleid dat geldt vanuit de provinciale verordening. 4.2 Werkinstructie Deze beheersverordening regelt in principe dat de in het laatste bestemmingsplan geldende regelingen van kracht blijven totdat er een nieuw bestemmingsplan is vastgesteld. Bij aanvragen voor omgevingsvergunning betekent dit concreet dat de bijlagen bij de verordening gehanteerd kunnen worden als toetsingskader. In deze bijlagen is de regeling van het eerdere bestemmingsplan integraal overgenomen, voor zover gelegen in het verordeningsgebied. Door deze systematiek blijft het toetsingskader voor aanvragen omgevingsvergunning in principe gelijk aan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening. Wel moet erop worden gelet dat nadere eisen, uitwerkingsbevoegdheden en wijzigingsbevoegdheden die in de bijlagen voorkomen, niet kunnen worden toegepast. Dit zijn bevoegdheden die ontwikkelingen mogelijk maken, die niet onder het regime van een beheersverordening mogen vallen. Hetzelfde geldt voor het overgangsrecht en de strafbepaling die niet relevant meer zijn, nu er een beheersverordening geldt. In artikel 3 lid b van deze verordening zijn deze bevoegdheden buiten toepassing verklaard. De regels in de bijlage bij deze verordening voorzien in de bedrijfsbestemmingen niet expliciet in het weren van risicovolle inrichtingen (Bevi) en vuurwerkbedrijven (Vuurwerkbesluit). In het verordeningsgebied dient echter uitgesloten te zijn dat deze bedrijven zich mogen vestigen. Het uitsluiten van nieuwvestiging van deze bedrijven is geborgd in artikel 3 lid c. De in de bijlage opgenomen vrijstellingsbevoegdheden en aanlegvergunningen, kunnen, net als nu al gebeurt op grond van overgangsrecht in de wetgeving, worden beschouwd als respectievelijk afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk.

18 blz 15 Op het moment dat er sprake is van een situatie waarbij bouw of gebruik niet in overeenstemming is met de in de bijlage opgenomen regeling, kan worden getoetst aan de planologische maatregel die hiervoor genomen is, zoals een verleende vrijstelling, ontheffing of afwijking. Binnen de kaders van die verleende vergunning kan een nieuwe aanvraag worden getoetst. In artikel 3 lid e is dit geborgd. Het mag vanzelf spreken dat illegale bouwwerken of illegaal gebruik niet gelegaliseerd worden onder het regime van de beheersverordening. Doordat het laatste bestemmingsplan wordt vervangen door de beheersverordening met dezelfde regeling c.q bestemmingen, verandert er voor de aanvrager c.q. burger in principe niets. Een aanvraag voor omgevingsvergunning wordt getoetst aan de bijlagen in de beheersverordening. Een voordeel ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan is dat de regeling in de beheersverordening op internet raadpleegbaar is op RO-online ( Per bestemmingsplan is een digitaal besluitsubvlak aangegeven, zodat duidelijk is welk bestemmingsplan waar van toepassing is. De bijlagen (voorschriften en plankaarten) die als toetsingskader worden gebruikt zijn daar in pdf-formaat beschikbaar. Voor de burger en voor bedrijven en instanties die over planologische informatie willen beschikken, betekent dit dat de regels makkelijker raadpleegbaar en beter toegankelijker zijn dan tot voorheen het geval was. 4.3 Procedure De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. Evenmin kent de wet een verplichting voor het bieden van inspraak. De gemeente Aa en Hunze houdt geen inspraak voor deze verordening, omdat dit voor de ten grondslag liggende bestemmingsplannen al uitgebreid is gedaan. Bovendien worden in een later stadium nieuwe bestemmingsplannen voor dit grondgebied vastgesteld. Deze beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk buiten de (voorheen) geldende regelingen om. De beheersverordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Hierop zijn hoofdstuk 3a van de Wro en hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Ook moet een beheersverordening op grond van artikel 139 Gemeentewet bekend worden gemaakt, omdat de Wro voor de beheersverordening geen van de Gemeentewet afwijkende bepalingen bevat en de beheersverordening onmiskenbaar een gemeentelijke verordening is. Tegen het vaststellingsbesluit van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.

19 blz Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid De veranderingen die de beheersverordening mogelijk maakt zijn perceelsgebonden van aard en kleinschalig van karakter. Deze zijn ruimtelijke ondergeschikt. De beheersverordening voorziet niet in ingrijpende veranderingen waarbij particuliere belangen geschaad zouden kunnen worden. De situatie uit de geldende bestemmingsplannen wordt grotendeels voortgezet. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd. 5.2 Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijke regeling wordt bepaald door de financiële haalbaarheid van daarin mogelijk gemaakte ontwikkelingen en de grondexploitatie. Bij de mogelijk gemaakte ontwikkelingen gaat het vooral om perceelsgebonden ontwikkelingen. Deze vinden over het algemeen plaats op het moment dat een initiatiefnemer hiervoor geld beschikbaar heeft. Daarmee is in de meeste gevallen de financiële haalbaarheid van een ontwikkeling aangetoond. Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. De vaststelling van een exploitatieplan is bij een beheersverordening niet nodig. De Wet ruimtelijke ordening geeft namelijk aan dat een exploitatieplan alleen van toepassing is bij een bestemmingsplan, een wijzigingsplan en een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening.

20 blz 17

21

22 blz 1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 verordening de beheersverordening Buitengebied van de gemeente Aa en Hunze 1.2 verordeningsgebied het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1680.buibv-VB01 met bijbehorende bestanden 1.3 archeologisch onderzoek: het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, en/of aan de hand van veldonderzoek; 1.4 archeologische verwachting: het vermoeden over het voorkomen van archeologische waarden in een gebied; 1.5 archeologische waarden: waarden die aan een terrein en/of gebied zijn toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden; 1.6 beperkt kwetsbaar object een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1.7 bestaand a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken dat aanwezig is op het tijdstip van de vaststelling van de verordening of zoals dat kan worden gebruikt krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het gebruik, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan; b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening aanwezig zijn of nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan; c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; d. bestaande bouwhoogte: bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

23 blz bouwvoor: de bovenste, veel bewerkte en vaak met humeus materiaal verrijkte laag van de grond; 1.9 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond 1.10 geluidsgevoelige objecten gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder 1.11 kampeermiddel een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf 1.12 kwetsbaar object een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden 1.13 normaal agrarisch gebruik: het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor het agrarisch gebruik van de gronden, waartoe in ieder geval wordt gerekend grondbewerkingen tot een diepte van 30 cm onder maaiveld en niet bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van de verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; 1.14 normaal onderhoud: het onderhoud dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren peil a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. in andere gevallen: 1. de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld; c. indien in, op of over het water wordt gebouwd: 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil) 1.16 permanente bewoning de bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf

24 blz recreatiewoning een gebouw, geen woonkeet en geen caravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een persoon, een gezin of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond. Onder recreatiewoning wordt tevens een chalet begrepen 1.18 risicovolle inrichting een inrichting, waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten 1.19 vuurwerkbedrijf een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen

25 blz Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.2 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.5 de afstand tot de perceelgrens: vanaf de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens.

26 blz 5 Hoofdstuk 2 BOUW- EN GEBRUIKSREGELS Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels In het verordeningsgebied gelden de volgende regels: a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt, ter plaatse van het besluitsubvlak: 1. 'Buitengebied Anloo': de regeling zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften en de daarbij behorende kaart zoals opgenomen in bijlage 2 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Plankaart - met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d; 2. 'Buitengebied Gasselte': de regeling zoals opgenomen in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften en de daarbij behorende kaart zoals opgenomen in bijlage 4 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Plankaart - met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d; 3. 'Buitengebied Gieten': de regeling zoals opgenomen in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en de daarbij behorende kaart zoals opgenomen in bijlage 6 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Plankaart - met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d; 4. 'Buitengebied Rolde': de regeling zoals opgenomen in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften en de daarbij behorende kaart zoals opgenomen in bijlage 8 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Plankaart - met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d; 5. in aanvulling op het bepaalde onder 1 tot en met 4 maken de op basis van deze bestemmingsplannen vastgestelde uitwerkings- en wijzigingsplannen ook onderdeel uit van deze bestemmingsplannen; b. in afwijking van het bepaalde in lid a, voorzover het betreft in de artikelen van de bijlagen bij deze regels genoemde leden of artikelen waarin nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, uitwerkingsplichten, strafbepalingen, overgangsrecht en slotbepalingen zijn opgenomen, zijn deze niet van toepassing; c. in afwijking van het bepaalde in lid a, zijn uitsluitend bestaande risicovolle en vuurwerkbedrijven toegestaan; d. in afwijking van het bestaande in lid a, mag de afstand tussen geluidsgevoelige objecten en zoneplichtige wegen niet worden verkleind; e. in afwijking van het bestaande in lid a is niet van toepassing op het bestaande gebruik van recreatiewoningen en kampeermiddelen ten behoeve van parmanente bewoning. De gronden in het verordeningsgebied mogen niet worden gebruikt voor permanente bewoning, uitsluitend voor recreatieve bewoning. f. in aanvulling op het bepaalde in lid a geldt, voor zover het bestaande gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 3 lid a is geregeld, het volgende:

27 blz de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; 2. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie; g. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'aanlegvergunning of aanlegvergunningen' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'; h. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'vrijstelling verlenen' staat wordt gelezen: 'afwijken'; i. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'vrijstelling' staat wordt gelezen: 'afwijking'.

28 blz 7 Artikel 4 Archeologie Ter plaatse van het besluitvlak 'Archeologie' gelden de volgende regels en de daarbij behorende kaart zoals opgenomen in bijlage 9 Beleidsadvieskaart Archeologie. 4.1 Archeologie Omschrijving De voor 'Archeologie 2' aangewezend gronden, AMK- terreinen, overige terreinen: celtic fields en offervennen, met uitzondering van de AMK-terreinen die vallen onder de benaming 'historische kernen', zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden Bouwregels Aanvullend op de bouwregels genoemd in artikel 3 gelden de volgende bouwregels Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken, met uitzondering van bouwwerken waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bouwvoor, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd Voorschriften omgevingsvergunning Indien uit het in lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve: indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;

29 blz voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden met een Agrarische bestemming zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften, in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften, in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften; voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen; 4. het aanbrengen van drainage; 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 6. het grootschalig dan wel langdurig verlagen van het grondwaterpeil; 7. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die: 1. het normale onderhoud betreffen; 2. het normale agrarische gebruik betreffen; 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c. De in sub b genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. d. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. e. Alvorens de omgevingvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. f. Indien uit het in sub c genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften

30 blz 9 worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen. 4.2 Archeologie Omschrijving De voor 'Archeologie 3' aangewezen gronden, terreinen van hoge archeologische waarde, zijnde: historische kernen en verwachtingszones met hoge verwachting: aanwezigheid vindplaats, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden Algemene regel Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid sub b genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid en sub d Bouwregels Aanvullend op de bouwregels genoemd in artikel 3 gelden de volgende bouwregels Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken, met uitzondering van: a. bouwwerken waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bouwvoor; b. bouwwerken waarbij ten behoeve van de activiteit bouwen de bodem over een oppervlakte van minder dan 100 m² wordt geroerd; moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.

31 blz Voorschriften omgevingsvergunning Indien uit het in lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve: indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden met een Agrarische bestemming zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften, in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften, in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften; voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen; 4. het aanbrengen van drainage; 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 6. het grootschalig dan wel langdurig verlagen van het grondwaterpeil; 7. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 100 m² wordt geroerd; 2. die het normale onderhoud betreffen; 3. die het normale agrarische gebruik betreffen; 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van

32 blz 11 dit plan. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub a moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. d. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. e. Alvorens de omgevingvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. f. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen. 4.3 Archeologie Omschrijving De voor 'Archeologie 4' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting: natuurlijke laagten o.a. pingo's, dekzandkop in beekdal, aanwezigheid voorden of historisch element, bufferzone rond AMK terrein, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de gronden met een archeologische verwachtingswaarde Bouwregels Aanvullend op de bouwregels genoemd in artikel 3 gelden de volgende bouwregels.

33 blz Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken, met uitzondering van bouwwerken waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bouwvoor, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd Voorschriften omgevingsvergunning Indien uit het in lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve: indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden met een Agrarische bestemming zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften, in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften, in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften; voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; het aanbrengen van drainage; 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen; 4. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of

34 blz 13 telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 5. het grootschalig dan wel langdurig verlagen van het grondwaterpeil; 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas. b. Het bepaalde in aub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: 1. die het normale onderhoud betreffen; 2. het normale agrarische gebruik betreffen; 3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. d. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. e. Alvorens de omgevingvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. f. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen. 4.4 Archeologie Omschrijving De voor 'Archeologie 5' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting: beekdal, hoge verwachting algemeen, waardevolle essen, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden en de bescherming van waardevolle essen.

35 blz Algemene regel Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid sub c genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid en sub d Bouwregels Aanvullend op de bouwregels genoemd in artikel 3 gelden de volgende bouwregels Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken, met uitzondering van: a. bouwwerken waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bouwvoor; b. bouwwerken waarbij ten behoeve van de activiteit bouwen de bodem over een oppervlakte van minder dan 500 m² wordt geroerd; moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd Voorschriften omgevingsvergunning Indien uit het in lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve: indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;

36 blz 15 voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden met een Agrarische bestemming zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften, in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften, in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften; voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; het aanbrengen van drainage, waarbij deze uitzondering niet geldt voor essen; 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; 3. het aanbrengen van drainage op essen; 4. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen; 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 6. het grootschalig dan wel langdurig verlagen van het grondwaterpeil; 7. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 500 m² wordt geroerd, waarbij in geval van aanleggen van drainage het niet gaat om de direct te verstoren m² maar om de oppervlakte van het te draineren gebied; 2. die het normale onderhoud betreffen; 3. die het normale agrarische gebruik betreffen; 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. d. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. e. Alvorens de omgevingvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders

37 blz bij de vergunning te stellen kwalificaties. f. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen. 4.5 Archeologie Omschrijving De voor 'Archeologie 6' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting op aanwezigheid celtic fields, en voor verwachtingszones met middelhoge verwachting: beekdal, middelhoge verwachting algemeen, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden Algemene regel Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid sub c genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid en sub d Bouwregels Aanvullend op de bouwregels genoemd in artikel 3 gelden de volgende bouwregels Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken, met uitzondering van: a. bouwwerken waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bouwvoor; b. bouwwerken waarbij ten behoeve van de activiteit bouwen de bodem over een oppervlakte van minder dan m² wordt geroerd; moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en

38 blz in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd Voorschriften omgevingsvergunning Indien uit het in lid genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; c. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve: indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor; voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden met een Agrarische bestemming zoals opgenomen in bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften, in bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften, in bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften en in bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften; voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor; het aanbrengen van drainage; 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen; 4. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 5. het grootschalig dan wel langdurig verlagen van het grondwaterpeil; 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 1000 m² wordt geroerd;

39 blz die het normale onderhoud betreffen; 3. die het normale agrarische gebruik betreffen; 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. d. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin: 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. e. Alvorens de omgevingvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. f. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

40 blz 19 Artikel 5 Ecologische Hoofdstructuur Ter plaatse van het besluitvlak 'Ecologische Hoofdstructuur' gelden de volgende regels. 5.1 Bouwregels Er mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de functie, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen en dat de regels, opgenomen in artikel 3 onverminderd van toepassing zijn, tenzij dit strijdig is met de belangen van Ecologische Hoofdstructuur. 5.2 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; c. het omzetten van gras- en/of schraalland ten behoeve van een ander agrarisch gebruik; d. het ploegen en frezen van gronden; e. het gebruik van gebouwen ten behoeve van bewoning; f. het gebruik van de stranden als parkeerterrein ten behoeve van het gebruik van de strandpaviljoens; g. de opslag van goederen ten behoeve van de strandpaviljoens buiten de gebouwen; h. het nalaten en/of het plegen van onderhoud en ingrepen, die de veiligheid van de zeekering in gevaar brengen; i. het gebruik van de gronden voor exploratieboringen en/of seismologisch onderzoek. 5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het ontgronden, af- en/of vergraven, egaliseren en/of ophogen van gronden; b. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties; c. het dempen, graven, verdiepen en/of verbreden van plassen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen; d. het aanleggen, verharden en/of verbreden van wegen en paden; e. het aanbrengen van drainage; f. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik; g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.

41 blz Uitzondering Het bepaalde in lid is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud en/of het normale natuurbeheer betreffen; b. passen binnen een beheersplan ex artikel 19a en/of artikel 19b van de Natuurbeschermingswet Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke waarden.

42 blz 21 Artikel 6 Veiligheidszone Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Veiligheidszone' gelden de volgende regels. 6.1 Bouwregels In afwijking van het bepaalde in artikel 3 mogen ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd. 6.2 Afwijken van de bouwregels Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits: hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen. 6.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met het bepaalde in dit artikel, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object. 6.4 Afwijken van de gebruiksregels Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.3 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbaar object, mits: hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

43 blz Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 7 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

44 blz 23 Artikel 8 Overgangsrecht bouwen a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

45 blz Artikel 9 Persoonsgebonden overgangsrecht In afwijking van het bepaalde in artikel 7 onder a mag door de huidige bewoners van de recreatiewoningen, zoals opgenomen in bijlage 10, het bestaande gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning uitsluitend worden voortgezet, indien de recreatiewoningen ten behoeve van die bewoning vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening niet zijn vervreemd, door erfopvolging zijn verkregen, zijn verhuurd c.q. op andere wijze in gebruik zijn gegeven, met het oogmerk aan een ander het betreffende gebruik te verschaffen.

46 blz 25 Artikel 10 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.

47 blz Artikel 11 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: beheersverordening Buitengebied behorend bij het besluit van 26 juni 2013.

48 Bijlagen

49 Bijlage 1 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Voorschriften

50 Bijlage 2 Bestemmingsplan Buitengebied Anloo - Plankaart

51 Bijlage 3 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Voorschriften

52 Bijlage 4 Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte - Plankaart

53 Bijlage 5 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Voorschriften

54 Bijlage 6 Bestemmingsplan Buitengebied Gieten - Plankaart

55 Bijlage 7 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Voorschriften

56 Bijlage 8 Bestemmingsplan Buitengebied Rolde - Plankaart

57 Bijlage 9 Beleidsadvieskaart Archeologie

58

T oelichting. Waarom een beheersverordening Waaruit bestaat deze beheersverordening Wat regelt deze beheersverordening Hoe werkt de verordening

T oelichting. Waarom een beheersverordening Waaruit bestaat deze beheersverordening Wat regelt deze beheersverordening Hoe werkt de verordening Strandweg Nes Inhoudsopgave T oelichting 3 Hoofdstuk 1 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Aanleiding Waarom een beheersverordening Waaruit bestaat deze beheersverordening Wat regelt deze beheersverordening Hoe

Nadere informatie

GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN REGELS

GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN REGELS GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN REGELS Status: Vastgesteld Datum: 26 mei 2015 blz 2 142107 Inhoudsopgave REGELS 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN TOELICHTING

GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN TOELICHTING GEMEENTE HAREN BEHEERSVERORDENING BEDRIJVENPARK NESCIOLAAN TOELICHTING Status: Vastgesteld Datum: 26 mei 2015 blz 2 Inhoudsopgave TOELICHTING 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 De beheersverordening 1.2 Ligging

Nadere informatie

Regels 31. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 33. Artikel 1 Begripsbepalingen 33. Hoofdstuk 2 Bouw- en gebruiksregels 35

Regels 31. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 33. Artikel 1 Begripsbepalingen 33. Hoofdstuk 2 Bouw- en gebruiksregels 35 5 Regels 31 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 33 Artikel 1 Begripsbepalingen 33 Hoofdstuk 2 Bouw- en gebruiksregels 35 Artikel 2 Algemene bouw- en gebruiksregels 35 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 37

Nadere informatie

Purmerweg 35/35a

Purmerweg 35/35a Purmerweg 35/35a - 2013 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVPURMERWEG352013-va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE

PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE status: vastgesteld datum: 17 oktober 2014 IDN: NL.IMRO.1708.BVOWpBelterwiede-VA01 werknr.: 012-RT-02 gemeente Steenwijkerland 2 OD205 SL stedenbouw

Nadere informatie

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS Bestemmingsplan Voetgangersverbinding Castricum Limmen REGELS Inhoudsopgave Artikel 1. BEGRIPPEN...3 Artikel 2. WIJZE VAN METEN...4 Artikel 3. VERKEER VERKEER EN VERBLIJF...5 Artikel 4. GROEN...5 Artikel

Nadere informatie

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Marne. Nr. 17448 27 februari 2015 Beheersverordening "Grote kernen" Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regels wordt verstaan

Nadere informatie

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 BESTEMMINGSPLAN Datum: Fase: Planid: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 Inhoudsopgave Toelichting 2 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels bestemmingsplan 3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 3e herziening

Nadere informatie

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 2 van 13 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Besluitvlakregels 8 Artikel 3 Gemengd 8

Nadere informatie

VRIJETIJDSBOULEVARD RODEN

VRIJETIJDSBOULEVARD RODEN Beheersverordening VRIJETIJDSBOULEVARD RODEN A15.03043 A15.03043 TOELICHTING Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dienen bestemmingsplannen binnen 10 jaar

Nadere informatie

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Regels wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Planstatus: vastgesteld Datum: 2010-11-23 Plan identificatie: NL.IMRO.0638.BPDorpskernWY001-VAS1 Auteur: Zoeterwoude 1 Inleidende regels...4 Artikel 1 Begrippen...4

Nadere informatie

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Westsingel. Datum 22 juni 2009 Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. Eric Verhagen, gemeente Venray Projectnummer NL.IMRO.0984.BP09005-on01 Projectkenmerk BRO 211x03263 Datum 22 juni 2009 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Nadere informatie

Oranjestraat 1 en

Oranjestraat 1 en Oranjestraat 1 en 7-2012 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVORANJESTR0107.va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen regels behorende bij het bestemmingsplan Gemeente: Wijk bij Duurstede Plan status: vastgesteld Datum: september 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels Transformatorstation Vijfhuizen Regels 2 inpassingsplan Transformatorstation Vijfhuizen Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Regels 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening 10 Artikel 4 Maatschappelijk

Nadere informatie

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6 Artikel

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Bedrijf 7 Artikel 4 Leiding 8 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel

Nadere informatie

BEHEERSVERORDENING RECREATIEPARKEN OPMEER

BEHEERSVERORDENING RECREATIEPARKEN OPMEER BEHEERSVERORDENING RECREATIEPARKEN OPMEER Beheersverordening Recreatieparken Opmeer Code 1115103 / 20-12-12 GEMEENTE OPMEER 1115103 / 20-12-12 BEHEERSVERORDENING RECREATIEPARKEN OPMEER INHOUDSOPGAVE blz

Nadere informatie

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Gemeente Wieringermeer projectnr. 194453.08 revisie 05 27 mei 2010 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus 205 2050 AE Overveen datum vrijgave

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 195.00.03.52.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g

Nadere informatie

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 7 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Bedrijf - Windturbine 9 3 Algemene regels 11 Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling 11

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat 2 bestemmingsplan Groene Scheg- Oldenzaalsestraat (vastgesteld) Inhoudsopgave Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7 Regels Inhoud Blz. Hoofdstuk I Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk II Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Verkeer 4 Hoofdstuk III Algemene regels 5 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

1 van 4 25 4 2012 13:15

1 van 4 25 4 2012 13:15 1 van 4 25 4 2012 13:15 HOOFDSTUK INLEIDENDE REGELS 1 In deze regels wordt verstaan onder: 1 Begrippen 1 Plan: het bestemmingsplan 'Mijnbouwlocatie Rodewolt' van de gemeente Winsum. 2 Bestemmingsplan:

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN Identificatienummer NL.IMRO.1690.BP00370-0301

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel

Nadere informatie

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t. 300.00.00.29.00.rgl

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t. 300.00.00.29.00.rgl B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t w a t er b er g i n g K o r t e B e l k m er w eg te t Z a n d 300.00.00.29.00.rgl I n h o u d s o p g a

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg Bijlage 1 Wegverkeerslawaai 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 1 124.14734.00 Adviesbureau RBOI Bijlage 2 Brieven overlegreacties 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 2 124.14734.00 Adviesbureau

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug - 1 - INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Leiding - Gas 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 7 Artikel 4

Nadere informatie

Bedrijvenpark Zuid Groningen, Geluidszonering

Bedrijvenpark Zuid Groningen, Geluidszonering Bedrijvenpark Zuid Groningen, Geluidszonering blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Hoofdstuk 2 Algemene regels 6 Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGEN... 6 Artikel 3 Wonen... 6 3.1 Bestemmingsomschrijving... 6 3.2 Bouwregels...

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 december 2012 Pagina: 1 van 5 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Bijgebouw/Bijbehorend bouwwerk 3 2. Definities 3 2.1 Begrippen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels 3

Inhoudsopgave. Regels 3 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Agrarisch met waarden 9 Artikel 4 Natuur 11 Artikel 5

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Herziening bestemmingsplan Buitengebied Someren 5 Artikel 4 Herziening

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018 Bedrijventerrein Fase 5 vastgesteld Projectnr. 431037 Revisie 01 Datum 29 januari 2018 Inhoudsopgave Regels Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7 Artikel 1 Begrippen 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Voorschriften aan projectbesluit Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg" - 1 - HOOFDSTUK 1 Begrippen Artikel 1 Begrippen 1.1 het projectbesluit de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 7 7 9 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel

Nadere informatie

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks. Hoevensestraat 14 Vught Wijzigingsplan Regels Opdrachtgever: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks Rapportnummer: 14.124_R_01 Datum vrijgave juli 2014 Opstellers: mr. Q.W.J. de Ruijter T.van Kuijk, MSc. Hoevensestraat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt INPASSINGSPLAN RANDSTAD 380 KV VERBINDING BE- VERWIJK - ZOETERMEER (BLEISWIJK) REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begrippen 1 Artikel 2: Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2.

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Bestemmingsplan Archeologie

Bestemmingsplan Archeologie Bestemmingsplan Archeologie 2 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 2 Waarde - Archeologie 1 6 Artikel 3 Waarde - Archeologie

Nadere informatie

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom GEMEENTE HILLEGOM REGELS onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom Hillegom, april 2010 INHOUDOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 4 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 253.20.51.00.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s 5 Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 10 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 095.00.07.10.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o fd s tu k 1 I n l ei d ende reg e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 H o o fd s tu k 2 B e s t emmings r eg e l s Artikel

Nadere informatie

2.1 de bebouwing op de verbeelding: de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustra-tief beschouwd;

2.1 de bebouwing op de verbeelding: de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustra-tief beschouwd; Artikel 1: Begripsbepalingen a. verordeningsgebied: het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0114.2011046-0701 met bijbehorende bestanden; b. bestaand gebruik:

Nadere informatie

Voormalige vliegbasis Twenthe Zones. Regels

Voormalige vliegbasis Twenthe Zones. Regels Voormalige vliegbasis Twenthe Zones Regels Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels 4 Artikel 2 Anti-dubbeltelregel 4 Artikel 3 Algemene aanduidingsregels

Nadere informatie

Regels. Kenmerk: R05

Regels. Kenmerk: R05 Regels Kenmerk: 1581-06-R05 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018

Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018 CVDR Officiële uitgave van Alphen aan den Rijn. Nr. CVDR612094_1 2 augustus 2018 Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018 De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn; Gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Balk - Verbindingsweg

Balk - Verbindingsweg Balk - Verbindingsweg blz 2 101805 Inhoudsopgave REGELS 3 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 4 Artikel 1: Begrippen 4 Artikel 2: Wijze van meten 6 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3: Agrarisch - Cultuurgrond

Nadere informatie

Regels planstatus vastgesteld referentie BP00003 / pagina 29 van 37

Regels planstatus vastgesteld referentie BP00003 / pagina 29 van 37 Regels pagina 29 van 37 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Parapluherziening Geluidzone Verheulsweide van de gemeente Doetinchem.

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Regels, behorende bij het bestemmingsplan "Grooterkamp" van de gemeente Lochem Wissing stedebouw en ruimtelijke

Nadere informatie

BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014

BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014 BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: concept Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVSWEELINCK2014-co01

Nadere informatie

Partiële herziening bestemmingsplan Grensmaas: geluidzone L Ortye. Gemeente Stein

Partiële herziening bestemmingsplan Grensmaas: geluidzone L Ortye. Gemeente Stein Partiële herziening bestemmingsplan Grensmaas: geluidzone L Ortye concept-voorontwerp voorontwerp ontwerp vastgesteld door de raad van Stein d.d. 7 juli 2011 Planregels - pagina 2 - Inhoudsopgave 1 Inleidende

Nadere informatie

Bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse

Bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse BEHEERSVERORDENING Bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse Opgesteld door: Stadsontwikkeling Ruimte & Wonen, bureau Bestemmingsplannen Vastgesteld d.d. Galvanistraat 15 Postbus 6575 3002 AN ROTTERDAM Inwerkingtreding

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Beheersverordening. gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet;

Beheersverordening. gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet; Beheersverordening Beheersverordening Klijndijk De raad van de gemeente Borger-Odoorn, gelezen het voorstel van het college van... (datum), nr...., inzake...; gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Horeca terras met tuin 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Nadere informatie

1.3 gevel bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.3 gevel bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak; Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Geluidszone industrie 2 Artikel 3 Anti-dubbeltelregel 3 Artikel 4 Overgangsrecht 4 Artikel 5 Slotregel 5 Centrale Verwerkingsinstallatie Raaieinde regels Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Voormalige Vliegbasis Twenthe - Zones. Status: Vastgesteld

Bestemmingsplan Voormalige Vliegbasis Twenthe - Zones. Status: Vastgesteld Bestemmingsplan Voormalige Vliegbasis Twenthe - Zones Status: Vastgesteld Voormalige vliegbasis Twenthe - Zones Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 4 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

BEHEERSVERORDENING HET GROOTSLAG PROEFPOLDER ANDIJK

BEHEERSVERORDENING HET GROOTSLAG PROEFPOLDER ANDIJK BEHEERSVERORDENING HET GROOTSLAG PROEFPOLDER ANDIJK BEHEERSVERORDENING HET GROOTSLAG PROEFPOLDER ANDIJK CODE 114123 24-04-2012 GEMEENTE MEDEMBLIK 114123 / 24-04-2012 BEHEERSVERORDENING HET GROOTSLAG PROEFPOLDER

Nadere informatie

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: Uitwerkingsplan Assenrade, fase 2 Gemeente Hattem Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: 120492 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Schakelbepaling 3 2 Bestemmingsbepalingen

Nadere informatie

TOELICHTING. Inhoudsopgave

TOELICHTING. Inhoudsopgave TOELICHTING Inhoudsopgave TOELICHTING 1 Hoofdstuk 1 Inleiding 2 1.1. Het wijzigingsplan 2 1.2. Ligging plangebied 2 1.3. Vigerend plan 4 1.4. Leeswijzer 4 Hoofdstuk 2 Beleid 5 Hoofdstuk 3 Beschrijving

Nadere informatie

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT 07-18-06 / 12-12-08 BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begrippen 1 Artikel 2: Wijze van meten 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein van

Nadere informatie

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) Voorschriften Artikel 3 Woondoeleinden (W) Artikel 7 Erven (E) Artikel 8 Tuinen (T) Artikel 5 Waarde Archeologie 1B Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) DOELEINDENOMSCHRIJVING 1. De gronden op de kaart aangewezen

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan 1e partiële herziening Veersedijk met identificatienummer NL.IMRO.0531.bp12Veersedijkph1-3001

Nadere informatie

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl R e g e l s 151.19.50.00.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o fd s tu k 1 I n l eiden d e regels Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 8 H o o fd s tu k 2 B es t e m m i n g s r eg e l s Artikel

Nadere informatie

De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr. 061/17 van 28 september 2017).

De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr. 061/17 van 28 september 2017). GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente De Ronde Venen Nr. 182457 19 oktober 2017 Beheersverordening Buitengebied De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke uitwerking van het bestemmingsplan 'Nieuwe Vesting', dat door de gemeenteraad van Bergen op Zoom is vastgesteld op 21 november

Nadere informatie

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied Woonwijken Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 7 1.2 Doel van de beheersverordening 7 1.3 Begrenzing van het plangebied 8 Hoofdstuk 2 Juridische

Nadere informatie

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Gemeente Amsterdam Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Ontwerp blz. 3 Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND 1311601.01 / 18 12 2014 BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 1. 1.

Nadere informatie

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting Van Spoorbrug tot Sluis Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS

bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS bestemmingsplan Bedrijventerrein Cuijk, rotonde Beversestraat - Van Galenweg REGELS regels INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Nadere informatie

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Wonen 7 7 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp Gemeente Goeree-Overflakkee Regels Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Planidentificatie: NL.IMRO.1924.ODPGroenedijk1-BP30 Inhoud 1 Inleidende

Nadere informatie

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen Inhoudsopgave regels 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels... 7

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels... 7 Regels INHOUDSOPGAVE 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 6 2 Bestemmingsregels... 7 Artikel 3 Bedrijventerrein... 7 Artikel 4 Waarde - Archeologie - 3... 9 3

Nadere informatie

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST REGELS van het bestemmingsplan Spoorwegonderdoorgang Den Dolder van de GEMEENTE ZEIST Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels Bestemmingsplan Regels Gemeente Deurne BESTEMMINGSPLAN Gemeente Deurne Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0762.BP201704-B001 Projectnummer : 044063 Profitmanagernr. Opdrachtgever Opsteller Status :

Nadere informatie

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f 1 HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het wijzigingsplan Zeedijk 5f met identificatienummer NL.IMRO.0505.WP173Zeedijk5f-3001 van de gemeente

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. de projectkaart de analoge en digitale voorstelling van de in het

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 2 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Inhoud Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Cultuur en ontspanning 7 Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 begrippen Artikel 2 wijze van meten HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels 6 Artikel

Nadere informatie

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer

vastgesteld wijzigingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding Gemeente Ommen Projectnummer Regels blad 31 van 44 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld, wijziging ex artikel 3.6 Wro, dagbesteding van de gemeente Ommen;

Nadere informatie

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Van Alewijkstraat Beerzerveld Van Alewijkstraat 32-34 Beerzerveld Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Centrum 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels Bestemmingsplan Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels Gemeente Giessenlanden Voorontwerp Datum: 2 februari 2016 Projectnummer: 140467 ID: NL.IMRO.0689.BP9101-von1 INHOUD REGELS 1 Inleidende

Nadere informatie