Energietransitiefonds (ETF) Oproep FAQ Veelgestelde vragen. Toepassingsgebied ETF. Klopt.

Transcriptie

1 Energietransitiefonds (ETF) Oproep FAQ Veelgestelde vragen Toepassingsgebied ETF 1. We veronderstellen dat een consortium van verschillende partners een project kan voorstellen. Kunt u dit bevestigen a.u.b.? Klopt. 2. Kunt u mij meedelen wanneer de projecten zullen kunnen starten (of anders uitgedrukt, vanaf welke datum zullen de uitgaven, met inachtneming van de regels, voor de steun in aanmerking kunnen komen)? Het Energietransitiefonds (ETF) beoogt innovatieve projecten te steunen teneinde via een brede energiemix te evolueren naar een duurzaam energiesysteem in de toekomst. Het niveau van technologische maturiteit van de projecten zal onder de huidige oproep tot voorstellen beoordeeld worden op grond van de stand van zaken in de periode tussen 22 augustus 2017 en 31 oktober Het ETF beoogt om de toekomstige innovatie en dus eventuele evolutie in technologische maturiteit van een bepaald type projecten te ondersteunen waarbij die evolutie zal worden beoordeeld ten opzicht van de stand van zaken op 31 oktober Hieruit volgt dat alle kosten die in het verleden werden gemaakt om tot de huidige stand van zaken te komen in principe niet in aanmerking komen voor ondersteuning aangezien deze enkel hebben geleid tot de huidige stand van zaken en kennelijk geen nood hadden aan publieke ondersteuning. Bovendien dienen de activiteiten van de betreffende projecten te worden verricht ter uitvoering van een daartoe gesloten contract met de AD Energie waarbij die laatste een periodieke opvolging en audit van de betreffende activiteiten moet kunnen verrichten hetgeen kennelijk onmogelijk is met

2 betrekking tot projecten / prestaties uit het verleden. In principe zullen dus enkel de kosten van weerhouden projecten voor steun in aanmerking kunnen komen voor zover die kosten in overeenstemming met de betreffende regelgeving, de oproep en het contract met de AD energie werden gemaakt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van het contract met de AD Energie en dus in ieder geval na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit waarin de steun werd toegekend (dat in principe uiterlijk op 31 oktober 2017 zal genomen worden). 3. Biobrandstoffen worden genoemd onder thematische as 1, maar enkel geavanceerde biobrandstoffen. In de tekst wordt ethanol uitgesloten, maar ik veronderstel dat dit betrekking heeft op ethanol op basis van voedsel. De Steelanol ethanol is door de EU als geavanceerde ethanol gecertificeerd. Kunt u bevestigen dat de Steelanol ethanol niet uitgesloten is? Hierbij bevestigen wij dat een project met betrekking tot ethanol uit Steelanol ethanol niet automatisch zou worden uitgesloten en dat Steelanol ethanol, zoals andere biobrandstoffen, het onderwerp zou kunnen zijn van een project dat in aanmerking zou kunnen komen voor steun onder de steunregeling 'Energietransitiefonds', mits aan alle criteria van de oproep tot het indienen van voorstellen wordt voldaan. 4. Wat is de gehanteerde definitie van KMO (de EU?) Overeenkomstig pagina 4 van de oproep tot voorstellen zijn de definities die zijn voorzien in de Verordening (EU) nr. 651/2014 van toepassing op deze oproep tot voorstellen. Bijgevolg wordt voor de definitie van KMO verwezen naar artikel 2, 2 van verordening nr. 651 /2014.

3 Budgettaire criteria 5. Welke budgetruimte zou mogelijk zijn voor een voorstel? Het totale budget bedraagt 15 miljoen euro; Is dat voor een enkel project? Kunnen we bijgevolg 15 Miljoen euro financiering aanvragen? De omvang van het benodigde budget (en dus ook van de benodigde steun) om een project te realiseren zal natuurlijk sterk afhangen van de aard van het betrokken project en van de doelstellingen en resultaten die beoogd worden. 15 miljoen euro is het totale budget dat in 2017 door de Belgische regering kan worden verleend onder de steunregeling 'Energietransitiefonds'. In theorie zou een kandidaat inderdaad voor 15 miljoen euro financiering kunnen aanvragen voor specifieke soorten projecten. Evenwel en zoals aangegeven in de rubrieken 4.2 tot en met 4.5 van de oproep tot het indienen van voorstellen, wordt de steun altijd verleend als een percentage van de in aanmerking komende kosten en deze steunintensiteit is beperkt tot specifieke maximumpercentages, afhankelijk van de aard van het project (zie artikelen 25 tot 28 van de Europese Verordening 651/2014). Daarnaast wordt ook verwezen naar de bedragen aan maximum steun, zoals onder andere beschreven onder punt 4.2, G van de oproep tot het indienen van voorstellen. Bovendien en in overeenstemming met de oproep tot het indienen van voorstellen, zal het project vooreerst moeten voldoen aan alle deelnemings- en budgettaire criteria om in aanmerking te komen, ten tweede moet ook aan de toewijzingscriteria worden voldaan en ten slotte is het de Ministerraad die een strategische beslissing neemt betreffende de (soort) projecten, die het best geschikt zijn om de voorgenomen doelstellingen van de steunregeling te realiseren.

4 Een kandidaat zou ook kunnen overwegen om zijn project te splitsen en voor elk van de volgende jaren, voor elk afzonderlijk stadium van zijn project, steun aan te vragen. 6. Moeten de documenten begroting / financieel plan / actieplan een verplichte template respecteren, of is de template vrij? Naast het kostenmodel waarvoor een template is voorzien als bijlage 3 van de oproep, is er inderdaad geen specifieke template voorzien voor de projectbegroting, het financieel plan, het actieplan en het innovatieprogramma. 7. We hebben een project met een economische activiteit. Normaal wordt de IRR op 10 jaar berekend, kan dit? Of moet die op 5 jaar berekend worden gezien de looptijd van het project. De return on investment (ROI) dient inderdaad te worden ingeschat voor de gehele uitvoering van het project waarvan de duurtijd krachtens de oproep weliswaar beperkt dient te zijn tot 5 jaar. Bijgevolg dient de ROI eveneens op 5 jaar te worden berekend. 8. Naar wie gaan de opbrengsten van de economische activiteit : enkel naar ons of overeenkomstig de subsidiering ook gedeeltelijk naar de FOD? De oproep voorziet niet dat de financiële opbrengsten van het project naar de FOD Economie gaan. 9. Mochten er inkomsten zijn, dan is een gescheiden boekhouding (cfr 4.3 a) ) voldoende? Met gescheiden boekhouding wordt bedoeld een aparte boekhouding voor economische en voor niet-economische activiteiten. 10. Hoe moeten uren verantwoord worden (loonstrook op jaarbasis (VTE), mensmaanden (maar welke berekeningsbasis?), Standaard uur tarief (maar welke berekeningsbasis)), zowel inzake budget als nadien betreffende inzet van medewerkers N" De brutoloonkost voor de organisatie herrekend in uren of dagen reëel gepresteerd (te presteren ingeval van budgetraming) voor het project, per betrokken medewerker (nominatief en te verantwoorden met loonstrook).

5 11. Voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, moeten de personeelskosten ten minste 60 % van de totale begroting bereiken. Wij begrijpen dat de berekening wordt gemaakt op het niveau van het consortium. Is dit correct? - Kunt u aangeven of de personeelskosten van de onderaannemers in aanmerking kunnen worden genomen voor de minimum van 60 %? - Indien het project een vlak onderzoek en een vlak ontwikkeling bevat, is de berekening van de 60 % gemaakt voor het gehele project of voor elke vlak afzonderlijk? 12. Indien de vereiste steun overschrijdt, moet het bedrijfsplan beoordeeld worden door een externe auditeur. Hebt U een definitie van een externe auditeur, en kunt U uitleggen wat de evaluatie bestaat uit? Die berekening wordt inderdaad gemaakt op grond van de door de begunstigde gerapporteerde en effectief gemaakte kosten. Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt tussen personeelskosten en de kost van onderaanneming. De oproep bevat immers specifieke regels voor personeel en voor onderaanneming. Zo mag maximaal 25 procent van het project worden uitbesteed via een onderaannemer. Van de totale kost van een onderzoeks- en ontwikkelingsproject dient inderdaad minimum 60% personeelskost uit te maken, de personeelskost van de onderaannemer kan hiervoor eveneens in rekening worden gebracht. De berekening wordt dus gemaakt op het totaal van het project (ongeacht aandeel onderzoek en aandeel ontwikkeling), op niveau van het consortium. Uiteraard kan niet worden afgeweken van het principe dat maximum 25 % van de kost aan een onderaannemer kan worden uitbesteed. In cijfers zou dit dus kunnen betekenen dat in een extreem geval een onderaanneming uitsluitend uit personeelskosten bestaat en 25% uitmaakt van de globale kost terwijl bij het saldo van 75% kosten 35% bestaat uit personeel en dus het project aan de voorwaarden voldoet. We bevestigen hierbij dat het voorstel een professionele beoordeling moet bevatten van de potentiële impact van het project, met name een evaluatie van de return on investment. Indien de vereiste steun euro overschrijdt, moet de beoordeling worden uitgevoerd door een externe auditor op kosten van de deelnemer (zie pg. 9, 21 en 24 van de oproep). De externe auditor dient lid te zijn van het Belgisch Instituut voor

6 Bedrijfsrevisoren. 13. We wensen een infrastructuur te laten installeren door 1 contractant die 95% van het project omvat. Deze bestaat op zijn beurt uit +/-85% goederen en 15% diensten. Op pagina 10 van de oproep staat dat taken en diensten door een onderaannemer max. 25% mogen omvatten. Met die 15% zitten we lager, tenzij de 85% goederen ook meegerekend worden? 14. Bijlage 3 stelt dat investeringskosten voor alle projecttypen mogelijk zijn. Ook voor Haalbaarheidsstudies? Wat zijn dan de voorwaarden? 15. Is artikel 4.5 niet in tegenspraak met 4.2, F? 4.5 van de oproep stelt dat een KMO max 50% steunintensiteit kan ontvangen, terwijl 4.2, E/F stelt dat er bonussen mogelijk zijn tot 70% voor KMO s. Of is 4.5 c) de uitweg (hoewel dit dan lijkt op de-minimis)? Krachtens de oproep kan inderdaad maximum 25 procent van het project worden uitbesteed aan een onderaannemer en dit ongeacht of die onderaannemer goederen en / of diensten levert. Bijgevolg is het niet toegestaan dat 95% van het project door een derde partij zou worden uitgevoerd. Mogelijks wordt deze maximumdrempel voor onderaanneming onder de volgende oproep tot voorstellen wel aangepast / opgetrokken. Oplossing hiervoor kan wel zijn dat het voorstel van project wordt ingediend door een consortium van entiteiten die voor de uitvoering van het project een joint-venture overeenkomst gesloten hebben of via een tijdelijke handelsvennootschap. Bijlage 3 stelt " bij haalbaarheidsstudies zijn de in aanmerking komende kosten de kosten van de studie". Investeringssteun aan onderzoeksinfrastructuur kan in aanmerking worden genomen voor zover ze voldoet aan de voorwaarden opgenomen in punt 4.3 van het lastenboek. Daarnaast kan ook investeringssteun voor innovatieclusters in aanmerking worden genomen voor zover ze voldoet aan de voorwaarden opgenomen in punt 4.4 van het lastenboek. Er wordt verwezen naar verordening 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

7 Indiening en vorm augustus is de deadline. Kan u even toelichten hoe de datumstempel van het aangetekend schrijven moet? Als we het voorstel op de post doen met datumstempel van 22 augustus, dan is het dossier conform jullie richtlijn ingediend? Overeenkomstig pagina 19 van de oproep tot voorstellen dient het voorstel van project uiterlijk op 22 augustus 2017 aan de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (Koning Albert II-laan 16 te 1000 Brussel) te zijn overgemaakt per aangetekende post met ontvangstbewijs. Hieruit blijkt dat het voorstel van project uiterlijk op 22 augustus 2017 formeel aan de Algemene Directie Energie ter ontvangst moet zijn aangeboden. Aangezien de datumstempel enkel het bewijs levert van het tijdstip waarop het voorstel werd verzonden, volstaat een datumstempel op zich niet om een tijdige indiening aan te tonen. Een tijdige indiening blijkt in ieder geval wel uit een ontvangstbevestiging met een datum voorafgaand of gelijk aan 22 augustus In welke taal dient het voorstel van project te worden ingediend? De voorstellen worden opgemaakt en ingediend: - in één van de 3 officiële landstalen van het taalgebied in België waar de begunstigde gevestigd is, of; - in het Engels voorzien van een samenvatting in één van de 3 officiële landstalen van het taalgebied in België waar de begunstigde gevestigd is, of; - in het Engels voorzien van een samenvatting in één van de 3 officiële Belgische landstalen voor een buitenlandse kandidaat.