nr. 38 van INGRID PIRA datum: 2 oktober 2017 aan BEN WEYTS Luchthaven Antwerpen - Verslag raad van bestuur

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 38 van INGRID PIRA datum: 2 oktober 2017 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Luchthaven Antwerpen - Verslag raad van bestuur 1. In het verslag van de raad van bestuur van de luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) Antwerpen van april 2017 staat genotuleerd dat de luchthavenexploitatiemaatschappij (LEM) nog een sensitiviteitsanalyse moet opmaken om het dossier voor de Europese Commissie (al dan niet terechte staatssteun?) te finaliseren, zodat een officiële notificatie kan worden ingediend. Heeft de LEM deze sensitiviteitsanalyse intussen opgemaakt? Zo ja, kan de minister inzage geven van deze sensitiviteitsanalyse? Wanneer wordt het dossier regionale luchthavens door de Vlaamse Regering officieel genotificeerd bij de Europese Commissie? Zo neen, wanneer wordt deze sensitiviteitsanalyse opgemaakt? 2. In hetzelfde verslag lees ik dat de LOM op vraag van de LEM ook de aanpassingswerken aan de (geluids)meetposten betaalt. Deze meetposten bevinden zich niet op het terrein van de luchthaven en maken dus m.i. geen deel uit van de infrastructuur van de luchthaven. Bovendien is de LEM op basis van de concessieovereenkomst verantwoordelijk voor de naleving van de milieuvergunning en dient ze dus zelf voor het onderhoud van de meetposten in te staan. Ik besluit hieruit dat de betaling van de aanpassingswerken aan de geluidsmeetposten door de LOM niet conform de concessieovereenkomst is en dus ten onrechte door de LOM betaald zal worden. Klopt dit en wat is de mening ter zake van de minister? 3. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr van 12 juli 2017 stelt de minister onder 4.a) dat de kosten m.b.t. tot de statutaire personeelsleden die het Vlaamse Gewest ter beschikking stelt aan de LEM Antwerpen, volledig worden doorgerekend aan de LEM als (indirecte) financiering. Wat bedoelt de minister met het woord indirect? Van wie komt uiteindelijk het geld voor deze statutaire personeelsleden? Over hoeveel statutaire personeelsleden gaat het op dit moment?

2 4. In hetzelfde antwoord stelt de minister duidelijk dat er subsidies van het Vlaamse Gewest aan de LEM worden toegekend voor personeelsleden die taken van veiligheid en beveiliging uitvoeren. Betekent dit dat de uitspraak van dhr. Buelens in het bewuste kranteninterview dat wij 70 personeelsleden uit eigen zak betalen onjuist is? Is de minister het eens met die uitspraak? 5. Hoeveel personeelsleden - met welke taken - van de luchthaven Antwerpen worden direct gefinancierd door de LEM zonder dat ze in feite en op één of andere manier terugbetaald worden door de overheid? 6. In de subsidieovereenkomst tussen de LOM en de LEM is bepaald onder punt 6.1 (b) dat de LEM uiterlijk op 30 april jaarlijks een schriftelijke onderbouwde opgave moet doen met bewijsstukken op welk bedrag de LEM recht heeft op basis van de effectief betaalde personeelskosten, hun werkingskosten en ook voor de eventuele derden aan wie taken zijn uitbesteed qua veiligheid en beveiliging. Onder punt 6.3 is ook in de verantwoording voorzien voor de subsidiëring van de investeringen in veiligheid en beveiliging. Op welke wijze controleert de bevoegde administratie de naleving van deze bepalingen in de boekhouding van de LEM, zoals opgenomen in bijlage 5 van de subsidieovereenkomst? 7. De jaarlijkse concessievergoeding wordt vastgesteld na het verstreken kalenderjaar op basis van een aantal "geheime parameters". Wie controleert deze berekening en de onderliggende boekhoudkundige elementen, in de verplichte analytische boekhouding van de nv LEM?

3 BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN ANTWOORD op vraag nr. 38 van 2 oktober 2017 van INGRID PIRA 1. Ik verwijs allereerst naar mijn antwoorden op de PV 1127 van 14 april 2017 en PV 1580 van 12 juli Het Vlaamse Gewest heeft op 13 april 2016 een pre-notificatie ingediend bij de Europese Commissie m.b.t. de luchthavens Antwerpen en Oostende-Brugge. Zowel de investeringssteun die middels de LOM wordt toegekend, als de exploitatiesteun die rechtstreeks aan de LEM wordt toegekend, betreffen mijn inziens verenigbare staatssteun. De argumentatie dienaangaande werd uitvoerig gedocumenteerd en meermaals aan de Europese Commissie toegelicht. Doorheen de pre-notificatie procedure stelde de Europese Commissie een aantal verduidelijkende vragen. Eén van deze vragen betrof het ter beschikking stellen van de sensitiviteitsanalyse van de LEM. Deze sensitiviteitsanalyse werd inmiddels opgemaakt en aan de Europese Commissie bezorgd. Deze sensitiviteitsanalyse is een commercieel document opgemaakt door een private partner. De LEM geeft geen toestemming om dit document openbaar te maken. Alle vragen die de Europese Commissie i.k.v. deze procedure stelde, zijn beantwoord. Zowel mijn diensten als ikzelf dringen bij de Commissie aan om spoedig tot een uitspraak i.k.v. deze pre-notificatie te komen, zodat een formele notificatie kan worden ingediend. 2. De LEM Antwerpen vernieuwde in 2017 haar geluidsmeetnet (net zoals de LEM Oostende-Brugge). Het nieuwe systeem zal een hogere performantie hebben, doordat het toelaat om geluidsevents beter te correleren met radartracks. De LEM Antwerpen financiert deze investering, de kost bedraagt euro (per luchthaven). Noch de LOM Antwerpen, noch het Vlaamse gewest leveren een bijdrage aan deze financiering. Gelet op het belang van de geluidsproblematiek, ook voor de omgeving van de luchthaven, keurde de LOM Antwerpen deze investering (evenals het budget van deze investering) goed. Dergelijke goedkeuring houdt in dat de boekwaarde van deze investering een onderdeel vormt van de beëindigingsvergoeding die de LOM aan de LEM verschuldigd is, indien de concessie eenzijdig wordt beëindigd door de LOM of indien de concessie wordt beëindigd omwille van een fout van de LOM. Ik apprecieer dat de LEM Antwerpen investeert in geluidsmanagement, het is immers belangrijk dat de geluidsoverlast rond de luchthaven optimaal wordt gemonitord. De beslissing van de LOM dienaangaande is eerder administratief van aard, maar ook deze treed ik bij. 3. In mijn antwoord op PV 1580 van 12 juli 2017 gaf ik inderdaad aan dat kosten m.b.t. de ter beschikking gestelde statutaire personeelsleden volledig worden doorgerekend aan de LEM, en dat de LEM dus instaat voor de (indirecte) financiering van alle kosten m.b.t. deze statutaire personeelsleden.

4 Met het woord indirect duidde ik het feit dat het Vlaamse gewest in eerste instantie de kosten m.b.t. de ter beschikking gestelde statutaire personeelsleden draagt (deze personeelsleden ontvangen immers hun loon van het Vlaamse gewest), maar dat deze kosten in tweede orde (integraal) worden doorgefactureerd aan de LEM. In praktijk ligt deze kost dus bij de LEM. Er zijn 51 statutaire personeelsleden ter beschikking gesteld aan de LEM Antwerpen. 4. Op deze vraag heb ik reeds geantwoord in het antwoord op PV 1580 van 12 juli Personeelsleden die taken uitvoeren i.k.v. veiligheid en beveiliging, worden inderdaad gesubsidieerd (zoals bepaald in het LOM-LEM decreet). Ik herhaal mijn antwoord van toen: Zoals blijkt uit hoger vermeldde toelichting is de uitspraak van dhr. Buelens niet onjuist, de LEM staat inderdaad in voor de financiering van al haar personeelsleden (ook de ter beschikking gestelde statutairen). Wel ontbreekt er enige nuance in het artikel in Gazet van Antwerpen. De LEM waakt er over dat er steeds voldoende genuanceerde standpunten vertolkt worden in dergelijke contacten met de pers. 5. Door de LEM Antwerpen worden 89,6 VTE tewerkgesteld, en dit binnen verschillende statuten (statutair ter beschikking gestelde personeelsleden, contractuele personeelsleden, interim personeelsleden, personeelsleden in onderaanneming en zelfstandige personeelsleden). Deze personeelsleden worden tewerkgesteld in volgende functies: Functie Totaal aantal VTE Gesubsidieerd aantal VTE Beveiliging 41,4 VTE 35,7 VTE Veiligheid en operations 29,6 VTE 27,8 VTE Administratie 6,8 VTE 0,0 VTE Management en directie 3,0 VTE 0,0 VTE Technische diensten 8,8 VTE 0,0 VTE Er is dus een totale tewerkstelling binnen de LEM van 89,6 VTE; hiervan wordt 63,5 VTE gesubsidieerd. Voor 26,1 VTE draagt de LEM de volledige kost. 6. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) controleert op omstandige wijze de aanwending van de subsidies die aan de LEM worden toegekend voor taken inzake veiligheid en beveiliging. Onder andere wordt elke afzonderlijke factuur, loonstaat, die voor subsidie in aanmerking komt, gedetailleerd nagekeken. Enkel de bewezen kosten komen voor subsidie in aanmerking. De wijze waarop DMOW deze controletaak uitoefent, maakte voorwerp uit van de audit die werd gevoerd door Audit Vlaanderen. De auditeur stelt in zijn eindrapport: Beheersmaatregelen zijn aanwezig om de risico s verbonden aan de LOM/LEM beheersstructuur in voldoende mate af te dekken. Zo zorgen de overeenkomsten (concessieovereenkomst, subsidieovereenkomst, afsprakennota s, ) tussen de LOM s of het Vlaamse Gewest enerzijds en de LEM s anderzijds voor een voldoende duidelijk kader met betrekking tot de samenwerking en de uit te betalen subsidies. Deze overeenkomsten regelen ook de rollen en verantwoordelijkheden van elke partij. [ ] Naar aanleiding van deze audit formuleerde Audit Vlaanderen geen aanbevelingen. 7. De concessievergoeding bestaat uit een vaste vergoeding enerzijds, en een percentage op de omzet van de LEM anderzijds. De vaste vergoeding is contractueel vastgesteld in de concessieovereenkomst.

5 De berekening van de variabele concessievergoeding gebeurt door de LOM. Hiertoe bezorgt de LEM jaarlijks een gedetailleerde opgave van de gerealiseerde omzet. De jaarrapportering van de LEM wordt gecontroleerd door haar externe auditor, wat een voldoende garantie geeft dat deze cijfers correct zijn.