Staten publ aan een ontwerp-landsverordening houdende bepalingen. met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Staten publ aan een ontwerp-landsverordening houdende bepalingen. met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve"

Transcriptie

1 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 62 3-[ct,bAn, ()aft), CO-14R, xmo Landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) STATEN VAN ARUBA Ingek. 0 7 DEC 2010 AANBIEDING De Regering van Aruba biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp-landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) Oranjestad, 0 7 DEC 2010 De minister van Algemene Zaken, L De minis er va Fina e Utiliteit tie, De minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu,

2 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 62 De minister van Toerisme, Transport en Arbeid, De minister van Volksgezondheid en Sport, /9 7 De minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur, De minister van Justitie en Onderwijs,

3 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 62 Staten publ (X, YIN CtItAiarrt- NtS : g DW10-71 Landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is de bestaande regelingen ter zake van de gunstgaven van het Land aan haar voormalige politieke ambtsdragers en hun nabestaanden te herzien, te versoberen en samen te voegen tot een nieuwe regeling; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In deze landsverordening en daarop berustende

4 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 62 Staten publ regelingen wordt verstaan onder: politiek ambt : het ambt van minister, lid der Staten of Gevolmachtigde Minister van het Land Aruba; politieke ambtsdrager : degene die een politiek ambt bekleedt; gewezen politieke : degene die een politick ambt bekleed ambtsdrager heeft; pensioengerechtigde : de leeftijd, genoemd in artikel 6 van leeftijd de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (AB 1990 no. GT 33); uitkering bij wijze : de uitkering of uitkeringen, bedoeld in van pensioen de artikelen 6 en 7; weduwe : de man of vrouw, die op het tijdstip van overlij den van een politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager, overeenkomstig artikel 31 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba gehuwd was met de overledene; bezoldiging : het bedrag, genoemd in artikel 4, eerste, tweede of derde lid, van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers; wees : een kind als bedoeld in artikel 9, eerste en derde lid, van de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering (AB 1996 no. GT 30). Artikel 2 1. Degene die voor het bekleden van een politiek ambt

5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 62 Staten publ ambtenaar was en op grond van artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers op non-activiteit werd gesteld, wordt, tenzij hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft of om andere reden gedurende het vervullen van dat ambt ontslagen is als ambtenaar, op de dag na die van zijn aftreden als politieke ambtsdrager van rechtswege in activiteit hersteld. 2. Na toepassing van het eerste lid heeft een gewezen politiek ambtsdrager, aansluitend op zijn reactivering, recht op een buitengewone vrijstelling van dienst, zonder behoud van bezoldiging, van dertig kalenderdagen. Op de eventuele op het tijdstip van non-activiteitstelling nog aanwezige dagen van vrijstelling van dienst bestaat alsdan geen aanspraak meer. Artikel 3 1. Een gewezen politieke ambtsdrager heeft na de beeindiging van zijn politieke ambt aanspraak op de bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 13 van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers, voor het aantal voile maanden dat hij na de laatste uitbetaling van die uitkering het desbetreffende politieke ambt bekleedde. 2. Indien hij de hem op het tijdstip van de beeindiging van zijn politieke ambt toekomende dagen van vrijstelling van ambtsvervulling, bedoeld in artikel 12 van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers, niet of niet volledig genoten heeft, heeft een gewezen politieke ambtsdrager aanspraak op vergoeding van ten hoogste de helft van het aantal van die dagen waarop hij gedurende zijn ambtsvervulling recht had gekregen. 2. De overbruggingsuitkering Artikel 4 Teneinde een abrupte en onverantwoord grote terugval

6 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 62 4 in het inkomen van een gewezen politieke ambtsdrager to voorkomen heeft hij gedurende een jaar na zijn aftreden aanspraak op een overbruggingsuitkering, mits hij: a. op het tijdstip van zijn aftreden gedurende een onafgebroken periode van ten minste honderdtachtig dagen politieke ambtsdrager is geweest, en hij b. de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. Artikel 5 1. De overbruggingsuitkering van een politieke ambtsdrager bedraagt zestig procent van de maandelijkse bezoldiging die hij als politieke ambtsdrager laatstelijk genoot. De overbruggingsuitkering wordt maandelijks uitgekeerd. 2. Op de overbruggingsuitkering warden in mindering gebracht de inkomsten die de betrokkene uit arbeid verkrijgt. 3. De uitkering bij wijze van pensioen aan gewezen politieke ambtsdragers Artikel 6 1. Een gewezen minister heeft aanspraak op een uitkering bij wijze van pensioen, mits hij: a. de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft, en b. in totaal ten minste acht voile kalendermaanden het ambt van minister bekleed heeft. 2. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend over de totale periode of perioden dat de betrokkene het ambt van minister bekleedde, tot een maximum van zesennegentig voile kalendermaanden. Indien de periode of perioden van ambtsvervulling in totaal meer dan zesennegentig maanden bedroeg respectievelijk bedroegen, wordt de berekening gebaseerd op de laatste zesennegentig kalendermaanden.

7 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste zeventig procent van het gemiddelde van de in het tweede lid bedoelde periode of perioden door de gewezen minister als zodanig genoten bezoldiging of bezoldigingen. 4. Voor elke voile kalendermaand dat de betrokkene het ambt van minister bekleedde, bedraagt de uitkering, bedoeld in het eerste lid, een zesennegentigste deel van het percentage, genoemd in het derde lid. 5. Bij de berekening, bedoeld in het vierde lid, wordt een gedeelte van een maand, mits ten minste veertien dagen bedragen hebbende, voor een voile kalendermaand geteld; het bedrag van de aldus berekende uitkering wordt naar beneden afgerond tot een bedrag dat een veelvoud is van vijf. Artikel 7 1. Een gewezen lid der Staten en een gewezen Gevolmachtigde Minister hebben aanspraak op een uitkering bij wijze van pensioen, mits zij: a. de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben, en b. in totaal ten minste twaalf voile kalendermaanden een politiek ambt bekleed hebben. 2. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend over de totale periode of perioden dat de betrokkene het ambt van lid der Staten of Gevolmachtigde Minister bekleedde, tot een maximum van honderdvierenveertig voile kalendermaanden. Indien de periode of perioden van vervulling van een dergelijk ambt in totaal meer dan honderdvierenveertig maanden bedroeg, wordt de berekening gebaseerd op de laatste honderdvierenveertig kalendermaanden. 3. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste zeventig procent van het gemiddelde van de in de bedoelde periode of perioden door het gewezen lid der Staten of Gevolmachtigde Minister als zodanig genoten bezoldiging of bezoldigingen.

8 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 62 Staten publ Voor elke voile kalendermaand dat de betrokkene het ambt van lid der Staten of Gevolmachtigde Minister bekleedde, bedraagt de uitkering, bedoeld in het eerste lid, een honderdvierenveertigste deel van het percentage, genoemd in het eerste lid. 5. Artikel 6, vijfde lid is van toepassing. Artikel 8 1. Het totaalbedrag dat aan een gewezen politieke ambtsdrager aan uitkeringen bij wijze van pensioen kan worden toegekend, bedraagt ten hoogste het bedrag waarop een gewezen minister die op hetzelfde tijdstip als de betrokken gewezen politieke ambtsdrager: a. gedurende een onafgebroken periode van ten minste 96 maanden minister was, en b. op hetzelfde tijdstip pensioengerechtigd was, bij zijn ontslag aanspraak zou hebben gehad. 2. Op het bedrag van een toegekende uitkering bij wijze van pensioen, wordt maandelijks een bedrag ingehouden ter grootte van 21/2 procent van de uitkering als bijdrage in de bekostiging door het Land van de uitkeringen bij wijze van weduwe- of wezenpensioen aan de nabestaanden van politieke ambtsdragers en gewezen politieke ambtsdragers. 3. Voor zover van toepassing, worden vervolgens op het bedrag van een toegekende uitkering bij wijze van pensioen in mindering gebracht: a. het pensioen of het op deze betrekking hebbende deel van het pensioen, alsmede de uitkeringen of het op hem betrekking hebbende deel van de uitkeringen, waarop de betrokkene ingevolge de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (AB 1990 no. GT 33) aanspraak heeft; b. het duurtetoeslagdeel van het pensioen waarop de betrokkene ingevolge de Pensioenverordening landsdienaren (AB 1991 no. GT 25) aanspraak heeft, en

9 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 62 7 c. de inkomsten die de betrokkene, direct of indirect, geniet uit hoofde van het verrichten van werkzaamheden in dienst van of ten behoeve van het Land, een publiekrechtelijke rechtspersoon of een voor ten minste vijftig procent door het Land gesubsidieerde instelling; en d. de inkomsten van de betrokkene uit een ander ten laste van het Land komend pensioen of een andere dan de in deze landsverordening bedoelde en ten laste van het Land komende uitkering bij wijze van pensioen. 4. De uitkeringen aan nabestaanden van politieke ambts- dragers en gewezen politieke ambtsdragers Artikel 9 1. Aan de weduwe van degene die overlijdt als politieke ambtsdrager, wordt na diens overlijden uitgekeerd: a. een bedrag ter grootte van driemaal de laatstelijk door de betrokken politieke amtsdrager genoten bezoldiging; b. het bedrag van de bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 13, van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers, waarop overledene, indien hij op het tijdstip van overlijden was afgetreden of ontslagen, aanspraak zou hebben gehad. 2. Aan de weduwe van een gewezen politieke ambtsdrager die recht had op een uitkering bij wijze van pensioen, wordt na diens overlijden uitgekeerd een bedrag ter grootte van driemaal de uitkering bij wijze van pensioen. 3. Indien een overledene als bedoeld in het eerste of tweede lid, geen weduwe nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van diens wezen. 4. Laat de overledene ook geen wezen na, dan wordt het bedrag van de uitkering geheel of gedeeltelijk aangewend ter bekostiging van zijn begrafenis, zo diens nalatenschap voor de voldoening daarvan ontoereikend is.

10 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 62 8 Artikel De weduwe van degene die overlijdt als politieke ambtsdrager, heeft aanspraak op een uitkering bij wijze van weduwenpensioen, indien de overledene ten minste twaalf voile kalendermaanden politieke ambtsdrager was, tenzij het huwelijk werd gesloten: a. nadat de overledene de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt; b. binnen drie maanden voor de datum van overlij den. 2. De weduwe van een gewezen politieke ambtsdrager heeft aanspraak op een uitkering bij wijze van weduwenpen- sioen, mits zij gehuwd was met de overledene gedurende de periode of perioden dat hij een politieke ambtsdrager was, en deze periode of perioden tesamen ten minste twaalf voile kalendermaanden heeft respeetievelijk hebben bedragen. 3. De uitkering bij wijze van weduwenpensioen bedraagt vijf achtste gedeelten van de uitkering bij wijze van pensioen: a. waarop de politieke ambtsdrager, met de fictie dat hij op het tijdstip van overlijden een gewezen politieke ambtsdrager was en, zo nodig, met de fictie dat hij op dat tijdstip de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had, aanspraak zou hebben gehad, of b. waarop de gewezen politieke ambtsdrager, zo nodig met de fictie dat hij op het tijdstip van overlijden de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had, op het tijdstip van zijn overlijden aanspraak had. 4. Voor zover van toepassing, wordt op het bedrag van een toegekende uitkering bij wijze van weduwenpensioen in mindering gebracht: a. het pensioen waarop de weduwe aanspraak heeft ingevolge de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering (AB 1996 no. GT 30); b. het pensioen en de kerstuitkeringen waarop de weduwe die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft, aanspraak

11 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 62 Staten publ heeft ingevolge de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering; c. het duurtetoeslagdeel van het pensioen waarop de weduwe aanspraak heeft ingevolge de Pensioenverordening landsdienaren; d. de inkomsten die de weduwe, direct of indirect geniet uit hoofde van het verrichten van werkzaamheden voor of ten behoove van het Land, een publiekrechtelijke rechtspersoon of een voor meer dan vijftig procent door het Land gesubsidieerde instelling; en e. de inkomsten uit een ander ten laste van het Land komend pensioen of een andere dan de in deze landsverordening bedoelde en ten laste van het Land komende uitkering bij wijze van pensioen. Artikel De wezen van degene die overlijdt als politieke ambtsdrager, hebben aanspraak op een uitkering bij wijze van wezenpensioen, indien de overledene ten minste twaalf voile maanden politieke ambtsdrager was. 2. De wezen van een overleden gewezen politieke ambtsdrager hebben aanspraak op een uitkering bij wijze van wezenpensioen, indien zij geboren zijn voor of gedurende een periode dat de overledene een politieke ambtsdrager was, en de periode van het bekleden van een politiek ambt ten minste twaalf voile kalendermaanden heeft bedragen. 3. De uitkering bij wijze van wezenpensioen bedraagt voor elke wees een achtste gedeelte van de uitkering bij wijze van pensioen, bedoeld in artikel 10, derde lid, onderdeel a of b. 4. Op het bedrag van een toegekende uitkering bij wijze van wezenpensioen worden in mindering gebracht: a. het wezenpensioen waarop de betrokkene aanspraak heeft ingevolge de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering;

12 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van b. de inkomsten die de betrokkene, direct of indirect geniet uit hoofde van het verrichten van werkzaamheden voor of ten behoeve van het Land, een publiekrechtelijke rechtspersoon of een voor meer dan vijftig procent door het Land gesubsidieerde instelling. Artikel 12 Het gezamenlijke bedrag van de uitkeringen, bedoeld in de artikelen 10, eerste en tweede lid, en 11, eerste en tweede lid, gaat het bedrag van de uitkering bij wijze van pensioen, waarvan die uitkeringen waren afgeleid, niet te boven. Zo deze uitkeringen een vermindering moeten ondergaan, geschiedt die in evenredigheid van de hoogte van de uitkeringen. Artikel Indien er na de aangifte van de vermissing van een politieke ambtsdrager naar het oordeel van de minister van Algemene Zaken redenen bestaan om aan te nemen dat deze overleden is, kan aan de vermoedelijke weduwe en zijn vermoedelijke wezen een tijdelijke uitkering bij wijze van weduwen- respectievelijk wezenpensioen worden toegekend. Alsdan wordt de uitbetaling van de bezoldiging aan de vermiste persoon gestaakt. 2. Indien er na de aangifte van de vermissing van een gewezen politieke ambtsdrager aan wie een uitkering bij wijze van pensioen is toegekend, naar het oordeel van de minister van Algemene Zaken redenen zijn om aan te nemen dat deze overleden is, kan aan de vermoedelijke weduwe en de vermoedelijke wezen een tijdelijke uitkering bij wijze van weduwen- respectievelijk wezenpensioen worden toegekend. 3. Op het tijdstip waarop het overlijden van de vermiste politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager vast is komen te staan, gaat een tijdelijke uitkering als bedoeld in het eerste of tweede lid, van rechtswege over in een uitkering

13 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 62 Staten publ als bedoeld in de artikelen 10, eerste of tweede lid, respectievelijk 11, eerste of tweede lid. 4. Op het tijdstip waarop de vermiste politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager aan wiens echtgenote en kinderen een uitkering was verstrekt als bedoeld in het eerste of tweede lid, nog in leven blijkt te zijn, vervallen die tijdelijke uitkeringen van rechtswege, herleeft van rechtswege het recht op de uitbetaling van diens bezoldiging of de aan hem toegekende uitkering bij wijze van pensioen en wordt het aan tijdelijke uitkeringen bij wijze van weduwen- en wezenpensioen uitbetaalde bedrag verrekend met de bezoldiging, respectievelijk de uitkering bij wijze van pensioen waarop de betrokkene recht of aanspraak zou hebben gehad, indien hij niet vermist zou zijn geweest. Artikel De tijdelijke uitkering bij wijze van weduwenpensioen en de tijdelijke uitkering bij wijze van en wezenpensioen worden berekend met toepassing van de artikelen 10, derde lid, respectievelijk 11, derde lid. 2. Artikel 12 is van overeenkomstige toepassing. Artikel Geen aanspraken als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11 bestaan voor de weduwe of de wees van een politieke ambtsdrager of een gewezen politieke ambtsdrager, die onherroepelijk veroordeeld is voor het van het leven beroven of doen beroven van de betrokken politieke ambtsdrager of de betrokken gewezen politieke ambtsdrager. 2. Indien na het uitkeren van het bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste of tweede lid, en na het toekennen van een uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen de toepasselijkheid van het eerste lid is komen vast te staan, worden de ten onterechte uitbetaalde bedragen van de

14 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 14 van betrokkene teruggevorderd met toepassing van de voorschriften van de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen (AB 1988 no. GT 12). 5. Bijzondere bepaling ten aanzien van overleden ministers Artikel Een in functie overleden minister krijgt een staatsbegrafenis, tenzij diens nabestaanden schriftelijk to kennen hebben gegeven dat zij zulks niet wensen. 2. Bij regeling van de minister van Algemene Zaken worden nadere regels gesteld omtrent de vorm van de staatsbegrafenis. 3. De aan een staatsbegrafenis verbonden kosten komen ten laste van 's Lands kas. 6. Bijzondere bepalingen ten aanzien van de gewezen Gevolmachtigde Minister Artikel De gewezen Gevolmachtigde Minister heeft na zijn ontslag nog gedurende dertig dagen recht op het kosteloos gebruik van de dienstwoning die hij als Gevolmachtigde Minister bewoonde. 2. De gewezen Gevolmachtigde Minister die vanuit Nederland terugkeert naar Aruba, heeft na zijn ontslag gedurende negen maanden recht op vrije overtocht in de businessclass naar Aruba voor zichzelf, zijn huwelijkspartner en zijn minderjarige kinderen. Daarenboven heeft hij gedurende de in de eerste volzin vermelde periode aanspraak

15 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 62 l3 op vrije overtocht van persoonlijke bezittingen van hem en zijn gezin tot een maximum van 5 m3. 7. Procedurele voorschriften Artikel Toekenning van een uitkering ads bedoeld in de paragrafen 2, 3 en 4, geschiedt bij landsbesluit op het schriftelijk verzoek van de rechthebbende. 2. Het verzoek is gericht aan de minister, belast met financien, en is vergezeld van; a. indien het betreft een overbruggingsuitkering of een uitkering bij wijze van pensioen: 1. een op hem betrekking hebbend uittreksel uit het geboorteregister; 2. een verklaring van de secretaris van de ministerraad, respectievelijk de griffier der Staten, vermeldende de periode of perioden, gedurende welke de verzoeker een politieke ambtsdrager was; b. indien het betreft een uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen: 1. een op de weduwe betrekking hebbend uittreksel uit het geboorteregister, indien het huwelijk gesloten werd voor 1 januari 1998; 2. een afschrift van zowel de overlijdensakte als de huwelijksakte van de gewezen politieke ambtsdrager; 3. een op de wees betrekking hebbend uittreksel uit het geboorteregister; 4. een verklaring van de secretaris van de ministerraad, respectievelijk de griffier der Staten, vermeldende de onderscheidene tijdvakken gedurende welke degene aan wie het recht op de uitkering wordt ontleend, een politieke ambtsdrager was; c. indien het betreft een tijdelijke uitkering bij wijze van

16 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van weduwen of wezenpensioen: 1. een bewijs van aangifte bij de politie van de vermissing van de politieke ambtsdrager of de gewezen politieke ambtsdrager; 2. de bescheiden, bedoeld in onderdeel b. 3. Zolang het verzoek niet vergezeld is van de bescheiden, genoemd in het tweede lid, wordt het niet in behandeling genomen. 4. De aanspraak op een uitkering als bedoeld in het eerste lid, vervalt, indien het verzoek daartoe niet is ingediend binnen 180 dagen na het ontstaan van de aanspraak. Artikel De datum van ingang van de aanspraak op een uitkering is: a. voor een overbruggingsuitkering: de eerste dag van de maand na die van het ontslag of aftreden van de politieke ambtsdrager: b. voor een uitkering bij wijze van pensioen: de dag waarop de aanspraak op de desbetreffende uitkering ontstond; c. voor een uitkering bij wijze van weduwen- en wezenpensioen: de eerste dag van de maand na die van het overlijden van degene aan wie de aanspraak op de desbetreffende uitkering werd ontleend, met dien verstande dat de datum van ingang van de uitkering bij wijze van wezenpensioen ten behoeve van een wees die geboren is binnen driehonderdenzeven dagen na het overlijden van degene aan wie de aanspraak werd ontleend, ingaat op de dag van diens geboorte; d. voor een tijdelijke uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen: de datum waarop bij de politic aangifte is gedaan van de vermissing van degene aan wiens overlijden de nabestaanden een aanspraak op weduwen- of wezenpensioen kunnen ontlenen.

17 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van Het recht op een toegekende uitkering als bedoeld in paragraaf 2, vervalt op de dag waarop de betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. 3. Het recht op een toegekende uitkering als bedoeld in de paragrafen 2 en 3, vervalt op de dag waarop de betrokkene wederom een politiek ambt gaat bekleden. 4. Het recht op een toegekende uitkering als bedoeld in de paragrafen 3 en 4, vervalt: a. in geval van overlijden van de rechthebbende op de uitkering: op de laatste dag van de maand waarin het overlijden plaatsvond; b. in geval van vermissing van de rechthebbende op de uitkering: op de dag voor die waarop bij de politie aangifte is gedaan van vermissing van de rechthebbende. Artikel De gerechtigde op een uitkering als bedoeld in de paragrafen 2, 3 en 4, stelt de minister van Algemene Zaken onverwijld schriftelijk in kennis van het bedrag van door hem genoten inkomsten als bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, 8, derde lid, 10, vierde lid, en 11, tweede lid. Indien het betreft inkomsten, voortvloeiend uit een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten, wordt de kennisgeving telkens gedaan na de ontvangst van dergelijke inkomsten. Indien het inkomsten betreft, voortvloeiend uit een arbeidsovereenkomst, wordt de kennisgeving eenmalig gedaan, doch bij wijziging van de financiele aspecten van de arbeidsovereenkomst of bij de opzegging daarvan wordt van de gevolgen daarvan onverwijld mededeling gedaan. 2. Bij constatering door de ambtenaar, belast met de leiding van de met de uitbetaling van de uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, belaste dienst, van het niet-naleven van de uit het eerste lid voortvloeiende verplichtingen, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de betrokkene en stelt hem gedurende dertig dagen in de gelegenheid het tegendeel van de

18 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 18 van 62 Staten publ constatering te bewijzen. Indien de betrokkene daarvan geen gebruik maakt, of de bedoelde ambtenaar het tegenbewijs onjuist of onvoldoende oordeelt, stelt hij de betrokkene onverwijld schriftelijk in kennis van het ex nunc vervallen van de rechten en aanspraken die de betrokkene ontleende of zou kunnen gaan ontlenen aan deze landsverordening, met ingang van de datum van de kennisgeving. 3. Op verzoek van de in het tweede lid bedoelde ambtenaar melden de in artikel 8, derde lid, onderdeel c, bedoelde publiekrechtelijke rechtspersonen en civielrechtelijke instellingen aan hem, of zij loon of honorarium uitbetalen aan gewezen politieke ambtsdragers of hun nabestaanden. Artikel 21 Toegekende uitkeringen als bedoeld in deze landsverordening, worden in de laatste voile week van iedere maand betaalbaar gesteld op een door de rechthebbende in Aruba aangehouden bankrekening. 8. Overgangs- en slotbepalingen Artikel Gewezen politieke ambtsdragers aan wie op het tijdstip van inwerkingtreding van de landsverordening op grond van de Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers (AB 2000 no. GT 12), de Pensioenverordening leden der Staten (AB 1991 no. 123) of de Landsverordening regelende de bezoldiging, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering hij overlijden en het pensioen van de Gevolmachtigde Minister, alsmede het pensioen van diens weduwe en wezen een

19 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van pensioen is toegekend, behouden dat pensioen na de inwerkingtreding van deze landsverordening, met dien verstande dat artikel 8, derde lid, onderdeel c, ook artikel 8, tweede lid, van toepassing is. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een gewezen politieke ambtsdrager die na de inwerkingtreding van deze landsverordening opnieuw een politiek ambt is gaan bekleden. Artikel 23 Geschillen omtrent de toepassing van de voorschriften van deze landsverordening staan ter kennisneming van de administratieve rechter. Artikel 24 Ingetrokken worden: a. de Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers (AB 2000 no. GT 12); b. de Landsverordening bezoldiging leden der Staten (AB 1997 no. 2); c. de Pensioenverordening leden der Staten (AB 1991 no 123); d. de Landsverordening regelende de bezoldiging, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlij den en het pensioen van de Gevolmachtigde Minister, alsmede het pensioen van diens weduwe en wezen. Artikel Deze landsverordening treedt in werking op 1 januari

20 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van Zij kan worden aangehaald als Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden. Gegeven te Oranjestad, De minister van Algemene Zaken, De minister van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie, De minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu, De minister van Toerisme, Transport en Arbeid, De minister van Volksgezondheid en Sport,

21 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 21 van De minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur, De minister van Justitie en Onderwijs,

22 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 22 van 62 cliteary \wet. (1) Ara, -;toio-api DW mvt Landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) MEMORIE VAN TOELICHTING no, 3 Algemene toelichting In de recentelijk aan de Staten aangeboden ontwerp-landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers - waaronder verstaan worden de ministers, de Gevolmachtigde Ministers en de leden der Staten van Aruba -, welk ontwerp verder in deze memorie zal worden aangeduid als "het andere ontwerp", zijn de in het kader van de uitvoering van het op 27 augustus 2010 gesloten protocol van de zgn. Sociale Dialoog toegezegde versoberingen ter zake van de rechtspositie van deze actieve politici neergelegd. In de algemene toelichting daarop is vermeld dat de regering zich voorgenomen heeft ook de voorzieningen voor alle toekomstige gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden te versoberen en die nieuwe voorzieningen neer te leggen in een landsverordening. Zo stond het kabinet bij het vaststellen van de nieuwe pensioenleeftijd voor de keuze of de reeds opgebouwde rechten van enkelen van de ondergetekenden zouden moeten ingaan op de oorspronkelijke leeftijd van 50 jaar of dat deze rechten opeisbaar zouden worden op 60-jarige leeftijd. Ondergetekenden hebben gekozen om ook de reeds opgebouwde rechten pas op de nieuw vastgestelde leeftijd opeisbaar te maken. Hiermee willen ondergetekenden duidelijk aangeven dat de opoffering hen niet alleen raakt in de

23 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 23 van 62 Staten publ toekomst maar reeds op korte termijn. Het getuigt naar hun oordeel dan ook van een groot verantwoordelijk- heidsgevoel en plichtsbesef dat ook zij reeds nu en voor de toekomst wensen bij te dragen aan de verbetering van de financiele situatie van ons land. In het Bilaterale Akkoord dat recentelijk gesloten werd tussen de regering en de vakbonden binnen de publieke sector, is nl. expliciet vastgelegd dat de genoemde voor- genomen versobering "een substantiele" zal zijn in ver- gelijking van de voorzieningen, zoals die nu bestaan in- gevolge de Landsverordening rechtspositionele bepalin- gen ministers en gewezen ministers (AB 2000 no. GT 12), de Pensioenverordening leden der Staten (AB 1991 no. 123) en de Landsverordening regelende de bezoldi- ging, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetko- ming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de Gevolmachtigde Minister, alsmede het pensioen van diens weduwe en wezen, welke landsverordeningen verder in deze memorie aangeduid zullen worden als "de drie geldende landsverordeningen".1 Het onderhavi- ge ontwerp strekt tot de bedoelde substantiele versobe- ring van de voorzieningen van de toekomstige gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden. De versoberingen in dit ontwerp en hebben onder meer betrekking op: het onthouden van aanspraak op de zogenaamde overbruggingsuitkering voor de gewezen politieke ambtsdrager die pensioengerechtigd is; - de inkorting op de overbruggingsuitkering van de in- komsten die de gewezen politieke ambtsdrager direct of indirect uit de Landskas ontvangt; - het recht op een uitkering bij wijze van pensioen ont- staat pas, nadat de gewezen politieke ambtsdrager Doze van oorsprong Ncdcrlands-Antilliaanse landsverordening werd op grond van de Algemene ovcrgangsregcling welgeving en bestuur (AB 1987 no. DT 2) overgcnomcn door bet Land Aruba (vide bijlage daarvan onder nr. 700), cloth van deze landsvcrordening is Dimmer eon geldende tekst gemaakt

24 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 24 van 62 3 pensioengerechtigd is geworden; - het baseren van de maximale uitkering bij wijze van pensioen op het zgn. middelloon; - het beperken van de cumulatiemogelijkheden van uitkeringen bij wijze van pensioen van gewezen politiekc ambtsdragers. Ook in het uit 1999 stammende zgn. Rapport Fowler werden ten aanzien van de overbruggingsuitkering en "pensioenen" van gewezen politieke ambtsdragers reeds diverse voorstellen tot versobering gedaan, waarvan een deel in dit ontwerp is verwerkt. Wat de op dit moment op basis van de bepalingen van de drie geldende landsverordeningen uitgekeerde "pensioenen" betreft, zij er op gewezen dat die uitkeringen, wat betreft de uitkeringen aan gewezen ministers in het geheel geen, en wat de uitkeringen aan gewezen leden der Staten betreft, slechts ten dele "echte" pensioenen zijn, doch in feite gunstgaven (ofwel schenkingen) uit de Landskas. Dat betekent dat deze bedragen grotendeels worden betaald uit door de Arubaanse burgers opgebrachte middelen, omdat door de politieke ambtsdragers zelf op dit moment niet in voldoende mate wordt bijgedragen aan de opbouw van deze uitkeringen om het als een echt pensioen te kunnen betitelen. De huidige - in vergelijking met de andere landen van het Koninkrijk (zowel ten aanzien van de aanvangsleeftijd van de pensioengerechtigdheid als opbouw ervan) - zeer ruimhartige Arubaanse "pensioenen" vallen maatschappelijk al langer nauwelijks te rechtvaardigen, doch zijn in de huidige precaire financiele situatie van het Land in elk geval niet langer te handhaven. Dat laatste speelt in het bijzonder met betrekking tot relatief lage pensioengerechtigde leeftijd in de drie geldende landsverordeningen en de cumulatiebepaling in de Pensioenverordefling leden der Staten. Bedacht dient te worden dat de drie geldende landsverordeningen en hun voorgangers tot stand kwa-

25 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 25 van 62 4 men in een tijd dat - wat de regelingen ten behoeve van ministers en de Gevolmachtigde Minister betreft - nog geen algemene ouderdomsverzekering en - wat de regelingen ten behoeve van de nabestaanden van alle politieke ambtsdragers betreft - nog geen algemene weduwen - en wezenverzekering bestond. Geredeneerd zou dus kunnen worden - zeker nu de uitkeringen in het kader van die drie volksverzekeringen de laatste jaren aanzienlijk zijn opgetrokken - dat aan de in de drie geldende landsverordeningen opgenomen aparte voorzieningen voor gepensioneerde gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden geen behoefte meer bestaat, zodat zij niet in het onderhavige ontwerp geregeld behoeven te worden. De regering acht het echter niet juist te tornen aan het uitgangspunt van de bedoelde landsverordeningen, te weten dat het redelijk is om gewezen politieke ambtsdragers als dank voor de door hen aan den volke bewezen diensten en gelet op de opofferingen die zij zich in die tijd hebben moeten getroosten, na afloop van hun ambtsvervulling voor hen een aanspraak op een uitkering bij wijze van pensioen te creeren. Doch de regering is tevens van oordeel dat deze voorzieningen minder "royaal" behoren te zijn, dan nu het geval is. Zo zal een politieke ambtsdrager wel een substantiele periode een politiek ambt vervuld moeten hebben en zal hij die uitkering nl. niet volledig genieten, indien hij anderszins inkomsten heeft, die - direct of indirect - uit de Landskas afkomstig zijn. Overigens is de eerste ondergetekende van oordeel dat het wenselijk is na te gaan denken over mogelijkheden om in de toekomst voor de actieve politieke ambtsdragers een "echte" pensioenregeling te creeren, d.w.z. een regeling waarbij dezen daaraan daadwerkelijk en substantieel bijdragen en de hoogte van hun pensioen gekoppeld is aan het bedrag van de premie en aantal jaren dat zij daaraan hebben bijgedragen. Gekeken zal in dat verband waarschijnlijk worden naar het voorbeeld van

26 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 26 van 62 5 o.a. Nederland, waar ministers en Kamerleden jaarlijks 2% pensioen opbouwen op basis van een premie over hun gefranchiseerde bezoldiging. In de toelichting op de afzonderlijke artikelen van het onderhavige ontwerp zal, indien daar van sprake is, steeds worden vermeld, of - en, zo ja, op welke punten - versoberingen zijn opgenomen. Comptabele consequenties De financiele consequenties van het onderhavige ontwerp zullen - in verband met het feit dat dit ontwerp niet van toepassing is op degenen die al rechten ontlenen aan de bestaande landsverordeningen - nog niet op korte termijn merkbaar zijn. Dat zou alleen anders komen te liggen, indien de Staten voortijdig ontbonden worden, de kans waarop - gelet op de huidige samenstelling daarvan - niet groot geacht moet worden. Aan het besluit van de regering om het ontwerp niet, ook niet gedeeltelijk, van toepassing te doen zijn op de huidige gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden ligt de verwachting ten grondslag dat, zo de nieuwe bepalingen ook (deels) voor hen zouden gaan gelden, er onvermijdelijk rechtszaken zullen komen, die mogelijk niet alleen uit financiecl oogpunt, maar in ieder geval, qua effect in de samenleving, niet in het algemeen belang zijn. In de begroting van Algemene Zaken voor het dienstjaar 2011 behoefde derhalve geen rekening gehouden te worden met de gevolgen van dit ontwerp. De daarin op dit moment opgenomen kosten die gemoeid zijn met de bedoelde "pensioenen", zijn overigens nimmer met zekerheid te bepalen, aangezien de rechthebbenden daarop voor een groot deel personen op gevorderde leeftijd zijn; de aan hen in dit kader betaalbaar te stellen bedragen zullen nl. in de toekomst minder worden als gevolg van het onvermijdelijke overlijden van

27 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 27 van 62 6 de rechthebbenden. Het gaat in casu - op dit moment - om een groep van, wat betreft gewezen ministers en Gevolmachtigde Ministers van Aruba en hun nabestaanden, om 30 mensen in de leeftijd van 39 tot en met 82 jaar, en wat gewezen Statenleden van Aruba en hun nabestaanden betreft, om 68 personen in de leeftijd van 48 tot en met 90 jaar; de aan hen uitbetaalde uitkeringen bedragen jaarlijks Aft. 1,51 miljoen. Daarenboven is er een kleine groep van op dit moment 11 personen die op basis van de thans geldende regelgeving uitzicht hebben op een "pensioen", d.w.z. dat zij (bij ongewijzigde regelgeving) op hun 45-ste respectievelijk hun 50-ste jaar recht op een "pensioen" gaan krijgen. Aangezien het hebben van een uitzicht op een dergelijke uitkering niet gelijk staat met het recht op de uitbetaling van een toegekend "pensioen" en de landsverordeningen waarop dat uitzicht gestoeld is, door middel van dit ontwerp ingetrokken zullen worden (vide artikel 24) - de regering hoopt dat dit zal kunnen geschieden per , zullen zij pas bij het bereiken van de in dit ontwerp opgenomen nieuwe pensioengerechtigde leeftijd een aanspraak op de desbetreffende uitkeringen kunnen doen gelden. Ten slotte zij vermeld dat in de voormelde aantallen personen niet (althans niet volledig) meegeteld zijn de 54 personen in de leeftijd van 57 tot en met 99 jaar, die op dit moment als voormalig lid van de Eilandsraad van Aruba of als nabestaande van een voormalig lid van de Eilandsraad van Aruba recht hebben op een "eilandsraadpensioen" ingevolge de Pensioenregeling leden van de Eilandsraad, de 11 personen in de leeftijd van 64 tot en met 86 jaar, die als gewezen minister van de Nederlandse Antillen of als nabestaande van een gewezen minister van de Nederlandse Antillen recht hebben gekregen op een "ministerspensioen"van de Nederlandse Antillen, en de 16 personen in de leeftijd van 57 tot en met 81 jaar, die als gewezen Statenlid van de Nederlandse

28 7 Antillen of als nabestaande van een gewezen Staten lid van de Nederlandse Antillen, recht hebben op een "Sta- tenpensioen" van de Nederlandse Antillen. Met de uit- keringen aan deze personen is op dit moment jaarlijks een bedrag gemoeid van + Afl. 1,72 miljoen. Het onderhavige ontwerp heeft nl. geen betrekking op deze voormalige politieke functionarissen en hun nabe- staanden, hoewel enkelen van hen - omdat zij na 1986 ook nog een politiek ambt in Aruba bekleed hebben - eveneens op grond van de drie geldende landsverorde- ningen op dit moment recht hebben op nog een ander "pensioen". Ook voor de hierbedoelde groep voormali- ge politici van het Eilandgebied Aruba en het Land de Nederlandse Antillen geldt dat het om daadwerkelijk rechthebbenden gaat, aan welker rechten de regering, zoals reeds enkele malen werd vermeld, niet wil tornen. Mede in verband daarmee heeft zij besloten de Pensi- oenregeling lcden van de Eilandsraad niet te wijzigen. Wel zal zowel bij tockomstige politieke ambtsdragers aan wie op dit moment al een "pensioen" als in casu be- doeld, is toegekend, in het kader van hun alsdan te er- langen bezoldiging, als bij "nieuwe" gewezen politieke ambtsdragers die in de toekomst aanspraak krijgen op een uitkering bij wijze van pensioen op grond van deze landsverordening, rekening wordcn gehouden met even- tuele uit het lidmaatschap van de Eilandsraad van Aruba of de Staten van de Nederlandse Antillen en het minis- terschap van de Nederlandse Anti llen voortvloeiende inkomsten. Artikelsgewijze toelichting Ad artikel 1 Dit artikel bevat een zevental definitiebepalingen waarvan de eerste vier geen nadere bespreking behoe- ven. Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 28 van 62

29 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 29 van 62 Staten publ Een omschrijving van het begrip "uitkering bij wijze van pensioen" is noodzakelijk geacht, omdat er in dit ontwerp twee verschillende van deze uitkeringen worden gecreeerd. Door de onderhavige definitie is het niet nodig om in diverse artikelen van dit ontwerp telkens expliciet naar een of naar beide van de bedoelde uitkeringen te verwijzen. Bijzondere aandacht zij ook besteed aan de omschrijving van het begrip "weduwe". Afgezien van het feit dat onder weduwe van een (gewezen) politieke ambtsdrager ook de weduwnaar van een (gewezen) polltieke ambtsdrager moot worden begrepen, acht de regering het - in het bijzonder omdat het hier een aanspraak op een door de bevolking op te brengen gunstgave betreft en geen recht op een echt (door eigen stortingen) opgebouwd pensioen - niet wenselijk dat anderen dan een huwelijkspartner als bedoeld in artikel 31 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, in aanmerking kunnen komen voor een uitkering bij wijze van weduwenpensioen als beschreven in artikel 9 van het onderhavige ontwerp. Onder de bevolking van Aruba bestaat immers geen, althans een onvoldoende draagvlak voor de acceptatie van elders voltrokken gelijkgeslachtelijke huwelijken: de normen en waarden in Aruba - en overigens in het gehele Caribisch gebied - lopen namelijk niet, althans niet altijd, parallel aan die in (delen van) Europa. Vervolgens zij ook nog ingegaan op de begripsomschrijving van het begrip "wees". Die omschrijving is niet gelijk aan die in het Burgerlijk Wetboek van Aruba, maar sluit aan op de omschrijving van wat onder het begrip "wees" wordt verstaan in artikel 9, eerste en derde lid, van de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering (AB 1996 no. GT 30). De regering acht het namelijk niet wenselijk om in dit ontwerp aan kinderen van (gewezen) politieke ambtsdragers meer rechten toe te kennen dan de kinderen van de rest van de Arubaanse bevolking aan de laatstgenoemde

30 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 30 van 62 9 landsverordening kunnen ontlenen. Zij acht derhalve de in de Pensioenverordening leden der Staten - in navolging van het Burgerlijk Wetboek van Aruba - opgenomen omschrijving van wie als wees wordt beschouwd, bij nader inzien veel te ruim. Mede gelet op 's regerings streven naar versobering van de onderhavige gunstgaven, is gekozen voor aansluiting bij de omschrijving van het begrip "wees" in de Landsverordening algemene weduwen- en wezenverzekering. Als het in het kader van wijzigingen van die landsverordening besloten zou worden, b.v. de daargenoemde maximale leeftijd waarop een niet-studerende wees recht heeft op een wezenuitkering - te weten op dit moment 15 jaar - te verhogen, dan werkt dat vanzelfsprekend ook door in het onderhavige ontwerp dat naar de omschrijving in die landsverordening verwijst. Ad artikel 2 Het eerste lid van het onderhavige artikel vormt het spiegelbeeld van artikel 3, eerste lid, van "het andere ontwerp", welk artikel voortvloeit uit artikel 11.3, tweede lid, onderdeel f, van de Staatsregeling van Aruba. De regering acht het wenselijk dat wettelijk vastgelegd is dat het herstel in activiteit van een gewezen politieke ambtsdrager die tevoren ambtenaar was, eveneens van rechtswege geschiedt. Met name voor het herkrijgen van de aan de oude functie verbonden rechten (zoals die op de ambtelijke bezoldiging) is dit artikel van belang. Het tweede lid gunt een gewezen politieke ambtsdrager door middel van de eerste volzin een buitengewone vrijstelling van dienst als ambtenaar van dertig dagen - zonder behoud van bezoldiging want hij heeft immers recht op de overbruggingsuitkering, geregeld in 4 van dit ontwerp - ten einde zich te kunnen voorbereiden op de hervatting van de ambtelijke taken die hij tevoren vervulde. Omdat niet ondenkbaar is dat

31 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 31 van een dergelijke ambtenaar uit de periode, voorafgaand aan zijn non-activering, nog recht had op vakantie- of zijn atv-dagen en de regering wenst te voorkomen dat er tussen de betrokken ambtenaar en de regering geschil van mening bestaat over het al dan niet bestaan van het recht daarop, bepaalt het tweede lid dat deze vrije dagen verloren gaan; men heeft immers ter compensatie daarvan recht gekregen op een buitengewone vrijstelling van dienst van 30 dagen. De opbouw van "nieuwe" vakantiedagen begint derhalve vanaf de dag van reactivering. Ad artikel 3 Dit artikel bepaalt dat de gewezen politieke ambtsdrager een tweetal aan een politick ambt verbonden voorzieningen kan ontvangen respectievelijk verzilveren na zijn ontslag of aftreden uit dat politieke ambt. Het gaat in casu om de bijzondere uitkering wegens vrijstelling van ambtvervulling, die hij vanaf de maand juli van dat of het vorige kalenderjaar heeft opgebouwd (vide het eerste lid), en om maximaal de helft van de door hun niet- genoten dagen van vrijstelling van dienst (vide het tweede lid). Aan de betaalbaarstelling van het door hem in de periode na de laatste betaling van de bijzondere uitkering wegens vrijstelling van ambtsvervulling opgebouwde recht op die uitkering, wordt daarentegen niet getornd en daarop kan hij onmiddellijk na zijn ontslag of aftreden aanspraak maken. Ad artikel 4 Dit artikel legt in de aanhef - voor het eerst expliciet - wettelijk vast, wat de achtergrond van het creeren van de aanspraak op een overbruggingsuitkering was en is. Het doel van het creeren van een dergelijke uitkering is nl. om het ook voor niet-ambtenaren aantrekkelijk te

32 11 doen zijn om een politiek ambt - waarvan het behoud bekendelijks een onzekere zaak is - te gaan bekleden. De betrokkene zal immers, indien hij een nietambtelijke functie vervult, gemeenlijk gedwongen zijn (of worden) om ontslag te nemen uit de door hem in de particuliere sector beklede functie, hetgeen zijn carrie- remogelijkheden bij de desbetreffende onderneming vanzelfsprekend niet vergroot (en mogelijkerwijs zelfs permanent frustreert). Om hem in de gelegenheid te stellen na zijn ontslag of aftreden als politieke ambtsdrager gedurende een voldoende lange periode een nieuwe baan te zoeken wordt hem in dit artikel aanspraak op een overbruggingsuitkering toegekend gedurende ten hoogste twaalf maanden, mits hij voldoet aan de in de onderdelen a en b genoemde voorwaarden. De eerste van deze voorwaarden is opgenomen om te voorkomen dat een politieke ambtsdrager, indien hij de in de functie te verrichten werkzaamheden niet bevredigend of te zwaar acht, al na enkele weken ontslag neemt of aftreedt, waarna hij meteen gedurende een jaar recht krijgt op een (relatief hoge) uitkering, zonder dat hij daarvoor een tegenprestatie heeft behoeven te leveren in de vorm van het vervullen van een - relatief zwaar - politiek ambt. Derhalve is bepaald dat hij ten minste zes maanden het desbetreffende politieke ambt bekleed moet hebben om aanspraak te krijgen op de overbruggingsuitkering. De tweede voorwaarde, te weten dat de gewezen politieke ambtsdrager nog niet pensioengerechtigd mag zijn, hangt samen met het feit dat hij bij pensioengerechtigdheid altoos en aanstonds recht kan doen gelden op zowel een uitkering bij wijze van pensioen op grond van de onderhavige landsverordening als op het algemene ouderdomspensioen (en mogelijk nog op een ander pensioen), zodat de betrokkene nimmer volledig armlastig wordt, tenvij1 hij, zijn leeftijd kennende, zich ook op de situatie na zijn ontslag of aftreden heeft kunnen voorbe- Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 32 van 62

33 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 33 van reiden (en zulks ook zou behoren te doen). Ad artikel 5 Zowel ten aanzien van de hoogte, die in het eerste lid is vastgelegd, als van de in artikel 4 vermelde duur van de overbruggingsuitkering vormt de inhoud van dit artikel geen wijziging ten opzichte van de tot dusver voor ministers en leden der Staten geldende bepalingen. De regering is namelijk van oordeel dat een versobering van deze voorzieningen een ongewenste vermindering te weeg zou brengen van het animo bij gekwalificeerde niet-ambtenaren om een politiek ambt te gaan bekleden. Anders dan b.v. in Nederland zijn de mogelijkheden voor niet-ambtenaren om na het vervullen van een politiek ambt een behoorlijke andere betrekking te erlangen niet groot, mede gelet op de bestaande hoge mate van verwevenheid van de politiek met vrijwel alle geledingen van de samenleving. Het tweede lid maakt echter duidelijk dat de uitkering bedoeld is een financiele overbrugging te vormen voor het geval dat hij na zijn aftreden of ontslag niet terstond weer over een regulier arbeidsinkomen beschikt. Anders dan in "de andere landsverordening" ten aanzien van de actieve politieke ambtsdragers, waar geen beletsel is gecreeerd voor het erlangen van inkomsten uit het verrichten van werkzaamheden in de private sector, is in dit lid ten aanzien van de politieke ambtsdragers bepaald dat op de overbruggingsuitkering niet alleen in mindering worden gebracht de direct uit de Landskas verkregen inkomsten en de inkomsten, verkregen van rechtspersonen die met de uitvoering van een publieke taak zijn belast, alsmede de inkomsten, verkregen uit indirect - nl. via subsidie aan instellingen van openbaar nut - uit de Landskas afkomstige gelden, maar ook de in de private sector uit arbeid verkregen inkomsten. Er be-

34 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 34 van hoeft in het laatste geval immers geen sprake te zijn van de in de aanhef van artikel 4 genoemde "onverantwoorde terugval in het inkomen" die de aanleiding vormt voor de toekenning van de overbruggingsuitkering. Ingevolge artikel 20, eerste lid, behoort de rechthebbende op de overbruggingsuitkering melding te maken van deze inkomsten, op "straffe" van verlies van niet alleen de overbruggingsuitkering, maar ook zijn toekomstige uitkering bij wijze van pensioen. De regering is zich overigens zeer wel bewust van het feit dat het voor haar niet goed mogelijk is terstond te constateren dat een gewezen politieke ambtsdrager arbeidsinkomsten uit de private sector heeft, maar zij verwacht dat de betrokkene zich - gelet op de voormelde sanctie, als blijkt dat er sprake is van verzwegen arbeidsinkomsten gedurende de looptijd van de overbruggingsuitkering - zal houden aan de in genoemd artikel 20, eerste lid, beschreven mededelingsplicht. Ad artikelen 6 en 7 Zoals in de algemene toelichting reeds werd vermeld, is de in de drie geldende landsverordeningen gebruikte term "pensioen" voor de uitkeringen aan gewezen ministers, leden van de Staten en Gevolmachtigde Ministers een onjuiste. In deze artikelen worden de onderhavige gunstgaven derhalve - naar 's regerings mening juister - gekarakteriseerd als een uitkering bij wijze van pensioen. De eerste leden van de onderhavige artikelen vormen de grootste versobering van de voorzieningen van gewezen politieke ambtsdragers, die de regering zich voorstelt te realiseren door middel van het onderhavige ontwerp. Waar gewezen ministers en Gevolmachtigde Ministers op dit moment reeds bij het bereiken van de 45-jarige leeftijd en de gewezen leden der Staten op hun vijftigste jaar recht krijgen op een "pensi-

35 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 35 van oen", bepalen de onderdelen a van deze leden dat een toekomstige gewezen politieke ambtsdrager pas in aanmerking komt voor een uitkering bij wijze van pensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde (d.w.z. op dit moment de zestigjarige) leeftijd. In de komende decaden zal deze bepaling daadwerkelijk bijdragen aan een vermindering van de kosten van het Land ten aanzien van deze soort uitkeringen, doordat de omvang van de uitkeringen aan de op dit moment levende rechthebbenden (als gevolg van hun overlijden) zal verminderen en er vooreerst veel minder nieuwe rechthebbenden bij zullen komen dan onder de geldende regelingen. De onderdelen b van deze leden dragen ook - zij het in mindere mate - bij aan de versobering door te vereisen dat men, om rechthebbende op deze uitkering te worden, ten minste een jaar een politiek ambt moet hebben bekleed. Bedacht moet nl. worden dat het bestaan van het recht op de in deze landsverordening neergelegde uitkeringen bij wijze van pensioen niet gelimiteerd is in tijd. De dankbaarheid van de bevolking voor de opofferingen die politieke ambtsdragers zich hebben getroost tijdens de vervulling van hun ambt(en), geldt voor de volledige levensduur van de betrokkene (of diens weduwe). De regering is van oordeel dat de bedoelde opofferingen zich wel over een substantiele periode hebben moeten uitstrekken. In dat verband acht zij het vervullen van een of meer politieke ambten gedurende een periode van twaalf voile maanden aan dat criterium te voldoen. De tweede, derde en vierde leden van de artikelen 6 en 7 verschillen evenwel op een punt nl. de duur van de periode waarin een maximale uitkering bij wijze van pensioen wordt opgebouwd nl. 8 jaar voor ministers en 12 jaar voor leden der Staten en Gevolmachtigde Ministers. De regering acht dit verschil gerechtvaardigd vanwege het verschil in zwaarte tussen het ministersambt en de beide andere politieke ambten. Dat verschil is tot uitdrukking gebracht in de eerste volzin van de

36 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 36 van tweede leden van deze artikelen. De tweede volzin van het tweede lid van artikel 6 stelt buiten twijfel, over welke periode de berekening van het bedrag van de uitkering bij wijze van pensioen moet geschieden, ingeval een gewezen politieke ambtsdrager gedurende meer dan acht jaar minister was, omdat niet waarschijnlijk is dat de bezoldiging van ministers in de toekomst lager is, dan op dit moment het geval, heeft deze volzin voor gewezen ministers een geringe betekenis. Dat is echter niet het geval ten aanzien van de tweede volzin van artikel 7, tweede lid. Omdat de bezoldigingen voor de twee in dat artikel bedoelde ambten verschillen, is het denkbaar dat een gewezen politieke ambtsdrager als daarin bedoeld, de 144 maanden met de hoogste bezoldigingen als basis voor de berekening van het bedrag van de uitkering wenst aan te wijzen; de regering acht zulks niet wenselijk en heeft derhalve in de tweede volzin van dit lid opgenomen dat de bedoelde berekening gebaseerd dient te worden op de bezoldigingen gedurende de laatste 144 maanden waarin de politieke ambten bekleed werden. De derde leden van de onderhavige artikelen leggen de maximale omvang van de uitkering bij wijze van pensioen vast. Het daarin genoemde percentage wijkt niet af van de percentages die nu in de drie geldende landsverordeningen zijn opgenomen, maar dat percentage wordt in dit ontwerp niet gekoppeld aan een ambtelijke bezoldiging, zoals op dit moment het geval is. De regering is nl. van mening dat te dezer zake op een vergelijkbare wijze behoort te worden gehandeld, als bij bedrijfspensioenen gebruikelijk is, en zoals zij zich voorstelt eveneens te regelen met betrekking tot de pensioengrondslag van ambtenaren. Dat betekent dat de hoogte van de uitkering niet langer op de laatstgenoten bezoldiging gebaseerd zal worden, maar op het gemiddelde van de gedurende de laatste 96 respectievelijk 144

37 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 37 van maanden genoten bezoldigingen oftewel het middelloon. Ook door middel van deze leden vindt derhalve een versobering van de materiele voorzieningen van gewezen politieke ambtsdragers plaats. De vierde leden van de artikelen 6 en 7 geven voorschriften met betrekking tot de berekening van de onderhavige uitkering; de inhoud daarvan wijkt eveneens - althans in grote lijnen - niet af van de berekening zoals die op dit moment wordt toegepast ten aanzien van gewezen leden der Staten die in aanmerking komen voor uitkering van hun "Statenpensioen". Ad artikel 8 Het eerste lid bevat een anticumulatiebepaling ten aanzien van de in de artikelen 6 en 7 geregelde uitkeringen bij wijze van pensioen. Men kan immers recht hebben op beide soorten uitkeringen en dan is het wenselijk dat het totaalbedrag daarvan gemaximeerd wordt. Het daarvoor gekozen normbedrag is het bedrag dat toegekend zou zijn aan een minister die acht jaar minister is op het moment waarop een politieke ambtsdrager recht krijgt op beide pensioenen, als die fictieve minister op datzelfde moment zowel pensioengerechtigd als afgetreden zou zijn. Het tweede lid regelt dat de uitkering bij wijze van pensioen van een gewezen politieke ambtsdrager gekort wordt met een gering percentage als bijdrage in de kosten die het Land mogelijkerwijs zal moeten maken voor het toekennen van uitkeringen aan zijn nabestaanden en die van andere gewezen politieke ambtsdragers; het percentage is gesteld op de helft van het voor de actieve politieke ambtsdragers in "de andere landsverordening" opgenomen percentage. Hoewel de opbrengst van deze, reeds bestaande, bijdrage geenszins dekt hetgeen het Land te dier zake de facto uitkeert, acht de regering het juist dat de rechthebbenden op een uit-

38 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 38 van kering bij wijze van pensioen een bedrag, hoe symbolisch ook, afstaan ten behoeve van mogelijke gunstgaven aan hun eigen nabestaanden en die van hun collegagewezen politieke ambtsdragers. Het derde lid bevat een andere substantile versobering van dit ontwerp, namelijk dat een toegekende uitkering bij wijze van pensioen wordt ingekort, indien de rechthebbende de in dit lid bedoelde inkomsten geniet. Voor vele toekomstige gewezen politieke ambtsdragers zal dit lid financiele consequenties hebben, maar het leidt ook tot de door de regering nagestreefde vermindering van de lasten van het Land. Wat de in de onderdelen a tot en met d genoemde inkomsten betreft, zij vermeld dat zij alle betrekking hebben op geheel (ten aanzien van de onderdelen b, c en d) of gedeeltelijk (wat onderdeel a betreft) uit de Landskas komende, respectievelijk gekomen zijnde middelen. De uitkeringen, bedoeld in onderdeel d, hebben betrekking op de op bladzij de 6 van deze memorie genoemde "pensioenen" van gewezen leden van de Eilandsraad van Aruba, gewezen ministers van de Nederlandse Anti llen en gewezen leden van de Staten van de Nederlandse Antillen en niet op uitkeringen bij wijze van pensioen, bedoeld in de artikelen 6 en 7. Het eerste lid regelt immers de samenval van die twee uitkeringen. Ad artikel 9 De inhoud van de eerste twee leden van het onderhavige artikel komt in grote lijnen overeen met de rechten die de weduwe van een overleden politieke ambtsdrager op dit moment te dezer zake heeft. Het betreft hier rechten en geen aanspraken, d.w.z. op het Land rust de plicht de bedoelde bedragen eigener beweging aan de weduwe betaalbaar te stellen. Ten aanzien van het vierde lid zij erop gewezen dat de regering het uit te keren bedrag, indien de overle-

39 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 39 van dene geen nabestaanden heeft of geen nabestaanden die de kosten van de teraardebestelling kunnen (en willen) dragen, zal behoren te besteden aan het doen begraven van de overleden gewezen politieke ambtsdrager. Indien de betrokkene een in functie overleden minister was, zal het bedrag in een dergelijk geval aangewend kunnen worden voor de bekostiging van de in artikel 16, cerste lid, van dit ontwerp bedoelde staatsbegrafenis. Ad artikel 10 De inhoud van dit artikel komt niet volledig overeen met de rechten die op dit moment voor weduwen van (gewezen) politieke ambtsdragers bestaan. Weduwen van politieke ambtsdragers (d.w.z. de weduwe van degenen die gedurende het vervullen van een politiek ambt overlijden) krijgen op grond van het eerste lid van dit artikel aanspraak op een uitkering bij wijze van weduwenpensioen. De uitzonderingen in dit lid hebben enerzijds (onderdeel a) te maken met het feit dat de overledene wel een substantiele tijd een politiek ambt behoort te hebben bekleed om een gunstgave als het weduwenpensioen te kunnen rechtvaardigen. Anderzijds behoort het desbetreffende huwelijk op juiste gronden gesloten te zijn, te weten het vormen van een gezin; de zuiverheid van de motieven van de huwelijkspartners wordt in principe steeds verondersteld. Maar, indien het huwelijk gesloten wordt op een tijdstip waarop bekend is dat de politieke ambtsdrager ernstig ziek is, is niet uit te sluiten dat er bij de partner van de politieke ambtsdrager financiele motieven aan het aangaan van een echtverbintenis ten grondslag liggen. De regering acht het om die reden onverantwoord om aan die huwelijkspartner aanspraak op een gunstgave als de uitkering bij wijze van weduwenpensioen te geven; tot het realiseren van die beperking strekt onderdeel b. Het tweede lid bevat de aanspraak op een uitke-

40 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 40 van ring bij wijze van weduwenpensioen van de weduwe van een gewezen politieke ambtsdrager. Ook dit lid kent een beperking: evenals geldt voor de uitkering bij wijze van pensioen, is op de onderhavige uitkering van toepassing dat daaraan ten grondslag ligt de dankbaarheid van de Arubaanse gemeenschap voor de opofferingen die een echtgenote van een politieke ambtsdrager zich tijdens het vervullen van het desbetreffende politieke ambt of ambten door haar echtgenoot heeft moeten getroosten in de vorm van een kwalitatief minder familieleven. Indien die opofferingen niet ten minste 12 volle kalendermaanden hebben plaatsgevonden (de periode die een gewezen politieke ambtsdrager daadwerkelijk een politieke ambt bekleed moet hebben om een uitkering bij wijze van pensioen te kunnen erlangen), behoort er voor de weduwe naar 's regerings oordeel ook geen aanspraak op een uitkering bij wijze van weduwenpensioen te bestaan. Het bedrag van de uitkering bij wijze van weduwenpensioen wordt ingevolge het derde lid, met behulp van - eventueel - een dubbele fictie, afgeleid van de uitkering bij wijze van pensioen waarop de overleden politieke ambtsdrager aanspraak zou hebben gehad, ingeval hij niet overleden, doch op het tijdstip van overlijden afgetreden of ontslagen was en hij op dat tijdstip de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Dat laatste zal zich echter niet in alle gevallen van overlijden voordoen, zeker nu de lceftijd waarop gewezen politieke ambtsdragers recht op een uitkering bij wijze van pensioen krijgen, niet onaanzienlijk wordt verhoogd. In de onderdelen a en b is om die reden voorzien in de creatie van een fictie dat zulks steeds het geval is. Op die wijze wordt voorkomen dat de weduwe en wezen van een nog niet pensioengerechtigde overleden (gewezen) politieke ambtsdrager niet in aanmerking komen voor een uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen, aangezien die uitkeringen worden afgeleid van een uitkering

41 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 41 van bij wijze van pensioen, welke uitkering vanwege het nog niet bereiken van de benodigde leeftijd niet aan de overledene toegekend is kunnen worden. Ook het in dit lid genoemde percentage komt overeen met dat, vermeld in de drie geldende landsverordeningen. De regering acht het in het kader van haar streven naar anticumulatie van uit de Landskas afkomstige middelen en versobering redelijk dat de onderhavige gunstgave een vermindering ondergaat, indien de gerechtigde bepaalde andere inkomstenbronnen heeft, te weten die, bedoeld in het vierde lid. Hetgeen ten aanzien van de verantwoording van deze inkomsten in de toelichting op artikel 8, derde lid werd vermeld, is eveneens van toepassing op het tweede lid van dit artikel. Ad artikel 11 Voor dit artikel geldt hetzelfde, als in de toelichting op artikel 10, tweede lid, ten aanzien van de uitkering bij wijze van weduwenpensioen werd vermeld. Ook ten aanzien van wezen van gewezen politieke ambtsdragers is de regering van oordeel dat zij alleen een aanspraak op een uitkering bij wijze van wezenpensioen behoren te hebben, als zij een kwalitatief minder gezinsleven hebben gekend als gevolg van het vervullen van een politiek ambt door een hunner ouders. Het derde lid van het onderhavige artikel komt deels overeen met hetgeen op dit moment ten aanzien van wezen van (gewezen) politiek ambtsdragers geregeld is, met dien verstande dat er niet langer onderscheid gemaakt wordt tussen verschillende soorten wezen: alien hebben recht op een achtste deel van de uitkering bij wijze van pensioen waarop hun overleden ouder aanspraak had of zou hebben gehad. Het vierde lid is het complement van hetgeen is geregeld voor de weduwe, namelijk dat de uitkering bij wijze van wezenpensioen gekort wordt met het bedrag

42 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 42 van dat de rechthebbende ingevolge de Landsverordening algemcne weduwen- en wezenverzekering ontvangt, alsmede met de inkomsten uit dezelfde bronnen als vermeld in de artikelen 8, derde lid, onderdeel c, en 10, vierde lid, onderdeel d. Artikel 12 Dit artikel herhaalt hetgeen op dit moment al bepaald is in de drie geldende landsverordeningen. Het kan immers vanzelfsprekend niet zo zijn, dat totaalbedrag aan uitkeringen bij wijze van weduwen- en wezenpensioen met betrekking tot dezelfde overledene hoger uitvallen dan de uitkering bij wijze van pensioen waarop deze, als hij nog in leven (en pensioengerechtigd) zou zijn geweest, aanspraak zou hebben gehad. Ad artikel 13 Het onderhavige artikel geeft regels ten aanzien van het geval waarin een politieke ambtsdrager (vide het eerste lid) en een gewezen politieke ambtsdrager (vide het tweede lid) vermist wordt. De inhoud van de eerste volzin van het eerste lid komt niet geheel overeen met hetgeen to zelfder zake op dit moment in de drie geldende landsverordeningen bepaald is en vormt ook niet geheel een parallel met de artikelen 10, eerste lid, en 11, eerste lid, van dit ontwerp. Niet vereist is in dit geval namelijk dat de vermiste ten minste twaalf voile kalendermaanden een politiek ambt bekleedde; de regering acht het stellen van dat vereiste in het onderhavige lid moreel niet aanvaardbaar. Vanzelfsprekend kan na de toekenning van een tijdelijke uitkering als bier bedoeld, de betaalbaarstelling van de bezoldiging niet gewoon doorgaan. Deze wordt vanaf dat moment dan ook gestaakt; aldus de tweede volzin van dit lid.

43 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 43 van In het tweede lid, dat handelt over de vermissing van gewezen politieke ambtsdragers, wordt de parallel met de artikelen 10, tweede lid, en 11, tweede lid, wel volledig doorgetrokken. Dat heeft tot gevolg dat de vermissing van een gewezen politieke ambtsdrager die geen 12 voile kalendermaanden een politiek ambt bekleedde, en die daarom niet in aanmerking kwam voor een uitkering bij wijze van pensioen, geen aanleiding vormt om aan zijn vermoedelijke nabestaanden aanspraken op uitkeringen als in het ontwerp bedoeld, toe te kennen. De essentie van het derde lid is niet nieuw en komt overeen met hetgeen op dit moment at bepaald is ten aanzien van (gewezen) ministers en (gewezen) leden der Staten. Het vierde lid, waarvan de inhoud ten aanzien van vermiste (gewezen) leden der Staten op dit moment al geldt, beoogt te voorkomen dat na het vaststaan van het overlijden eerst het tijdelijk pensioen moet worden ingetrokken en vervolgens de overeenkomstige "echte" uitkeringen alsnog moeten worden gevraagd en toegekend. Op dit moment is nergens het omgekeerde geval van de situatie, bedoeld in het vierde lid, geregeld. De regering acht het, naar analogie van de aan het vierde lid ten grondslag liggende gedachten, logisch dat ook voor een dergelijk geval naar een praktische oplossing is gezocht en ook gevonden in van rechtswege optredende gevolgen van het in leven blijken te zijn van de (gewezen) politieke ambtsdrager. Omdat de voor de betaalbaarstelling van de tijdelijke uitkeringen en voor het staken van de bezoldiging respectievelijk de uitkering bij wijze van pensioen bij nader inzien geen reden heeft bestaan, omdat de betrokken (gewezen) politieke ambtsdrager nog in leven blijkt te zijn, dienen de gevolgen daarvan zodanig gecorrigeerd te worden, dat deze comptabel te verantwoorden zijn; daartoe strekt de laat-

44 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 44 van ste hoofdzin van dit lid. Ad artikel 14 Door middel van dit artikel wordt de hoogte van de tijdelijke uitkeringen bij wijze van weduwen- en wezenpensioen en de berekening daarvan gekoppeld aan de overeenkomstige bepalingen met betrekking tot de "echte" uitkeringen bij wijze van weduwen- en wezenpensioen en wordt ook artikel 13 van overeenkomstige toepassing verklaard om to voorkomen dat het bedrag van de tijdelijke uitkeringen aan vermoedelijke weduwen en vermoedelijke wezen hoger uitvalt dan de uitkering bij wijze van pensioen, waarvan de tijdelijke uitkeringen zijn afgeleid. Ad artikel 15 Ook de inhoud van het eerste lid van dit artikel komt, op dit moment reeds voor in de drie geldende landsverordeningen, zij het dat de bedoelingen van de huidige bepalingen naar het oordeel van de regering in de onderhavige tekst verduidelijkt en aangescherpt zijn. De inhoud van het tweede lid is nieuw, omdat de regering het onwenselijk oordeelt dat de uitkeringen bij wijze van weduwen- en wezenpensioen die uitgekeerd zijn gedurende de periode dat de schuld aan het overlijden van de (gewezen) politieke ambtsdrager nog niet vaststond, uitgekeerd blijven. Dit lid voorziet derhalve in cen terugvorderingsplicht voor het Land met behulp van de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen (AB 1988 no. GT 12).

45 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 45 van 62 Staten publ Ad artikel 16 Dit artikel continueert de bestaande regeling ten aanzien van de staatsbegrafenis van in functie overleden ministers, zij het dat in het eerste lid uitdrukkelijk is vastgelegd dat de nabestaanden zich daartegen kunnen verzetten. Ad artikel 17 Ten aanzien van een gewezen Gevolmachtigde Minister behoren naar het oordeel van de regering nog enige bijzondere voorschriften te gelden vanwege het feit dat zijn standplaats buiten Aruba ligt. Zo is er in het eerste lid voor zorg gedragen dat degene die als Gevolmachtigde Minister een dienstwoning betrokken heeft, niet op de dag van zijn ontslag als zodanig die woning moet verlaten. De regering acht het redelijk dat hij een maand de tijd heeft om zijn verhuizing naar Aruba te regelen of, indien hij in Nederland zou willen blijven wonen, daar een andere woning te zoeken. Na verloop van die periode zal hij de dienstwoning dienen te verlaten, doch een verlenging van het verblijf aldaar wordt door de formulering van dit lid niet uitgesloten: dat is een aangelegenheid tussen de gewezen Gevolmachtigde Minister en de ministerraad, die een langer verblijf kan toestaan, maar ook bevoegd is alsdan daarvoor een vergoeding te vragen. Het tweede lid komt mogelijk vreemd over, doch hangt samen met het feit dat de regering er meer rekening houdt dat een Gevolmachtigde Minister jonge kinderen kan hebben, ten aanzien van wie het onwenselijk is om hen midden in een Nederlands schooljaar te laten verhuizen en alsdan op een school in Aruba te plaatsen. De formuleringen van de eerste volzin van dit lid maken het derhalve mogelijk dat de gewezen Gevolmachtigde Minister terstond terugkeert naar Aruba, maar zijn echt-

46 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 46 van genote en een of meer kinderen nog enkele maanden (maximaal negen) in Nederland blijven wonen om op een later tijdstip met gebruikmaking van dit lid terug te reizen. Ook de tweede volzin van dit lid is zodanig geformuleerd dat het een geschciden (voor de betrokkene kosteloze) overtocht van de persoonlijke bezittingen die hij mee terug wenst te nemen naar Aruba, mogelijk maakt. Ad artikel 18 De wijze waarop de in deze landsverordening neergelegde aanspraken kunnen worden gerealiseerd, wordt in het onderhavige artikel geregeld. Steeds geschiedt de toekenning van een (tijdelijke) uitkering in de vorm van een landsbesluit; dit is neergelegd in het eerste lid. Het tweede lid bepaalt, voor ieder van de soorten uitkeringen afzonderlijk, welke bescheiden het verzoek dienen te vergezellen. Wat de in dit lid genoemde bij te voegen verklaringen van de secretaris van de ministerraad en de griffier van de Staten betreft, zij opgemerkt dat het theoretisch weliswaar denkbaar is dat deze ambtenaren deze verklaringen niet of niet binnen de periode van 180 dagen willen afgeven, doch de regering is ervan overtuigd dat een dergelijke obstructie, plichtsverzuim zijnde, door de betrokken, hoge - en daardoor verantwoordingsbewuste ambtenaren niet zal worden gepleegd. De regering gnat er dan ook van uit dat de in het vierde lid neergelegde periode van 180 dagen meer dan voldoende is om de in het tweede lid vermelde bescheiden te erlangen. Het derde lid maakt duidelijk dat een onbegeleid of niet volledig met de benodigde bescheiden begeleid verzoek niet in behandeling zal worden genomen. Het vierde lid bewerkstelligt dat een verzoek dat niet op tijd (d.w.z. binnen 180 dagen) ingediend werd,

47 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 47 van zal worden afgewezen; zo volgt uit het gebruik van het woord "mits" in dat lid. De regering acht het namelijk (vooral uit comptabel- en liquiditeitsoogpunt) wenselijk dat zij niet, zoals in het verleden wel gebeurd is, jaren later nog geconfronteerd kan worden met verzoeken om toekenning van een uitkering, waarbij bovendien wordt verzocht de uitkering terug te laten werken tot de datum van ontslag of aftreden. Ad artikel 19 De tijdstippen van het ingaan en het cindigen van uitkeringen vormt het onderwerp van het onderhavige artikel. Het eerste lid bepaalt de wijze waarop de uitkeringen worden toegekend. De inhoud van de onderdelen a en b daarvan behoeven geen nadere uitleg van regeringszijde. Ten aanzien van onderdeel c moge worden vermeld dat de uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen niet op de dag van overlijden ingaat, doch op de eerste dag van de volgende maand, omdat in het vierde lid, onderdeel a is bepaald dat het recht op uitbetaling van een uitkering bij wijze van pensioen nict eindigt op de dag van overlijden van de betrokkene, doch op de laatste dag van de maand van overlijden; de vervaldatum van de uitkering bij wijze van pensioen en de ingangsdatum van een uitkering bij wijze van weduwen- of wezenpensioen sluiten derhalve op elkaar aan, behoudens die ten aanzien van een minder dan 307 dagen na het overlijden van de (gewezen) politieke ambtsdrager geboren kind van betrokkene. Ten aanzien van de ingangsdatum van tijdelijke uitkeringen bij wijze van weduwcn- en wezenpensioen (onderdeel d) acht de regering de dag van aangifte van de vermissing van een (gewezen) politieke ambtsdrager in principe het enige concrete aanknopingspunt voor het

48 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 48 van begin van de aanspraak daarop. Gewezen zij op het vierde lid, onderdeel b, als gevolg waarvan ook hier sprake is van aansluitende data van het vervallen van de ene en het ingaan van een andere uitkering. Het tweede lid bepaalt de einddatum van het recht op uitbetaling van een toegekende overbruggingsuitkering. Dit lid vormt het complement op artikel 4, onderdeel b. Het kan immers voorkomen dat een gewezen politieke ambtsdrager een overbruggingsuitkering aanvraagt op het tijdstip waarop hij de huidige pensioengerechtigde leeftijd - 60 jaar - nog niet bereikt heeft, maar dat hij tijdens de looptijd van die uitkering die leeftijd bereikt; op ddt tijdstip vervalt het recht op die uitkering gedurende de resterende periode waarvoor de overbruggingsuitkering bedoeld was. Het derde lid regelt een in de praktijk veelvuldig voorkomend geval van het vervallen van een toegekende uitkering, te weten in geval het opnieuw gaan bekleden van een politiek ambt door een gcrechtigde tot die uitkering. Het vierde lid bepaalt de datum van het vervallen van uitkeringen bij wijze van pensioen, indien de rechthebbende daarop overlijdt (onderdeel a) of vermist wordt (onderdeel b). De datum in onderdeel a komt al voor in de drie geldende landsverordeningen, terwijl de keuze voor de in onderdeel b vermelde datum reeds verantwoord werd in de toelichting op onderdeel d van het eerste lid. Overigens regelt artikel 20, tweede lid, nog een ander geval van het vervallen van rechten op uitkeringen; verwezen zij naar de toelichting op dat artikel. Ad artikel 20 Vanwege het feit dat geregeld is dat een inkorting plaats behoort te vinden op de ingevolge deze landsver- ordening toegekende uitkeringen met direct of indirect

49 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 49 van uit de Landskas komende middelen (vide de artikelen 5, tweede lid, 7, vierde lid, 10, tweede lid, en12, tweede lid) wordt in de eerste volzin van het eerste lid van dit artikel bepaald dat iedere uitkeringsgerechtigde opgave moet doen van dergelijke inkomsten. De tweede en derde volzin geven vervolgens voorschriften ten aanzien van dat tijdstip waarop de kennisgevingen moeten worden gedaan, al naar gelang de basis van de inkomsten. Het tweede lid bevat de sanctie op een constatering van niet-naleving van de in het eerste lid aan de rechthebbenden opgelegde rechtsplicht. Deze bestaat uit het vervallen van het recht op uitbetaling van toegekende uitkeringen en eventuele in de toekomst ontstaande aanspraken; deze vervallenverklaring geschiedt "ex nunc", d.w.z. vanaf de dagtekening van de desbetreffende beschikking. De tekst van dit lid regelt dat een dergelijke beschikking genomen wordt door een ambtenaar teneinde alle schijn van politieke invloed op de beoordeling van een geval als hierbedoeld, te vermij den. De regering acht - het zij herhaald - de in dit lid vermelde sanctie zowel passend als straf voor daadwerkelijk gepleegd misbruik van de door de wetgever ten aanzien van gewezen politieke ambtsdragers vastgelegde voorzieningen, als een voldoende drempel om mogelijk misbruik te voorkomen. Voor de goede orde zij vermeld dat de onderhavige aangelegenheid een beschikking betreft, waarop de Landsverordening administratieve rechtspraak (AB 1993 no. 45) van toepassing is (vide artikel 23). Het derde lid geeft aan degene die ambtelijk verantwoordelijk is voor de betaalbaarstelling van de uitkering, de bevoegdheid om zelf onderzoek te doen naar het eventueel ontvangen van uit de Landskas afkomstige gelden. Zonder een dergelijke bevoegdheid zal hij immers - nu het niet alleen gelden, direct atkomstig van het Land, betreft - niet in alle gevallen kennis kunnen

50 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 50 van dragen van het ontduiken door rechthebbenden op uitkeringen als hierbedoeld, van de in het eerste lid neergelegde rechtsplicht. De publiekrechtelijkc rechtspersonen en civielrechtelijke instellingen ten aanzien waarvan hij deze bevoegdheid krijgt, worden genoemd in de artikelen 8, derde lid, onderdeel c, 10, vierde lid, onderdeel d, en 11, vierde lid, onderdeel b, maar in het onderhavige lid wordt, nu het steeds om dezelfde instellingen gaat, alleen naar artikel 8, derde lid, onderdeel c, verwezen. Maar ook als het een rechthebbende betreft op een uitkering als bedoeld in de eerste leden van de artikelen 10 en 11, kan de vorenbedoelde ambtcnaar van de hier toegekende bevoegdheid gebruik maken, nu het dezelfde instellingen betreft. Ad artikel 21 De regering acht het niet wenselijk dat een rechthebbende kan eisen dat de aan hem toegekende uitkering contant betaalbaar gesteld wordt, noch door middel van een cheque of op een bankrekening in het buitenland, omdat hierdoor extra administratieve lasten voor het Land ontstaan. Het onderhavige artikel voorkomt zulks. Ad artikel 22 Zoals in de algemene toelichting reeds enkele keren aan de orde kwam, is de regering van oordeel dat het onwenselijk is aan de rechten to tornen van degenen die op dit moment in het genot zijn van een "pensioen" als beschreven in de drie geldende landsverordeningen. Hoewel zij hun (eventuele meerdere) "pensioenen" mogen behouden, zullen deze, indien zij daarnaast nog andere, direct of indirect uit de Landskas afkomstige extra inkomsten genicten, een vermindering ondergaan ter

51 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 51 van grootte van de bedoelde extra inkomsten. De regering acht - het zij herhaald - een dergelijke cumulatie van Landsgelden op dit moment maatschappelijk niet meer te rechtvaardigen. Tot het wettelijk vastleggen daarvan strekt het eerste lid. Degene die als gewezen minister, gewezen lid der Staten of gewezen Gevolmachtigde Minister op het tijdstip van inwerkingtreding van dit ontwerp in het be- zit is van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, be- sluit weer een politiek ambt te gaan bekleden, behoort naar het oordeel van de regering te beseffen dat hij daardoor onder de werking van "de andere landsverordening" komt te vallen en vervolgens, na zijn ontslag of aftreden, onder de werking van dit ontwerp. Dat bete- kent niet dat het verleden waarin hij reeds eerder een politiek ambt bekleedde, opeens niet meer zou bestaan, in de zin dat die periode niet meer zou mcetellen in het kader van dit ontwerp; dat is niet het geval. Het artikel heeft wel als consequentie dat zijn "oude" uitkering niet terstond herleeft, en dat zijn overbruggingsuitkering en een eventuele uitkering bij wijze van pensioen berekend worden met toepassing van de voorschriften van dit ontwerp. Een gewezen lid van de Staten dat op dit mo- ment recht heeft op een zgn. Statenpensioen, omdat hij b.v. 52 jaar oud is, zal, indien hij op zijn 54-ste weder- om voor vier jaren zitting zou nemen in de Staten of een ministersfunctie zou accepteren, na afloop van die peri- ode weliswaar een jaar recht hebben op een (al dan niet met toepassing van het tweede lid van artikel 5 ingekor- te) overbruggingsuitkering, doch niet meteen weer op een uitkering bij wijze van pensioen, omdat hij op het moment van aftreden nog geen 60 jaar (de op dit mo- ment geldende pensioengerechtigde leeftijd) is. Als hij vervolgens die leeftijd bereikt heeft, zullen de perioden van vervulling van politiek ambt voor en na de inwer- kingtreding van dit ontwerp worden meegeteld bij de berekening van de uitkering bij wijze van pensioen

52 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 52 van overeenkomstig de voorschriften van dit ontwerp. Ad artikel 23 Zoals hiervoor reeds werd vermeld, is de regering van mening dat beslissingen omtrent de al dan niet toekenning van de in dit ontwerp geregelde uitkeringen, alsmede over de hoogte daarvan, beschikkingen zijn als bedoeld in de Landsverordening administratieve rechtspraak. Omdat de onderhavige uitkeringen de facto gunstgaven (ofwel schenkingen) zijn en derhalve geredeneerd zou kunnen worden dat het bij het vcrstrekken daarvan om civielrechtelijke rechtshandelingen gaat, is het namelijk wenselijk dat in dit artikel 's regerings oordeel expliciet wordt vastgelegd. Ad artikel 24 In "het andere ontwerp" worden in artikel 21 diverse artikelen in twee van de drie geldende landsverordeningen vervallen verklaard, omdat de inhoud van die artikelen is opgenomen in dat ontwerp. Het onderhavige artikel trekt alle landsverordeningen die betrekking hebben op de voorzieningen voor (gewezen) politieke ambtsdragers in, aangezien het onderhavige ontwerp tesamen met "het andere ontwerp" alle overige, door de regering relevant geachte, aangelegenheden uit de vier bctrokken landsverordeningen opnicuw regelt. Ad artikel 25 Dit ontwerp en de andere landsverordening zijn beoogd om op 1 januari 2011 in werking te treden, doch de regering is zich ter dege bewust van het feit dat zij afhankelijk is van de snelheid waarmee de Staten deze ontwerpen wenst te behandelen. Niettemin hoopt zij de datum van 1 januari te halen

53 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 53 van vanwege het krachtige signaal dat de regering daarmee aan de samenleving geeft, in die zin dat ook de politici de buikriem wensen aan to halen en niet alleen de burgerij voor de gevolgen van de economische crisis willen laten opdraaien. Om die reden heeft zij de genoemde datum vermeld in het eerste lid. De minister van Algemene Zaken De minister van Fi Utiliteite e nergie, nu icatie, De minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu, 1 De minister p - /sort en Arbeid, iv civoil4w'' De minister van Voliss,gezondheid en Sport,

54 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 54 van De minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur, De minister van Justitie en Onderwijs,

55 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 55 van 62 Staten publ ARUBA RAAD VAN ADVIES L.G. Smith Boulevard 8, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) Fax (297) rva setamet.aw ()curl, Ctrutha. LECRETARIS MINISTERRAA0!N G, j circ 'NO,.t.t.?ir VOLO NO, UMW " 3f c(-t. X-j-,zoio-;),oli -63g egctae, A Agi zijne Excellentie De Gouverneur van Aruba t.a.v. De Minister van Justitie en Onderwijs Bestuurskantoor Alhier. Uw kenmerk: LV -10/0034 uw brief: Onderwerp: Ontwerp-landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) Ons kenmerk: RvA rr-..., ecese. uirectie WETGEVING EN ntledac.btt:.204k EN [ ,1 Volg no.11,jr4i 0 - WV, Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerplandsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) 1. Algemeen Met de onderhavige voorstellen wordt een allesomvattende regeling beoogd van de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun nabestaanden. De voorstellen vloeien voort uit een protocol van 27 augustus 2010 dat naar aanleiding van de zgn. Sociale Dialoog is gesloten. Hoewel met de onderhavige voorstellen 'een substantiele versoberine wordt beoogd, wordt verzuimd deze inzichtelijk te maken. Dit dient conform artikel 6, Comptabiliteitsverordening 1989 alsnog te geschieden. Ook het feit dat de onderhavige voorstellen volgens de ondergetekenden een 'opoffering'2 zou inhouden, rechtvaardigt een inzichtelijk maken van de omvang hiervan. Voorts wordt in de toelichting opgemerkt dat er alleen op korte termijn financiele consequenties aan de onderhavige voorstellen verbonden zullen zijn indien de Staten voortijdig worden ontbonden3. De Raad acht het noodzakelijk dat deze thans onbegrijpelijke stelling nader wordt onderbouwd. 2. Ontwerp-landsverordening 2.1 Naar aanleiding van voorgesteld artikel 2 en de toelichting daarop, wil de Raad I MvT, p. 2 2 MvT, p. 1 3 MvT, p. 5 1

56 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 56 van 62 RvA aandacht vragen voor het onwenselijke feit dat diensten en directies ontwricht raken als bij het gaan bekleden van een politieke functie door een ambtenaar, diens functie openhlijft (en permanent wordt waargenomen). Evenmin komt het de dienst (en de verhoudingen) ten goede indien na langere tijd functies opnieuw worden vcrvuld door personen wiens kennis t.a.v. het bepaalde vakgebied niet meer actueel is en die met hun vrijwillige keuze voor politick en bestuur de carriere doorstroom van de achterblijvers hebben verstoord. Het voorgestelde van rechtswege herstel in activiteit van cen gewezen politieke ambtsdrager die tevoren ambtenaar was, zou nirnmer dienen in te houden het van rechtswege herkrij ging van de oude functie, doch van een vergelijkbare functie. 2.2 De Raad geeft in aanbeveling in voorgesteld artikel 3, tweede lid, niet te spreken van het 'verlies' van een politick ambt, doch van 'beeindiging'. Voorts is dit lid thans zo geredigeerd dat de bedoelde aanspraak ontstaat op vergoeding van ten hoogste de helft van het aantal dagen dat de politieke ambtsdrager is vrijgesteld van dienst, ongeacht of (en hoeveel dagen) de desbetreffende gewezen politieke ambtsdrager deze heeft genoten4. Uit de toelichting blijkt ook dat dit niet de bedoeling kan zijn. De Raad acht het noodzakelijk dat dit artikel confoi in wordt aangepast. 2.3 Naar aanleiding van voorgesteld artikel 8, eerste lid, rijst de vraag waarom geen soortgelijke regeling voor gewezen Statenleden is opgenomen. 2.4 Aan het slot van het eerste lid van voorgesteld artikel 22 staat de zinsnede 'en wat gewezen politieke ambtsdragers betreft' opgenomen: deze is overbodig, nu de onderhavige voorstellen immers uitsluitend de gewezen politieke ambtsdragers betreft. 3. Memorie van toclichting 3.1 De Raad heeft in de toelichting een overmatig gebruik van het woord 'opoffering' aangetroffen. Op pagina 4 is het toegepast in de relatie tussen de werkzaamheden van politieke ambtsdragers en de aanspraak die zij na afloop van hun ambtsvervulling krijgen op een uitkering bij wijze van pensioen. Dc Raad wil er op wijzen dat 'opoffering' in dit verband geen dragende motivering is. Tegenover een bepaalde inspanning dient een passende beloning te staan en daarna een uitkering bij wijze van pensioen zoals conform de onderhavige nicuwe regeling het geval zal zijn, nu de politieke ambtsdragers volgens deze regeling een pensioen van maximum 70% van hun alsdan geldende geindexeerde middelloon zullen toucheren, in plaats van een pensioeninkomen van 70% van de (veel lagere) hoogste ambtelijke bezoldiging volgens de thans bestaande regeling. Voor het overige is er sprake van cen cigen keuze voor de loopbaan van politick ambtsdrager en is er geen aanleiding voor enig surplus, vooral niet nu de desbetreffende ambtsdragers geen premies hebben afgedragen. Ook op pagina 14 en 19 wordt gesproken van 'opofferingen' van politieke ambtsdragers en van 'dankbaarheid' van de bevolking jegens politick ambtsdragers. De Raad geeft in ieder geval in overweging niet namens de bevolking dergelijke stellingnamen aan te nemen in de toelichting. 3.2 De Raad is van mening dat bij definitiebepalingen kan worden volstaan met de objectieve verwijzing naar hetgeen daaronder (zo mogelijk) in andere wetgeving wordt volstaan, zonder tendentieuze 'onderbouwingen' op te nemen in de toelichting'. Hoe de Omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking kan de vrijstelling van ambtsvervulling nict worden aangernerkt als vakantie. 5 MvT, p. 8 2

57 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 57 van 62 RvA bevolking van Aruba denkt over gelijkgeslachtelijke huwelijken is immers nimmer empirisch onderzocht. Ten aanzien van het begrip weduwe of weduwnaar is het voldoende om te verwijzen naar huwelijkspartner als bedoeld in artikel 31 BWA. 3.3 De Raad heeft ernstige bezwaren tegen de wijze waarop de ondergetekenden denken de gronden van het huwelijk te kunnen toetsen. In het Burgerlijk Wetboek van Aruba staan de geobjectiveerde formele bezwaren tegen het sluiten van een huwelijk limitatief opgesornd. Het oogmerk en de zuiverheid van de motieven behoren hier niet toe, evenmin is het aan de wetgever deze te toetsen. Indien een uitkering als bedoel in artikel 10 alleen aan de huwelijkspartner als bedoel in artikel 31 BWA toekomt (waarmee gelijkgeslachtelijke partners reeds worden uitgesloten) is een beperking op grand van zuiverheid van motieven aan te merken als strijdigheid met het recht om te huwen, zoals gegarandeerd in her EVRM. 4. Conclusie en eindadvies De Raad kan zich voor het overige verenigen met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp en geeft U mitsdien in overweging dit ontwerp aan de Staten ter goedkeuring aan te bieden, nadat met het voorgaande rekening zal zijn gehouden. De Adjunct-secretaris, De Voorzitter, mr. A. Braamskamp A.J

58 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 58 van 62 Staten publ fdtvi} van CWA,yG ARUBA imkenmork: Onderwerp: 2nlil ' : -,e. 'd 10 i V 01, 0 : 1...\ i.. 10 /00 34,...c,c,,,;,,,!,: Lk/ Mat! f Ons kenrnerk: S Lk.( - ontwerp-landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de financiele voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen (Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden) Aan de Gouverneur van Aruba, Plaza Eman 3, ALHIER. 10 Orartjestad, a Ik heb de eer u hierbij mede namens mijn ambtgenoten van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie, van Algemene Zaken, van Integratie, Infrastructuur en Milieu, van Toerisme, Transport en Arbeid, van Volksgezondheid en Sport, en van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur aan te bieden het advies van de Raad van Advies d.d. 1 december 2010, nr. RvA betreffende de bovenvermelde ontwerp -Landsverordening. De Raad kan zich met de doelstelling en inhoud van het onderhavige ontwerp verenigen en adviseert u te be- a sluiten conform de daarin neergelegde voorstellen, doch nadat met zijn op- en aanmerkingen rekening is gehouden. Op deze op- en aanmerkingen zal worden 1 ingegaan in de volgorde zoals die door de Raad in zijn advies is aangehouden Algemeen De Raad maakt allereerst een opmerking dat alhoewel met de in het onderhavige ontwerp opgenomen voorstellen "een substantiele versobering" wordt beoogd, er echter verzuimd wordt deze op de een of andere manier inzichtelijk te maken. Ook acht de Raad het noodzakelijk om de - in de memorie van toelich-

Citeertitel: Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden

Citeertitel: Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden Intitulé : LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de financiële voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen Citeertitel:

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdragers

: LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdragers Intitulé : LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdragers Citeertitel: Landsverordening voorzieningen politieke

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 29 oktober 1991 houdende nieuwe regeling van de toekenning van uitkering en van pensioen aan statenleden, zomede van pensioen aan hun nabestaanden Citeertitel: Pensioenverordening

Nadere informatie

Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers

Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Citeertitel: Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Vindplaats : AB 2000 no.

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 3 augustus 2000, houdende regels inzake het stimuleren tot vrijwillig uittreden uit overheidsdienst

: LANDSVERORDENING van 3 augustus 2000, houdende regels inzake het stimuleren tot vrijwillig uittreden uit overheidsdienst Intitulé : LANDSVERORDENING van 3 augustus 2000, houdende regels inzake het stimuleren tot vrijwillig uittreden uit overheidsdienst Citeertitel: Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding Vindplaats

Nadere informatie

2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 20 december 2013 tot wijziging van onder meer de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering (AB 1990 no. GT 33), de Landsverordening algemene

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

2010 no. 99 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2010 no. 99 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2010 no. 99 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 31 december 2010 houdende regels inzake het verstrekken van een toeslag aan werknemers in de private sector die een beperkt loon genieten en

Nadere informatie

Gouverneur van de Nederlandse Antillen personeel en organisatie. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gouverneur van de Nederlandse Antillen personeel en organisatie. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd andsverordening verhoging leeftijdsgrens 1996 of 8 6/29/2012 12:53 PM Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regelin LANDSVERORDENING van de 27ste december 1995 tot

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2019 No. 9 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 12 de maart 2019 ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet van 12 december 1985,

Nadere informatie

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. Intitulé : LANDSVERORDENING van 9 maart 2000, houdende bijzondere regels inzake de rechtspositie van Arubaanse ambtenaren, werkzaam bij de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de

Nadere informatie

************************* AB 2010 no. 99 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 08 januari 2014 *************************

************************* AB 2010 no. 99 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 08 januari 2014 ************************* Intitulé : LANDSVERORDENING van 31 december 2010 houdende regels inzake het verstrekken van een toeslag aan werknemers in de private sector die een beperkt loon genieten en aan personen die een ouderdoms-,

Nadere informatie

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 8 Landsverordening tot regeling van de uitkering en het pensioen voor politieke gezagdragers en van het pensioen voor hun nabestaanden (Pensioenregeling

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2013 no. 60; AB 2013 no. 96; AB 2018 no. 34 ====================================================================

Wijzigingen: AB 2013 no. 60; AB 2013 no. 96; AB 2018 no. 34 ==================================================================== Intitulé : LANDSVERORDENING van 31 december 2010 houdende regels inzake het verstrekken van een toeslag aan werknemers in de private sector die een beperkt loon genieten en aan personen die een ouderdoms-,

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Datum ondertekening. Bron bekendmaking Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 16de september 1970 ter

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende voorzieningen in verband met de privatisering van het Algemeen Pensioenfonds van Aruba

: LANDSVERORDENING houdende voorzieningen in verband met de privatisering van het Algemeen Pensioenfonds van Aruba Intitulé : LANDSVERORDENING houdende voorzieningen in verband met de privatisering van het Algemeen Pensioenfonds van Aruba Citeertitel: Landsverordening privatisering APFA Vindplaats : AB 2005 no. 30

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1987 no. 28; AB 1995 no. 61; AB 1998 no. 50 ==================================================================== HOOFDSTUK 1

Wijzigingen: AB 1987 no. 28; AB 1995 no. 61; AB 1998 no. 50 ==================================================================== HOOFDSTUK 1 Intitulé : LANDSBESLUIT houdende algemene maatregelen, houdende regelen met betrekking tot de bezoldiging en verdere inkomsten, pensioengrondslag, alsmede de overbruggingsuitkering na ontslag van dienstplichtigen

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1974-1975 13 288 Wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1947, H 313) en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1947,

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Vermindering

Nadere informatie

: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank. Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank

: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank. Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Intitulé : Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Vindplaats : AB 1995 no. GT 1 Wijzigingen: Geen Artikel 1 Er is in Aruba een bank, genaamd Sociale

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de tot wijziging van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 21ste december 1965 ter uitvoering van artikel 26 lid 7 van de Landsverordening

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2018 No. 13 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 2 e maart 2018 tot wijziging van de artikelen 7, eerste lid, 7a, eerste lid, en 26, derde tot

Nadere informatie

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

IS Staten ZJ Gebruikmakend van het recht der Staten, toegekend in artikel V.4 van de Staatsregeling van

IS Staten ZJ Gebruikmakend van het recht der Staten, toegekend in artikel V.4 van de Staatsregeling van Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5 zimngsjaaf 2013-2014- `-78 É' Landsverordening tot wijziging van de Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers (AB 2010 no. 90) AANBIEDING NO. l à x

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Datum ondertekening. Bron bekendmaking Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 30ste december 1997 tot

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2018 No. 14 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 2 e maart 2018 tot wijziging van de artikelen 11, 12, en 29 van de Landsverordening Algemene Weduwen-

Nadere informatie

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN WET van 20 maart 1981 tot instelling van een Algemeen Oudedagsvoorzieningsfonds (S.B. 1981 no. 30), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1981 no. 190, S.B. 1982 no. 74, S.B.

Nadere informatie

Wezenpensioen Brochure

Wezenpensioen Brochure brochure Wezenpensioen_Layout 1 5/1/2016 5:39 PM Page 1 Wezenpensioen Brochure brochure Wezenpensioen_Layout 1 5/1/2016 5:39 PM Page 2 Inhoudsopgave Inleiding Pag. 3 Wanneer heeft het kind recht op een

Nadere informatie

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62.

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 83 Partnerpensioen ex-partner bij overlijden voor 65 jaar Recht op bijzonder Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 65

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie

Regeling zorgverzekering

Regeling zorgverzekering Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij

Nadere informatie

PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME

PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME ;c4 PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME Telefoon: 472841 fax :(597)475266 e-mail : secretariaat@oresident.nov.sr Onderwerp: aanbieding Ontwerpwet houdende nadere wijziging van de Wet financièle voorzieningen

Nadere informatie

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

--------------------------------------------- ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: Dwjz11-086 --------------------------------------------- Landsverordening houdende regels inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Landsverordening terbeschikkingstelling arbeidskrachten)

Nadere informatie

Apr. staterk. IiLojaicta a x-001- a.0ot9-6oi NO. I

Apr. staterk. IiLojaicta a x-001- a.0ot9-6oi NO. I Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 7 staterk. IiLojaicta a x-001- a.0ot9-6oi ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening belasting op AANBIEDING NO. I STATEN VAN ARUBA Ingek. 0 NOV,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

Datum ondertekening. Bron bekendmaking A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87 Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 19de januari 2001 ter

Nadere informatie

2019 no. 15 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2019 no. 15 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2019 no. 15 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 11 maart 2019 ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening op de geneesmiddelenvoorziening (AB

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

2014 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 27 november 2014 houdende bijzondere voorzieningen ten aanzien van de pensioenregelingen voor ambtenaren, gewezen ambtenaren en daarmee gelijkgestelden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 320 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 494 Wet van 6 november 2008, houdende regeling van de rechtspositie van de vice-president van de Raad van State, de staatsraden en de staatsraden

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2015 No. 11 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 15 de mei 2015, tot wijziging van het Gevarenklassenbesluit ongevallenverzekering in verband met

Nadere informatie

Uitkeringen bij wijze van pensioen

Uitkeringen bij wijze van pensioen Uitkeringen bij wijze van pensioen Uitvoeringsregels voor de toekenning en berekening van de hoogte van de uitkering. Ministerie van Algemene Zaken afdeling P&O St. Maarten, juni 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

==================================================================== I. Definities. Artikel 1

==================================================================== I. Definities. Artikel 1 Intitulé : Vakantieverordening Citeertitel: Vakantieverordening Vindplaats : AB 1993 no. GT 11 Wijzigingen: AB 1997 no. 34; 2013 no. 20; I. Definities Artikel 1 In deze landsverordening en de naar aanleiding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 406 Beschikking van de Minister van Justitie van 23 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Pensioenbesluit politieke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2017 No. 43 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14 december 2017, tot aanpassing van het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 1 februari

Nadere informatie

SIAM Ma QAM-briu -ev) - 624

SIAM Ma QAM-briu -ev) - 624 fs1 :A D SIAM Ma QAM-briu -ev) - 624 Landsverordening houdende bepalingen met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdragers (Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers)

Nadere informatie

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET 1975 No. 164-c GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME LANDSBESLUIT van 24 november 1975, houden de nieuwe bepalingen met betrekking tot het verlenen van jaarlijkse vakantie aan

Nadere informatie

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 12 november 2014 tot wijziging van de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51) en de Landsverordening loonbelasting (AB 1991 no.

Nadere informatie

Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Provinciaal Blad 1995-17 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 januari 1995, nr. 95-160038, tot afkondiging van de Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Landsverordening van de regelende de instelling, inrichting, samenstelling en bevoegdheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 424 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet privatisering ABP, de Werkloosheidswet en de Ziektewet in verband met

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 43 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 4 augustus 2016 tot wijziging van de dagloongrenzen voor 2015, genoemd in de Landsverordening ongevallen

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Landsverordening van 4 december 1989 houdende regelen met betrekking tot het ter beschikking stellen van arbeidskrachten: tekst in P.B. 1989, no 73; gewijzigd bij: 1. Landsverordening van de 11de september

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 946 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in verband met een verkorting

Nadere informatie

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. rv 113 Bestuursdienst nr. PI9900204 Den Haag, 11 mei 1999 Aan de gemeenteraad Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. Wij zijn in overleg met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 581 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Nr. 1337 29 november 2018 3e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR Het Dagelijks

Nadere informatie

RECHTSPOSITIEREGLEMENT

RECHTSPOSITIEREGLEMENT RECHTSPOSITIEREGLEMENT voor Bezoldigde Bestuurders van de AFMP ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemeen 1. Bezoldigde bestuurders van de AFMP worden in functie benoemd door de Bondsvergadering van de vereniging

Nadere informatie

====================================================================

==================================================================== AB 1991 no. GT 63 Intitulé : Landsverordening loonbelasting Citeertitel: Landsverordening loonbelasting Vindplaats : AB 1991 no. GT 63 Wijzigingen: AB 1993 no. 73; AB 1997 nos. 34, 80; AB 2000 no. 101

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging

Nadere informatie

2013 no. 43 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 43 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 43 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 17 juli 2013 houdende regels inzake de heffing van een bijzondere belasting voor verblijf door niet-ingezetenen in timeshareresorts, logementen

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 122 Wet van 15 maart 2010 tot harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 4 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 10 de januari 2014 tot vaststelling van de jaarlijkse bijdrage van het Land aan het Algemeen Fonds

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

ANW- Hiaat Reglement 2015. De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

ANW- Hiaat Reglement 2015. De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland ANW- Hiaat Reglement 2015 De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...

Nadere informatie

IKAP-Regeling rijkspersoneel

IKAP-Regeling rijkspersoneel (Tekst geldend op: 02-02-2015) IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van

Nadere informatie

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN 79 Volksgezondheidswetgeving Landsverordening beperking vestiging medische

Nadere informatie

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname (Tekst geldend op: 30-03-2014) Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname (authentiek: nl) Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 15 september 2011

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 15 september 2011 De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 6 september 2011 gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 15 september 2011 gelet op het bepaalde in 147/149

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening minimumlonen Citeertitel: Landsverordening minimumlonen Vindplaats : AB 1989 no. GT 26 Wijzigingen: AB 1992 no. 81; AB 1993 nos. 2, 77; AB 1994 nos. 66, 67; AB 1995 no. 84;

Nadere informatie

ANW- Hiaat Reglement 2015

ANW- Hiaat Reglement 2015 ANW- Hiaat Reglement 2015 1 februari 2016 Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van het deelnemerschap... 7 Artikel 5.

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 16 Landsverordening van de 11 de april 2016 tot wijziging van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26779 21 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2012, nr. IVV 51458,

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt: AGP 19 (f) ABVRBN 20130403 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, - gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011; - gelet op het voorstel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de

Nadere informatie

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2002 / 28. Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970)

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2002 / 28. Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970) Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2002 / 28 Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970) Publicatiedatum 19 december 2001 (Voorlopige publicatie: na verkrijging goedkeuring van Gedeputeerde

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie