STATEN VAN CURA<;AO ZITTINGSJAAR

Transcriptie

1 STATEN VAN CURA<;AO ZITTINGSJAAR LANDSVERORDENING tot wijziging van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, tot wijziging van de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren alsmede tot intrekking van de Duurtetoeslagregeling gepensionneerden 1943 No.5 NOTA VAN WIJZIGING Het ontwerp wordt als volgt gewijzigd: A. In het in artikel I, onderdeel N, opgenomen artikel 27 vervalt in het eerste lid de zinsnede:, voor zover het betreft de overige jaren die in aanmerking komen als diensttijd. B. In het in artikel I, onderdeel 0, opgenomen artikel 28, eerste lid, wordt "inkomsten uit ondememing en arbeid" vervangen door: inkomsten uit ondememing of arbeid. c. In het in artikel I, onderdeel S, opgenomen artikel 31a, zesde lid, wordt "van overeenkomstige toepassing op een beeindiging op beeindiging" vervangen door: van overeenkomstige toepassing op een beeindiging. 1

2 D. In het in artikel I, onderdeel Z, opgenomen artikel 62, tweede lid, wordt "de betrefffende pensioengrondslag" vervangen door: de betreffende pensioengrondslag. E. In het in artikel I, onderdeel FF, opgenomen artikel89a, tweede lid, wordt "wordt dat plan besproken met de minister," vervangen door: wordt dat plan besproken met de Bank, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Landsverordening Algemeen Pensioenfonds Cura~ao, de minister,. F. In artikel I, onderdeel GG, wordt: a. in het eerste lid "het vijfde lid wordt vemurnrnerd naar derde lid" vervangen door: het vijfde lid wordt vemurnrnerd naar tweede lid; b. in het tweede lid, aanhef, "worden een eerste en tweede lid" vervangen door: wordt een eerste lid; c. in het in het tweede lid opgenomen artikel101, eerste lid, "de door de directie van de Centrale Bank van Cura~ao en Sint Maarten vastgestelde, op 1 januari van het daaropvolgende jaar geldende beleningsrente" vervangen door: de wettelijke rente. G. In artikel V, tweede lid, wordt "inkomsten uit ondemerning en arbeid" vervangen door: inkomsten uit ondemerning of arbeid. H. Aan het in artikel I, onderdeel II, opgenomen artikel110b: a. vervalt in het eerste lid, eerste volzin, "het produkt van 1,3 en" en wordt in de tweede volzin van het eerste lid "in vorige volzin" vervangen door: in de vorige volzin. b. komt het tweede lid te luiden: 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 30a gewezen overheidsdienaren voor wat betreft hun uitzicht op pensioen. 2

3 c. worden, na vemummering van het derde lid tot zesde lid, na het tweede lid drie leden ingevoegd, luidende: 3. Het ouderdomspensioen van de degenen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt, indien dat pensioen wordt toegekend met ingang van de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt, verhoogd met het bedrag bedoeld in het vierde lid. 4. Het bedrag van de verhoging bedoeld in het derde lid, is gelijk aan het produkt van 0,3 en het bedrag van de aanspraak op pensioen, bedoeld in het eerste lid. 5. Indien de pensioenen worden aangepast als bedoeld in artikel 30, eerste lid, op een moment dat ligt voorafgaande aan de dag waarop het ouderdomspensioen ingaat dan wordt het bedrag van de pensioenaanspraak, bedoeld in het vierde lid, op overeenkomstige wijze aangepast. d. wordt in het (nieuw) zesde lid "De in het eerste en tweede lid, bedoelde vermenigvuldiging met de factor 1,3" vervangen door: De in het derde lid bedoelde verhoging. e. wordt na het (nieuw) zesde lid, een lid toegevoegd, luidende: 7. Bij de berekening van een nabestaandenpensioen, bijzonder nabestaandenpensioen en wezenpensioen blijft de verhoging, bedoeld in het derde lid, buiten beschouwing. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op een verhoging als bedoeld in het lloc, derde lid. I. Aan het in artikel I, onderdeel II, opgenomen artikel110c: a. vervalt in het derde lid "met inachtneming van artikel 110b," en wordt "bedrag van de aanspraak op pensioen" vervangen door: bedrag van de aanspraak op pensioen, na te zijn verhoogd met het bedrag van de verhoging, bedoeld in artikel 110b, derde lid,. b. wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Indien na een verlaging als bedoeld in het derde lid, de betreffende gepensioneerde overheidsdienaar overlijdt, wordt, onverminderd artikel 110b, zevende lid, die verlaging buiten beschouwing gelaten bij de berekening van het betreffende nabestaandenpensioen, bijzonder nabestaandenpensioen of wezenpensioen. J. In het met artikel II in de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren in te voegen artikel7 wordt in het tweede lid "als bedoeld in artikell2, derde lid," vervangen door: als bedoeld in artikel110c, eerste en tweede lid,. 3

4 Toelichting Onderdeel A Dit onderdeel is redactioneel van aard. Het betreft het herstel van een overbodige passage. Onderdeel B Dit onderdeel beoogt de op deze plaats in het ontwerp voorgestelde tekst te verduidelijken. Die oorspronkelijke tekst zou makkelijk kunnen leiden tot het misverstand dat aileen de gevallen waarin zowel inkomsten uit ondememing als inkomsten uit arbeid worden genoten, zijn bedoeld. Vanzelfsprekend gaat het bij anticumulatie ook om de gevallen waarin, hetzij inkomsten uit ondememing worden genoten, hetzij inkomsten uit arbeid. Onderdeel C Dit onderdeel betreft een louter redactionele correctie. Onderdeel D Dit onderdeel betreft een louter redactionele correctie. Onderdeel E Met dit onderdeel wordt een omissie hersteld. De Centrale Bank houdt ingevolge de Landsverordening Algemeen Pensioenfonds Cura<;ao toezicht op het Algemeen Pensioenfonds Cura<;ao. Het is logisch dat, naast de betrokken ministers en vakbonden, ook die toezichthouder wordt betrokken bij het herstelplan bedoeld in het in artikel I, onderdeel FF, van het on twerp voorgestelde 89a. Onderdeel F Dit onderdeel betreft redactionele correcties. Ook wordt het inmiddels achterhaalde begrip "beleningsrente" door het begrip "wettelijke rente" vervangen. Onderdeel G Dit onderdeel beoogt de op deze plaats in het ontwerp voorgestelde tekst te verduidelijken. Die oorspronkelijke tekst zou makkelijk kunnen l~iden tot het misverstand dat aileen de gevailen waarin zowel inkomsten uit ondememing als inkomsten uit arbeid worden genoten, zijn bedoeld. Vanzelfsprekend gaat het bij anti- 4

5 cumulatie ook om de gevallen waarin, hetzij inkomsten uit ondemerning worden genoten, hetzij inkomsten uit arbeid. Onderdeel H De ontwerp-landsverordening waar deze nota van wijziging betrekking op heeft, voorziet voor wat betreft de arnbtelijke pensioenregeling onder meer in een verhoging van de pensioenleeftijd van 60 jaar naar 65 jaar. In verband met die verhoging wordt met het vorenbedoelde antwerp in de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren onder andere ingevoegd artikel llob. Dat artikel llob voorziet in een verhoging van de waarde van de tot aan de datum van inwerkingtreding van het voorliggende antwerp opgebouwde aanspraken op pensioen. Die verhoging is bedoeld als een compensatie voor het wegvallen van de vijf jaren waarin het ouderdomspensioen niet zal worden uitgekeerd doordat de pensioenleeftijd wordt verhoogd naar 65 jaar. De tekst van artikel llob wordt met deze nota van wijziging aangepast teneinde de tekst van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren in overeensternrning te brengen met de wijze waarop het pensioenfonds de pensioenaanspraken adrninistratief verwerkt. Voor het nabestaandenpensioen zullen door de onderhavige verhoging van de pensioenleeftijd geen uitkeringsjaren wegvallen. Het ingangsmoment van een een nabestaandenpensioen is niet afhankelijk van het bereiken van een bepaalde leeftijd. Bepalend voor het ingaan van een nabestaandenpensioen is daarentegen een geval van overlijden. Een compensatie is voor deze pensioenvorm dus niet nodig. Met het voorgestelde zevende lid wordt voorkomen dat de compensatie toch doorwerkt in het nabestaandepensioen.indien dat niet wordt gedaan, zal voorts de beoogde verbetering van dekkingsgraad met 2% maar zeer ten dele worden gerealiseerd. Er is geen sprake van een benadeling. Het aandeel van een nabestaande in het tot nu toe opgebouwde recht wordt niet lager en ook dat opgebouwde recht wordt niet lager. Wat hier is gezegd van de nabestaandenpensioen, geldt op overeenkomstige wijze ook voor het bijzondere nabestaandenpensioen en het wezenpensioen.. Onderdeel I Dit onderdeel I kan niet los worden gezien van de in onderdeel H voorgestelde wijziging. Aangezien de verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken, bedoeld in het in artikel I, onderdeel II, opgenomen artikel llob, buiten beschouwing zal worden gelaten, zallogischerwijs ook moeten worden voorkomen dat de verlaging op grond van het in artikel I, onderdeel II, opgenomen artikel lloc, eerste en tweede lid, 5

6 doorwerkt in het nabestaandepensioen, bijzonder nabestaandenpensioen of wezenpensioen. Onderdeel J Dit onderdeel is redactioneel van aard. Het betreft het herstel van een verkeerde vewijzing. Willemstad, De Minister van Financien, De Minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening, 6