NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman"

Transcriptie

1 NSO-typering 2017 Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen en Arjan Wisman

2

3 NSO-typering 2017 Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen en Arjan Wisman Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, in het kader van de Wettelijke Onderzoekstaak onderzoeksthema Economische Informatievoorziening (projectnummer WoT ) Wageningen Economic Research Wageningen, september 2017 NOTA

4 Everdingen, Walter van, Arjan Wisman, NSO-typering 2017; Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Wageningen, Wageningen Economic Research, Nota blz.; 0 fig.; 5 tab.; 0 ref. Deze publicatie is tot stand gekomen op basis van activiteiten die behoren tot de Wettelijke Onderzoekstaken. De uitvoering van deze taken wordt gecoördineerd door het Centrum voor Economische Informatievoorziening (CEI). Het CEI ziet toe op de onafhankelijkheid van de uitvoering en de borging van de kwaliteit. Trefwoorden: Standaardopbrengst, SO, Standaard Verdiencapaciteit, SVC, bedrijfsgrootte, bedrijfstype, bedrijfstypering, normen, NSO, land- en tuinbouw Dit rapport is gratis te downloaden op of op (onder Wageningen Economic Research publicaties) Wageningen Economic Research Postbus 29703, 2502 LS Den Haag, T , E communications.ssg@wur.nl, Wageningen Economic Research is onderdeel van Wageningen University & Research. Wageningen Economic Research hanteert voor haar rapporten een Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Wageningen Economic Research, onderdeel van Stichting Wageningen Research, 2017 De gebruiker mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven en afgeleide werken maken. Materiaal van derden waarvan in het werk gebruik is gemaakt en waarop intellectuele eigendomsrechten berusten, mogen niet zonder voorafgaande toestemming van derden gebruikt worden. De gebruiker dient bij het werk de door de maker of de licentiegever aangegeven naam te vermelden, maar niet zodanig dat de indruk gewekt wordt dat zij daarmee instemmen met het werk van de gebruiker of het gebruik van het werk. De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken. Wageningen Economic Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Wageningen Economic Research is ISO 9001:2008 gecertificeerd. Wageningen Economic Research Nota Projectcode Foto omslag: Shutterstock

5 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Standaardopbrengst (SO) SO-norm per product SO: omvang van een bedrijf 7 3 NSO-bedrijfstypen 8 4 Standaard Verdiencapaciteit (SVC) Inleiding en definities Grootteklasse SVC 11 5 Gebruik van de gegevens 13 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Schematisch overzicht opbrengst, kosten en resultaat 14 Overzicht van rubrieken, normen, voorwaarden, coderingen en indelingen voor Landbouwtelling Toelichting bij gebruik van de normen en indelingen 32 Verklarende woordenlijst 33 Belangrijkste wijzigingen Lijst van medewerkers 36

6

7 1 Inleiding Bedrijfstypering Binnen de agrarische sector komen zeer uiteenlopende productiestructuren en -systemen voor. Om de structurele kenmerken en de economische resultaten gemakkelijker te kunnen analyseren en beschrijven, is een eenduidige, homogene classificatie van landbouwbedrijven noodzakelijk. Die classificatie, gebaseerd op economische normen, is in Europees verband in de jaren tachtig ontwikkeld en sindsdien enkele malen aangepast. De actuele documentatie van de Europese Commissie is opgenomen in het Typology Handbook (RI/CC 1500 rev 4). Het onderhoud van de typering en de normen in Nederland wordt gecoördineerd door het Centrum voor Economische Informatievoorziening (CEI) en uitgevoerd door Wageningen Economic Research. Nederlandse variant Bij elk van de aanpassingen is door Nederland gekozen om een eigen variant te gebruiken waarin meer recht wordt gedaan aan specifiek Nederlandse agrarische producten, zoals zetmeelaardappelen, bloembollen en blank kalfsvlees. De besluitvorming over die Nederlandse variant vond plaats in overleg met het ministerie van Economische Zaken, CBS en Wageningen Economic Research. Tot en met 2009 werd voor de Nederlandse variant het brutostandaardsaldo (bss), de Nederlandse grootte-eenheid (nge) en de NEG-typering gebruikt. In 2010 zijn die criteria vervangen door de Standaardopbrengst (SO) en de NSO-typering. Standaardopbrengst en Standaard Verdiencapaciteit In 2014 is voor de Nederlandse variant een nieuw kengetal geïntroduceerd: de Standaard Verdiencapaciteit (SVC) van bedrijven. Dat kengetal is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, vanwege verschillen in marge tussen de sectoren. Met de SVC is de bedrijfsgrootte van bedrijven over bedrijfstypen heen meer gerelateerd aan arbeidsinzet en resultaat dan bij de SO het geval is. De typering is gekoppeld aan de Landbouwtelling. De normen worden berekend voor de categorieën dieren en gewassen die in de Landbouwtelling worden uitgevraagd. In de Landbouwtelling van 2016 zijn veel nieuwe categorieën opgenomen. Ook is er een algehele herberekening van de normen naar prijsniveau 2013 doorgevoerd. Voor een deel van de producten, met name die met kleine arealen of klein aantal dieren waarvan geen informatie beschikbaar is, is de norm niet gebaseerd op resultaten van het product zelf, maar op gemiddelden van andere producten uit dezelfde productcategorie. In 2017 is het aantal wijzigingen beperkt (zie bijlagen 2 en 5). Doel van het document Het doel van dit document is inzicht verschaffen in de achtergronden, rekenschema s, indelingen en normen die bij de typering in gebruik zijn rond de Landbouwtelling van Achtereenvolgens komen in de volgende hoofdstukken de Standaardopbrengst (1), de NSO-typering (2), de Standaard Verdiencapaciteit (3) en het gebruik van de gegevens (4) aan bod. Wageningen Economic Research Nota

8 2 Standaardopbrengst (SO) Vanaf 2010 is de Standaardopbrengst (SO) in gebruik als maatstaf om de omvang en specialisatiegraad van bedrijven vast te stellen. In databestanden als de CBS-Landbouwtelling en het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research zijn de wijzigingen teruggerekend vanaf het jaar Bij de Standaardopbrengst wordt onderscheid gemaakt tussen de Standaardopbrengst per agrarisch product (SO-norm per product) en de omvang van een bedrijf (Standaardopbrengst per bedrijf). 2.1 SO-norm per product De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst (in euro) per ha of per dier die met een gewas of diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Opbrengsten uit bedrijfstoeslagen en subsidies zijn niet in de norm meegenomen. Voor biologische productiemethoden worden dezelfde normen gehanteerd als voor gangbare productiemethoden. De SO-norm wordt vastgesteld voor elk agrarisch product dat in de Landbouwtelling wordt gevraagd. De agrarische producten van de Landbouwtelling van 2017, met hun normen, voorwaarden en coderingen zijn opgenomen in bijlage 2. Vaststellen en gebruik van de SO-norm De SO-normen zijn gebaseerd op genormaliseerde vijfjaargemiddelde opbrengsten. De normen worden door Wageningen Economic Research vastgesteld in elk jaar dat Eurostat de Farm Structure Survey (FSS) uitvoert. Tussentijds kunnen wijzigingen plaatsvinden door aanpassingen in de lijst van producten die in de Landbouwtelling worden gevraagd. Voor de Landbouwtelling van 2017 worden de normen van prijsniveau 2013 gebruikt. Deze normen zijn in 2016 vastgesteld. Ze zijn gebaseerd op opbrengsten en prijzen uit de jaren (tabel 2.1). Een belangrijk hulpmiddel bij het vaststellen van de normen is het Bedrijveninformatienet. Ook worden andere bronnen, zoals KWIN, gebruikt om de fysieke productie en prijzen per product vast te stellen. Voor een deel van de producten, met name de producten die niet vaak voorkomen, is geen (betrouwbare) informatie over opbrengsten per ha of prijzen per kg beschikbaar. In die gevallen zijn gegevens gebruikt van min of meer vergelijkbare producten of gemiddelden van producten uit dezelfde categorie. Tabel 2.1 SO-prijsniveau per Landbouwtellingsjaar Landbouwtellingsjaar SO-prijsniveau Basisjaren voor SO-normen SO SO SO SO Wageningen Economic Research Nota

9 2.2 SO: omvang van een bedrijf De definitie van de Standaardopbrengst komt overeen met die van de Standard Output die vanaf 2010 in Europese statistieken (onder andere FSS en Farm Accountancy Data Network (FADN)) wordt gebruikt. Het is een bedrag in euro per bedrijf en staat voor een gestandaardiseerde opbrengst op jaarbasis. De Standaardopbrengst (in euro per bedrijf), de totale bedrijfsomvang van een bedrijf, wordt berekend als sommatie van de totale SO van alle gewassen en dieren. In die totale bedrijfsomvang is dus geen rekening gehouden met opbrengsten uit bijvoorbeeld subsidies, bedrijfstoeslagen en multifunctionele activiteiten. Rond het meetellen van de SO van jonge dieren (kalveren, biggen, lammeren, geitjes) gelden enkele voorwaarden, omdat de opbrengst van die jonge dieren in de norm van de moederdieren is meegenomen (zie de toelichting in bijlage 3). De opbrengst van gewassen die op het eigen bedrijf worden geteeld en gebruikt, zoals gras en snijmais op een melkveebedrijf, worden in de totale SO meegenomen. In de werkelijke financiële opbrengsten van een bedrijf wordt het intern verkeer immers niet meegenomen. Ook dit leidt dus, net als bovenstaande punten, tot een verschil tussen de Standaardopbrengst en de werkelijke opbrengsten van een bedrijf. Tabel 2.2 toont een voorbeeldberekening van de vaststelling van de bedrijfsomvang in SO. Tabel 2.2 Voorbeeldberekening a) voor bedrijfsomvang (SO) van een landbouwbedrijf Rubriek Aantal eenheden SO-norm Totaal SO Melk- en kalfkoeien Jongvee < 1 jaar, vrouwelijk b) Jongvee 1-2 jaar, vrouwelijk Grasland, blijvend Bieten, suiker Totaal a) Totaal SO = Aantal eenheden * SO-norm; b) voor deze rubriek gelden speciale voorwaarden, zie bijlage 3. Wageningen Economic Research Nota

10 3 NSO-bedrijfstypen De specialisatiegraad van een bedrijf, het NSO-bedrijfstype, wordt berekend vanuit aandelen van Standaardopbrengsten (SO) per groep van producten in het totaal. Bij die groepering geldt in eerste instantie een indeling in vijf sectoren: 1. Akkerbouw 2. Tuinbouw 3. Blijvende teelten 4. Graasdieren 5. Hokdieren. Afhankelijk van de aandelen van de SO van de groepen producten van het bedrijf wordt het NSOhoofdtype vastgesteld. Voor elk van de vijf hierboven genoemde sectoren geldt dat als het aandeel groter is dan 2/3, het dan een gespecialiseerd bedrijf is. Als geen van de individuele sectoren een groter aandeel heeft dan 2/3, dan wordt het bedrijf ingedeeld bij één van de drie groepen gecombineerde bedrijven (tabel 3.1, bedrijfstypenummer 6, 7 en 8). Vanuit het schema in tabel 3.1 volgt dat een bedrijf wel in één of meerdere sectoren actief kan zijn, maar dat het altijd in maar één bedrijfstype wordt ingedeeld. Dat betekent dat bijvoorbeeld bedrijven met vleesvarkens niet altijd ook gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven zijn. De NSO-typering kent indelingen op twee verschillende niveaus, namelijk: Hoofdtype (1-digit), die een waarde kan hebben van 1 tot en met 9. Hierbij geldt dat een bedrijf met agrarische productie nooit in bedrijfstype 9 (niet-ingedeelde bedrijven) kan worden ingedeeld. Subtype (4-digit), waarin de hoofdtypen verder worden gespecificeerd. Het eerste cijfer komt daarbij altijd overeen met de code van het hoofdtype. Als het laatste cijfer een 0 is, komt de (formule van de) groepsindeling overeen met de Europese typering, anders is het een Nederlandse aanpassing ervan. De coderingen en naamgevingen rond de NSO-typering zijn opgenomen in tabel 3.1. Daar staan ook de voorwaarden, in de vorm van formules, die voor die typering gelden. In de formules worden coderingen gebruikt, waarvan de toelichtingen en indelingen zijn terug te vinden in bijlagen 2 en 3. 8 Wageningen Economic Research Nota

11 Tabel 3.1 NSO-typering, codes en naamgeving Code Omschrijving Formule 1 Akkerbouwbedrijven P1 > 2/ Graan-, oliezaad- en eiwitgewasbedrijven P151 + P > 2/ Zetmeelaardappelbedrijven N1601 > 1/ Akkerbouwgroentebedrijven > 1/ Akkerbouwbedrijven vooral voedergewassen FCP1 > 2/ Overige akkerbouwbedrijven Overige P1 > 2/3 2 Tuinbouwbedrijven P2 > 2/ Glasgroentebedrijven N2111 > 2/ Snijbloemenbedrijven N2121 > 2/ Pot- en perkplantenbedrijven N2122 > 2/ Overige glastuinbouwbedrijven N N N2122 +N2131 > 2/ Opengrondsgroentenbedrijven > 2/ Bloembollenbedrijven N2221 > 2/ Paddenstoelbedrijven > 2/ Boomkwekerijbedrijven > 2/ Overige tuinbouwbedrijven Overige P2 > 2/3 3 Blijvendeteeltbedrijven P3 > 2/ Wijngaardbedrijven > 2/ Fruitbedrijven > 2/ Overige blijvendeteeltbedrijven Overige P3 > 2/3 4 Graasdierbedrijven P4 > 2/ Melkveebedrijven > 3/4 GL en GL > 1/10 P Vleeskalverenbedrijven N4611 > 2/3 GL en GL > 1/10 P Overige rundveebedrijven P46 > 2/3 GL en GL > 1/10 P Schapenbedrijven > 2/3 GL en GL > 1/10 P Geitenbedrijven > 2/3 GL en GL > 1/10 P Paard- en ponybedrijven 3.01 > 2/3 GL en GL > 1/10 P Graasdierbedrijven vooral voedergewassen FCP4 > 2/ Overige graasdierbedrijven Overige P4 > 2/3 5 Hokdierbedrijven P5 > 2/ Fokzeugenbedrijven N5111 > 2/ Vleesvarkensbedrijven N5121 > 2/ Overige varkensbedrijven N N5121 > 2/ Leghenbedrijven voor consumptie-eieren N5211 > 2/ Vleeskuikenbedrijven > 2/ Overige pluimveebedrijven P52 > 2/ Overige hokdierbedrijven Overige P5 > 2/3 6 Gewascombinaties P1+P2+P3 > 2/ Gewascombinaties P1+P2+P3 > 2/3 7 Veeteeltcombinaties P4+P5 > 2/ Veeteeltcombinatie, vooral graasdieren P4 > P Veeteeltcombinatie, vooral hokdieren P4 <= P5 8 Gewas-/veecombinaties Overige SO > Akkerbouw-/graasdiercombinaties P1 > 1/3 en P4 > 1/ Overige gewas-/veecombinaties Overige 9 Niet-ingedeelde bedrijven SO = Niet-ingedeelde bedrijven SO=0 De gewassen en dieren die bij de codes horen zijn terug te vinden in bijlage 2; de betekenis van de coderingen in de formules in bijlage 3. Wageningen Economic Research Nota

12 4 Standaard Verdiencapaciteit (SVC) 4.1 Inleiding en definities De bedrijfsomvang in SO is over bedrijfstypen heen niet sterk gerelateerd met de arbeidsinzet of het resultaat van een bedrijf. Een akkerbouwer houdt bijvoorbeeld van euro opbrengsten gemiddeld veel meer toegevoegde waarde over dan een vleesvarkenshouder (respectievelijk circa 40% en circa 8%), doordat in de varkenshouderij de toegerekende kosten relatief hoog zijn. Met het kengetal Standaard Verdiencapaciteit (SVC) wordt daar rekening mee gehouden. Voor vergelijking van bedrijven uit verschillende sectoren op basis van schaalgrootte naar arbeidsbehoefte of toegevoegde waarde is de omvang in SVC beter te gebruiken dan de omvang in SO. In bijlage 1 worden de genoemde economische kengetallen en hun relaties via twee rekenschema s in beeld gebracht. De SVC geeft een beeld van de vergoeding voor de inzet van arbeid en kapitaal die een bedrijf op basis van standaarden gemiddeld in een jaar behaalt met de agrarische productie, los van wie de arbeid of het kapitaal heeft geleverd. Opbrengsten uit bedrijfstoeslagen, betaalrechten, subsidies of multifunctionele landbouw zijn daarin dan niet meegenomen. De werkelijk gerealiseerde toegevoegde waarde van een bedrijf zal vrijwel nooit gelijk zijn aan de berekende SVC, vanwege verschillen in prijsvorming, technisch resultaat, productbewerking, subsidies, intern verkeer of opbrengsten uit multifunctionele activiteiten. De SVC van een bedrijf wordt berekend door de Standaardopbrengst van vastgestelde SO-groepen te vermenigvuldigen met de Verdiencoëfficiënt van die SO-groep. Die coëfficiënt geeft aan welk deel van de Standaardopbrengst (SO) gemiddeld als vergoeding voor arbeid en kapitaal resteert voor die specifieke groep van agrarische producten (SO-groep). De genoemde SO-groepen zijn ook in gebruik voor het vaststellen van het NSO-type (zie tabel 3.1). In tabel 4.1 is de verdiencoëfficiënt per SOgroep weergegeven voor gebruik bij de SO-normen die in 2017 geldig zijn. De verdiencoëfficiënten, en daarmee ook de SVC, zijn in 2013 ontwikkeld en in 2014 voor het eerst beschikbaar gesteld. Ze zijn alleen beschikbaar voor de Landbouwtellingen vanaf In 2017 zijn er twee bestaande SO-groepen verder uitgesplitst. De schapen zijn afgesplitst van de groep overige graasdieren en het overig pluimvee van de groep overige veehouderij. Daarmee zijn de uitkomsten voor bedrijven met die SO-groepen specifieker geworden. 10 Wageningen Economic Research Nota

13 Tabel 4.1 Verdiencoëfficiënt per SO-groep, behorend bij SO-prijsniveau 2013 Code SO-groep Omschrijving SO-groep Verdiencoëfficiënt P1 Akkerbouw 0,379 N2111 Glasgroenten 0,322 N2121 Glasbloemen 0,291 N2122 Pot- en perkplanten 0,344 N2131 Overig glastuinbouw 0,365 N2221 Bloembollen 0, Opengrondsgroenten 0, Boomkwekerij 0, Paddenstoelen 0,186 Overig P2 Overig tuinbouw (P2 exclusief hierboven genoemd) 0,117 P3 Blijvende teelt 0,536 P45-bewerking a) Rundvee, exclusief vleeskalveren en vleesvee > 1 jaar 0,268 N4611 a) Vleeskalveren 0, a) Geiten 0, a) Schapen 0,080 Overig P4 a) Overige graasdieren (GL, exclusief hierboven genoemd) 0,050 N5111 Fokvarkens 0,174 N5121 Vleesvarkens 0,070 N5211 Leghennen, exclusief moederdieren 0, Vleeskuikens 0,115 Overig P52 Overig pluimvee (P52, exclusief hierboven genoemd) 0,134 Overig P5 Overige veehouderij (P5, exclusief hierboven genoemd) 0,401 a) De SO van FCP4 wordt evenredig verdeeld over de vijf genoemde SO-groepen. In tabel 4.2 is voor twee voorbeeldbedrijven met akkerbouw en varkens het resultaat van de SO- en SVC-berekening gegeven. Beide bedrijven hebben een totale omvang van euro SO, maar bedrijf 1 heeft vooral SO uit akkerbouw en bedrijf 2 vooral uit vleesvarkens. Doordat de verdiencoëfficiënt van akkerbouw hoger is dan van vleesvarkens, is de totale SVC van bedrijf 1 bijna driemaal hoger dan van bedrijf 2. Bedrijf 1 zal normaal gesproken dus een hogere toegevoegde waarde opleveren en meer arbeidsinzet vragen dan bedrijf 2. Tabel 4.2 varkens Voorbeeldberekening van de SVC van twee landbouwbedrijven met akkerbouw en SO-groep Verdiencoëfficient Bedrijf 1 Bedrijf 2 SO SVC SO SVC Akkerbouw 0, Vleesvarkens 0, Totaal Grootteklasse SVC Voor gebruik van de SVC zijn standaardgrootteklassen vastgesteld. De gehanteerde grenzen van die klassen zijn gebaseerd op de gemiddelde gerealiseerde verhouding van de SVC per arbeidskracht en zijn dus bij een gemiddeld-efficiënte arbeidsinzet. De werkelijke arbeidsinzet van een individueel agrarisch bedrijf hangt onder andere mede af van de efficiëntie van de arbeidsinzet, de mate van mechanisering en de multifunctionele activiteiten. Omdat de werkelijke toegevoegde waarde van een bedrijf af kan wijken van de norm is het mogelijk dat de omschrijving bij de grootteklasse niet van toepassing is op elk individuele bedrijf. De uitkomsten moeten dan ook vooral als een (globale) richtlijn worden gezien. Wageningen Economic Research Nota

14 Er zijn 5 klassen gedefinieerd op basis van het bedrag aan SVC: 1. < euro: zeer kleine bedrijven Deze bedrijven vragen voor de agrarische activiteit volgens de in gebruik zijnde standaarden een arbeidsinzet van maximaal 0,75 arbeidsjaareenheden (aje), tenzij de arbeid duidelijk minder efficiënt of tegen een lagere vergoeding dan gemiddeld wordt ingezet euro: kleine bedrijven Deze bedrijven vragen voor de agrarische activiteit volgens de in gebruik zijnde standaarden een arbeidsinzet van 0,75 tot maximaal 1,5 aje, afhankelijk van de mate van automatisering en de efficiëntie waarmee de arbeid kan worden ingezet euro: middelgrote bedrijven Deze bedrijven zijn van dusdanige omvang dat voor ongeveer 1,5 tot 2,5 aje een gemiddelde toegevoegde waarde kan worden gerealiseerd euro: grote bedrijven Deze bedrijven zijn van dusdanige omvang dat voor ongeveer 2,5 tot 5 aje een gemiddelde toegevoegde waarde kan worden gerealiseerd. 5. >= euro: zeer grote bedrijven Deze bedrijven kunnen aan meer dan 5 aje arbeid bieden tegen een gemiddelde vergoeding. De naamgeving van de grootteklassen is relatief en gebaseerd op de verdeling van bedrijven in de populatie van land- en tuinbouwbedrijven. Voor 2015 geldt bijvoorbeeld dat van de krap bedrijven ongeveer 45% als zeer klein moet worden beschouwd en ongeveer 6% als zeer groot (zie In vergelijking met bedrijven uit andere sectoren kan het zijn dat een bedrijf met 6 werknemers niet als zeer groot wordt beoordeeld, maar als klein wordt gezien. 12 Wageningen Economic Research Nota

15 5 Gebruik van de gegevens Het primaire doel van de classificaties rond de SO is gebruik in statistiek en onderzoek. De bedrijfsomvang in Standaardopbrengst (SO) en het NSO-bedrijfstype wordt voor alle landbouwbedrijven in Nederland door het CBS berekend. Het CBS gebruikt daarvoor de gegevens van bedrijven uit de Landbouwtelling, de door Wageningen Economic Research berekende SO-normen en het in dit document beschreven rekenschema. CBS stelt de informatie beschikbaar voor onderzoek, in bestanden die op de landbouwtelling gebaseerd zijn. Ook gebruikt CBS de uitkomsten in de statistieken over de landbouw die via hun website worden ontsloten. Wageningen Economic Research biedt via internet een Rekenmodule aan, waar gebruikers bedrijfsomvang en -type van een bedrijf kunnen berekenen, door zelf oppervlaktes van gewassen en aantallen dieren in te vullen. Ook buiten statistiek en onderzoek wordt gebruik gemaakt van de classificaties. In diverse regelgevingen wordt bijvoorbeeld verwezen naar volwaardigheid van bedrijven of naar volwaardige arbeidskrachten. Vaak wordt dat gekoppeld aan de bedrijfsomvang van bedrijven, waarbij soms nog de Nederlandse grootte-eenheden (nge) als maatstaf worden genomen en soms de Standaardopbrengst (SO), als vervanger van de nge. Met de introductie van de SVC ligt het voor de hand om in dergelijke regelgeving meer op dat kengetal te focussen dan op de SO. Volwaardigheid gaat immers eerder over arbeidsinzet of toegevoegde waarde dan over omzet. Het gebruik van de normen bij deze toepassingen is uiteraard de verantwoordelijkheid van de regelgevers. Ook bij gebruik van de SVC geldt dat het gebruik als indicator voor volwaardigheid van bedrijven vooral indicatief is, want door de gehanteerde uitgangspunten bij de vaststelling van de normen of door een specifieke bedrijfssituatie kan het resultaat van een bedrijf afwijken van de standaarden. Wageningen Economic Research Nota

16 Bijlage 1 Schematisch overzicht opbrengst, kosten en resultaat Schema 1 Opbrengsten, kosten en resultaat op bedrijfsniveau Opbrengsten Saldo (basis voor nge) Toegerekende kosten Arbeid Rente en pacht Nettobedrijfsresultaat Ondernemers Familie Personeel Eigen vermogen Vreemd vermogen Pacht Afschrijvingen Onderhoud, brandstoffen, energie, loonwerk, algemene kosten Veevoer, diergezondheid Zaaizaad, pootgoed, meststoffen, gewasbescherming Overige toegerekende kosten Factorkosten Nonfactorkosten Netto toegevoegde waarde Schema 2 Resultaat landbouwproductie ten behoeve van SO en SVC Resultaat landbouwproductie Factorkosten bij landbouwproductie Toegevoegde waarde (basis voor SVC) Opbrengsten Landbouwproductie (basis voor SO) Nonfactorkosten bij landbouwproductie Subsidies Overige 14 Wageningen Economic Research Nota

17 Bijlage 2 Overzicht van rubrieken, normen, voorwaarden a), coderingen en indelingen voor Landbouwtelling 2017 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Granen Wintertarwe ha P1 P15 P Zomertarwe ha P1 P15 P Rogge (geen snijrogge) ha 915 P1 P15 P Wintergerst ha P1 P15 P Zomergerst ha P1 P15 P Haver ha P1 P15 P Korrelmais ha P1 P15 P Corn cob mix ha P1 P15 P Franse boekweit ha P1 P15 P Spelt ha P1 P15 P Teff ha P1 P15 P Triticale ha P1 P15 P Kanariezaad ha P1 P15 P Naaldaar (setaria) ha P1 P15 P Quinoa ha P1 P15 P Granen, overig ha P1 P15 P151 Eiwithoudende gewassen Erwten (droog te oogsten) ha 910 P Kapucijners en grauwe erwten ha P Niet-bittere lupinen ha P Veldbonen (onder andere duiven-, paarden-, wierbonen) ha 895 P Bruine bonen ha P Tuinbonen (droog te oogsten) ha P1 Aardappelen Aardappelen, consumptie ha P1 P Aardappelen, poot NAK ha P1 P17

18 16 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Aardappelen, poot TBM ha P1 P17 N Aardappelen, zetmeel ha P1 P17 N1601 Bieten Suikerbieten ha P1 P Aardperen ha FC FC Voederbieten ha FC FC17 Hop Hop ha P1 Oliehoudende gewassen Koolzaad, winter ha P1 P Koolzaad, zomer ha P1 P Raapzaad ha P1 P Zonnebloemen ha P1 P Sojabonen ha P1 P Lijnzaad niet van vezelvlas ha P1 P Blauwmaanzaad ha P1 P Niger ha P1 P16 Industriegewassen Vezelvlas ha P Vezelhennep ha 930 P Karwijzaad, oogst dit jaar ha P Valeriaan, productie N ha P Lavas (maggiplant), productie N ha P Angelica, productie N ha P Peterselie, productie N ha P Wilde marjolein (oregano), productie N ha P Echinacea (zonnehoed), productie N ha P Overige kruiden, productie N ha P Cichorei ha P1 Groenten open grond Boerenkool, productie ha P Erwten: groen te oogsten ha P Knolselderij, productie ha P1

19 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Koolraap, productie ha P Kroten/rode bieten, productie ha P Poot- en plantuien (inclusief sjalotten) ha P Schorseneren, productie ha P Spinazie, productie ha P Stamsperziebonen (=stamslabonen), productie ha P Suikermais ha P Tuinbonen (groen te oogsten) ha P Waspeen, productie ha P Winterpeen, productie ha P Witlofwortel, productie ha P Zaai-uien ha P Zilveruitjes ha P1 Groenten volle grond Aardbeien open grond, vermeerdering ha P Aardbeien open grond, wachtbed ha P Aardbeien open grond, productie ha P Aardbeien op stellingen, vermeerdering ha P Aardbeien op stellingen, wachtbed ha P Aardbeien op stellingen, productie ha P Andijvie, productie ha P Asperges, oppervlakte die nog geen productie oplevert ha P Asperges, oppervlakte die productie oplevert ha P Augurk, productie ha P Bloemkool, winter, productie ha P Bloemkool, zomer, productie ha P Bospeen, productie ha P Broccoli, productie ha P Chinese kool, productie ha P Courgette, productie ha P Knolvenkel/venkel, productie ha P Komkommer, productie ha P Koolrabi, productie ha P2

20 18 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Meloen, productie ha P Paksoi, productie ha P Peulen, productie ha P Pompoen, productie ha P Prei, winter, productie ha P Prei, zomer, productie ha P Pronkbonen, productie ha P Raapstelen, productie ha P Rabarber, productie ha P Radijs, productie ha P Rodekool, productie ha P Savooiekool, productie ha P Selderij, bleek- en groen-, productie ha P Sla, ijsberg-, productie ha P Sla, radicchio rosso, productie ha P Sla, overig, productie ha P Spitskool, productie ha P Spruitkool/spruitjes, productie ha P Stoksnijbonen en stokslabonen, productie ha P Witte kool, productie ha P Overige niet genoemde bladgewassen, productie ha P Overige niet genoemde groenten, productie ha P Pastinaak, productie ha P Aardbeien open grond, zaden en opkweekmateriaal ha P Aardbeien op stellingen, zaden en opkweekmateriaal ha P Andijvie, zaden en opkweekmateriaal ha P Asperges, zaden en opkweekmateriaal ha P Augurk, zaden en opkweekmateriaal ha P Bloemkool, winter, zaden en opkweekmateriaal ha P Bloemkool, zomer, zaden en opkweekmateriaal ha P Bospeen, zaden en opkweekmateriaal ha P Broccoli, zaden en opkweekmateriaal ha P Chinese kool, zaden en opkweekmateriaal ha P2

21 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Courgette, zaden en opkweekmateriaal ha P Knolvenkel/venkel, zaden en opkweekmateriaal ha P Komkommer, zaden en opkweekmateriaal ha P Koolrabi, zaden en opkweekmateriaal ha P Meloen, zaden en opkweekmateriaal ha P Paksoi, zaden en opkweekmateriaal ha P Peulen, zaden en opkweekmateriaal ha P Pompoen, zaden en opkweekmateriaal ha P Prei, winter, zaden en opkweekmateriaal ha P Prei, zomer, zaden en opkweekmateriaal ha P Pronkbonen, zaden en opkweekmateriaal ha P Raapstelen, zaden en opkweekmateriaal ha P Rabarber, zaden en opkweekmateriaal ha P Radijs, zaden en opkweekmateriaal ha P Rodekool, zaden en opkweekmateriaal ha P Savooiekool, zaden en opkweekmateriaal ha P Selderij, bleek- en groen-, zaden en opkweekmateriaal ha P Sla, ijsberg-, zaden en opkweekmateriaal ha P Sla, radicchio rosso, zaden en opkweekmateriaal ha P Sla, overig, zaden en opkweekmateriaal ha P Spitskool, zaden en opkweekmateriaal ha P Spruitkool/spruitjes, zaden en opkweekmateriaal ha P Stoksnijbonen en stokslabonen, zaden en opkweekmateriaal ha P Witte kool, zaden en opkweekmateriaal ha P Overige niet genoemde bladgewassen, zaden en opkweekmateriaal ha P Pastinaak, zaden en opkweekmateriaal ha P Boerenkool, zaden en opkweekmateriaal ha P Knolselderij, zaden en opkweekmateriaal ha P Koolraap, zaden en opkweekmateriaal ha P Kroten/rode bieten, zaden en opkweekmateriaal ha P Valeriaan, zaden en opkweekmateriaal ha P Lavas (maggiplant), zaden en opkweekmateriaal ha P Angelica, zaden en opkweekmateriaal ha P2

22 20 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Peterselie, zaden en opkweekmateriaal ha P Wilde marjolein (oregano), zaden en opkweekmateriaal ha P Echinacea (zonnehoed), zaden en opkweekmateriaal ha P Overige kruiden, zaden en opkweekmateriaal ha P Schorseneren, zaden en opkweekmateriaal ha P Spinazie, zaden en opkweekmateriaal ha P Stamsperziebonen (=stamslabonen), zaden en opkweekmateriaal ha P Waspeen, zaden en opkweekmateriaal ha P Winterpeen, zaden en opkweekmateriaal ha P Witlofwortel, zaden en opkweekmateriaal ha P Overige niet genoemde groenten, zaden en opkweekmateriaal ha P Oppervlakte witlofwortelen voor trek van witlof ha P Knoflook ha P Wortelpeterselie ha P2 Groenten onder glas Aardbeien onder glas ha P2 N Aardbeien in betreedbare plastic tunnels ha P2 N Groenten onder glas: andijvie ha P2 N Frisée (krulandijvie) W ha P2 N Aubergines ha P2 N Groenten onder glas: courgette ha P2 N Komkommers ha P2 N Groenten onder glas: kropsla (alle sla in kropvorm) ha P2 N Losse/meervoudige slabladeren-overig W ha P2 N Enkelvoudige slabladeren W ha P2 N Blokpaprika s, groen W ha P2 N Blokpaprika s, rood W ha P2 N Blokpaprika s, geel W ha P2 N Blokpaprika s oranje W ha P2 N Blokpaprika s, overige kleuren W ha P2 N Puntpaprika s W ha P2 N Zoete puntpaprika s W ha P2 N2111

23 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Chilipepers W ha P2 N Groenten onder glas: radijs ha P2 N Pruim cherrytomaten (los) W ha P2 N Pruim cherrytomaten (tros) W ha P2 N Ronde cherrytomaten (los) W ha P2 N Ronde cherrytomaten (tros) W ha P2 N Ronde tomaten (los) W ha P2 N Ronde tomaten (tros) W ha P2 N Pruim tomaten (los) W ha P2 N Pruim tomaten (tros) W ha P2 N Vleestomaten W ha P2 N Overige groenten (inclusief meloen) ha P2 N Groentezaden onder glas ha P2 N Opkweekmateriaal groenten ha P2 N2131 Bloembollen en bloemen open grond Amaryllis, bloembollen en -knollen ha P2 N Dahlia, bloembollen en -knollen ha P2 N Gladiool, bloembollen en -knollen ha P2 N Hyacint, bloembollen en -knollen ha P2 N Iris, bloembollen en -knollen ha P2 N Krokus, bloembollen en -knollen ha P2 N Lelie, bloembollen en -knollen ha P2 N Narcis, bloembollen en -knollen ha P2 N Tulp, bloembollen en -knollen ha P2 N Zantedeschia, bloembollen en -knollen ha P2 N Chrysant, bloembollen en -knollen ha P2 N Blauw druifje, bloembollen en -knollen ha P2 N Sierui, bloembollen en -knollen ha P2 N Kuifhyacint, bloembollen en -knollen ha P2 N Pioenroos, bloembollen en -knollen ha P2 N Overige bloemen, bloembollen en -knollen ha P2 N Amaryllis, droogbloemen ha P2

24 22 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Dahlia, droogbloemen ha P Gladiool, droogbloemen ha P Hyacint, droogbloemen ha P Iris, droogbloemen ha P Krokus, droogbloemen ha P Lelie, droogbloemen ha P Narcis, droogbloemen ha P Tulp, droogbloemen ha P Zantedeschia, droogbloemen ha P Chrysant, droogbloemen ha P Blauw druifje, droogbloemen ha P Sierui, droogbloemen ha P Kuifhyacint, droogbloemen ha P Pioenroos, droogbloemen ha P Overige bloemen, droogbloemen ha P Amaryllis, overige bloemkwekerijgewassen ha P Dahlia, overige bloemkwekerijgewassen ha P Gladiool, overige bloemkwekerijgewassen ha P Hyacint, overige bloemkwekerijgewassen ha P Iris, overige bloemkwekerijgewassen ha P Krokus, overige bloemkwekerijgewassen ha P Lelie, overige bloemkwekerijgewassen ha P Narcis, overige bloemkwekerijgewassen ha P Tulp, overige bloemkwekerijgewassen ha P Zantedeschia, overige bloemkwekerijgewassen ha P Chrysant, overige bloemkwekerijgewassen ha P Blauw druifje, overige bloemkwekerijgewassen ha P Sierui, overige bloemkwekerijgewassen ha P Kuifhyacint, overige bloemkwekerijgewassen ha P Pioenroos, overige bloemkwekerijgewassen ha P Overige bloemen, overige bloemkwekerijgewassen ha P Snijgroen ha P Adonis ha P2

25 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Goudsbloem ha P Leeuwenbekjes ha P Papaver ha P Vergeet mij nietje ha P Overige bloemzaden open grond ha P2 Bloembollen onder glas Alstroemeria (snijbloemen) ha P2 N Anjers (snijbloemen) ha P2 N Anthurium (snijbloemen) ha P2 N Chrysanten (snijbloemen) ha P2 N Eustoma russellianum (snijbloemen) ha P2 N Freesia s (snijbloemen) ha P2 N Gerbera s (snijbloemen) ha P2 N Lelies (snijbloemen) ha P2 N Orchideeën (snijbloemen) ha P2 N Rozen (snijbloemen) ha P2 N Tulipa (snijbloemen) W ha tulp P2 N Hydrangea macrophylla (snijbloemen) W ha P2 N Paeonia (snijbloemen) W ha P2 N Hippeastrum (snijbloemen) W ha P2 N Overige snijbloemen ha P2 N Tulpen gebroeid in afgelopen seizoen stuks 132 vw_tulp P2 N Hyacinten gebroeid in afgelopen seizoen stuks 303 P2 N Narcisbollen gebroeid in afgelopen seizoen kg 3,0 P2 N Overige bollen gebroeid kg 6,0 P2 N Potplanten voor de bloei ha P2 N Potplanten, bladplanten ha P2 N Rosa (potplanten) W ha P2 N Anthurium (potplanten) W ha P2 N Chrysanthemum (potplanten) W ha P2 N Hyacinthus orientalis (potplanten) W ha P2 N Hydrangea macrophyllia (potplanten) W ha P2 N2122

26 24 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Dracaena marginata (potplanten) W ha P2 N Kalanchoe Blossfeldiana (potplanten) W ha P2 N Phalaenopsis (potplanten) W ha P2 N Ficus Benjamina (potplanten) W ha P2 N Perkplanten ha P2 N Amaryllisbollen ha P2 N Overige bloemkwekerijgewassen onder glas ha P2 N Opkweekmateriaal bloemkwekerijgewassen ha P2 N Bloemzaden onder glas ha P2 N2131 Voedergewassen Tijdelijk grasland ha FC Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, ha FC hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk ha FC gras Beemdlangbloem ha FC Engels raaigras ha FC Festulolium ha FC Italiaans raaigras ha FC Rietzwenkgras, industriegras W ha FC Rietzwenkgras, anders dan voor industriegras W ha FC Soedangras ha FC Timothee ha FC Veldbeemdgras ha FC Westerwolds raaigras ha FC Snijmais ha FC Mais, energie ha FC Bonte wikke ha FC Esparcette ha FC Klaver, alexandrijnse ha FC Klaver, incarnaat ha FC Rode klaver ha FC Rolklaver ha FC

27 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Klaver, perzische ha FC Klaver, witte ha FC Seradelle ha FC Voederwikke ha FC Luzerne ha 900 FC Overige akkerbouwgewassen Graszaad ha P Klaverzaad ha P Brandnetel ha P Deder ha P Facelia ha P Graszoden ha P Meekrap ha P Miscanthus (olifantsgras) ha 970 P Spurrie ha P Teunisbloem ha P Agrarisch natuurmengsel ha P Igniscum candy ha P Overige akkerbouwgewassen ha P1 Braak en grond zonder productie Tijdelijk onbeteelde grond, i.v.m. publieke werken W ha 0 P Tijdelijk onbeteelde grond, anders dan voor publieke werken W ha 0 P Bladkool ha Bladraap ha Bladrammenas ha Ethiopische mosterd ha Gele mosterd ha Sarepta mosterd/caliente ha Stoppelknollen ha Zwarte mosterd ha Japanse haver ha Overige groenbemesters, niet-vlinderbloemige ha Overige groenbemesters, vlinderbloemige ha 0

28 26 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Aardappelen als bestrijdingsmaatregel am:vanggewas ha Raketblad (aaltjesvanggewas) ha Tagetes erecta (afrikaantje) ha Tagetes patula (afrikaantje) ha Zwaardherik (aaltjesvanggewas) ha Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras ha Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ha 0 W ander gewas dan gras. (EA: beheerd) Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ha 0 W ander gewas dan gras. (EA: onbeheer) Onbeteelde grond vanwege een teeltverbod/ontheffing ha 0 Blijvend grasland Blijvend grasland ha FC Rand, grenzend aan blijvend gras of hoofdzakelijk bestaand uit ha FC blijvend gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend ha FC gras Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie landbouw ha 370 FC Pit- en steenvruchten Appelen, aanplant lopende seizoen ha P Appelen, aanplant voorafgaand lopende seizoen ha P Peren, aanplant lopende seizoen ha P Peren, aanplant voorafgaand lopende seizoen ha P Pruimen ha P Zoete kersen ha P Zure kersen - opbrengst voor verwerkende industrie ha P Overige pit- en steenvruchten ha P3 Overig fruit Blauwe bes ha P Bramen ha P Frambozen ha P Rode bessen ha P3

29 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Zwarte bes - opbrengst voor verwerkende industrie ha P Cranberry ha P Overig kleinfruit (onder andere kruisbessen en kiwi s) ha P3 Noten Notenbomen ha P3 Druiven voor wijn Wijndruiven ha P3 Boomkwekerij Bos- en haagplanten, open grond ha P Buxus, open grond ha P Ericaceae, open grond ha P Laanbomen/parkbomen, onderstammen, open grond ha P Laanbomen/parkbomen, opzetters, open grond ha P Laanbomen/parkbomen, spillen, open grond ha P Rozenstruiken, open grond ha P Sierconiferen, open grond ha P Sierheesters en klimplanten, open grond ha P Trek- en besheesters, open grond ha P Vruchtbomen, moerbomen, open grond ha P Vruchtbomen, onderstammen, open grond ha P Vruchtbomen, overig, open grond ha P Vaste planten, open grond ha P Bos- en haagplanten, pot- en containerveld ha P Buxus, pot- en containerveld ha P Ericaceae, pot- en containerveld ha P Laanbomen/parkbomen, onderstammen, pot- en containerveld ha P Laanbomen/parkbomen, opzetters, pot- en containerveld ha P Laanbomen/parkbomen, spillen, pot- en containerveld ha P Rozenstruiken, pot- en containerveld ha P Sierconiferen, pot- en containerveld ha P Sierheesters en klimplanten, pot- en containerveld ha P Trek- en besheesters, pot- en containerveld ha P Vruchtbomen, moerbomen, pot- en containerveld ha P2

30 28 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Vruchtbomen, onderstammen, pot- en containerveld ha P Vruchtbomen, overig, pot- en containerveld ha P Vaste planten, pot- en containerveld ha P Boomkwekerij/vaste planten, vermeerdering en/of aantrekking ha onder glas P Boomkwekerij/vaste planten, volledige teelt onder glas ha P2 Kerstbomen Kerstbomen ha P3 Fruit onder glas Bramen onder glas W ha P Frambozen onder glas W ha P Aalbessen onder glas W ha P Overig fruit onder glas W ha P3 Niet in gebruik Cultuurgrond niet in gebruik (exclusief braakland) ha 0 Bos Blijvend met herplantplicht ha Bos zonder herplantplicht ha Bos aangeplant in het kader van de set-aside regeling ha Bos (SBL-regeling) ha Woudbomen met korte omlooptijd (exclusief Wilgenhakhout) ha Wilgenhakhout ha 0 Overige gronden Natuurterreinen (incl. heide) ha Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand ha Grasland, natuurlijk, hoofdfunctie natuur ha Grasland, natuurlijk. Areaal met een natuurbeheertype dat overwegend voor landbouwactiviteiten-glb wordt gebruikt ha Overige gronden: landschapselementen ha Overige gronden: bijvoorbeeld erf, gebouwen, sloten ha 0 Paddenstoelen Champignons, machinaal geoogst ha P Champignons, met de hand geoogst ha P2

31 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Substraatverbruik overige paddenstoelen vorig jaar ton vers substraat 540 P2 Paarden 3.01 Fokpaarden jonger dan 3 jaar, stokmaat >= 1,57 m dier 400 P4 GL 3.01 Fokpaarden 3 jaar of ouder, stokmaat >= 1,57 m dier 600 P4 GL 3.01 Overige paarden jonger dan 3 jaar, stokmaat >= 1,57 m dier 200 P4 GL 3.01 Overige paarden 3 jaar of ouder, stokmaat >= 1,57 m dier 300 P4 GL 3.01 Pony s jonger dan 3 jaar, stokmaat < 1,57 m dier 200 P4 GL 3.01 Pony s 3 jaar of ouder, stokmaat < 1,57 m dier 300 P4 GL 3.01 Ezels, 6 maanden of ouder dier 100 P4 GL Rundvee < 1 jaar Fokjongvee, < 1 jaar, vrouwelijk dier 400 kalf P4 GL P46 P Fokjongvee, < 1 jaar, mannelijk dier 400 kalf P4 GL P46 P Vleeskalveren voor de blank-vleesproductie dier 860 kalf P4 GL P46 P45 N Vleeskalveren voor de rosé-vleesproductie dier 860 kalf P4 GL P46 P45 N Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, vrouwelijk dier 560 kalf P4 GL P46 P Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, mannelijk dier 590 kalf P4 GL P46 P45 Rundvee > 1 jaar Fokjongvee, 1-2 jaar, mannelijk dier P4 GL P Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, mannelijk dier 590 P4 GL P Fokjongvee, 1-2 jaar, vrouwelijk dier 540 P4 GL P46 P Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, vrouwelijk dier 570 P4 GL P46 P Stieren 2 jaar of ouder dier 590 P4 GL P Fokjongvee, > 2 jaar, vrouwelijk, niet gekalfd dier 540 P4 GL P46 P Jongvee vleesproductie, > 2 jaar, vrouwelijk dier 590 P4 GL P46 P45 Koeien Melk- en kalfkoeien dier vw_kalf P4 GL P46 P Overige koeien (2 jaar of ouder) dier 640 vw_kalf P4 GL P46 Schapen Overige schapen, vrouwelijk dier 180 vw_lam P4 GL Lammeren dier 60 lam P4 GL Overige schapen, mannelijk dier 60 P4 GL Geiten Melkgeiten jonger dan 1 jaar dier 600 vw_geit P4 GL

32 30 Wageningen Economic Research Nota EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Melkgeiten 1 jaar of ouder dier 600 vw_geit P4 GL Overige geiten vrouwelijk 1 jaar of ouder dier 120 vw_geit P4 GL Overige geiten vrouwelijk jonger dan 1 jaar dier 90 geit P4 GL Overige geiten mannelijk jonger dan 1 jaar dier 120 geit P4 GL Overige geiten mannelijk 1 jaar of ouder dier 120 P4 GL Varkens < 20 kg Biggen tot 20 kg nog bij de zeug dier 0 big P5 P51 N Biggen tot 20 kg niet meer bij de zeug dier 280 big P5 P51 N5121 Fokvarkens 50 kg of meer Nog nooit gedekte zeugen dier P5 P51 N Gedekte zeugen niet eerder gebigd dier vw_big P5 P51 N Overige gedekte zeugen dier 295 vw_big P5 P51 N Zeugen bij biggen dier vw_big P5 P51 N Overige guste zeugen dier vw_big P5 P51 N5111 Overige varkens Vleesvarkens tot 50 kg dier 280 P5 P51 N Vleesvarkens 50 tot 80 kg dier 280 P5 P51 N Vleesvarkens 80 tot 110 kg dier 280 P5 P51 N Vleesvarkens 110 kg en zwaarder dier 280 P5 P51 N Opfokzeugen en beertjes tot 50 kg dier 295 P5 P51 N Nog niet dekrijpe fokberen, 50 kg of meer dier 295 P5 P51 N Dekrijpe fokberen, 50 kg of meer dier P5 P51 N5111 Vleeskuikens Vleeskuikens 100 dieren P5 P52 Leghennen Ouderdieren vleesrassen, jonger dan 18 weken 100 dieren P5 P Ouderdieren vleesrassen, 18 weken of ouder 100 dieren P5 P Leghennen, jonger dan 18 weken 100 dieren P5 P52 N Leghennen, 18 weken tot 20 maanden 100 dieren P5 P52 N Leghennen, 20 maanden of ouder 100 dieren P5 P52 N Ouderdieren legrassen, jonger dan 18 weken 100 dieren P5 P Ouderdieren legrassen, ouder dan 18 weken 100 dieren P5 P52 Overig pluimvee

33 EU-code Rubriek 2017 SO, EENHEDEN EN VOORWAARDEN coderingen b) Eenheden SO, in euro per eenheid Voorwaarde Kalkoenen 100 dieren P5 P Eenden voor de vleesproductie, incl. ouderdieren 100 dieren P5 P Ganzen 100 dieren 870 P5 P Overig pluimvee 100 dieren 870 P5 P52 Overig vee 3.06 Konijnen, voedsters dier 119 P Gespeende vleeskonijnen dier 17 P Nertsen (moederdieren) dier 259 P5 a) Zie bijlage 3 voor toelichting bij de codering van de voorwaarden. b) Gewijzigde rubrieken zijn gemerkt met N en W. Zie bijlage 5 voor toelichting bij de wijzigingen in 2017 ten opzichte van Wageningen Economic Research Nota

34 Bijlage 3 Toelichting bij gebruik van de normen en indelingen Toelichting bij de voorwaarden Aan de biggen (rubrieken met voorwaarde big ) wordt alleen een norm toegekend als er geen zeugen zijn (rubrieken met voorwaarde vw_big ), omdat de opbrengst van die biggen in de opbrengst van de moederdieren is meegenomen. Aan de lammeren (rubrieken met voorwaarde lam ) wordt alleen een norm toegekend als er geen ooien zijn (rubrieken met voorwaarde vw_lam ), omdat de opbrengst van die lammeren in de opbrengst van de moederdieren is meegenomen. Aan de jonge geiten (rubrieken met voorwaarde geit ) wordt alleen een norm toegekend als er geen vrouwelijke geiten zijn (rubrieken met voorwaarde vw_geit ), omdat de opbrengst van die jonge geiten in de opbrengst van de moederdieren is meegenomen. Bij de kalveren jonger dan 1 jaar (rubrieken met voorwaarde kalf ) wordt alleen een norm toegekend aan de dieren die er extra zijn ten opzichte van het totaal aantal koeien (rubrieken met voorwaarde vw_kalf ), omdat de opbrengst van die andere kalveren is meegenomen in de norm van de koeien. Aan het areaal tulp (rubriek met voorwaarde tulp ) wordt alleen een norm toegekend als er geen aantallen gebroeide tulpen zijn (rubriek met voorwaarde vw_tulp ), omdat de opbrengst in dat aantal is meegenomen. Toelichting bij de berekeningen en indelingen Grasland en voedergewassen (rubrieken met code FC) worden ingedeeld bij P1 als er geen graasdieren zijn (als GL = 0), anders bij P4. Als FC is ingedeeld bij P1, dan worden de rubrieken met code FC17 (voederbieten) ook ingedeeld bij P17, anders niet. De omvang in SO per product wordt berekend door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de norm per eenheid, rekening houdend met de vermelde voorwaarden. De omvang in SO per productgroep wordt berekend door de SO van de producten die in de groep vallen te sommeren. De totale bedrijfsomvang in euro Standaardopbrengst (SO) wordt berekend als de sommatie van de SO van de groepen P1, P2, P3, P4 en P5; steeds rekening houdend met de genoemde voorwaarden. Toelichting bij de coderingen P1 Akkerbouwgewassen, inclusief voedergewassen voor verkoop P15 Granen P151 Granen, exclusief rijst P16 Oliezaden P17 Hakvruchten FC Voedergewassen (Fodder Crops) FC17 Voedergewassen die ingedeeld worden bij hakvruchten P2 P3 P4 P45 P46 GL P5 P51 P52 Tuinbouwgewassen Blijvende teelten Graasdieren, inclusief voedergewassen voor eigen graasdieren Rundvee, inclusief jongvee, (voornamelijk) bestemd voor melkproductie Rundvee Graasdieren (grazing livestock) Hokdieren Varkens Pluimvee N0000 Codering die gebruikt wordt voor indeling in de NSO-typen, waarbij het nummer [0000] overeenkomt met de code van het NSO-type. 32 Wageningen Economic Research Nota

35 Bijlage 4 Verklarende woordenlijst Bedrijveninformatienet Het Bedrijveninformatienet (informatienet) is een netwerk en database van bedrijven, gebaseerd op een aselecte steekproef uit de land- en tuinbouwbedrijven in Nederland, die tot doel heeft een representatief beeld te geven van bedrijfsuitkomsten en financiële positie, evenals van de factoren die hierop van invloed zijn. Vertrekpunt van de steekproef is de jaarlijkse CBS-Landbouwtelling. Het informatienet bestaat uit steekproefbedrijven en representeert ongeveer bedrijven die groter zijn dan euro Standaardopbrengst (SO). Brutostandaardsaldo (bss) De bss was het in geldswaarde uitgedrukte gestandaardiseerde saldo van totaalopbrengst minus bepaalde bijbehorende specifieke kosten. De bss was de basis voor de vaststelling van de nge. Het kengetal is tot en met 2009 in gebruik geweest in statistieken en tot en met de Landbouwtelling van 2012 nog beschikbaar gesteld in de rekenmodule. Vanaf de landbouwtelling van 2013 is dit kengetal niet meer beschikbaar. Nederlandse grootte-eenheid (nge) De nge was een reële economische maatstaf die gebaseerd was op het brutostandaardsaldo. Het was een maat waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten werd weergegeven. De nge werd berekend door de bss van de productie-eenheden te delen door een bepaalde deelfactor, die per jaar verschillend was. In 2012 was 1 nge = euro bss. Het kengetal is tot en met 2009 in gebruik geweest in statistieken en tot en met de Landbouwtelling van 2012 nog beschikbaar gesteld in de rekenmodule. Vanaf de landbouwtelling van 2013 is dit kengetal niet meer beschikbaar. NEG-typering De Nederlandse variant van de Europese bedrijfstypering die gebaseerd was op de bss en nge. Elk bedrijf met landbouwactiviteiten werd hiermee ingedeeld in één specifiek bedrijfstype. De indeling is in de landbouwstatistieken gebruik geweest van 1976 tot en met Tot en met de Landbouwtelling van 2012 is het kengetal nog beschikbaar gesteld in de rekenmodule. Voor de latere landbouwtellingsjaren is dit kengetal niet meer beschikbaar. NSO-typering De Nederlandse variant van de Europese bedrijfstypering die gebaseerd is op de Standaardopbrengst (SO). Elk bedrijf met landbouwactiviteiten wordt hiermee ingedeeld in één specifiek bedrijfstype. De indeling is in gebruik sinds 2010 en is teruggerekend in databestanden vanaf SO-groep Een groep van Landbouwtellingsrubrieken die samengenomen kunnen worden. Bijvoorbeeld wintertarwe, suikerbieten en aardappelen horen tot de SO-groep Akkerbouwgewassen, met de code P1. SO-norm De norm die aangeeft hoeveel euro Standaardopbrengst op jaarbasis kan worden behaald per eenheid van een Landbouwtellingsrubriek (bijvoorbeeld per ha wintertarwe). Elke Landbouwtellingsrubriek heeft een eigen SO-norm per eenheid. SO-prijsniveau Het prijsniveau waarop de SO-normen zijn gebaseerd. Bij elke herziening van deze normen wordt een nieuw vijfjaargemiddelde prijs gebruikt. Het middelste jaar daarvan wordt aangeduid als het prijsniveau. In 2017 wordt gewerkt met SO-prijsniveau De normen zijn gebaseerd op de periode Wageningen Economic Research Nota

36 Standaardopbrengst (SO) De Standaardopbrengst staat voor een gestandaardiseerd bedrag aan opbrengsten op jaarbasis. De totale bedrijfsomvang (in euro SO) van een bedrijf wordt berekend als sommatie van de totale SO van alle gewassen en dieren. In de totale bedrijfsomvang is dus geen rekening gehouden met opbrengsten uit subsidies, bedrijfstoeslagen of multifunctionele activiteiten. Standaard Verdiencapaciteit (SVC) De vergoeding (in euro per bedrijf) voor de inzet van arbeid en kapitaal die een bedrijf op basis van standaarden gemiddeld in een jaar behaalt met de agrarische productie, los van wie de arbeid of het kapitaal heeft geleverd. Verdiencoëfficiënt De coëfficiënt die aangeeft welk deel van de Standaardopbrengst (SO) gemiddeld als vergoeding voor arbeid en kapitaal resteert voor een specifieke groep van agrarische producten (SO-groep). 34 Wageningen Economic Research Nota

37 Bijlage 5 Belangrijkste wijzigingen 2017 SO-Normen De SO-normen van 2017 zijn voor de meeste rubrieken hetzelfde als van 2016, toen de SO-normen opnieuw zijn berekend in verband met verlegging van het basisjaar. Deze verlegging vindt plaats in elk jaar dat Eurostat een structuurtelling uitvoert. Die telling heeft een frequentie van drie keer in de tien jaar. De volgende update staat gepland voor het jaar Daarnaast zijn er wijzigingen als gevolg van aanpassingen in de rubrieken in de Landbouwtelling. Standaard Verdiencapaciteit In 2017 zijn twee bestaande SO-groepen verder uitgesplitst zodat ze een eigen Verdiencoëfficiënt hebben gekregen. De schapen zijn afgesplitst van de groep overige graasdieren en het overig pluimvee van de groep overige veehouderij. Daarmee zijn de uitkomsten voor bedrijven met die SOgroepen specifieker geworden (zie hoofdstuk 4.1 en tabel 4.1). Landbouwtelling Een aantal uitgevraagde rubrieken in de Landbouwtelling van 2017 is nieuw of gewijzigd ten opzichte van Die veranderingen hebben vooral betrekking op de gewassenlijst voor groenten, bloemen, bloembollen en fruit onder glas. De wijzigingen hebben meestal betrekking op rubrieken die zijn uitgesplitst. Uitsplitsing Een aantal gewassen is in 2017 apart benoemd, terwijl ze in 2016 nog onder rubrieken als overige snijbloemen of potplanten waren opgenomen. Een voorbeeld daarvan is de rubriek overige snijbloemen uit 2016, die in 2017 verder is uitgesplitst in Tulipa, Hydrangea macrophylla, Paeonia en Hippeastrum. Die rubrieken zijn in bijlage 2 aangeduid met een W in de derde kolom. Bij de meeste uitsplitsingen geldt dat de SO-norm is toegekend van het gewas waaronder ze in 2016 waren opgenomen. Voor sommige uitgesplitste rubrieken zijn ook nieuwe SO-normen berekend. Bij het nieuwe product Tulipa is een voorwaarde opgenomen dat het areaal alleen een SO-norm krijgt als er geen aantallen gebroeide tulpen zijn opgegeven. Normen Bij een aantal gewassen die niet gewijzigd zijn ten opzichte van 2016 is de SO-norm aangepast, omdat de norm van 2016 per abuis naar een verkeerde productcategorie verwees. Die rubrieken zijn in bijlage 2 aangeduid met een N in de derde kolom. Wageningen Economic Research Nota

38 Bijlage 6 Lijst van medewerkers Normen De SO-normen zijn berekend door: Arjan Wisman, intensieve veehouderij Gerben Jukema, tuinbouw Pepijn Smit, boomkwekerij en kerstbomen Jakob Jager, rundveehouderij en voedergewassen Ruud van der Meer, akkerbouw en fruit Standaard Verdiencapaciteit Bij de vaststelling van methodologie en bij berekenen van de verdiencoëfficiënten zijn betrokken geweest: Hans Vrolijk Harold van der Meulen Hennie van der Veen Ruud van der Meer Walter van Everdingen Wietse Dol 36 Wageningen Economic Research Nota

39 Wageningen Economic Research Nota

40 Wageningen Economic Research Postbus LS Den Haag T E communications.ssg@wur.nl Wageningen Economic Research NOTA De missie van Wageningen University & Research is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, medewerkers en studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

DOMEINNAAM CODE OMSCHRIJVING BEGINGELDIGHEID EINDGELDIGHEID

DOMEINNAAM CODE OMSCHRIJVING BEGINGELDIGHEID EINDGELDIGHEID DOMEINNAAM CODE OMSCHRIJVING BEGINGELDIGHEID EINDGELDIGHEID 174 Bloemzaden open grond 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 1-1-1970 176 Bloembollen en - knollen 1-1-1970 212 Fruit 1-1-1970

Nadere informatie

Gewassen per 1 januari 2015

Gewassen per 1 januari 2015 Gewassen per 1 januari 2015 Vervallen gewassen In de tabel met vervallen gewassen ziet u welke gewasomschrijvingen zijn vervallen per 1 januari 2015. Heeft u percelen geregistreerd met deze omschrijving?

Nadere informatie

NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman

NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman NSO-typering 2018 Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen en Arjan Wisman NSO-typering 2018 Normen en uitgangspunten bij typering agrarische bedrijven

Nadere informatie

NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman

NSO-typering Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen en Arjan Wisman NSO-typering 2016 Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen en Arjan Wisman NSO-typering 2016 Normen en uitgangspunten bij typering van agrarische

Nadere informatie

NSO-typering Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen. LEI Wageningen UR

NSO-typering Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen. LEI Wageningen UR LEI Wageningen UR LEI Wageningen UR verricht sociaaleconomisch onderzoek en is de strategische Postbus 29703 partner voor overheden en bedrijfsleven op het gebied van duurzame en 2502 LS Den Haag economische

Nadere informatie

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Gewas Klei Zand/löss en Veen 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Grasland (kg N per ha per jaar)

Nadere informatie

Bijlagen Regeling landbouwtelling 2002

Bijlagen Regeling landbouwtelling 2002 LNV Bijlagen Regeling landbouwtelling 2002 In Staatscourant 2002, 62 (pag. 17) is de Regeling landbouwtelling 2002 gepubliceerd. In aansluiting hierop volgen onderstaand de bij deze regeling behorende

Nadere informatie

Rubrieksnaam Omschrijving NGE Eenheid Akkerbouw Aardappelen, consumptie, zand- /veengrond 1,444 Per hectare Aardappelen, consumptie, op kleigrond

Rubrieksnaam Omschrijving NGE Eenheid Akkerbouw Aardappelen, consumptie, zand- /veengrond 1,444 Per hectare Aardappelen, consumptie, op kleigrond Rubrieksnaam Omschrijving NGE Eenheid Akkerbouw Aardappelen, consumptie, zand- /veengrond 1,444 Per hectare Aardappelen, consumptie, op kleigrond 2,014 Per hectare Aardappelen, poot (NAK), zand- /veengrond

Nadere informatie

NSO-typering Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen, Harold van der Meulen, Hennie van der Veen en Hans Vrolijk

NSO-typering Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen, Harold van der Meulen, Hennie van der Veen en Hans Vrolijk LEI Wageningen UR LEI Wageningen UR verricht sociaaleconomisch onderzoek en is de strategische Postbus 29703 partner voor overheden en bedrijfsleven op het gebied van duurzame en 2502 LS Den Haag economische

Nadere informatie

Tabel Gewassen. Laatste wijzigingen verwerkt 3 september 2018

Tabel Gewassen. Laatste wijzigingen verwerkt 3 september 2018 Tabel Gewassen Laatste wijzigingen verwerkt 3 september 2018 Deze tabel gebruikt u bij het registreren van uw percelen. Let op de gewijzigde, vervallen en nieuwe gewascodes. U ziet in de eerste kolom of

Nadere informatie

NSO-typering 2010-2012. Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen

NSO-typering 2010-2012. Typering van agrarische bedrijven in Nederland. Walter van Everdingen NSO-typering 2010-2012 Typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen NSO-typering 2010-2012 Typering van agrarische bedrijven in Nederland Walter van Everdingen Dit onderzoek is

Nadere informatie

In tabel 2b kunt u zien welke wijzigingen in gewassen en landschapselementen er ten opzichte van 2016 zijn opgetreden.

In tabel 2b kunt u zien welke wijzigingen in gewassen en landschapselementen er ten opzichte van 2016 zijn opgetreden. Tabel Gewassen Deze tabel gebruikt u bij het registreren van uw percelen. In deze tabel staan gewassen en landschapselementen (SNL-a) en de bijbehorende gewascodes. Teelt u een gewas dat niet in deze tabel

Nadere informatie

Tabel Gewassen. Laatste wijzigingen verwerkt 20 februari 2019

Tabel Gewassen. Laatste wijzigingen verwerkt 20 februari 2019 Tabel Gewassen Laatste wijzigingen verwerkt 20 februari 2019 Deze tabel gebruikt u bij het registreren van uw percelen. Let op de gewijzigde, vervallen en nieuwe gewascodes. U ziet in de eerste kolom of

Nadere informatie

Droogteperiode praktische toepassing verdringingsreeks. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Maarten Poort

Droogteperiode praktische toepassing verdringingsreeks. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Maarten Poort Droogteperiode 2018 praktische toepassing verdringingsreeks Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Maarten Poort Landelijke verdringingsreeks Trias aquatica Criteria watertekort Landelijk draaiboek

Nadere informatie

Droogteperiode Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Wietse van Gerwen

Droogteperiode Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Wietse van Gerwen Droogteperiode 2018 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Wietse van Gerwen Voorspellingen meerpeil Verdringingsreeks De watervraag bij RDO-Noord Hoe vergelijken we input meerdere waterschappen? ####

Nadere informatie

In tabel 2b kunt u zien welke wijzigingen in gewassen en landschapselementen er ten opzichte van 2015 zijn opgetreden. Gewascode Omschrijving

In tabel 2b kunt u zien welke wijzigingen in gewassen en landschapselementen er ten opzichte van 2015 zijn opgetreden. Gewascode Omschrijving Tabel 2a Gewassen Deze tabel gebruikt u bij het registreren van uw percelen. In deze tabel staan gewassen en landschapselementen (SNL-a) en de bijbehorende gewascodes. Teelt u een gewas dat niet in deze

Nadere informatie

Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest

Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest Hieronder volgt een presentatie van structuurkenmerken van bedrijfstypen, die producten kunnen leveren die voor de Streekwinkels interessant kunnen zijn.

Nadere informatie

4. Kabroekse beek. 4.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

4. Kabroekse beek. 4.1 Grondgebruik. Databron: LGN7 4. Kabroekse beek Schaal: 1:45.000 4.1 Grondgebruik Databron: LGN7 Hoofdgrondgebruik ha % Agrarisch gebied 2381 55% Bos/ natuur/ water 1202 28% Bebouwd gebied en wegen 759 17% Totaal gebiedsoppervlak 4342

Nadere informatie

VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE /

VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE / VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE / 5.12.2014 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Mestbeleid 20187 Tabellen 01 van 067 Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte voor meststoffen voor uw bedrijf te berekenen.

Nadere informatie

De organische stofbalans: Kengetallen

De organische stofbalans: Kengetallen De organische stofbalans: Kengetallen Volgens handboek Bodem & Bemesting Aangevuld door Willem van Geel T.b.v. 2 e Masterclass Organische stof(balans) POP3 Project Biologische landbouw op de kaart Template

Nadere informatie

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies Dr.ir. A.Calus POVLT Beitem-Rumbeke 21-01-2010 POVLT - Beitem (Rumbeke) 1 Kaart Scheldemondprovincies 21-01-2010 POVLT - Beitem (Rumbeke) 2 Kaart Zeeland

Nadere informatie

component activiteitcode/ combi grondgebruik x (datum) y (datum) F (percentage) G (percentage) A (tekst) B (tekst)

component activiteitcode/ combi grondgebruik x (datum) y (datum) F (percentage) G (percentage) A (tekst) B (tekst) Bijlage 4: Maximale vergoeding beheerjaar 2018 als bedoeld in artikel 3.12 lid 6 en 3.14 lid 5 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer («provincie_naam») 2016. component Beheer code activiteitcode/

Nadere informatie

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen.

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen. januari 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Groente: Aardappelen, Knolselderij, Pastinaak, Paddenstoelen, Prei, Pompoen, Raap, Rode Biet, Rode Kool, Savooiekool,

Nadere informatie

Aanvulling op Rapport 2 e bedrijfswoning Mts. H. van Dronkelaar en A. van Dronkelaar-Pijpers Koemkolkweg 25 8097 PG OOSTERWOLDE Adviseur T.G.M. Baak 06 53 42 94 38 Datum: 21 januari 2015 D L V R u n d

Nadere informatie

BO Landbouwactiviteiten binnen de Natura 2000-gebieden Haringvliet, Oude Maas en Hollands Diep

BO Landbouwactiviteiten binnen de Natura 2000-gebieden Haringvliet, Oude Maas en Hollands Diep BO-02-902-003 Landbouwactiviteiten binnen de Natura 2000-gebieden Haringvliet, Oude Maas en Hollands Diep Opdrachtgever: Dhr. N. Sibbing LNV DRZ Zuid E-mail: s.n.sibbing@minlnv.nl Uitvoerders: Edgar Vos

Nadere informatie

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Bemestingsnormen op basis van totale stikstof akkerbouw en voedergewassen in 2011 Grasland dat enkel gemaaid wordt dat begraasd wordt, al of niet in combinatie met maaien Niet Niet Totale N 370 3 3 360

Nadere informatie

Regeling landbouwtelling 1998 LNV

Regeling landbouwtelling 1998 LNV Regeling landbouwtelling 1998 LNV «Landbouwwet» 30 maart 1998/Nr. J.982763 Directie Juridische Zaken De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Gelet op de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing teelt groenten

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit )

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit ) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2010 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2009, houdende

Nadere informatie

Hoofdbestemming A MOB VLI VER BIO. 856 x x 7 x - - x x - x - x - x S - A P2

Hoofdbestemming A MOB VLI VER BIO. 856 x x 7 x - - x x - x - x - x S - A P2 Bieten Vlas en hennep Kruiden Fruit Aardbeien 9516 x x x - - x - - - - - - - - - - S - A P2 Andere éénjarige fruitteelten 972 x x x - - - - - - - - - - - - - S - N P2 Blauwe bessen 9722 x x x - - - - -

Nadere informatie

NEG-TYPERING Inleiding

NEG-TYPERING Inleiding NEG-TYPERING 2002 1. Inleiding In 1978 werd er door de EG een door alle aangesloten lidstaten te gebruiken typeringsmethode voor agrarische bedrijven geïntroduceerd. Hierdoor werd het mogelijk vergelijkingen

Nadere informatie

Inkomensraming land- en tuinbouw Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group

Inkomensraming land- en tuinbouw Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group Inkomensraming land- en tuinbouw 215 Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group 1 Actuele ontwikkeling van resultaten en inkomens in de land- en tuinbouw 215 16 december 215

Nadere informatie

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 10 november 2010, houdende

Nadere informatie

Omzetting gewascode naar teeltgroep

Omzetting gewascode naar teeltgroep Omzetting gewascode naar teeltgroep Gewascode Omschrijving Teeltgroep 1 Stallen en gebouwen Bedrijfszetel 2 Andere gebouwen Bedrijfszetel 3 Poelen (>100 m²) Geen cultuurgrond 4 Houtkanten en houtwallen

Nadere informatie

NGE en NEG-typering (laatste update van deze informatie is 2010 en wordt niet meer bijgehouden)

NGE en NEG-typering (laatste update van deze informatie is 2010 en wordt niet meer bijgehouden) NGE en NEG-typering (laatste update van deze informatie is 2010 en wordt niet meer bijgehouden) Vanaf 2010 wordt de bedrijfsomvang en het bedrijfstype vastgesteld met de Standaardopbrengst (SO) in plaats

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2018 Indicator 12 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30477 31 oktober 2013 Wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet De Staatssecretaris van Economische Zaken maakt

Nadere informatie

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER : 12236 N AARD VAN HET PREPARAAT : WATER DISPERGEERBAAR GRANULAAT WERKZAME STOF : PIRIMICARB GEHALTE : 50% Bevat pirimicarb. Kan een allergische reactie veroorzaken.

Nadere informatie

Actuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018

Actuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018 Actuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018 17 december 2018 Wageningen Economic Research & CBS Inhoud Olaf Hietbrink Wageningen Economic Research Cor Pierik CBS, Macro economische

Nadere informatie

NEG-TYPERING Inleiding. 2. Berekening van BSS-waarden van voedergewassen

NEG-TYPERING Inleiding. 2. Berekening van BSS-waarden van voedergewassen NEG-TYPERING 2007 1. Inleiding In 1978 werd door de EG (thans EU) een door alle lidstaten te gebruiken typeringsmethode voor agrarische bedrijven geïntroduceerd. Hierdoor werd het mogelijk vergelijkingen

Nadere informatie

Teeltcodes met aanduiding bouwland

Teeltcodes met aanduiding bouwland Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland Hoofdgebouwen 1 - - - Infrastructuur & objecten Andere stallen en gebouwen 2 - - - Infrastructuur & objecten Poelen

Nadere informatie

Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken.

Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken. Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken. De gewassen waarop MRL s van toepassing zijn, werden in verschillende groepen ingedeeld. Deze indeling wordt weergegeven

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

^*-Ufy. SIGN:l_ ïl- ^^o EX. HO: A MLV: &Uj0ci. Drs. A.Boers H. Droge G.Koppert Drs.K.J.Poppe STANDAARDBEDRIJFSEENHEDEN1981. Mededelingno.290.

^*-Ufy. SIGN:l_ ïl- ^^o EX. HO: A MLV: &Uj0ci. Drs. A.Boers H. Droge G.Koppert Drs.K.J.Poppe STANDAARDBEDRIJFSEENHEDEN1981. Mededelingno.290. Drs. A.Boers H. Droge G.Koppert Drs.K.J.Poppe STANDAARDBEDRIJFSEENHEDEN1981 Mededelingno.290 Mei1983 ^*-Ufy V ri..ii..;;:^ctk SIGN:l_ ïl- ^^o EX. HO: A MLV: &Uj0ci Landbouw-EconomischInstituut Conradkade

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit voor het

Nadere informatie

Starten met een moestuin

Starten met een moestuin Starten met een moestuin Grootte Inrichting Percelen Beschutting Keuze v/d groenten Biologisch zaad Plantgoed of zaad? Teeltplan Teeltplan Een teeltplan geeft aan wat je waar en wanneer gaat zaaien/planten.

Nadere informatie

6. Peelrijt. 6.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

6. Peelrijt. 6.1 Grondgebruik. Databron: LGN7 6. Peelrijt Schaal: 1:45.000 6.1 Grondgebruik Databron: LGN7 Hoofdgrondgebruik ha Agrarisch gebied 1155 59 Bos/ natuur/ water 607 31 Bebouwd gebied en wegen 198 10 Totaal gebiedsoppervlak 1960 100 Agrarisch

Nadere informatie

32 Toelichting bij de Gecombineerde opgave Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Dienst Regelingen

32 Toelichting bij de Gecombineerde opgave Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Dienst Regelingen Tabel 2 Gewascodes Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Gewaspercelen. In deze tabel staan gewassen en landschapselementen (SNL-a) en de bijbehorende gewascodes. Gewascode Omschrijving gewas

Nadere informatie

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland / Campagne 2017

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland / Campagne 2017 Tabel: Teeltcodes met aanduiding / Campagne 2017 Code Infrastructuur & objecten Grassen Maïs Graangewassen Onverharde landingsbaan of veiligheidszones op vliegvelden Oliehoudende zaden Oliehoudende zaden

Nadere informatie

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland /

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland / Graangewassen Maïs Grassen Infrastructuur & objecten Tabel: Teeltcodes met aanduiding / 04.04.2016 Stallen en gebouwen 1 Andere gebouwen 2 Poelen

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 WIJZIGING TOELATING Gelet op het verzoek d.d. 20 januari 2014 van Syngenta Crop Protection B.V. Jacob Obrechtlaan

Nadere informatie

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland Tabel: Teeltcodes met aanduiding Code Infrastructuur & objecten Grassen Maïs Graangewassen Oliehoudende zaden Oliehoudende zaden Eiwithoudende gewassen Hoofdgebouwen 1 - - - Andere stallen en gebouwen

Nadere informatie

Agrariërs op de grondmarkt

Agrariërs op de grondmarkt Agrariërs op de grondmarkt Augustus 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen Het samenspel van vraag en aanbod van landbouwgrond de agrarische grondmarkt mondt uit in een bepaalde hoeveelheid verhandelde

Nadere informatie

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit 2012

Nadere informatie

Basiscursus Ecologische Moestuin. Families in de moestuin

Basiscursus Ecologische Moestuin. Families in de moestuin Basiscursus Ecologische Moestuin Families in de moestuin Diverse eetbare plantenfamilies: Valeriaanfamilie Posteleinfamilie Lookfamilie Schermbloemenfamilie Composieten Ganzenvoetfamilie Kruisbloemenfamilie

Nadere informatie

1. Tonnekreek. 1.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

1. Tonnekreek. 1.1 Grondgebruik. Databron: LGN7 1. Tonnekreek Schaal: 1:45.000 1.1 Grondgebruik Databron: LGN7 Hoofdgrondgebruik ha % Agrarisch gebied 3811 79% Bos/ natuur/ water 345 7% Bebouwd gebied en wegen 651 14% Totaal gebiedsoppervlak 4807 100%

Nadere informatie

Opties en voorwaarden Algemene lijst 2015

Opties en voorwaarden Algemene lijst 2015 Opties en voorwaarden Algemene lijst 2015 Om aan de vergroeningseis 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen kon u in 2015 kiezen voor 1 of meer van de volgende elementen van de algemene lijst. Opties

Nadere informatie

NEG-TYPERING Inleiding

NEG-TYPERING Inleiding NEG-TYPERING 2005 1. Inleiding In 1978 werd door de EG (thans EU) een door alle lidstaten te gebruiken typeringsmethode voor agrarische bedrijven geïntroduceerd. Hierdoor werd het mogelijk vergelijkingen

Nadere informatie

Alleen als bovenstaande adresgegevens onjuist zijn, vult u hieronder de juiste gegevens in.

Alleen als bovenstaande adresgegevens onjuist zijn, vult u hieronder de juiste gegevens in. Landbouwtelling 2002 WIJZIGING CORRESPONDENTIEADRES Adres huisnummer Alleen als bovenstaande adresgegevens onjuist zijn, vult u hieronder de juiste gegevens in. adres huisnummer toevoeging Postcode/Woonplaats

Nadere informatie

workshop klimaat &energie elektrische boiler

workshop klimaat &energie elektrische boiler elektrische boiler 100L workshop i.s.m. Ecolife en met de steun van de Vlaamse Gemeenschap elektrische kookplaten 5u/week workshop i.s.m. Ecolife en met de steun van de Vlaamse Gemeenschap droogkast 3x/week

Nadere informatie

NEG-TYPERING Inleiding. 2. Berekening van BSS-waarden van voedergewassen

NEG-TYPERING Inleiding. 2. Berekening van BSS-waarden van voedergewassen NEG-TYPERING 2008 1. Inleiding In 1978 werd door de EG (thans EU) een door alle lidstaten te gebruiken typeringsmethode voor agrarische bedrijven geïntroduceerd. Hierdoor werd het mogelijk vergelijkingen

Nadere informatie

DUITSE MARKT VERSE GROENTEN EN FRUIT GROEIT GESTAAG

DUITSE MARKT VERSE GROENTEN EN FRUIT GROEIT GESTAAG FACTSHEET DUITSLAND Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; +31654687684; fruitvegfacts@gmail.com DUITSE MARKT VERSE GROENTEN EN FRUIT GROEIT GESTAAG Records 2017: groente productie en fruitimport Duitsland

Nadere informatie

Berekening van de hoogst toelaatbare pachtprijzen op basis van SO in plaats van nge

Berekening van de hoogst toelaatbare pachtprijzen op basis van SO in plaats van nge Berekening van de hoogst toelaatbare pachtprijzen op basis van SO in plaats van nge Berekening van de hoogst toelaatbare pachtprijzen op basis van SO in plaats van nge J. Luijt R.W. van der Meer M.J. Voskuilen

Nadere informatie

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven,

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, 1980-2018 Indicator 12 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2016

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2016 Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2016 Laatst gewijzigd 2 september 2016 Om aan de vergroeningseis 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen kunt u in 2016 kiezen voor 1 of meer van de volgende

Nadere informatie

FORMULIER BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER

FORMULIER BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER FORMULIER BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER VERSIE 2007 Bedrijfsgegevens aanvrager 1 Agrarische bouwaanvragen en aanlegvergunningen Bedrijfsgegevens aanvrager Ten behoeve van de beoordeling van uw aanvraag voor

Nadere informatie

TIPS OM EEN GEZOND WEEKMENU OP TE STELLEN

TIPS OM EEN GEZOND WEEKMENU OP TE STELLEN TIPS OM EEN GEZOND WEEKMENU OP TE STELLEN Er bestaat geen wondermethode om je maaltijden te plannen. Stem jouw aanpak af op je eigen voorkeuren en kookvaardigheden, planning en doelen. Laat je inspireren

Nadere informatie

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven,

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, 1980-2013 Indicator 14 oktober 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie

Nadere informatie

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender Inhoudsopgave Blad- en stengelgewassen... 1 Koolgewassen... 4 Kruiden... 6 Peulvruchten... 7 Vruchtgewassen... 8 Wortel- en knolgewassen... 9 Legenda Voorzaaien onder

Nadere informatie

Uitleg bij de Kosmoskalender

Uitleg bij de Kosmoskalender Uitleg bij de Kosmoskalender De kalender in opbouw wijst zich vanzelf; elke maand een apart blok, en dan horizontaal de data, verticaal verdeeld in ochtend, middag en avond (want de verschillende perioden

Nadere informatie

Bleekselderij zomer 30 x 35 centimeter

Bleekselderij zomer 30 x 35 centimeter Groenten: Bijzonderheden: jan feb mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec Plantafstand B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E B M E in de rij, en rijafstand Aardappel vroege

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender Adres: Volkstuinvereniging De Eendracht Inhoudsopgave Blad- en stengelgewassen... 1 Koolgewassen... 4 Kruiden... 6 Peulvruchten... 8 Vruchtgewassen... 9 Wortel- en

Nadere informatie

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden 1 Bemestingsnormen editie maart 2014 Sinds 2012 zijn de stikstofbemestingsnormen voor de beheerovereenkomst water 30%

Nadere informatie

Gecombineerde opgave 2014 Gegevens voor landbouwtelling, mest en subsidies

Gecombineerde opgave 2014 Gegevens voor landbouwtelling, mest en subsidies Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Gecombineerde opgave 2014 Gegevens voor landbouwtelling mest en subsidies GDI1401 Met de Gecombineerde opgave doet u opgave voor de Land bouwtelling en mestwetgeving.

Nadere informatie

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven,

Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, Land- en tuinbouw: ruimtelijke spreiding, grondgebruik en aantal bedrijven, 1980-2015 Indicator 16 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten

Nadere informatie

Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen VWS Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen 28 maart 2001/GZB/VVB/2162966 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Landbouw,

Nadere informatie

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Hervorming Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid Toeslagrechten 2014 Betalingsrechten 2015 Nationale invulling

Nadere informatie

marktmonitoring Tuinbouwcijfers

marktmonitoring Tuinbouwcijfers export marktmonitoring import water areaal gezondheid en welbevinden Tuinbouwcijfers 2010 plantgezondheid en fytosanitaire zaken energie werken standaardisatie informatielogistiek Voorwoord In 2010 leverde

Nadere informatie

W.2 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 4 december Actueel WG van het middel Centurion Plus, N

W.2 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 4 december Actueel WG van het middel Centurion Plus, N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 4 december 2015 Actueel WG van het middel Centurion Plus, 14300 N W.2 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het

Nadere informatie

adres marketingsucces! Alle agrarische adressen en toeleveranciers in Nederland in kaart van tot De Prosu Groep, specialisten in agrimarketing & media

adres marketingsucces! Alle agrarische adressen en toeleveranciers in Nederland in kaart van tot De Prosu Groep, specialisten in agrimarketing & media Verkennen Bewerken Resultaat adres van tot marketingsucces! Alle agrarische adressen en toeleveranciers in Nederland in kaart De Prosu Groep, specialisten in agrimarketing & media 2 Verkennen Bewerken

Nadere informatie

Gecombineerde opgave 2013 Gegevens voor landbouwtelling, mest en subsidies

Gecombineerde opgave 2013 Gegevens voor landbouwtelling, mest en subsidies Gecombineerde opgave 2013 Gegevens voor landbouwtelling mest en subsidies GDI1301 Met de Gecombineerde opgave doet u opgave voor de Land bouwtelling en mestwetgeving. Met dit formulier kunt u ook subsidies

Nadere informatie

Vlaamse standaardopbrengsten voor de gewassen en de veehouderij ( )

Vlaamse standaardopbrengsten voor de gewassen en de veehouderij ( ) Vlaamse standaardopbrengsten voor de gewassen en de veehouderij (2003-2005) Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joost D hooghe Veerle Campens Vlaamse standaardopbrengsten voor

Nadere informatie

Beantwoording raadsvraag

Beantwoording raadsvraag Beantwoording raadsvraag Onderwerp Dierenaantallen Datum 15 april 2016 Nummer RV-1615 Steller vraag Benny Munsters Fractie CDA Portefeuillehouder N. Lemlijn Steller M. van der Heijden Datum afdoening 28

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE III WG van het middel Agil 100 EC, 15291 N 29 september 2017 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Het middel is uitsluitend toegelaten

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Vul bij wijzigingen van bovenstaande gegevens het bijgevoegde wijzigingsformulier relatiegegevens in en stuur deze samen met deze opgave terug.

Vul bij wijzigingen van bovenstaande gegevens het bijgevoegde wijzigingsformulier relatiegegevens in en stuur deze samen met deze opgave terug. Landbouwtelling 2003 Vul bij wijzigingen van bovenstaande gegevens het bijgevoegde wijzigingsformulier relatiegegevens in en stuur deze samen met deze opgave terug. INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN DEEL A BEDRIJFSGEGEVENS

Nadere informatie

Organisatie van de moestuin

Organisatie van de moestuin Organisatie van de moestuin Enkele regels om de gewassen te organiseren in ruimte en tijd. - Creëer zo n veerkrachtig mogelijk systeem - Laat je inspireren door de natuur - Favoriseer diversiteit A. Rekening

Nadere informatie

Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten

Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten Gecombineerde opgave 2002 voor: Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten WIJZIGING CORRESPONDENTIEADRES Alleen als bovenstaande adresgegevens onjuist zijn, vult u hieronder de juiste

Nadere informatie

Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten

Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten Gecombineerde opgave 2003 voor: Landbouwtelling Gebruik gewaspercelen Aanvraag oppervlakten Vul bij wijzigingen van bovenstaande gegevens het bijgevoegde wijzigingsformulier relatiegegevens in en stuur

Nadere informatie

februari maart april mei

februari maart april mei F R U I T K A L E N D E R Aardbei Abrikoos Ananaskers Appel Boskers Braam Druif Framboos Kers Kiwi Kriek Kruisbes Meloen Peer Perzik Pruim Rabarber Rode bes Zwarte bes januari februari maart april mei

Nadere informatie

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten WILDWEIDE- WILDAKKERMENGSEL Het is wildbeheerders niet onbekend dat door het treffen van biotoopverbeterende maatregelen een structurele verbetering van het leefgebied van wild verkregen kan worden. Bij

Nadere informatie

Vergroening: gevolgen voor uw beheerovereenkomst PSAN en SNL

Vergroening: gevolgen voor uw beheerovereenkomst PSAN en SNL Vergroening: gevolgen voor uw beheerovereenkomst PSAN en SNL Infobulletin December 2014 In dit nummer: 1. Het nieuwe GLB: van bedrijfstoeslagrechten naar betalingsrechten 2. Waaruit bestaan de vergroeningseisen?

Nadere informatie

Januari. Februari DOEN ZAAIEN ETEN DOEN ZAAIEN PLANTEN ETEN

Januari. Februari DOEN ZAAIEN ETEN DOEN ZAAIEN PLANTEN ETEN Januari ~ Veel kun je deze maand buiten niet doen, wel is het een goed moment om het tuinhuis op te ruimen en al het gereedschap proper te maken. Borstel spades en spitvorken schoon en olie alles in. ~

Nadere informatie

Groenbemesting advies

Groenbemesting advies Groenbemesting advies GLB in de groenbemesters Dries Adams vertelt: groenbemester voor de koeien Mengsels geven meer organische stof samen zaaien, samen groeien Het doel van een groenbemester is productie

Nadere informatie