Bijlage D: Informatie Marktconsultatie incl concept Programma van Eisen en verslag

Transcriptie

1

2 Bijlage D: Informatie Marktconsultatie incl concept Programma van en en verslag - marktconsultatie aanbesteding drang en dwang - Verslag marktconsultatie drang en dwang - Concept Programma van en marktconsultatie aanbesteding drang en dwang Marktbenadering Ter voorbereiding op de aanbesteding drang en dwang die moet leiden tot een contract op wil de gemeente Haarlemmermeer in het kader van een marktconsultatie graag met een aantal potentiële aanbieders in gesprek gaan. U bent één van de uitgenodigde partijen. Doelstelling marktconsultatie We voeren deze marktconsultatie uit om het programma van eisen te toetsen en aanvullende input te ontvangen. Daarvoor willen we gebruik maken van uw kennis en expertise. De informatie die in de gesprekken wordt verkregen, zal worden gebruikt om het programma van eisen aan te scherpen. Programma van en We hebben een programma van eisen opgesteld met wensen en eisen dat beantwoordt aan onze belangrijkste uitgangspunten en doelstellingen bij de uitvoering van drang en dwang. We hebben de aanbesteding opgesplitst in twee percelen, te weten drang en dwang. Reden hiervoor is o.a. om anre, niet-gecertificeerde, aanbieders ook de kans te geven om in te schrijven op het drangperceel. Deze keuze is gemaakt vanuit de transformatie opdracht om de beweging te maken van zwaar naar licht (hiermee bedoelen we de beweging van ondertoezichtstelling, naar drang, naar vrijwillige zorg, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de sociale basis voorzieningen in Haarlemmermeer). Onder drang verstaan wij vrijwillige, maar niet vrijblijvende begeleiding waarvan het voeren van regie een belangrijk onderdeel is. Hierbij wordt in ieder geval een sterke positionering van de gezinsmanager verwacht. Vaak gaat het om casuïstiek waarbij het vijf voor twaalf is en ter voorkoming van dwang. Onze verwachtingen staan beschreven in het bijgevoegde programma van eisen. Onder dwang verstaan wij jeugdbescherming en jeugdreclassering; het gedwongen kader. Dit kan alleen uitgevoerd worden door een gecertificeerde instelling. Tevens reserveren we een deel van het budget voor innovatie, waarmee we toekomstige aanbieders willen stimuleren buiten de gebaande paden te denken en zodoende te werken aan meer kwaliteit en duurzame oplossingen. We behouden ons het recht voor om tijdens de looptijd van de nieuw te sluiten contracten een opdracht te gunnen aan een mogelijke nieuwe aanbieder. Vragen aan de markt Door middel van de marktconsultatie wil de gemeente Haarlemmermeer antwoord krijgen op de volgende vragen: Algemeen: 1. Wat is uw visie op de overgang van 18- naar 18+? 2. De gezinsmanager kijkt over de grenzen van eigen taken en verantwoordelijkheden heen en zoekt naar verbindingen en oplossingen die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en zelfredzaamheid van het gezin. Graag horen we uw zienswijze over de haalbaarheid hierover. 3. Hoe kijkt u aan tegen een gezinstarief en wat is uw visie op de grootte van het gezin? 4. Wat kunnen jullie betekenen om de beweging van zwaar naar licht te bewerkstelligen? En wat is daar randvoorwaardelijk voor nodig?

3 5. Wij vragen de aanbieders op welke wijze zij anticipeert op bedrijfsrisico's die niet gepland, maar wel voorzien kunnen worden (zoals ziekte, verloop, verhoogde instroom) zodat continuïteit en kwaliteit van de inzet, de juiste belasting van medewerkers en het voorkomen van wachtlijsten te allen tijde aantoonbaar geborgd worden. Kunt u hierbij aangeven wat wij minimaal kunnen vragen van aanbieders? 6. Wat is uw visie op de mogelijkheden om de doorlooptijd van trajecten te verkorten? En welke randvoorwaarden moeten daarvoor georganiseerd worden? 7. Wat zijn uw ideeën over het onderzoeken van de effectiviteit van dwang en drang, bijvoorbeeld evidence based methode? 8. Welke consequentie zou u willen verbinden aan het wel of niet behalen van afspraken? En wat heeft u hierin nodig van de gemeente? Dwang specifiek: 1. Wat is uw visie op samenwerking in de strafrechtketen, de civiele keten en de veiligheidsketen inclusief Leerplicht, MDA++, jeugdhulp en onderwijs (rollen, taken en verantwoordelijkheden)? En welke partijen zijn hierin relevant naar jullie mening? Vervolg Van de marktconsultatie wordt een verslag gemaakt welke ter beschikking wordt gesteld aan alle inschrijvers op de toekomstige aanbesteding. Tot slot willen wij benadrukken dat door deelname aan de marktconsultatie u geen rechten kunt ontlenen aan de toekomstige aanbesteding. Gemeente Haarlemmermeer

4 Verslag marktconsultatie drang en dwang Ter voorbereiding op de aanbesteding drang en dwang die moet leiden tot een contract op is de gemeente Haarlemmermeer m.b.v. een marktconsultatie met een aantal potentiële aanbieders in gesprek gaan. Tijdens de marktconsultatie is het programma van eisen getoetst en is aanvullende input ontvangen van kennis en expertise van aanbieders. De aanvullende informatie die in de gesprekken is verkregen, zal worden gebruikt om het programma van eisen aan te scherpen. Op en waren tijdens de marktconsultatiebijeenkomsten de volgende aanbieders aanwezig: - JBRA - J&GB - WSG - Spirit - Altra - De Viersprong - Terminal 18 - De Werkmeester Hieronder volgt een samenvatting van de vragen en antwoorden van de marktconsultaties: 1. Wat is uw visie op de overgang van 18- naar 18+? Belangrijk is de overdracht rond het 18 e jaar. Er is vaak nog veel nodig aan praktische ondersteuning. Een goede borging is belangrijk, zeker vanuit dwang, dit eindigt op 18 jaar. Er zou wel een mogelijkheid moeten zijn om door te gaan als er een goede klik is tussen gezinsmanager en de jongere. Met name de borging op alle vlakken, zoals jeugd, wmo, participatie en werk & inkomen zijn van belang. Wonen is vaak een probleem. Dit vraagt om een goede samenwerking tussen aanbieder en gemeente, niet alleen financieel, maar ook qua maatwerk en regelgeving. Wellicht zou een aanbieder ook een WMO contract kunnen krijgen? Aanbieders lopen ook tegen de schotten binnen de gemeente aan. Doorgaan met begeleiding na het 18 e jaar willen veel aanbieders wel en kan ook tot 23 jaar, echter dan is een beschikking verlengde jeugdzorg nodig. Knelpunt wat er dan nog is, is de motivatie van de jongere. Hoe motiveer je de jongere om de begeleiding vrijwillig nog te accepteren? Dit is lastig. Wellicht zou een beloningssysteem werken? Bijv. de jongere een gratis rijbewijs aanbieden. Het is goed dat er in het programma van eisen (pve) staat dat er vanaf 16 jaar al aan een toekomstplan gewerkt moet worden met afspraken over doorgaande zorg vanaf 18 jaar. 2. De gezinsmanager kijkt over de grenzen van eigen taken en verantwoordelijkheden heen en zoekt naar verbindingen en oplossingen die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en zelfredzaamheid van het gezin. Graag horen we uw zienswijze over de haalbaarheid hierover. Alle aanbieders geven aan dat dit wenselijk is en dat ze hier zoveel mogelijk naar streven. Samenwerking in de keten en met de gemeente is hiervoor van belang. 3. Hoe kijkt u aan tegen een gezinstarief en wat is uw visie op de grootte van het gezin? Er wordt nu ook met een gezinstarief gewerkt door sommige aanbieders. Sommige gezinnen hebben meer nodig dan de anderen, het tarief is een gemiddelde. Het is van belang om goed te kijken wat een aanbieder hiervoor doet, wat hoort bij de taken, bijv. het organiseren van een familienetwerkberaad. Dit moet goed omschreven zijn in het pve. Het is echter wel gebaseerd op een kostprijs, er is geen ruimte voor innovatie en om bedrijfsrisico s op te vangen. Wat versta je onder één gezin; kinderen en gezaghebbende ouder(s) die op één adres wonen? Hoe zit dit met samengestelde gezinnen? Alle gezinsleden die in één huis wonen zijn een gezin. Wat doe je met de vader die alleen woont in een andere plaats? Die hoort ook bij het gezin. Bij samengestelde gezinnen is het ook goed om rekening te houden met de privacy. Zijn ouders gescheiden, dan willen ze soms niet dat de stiefouders ook lezen over hun problemen. Dan dienen er twee gezinsplannen gemaakt te worden en gaat het dus ook om twee gezinnen en twee keer een gezinstarief.

5 De gemeente gaat uit van een acceptatieplicht en er mogen geen wachtlijsten zijn. Dat delen de aanbieders ook. Een aanbieder werkt op lumpsum basis in een andere regio; indien 10% over is van het budget dan is dat voor de aanbieder, 10% tekort is ook voor de aanbieder, is het meer dan 10%, dan gaan zij in overleg met de gemeente. Belangrijk is ook om goed aan te geven wat er verstaan wordt onder drang en onder dwang. Wat is het verschil? Er is geen verschil, behalve het kader. Beiden gaat om het voeren van procesregie en niet zelf zorg aanbieden. Aanbieder zet hulp in (hiervoor is een beschikking nodig in drangkader) en is eindverantwoordelijk voor het resultaat. Gaat om gezinnen waar een veiligheidsrisico is. Er zou één tarief moeten komen voor drang en dwang. Drang door een GI wordt preventieve jeugdbescherming genoemd. Het zit hem vooral in de methodiek van de GI, de intensiteit van het contact met het gezin is hoog. 4. Wat kunnen jullie betekenen om de beweging van zwaar naar licht te bewerkstelligen? En wat is daar rand voorwaardelijk voor nodig? Het voorveld zou vroegtijdig de juiste hulp moeten inzetten, dan kan voorkomen worden dat er zware zorg nodig is. Er zou eerder gemeld moeten worden, belangrijk om veel in te zetten op de meldcode. Ook zou er meer diagnostiek in het voorveld moeten plaatsvinden en mee mogelijkheid voor specialisten om mee te denken en advies te geven aan professionals. Hiervoor wil de gemeente het Meer-team meer in positie brengen, dat is hun oorspronkelijke kerntaak. Aanbieders die nu nog niet actief zijn op het gebied van drang, hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen op deze taak. Het is ook van belang om een warme overdracht met het gezin te laten plaatsvinden als een zaak afgeschaald wordt. Ook moet er meer zicht komen op de sociale kaart van Haarlemmermeer en het aanbod vanuit de sociale basis. Men moet de sociaal makelaars beter gebruiken voor de inzet van buddy s of maatjes, sport en het aanbod in de wijk. De aanbieders hebben een contactpersoon nodig die het overzicht heeft. Het hangt ook af van de caseload; een wat lagere caseload geeft de gezinsmanager de ruimte om meer tijd in een gezin te steken, waardoor de zaak mogelijk eerder afgeschaald kan worden. Nu is de caseload 14 gezinnen, maar 10 zou beter zijn. 5. Wij vragen de aanbieders op welke wijze zij anticipeert op bedrijfsrisico's die niet gepland, maar wel voorzien kunnen worden (zoals ziekte, verloop, verhoogde instroom) zodat continuïteit en kwaliteit van de inzet, de juiste belasting van medewerkers en het voorkomen van wachtlijsten te allen tijde aantoonbaar geborgd worden. Kunt u hierbij aangeven wat wij minimaal kunnen vragen van aanbieders? De aanbieders die nu nog geen drang uitoefenen hebben veel behoefte aan cijfers. Om hoeveel drangzaken gaat het? Gemeente geeft aan dat deze cijfers niet zo voorhanden zijn. Meer-team heeft geen registratie van aantal drangzaken. Bovendien willen we contracten met meerdere aanbieders en zal er geen overdracht zijn van reeds lopende zaken. De nieuwe zaken komen dan druppelsgewijs binnen. Toeleiding is via Beschermingstafel. De GI s geven aan dat het lastig is om goede mensen te vinden voor het werk van jeugdbescherming. Met name de hoge werkdruk en de zwaarte van de problematiek is een probleem. Er is sprake van een verloop van 20%. De gemeente zal niet meer gaan werken met bevoorschotting met de nieuwe contracten. Er zal goed gefactureerd moeten worden via VECOZO, dat betekent dat dit goed aangesloten moet zijn, ook voor de kinderen die geen bsn-nummer hebben. 6. Wat is uw visie op de mogelijkheden om de doorlooptijd van trajecten te verkorten? En welke randvoorwaarden moeten daarvoor georganiseerd worden? Een caseloadverlaging zal mogelijk helpen. Ook is het van belang om op tijd het juiste kader in te zetten. Soms wordt er nu nog te lang gewacht met een indienen van een raadsverzoek. De gemiddelde doorlooptijd is nu 1,5 tot 2 jaar bij de GI. Er wordt gestuurd op doorlooptijden. En ook hier geldt hoe meer zicht er is op het lichte aanbod, hoe soepeler het afschalen en overdragen gaat. 7. Wat zijn uw ideeën over het onderzoeken van de effectiviteit van dwang en drang, bijvoorbeeld evidence based methode?

6 Er worden cliënttevredenheidsonderzoeken gedaan en van ketenpartners vragen we 360 graden feedback. De GI s werken altijd met een evidence based gesprekstechniek. Daarnaast werken de GI s samen met universiteiten en hoge scholen en laten zij verschillende onderzoeken uitvoeren. Een aanbieder werkt in een andere regio met resultaatgerichte inkoop. Aanbieder is verantwoordelijk voor de gestelde doelen tot 1 jaar na dato. Zij krijgen vooraf 50% betaald en achteraf de andere helft na het behalen van het resultaat. Dit werkt wel. Werken met een soort garantie is een optie; indien het gezin binnen 4 maanden na afsluiten weer problemen heeft, dient de aanbieder het weer op te pakken zonder het opnieuw in rekening te brengen. 8. Welke consequentie zou u willen verbinden aan het wel of niet behalen van afspraken? En wat heeft u hierin nodig van de gemeente? Een aanbieder werkt met geen resultaat is geen geld en minder opdrachten en uiteindelijk komen ze in een soort strafbankje. Dat helpt wel, daar wordt men creatief van. Positieve incentives helpen ook, niet alleen op financieel vlak, maar ook m.b.t. inhoudelijke afspraken. Extra budget krijgen voor innovatie als een aanbieder goed presteert, is ook een stimulans. Het is niet handig om het aantal contacten in het pve op te nemen, dat is maatwerk. Dwang specifiek: 9. Wat is uw visie op samenwerking in de strafrechtketen, de civiele keten en de veiligheidsketen inclusief Leerplicht, MDA++, jeugdhulp en onderwijs (rollen, taken en verantwoordelijkheden)? En welke partijen zijn hierin relevant naar jullie mening? Er zijn heel veel overleggen in de keten, daar is goed naar gekeken welke echt meerwaarde hebben. Organisaties weten elkaar goed te vinden. Er wordt gewerkt met de GIPS methodiek die met name geschikt is voor draaideurgezinnen. Alle GI s zien de meerwaarde van het MDCK en willen daarin participeren, maar structureel aanwezig zijn, kost teveel tijd en geld en levert te weinig op voor de GI. Niet alle aanbieders zitten goed in de keten, met bijv. leerplicht is nog wel een slag te maken. Er is zorg over de LVB kinderen boven de 18 jaar die bij Reclassering Nederland terecht komen. Deze doelgroep pas echt beter bij de jeugdreclassering van de WSG. Dit is zorgelijk. Mogelijk kan de gemeente hier bij het OM ook op aandringen. En met de volwassenreclassering zou ook nog beter afgestemd kunnen worden als het gaat om het melden van gezinnen bij Veilig Thuis. Dit doen zij zelden, terwijl zij wel werken met hoogrisico-gezinnen. erslag marktconsultatie drang en dwang Ter voorbereiding op de aanbesteding drang en dwang die moet leiden tot een contract op is de gemeente Haarlemmermeer m.b.v. een marktconsultatie met een aantal potentiële aanbieders in gesprek gaan. Tijdens de marktconsultatie is het programma van eisen getoetst en is aanvullende input ontvangen van kennis en expertise van aanbieders. De aanvullende informatie die in de gesprekken is verkregen, zal worden gebruikt om het programma van eisen aan te scherpen. Op en waren tijdens de marktconsultatiebijeenkomsten de volgende aanbieders aanwezig: - JBRA - J&GB - WSG - Spirit - Altra - De Viersprong - Terminal 18 - De Werkmeester Hieronder volgt een samenvatting van de vragen en antwoorden van de marktconsultaties:

7 10. Wat is uw visie op de overgang van 18- naar 18+? Belangrijk is de overdracht rond het 18 e jaar. Er is vaak nog veel nodig aan praktische ondersteuning. Een goede borging is belangrijk, zeker vanuit dwang, dit eindigt op 18 jaar. Er zou wel een mogelijkheid moeten zijn om door te gaan als er een goede klik is tussen gezinsmanager en de jongere. Met name de borging op alle vlakken, zoals jeugd, wmo, participatie en werk & inkomen zijn van belang. Wonen is vaak een probleem. Dit vraagt om een goede samenwerking tussen aanbieder en gemeente, niet alleen financieel, maar ook qua maatwerk en regelgeving. Wellicht zou een aanbieder ook een WMO contract kunnen krijgen? Aanbieders lopen ook tegen de schotten binnen de gemeente aan. Doorgaan met begeleiding na het 18 e jaar willen veel aanbieders wel en kan ook tot 23 jaar, echter dan is een beschikking verlengde jeugdzorg nodig. Knelpunt wat er dan nog is, is de motivatie van de jongere. Hoe motiveer je de jongere om de begeleiding vrijwillig nog te accepteren? Dit is lastig. Wellicht zou een beloningssysteem werken? Bijv. de jongere een gratis rijbewijs aanbieden. Het is goed dat er in het programma van eisen (pve) staat dat er vanaf 16 jaar al aan een toekomstplan gewerkt moet worden met afspraken over doorgaande zorg vanaf 18 jaar. 11. De gezinsmanager kijkt over de grenzen van eigen taken en verantwoordelijkheden heen en zoekt naar verbindingen en oplossingen die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en zelfredzaamheid van het gezin. Graag horen we uw zienswijze over de haalbaarheid hierover. Alle aanbieders geven aan dat dit wenselijk is en dat ze hier zoveel mogelijk naar streven. Samenwerking in de keten en met de gemeente is hiervoor van belang. 12. Hoe kijkt u aan tegen een gezinstarief en wat is uw visie op de grootte van het gezin? Er wordt nu ook met een gezinstarief gewerkt door sommige aanbieders. Sommige gezinnen hebben meer nodig dan de anderen, het tarief is een gemiddelde. Het is van belang om goed te kijken wat een aanbieder hiervoor doet, wat hoort bij de taken, bijv. het organiseren van een familienetwerkberaad. Dit moet goed omschreven zijn in het pve. Het is echter wel gebaseerd op een kostprijs, er is geen ruimte voor innovatie en om bedrijfsrisico s op te vangen. Wat versta je onder één gezin; kinderen en gezaghebbende ouder(s) die op één adres wonen? Hoe zit dit met samengestelde gezinnen? Alle gezinsleden die in één huis wonen zijn een gezin. Wat doe je met de vader die alleen woont in een andere plaats? Die hoort ook bij het gezin. Bij samengestelde gezinnen is het ook goed om rekening te houden met de privacy. Zijn ouders gescheiden, dan willen ze soms niet dat de stiefouders ook lezen over hun problemen. Dan dienen er twee gezinsplannen gemaakt te worden en gaat het dus ook om twee gezinnen en twee keer een gezinstarief. De gemeente gaat uit van een acceptatieplicht en er mogen geen wachtlijsten zijn. Dat delen de aanbieders ook. Een aanbieder werkt op lumpsum basis in een andere regio; indien 10% over is van het budget dan is dat voor de aanbieder, 10% tekort is ook voor de aanbieder, is het meer dan 10%, dan gaan zij in overleg met de gemeente. Belangrijk is ook om goed aan te geven wat er verstaan wordt onder drang en onder dwang. Wat is het verschil? Er is geen verschil, behalve het kader. Beiden gaat om het voeren van procesregie en niet zelf zorg aanbieden. Aanbieder zet hulp in (hiervoor is een beschikking nodig in drangkader) en is eindverantwoordelijk voor het resultaat. Gaat om gezinnen waar een veiligheidsrisico is. Er zou één tarief moeten komen voor drang en dwang. Drang door een GI wordt preventieve jeugdbescherming genoemd. Het zit hem vooral in de methodiek van de GI, de intensiteit van het contact met het gezin is hoog. 13. Wat kunnen jullie betekenen om de beweging van zwaar naar licht te bewerkstelligen? En wat is daar rand voorwaardelijk voor nodig? Het voorveld zou vroegtijdig de juiste hulp moeten inzetten, dan kan voorkomen worden dat er zware zorg nodig is. Er zou eerder gemeld moeten worden, belangrijk om veel in te zetten op de meldcode. Ook zou er meer diagnostiek in het voorveld moeten plaatsvinden en mee mogelijkheid voor specialisten om mee te denken en advies te geven aan professionals. Hiervoor wil de gemeente het Meer-team meer in positie brengen, dat is hun oorspronkelijke kerntaak. Aanbieders die nu nog niet actief zijn op het gebied van drang, hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen op deze taak.

8 Het is ook van belang om een warme overdracht met het gezin te laten plaatsvinden als een zaak afgeschaald wordt. Ook moet er meer zicht komen op de sociale kaart van Haarlemmermeer en het aanbod vanuit de sociale basis. Men moet de sociaal makelaars beter gebruiken voor de inzet van buddy s of maatjes, sport en het aanbod in de wijk. De aanbieders hebben een contactpersoon nodig die het overzicht heeft. Het hangt ook af van de caseload; een wat lagere caseload geeft de gezinsmanager de ruimte om meer tijd in een gezin te steken, waardoor de zaak mogelijk eerder afgeschaald kan worden. Nu is de caseload 14 gezinnen, maar 10 zou beter zijn. 14. Wij vragen de aanbieders op welke wijze zij anticipeert op bedrijfsrisico's die niet gepland, maar wel voorzien kunnen worden (zoals ziekte, verloop, verhoogde instroom) zodat continuïteit en kwaliteit van de inzet, de juiste belasting van medewerkers en het voorkomen van wachtlijsten te allen tijde aantoonbaar geborgd worden. Kunt u hierbij aangeven wat wij minimaal kunnen vragen van aanbieders? De aanbieders die nu nog geen drang uitoefenen hebben veel behoefte aan cijfers. Om hoeveel drangzaken gaat het? Gemeente geeft aan dat deze cijfers niet zo voorhanden zijn. Meer-team heeft geen registratie van aantal drangzaken. Bovendien willen we contracten met meerdere aanbieders en zal er geen overdracht zijn van reeds lopende zaken. De nieuwe zaken komen dan druppelsgewijs binnen. Toeleiding is via Beschermingstafel. De GI s geven aan dat het lastig is om goede mensen te vinden voor het werk van jeugdbescherming. Met name de hoge werkdruk en de zwaarte van de problematiek is een probleem. Er is sprake van een verloop van 20%. De gemeente zal niet meer gaan werken met bevoorschotting met de nieuwe contracten. Er zal goed gefactureerd moeten worden via VECOZO, dat betekent dat dit goed aangesloten moet zijn, ook voor de kinderen die geen bsn-nummer hebben. 15. Wat is uw visie op de mogelijkheden om de doorlooptijd van trajecten te verkorten? En welke randvoorwaarden moeten daarvoor georganiseerd worden? Een caseloadverlaging zal mogelijk helpen. Ook is het van belang om op tijd het juiste kader in te zetten. Soms wordt er nu nog te lang gewacht met een indienen van een raadsverzoek. De gemiddelde doorlooptijd is nu 1,5 tot 2 jaar bij de GI. Er wordt gestuurd op doorlooptijden. En ook hier geldt hoe meer zicht er is op het lichte aanbod, hoe soepeler het afschalen en overdragen gaat. 16. Wat zijn uw ideeën over het onderzoeken van de effectiviteit van dwang en drang, bijvoorbeeld evidence based methode? Er worden cliënttevredenheidsonderzoeken gedaan en van ketenpartners vragen we 360 graden feedback. De GI s werken altijd met een evidence based gesprekstechniek. Daarnaast werken de GI s samen met universiteiten en hoge scholen en laten zij verschillende onderzoeken uitvoeren. Een aanbieder werkt in een andere regio met resultaatgerichte inkoop. Aanbieder is verantwoordelijk voor de gestelde doelen tot 1 jaar na dato. Zij krijgen vooraf 50% betaald en achteraf de andere helft na het behalen van het resultaat. Dit werkt wel. Werken met een soort garantie is een optie; indien het gezin binnen 4 maanden na afsluiten weer problemen heeft, dient de aanbieder het weer op te pakken zonder het opnieuw in rekening te brengen. 17. Welke consequentie zou u willen verbinden aan het wel of niet behalen van afspraken? En wat heeft u hierin nodig van de gemeente? Een aanbieder werkt met geen resultaat is geen geld en minder opdrachten en uiteindelijk komen ze in een soort strafbankje. Dat helpt wel, daar wordt men creatief van. Positieve incentives helpen ook, niet alleen op financieel vlak, maar ook m.b.t. inhoudelijke afspraken. Extra budget krijgen voor innovatie als een aanbieder goed presteert, is ook een stimulans. Het is niet handig om het aantal contacten in het pve op te nemen, dat is maatwerk. Dwang specifiek:

9 18. Wat is uw visie op samenwerking in de strafrechtketen, de civiele keten en de veiligheidsketen inclusief Leerplicht, MDA++, jeugdhulp en onderwijs (rollen, taken en verantwoordelijkheden)? En welke partijen zijn hierin relevant naar jullie mening? Er zijn heel veel overleggen in de keten, daar is goed naar gekeken welke echt meerwaarde hebben. Organisaties weten elkaar goed te vinden. Er wordt gewerkt met de GIPS methodiek die met name geschikt is voor draaideurgezinnen. Alle GI s zien de meerwaarde van het MDCK en willen daarin participeren, maar structureel aanwezig zijn, kost teveel tijd en geld en levert te weinig op voor de GI. Niet alle aanbieders zitten goed in de keten, met bijv. leerplicht is nog wel een slag te maken. Er is zorg over de LVB kinderen boven de 18 jaar die bij Reclassering Nederland terecht komen. Deze doelgroep pas echt beter bij de jeugdreclassering van de WSG. Dit is zorgelijk. Mogelijk kan de gemeente hier bij het OM ook op aandringen. En met de volwassenreclassering zou ook nog beter afgestemd kunnen worden als het gaat om het melden van gezinnen bij Veilig Thuis. Dit doen zij zelden, terwijl zij wel werken met hoogrisico-gezinnen.

10 Concept Programma van en: Aanbesteding 2017 dwang en drang N.B. we onderscheiden eisen en wensen in een aanbesteding. Deze helpen om een keuze te maken indien meerdere aanbieders een offerte indienen en we niet met alle aanbieders een contract willen sluiten. Een eis is iets waar de aanbieder aan moet voldoen, en mocht hij niet voldoen dan ligt hij eruit. Een wens is iets waarop de aanbieder wordt beoordeeld en waar hij punten voor krijgt. Deze wensen noemen we ook wel gunningcriteria. De aanbieder die en aan alle eisen voldoet en de meeste punten heeft gekregen op de wensen wint de aanbesteding. ALGEMENE EISEN EN WENSEN Onderwerp 1: Gezinsgericht werken 1 De gezinsmanager richt de inzet tijdens het gehele traject op een dusdanige, toetsbare en meetbare wijze in, dat de voortgang in relatie tot de gestelde doelen continu in beeld zijn, jongere (vanaf 12 jaar), gezin en betrokken hulpverleners regelmatig door de gezinsmanager gesproken worden, er tijdig kan worden bijgestuurd en de gezinsmanager in beeld is als zijnde aanspreekpunt en regisseur. 2 Er is bij voorkeur sprake van 1 gezinsmanager per gezin. Bij wisseling van gezinsmanager is er sprake van een warme overdracht. 3 De gezinsmanager stelt aan 100% van de gezinnen voor om met een familiegroepsplan te werken en hen erop te wijzen dat dit een recht is (zie jeugdwet art ) Wens ('wij verwachten in uw voorstel opgenomen hoe u dit voor ons inzichtelijk laat zijn') Wens

11 Onderwerp 2: Leeftijdsgrens 18min/18plus 1 Voor 100% van de jongeren vanaf 16 jaar zoekt en benoemt de gezinsmanager samen met de jongere een geschikte mentor binnen of buiten het eigen netwerk, eventueel gebruik makend van vrijwilligers of professionals binnen bestaande (Haarlemmermeerse) initiatieven, zodat er voor iedere jongere vanaf 16 jaar een vertrouwd persoon is die de jongere op de relevante levensgebieden (zie punt 3) kan begeleiden ook als het gedwongen karakter van de maatregel beëindigd is. De gezinsmanager maakt samen met de jongere en de mentor afspraken over doel, termijnen en voorwaarden. 2 De gezinsmanager is er verantwoordelijk voor dat 100% van de jongeren vanaf 16 jaar een individueel integraal toekomstplan hebben. Een toekomstplan is een manier om planmatig en gestructureerd te werken aan de zaken die een jongere moet regelen op weg naar volwassenheid. Het verschilt per jongere wat zijn/haar toekomstdroom is en welke doelen worden gesteld en van wie welke hulp nodig is om zelfredzaamheid te bereiken. 3 Een individueel toekomstplan bevat onder meer de inzet van de mentor en de afspraken over contactmomenten met de gezinsmanager. En de te regelen zaken vanaf het 18 e jaar levensjaar, zoals huisvesting, financiële verplichtingen, eventuele noodzakelijke vervolg hulp. Ook komen doelen aan de orde op het gebied van opleiding, werk en school. De gezinsmanager draagt er zorg voor dat kennis over mogelijkheden voor informele zorg en de wet- en regelgeving vanuit onder andere de Jeugdwet, Participatiewet en WMO betrokken is in het toekomstplan van iedere jongere van 16 jaar en ouder. 4 Daar waar de gezinsmanager het nodig acht doet hij een aanvraag bij de gemeente voor continuering van de ondersteuning van de gezinsmanager in het kader van verlengde jeugdzorg voor een bepaalde termijn. ('wij verwachten in uw voorstel opgenomen hoe u dit voor ons inzichtelijk laat zijn')

12 5 De gezinsmanager is op de hoogte van het recht van jongeren boven de 12 jaar om gehoord te worden en het recht van jongeren boven de 16 jaar om ook zelf te beslissen over wat er aan ouders verteld wordt. Onderwerp 4: Regierol 1 Gezinsmanager voert regie en maakt afspraken met ouders en hulpverleners over wie wat doet. De gezinsmanager zet de lijnen uit en stelt de doelen vast en zet deze op schrift. De gezinsmanager heeft een helicopterview over wie wat doet en wat de voortgang is. Daarbij spreekt hij zowel het gezin als de betrokken professionals aan op de voortgang. Hij checkt daarbij ook of de voortgang voldoet aan de wederzijdse verwachtingen. De gezinsmanager organiseert frequent overleggen, waarbij het gezin en alle betrokken professionals en eventueel belangrijke steunfiguren uit het netwerk aanwezig zijn. Hier wordt de voortgang besproken en eventueel doelen bijgesteld en beslissingen genomen. Van dit overleg wordt een afsprakenlijst gemaakt en verspreid onder de deelnemers. De gezinsmanager dient voldoende bereikbaar te zijn voor het gezin per telefoon, etc. 2 Voor alle gezinnen wordt een plan van aanpak gemaakt op alle leefgebieden waarbij per leefgebied doelen worden geformuleerd en hoe hieraan gewerkt gaat worden en wie daarbij ondersteunt. De gezinsmanager kiest hierbij voor maatwerk en zoekt indien nodig naar creatieve oplossingen. 3 De gezinsmanager vraagt ook duidelijk naar de mening en wensen van de minderjarige(n), maar spreekt hen ook aan op verwachtingen, afspraken en regels die door de gezinsmanager gesteld zijn en verbindt consequenties aan het niet nakomen hiervan. 4 De gezinsmanager voert iedere jongere in de Verwijsindex Risicojongeren in. Heel belangrijke wens "Naar ons idee houdt een regierol in elk geval in wat hiernaast beschreven staat, maar wij zijn benieuwd naar uw visie hierop." Belangrijke wens, 'wij verwachten in uw voorstel opgenomen hoe u dit voor ons inzichtelijk laat zijn.

13 Onderwerp 5: Lokale focus-maatwerk-sociale kaart 1 De gezinsmanager is op de hoogte van het hulpverleningsaanbod in Haarlemmermeer inclusief de sociale basis (informele zorg). Hij kiest uit de ingekochte zorg, waar niet-ingekocht maatwerk nodig is, overlegt de gezinsmanager met de gemeente. 2 De organisatie en haar gezinsmanagers gedragen zich als partner in het Haarlemmermeerse model en dragen bij aan de ambities. De gezinsmanagers kennen de professionals uit het veld in Haarlemmermeer bij voorkeur persoonlijk. 3 De gezinsmanager kijkt over de grenzen van eigen taken en verantwoordelijkheden heen en zoekt naar verbindingen en oplossingen die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en zelfredzaamheid van het gezin. Belangrijke wens, noem voorbeelden! Belangrijke wens, noem voorbeelden! Marktconsultatie: Wat hebben jullie hierbij nodig vanuit de gemeente? Onderwerp 6: Veiligheid gezinnen-wettelijke taak 1 De organisatie organiseert een crisisdienst voor buiten kantoortijden en is 24/7 verantwoordelijk voor de bij de organisatie belegde kindtrajecten, ook bij drangtrajecten. 2 In een gezin waar de organisatie betrokkenheid heeft bij één of meer kinderen, heeft de organisatie een signaalfunctie met betrekking tot de veiligheid van de overige (ongeboren) kinderen in het gezin. De organisatie onderneemt actie of roept de hulp van de juiste instantie in als de veiligheid van één van de kinderen in een gezin in het geding is. 3 De organisatie maakt afspraken met ketenpartners ten aanzien van hun signaalfunctie als de veiligheid van één van de kinderen in een gezin waar de organisatie betrokkenheid bij heeft, in het geding is. Wens

14 Onderwerp 7: Samenwerking in de veiligheidsketen 1 Wij vragen de organisatie om een visie op samenwerking in de veiligheidsketen (rollen, taken en verantwoordelijkheden), welke partijen daarin relevant zijn en hoe de organisatie hier invulling aan wil geven. 2 Wij vragen de organisatie om een visie op samenwerking in de civiele keten, inclusief jeugdhulp en onderwijs (rollen, taken en verantwoordelijkheden), welke partijen daarin relevant zijn en hoe de organisatie hier invulling aan wil geven. Wij vragen de organisatie op welke wijze zij optimaal aan kan sluiten bij het lokale veld, inclusief fysieke aanwezigheid 3 Wij vragen de organisatie op welke wijze zij optimaal aan kan sluiten bij de beschermingstafel, inclusief aanwezigheid. Wens, marktconsultatie De organisatie investeert aantoonbaar in de (keten)samenwerking met Veilig Thuis, MeerTeams en CJG volgens samenwerkingsafspraken, eventueel in onderling convenant Wens, marktconsultatie De organisatie investeert aantoonbaar in de samenwerking met en participatie in MDA++ volgens samenwerkingsafspraken, eventueel in onderling convenant. Wens Onderwerp 8: Financiën-verantwoording-incentives 1 Wij zijn voornemens een gezinstarief uit te vragen Wens, marktconsultatie; hoe groot is het gezin? 2 De organisatie levert managementinformatie aan de gemeente ten behoeve van de forecast. De organisatie levert kosteloos, tenminste per kwartaal, informatie aan over de gerealiseerde productie en de forecast over het lopende jaar. Dit kan in een door de Opdrachtgever verstrekt of gevraagd format of de gevraagde gegevens mogen ook in een eigen format aangeleverd worden als dat de administratieve lasten verlaagd. Onderdeel van de managementrapportage per kwartaal is in elk geval: a. de geleverde Dienstverlening (productie), zowel wat reeds gedeclareerd is als het onderhanden werk in het betreffende kwartaal (hoeveelheden en prijzen); Marktconsultatie; wat kunnen jullie betekenen om de beweging van zwaar naar licht te bewerkstelligen en hoe kunnen we dit zien in jullie rapportages?

15 b. een analyse van de verschillen/ overeenkomsten met hetzelfde kwartaal in het voorafgaande jaar; c. plus een forecast over het gehele lopende jaar (een prognose van het verdere verloop van de Dienstverlening en de daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen). d. Het aantal ontvangen klachten, de aard en afhandeling daarvan. 3 De managementinformatie wordt geleverd binnen één maand na afsluiting van de overeengekomen periode. Als de informatie niet wordt aangeleverd behoudt de Opdrachtgever zicht het recht voor om betalingen van de geleverde diensten op te schorten tot de informatie is aangeleverd. 4 Periodiek Resultaten cliënttevredenheid aanleveren De organisatie dient jaarlijks een cliënttevredenheidsonderzoek uit te (laten) voeren. De gemeente ontvangt de outcome van deze onderzoeken inclusief een plan van aanpak m.b.t. de aanbevelingen. Onderwerp 9: Transformatie beweging 1 Wij vragen de organisatie op welke wijze zij lichtere en lokale zorgvormen in kan zetten ten koste van zware en wat daar randvoorwaardelijk voor nodig is. Wens, marktconsultatie Onderwerp 10: Kwaliteit en doelmatigheid 1 De organisatie werkt conform de Jeugdwet 2 De organisatie werkt volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens Precies naam wet benoemen 3 De organisatie toetst haar werkwijze en effectiviteit periodiek (onafhankelijk) en aantoonbaar. Wens, marktconsultatie Wij vragen de organisatie welke mogelijkheden zij ziet om hun werkwijze en effectiviteit periodiek (onafhankelijk) en aantoonbaar te toetsen. 4 Consequenties niet nakomen van afspraken. Wens: marktconsultatie Welke consequentie wil de organisatie verbinden aan het wel danwel niet behalen van gestelde doelen? En

16 wat heeft de organisatie daarvoor nodig vanuit de gemeente? SPECIFIEKE EISEN EN WENSEN Perceel 1 Jeugdbescherming (dwang) en Jeugdreclassering eisen en wensen Onderwerp 1: Gezinsgericht werken 1 De organisatie werkt met een vastgestelde en beschreven methodiek die gericht is op een integrale aanpak op het gebied van gezondheid (mentaal, fysiek, emotioneel), opvang/huisvesting, school, werk/inkomen, vrije tijd, veiligheid en sociaal netwerk. (Zie paragraaf van het Normenkader t.b.v. certificering van uitvoerende organisaties voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering versie 1.0) Specifieke aandacht gaat uit naar de doelgroep jarigen (bij alle maatregelen waarbij de jongere 16 jaar of ouder is en in relatie tot het adolescentenstrafrecht). 2 Gezinsmanagers werken gezinsgericht en richten zich op het opbouwen van sociale netwerken die afwezig zijn, zodat de eigen kracht van het gezin gestimuleerd wordt. Specifieke aandacht gaat uit naar de doelgroep jarigen (bij alle maatregelen waarbij de jongere 16 jaar of ouder is). 3 Er is gedurende de gehele looptijd van de maatregel een voor het gezin bekende gezinsmanager aangesteld die aanspreekpunt en regiehouder is over de casus (eis). Wens

17 Onderwerp 3: Contact gezinsmanager 1 Bij ieder gezin is er binnen 5 werkdagen na het opleggen van een maatregel face to face contact met de vaste gezinsmanager. 2 In jeugdreclasseringszaken heeft de gezinsmanager minimaal elke drie weken contact met de jongere om vinger aan de pols te houden. 3 Extra inspanning leveren bij jongeren die geschorst worden uit detentie onder voorwaarden; binnen 24 uur na vrijlating is er contact en worden er afspraken gemaakt. Onderwerp 4: Regierol 1 Bij het afschalen van zowel jb-maatregel als jr-maatregel dient tijdig een helder borgingsplan gemaakt te zijn. 2 Het borgingsplan wordt opgesteld in samenwerking met het gezin, de jongere en de professional die de regie overneemt, welke ook al in de praktijk ingezet is door middel van een warme overdracht. 3 De gezinsmanager schrijft correcte, volledige en up-to-date rapporten die besproken zijn met het gezin en de jongere en levert deze binnen de afgesproken termijnen aan bij de Raad voor de Kinderbescherming, de Rechtbank en/of OM. Deze rapporten bevatten in ieder geval helder omschreven doelen en per doel aangegeven hoe hier aan gewerkt wordt en welke behaald zijn. Belangrijke wens ('wij verwachten in uw voorstel opgenomen hoe u dit voor ons inzichtelijk laat zijn')

18 Onderwerp 7: Samenwerking in de veiligheidsketen 1 De organisatie zorgt dat jeugdreclassering, adolescentenstrafrecht en volwassenreclassering naadloos op elkaar aansluiten. 2 Wij vragen de organisatie om een visie op samenwerking in de strafrechtketen inclusief Leerplicht (rollen, taken en verantwoordelijkheden), welke partijen daarin relevant zijn en hoe de organisatie hier invulling aan wil geven. Wens Wens, marktconsultatie De organisatie investeert aantoonbaar in (keten)samenwerking met politie, OM, Openbare orde en veiligheid (gemeente), Veiligheidshuis, Raad voor de Kinderbescherming, Reclassering Nederland, volgens samenwerkingsafspraken, eventueel in onderling convenant. Onderwerp 10: Kwaliteit en doelmatigheid 1 De organisatie is gecertificeerd conform Jeugdwet art Wij vragen de organisatie op welke wijze zij invulling geeft aan het werken Wens volgens de Norm verantwoorde werktoedeling en het Kwaliteitskader Jeugd. Wij vragen de organisatie op welke wijze zij anticipeert op bedrijfsrisico's die niet gepland, maar wel voorzien kunnen worden (zoals ziekte, verloop, verhoogde instroom) zodat continuïteit en kwaliteit van de inzet, de juiste belasting van medewerkers en het voorkomen van wachtlijsten te allen tijde aantoonbaar geborgd worden. 3 Jeugdreclassering wordt belegd bij een aantal vaste gezinsmanagers die hier affiniteit mee en expertise in hebben. Deze gezinsmanagers zijn specifiek geschoold op het gebied van jeugdstrafrecht, hebben voor minimaal de helft van hun caseload jeugdreclasseringsmaatregelen in hun portefeuille Wens, marktconsultatie Bv Zorgen voor een flexibele schil van gezinsmanagers met andere organisaties samen Belangrijke wens

19 en zijn goed ingevoerd in de lokale/regionale strafrecht- en veiligheidsketen.

20 Perceel 2 Jeugdbescherming (Drang) eisen en wensen Onderwerp 1: Gezinsgericht werken 1 De gezinsmanager werkt met een vastgestelde en beschreven methodiek die gericht is op een integrale aanpak op het gebied van gezondheid (mentaal, fysiek, emotioneel), opvang/huisvesting, school, werk/inkomen, vrije tijd, veiligheid en sociaal netwerk. Specifieke aandacht gaat uit naar de doelgroep jarigen. 2 Gezinsmanagers werken gezinsgericht en richten zich op het opbouwen van sociale netwerken die afwezig zijn, zodat de eigen kracht van het gezin gestimuleerd wordt. Specifieke aandacht gaat uit naar de doelgroep jarigen. Wens Onderwerp 3: Contact gezinsmanager 1 Bij ieder gezin is er binnen 5 werkdagen na verwijzing face to face contact met de vaste gezinsmanager. Onderwerp 4: Regierol 3 Bij het afschalen van een drangzaak dient tijdig een helder borgingsplan (eis) gemaakt te zijn. 4 Het borgingsplan wordt opgesteld in samenwerking met het gezin, de jongere en de professional die de regie overneemt, welke ook al in de praktijk ingezet is door middel van een warme overdracht. Belangrijke wens ('wij verwachten in uw voorstel opgenomen hoe u dit voor ons inzichtelijk laat zijn')

21 Onderwerp 10: Kwaliteit en doelmatigheid 3 Wij vragen de organisatie op welke wijze zij invulling geeft aan het werken volgens het Kwaliteitskader Jeugd. Wens Wij vragen de organisatie op welke wijze zij anticipeert op bedrijfsrisico's die niet gepland, maar wel voorzien kunnen worden (zoals ziekte, verloop, verhoogde instroom) zodat continuïteit en kwaliteit van de inzet, de juiste belasting van medewerkers en het voorkomen van wachtlijsten te allen tijde aantoonbaar geborgd worden. Wens, marktconsultatie Bv Zorgen voor een flexibele schil van gezinsmanagers met andere organisaties samen