Datum van inontvangstneming : 12/07/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 12/07/2012"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 12/07/2012

2 Vertaling C-293/12-1 Datum van indiening: 11 juni 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-293/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing The High Court of Ireland (Ierland) Datum van de verwijzingsbeslissing: Verzoekende partij: 27 januari 2012 Verwerende partijen: Digital Rights Ireland Limited (1) The Minister for Communications, Marine and Natural Resources (2) The Minister for Justice, Equality and Law Reform (3) The Commissioner for the Garda Síochána (4) Ireland (5) The Attorney General Partij waaraan kennis moet worden gegeven: The Human Rights Commission THE HIGH COURT [omissis] Tussen: DIGITAL RIGHTS IRELAND LIMITED NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 en verzoekster, THE MINISTER FOR COMMUNICATIONS, MARINE AND NATURAL RESOURCES, THE MINISTER FOR JUSTICE, EQUALITY AND LAW REFORM, THE COMMISSIONER FOR THE GARDA SIOCHANA, IRELAND en THE ATTORNEY GENERAL [omissis] en THE HUMAN RIGHTS COMMISSION verweerders, andere partij in de procedure. [omissis] [Gelet op de uitspraak van 5 mei 2010 [zie bijlage] [omissis]; gelet op het feit dat verzoekster procesbevoegdheid heeft om een actio popularis in te stellen over de vraag of de bestreden voorschriften inbreuk maken op het recht van de burgers op privacy en communicatie, maar niet met betrekking tot privacy binnen gezin en huwelijk of tot reizen; [omissis] en gelet op het feit dat de verwijzende rechter, om uitspraak te kunnen doen, verschillende vragen over de uitlegging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moet beantwoorden en dat het Hof van Justitie van de Europese Unie derhalve dient te worden verzocht om een prejudiciële beslissing daarover; Beschikt [omissis]: [omissis] Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt overeenkomstig artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oud artikel 234 EG) verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: 1. Is de beperking van verzoeksters rechten in verband met het gebruik van mobiele telefonie, welke voortvloeit uit de vereisten van de artikelen 3, 4 en 6 van richtlijn 2006/24/EG, onverenigbaar met artikel 5, lid 4, VEU voor zover zij 2

4 DIGITAL RIGHTS IRELAND onevenredig is en niet noodzakelijk of niet geschikt is om de volgende legitieme doelen te bereiken: (a) het waarborgen dat bepaalde gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit? en/of (b) het waarborgen van de goede werking van de interne markt van de Europese Unie? 2. Meer bepaald, (i) Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 21 VWEU vervatte recht van de burgers om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven? (ii) Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten en in artikel 8 EVRM vervatte recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer? (iii) Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 8 van het Handvest vervatte recht op bescherming van persoonsgegevens? (iv) Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 11 van het Handvest en artikel 10 EVRM vervatte recht op vrijheid van meningsuiting? (v) Is richtlijn 2006/24/EG verenigbaar met het in artikel 41 van het Handvest vervatte recht op behoorlijk bestuur? 3. In hoeverre vereisen de verdragen en in het bijzonder het in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte beginsel van loyale samenwerking dat een nationale rechterlijke instantie onderzoekt en beoordeelt of de nationale maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/24/EG verenigbaar zijn met de bescherming die wordt geboden door het Handvest van de grondrechten, waaronder artikel 7 daarvan (zoals ingegeven door artikel 8 EVRM)? De behandeling van de zaak wordt geschorst tot het Hof van Justitie de prejudiciële vragen zal hebben beantwoord. [omissis] 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 BIJLAGE VERWIJZING KRACHTENS ARTIKEL 267 VWEU 1 FEITEN EN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN 1.1 Verzoekster is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [omissis], opgericht op 4 november Zij stelt dat zij een mobiele telefoon bezit die op 3 juni 2006 is geregistreerd en die zij stelt te hebben gebruikt vanaf de datum van registratie tot heden. Op 11 augustus 2006 heeft verzoekster de onderhavige procedure ingeleid tegen verweerders. Verweerders zijn twee verschillende ministers van de regering van Ierland, The Commissioner of An Garda Síochána (de Ierse politiemacht), de Staat zelf en de Attorney General van de Staat. De Irish Human Rights Commission trad op als partij die van de procedure in kennis moest worden gesteld (Notice Party) en verschijnt als amicus curiae. 1.2 De Ierse procedure werd ingeleid op 11 augustus [omissis] Op 20 april 2007 werd verweer gevoerd. De pleidooien in de Ierse procedure zijn dienovereenkomstig beëindigd [omissis] zodat de rechtsvragen van het geding kunnen worden vastgesteld. 1.3 De door verzoekster ingeleide procedure is gedetailleerd en complex. Samengevat vordert zij het volgende: i) vaststelling dat de Minister for Communications en/of de Garda Commissioner in strijd met de Data Protection Acts 1998 en 2003 (wetten van 1998 en 2003 inzake gegevensbescherming) en met Unierecht hebben gehandeld; ii) iii) iv) vaststelling dat section 63, lid 1, van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act 2005 [wet van 2005 inzake strafrecht (terroristische misdrijven)] nietig is wegens schending van de Grondwet en/of Unierecht, of onverenigbaar is met de verplichtingen van Ierland krachtens het EVRM; vaststelling dat de Staat zijn verplichtingen niet is nagekomen om het EU-recht uit te voeren; vaststelling dat richtlijn 2006/24/EG nietig is wegens schending van het EG-Verdrag en/of omdat zij is vastgesteld zonder rechtsgrondslag; v) rechtsherstel, met inbegrip van dwangmiddelen tot rechtsherstel, gericht op rechtmatigheid van een instructie die door de voorganger van de als eerste genoemde verweerder zou zijn uitgevaardigd krachtens section 110 van de Postal Telecommunications Services Act 1983 (wet van 1983 inzake post- en telecommunicatiediensten) (zoals 4

6 DIGITAL RIGHTS IRELAND gewijzigd bij de Interception of Postal Packets and Telecommunication Messages (Regulations) Act 1993) (wet van 1993 inzake de interceptie van postpakketten en telecommuncatieberichten (regeling); vi) indien nodig, vaststelling dat genoemde section, zoals gewijzigd, indruist tegen de Grondwet van Ierland; vii) vaststelling van dwangmiddelen, opdat verweerders worden belet om te handelen krachtens of uitvoering te geven aan de bestreden instrumenten, daaronder begrepen genoemde richtlijn; viii) vaststelling van een beschikking met een verzoek krachtens artikel 267 VWEU (ex artikel 234 EG) om een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie over de volgende vraag: Is richtlijn 2006/24/EG geldig niettegenstaande (a) artikel 6, leden 1 en 2, VEU (b) artikel 3a VEU en artikel 21 VWEU (ex artikelen 10 EG en 18 EG) (c) (d) artikelen 7, 8,11 en 41 van het Handvest van de Grondrechten, en artikel 5 VEU (ex artikel 5 EG) (evenredigheidsbeginsel)? Is richtlijn 2006/24/EG, die gegevensbescherming regelt, ongeldig voor zover zij in het Unierecht geen passende rechtsgrondslag heeft? ix) [omissis] x) [omissis]. 1.4 Verweerders hebben in de procedure een verweerschrift ingediend waarin zij ontkennen dat de Staat controle heeft uitgeoefend over mobieletelefoniegegevens, niet op onrechtmatige wijze en zelfs in het geheel niet. Verweerders stellen voorts dat voor zover de Staat controle over mobieletelefoniegegevens heeft uitgeoefend, dit is gebeurd in overeenstemming met (i) de wet, (ii) Unierecht, met name de vereisten van het VEU en het Handvest van de grondrechten, (iii) de Grondwet van Ierland, en (iv) het EVRM. 1.5 Verzoekster verzocht in kort geding van 6 februari 2008 voor de Irish High Court om prejudiciële verwijzing naar het Europese Hof van Justitie krachtens artikel 267 VWEU (ex artikel 234 EG) over de kwestie waarover de in de bijlage geformuleerde vragen [omissis] zijn gerezen. Verweerders dienden een tegenvordering in waarmee zij verzoeksters bevoegdheid om deze procedure in te leiden in twijfel trekken. [omissis]. 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/ Deze vorderingen zijn gehoord door de Irish High Court in Dublin op 1, 2 en 3 juli Tijdens de pleidooien over deze vordering erkende verzoekster dat zij, daar zij geen natuurlijke persoon is, niet bevoegd is om bezwaar te maken tegen de regeling inzake de bewaring van communicatiegegevens, noch op basis van de Data Protection Acts 1998 en 2003 noch op basis van de richtlijnen 95/46/EG, 97/66/EG of 2002/58/EG, nu al deze instrumenten zijn opgesteld en geformuleerd om de privacybelangen van natuurlijke personen te beschermen en niet die van rechtspersonen. 1.8 In een uitspraak van 5 mei 2010 oordeelde de High Court, voor een deel onder verwijzing naar het beginsel van doeltreffende rechterlijke bescherming als een algemeen beginsel van gemeenschapsrecht, dat verzoekster procesbevoegdheid heeft om op te komen tegen de handelingen waartegen zij bezwaren heeft. De High Court oordeelde dat zij daartoe bevoegd is op basis van: haar recht op privacy als rechtspersoon, zoals is erkend in artikel 40, lid 3, punt 1, van de Grondwet van Ierland, artikel 8 EVRM en de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten (ongeacht wat de omvang van dat recht in de omstandigheden van het onderhavige geval uiteindelijk mogen blijken te zijn), en haar recht om te communiceren, als een aspect van het recht van vrije meningsuiting en de vrijheid van vereniging krachtens artikel 40, lid 6, punt 1, van de Ierse Grondwet; artikel 8 EVRM met betrekking tot het briefgeheim, en artikel 8 van het Handvest van de grondrechten wat betreft de bescherming van persoonsgegevens (ook hier: ongeacht wat de omvang van dat recht in de omstandigheden van het onderhavige geval uiteindelijk mogen blijken te zijn). De High Court kwam daarentegen tot de slotsom dat verzoekster geen recht heeft om op te komen tegen de handelingen waartegen zij bezwaren heeft, met een beroep op een recht op privacy binnen gezin of huwelijk of een recht om te reizen, omdat dit, vanzelfsprekend, rechten zijn die zij als een kunstmatige, immateriële juridische entiteit niet heeft. 1.9 Wat de erkenning van het recht op privacy en op communicatie, stelde de High Court vervolgens vast dat verzoekster een beroep mag instellen om die rechten te doen gelden, niet alleen in haar eigen hoedanigheid van kunstmatige (rechts)persoon, maar ook namens natuurlijke personen middels een actio popularis Op het tijdstip waarop de vordering werd gehoord [omissis], op 1, 2 en 3 juli 2008, was bij het Hof van Justitie een beroep tot nietigverklaring van richtlijn 2006/24/EG aanhangig op grond dat deze niet op basis van een passende rechtsgrondslag was vastgesteld, maar was daarover nog geen uitspraak gedaan. In die omstandigheden wenste verzoekster in haar voorgestelde verzoek om een prejudiciële beslissing ook een vraag te stellen over de geldigheid van de rechtsgrondslag van de richtlijn. In het arrest van 10 februari 2009, Ierland/Europees Parlement en Raad (zaak C-301/06, Jurispr. blz. I-593) stelde het 6

8 DIGITAL RIGHTS IRELAND Hof van Justitie echter vast dat de richtlijn, als een maatregel inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen, terecht was vastgesteld op grondslag van artikel 95 EG. Verzoekster heeft de Ierse High Court er bijgevolg van in kennis gesteld dat zij de betrokken prejudiciële vraag niet langer wenste te stellen Verzoeksters geding blijft aanhangig voor de High Court. 2 RICHTLIJNEN 2.1 Richtlijn 95/46/EG betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 blz. 31), is vastgesteld op 24 oktober Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201, blz. 37) is vastgesteld op 12 juli Richtlijn 2006/24/EG van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn 2002/58/EG, is bekend gemaakt op 13 april 2006 (PB L 105, blz. 54). Zij heeft tot doel het recht van de Europese Unie inzake gegevensbescherming te wijzigen. De als vierde genoemde verweerder was verplicht om richtlijn 2006/24/EG uiterlijk op 15 september 2007 in nationaal recht om te zetten. 2.4 Artikel 1 van richtlijn 2006/24/EG luidt als volgt: Deze richtlijn heeft tot doel een harmonisatie tot stand te brengen van de nationale bepalingen van de lidstaten waarbij aan aanbieders van elektronische communicatiediensten of een openbaar communicatienetwerk verplichtingen worden opgelegd inzake het bewaren van bepaalde gegevens die door hen gegenereerd of door hen worden verwerkt, teneinde te garanderen dat die gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit zoals gedefinieerd in de nationale wetgevingen van de lidstaten. 2.5 Deze richtlijn vermeldt de soorten gegevens die moeten worden bewaard, de duur van het bewaren en de wijze waarop zij moeten worden bewaard. 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 3 BETROKKEN IERSE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN De Postal Telecommunications Services Act 1983 [zoals gewijzigd bij de Interception of Postal Packets and Telecommunication Messages (Regulations) Act 1993] 3.1 Verzoekster stelt dat de Minister for Public Enterprise, de voorganger van de als eerste genoemde verweerder, omstreeks 25 april 2002 krachtens section 110, lid 1, van genoemde 1983 Act, zoals gewijzigd, een instructie heeft uitgevaardigd voor een aantal aanbieders van telecommunicatiediensten om telecommunicatiegegevens te bewaren, en dat de als eerste genoemde verweerder na deze instructie onrechtmatig in het bezit is gekomen van en toezicht heeft uitgeoefend over gegevens betreffende verzoekster, haar leden en andere gebruikers van mobiele telefoons. Verweerders erkennen niet dat een dergelijke instructie is uitgevaardigd en ontkennen dat de als eerste genoemde verweerder in het bezit is gekomen van of toezicht heeft uitgeoefend over dergelijke gegevens, niet op onrechtmatige wijze en zelfs helemaal niet. Verzoekster stelt dat de voorganger van de als eerste genoemde verweerder door het uitvaardigen van een instructie krachtens genoemde section 110, lid 1, zijn bevoegdheden heeft overschreden en dat die uitvaardiging in strijd is met de grondwet, ongeldig is krachtens het Unierecht, en het EVRM schendt. Verweerders ontkennen deze stellingen. Deel 7 van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act Deel 7 van de 2005 Act betrof de bewaring van gegevens van telefonische communicatie, met uitzondering van inhoudelijke gegevens. Op grond daarvan moesten aanbieders van telefonische communicatiediensten gedurende een in de wet vastgelegde termijn gegevens betreffende het telefoonverkeer en de plaats bewaren: (a) ter voorkoming, opsporing, onderzoek of vervolging van criminaliteit (daaronder begrepen, maar niet uitsluitend, terroristische misdrijven); en (b) ter bescherming van de staatsveiligheid. De Staat mocht op grond daarvan met die doelen verzoeken om toegang tot die gegevens overeenkomstig de voorgeschreven procedure, en daarbij werden waarborgen geboden in de vorm van een klachtenprocedure, onder voorzitterschap van een quasi-rechterlijke persoon, te weten de Complaints Referee, en een vereiste van verslaggeving en toetsing door een daartoe aangewezen rechter van de High Court. 3.3 Verzoekster stelt dat section 63, lid 1, in deel 7 van de Act, die de Garda Commissioner toestaat de aanbieder van de dienst te verzoeken dergelijke gegevens te bewaren en die de aanbieder van de dienst verplicht daaraan gevolg te geven, in strijd is met de grondwet, ongeldig is krachtens het Unierecht en het EVRM schendt. Verweerder ontkennen deze stellingen. 3.4 Verzoekster stelt dat op een niet bekende datum na de inwerkingtreding van de 2005 Act, de Garda Commissioner krachtens section 63, lid 1, een instructie 8

10 DIGITAL RIGHTS IRELAND heeft uitgevaardigd voor de aanbieders van telecommunicatiediensten en vervolgens in het bezit is gekomen van en toezicht heeft uitgeoefend over gegevens betreffende verzoekster, haar leden en andere gebruikers van mobiele telefoons. Verweerders erkennen niet dat een dergelijke instructie is uitgevaardigd en ontkennen dat de als derde genoemde verweerder in het bezit is gekomen van of toezicht heeft uitgeoefend over dergelijke gegevens, niet op onrechtmatige wijze en zelfs helemaal niet. Communications (Retention of Data) Act De lidstaten waren verplicht richtlijn 2006/24/EG uiterlijk op 15 september 2007 in nationaal recht om te zetten. Ierland heeft dit gedaan middels de 2011 Act, die is vastgesteld op 26 januari Deze verving een gewijzigde regeling inzake het bewaren van gegevens door die van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act, Section 13 van de 2011 Act trekt deel 7 van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act 2005 in zijn geheel in. 3.6 De 2011 Act vereist dat aanbieders van een openbaar beschikbare elektronische communicatiedienst of van een openbaar communicatienetwerk, via een vaste lijn of via mobiele telefoons, gegevens betreffende het vaste netwerk en mobiele telefonie gedurende twee jaar bewaren, waarbij aan bepaalde veiligheidsvoorwaarden en toegangsbeperkingen moet worden voldaan, en dat zij toegang verschaffen aan nader bepaalde personen in specifieke gevallen in verband met het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van een ernstig strafbaar feit, de staatsveiligheid of het redden van mensenlevens. Section 10 van de 2011 Act stelt een klachtenprocedure in waarin het beroep in rechte, de aansprakelijkheid en de sancties op schending van de vereisten inzake gegevensverwerking van de Act, en bijgevolg van richtlijn 2006/24/EG, zijn geregeld. 4 GRONDWET VAN IERLAND 4.1 Artikel 29. lid 4, punt [10] van de Ierse Grondwet bepaalt dat geen enkel voorschrift van de Grondwet een door de Ierse Staat vastgestelde wet, handeling of maatregel die geboden is op grond van de uit het lidmaatschap van de Europese Unie of Gemeenschappen voortvloeiende verplichtingen, ongeldig maakt, dan wel voorkomt dat regelingen, handelingen of maatregelen van de Europese Unie of Gemeenschappen, van de instellingen ervan of van krachtens de oprichtingsverdragen bevoegde lichamen ervan van kracht zijn in de Staat. Dienovereenkomstig is de geldigheid van richtlijn 2006/24/EG van rechtstreekse invloed op de grondwettigheid van de betwiste maatregelen. 4.2 Verweerders stellen dat deel 7 van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act 2005 reeds vóór het bestaan van richtlijn 2006/24/EG daaraan uitvoering gaf. Indien wordt vastgesteld dat de richtlijn geldig is, kunnen de bepalingen van deel 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 7, en alle instructies op basis daarvan, worden aangemerkt als noodzakelijk vanwege lidmaatschap van Ierland van de Europese Unie. 4.3 In die omstandigheden zouden veel van de maatregelen die door verzoekster voor de nationale rechter worden betwist, niet op grond van de Ierse Grondwet kunnen worden aangevochten. 4.4 Omgekeerd, indien richtlijn 2006/24/EG op grond van het Unierecht ongeldig zou zijn, worden de nationale voorschriften niet beschermd door artikel 29, lid 4, punt 10, van de Ierse Grondwet, en kan daartegen worden opgekomen krachtens andere bepalingen van die Grondwet. 4.5 De in het onderhavige geding gerezen vragen van nationaal recht kunnen derhalve alleen worden beantwoord wanneer de geldigheid van de betwiste bepalingen van de richtlijn op basis van het Unierecht is vastgesteld. 5 RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET RECHT VAN DE EUROPESE UNIE 5.1 De volgende bepalingen van het recht van de Europese Unie zijn relevant voor de prejudiciële beslissing: i) Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn 2002/58/EG; ii) iii) iv) artikel 6, leden 1 en 2, VEU; artikelen 3a VEU en 21 VWEU (oud artikelen 10 EG en 18 EG); artikelen 7, 8, 11 en 41 Handvest van de grondrechten; v) artikel 5 VEU (oud artikel 5 EG) (evenredigheidsbeginsel). 6 NOODZAAK VAN EEN BESLISSING 6.1 Verzoekster stelt dat verweerders middels een reeks wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen zoals hierboven beschreven, ten onrechte toezicht hebben uitgeoefend op gegevens voor zover zij op onwettig wijze gegevens betreffende verzoekster hebben verwerkt en opgeslagen, in strijd met nationaal recht, met de Ierse Grondwet en met het Unierecht, opgevat in die zin dat dit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden omvat. 10

12 DIGITAL RIGHTS IRELAND 6.2 De in de onderhavige zaak gerezen vragen van nationaal recht, kunnen alleen worden beantwoord wanneer de geldigheid van richtlijn 2006/24/EG en de geldigheid van de nationale maatregelen ter uitvoering daarvan, volgens het Unierecht zijn vastgesteld. Bijgevolg wordt het Hof van Justitie krachtens artikel 267 VWEU verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: 7 VRAGEN De volgende vragen zijn gerezen: [vragen als vermeld in de vragen 1, 2 en 3 hierboven] [omissis] [BIJLAGE] VONNIS [OMISSIS] van 5 mei Verzoeker is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, [omissis] en heeft haar zetel in Tipperary. Zij heeft, volgens de oprichtingsakte, onder meer tot doel de burgerlijke rechten en mensenrechten, in het bijzonder die welke verband houden met de moderne communicatietechnologieën, te bevorderen en te beschermen. 2 De als eerste en tweede genoemde verweerders zijn ministers van de [Ierse] regering [omissis]. 3 De als derde genoemde verweerder ( The Garda Commissioner ) is de persoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de Garda Síochána en hij heeft zijn hoofdkantoor [in Dublin]. Hij heeft een bevoegdheid krachtens section 63, lid 1, van de Criminal Justice (Terrorist Offences) Act 2005 om een instructie of instructies uit te vaardigen voor aanbieders van telecommunicatiediensten. 4 De als vierde genoemde verweerder is Ierland en de als vijfde genoemde verweerder is de regeringsadviseur van de Staat, aangewezen door de Ierse Grondwet, die is gedagvaard in zijn hoedanigheid van staatsvertegenwoordiger. 5 De Notice Party, die als zodanig tussenkomt in deze procedure, is een publiekrechtelijke rechtspersoon, ingesteld bij [omissis] de Human Rights Commission Act [omissis] 6 Dit vonnis betreft de volgende drie kwesties, de eerste twee aangevoerd door verweerders, de laatste door verzoekster, en zij zijn allen gehoord over kwesties die vooraf aan de orde moesten worden gesteld: i) de procesbevoegdheid van verzoekster; 11

13 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 ii) iii) de vraag of jegens verzoekster een zekerheid voor de kosten moest worden toegestaan; de vraag of het Hof van Justitie krachtens artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (voorheen artikel 234 EG) moest worden verzocht om een prejudiciële beslissing. [(Bijlage).1-2] Achtergrond: 7 [De in de punten 7 tot en met 14 van het vonnis uiteengezette achtergrond is samengevat in afdeling 3 van de bijlage] [omissis] [omissis] Procesbevoegdheid: [omissis] 15. [De punten 15 tot en met 93 bevatten de stellingen van partijen, de toepasselijke regelingen en de conclusies van de High Court betreffende de vraag of verzoekster procesbevoegdheid heeft. Er wordt niet uitdrukkelijk verwezen naar bevoegdheid krachtens artikel 263 VWEU, maar wel, in de punten 43 tot en met 46 naar, onder meer, het arrest van 15 juli 1963, Plaumann (25/62, Jurispr. blz. 207, rechtsoverweging 23), en het arrest van 13 maart 2007, Unibet (London) Ltd, (C-432/05, Jurispr. blz. I-2271). De conclusie is vermeld in afdelingen 1.8 en 1.9 van de bijlage.] [omissis] [omissis]. Zekerheid voor de kosten: 94. [De punten 94 tot en met 108 betreffen de vraag of van verzoekster verplicht was een zekerheid te stellen voor de kosten (indien haar vordering zou worden afgewezen en zij zou worden verwezen in verweerders kosten. Hierover wordt geen prejudiciële vraag gesteld aan het Hof.] [omissis] [omissis] Verwijzing krachtens Artikel 267 VWEU: 109. Verzoekster verzoekt om verwijzing naar het Hof van Justitie krachtens artikel 267 VWEU. De te stellen vragen betreffen allen de geldigheid van richtlijn 12

14 DIGITAL RIGHTS IRELAND 2006/24/EG, met name in verband met rechten krachtens de EU- en de EG-verdragen, het Handvest van de grondrechten en het EVRM. De vraag of de richtlijn was vastgesteld krachtens de juiste grondslag in het Verdrag, was actueel op het tijdstip van de terechtzitting, aangezien de Ierse regering op dat tijdstip betrokken was in een geding voor het Hof van Justitie daarover. Nadien heeft het Hof van Justitie het standpunt van de Ierse regering hierover afgewezen (reeds aangehaald arrest van 10 februari 2009, Ierland/Europees Parlement en Raad van de Europese Unie). Het Hof stelde vast dat artikel 95 EG de juiste rechtsgrondslag was voor richtlijn 2006/24/EG, omdat duidelijk was dat de verschillen tussen de nationale regelingen inzake de bewaring van gegevens betreffende elektronische communicatie de werking van de interne markt rechtstreeks konden beïnvloeden, en dat kon worden verwacht dat die invloed nog sterker zou worden. Voorts zijn de bepalingen van de richtlijn in wezen beperkt tot de activiteiten van de aanbieders van diensten, en regelen zij niet de toegang tot gegevens noch het gebruik daarvan door de politiële of gerechtelijke autoriteiten. Het Hof stelde echter uitdrukkelijk vast dat het beroep uitsluitend betrekking had op de keuze van de rechtsgrondslag, en niet op een eventuele schending van de grondrechten ten gevolge van de inmenging in de uitoefening van het recht op respect voor het privé-leven [...]. (reeds aangehaald arrest Ierland/Europees Parlement en Raad van de Europese Unie, in punt 57) Verzoekster merkt op dat een rechter ingevolge [artikel 267, tweede alinea, VWEU] geheel vrij is om een vraag naar het Hof te verwijzen wanneer hij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van zijn vonnis. In het onderhavige geval baseert verzoekster haar verzoek ook op [artikel 267, derde alinea, VWEU], waarin is bepaald: Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is deze instantie gehouden zich tot het Hof te wenden. (nadruk toegevoegd) Verzoekster betoogt dat indien een vraag over de geldigheid van Gemeenschapsrecht wordt opgeworpen, de nationale rechter gehouden is tot verwijzing aangezien er geen doeltreffende voorziening in rechte is in het nationale recht, omdat de nationale rechter een gemeenschapsinstrument niet ongeldig kan verklaren (arrest van 22 oktober 1987, Foto-Frost/Hauptzollamt Lübeck-Ost (314/85, Jurispr. blz. 4199) Gewezen wordt op de uitzonderingen op de verplichting van een prejudiciële verwijzing, te weten: ten eerste, de kwestie is niet noodzakelijk is voor de beslechting van het geding (zie arresten van 16 juli 1992 Weinand Meilicke, C-83/91, Jurispr. blz. I-4871, en 17 mei 1994, Corsica Ferries Italia, C-18/93, Jurispr. blz. I-1783; beschikking van 16 mei 1994, Monin Automobiles-Maison de Deux-Roues, 428/93, Jurispr. blz. I-1707); ten tweede, de kwestie van Gemeenschapsrecht wordt reeds beheerst door een eerdere uitspraak (zie arresten 13

15 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-293/12 van 6 oktober 1982, Cilfit e.a., 283/81, Jurispr. blz. 3415; 27 maart 1963, Da Costa e.a., gevoegde zaken 28/62 30/62, Jurispr. blz. 63, en 16 december 1981, Foglia, 244/80, Jurispr. blz. 3045), en ten derde, de toepassing van het Gemeenschapsrecht is zo evident, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan voor de nationale rechter (zie reeds aangehaald arrest Cilfit e.a.). Volgens verzoekster doet geen van deze situaties zich in het onderhavige geval voor. [omissis] Verweerders erkennen dat de rechter in verband met een verwijzing krachtens artikel 267 VWEU discretionaire bevoegdheid heeft, maar betogen dat een prejudiciële verwijzing op dit tijdstip voorbarig zou zijn. In een situatie waarin de verzoeker ervoor heeft gekozen een procedure in te leiden in de vorm van een plenary action (normale procedure met pleidooien en mondelinge bewijsvoering) en dus bewijs moeten leveren, waaronder mondeling bewijs, dat ter terechtzitting moet worden onderzocht, en waarin dit nog moet gebeuren, kan thans niet worden beoordeeld hoe de bewijssituatie er uiteindelijk zal uitzien. Welke bewijzen er zijn, is per definitie eenzijdig. In dit verband wordt verwezen naar punt 6 van het arrest van 10 maart 1981, Irish Creamery Milk Suppliers Association e.a. (gevoegde zaken 36/80 en 71/80, Jurispr. blz. 735), waarin het Hof heeft geoordeeld: 14 [...] de noodzaak tot een nuttige uitlegging van het gemeenschapsrecht te geraken, noopt tot een omschrijving van het juridisch kader waarin de gevraagde uitlegging moet passen. Gelet hierop kan het in bepaalde omstandigheden aangewezen zijn, dat de betrokken feiten vaststaan en de problemen van zuiver nationaal recht zijn opgelost op het moment van verwijzing naar het Hof, zodat dit kennis kan nemen van alle gegevens, zowel feitelijk als rechtens, die voor de verlangde uitlegging van het Gemeenschapsrecht van belang kunnen zijn. Aangezien de feiten en toepasselijke bepalingen in de onderhavige zaak nog naar behoren moeten worden vastgesteld, moet een prejudiciële verwijzing op dit tijdstip worden geweigerd. Verzoekster, zo stellen verweerders, gaat eraan voorbij dat belangrijke kwesties betreffende de feiten en het nationale recht, over de aard en de omvang van de rechtstreeks door de richtlijn aangetaste grondrechten en over de mate waarin als dit al kan deze rechten kunnen worden genoten en ingeroepen door een kunstmatige juridische entiteit, nog moeten worden beslecht Met betrekking tot de prejudiciële verwijzing krachtens artikel 267 VWEU, is de verwijzende rechter ervan overtuigd dat hij over voldoende informatie beschikt voor een dergelijke verwijzing naar het Hof van Justitie. De toepassing daarvan is zijns inziens niet voorbarig: de context van de verwijzing (reeds aangehaald arrest Irish Creamery Milk Suppliers Association e.a.) kan worden bepaald. Dit is geen zaak waarvoor aanzienlijk mondeling bewijs nodig is om het kader of de problemen van de zaak naar behoren te bepalen. Er wordt bewaar gemaakt tegen

16 DIGITAL RIGHTS IRELAND specifieke wettelijke bepalingen die voor zichzelf spreken. De verwijzende rechter is er tevens van overtuigd dat een prejudiciële verwijzing geboden is, omdat hij niet over de geldigheid van gemeenschapsrecht kan oordelen (zie reeds aangehaald arrest Foto-Frost). Hij willigt het verzoek tot prejudiciële verwijzing artikel 267 VWEU derhalve in. [(ANNEX).40-42] [omissis]. 15

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 54/14 Luxemburg, 8 april 2014 Pers en Voorlichting Arrest in gevoegde de zaken C-293/12 en C-594/12 Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a. Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Vertaling C-143/16-1 Zaak C-143/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 maart 2015 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione (Italië)

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Vertaling C-513/15-1 Zaak C-513/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 september 2015 Verwijzende rechter: Lietuvos vyriausiasis administracinis

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2015

Datum van inontvangstneming : 02/02/2015 Datum van inontvangstneming : 02/02/2015 Vertaling C-592/14-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-592/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 december 2014 High Court of Justice of England

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Vertaling C-155/15-1 Zaak C-155/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 april 2015 Verwijzende rechter: Kammarrätten i Stockholm (Zweden)

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/11/2015

Datum van inontvangstneming : 09/11/2015 Datum van inontvangstneming : 09/11/2015 Vertaling C-530/15-1 Zaak C-530/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 8 oktober 2015 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/07/2012

Datum van inontvangstneming : 13/07/2012 Datum van inontvangstneming : 13/07/2012 Vertaling C-291/12-1 Zaak C-291/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 juni 2012 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Gelsenkirchen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Vertaling C-460/15-1 Zaak C-460/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 augustus 2015 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Vertaling C-145/18-1 Zaak C-145/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 februari 2018 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING 9.8.2017 ZAAK C-491/17 2. De behandeling van de zaak te schorsen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Vertaling C-298/17-1 Zaak C-298/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 mei 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Vertaling C-312/14-1 Zaak C-312/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 juli 2014 Verwijzende rechter: Ráckevei Járásbíróság (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/05/2016

Datum van inontvangstneming : 17/05/2016 Datum van inontvangstneming : 17/05/2016 Vertaling C-199/16-1 Zaak C-199/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 april 2016 Verwijzende rechter: Raad van State (België) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/03/2017

Datum van inontvangstneming : 20/03/2017 Datum van inontvangstneming : 20/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 31. 1. 2017 ZAAK C-66/17 schuldvorderingen (PB 2004, L 143, blz. 15, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat een

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Vertaling C-14/17-1 Zaak C-14/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 januari 2017 Verwijzende rechter: Consiglio di Stato (Italië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Vertaling C-657/17-1 Zaak C-657/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Resumé C-233/12-1 Zaak C-233/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Vertaling C-381/16-1 Zaak C-381/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2016 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Vertaling C-593/13-1 Zaak C-593/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2013 Verwijzende rechter: Consiglio di Stato (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-346/13-1 Zaak C-346/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 juni 2013 Verwijzende rechter: Hof van Beroep te Bergen (België) Datum van de verwijzingsbeslissing: 7

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Vertaling C-255/15-1 Zaak C-255/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013 Datum van inontvangstneming : 08/11/2013 Vertaling C-528/13-1 Zaak C-528/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 8 oktober 2013 Verwijzende rechter: Tribunal administratif de Strasbourg

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-121/13-1 Zaak C-121/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/04/2013

Datum van inontvangstneming : 22/04/2013 Datum van inontvangstneming : 22/04/2013 Vertaling C-135/13-1 Datum van indiening: C-135/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 18 maart 2013 Verwijzende rechter: Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Vertaling C-303/15-1 Zaak C-303/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 juni 2015 Verwijzende rechter: Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 23/01/2012

Date de réception : 23/01/2012 Date de réception : 23/01/2012 Resumé C-634/11-1 Zaak C-634/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2019 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2019 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2019 (OR. en) 9663/19 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad nr. vorig doc.: 8621/19 Betreft: JAI 574 COPEN 232 DAPIX 194 ENFOPOL 269 CYBER 179 EUROJUST 105 DATAPROTECT

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017

Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-368/17 van dit artikel voor de erkenning als bedoeld in de artikelen 21, 22, 23 en 24 van verordening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Vertaling C-245/14-1 Zaak C-245/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 mei 2014 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Vertaling C-577/12-1 Zaak C-577/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 december 2012 Verwijzende rechter: Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Samenvatting C-438/17-1 Zaak C-438/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 16 maart 2017 (OR. en) 7079/17 ENFOPOL 116 JAI 225 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties nr. vorig doc.: 7078/17 Betreft: Ontwerpuitvoeringsbesluit (EU) 2017/

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie