ZEEUWSE MEER. globale getij - hoogten. in verschillende. compartimenteringsmodellen. ;aat deltadienst ndenzoek. nota: 75-04

Transcriptie

1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Direutie Zeeland Nummer: Bibliotheek, Koestr. 30, tel: postbus 5014,4330 KA Middelburg ZEEUWSE MEER globale getij - hoogten in verschillende compartimenteringsmodellen ;aat deltadienst ndenzoek nota: 75-04

2 btb4ov e \Jbr - D g op m op~ iten in b Ii hee..

3 Rijkswaterstaat -DeltadieflSt afd. Milieu-onderzoek pagina nr: 1 aantal pagina's: aantal bijlagen: nota nr: 75...O4 vraag gesteld door:dr. J.H.J. Terwindt mondeling ~ aan: drs. J. Visser van: te: bij schrijven nr: dd. vraag: Wat zijn de globale getij-hoogten voor diverse plaatsen in het beperkte getijdebekken in de compartimenteringsmodellen C3 en Ck bij de getij-amplituden van 300, 265 en 300 cm bij Wemeldinge. [ f bijlagen: ft) E \ gez. en acc. aangeboden bij schr. nr. antwoord : met opmerkingen van het hoofd van zonder de afd. Milieu-onderzoek 1. In een getijdesysteem bestaat een nauwe relatie tussen de aard van het milieu en de optredende getijhoogten, met name de gemiddelde niveau's van laag- en hoogwater bij springtij, gemiddeld tij en doodtij. Om een prognose te maken over de mate waarin verschillende milieu-aspekten in het beperkte getijdebekken zullen veranderen is het noodzakelijk een globaal inzicht te hebben in de getijhoogten in de diverse te beschouwen compartimenteringsmodellen. Momenteel worden daartoe getijberekeningen uitgevoerd, doch op korte termijn is het niet mogelijk de resultaten daarvan te vêrkrijgefi. Daarom zijn, vanwege de urgentie van de op te lossen vraagstukken in deze nota op eenvoudige en globale wijze (zie par. 2) voor de verschillende varianten, namelijk 03 en CLf met respectievelijk getij-amplituden van 230, 265 en 300 cm bij Wemeldinge, de volgende getijhoogten bepaald: gemiddeld hoogwater (G.H.W.) gemiddeld laagwater (G.L.W.) gemiddeld hoogwater bij doodtij (G.H.W.D.) gemiddeld laagwater bij doodtij (G.L.W.D.) gemiddeld hoogwater bij springtij (G.H.W.S.) gemiddeld laagwater bij springtij (G.L.W.S.) Voor model 03 zijn de getijhoogten voor de volgende plaatsen bepaald: Vlietepolder, Colijnsplaat, Kats, Goese Sas, Wemeldinge, Pattekaai, Razernijpolder, Gorishoek, Stavenisse, Zierikzee, Burghsluis en Bruinisse (bijlage 2 t/m i).

4 Rijkswaterstaat - DeltadieflSt 1 afd. Milieu-onderzoek pagina nr: 2 aantal pagina's: 3 nota nr: aantal bij lagen: Voor model CLf zijn de getijhoogten voor de volgende plaatsen bepaald: Vlietepolder, Colijnsplaat, Kats, Goese Sas, Wemeldinge, Stavenisse, Zierikzee, Burghsluis en Bruinisse (bijlage 5 t/m 7). Omdat de getijhoogten bepaald zijn in vergelijking met de huidige getijhoogten, was het niet mogelijk om voor de Rattekaai de G.L.W.D., G.L.W. en G.L.W.S. te bepalen, omdat deze gegevens ook in de huidige situatie ontbreken. Voor het huidige getij (bijlage 1) is gebruik gemaakt van de slotgemiddelden over de jaren Voor het Volkerak zijn oude en nieuwe waarden opgegeven. De oude zijn waarden van de periode Dit zijn waarden van v66r de Volkeraksluiting. De nieuwe waarden zijn gecorrigeerde waarden in verband met de Volkeraksluiting. 2. Methode van berekening. De in deze nota opgegeven waarden, berekend zoals hieronder wordt aangegeven, dienen als globale gegevens te worden beschouwd. In realiteit zullen de exacte waarden, die verkregen zullen worden uit de getijberekeningen, enigszins van de hier opgegeven waarden afwijken, doch zijn zij voldoende nauwkeurig om er bepaalde milieuaspecten aan af te meten. Bij de berekeningen is uitgegaan van een middenstand van N.Â.P. Per variant is bij Wemeldinge voor G.H.W. aangenomen de halve amplitude van de betreffende variant boven de middenstand en voor G.L.W. de halve amplitude beneden de middenstand. Het G.H.W.-niveau voor plaats x per variant is nu berekend uit de volgende verhouding. G.H.W.. : G.H.W. = G.H.W. x variant Wemeldinge variant x huidige toestand G.H.W. Wemeldinge huidige toestand. x G.H.W. G.H.W. x variant = G.H.W. Wemeldinge variant x huidige toe- G.H.W. stand Wemeldinge huidige toestand

5 Rijkswaterstaat-DeltadieflSt 1 afd. Milieu - onderzoek pagina nr: 3 aantal pagina's: aantal bijlagen: nota nr: 75-Otf Het G.H.W.S.-niveau voor plaats x is daarna berekend uit de verhouding: G.H.W.S. : G.H.W. = G.H.W.S. x variant x variant x huidige toestand G.H.W.S x huidige toestand. G.H.W.S. = G.H.W.S. x G.H.W.S. x variant x variant x huidige toestand G.H.W. x huidige toestand. Eenzelfde procedure is gevolgd voor de bepaling van G.H.W.D., G.L.W., G.L.W.D. en G.L.W.S-niveau's. De voorspelling van de vergroting van de getij-amplitude tegen de Philipsdam (plaats: Bruinisse) levert grote problemen op, omdat hiervoor niet de huidige waterstanden bij Bruinisse gebruikt kunnen worden. Om hierover toch enigszins geïnformeerd te raken zijn voor Bruinisse in de huidige situatie de volgende waterstanden aangehouden: G.H.W.S N.A.P. G.H.W N.A.P. G.H.W.D N.A.P. Deze waarden zijn als volgt bepaald: 3/1+ het verschil tussen de overeenkomstige water van Bruinisse en Pakzuid, zoals deze nu gemeten worden (zie bijlage 1), boven de nu gemeten waterstanden bij Bruinisse. Op overeenkomstige wijze zijn de laagwaterstanden bepaald, doch in dat geval 3/1+ x het verschil onder de nu gemeten waarden bij Bruinisse. Eenzelfde probleem als hierboven aangeduid voor de Philipsdam doet zich voor bij de Wemeldingedam. Voor de waterstanden bij Wemeldinge is eenzelfde procedure gevolgd als voor Bruinisse, doch met dit verschil dat hier 1/1+ x het verschil tussen de huidige gemeten waterstanden van Wemeldinge en Razernijpolder (zie bijlage 1) boven, respectievelijk onder de huidige gemeten niveau's bij Wemeldinge is gebruikt.

6

7