Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg"

Transcriptie

1 Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld Den Haag 2013

2 inhoud 1 Uniformiteit in cijfers Het belang van cijfers (Mogelijke) eerzaken tellen Vragen en bronnen in dit rapport 10 2 Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en Procesinformatie Casusinformatie 19 3 Vergelijking met de periode 2007, 2008 en Procesinformatie Casusinformatie 26 4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 32 Literatuur 35 2 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

3 1 Uniformiteit in cijfers In dit hoofdstuk wordt in de eerste paragraaf een korte uiteenzetting gegeven over het belang van cijfers over eer gerelateerd geweld. Vervolgens wordt in de tweede paragraaf stil gestaan bij enkele problemen bij het tellen van eerzaken en het streven naar uniformiteit in cijfers. Tot slot beschrijft de derde paragraaf de vragen die in dit rapport centraal staan. Ook wordt hier aandacht besteed aan de ten behoeve van dit rapport gebruikte bronnen. 1.1 Het belang van cijfers Waarom aandacht voor de jaren 2010, 2011 en 2012? Eerder is door het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) een rapport uitgebracht over eerzaken zoals gezien door dit centrum in de periode 2007, 2008 en 2009 (Janssen & Sanberg, 2010). In dat verband is het niet meer dan logisch om in een vervolgrapport aandacht te besteden aan de drie daarop volgende jaren. Er was echter nog een reden om aandacht aan de periode te besteden. Sinds 1 januari 2013 bestaan de regiokorpsen niet meer, maar is er sprake van één nationaal korps. Om die reden is besloten om in dit rapport stil te staan bij de oude situatie van de regiokorpsen. Over de cijfers met betrekking tot het jaar 2013 en daaropvolgend is het LEC EGG van zins in andere vorm te gaan rapporteren: het voornemen is dit jaarlijks te gaan doen in het jaarverslag. Die openbare jaarverslagen inmiddels zijn de Terugblik op 2011 en de Terugblik op 2012 verschenen (LEC EGG, 2012, 2013a) beschrijven de activiteiten op de verschillende taakvelden van het LEC EGG: operationele ondersteuning, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en voorlichting, advisering in het algemeen en aan de (rijks)overheid in het bijzonder en op het gebied van opbouw en onderhoud van netwerken. Vanaf 2013 zal hieraan een cijfermatig overzicht over behandelde casuïstiek worden toegevoegd. 4 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

4 Waarom zijn cijfers belangrijk? Bij het LEC EGG komen voortdurend vragen binnen over cijfers en eerzaken: hoe vaak ziet het LEC EGG dergelijke zaken en hoe zit dat dan elders bij de politie en bij andere partners in de veiligheidszorg? Hoe gaat het met de toepassing van de methode LEC EGG? Hoe lang duurt het voordat een eerzaak bij de politie naar het Openbaar Ministerie wordt gestuurd of voor een rechter komt? Wat zijn kenmerken van eerzaken en de mensen die daar bij betrokken zijn? Dat zijn allemaal belangrijke vragen die echter niet altijd eenvoudig te beantwoorden zijn. Cijfers behoeven immers ook een onderbouwing, waarbij rekening wordt gehouden met de manier waarop ze tot stand zijn gekomen en de mogelijkheden voor interpretatie. Een cijfer krijgt pas betekenis in een bepaalde context. Het LEC EGG heeft in eerdere publicaties benadrukt dat het verzamelen van deugdelijke cijfers over eer gerelateerd geweld voor de politie van groot belang is (zie onder andere: Janssen, 2008b, 2009; Janssen & Sanberg, 2010). Achterliggende gedachte is telkens het volgende: [d]e politie is werkzaam in een complexe samenleving, waarin politiek en burgers eigen opvattingen hebben over wat de politie wel en niet behoort te doen. De politie heeft zelf natuurlijk ook opvattingen over de samenstelling van haar takenpakket en de wijze waarop zij zich conform eigen professionele maatstaven van haar taken hoort te kwijten. De ideeën uit de politiek, van burgers en van de politie zelf komen echter niet altijd overeen. Maar de politie kan niet álles aanpakken, er zullen gerichte keuzes moeten worden gemaakt (...) Om die reden spelen bij het maken van (politieke) keuzes cijfers een belangrijke rol (Janssen, 2008b: 8). De in dit rapport gepresenteerde cijfers dragen op twee manieren bij aan een gedegen informatiepositie. Ze voorzien namelijk in: Procesinformatie Als het gaat om eigen professionele maatstaven en ideeën over de invulling van het politiële takenpakket, dan is inzicht in de manier waarop eerzaken bij de politie in beeld komen en worden aangepakt onontbeerlijk. In de Aanwijzing huiselijk geweld en eer gerelateerd geweld is de zogeheten methode LEC EGG als norm voor de Nederlandse politie gesteld. In dit rapport zal onder de noemer procesinformatie aandacht worden besteed aan de manier waarop in de praktijk conform deze methode gewerkt wordt. Casusinformatie Uiteraard heeft de politie om tot een gedegen aanpak te komen ook inzicht nodig in de achtergronden van gewelddadige, door eer gemotiveerde zaken. Welke groepen komen in beeld en om wat voor vormen van geweld gaat het doorgaans? Om die reden wordt in dit rapport dan ook stil gestaan bij casusinformatie over de zaken uit de werkvooraad van het LEC EGG. Voor de zaken die korpsen zelfstandig zonder tussenkomst van het LEC EGG hebben behandeld, was die informatie niet beschikbaar. 1.2 (Mogelijke) eerzaken tellen Streven naar uniformiteit: de methode LEC EGG als uitgangspunt Wanneer een zaak onder de aandacht van de politie komt, is niet meteen duidelijk wat er exact aan de hand is. Zodra rekening gehouden wordt met de eventuele aanwezigheid van een eermotief, wordt in de landelijk door de politie gebruikte methodiek dan ook gesproken over een mogelijke eerzaak. In feite is dat wat in recherchekringen een scenario wordt genoemd. Aandacht voor het motief biedt namelijk zoekrichtingen, die een belangrijke rol kunnen spelen bij het proces van waarheidsvinding (Janssen, 2009). Om de aanwezigheid van het eermotief te kunnen motiveren en onderbouwen is informatie nodig, die op uniforme wijze wordt samengebracht. In de landelijk gebruikte methodiek, de methode LEC EGG, is dat als volgt uitgewerkt: Rode vlaggen en de query Er is een aantal rode vlaggen beschreven. Dit zijn in het oog springende aspecten van een zaak, die de waarnemer alert maken op een eventuele aanwezigheid van eer als motief. Deze vlaggen zijn opgenomen in een elektronische zoekslag, waarmee in politiële informatiesystemen mogelijke eerzaken kunnen worden gezocht (Janssen, 2008a, 2008b). Die zoekslag werd query genoemd op basis van de programmatuur waarin de eerste versie van deze zoekslag werd ontwikkeld (Janssen, 2008b). Toepassing van de checklist Als er na de eerste grove selectie met de zoekslag interessante casuïstiek overblijft, dan kan met behulp van de checklist de nodige relevante achtergrondinformatie worden verzameld (Janssen, 2009). Deze informatie is nodig om een gedegen analyse van de zaak te maken. 6 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

5 Inzet van een externe deskundige Mochten er vragen en twijfels blijven bestaan, dan kan op basis van de met de checklist verzamelde informatie een externe deskundige worden geraadpleegd (Janssen, 2009). gerelateerd geweld te komen. In een eerder rapport van het LEC EGG (Janssen, 2008b: 8-13) is uitgebreid het proces van tellen beschreven aan de hand van twee vragen: schema 1.1 Samenvattend komt het erop neer dat naarmate het proces van waarheidsvinding en analyse vordert, aan het toekennen van eer als mogelijk motief steeds strengere eisen dienen te worden gesteld, zie schema 1.1. Veranderende breedte van de definitie van eer gerelateerd geweld breedte van de definitie t1 t2 t3 Wat tel je? Niet elke vorm van eerschending of -herstel betreft een schending van het Nederlandse (straf)recht (Janssen, 2008b). Politieaandacht gaat vooral uit naar eerzaken waarbij sprake is van (dreiging met) geweld. Dit geweld loopt uiteen van bedreiging tot moord. In een rechtsstaat ligt het geweldsmonopolie bij de staat. De politie beheert een belangrijk deel van dit monopolie en komt dus in het geweer wanneer zich gewelddadige vormen van eigenrichting in verband met eerschendingen (dreigen) voor (te) doen. Uiteraard kan de politie geen uitspraken doen over weliswaar relevante casuïstiek die nooit is opgespoord of niet door burgers bij de politie onder de aandacht is gebracht. Er is nu eenmaal altijd sprake van een dark figure. Wat het tellen van eerzaken nog eens extra lastig maakt, is dat het bij het toekennen van het etiket eer gerelateerd geweld in feite gaat om de interpretatie van het motief voor (dreiging met) geweld. Die interpretatie van mogelijke motieven achter het handelen van mensen is alles behalve een exacte wetenschap. Bovendien komen er bij die duiding en interpretatie van motieven naast culturele nog tal van andere mogelijke verklaringen in beeld. De praktijk leert dat moment T3 in schema 1.1 niet altijd bereikt wordt: soms blijft twijfel over het motief bestaan. tijd T1 moment waarop zaken bij de politie binnenkomen ( rode vlaggen ) T2 moment na eerste analytische beschouwing (eventueel met checklist) T3 moment van toekenning van het etiket eer (checklist en eventueel advies van een externe deskundige) Twee belangrijke vragen Hoewel cijfers een enorme aantrekkingskracht bezitten, leert de praktijk dat het niet zo eenvoudig is om tot harde uitspraken over de aard en omvang van eer Wanneer tel je? Geweld of dreiging met geweld ontstaat nooit zomaar. Dat geldt dus ook voor eerconflicten met een gewelddadig karakter. Er is eerder gesproken over een glijdende schaal (Janssen, 2008a, 2008b), waarmee bedoeld wordt dat in de praktijk tal van scenario s denkbaar zijn: eerherstel kan onmiddellijk op de schending volgen of er kan enige tijd verstrijken tussen schending en herstel. Ook in de vorm van eerherstel zit variatie. De erkenning van eerzaken als dynamische processen doet recht aan de complexiteit van het fenomeen, maar maakt het tellen er niet eenvoudiger op: Het politiewerk speelt zich ( ) niet af in een laboratorium, maar in de o zo weerbarstige praktijk. Een consequentie hiervan is dat de politie de afwikkeling van eerzaken onmogelijk vanaf het prille begin kan monitoren. Mogelijke eerzaken komen meestal pas bij de politie in beeld op het moment dat betrokkenen met ernstige angstgevoelens rondlopen of wanneer al geweld is toegepast. Verder is het doorgaans zo, dat wanneer de politie een zaak in behandeling neemt, de betreffende kwestie tijdelijk onder de aandacht blijft totdat het acute gevaar is 8 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

6 geweken. De politie kan onmogelijk betrokkenen bij eerzaken gedurende de rest van hun levensloop blijven volgen (Janssen, 2008b). De mogelijke eerzaken in dit rapport kunnen zich dus zowel op het tijdstip T1, T2 als op T3 bevinden. rapport ter perse ging, liep die verdiepende studie nog (in de regio s Haaglanden en Gelderland-Midden). Derhalve zal in dit rapport aan de uitwerking van die aanbeveling verder geen aandacht worden besteed. Aan het tellen van eerzaken zitten haken en ogen. De politie ziet nu eenmaal niet alles en geweld in naam van eer kan zich in verschillende gedaanten voordoen, variërend van bedreiging tot moord. Ook kan in de loop der tijd een zaak zich verder ontwikkelen, waardoor nieuwe inzichten over het motief kunnen ontstaan. Door bij het vastleggen en tellen van zaken waarbij een eermotief vermoed wordt, de nationaal gebruikte methode LEC EGG als uitgangspunt voor registratie te nemen, wordt de uniformiteit van de registratie van gewelddadige zaken waarbij eer als motief een rol speelt, bevorderd. 1.3 Vragen en bronnen in dit rapport Onderzoeksvragen In dit rapport staat de volgende vraag centraal: Hoeveel zaken waarbij rekening wordt gehouden met een eermotief voor (dreigend) geweld zijn in de periode 2010, 2011 en 2012 bij het LEC EGG en de regiokorpsen in beeld gekomen? Deze algemene vraag kan uitgesplitst worden in een aantal subvragen: Wat leren de gegevens van 2010, 2011 en 2012 wat betreft procesinformatie? Wat wordt duidelijk over het werkproces en de landelijk gebruikte methodiek voor herkenning en aanpak van mogelijke eerzaken, kortom het gebruik van de methode LEC EGG? [paragraaf 2.1] Wat leren de gegevens van 2010, 2011 en 2012 wat betreft casusinformatie? In hoeverre bieden de bestudeerde data inzicht in kenmerken van de casus en van betrokkenen? [paragraaf 2.2] In het rapport over de cijfers over de periode is ook aanbevolen om extra aandacht te besteden aan twee politieregio s. Op het moment dat dit Bronnen De antwoorden op de hiervoor gestelde onderzoeksvragen zijn gebaseerd op twee bronnen: Vragen naar procesinformatie en kenmerken van casuïstiek zoals gezien door het LEC EGG Conform de aanbeveling uit het vorige rapport over cijfers is in dit onderzoeksverslag vooral gebruik gemaakt van het zogeheten Voortgangssysteem, waarin operationele ontwikkelingen rond zaken worden bijgehouden. Ter controle is overigens wel nog een aantal vergelijkingen gemaakt met data uit het zogeheten managementoverzicht van het LEC EGG. Zie voor een meer uitgebreide beschrijving van beide informatiebronnen en afwegingen om het Voortgangssysteem als centrale bron te nemen: Janssen & Sanberg, Vragen naar procesinformatie en kenmerken van casuïstiek zoals gezien door regiokorpsen Gebaseerd op een voorstel van het LEC EGG (Janssen, 2009) voeren de regiokorpsen sinds 2012 ook een eigen registratie van mogelijke eerzaken (zowel procesinformatie als casusinformatie). In die registratie wordt niet alleen aandacht besteed aan zaken die de regiokorpsen met tussenkomst van het LEC EGG behandelen, maar ook aan zaken die zij zonder ondersteuning van het LEC EGG aanpakken. In deze lokale registratie zijn overigens nog niet alle elementen uit het voorstel van het LEC EGG opgenomen. Zo blijkt het bijvoorbeeld nog lastig om gegevens te verzamelen die een indicatie kunnen geven van doorlooptijden, dat wil zeggen het tijdsverloop vanaf binnenkomst van een zaak bij de politie tot en met inzending van een proces-verbaal naar het Openbaar Ministerie (zie in dit verband ook het verslag van het onderzoek van de Rekenkamer, dat aandacht besteedt aan problemen bij het berekenen van doorlooptijden, TK , , nr. 2). In dit rapport wordt ten aanzien van de registratie door regiokorpsen gebruik gemaakt van gegevens die eerder gepubliceerd zijn in Stand van zaken lokale politiële aanpak eer gerelateerd geweld 2012 (LEC EGG, 2013b). In deze publicatie is beschreven hoe voor het eerst op basis van het eerder genoemde voorstel door regiokorpsen cijfers zijn verzameld. Daarbij lag overigens een zwaar accent op procesinformatie. 10 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

7 2 Mogelijke eerzaken in 2010, 2011, 2012 Dit hoofdstuk beschrijft kenmerken van mogelijke eerzaken die in de periode bij het LEC EGG en de regiokorpsen in beeld zijn gekomen. Paragraaf 2.1 is gericht op procesinformatie en paragraaf 2.2 op casusinformatie. In dit hoofdstuk worden verschillende tabellen gepresenteerd. Onder die tabellen worden opmerkingen die rechtstreeks zijn af te leiden uit de tabel telkens vooraf gegaan door een bullet ( ). Opmerkingen van andere aard, bijvoorbeeld methodologisch, verklarend of interpreterend, worden aangeduid met een vinkje ( ). 2.1 Procesinformatie In deze paragraaf wordt ingegaan op verschillende aspecten van procesinformatie: het aantal zaken en de betrokkenheid van verschillende politieregio s, korpsen en andere partners. Zaken Het aantal mogelijke eerzaken dat in de periode is binnengekomen bij het LEC EGG, varieert van ongeveer 450 tot circa 550 zaken. Tabel 2.1 geeft een overzicht. Aantal mogelijke eerzaken bij het lec egg totaal aantal zaken tabel 2.1 In de periode 2010, 2011 en 2012 is het aantal mogelijke eerzaken dat bij het LEC EGG onder de aandacht is gebracht tamelijk constant. De hier gepresenteerde aantallen zaken per jaar betreffen niet het totale aantal mogelijke eerzaken in Nederland. Het aantal zaken dat de politie centraal in zicht krijgt, wordt mede bepaald door de bereidheid van burgers om de politie met dergelijke casuïstiek te benaderen en de mate waarin de politie in staat is mogelijke eerzaken te herkennen (Janssen, 2008a). Bovendien is in tabel 2.1 niet het aantal zaken meegeteld dat korpsen zelf behandelt zonder 12 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

8 tabel 2.2 tussenkomst van het LEC EGG. Uit opgave van de regiokorpsen blijkt dat zij in 2012 in totaal 2805 zaken binnen hebben gekregen, waarbij een eermotief werd vermoed. Daarvan zijn er 417 naar het LEC EGG doorgestuurd met het verzoek om ondersteuning (LEC EGG, 2013b). Tabel 2.1 laat echter zien dat het LEC EGG zelf 492 zaken geteld heeft. Hoe kan dit verschil verklaard worden? Op die vraag wordt teruggekomen onder tabel 2.2. Politiekorpsen en partners Tabel 2.2 laat zien welke politiekorpsen betrokken waren bij de zaken die het LEC EGG in de periode onder ogen kreeg. Betrokken regiokorpsen regiokorps 2010 % 2011 % 2012 % amsterdam-amstelland 33 7% 32 6% 30 6% brabant-noord 16 3% 16 3% 15 3% brabant-zuid-oost 8 2% 10 2% 12 2% drenthe 14 3% 12 2% 15 3% flevoland 15 3% 25 5% 27 5% friesland 28 6% 24 5% 16 3% gelderland-midden 25 5% 19 4% 21 4% gelderland-zuid 23 5% 14 3% 15 3% gooi en vechtstreek 6 1% 4 1% 6 1% groningen 10 2% 20 4% 12 2% haaglanden 37 7% 45 9% 39 8% hollands midden 10 2% 5 1% 11 2% ijsselland 13 3% 8 2% 15 3% kennemerland 7 1% 10 2% 8 2% limburg-noord 5 1% 10 2% 10 2% limburg-zuid 27 5% 8 2% 8 2% midden- en west-brabant 19 4% 41 8% 48 10% noord- en oost-gelderland 14 3% 17 3% 12 2% noord-holland noord 45 9% 38 8% 24 5% rotterdam-rijnmond 30 6% 39 8% 40 8% twente 2 0% 16 3% 21 4% utrecht 57 11% 51 10% 52 11% zaanstreek-waterland 17 3% 7 1% 6 1% zeeland 29 6% 20 4% 14 3% zuid-holland-zuid 7 1% 12 2% 14 3% belgië 1 0% 1 0% 1 0% eindtotaal % % % Bij veel zaken zijn korpsen uit de Randstad (onder meer de korpsen waarin zich de vier grote steden bevinden: Utrecht, Haaglanden, Amsterdam-Amstelland en Rotterdam- Rijnmond) betrokken. Het is niet opvallend dat veel zaken in de verzorgingsgebieden spelen van regio s waarin veel allochtonen wonen. Het aantal zaken per politiekorps is echter niet evenredig aan de bevolkingsomvang en samenstelling in de verzorgingsgebieden, dat wil zeggen de regio s die bij de regiokorpsen horen. De politieregio zegt zoals in eerder onderzoek van het LEC EGG al is aangegeven niet automatisch iets over de vraag waar de casuïstiek zich afspeelt: Stel dat vanuit de politieregio Friesland contact wordt opgenomen met [het LEC EGG], dan is het heel goed mogelijk dat het om een zaak gaat van een vrouw die in feite in de Randstad woont, maar momenteel in Friesland in de vrouwenopvang verblijft (Janssen, 2008b: 38). Zo is in een aantal zaken een link gelegd met de korpsen van Midden- en West Brabant en Friesland, omdat zich in die regio s gespecialiseerde opvang voor slachtoffers van eer gerelateerd geweld bevindt. In theorie kan een zaak zich in meerdere regio s afspelen: een slachtoffer woont bijvoorbeeld in regio A en een verdachte in regio B. Ook komt het voor dat een slachtoffer uit regio C in een opvang wordt ondergebracht in regio D. Concreet betekent dit dat bij de behandeling van een casus meerdere regio s betrokken zijn. In de tweede plaats is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen regio s die meer en korpsen die minder vragen aan het centrum rapporteerden in vergelijking met de cijfers van het LEC EGG. Tabel 2.2 biedt daar echter geen inzicht in: in deze tabel is voor elke unieke zaak slechts één regio genoemd. Doorgaans is dat de regio waar de kwestie speelt. In het geval er meerdere regio s bij betrokken zijn, is gekozen voor de regio waar het LEC EGG het meest contact mee heeft. Aanbevolen wordt om in de registratie ruimte te scheppen voor verschillende regio s: de regio waar betrokkenen wonen, de regio waar betrokkenen in de opvang verblijven en een categorie anders. Op die manier wordt beter inzicht verkregen in de geografische spreiding van de eercasuïstiek en worden dubbeltellingen van zaken voorkomen. Bij tabel 2.1 is opgemerkt dat de korpsen aangeven dat zij 417 maal een beroep op het LEC EGG hebben gedaan in Het LEC EGG geeft echter aan in totaal 492 maal een vraag om ondersteuning te hebben ontvangen. Voor dit verschil zijn verschillende verklaringen te geven. Het is niet uitgesloten dat er sprake is van dubbeltellingen. Bij dit verschil speelt nog een ander aspect: sommige regio s rapporteerden meer en andere minder zaken aan het LEC EGG te hebben voorgelegd in vergelijking met de administratie van het centrum zelf. Bij onderrapportage door regio s kan de volgende 14 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

9 tabel 2.3 verklaring een rol spelen: aangezien het LEC EGG zeven dagen in de week 24 uur per dag bereikbaar is, komen regelmatig piketmeldingen bij het centrum binnen die in feite bedoeld zijn voor een lokale regio die buiten de reguliere kantoortijden minder of niet goed bereikbaar is. Het LEC EGG boekt in een dergelijke situatie een zaak in en geeft die vervolgens door aan de regio waar de kwestie speelt. Het komt voor dat de regio dan niet meer de tussenkomst van het LEC EGG noteert. Hoe overrapportage tot stand komt is uitgezonderd door eventuele dubbeltellingen vooralsnog niet duidelijk, dit behoeft verder onderzoek. Sinds 2009 doet ook de Belgische politie, die doende is een eigen eeraanpak te ontwikkelen, zo nu en dan een beroep op het LEC EGG (zie ook Janssen & Sanberg, 2010; Christiaensen et al., 2011). Zaken worden niet alleen bij het LEC EGG onder de aandacht gebracht door regiokorpsen. Ook andere partners in de veiligheidszorg doen een beroep op het expertisecentrum. Tabel 2.3 geeft een overzicht. ondersteuning door lec egg aan politie en partners in de veiligheidszorg aanvrager 2010 % 2011 % 2012 % regiokorps % % % vrouwenopvang 86 17% 83 16% 59 12% jeugd 25 5% 26 5% 18 4% ind 12 2% 10 2% 16 3% overig 26 5% 30 6% 31 6% eindtotaal % % % Circa zeventig procent van de zaken die bij het LEC EGG onder de aandacht worden gebracht, is afkomstig van regiokorpsen. Buiten de politie wordt bij het LEC EGG om ondersteuning gevraag door de vrouwenopvang, instellingen belast met zorg en onderwijs voor jeugdigen en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De gespecialiseerde opvang voor slachtoffers van eer gerelateerd geweld (Kompaan en de Bocht in politieregio Midden- en West-Brabant en Fier in Friesland) doet conform afspraak rechtstreeks een beroep op het LEC EGG. Voorwaarde is wel dat de regio waar het conflict speelt een verzoek om ondersteuning bij het LEC EGG doet. Formeel betekent dat deze aanvragen niet geboekt hadden moeten worden als aanvragen door de opvang, maar als aanvragen ten behoeve van een specifieke regio. Aangeraden wordt dit aspect van de registratie kritisch te bezien en te verbeteren. Overigens maken de cijfers ook niet duidelijk of de in de bovenstaande tabel genoemde verzoeken om ondersteuning van de vrouwenopvang alleen van de gespecialiseerde opvang afkomstig zijn. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat zich in de categorie vrouwenopvang zaken bevinden, waarin het LEC EGG geconsulteerd is om een beroep te doen op het zogeten noodbed. Dit is kort samengevat een regeling voor acute noodsituaties, waarin het LEC EGG gevraagd wordt een inschatting van de situatie te geven en in overleg met de opvang een veilig onderkomen voor de betrokkene(n) wordt geregeld. In de Vreemdelingencirculaire is verder de formele samenwerking tussen het LEC EGG en de IND geregeld. Op grond van de daarin vastgelegde richtlijnen wendt ook de IND zich rechtstreeks met zaken tot het LEC EGG. Met jeugd wordt gedoeld op instellingen die met kinderen en jongeren werken, zoals onderwijsinstellingen, Bureau Jeugdzorg (BJZ), de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Meldpunt Kindermishandeling (AMK), jongerenwerkers en het Centrum Internationale Kinderontvoering. Onder overig bevindt zich onder meer: Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG), maatschappelijk werk of de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), de Koninklijke Marechaussee (KMAR), het Openbaar Ministerie (OM) en non-gouvernementele organisaties. Soms is in het dossier niet vastgelegd hoe de zaak is binnengekomen bij het LEC EGG. Zoals hiervoor al werd aanbevolen, verdient dit onderdeel van de registratie extra aandacht: als aanvrager dienen alleen diegenen te worden genoteerd, die ook daadwerkelijk een vraag om hulp bij het LEC EGG kunnen doen: de aanpak kent immers een getrapte werkwijze, waarbij op lokaal niveau allereerst de lokale politie benaderd dient te worden. Het regiokorps, tegenwoordig de lokale eenheid, kan dan indien nodig een beroep op het centrum doen. De methode LEC EGG: checklist en inzet van een externe deskundige Door sommige regio s is de behoefte uitgesproken om ook cijfers te verzamelen over het aantal zaken dat door de elektronische zoekslag, de query, wordt gefilterd (LEC EGG, 2013b). Zoals bekend fungeert deze zoekslag als een instrument om zaken te filteren waarbij eer een rol zou kunnen spelen maar verder onderzoek op basis van met de checklist verzamelde gegevens nodig is. Het aantal hits in de zoekslag kan niet gezien worden als een indicator van de omvang van de eerproblematiek in het zicht van de politie. Het aantal treffers in de zoekslag kan hooguit gezien worden als een indicator voor de werklast: 16 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

10 de door deze elektronische zoekslag verzamelde casuïstiek behoeft immers verder onderzoek. Maar dan nog blijft het lastig om aan de hand van het aantal treffers een berekening te maken van het aantal uren dat nodig is voor verder onderzoek: de aard van de geselecteerde casuïstiek, maar ook de ervaring van diegene die met de elektronische zoekslag werkt, zijn uiteraard van invloed op de benodigde tijd om deze stap in de methode LEC EGG uit te voeren. Met betrekking tot de methode LEC EGG zijn in dit rapport gegevens verzameld over het gebruik van de checklist en de inzet van externe deskundige. Tabel 2.4 geeft het gebruik van de checklist weer. Over de frequentie van de inzet van externe deskundigen gaat tabel 2.5. inzet van een externe deskundige 2010 % 2011 % 2012 % inzet externe deskundige ja 44 9% 32 6% 40 8% nee % % % eindtotaal % % % Het aantal zaken waarvoor een externe deskundige wordt ingeschakeld, is redelijk constant. tabel 2.5 tabel 2.4 gebruik van de checklist checklist 2010 % 2011 % 2012 % ja % % % nee % % % eindtotaal % % % Het aantal zaken waarvoor een checklist wordt ingevuld is redelijk stabiel rond de 70%. Het is niet altijd duidelijk waarom er geen checklist in het dossier is opgenomen. Reden zou kunnen zijn dat een zaak bij het LEC EGG onder de aandacht wordt gebracht, maar dat in een later stadium toch geen ondersteuning wordt gevraagd of dat alle in de checklist gevraagde informatie al aanwezig is in andere stukken in het dossier. Uit opgave van de regiokorpsen blijkt dat zij in 2012 bij 865 zaken van de in totaal 2805 zaken (31%) een checklist hebben uitgezet om in te laten vullen. Daarvan werd ruim de helft geretourneerd, 477 (LEC EGG, 2013b). Blijkbaar wordt in zaken die niet bij het LEC EGG onder de aandacht worden gebracht verhoudingsgewijs minder vaak een checklist gebruikt. Mogelijke verklaringen voor dit relatief lagere aandeel ingevulde checklisten zijn de volgende: de regiokorpsen hebben in verhouding met het LEC EGG met minder complexe casuïstiek te maken; bij complexe zaken die zonder checklist bij het LEC EGG onder de aandacht worden gebracht, komt het voor dat gezien de urgentie en dreiging een materiedeskundige van het LEC EGG alsnog zelf de checklist invult. Op het moment dat dit rapport ter perse ging, werd door het LEC EGG gewerkt aan een meer gebruikersvriendelijke editie van de checklist met als doel het gebruik van dit instrument te bevorderen. Externe deskundigen worden alleen met tussenkomst van het LEC EGG ingeschakeld. Doorgaans leveren deze deskundigen een schriftelijk advies, hoewel een kort telefonisch advies ook voorkomt. Het merendeel van de externe deskundigen zijn ervaren wetenschappers op het gebied van taal, cultuur en religie van die etnische groepen die bij de bij het LEC EGG aangebrachte casuïstiek in beeld komen. 2.2 Casusinformatie In deze paragraaf worden verschillende aspecten van casuïstiek beschreven: hoe is de zaak gecategoriseerd en welke etnische groepen waren betrokken? Categorisering Zodra een zaak binnenkomt, wordt deze door de administratie van het LEC EGG in een bepaalde categorie geplaatst: gaat het bijvoorbeeld om een bedreiging of om een moord? Verschillende etiketten zijn mogelijk, maar in tabel 2.6 is telkens het zwaarste etiket opgenomen. Dat wil zeggen dat wanneer bijvoorbeeld in een zaak sprake is van belediging en mishandeling, dan wordt in de tabel alleen de mishandeling opgenomen. 18 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

11 tabel 2.6 Categorie categorie 2010 % 2011 % 2012 % bedreiging % % % mishandeling % % % poging moord / doodslag 10 2% 9 2% 9 2% moord / doodslag* 11 2% 7 1% 13 3% zelfdoding 1 0% 2 0% 2 0% ontvoering 7 1% 4 1% 9 2% wederrechtelijke vrijheidsbeneming 7 1% 9 2% 6 1% seksueel misbruik 9 2% 4 1% 12 2% verkrachting 10 2% 11 2% 13 3% vermissing 5 1% 3 1% 7 1% overig 6 1% 3 1% 5 1% eindtotaal % % % * in 2011 is een moordzaak uit 2010 opnieuw behandeld. deze zaak is dus zowel in 2010 als in 2011 meegeteld. Circa de helft van de zaken komt binnen als bedreiging. Per jaar varieert het aantal moorden/doodslagen tussen 7 en 13. Jaarlijks worden 1 tot 2 zelfdodingen bij het LEC EGG onder de aandacht gebracht. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het bij bedreigingen lang niet altijd om concreet geuite bedreigingen gaat. Het komt ook voor dat betrokkenen bang zijn voor eventuele reacties van hun sociale omgeving als een geheim bijvoorbeeld een zwangerschap of een buitenechtelijke relatie dreigt uit te lekken (Janssen & Sanberg, 2010). In de zaken waarbij het om poging moord / doodslag ging, is nagegaan of er niet alsnog een dode viel te betreuren, bijvoorbeeld doordat een slachtoffer alsnog aan zijn of haar verwondingen is bezweken. Dat bleek niet het geval. De categorie overig bevat: aanranding, belaging, belediging, poging ontvoering, poging zelfdoding, mensenhandel. De variabele categorie is de enige in dit rapport die uit de managementgegevens van het LEC EGG is gehaald en niet uit het Voortgangssysteem. Aanbevolen wordt ook deze variabele in het Voortgangssysteem op te nemen. Etnische achtergrond In tabel 2.7 wordt een overzicht gegeven van de etnische achtergrond waartegen de casuïstiek in de peilperiode zich afspeelde. Het betreft hier een inschatting van de etnische achtergrond door de behandelende politieambtenaren. etniciteit 1 etniciteit % 2011 % 2012 % turks % % % turks-koerdisch 11 2% 16 3% 25 5% marokkaans 91 18% 89 18% 93 19% irakees 70 14% 54 11% 56 11% irakees-koerdisch 12 2% 17 3% 19 4% afghaans 42 8% 66 13% 49 10% pakistaans 13 3% 10 2% 12 2% iranees 10 2% 17 3% 11 2% iranees-koerdisch 3 1% egyptisch 10 2% 7 1% 6 1% joegoslavisch 7 1% 3 1% 4 1% somalisch 5 1% 15 3% 11 2% syrisch 4 1% 4 1% 6 1% syrisch-koerdisch 1 0% 4 1% surinaams 3 1% 3 1% 1 0% surinaams-hindoestaans 2 0% 1 0% overig 50 10% 47 9% 35 7% eindtotaal % % % Zaken die zich in een Turkse, Marokkaanse, Irakese of Afghaanse context afspelen, ziet het LEC EGG het meest. Dat vaak Turken in beeld komen, wil niet zeggen dat binnen deze groep ook buiten het zicht van de politie de meeste eerconflicten voorkomen. Wat waarschijnlijk ook een rol speelt is dat van oudsher in het Nederlandse taalgebied met name aandacht is geweest voor eerconflicten tegen deze specifieke etnische achtergrond. Het is dus niet uitgesloten dat daardoor de (politiële) waarneming van mogelijke eerconflicten in deze groep groter is (Janssen, 2008b). In de categorie overig bevinden zich de volgende etniciteiten: Indiaas, Albanees, Algerijns, Amerikaans, Angolees, Antilliaans, Armeens, Azerbeidzjaans, Belarussisch, tabel Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

12 Belgisch, Beninees, Boliviaans, Bosnisch, Braziliaans, Bulgaars, Chinees, Colombiaans, Dominicaans, Eritrees, Etiopisch, Georgisch, Indonesisch, Jemenitisch, Jordaans, Kameroens, Keniaans, Koeweits, Kosovaars, Kroatisch, Libanees, Macedonisch, Moluks, Nigeriaans, Pools, Roemeens, Roma, Russisch, Saoedisch, Servisch, Sierraleoons, Slowaaks, Soedanees, Spaans, Srilankaans, Tsjetsjeens, Tunesisch, Vietnamees. Conform een aanbeveling uit het vorige rapport over cijfers (Janssen & Sanberg, 2010) is in dit rapport zo goed mogelijk getracht ook onderscheid te maken binnen groepen: daardoor komen nu onder meer Koerden en Hindoestanen beter in beeld. In de categorie overig bevinden zich de volgende etniciteiten: Algerijns, Antilliaans, Armeens, Bosnisch, Bulgaars, Congolees, Egyptisch, Iranees, Joegoslavisch, Jordaans, Koerdisch, Koeweits, Kosovaars, Libanees, Macedonisch, Moluks, Pakistaans, Russisch, Surinaams. Bij een aantal zaken was ook nog een andere etnische groep betrokken. Tabel 2.8 geeft een overzicht. etniciteit 2 tabel 2.8 etniciteit % 2011 % 2012 % autochtoon 34 7% 39 8% 32 7% turks 11 2% 10 2% 9 2% turks-koerdisch 3 1% 2 0% 4 1% irakees 4 1% 9 2% 4 1% irakees-koerdisch 3 1% 2 0% 2 0% marokkaans 3 1% 2 0% 3 1% afghaans 3 1% 1 0% 4 1% syrisch 2 0% 3 1% 6 1% overig 12 2% 10 2% 7 1% niet van toepassing % % % eindtotaal % % % Jaarlijks wordt in circa 15% van de zaken bij het LEC EGG de betrokkenheid van een tweede etnische groep aangetroffen. In ongeveer de helft van de gevallen waarbij meerdere etnische groepen zijn betrokken, gaat het om autochtonen. Eerconflicten komen in tal van culturen voor. Door de opzet van het Nederlandse (politiële) beleid ligt echter een zwaar accent op eerproblematiek in allochtone kringen (Janssen, 2008a). Dit heeft tot gevolg dat in de casuïstiek die bij het LEC EGG onder de aandacht wordt gebracht, alleen zaken met autochtonen in beeld komen wanneer die betrokken raken bij een conflict waarin ook allochtonen een rol spelen. 22 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

13 3 Vergelijking met de periode 2007, 2008 en 2009 In dit hoofdstuk wordt een vergelijking gemaakt tussen de cijfers uit de peilperiode en die uit het tijdvak In paragraaf 3.1 staat procesinformatie centraal en in 3.2 de casusinformatie. 3.1 Procesinformatie In dit rapport is wat betreft procesinformatie ook aandacht besteed aan het gebruik van de checklist en de inzet van de externe deskundige. Voor de peilperiode waren deze data nog niet beschikbaar en is vergelijking derhalve niet mogelijk. Tabel 3.1 laat zien op welke punten die vergelijking wel mogelijk was. Procesinformatie vergeleken voor twee peilperioden procesinformatie bij het lec egg voorgelegde zaken: - het aantal zaken* varieert van circa 450 tot 550 zaken per jaar. peilperiode jaarlijks komen circa 500 zaken binnen. tabel het aantal zaken per politieregio** - aanvragers van ondersteuning van het lec egg bij veel zaken zijn korpsen uit de randstad betrokken. het merendeel van de zaken wordt door regiokorpsen voorgelegd. daarnaast worden regelmatig zaken door de ind voorgelegd. bij veel zaken zijn korpsen uit de randstad betrokken. het merendeel van de zaken wordt door regiokorpsen voorgelegd. daarnaast worden regelmatig zaken de ind voorgelegd. * het lec egg bestaat formeel pas vanaf november daarvoor werden complexe zaken door de voorloper van het lec egg behandeld, een meer projectmatig landelijk werkend onderdeel dat bij politie haaglanden was ondergebracht. ** in de peilperiode waren deze gegevens alleen voor het jaar 2009 beschikbaar. 24 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

14 3.2 Casusinformatie In het vorige hoofdstuk is wat betreft casusinformatie stil gestaan bij de categorisering van zaken en de etnische context, waarin die zich voltrokken. In tabel 3.2 worden de twee peilperiodes op deze aspecten vergeleken. Casusinformatie vergeleken voor twee peilperioden tabel 3.2 casusinformatie peilperiode kenmerken van aan het lec egg voorgelegde zaken: categorisering circa de helft van de zaken zijn bedreigingen. circa twee procent van de zaken kent een dodelijke afloop. circa de helft van de zaken zijn bedreigingen en circa twee procent kent een dodelijke afloop. - etnische achtergrond betrokkenen met name zaken tegen een turkse, marokkaanse, irakese en afghaanse achtergrond komen in beeld dezelfde vier etnische groepen komen weer in beeld, maar het aandeel van casuïstiek in een turkse context is wel circa tien procent afgenomen. dit verschil wordt overigens deels verklaard doordat een verfijning in de registratie is opgenomen, waardoor (turkse) koerden nu als aparte groep in beeld komen. 26 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

15 4 Conclusies en aanbevelingen Dit laatste hoofdstuk geeft de belangrijkste bevindingen uit dit rapport weer. De eerste paragraaf is gewijd aan de conclusies en in de tweede paragraaf worden enkele aanbevelingen gedaan. 4.1 Conclusies Uitgangspunten Bij het tellen van eerzaken spelen meetproblemen een rol. De politie ziet niet alles en geweld in naam van eer kan zich in verschillende gedaanten voordoen, variërend van bedreiging tot moord. Ook kan in de loop der tijd een zaak zich verder ontwikkelen, waardoor nieuwe inzichten in het motief kunnen ontstaan. Om die reden is bij het vastleggen en tellen van zaken waarbij een eermotief vermoed wordt, de nationaal gebruikte methode LEC EGG als uitgangspunt voor registratie genomen. Op die manier wordt de uniformiteit van de registratie van gewelddadige zaken waarbij eer als motief een rol speelt, bevorderd. In dit rapport zijn twee soorten cijfers verzameld: cijfers over hoe in de praktijk conform de methode LEC EGG gewerkt wordt (procesinformatie). Daarnaast zijn cijfers verzameld die iets vertellen over de achtergronden van de behandelde casuïstiek (casusinformatie). Vragen en bronnen in dit rapport In dit rapport stond de volgende vraag centraal: Hoeveel zaken waarbij rekening wordt gehouden met een eermotief voor (dreigend) geweld zijn in de periode 2010, 2011 en 2012 bij het LEC EGG en de regiokorpsen in beeld gekomen? 28 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

16 Deze algemene vraag werd gesplitst in twee subvragen: Wat leren de gegevens van 2010, 2011 en 2012 wat betreft procesinformatie? Wat wordt duidelijk over het werkproces en de landelijk gebruikte methodiek voor herkenning en aanpak van mogelijke eerzaken, kortom het gebruik van de methode LEC EGG? Casusinformatie Circa de helft van de zaken zijn bedreigingen. Rond de twee procent kent een dodelijke afloop. Het merendeel van de zaken speelt zich af in Turkse, Marokkaanse, Irakese of Afghaanse context. Bij circa 15% van de casuïstiek was ook een tweede etnische groep betrokken. In ongeveer de helft van die zaken waren dat autochtonen. Wat leren de gegevens van 2010, 2011 en 2012 wat betreft casusinformatie? In hoeverre bieden de bestudeerde data inzicht in kenmerken van de casus en van betrokkenen? Om deze vragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van informatie uit het Voortgangssysteem van het LEC EGG en van informatie die door de regiokorpsen is verstrekt (LEC EGG, 2013b). Procesinformatie In de peilperiode zijn jaarlijks circa 500 zaken bij het LEC EGG onder de aandacht gekomen. Uit opgave van de regiokorpsen blijkt dat zij in 2012 in totaal (dus met en zonder tussenkomst van het LEC EGG) 2805 zaken binnenkregen waarbij een eermotief werd vermoed. Vergelijking peilperiodes In grote lijnen dat wil zeggen gelet op het aantal zaken, de politieregio s waar het LEC EGG zaken van krijgt en de instroom van zaken van andere partners in de veiligheidszorg, categorisering en etnische achtergrond van zaken kan gesteld worden dat er geen sprake is van grote verschillen tussen de peilperiodes en Er kon overigens niet op alle variabelen worden vergeleken. In de laatste peilperiode is namelijk een aantal aanvullingen (het gebruik van de checklist en inzet van de externe deskundige) en verfijningen doorgevoerd. Bij veel van die zaken die het LEC EGG ziet, zijn korpsen uit de Randstad betrokken. Het merendeel van de zaken wordt door regiokorpsen aan het expertisecentrum voorgelegd. Bij 70% van de zaken die het LEC EGG ziet, is een checklist ingevuld. De regiokorpsen geven aan dat zij in 2012 bij 865 zaken van de in totaal 2805 zaken (31%) een checklist hebben uitgezet. Daarvan werd ruim de helft (477) geretourneerd. Blijkbaar wordt in zaken die niet bij het LEC EGG onder de aandacht worden gebracht verhoudingsgewijs minder vaak een checklist gebruikt. De inzet van externe deskundigen is in de peilperiode redelijk constant gebleven: in zes tot negen procent van de zaken die bij het LEC EGG bekend werden, werd gebruik gemaakt van dergelijke expertise. 30 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

17 4.2 Aanbevelingen In het vorige rapport over cijfers (Janssen & Sanberg, 2010) werden twee aanbevelingen gedaan die nog steeds actueel zijn: Voortdurende aandacht voor de kwaliteit van de informatiehuishouding De kwaliteit van de informatiehuishouding kan niet met een eenmalige investering of actie worden gegarandeerd. Voortdurende aandacht is wenselijk voor dit belangrijke thema. Dat geldt zowel voor de regiokorpsen en tegenwoordig de landelijke eenheden, als voor het LEC EGG. Om inzicht te krijgen in de geografische spreiding van eerzaken en dubbeltellingen te voorkomen, is het aan te bevelen de mogelijkheid om meerdere politieregio s per zaak te noteren aan het Voortgangssysteem van het LEC EGG toe te voegen. Verder is het wenselijk om bij aanvraag rekening te houden met de bijzondere positie van de gespecialiseerde opvang: deze instellingen doen formeel geen beroep op ondersteuning van het expertisecentrum, dat doet de regio waar het conflict speelt. Met betrekking tot dit systeem wordt ook aanbevolen als variabele categorisering op te nemen. Daarnaast is het wenselijk dat in de toekomst aandacht besteed wordt aan verschillen tussen cijfers van het LEC EGG en die van lokale eenheden van de nationale politie. In dit verband is het ook wenselijk dat het LEC EGG in goed overleg met de eenheden blijft investeren in voorlichting en onderwijs daar waar het nut, noodzaak en kwaliteit van cijfers betreft. Daarbij dient ook aansluiting gezocht te worden bij actuele ontwikkelingen op het terrein van informatiehuishouding en ict binnen de politie. Onderzoek naar mogelijkheden om inzicht te krijgen in het dark figure met behulp van partners De politie staat niet alleen in de aanpak van geweld uit naam van eer. Verschillende partners spelen daarbij een rol. Het is dan ook van belang dat partners van de politie bij de aanpak van eer gerelateerd geweld eveneens systematisch de aard en omvang van de hen aangereikte casuïstiek in kaart brengen. Het is wenselijk dat partners, zoals de vrouwenopvang en andere hulpverlenende instellingen, daarbij eveneens aandacht besteden aan de door hen gebruikte methodieken en de onderbouwing van de aanwezigheid van eer als motief voor (dreigend) geweld. Alleen dan zijn door partners verzamelde gegevens bruikbaar als aanvulling op de data van de politie. Een gedegen vergelijking kan een bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van het dark figure. 32 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

18 Literatuur Christiaensen, S., J. Janssen, R. Sanberg & W. Timmer, Politionele aanpak eer gerelateerd geweld in Nederland. Wetenschappelijke methodieken en praxis inspirerend voor België, in: Politiejournaal, november 2011: Janssen, J., Je eer of je leven? Een verkenning van eerzaken voor politieambtenaren en andere professionals. Tweede herziene druk, Den Haag: Stapel & De Koning, 2008a. Janssen, J., Instroom en vroegherkenning van mogelijke eerzaken bij de politie. Een onderzoek naar casuïstiek uit Deelrapport 1, Den Haag: Ministerie van Justitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Programmabureau Eer gerelateerd geweld en LEC EGG, 2008b. Janssen, J., Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist en inzet van externe deskundigen. Een onderzoek naar casuïstiek uit Deelrapport 2, Den Haag: Ministerie van Justitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Programmabureau Eer gerelateerd geweld en LEC EGG, Janssen, J. & R. Sanberg, Inzicht in cijfers. Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009, Den Haag: Ministerie van Justitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Programmabureau Eer gerelateerd geweld en LEC EGG, LEC EGG, Terugblik op Jaarverslag van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld, Den Haag: LEC EGG, LEC EGG, Terugblik op Jaarverslag van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld, Den Haag: LEC EGG, 2013a. LEC EGG, Stand van zaken lokale politiële aanpak eer gerelateerd geweld 2012, Den Haag: LEC EGG, 2013b. TK , , nr. 2., Prestaties in de strafrechtketen. 34 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en 2012 Uniformiteit in cijfers Mogelijke eerzaken in 2010, 2011 en

19 Colofon Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld Eenheid Den Haag, Nederlandse politie Postbus 264, 2501 CG Den Haag T F E lec@haaglanden.politie.nl Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateeerd Geweld Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Auteurs Dr. J.H.L.J. Janssen en Drs. R. Sanberg Fotografie Caroline Koning Grafisch ontwerp Meester Ontwerpers, Amsterdam Oplage 500 Druk drukkerij Zwaan Uitgever LEC EGG - Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld ISBN/EAN

MOGELIJKE EERZAKEN IN 2010, 2011 EN Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg

MOGELIJKE EERZAKEN IN 2010, 2011 EN Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg MOGELIJKE EERZAKEN IN 2010, 2011 EN 2012 MOGELIJKE EERZAKEN IN 2010, 2011 EN 2012 Dr. J.H.L.J. Janssen Drs. R. Sanberg Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld Den Haag 2013 2 Uniformiteit in

Nadere informatie

Inzicht in cijfers Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009

Inzicht in cijfers Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009 Inzicht in cijfers Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009 Inzicht in cijfers Mogelijke eerzaken in 2007, 2008 en 2009 Dr. J. Janssen en drs. R. Sanberg Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld

Nadere informatie

Academiejaar : KU Leuven studenten

Academiejaar : KU Leuven studenten (toestand op 25.06.2017) Nationaliteit Aantal Studenten Belgisch 45.869 Nederlands 1.988 Chinees 871 Italiaans 672 Spaans 541 Indiaas 497 Duits 451 Amerikaans 372 Frans 251 Grieks 251 Turks 221 Brits 212

Nadere informatie

Academiejaar : KU Leuven studenten

Academiejaar : KU Leuven studenten (toestand op 24.06.2018) Nationaliteit Aantal Studenten Belgisch 46.605 Nederlands 1.926 Chinees 927 Italiaans 728 Spaans 568 Indiaas 511 Duits 479 Amerikaans 366 Grieks 266 Frans 245 Turks 235 Brits 233

Nadere informatie

Academiejaar : KU Leuven studenten

Academiejaar : KU Leuven studenten (toestand op 27.06.2016) Nationaliteit Aantal Studenten Belgisch 45.903 Nederlands 1.989 Chinees 832 Italiaans 661 Spaans 552 Indiaas 465 Duits 449 Amerikaans 365 Grieks 269 Pools 245 Iraans 215 Frans

Nadere informatie

Academiejaar 2014-2015 : KU Leuven 57.284 studenten

Academiejaar 2014-2015 : KU Leuven 57.284 studenten (toestand op 23.06.2015) Nationaliteit Aantal Studenten Belgisch 46.572 Nederlands 1.976 Chinees 829 Italiaans 595 Spaans 530 Indisch 496 Duits 401 Amerikaans 370 Grieks 259 Pools 241 Iraans 223 Frans

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: augustus 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1

Nadere informatie

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld In 2006 werd het interdepartementale beleidsprogramma eergerelateerd geweld gestart. Het programma omvatte vier thema's: maatschappelijke

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Tewerkstelling

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Tewerkstelling Evolutie Arbeidskaarten 2001 Evolutie Vlaanderen 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 TOTAAL afgeleverde kaarten 9306 8469 9121 8217 5305 3774 4480 5783 6156 6.024 5.930 A-kaarten 4484

Nadere informatie

Bijlage 4a bij circulaire

Bijlage 4a bij circulaire Bijlage 4a bij circulaire 2010-399096 Asielbudget 2010 asielbudget loon- en prijs bijstelling 2010 Asielbudget 2010 Afroming asielbudget tbv Toedeling cf. V05H03/07- frictie compensatie asielbudget totaal

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: juni 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen Veiligheid Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen 17 Geregistreerde criminaliteit sinds 2005 gedaald Vermogensmisdrijven vormen met 60 procent het grootste aandeel Gevolgd

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: maart 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: mei 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: februari 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van

Nadere informatie

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Noodbed voor het LEC bij eergerelateerd geweld

Noodbed voor het LEC bij eergerelateerd geweld Noodbed voor het LEC bij eergerelateerd geweld Sinds half november 2010 stellen een negental organisaties voor vrouwenopvang per toerbeurt een noodbed ter beschikking voor het landelijke expertise centrum

Nadere informatie

BIJLAGEN. Ouderenmishandeling in Nederland

BIJLAGEN. Ouderenmishandeling in Nederland Ouderenmishandeling in Nederland Inzicht in kennis over omvang en achtergrond van ouderen die slachtoffer zijn van ouderenmishandeling Inger Plaisier (red.) Mirjam de Klerk (red.) BIJLAGEN Bijlage A Aanvullende

Nadere informatie

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 drs. P.F. Rozenberg MPA ing. R. Rozenberg Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Gemeente Delft. In de bijlage is een overzicht opgenomen van definities.

Gemeente Delft. In de bijlage is een overzicht opgenomen van definities. Samenleving Gemeente Delft bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft Aan de gemeenteraad Behandeld door Olga Lemmen

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: april 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

JAARSTATISTIEKEN 2016 ARBEIDSVERGUNNINGEN EN ARBEIDSKAARTEN IN HET VLAAMSE GEWEST

JAARSTATISTIEKEN 2016 ARBEIDSVERGUNNINGEN EN ARBEIDSKAARTEN IN HET VLAAMSE GEWEST JAARSTATISTIEKEN 2016 ARBEIDSVERGUNNINGEN EN ARBEIDSKAARTEN IN HET VLAAMSE GEWEST 1 Algemene evolutie 2004-2016 Tabel 1: Evolutie van arbeidskaarten en -vergunningen volgens soort, Vlaams Gewest, 2004-2016

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Raadsinformatiebulletin

Raadsinformatiebulletin Raadsinformatiebulletin Valkenburg, 22 januari 218 Betreft: Bevolkingscijfers Valkenburg aan de Geul Geachte leden van de Raad, Het bevolkingsaantal van de gemeente Valkenburg aan de Geul is op 5 januari

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Datum vaststelling : 12-11-2007 Eigenaar : Beleidsmedewerker Vastgesteld door : MT Datum aanpassingen aan : 20-01-2015 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Doel meldcode Begeleiders een stappenplan

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2017 Publicatie oktober 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2016 Publicatie januari 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Dodelijke eerzaken in Nederland

Dodelijke eerzaken in Nederland 6 Cijfers eergerelateerd geweld Dodelijke eerzaken in Nederland Dr. Janine Janssen is als hoofd onderzoek verbonden aan het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) en als universitair

Nadere informatie

Terugblik op 2012 Jaarverslag van het

Terugblik op 2012 Jaarverslag van het Terugblik op 2012 Jaarverslag van het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld inhoud Terugblik op 2012 2 De taken van het LEC EGG in 2012 4 1 Operationele advisering en ondersteuning 5 2 Wetenschappelijk

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2017 Publicatie juli 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2017 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Vrouwen 8 Registratie Totaal. bijvoorbeeld. tijdstip toch. In de maand. januari zijn. Helaas is er wachtlijst.

Vrouwen 8 Registratie Totaal. bijvoorbeeld. tijdstip toch. In de maand. januari zijn. Helaas is er wachtlijst. Maandelijkse rapportage cijfers slachtoffers mensenhandel Maand: januari Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van januari tot en met

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2016 Publicatie april 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Directie Weerbaarheidsverhoging Afdeling veiligheidsregio's Schedeldoekshaven

Nadere informatie

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011

in Nederland Omvang en aard in het najaar van 2011 Problematische Jeugdgroepen in Nederland Omvang en aard in het najaar van 0 Samenvatting Afbakening van de analyse In deze rapportage wordt een beeld gegeven van de aantallen problematische jeugdgroepen,

Nadere informatie

Nationaliteit VOW'ers Totaal aantal (sinds '94) % Afgaanse 48 0,12% Albanese 24 0,06% Algerijnse 75 0,19% Amerikaans burger ,14% Amerikaans

Nationaliteit VOW'ers Totaal aantal (sinds '94) % Afgaanse 48 0,12% Albanese 24 0,06% Algerijnse 75 0,19% Amerikaans burger ,14% Amerikaans Nationaliteit VOW'ers Totaal aantal (sinds '94) % Afgaanse 48 0,12% Albanese 24 0,06% Algerijnse 75 0,19% Amerikaans burger 1244 3,14% Amerikaans onderdaan 3 0,01% Angolese 66 0,17% Argentijnse 49 0,12%

Nadere informatie

Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist en inzet van externe deskundigen. Een onderzoek naar casuïstiek uit 2006 Deelrapport 2

Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist en inzet van externe deskundigen. Een onderzoek naar casuïstiek uit 2006 Deelrapport 2 Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist en inzet van externe deskundigen Een onderzoek naar casuïstiek uit 2006 Deelrapport 2 Analyse van mogelijke eerzaken: het gebruik van de checklist

Nadere informatie

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018 Begroting Veilig Thuis 6 maart 2018 Inhoud Opdracht Veilig Thuis en uitgangspunten Terugblik Presentatie Q-Consult Toekomst Impact begroting 2018 en 2019 Click to edit 2 Opdracht Veilig Thuis Veilig Thuis

Nadere informatie

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente metingen 2004-2008 M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2018 Publicatie januari 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011

Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011 Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011 Independer.nl reikt eind 2011 een award uit aan het beste hypotheekkantoor van iedere regio. Deze awards worden dit jaar voor het eerst uitgereikt.

Nadere informatie

NVIK monitor asielinstroom / asielpopulatie

NVIK monitor asielinstroom / asielpopulatie Nationaal Vreemdelingen Informatie Knooppunt NVIK monitor asielinstroom / asielpopulatie ( N V I K z a a k n r. 2018-2 4 0 2 ) Versie 2.0 Definitief Pagina 1 van 6 Aanleiding Dit document is opgemaakt

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2018 Publicatie oktober 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2018 Publicatie juli 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Mogelijke eerzaken nader bekeken

Mogelijke eerzaken nader bekeken Deze publicatie is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Justitie Programmabureau Eergerelateerd Geweld Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld

Nadere informatie

åveilig Thuis 1e halfjaar 2017: Nog geen vergelijkbare cijfers

åveilig Thuis 1e halfjaar 2017: Nog geen vergelijkbare cijfers åveilig Thuis 1e halfjaar 2017: Nog geen vergelijkbare cijfers Veilig Thuis 1e halfjaar 2017: Nog geen vergelijkbare cijfers Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8942 14 juni 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 2010, nr. R&P/RA/2010/11430,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

JAARCIJFERS 2013. Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Dienst Arbeidsmigratie en Uitzendkantoren

JAARCIJFERS 2013. Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Dienst Arbeidsmigratie en Uitzendkantoren Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie Dienst Arbeidsmigratie en Uitzendkantoren JAARCIJFERS 2013 ARBEIDSKAARTEN EN ARBEIDSVERGUNNINGEN IN HET VLAAMS GEWEST 1 ALGEMEEN blz 6 Tabel 1: Evolutie

Nadere informatie

1 De politionele aanpak van eergerelateerd geweld in Nederland 1

1 De politionele aanpak van eergerelateerd geweld in Nederland 1 1 De politionele aanpak van eergerelateerd geweld in Nederland 1 Wetenschappelijke methodieken en praxis, inspirerend voor België Auteurs: S. Christiaensen Adviseur integraal veiligheidsbeleid stad Mechelen

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van

Nadere informatie

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017

Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio. 1 juli 2017 Stand van zaken toepassing standaarden en voorzieningen i-sd, per jeugdregio 1 juli 2017 Landelijk beeld Jeugdregio s 1 juli 2017 Mate van consistente toepassing standaarden en voorzieningen, gemiddeld

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Registratie discriminatieklachten 2011

Registratie discriminatieklachten 2011 Centraal Bureau voor de Statistiek- Registratie discriminatieklachten 2011 Methode en uitkomsten Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, augustus 2012. Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 METHODE...

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Veelgestelde vragen 1 Vragen over inrichting en planning 3 2 Vragen over de vragenlijst, documenten en interviews 4 3 Vragen over de internet-enquête

Nadere informatie

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma. Kübra Ozisik Februari 2018 Frans Oldersma www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3 2.2 Definitie kindermishandeling... 3 2.3 Campagne

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Doelstelling In deze meldcode wordt de werkwijze/ het stappenplan beschreven als professionals vermoedens hebben van mishandeling. De meldcode is een hulpmiddel

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Het bevoegd gezag van het OPDC Utrecht Overwegende dat het OPDC Utrechts verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn leerlingen

Nadere informatie

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015 Regionale trendrapportage afspraak: stand 3 e kwartaal 2015 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Werkkamer vanaf 2016 elk kwartaal een regionale trendrapportage

Nadere informatie

Procesbeschrijving Accountbeheer NL-Alert. Versie: 1.0 Datum: 17 april 2013 Status: definitief

Procesbeschrijving Accountbeheer NL-Alert. Versie: 1.0 Datum: 17 april 2013 Status: definitief Procesbeschrijving Accountbeheer NL-Alert Versie: 1.0 Datum: 17 april 2013 Status: definitief Contactpersoon opdrachtnemer: Contactpersoon opdrachtgever: Auteur: Politie Nederland, Meldkamer Diensten Centrum

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Noord datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen 2 mei 2018 Stand van zaken Implementatie i-sd standaarden Jeugdwet per regio Peildatum maart 2018 Verdeling Jeugdregio s per maart 2018 Mate van

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Holland datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente Samenwerkingsafspraken ten behoeve van de preventieve - en de veiligheidsaanpak van (potentiële) slachtoffers van eergerelateerd geweld in Twente. Vanuit

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van

Nadere informatie

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER 2013 - VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK Een product van het Ondersteuningsprogramma AMHK van de VNG 14 november 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige

Nadere informatie

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Elk Bureau Jeugdzorg heeft een Advies-

Nadere informatie

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen 1 Contactpersoon L.M.E.Menenti l.m.e.menenti@ nationaalrapporteur.nl T 06-4682 7508 S.J. Tjalsma s.j.tjalsma@ nationaalrapporteur.nl Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd Bevindingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 482 Cultuursubsidies Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 april 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland

Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland Majone Steketee Sandra ter Woerds Marit Moll Hans Boutellier Een evaluatieonderzoek naar zes pilotprojecten Assen 2006 2006 WODC, Ministerie van Justitie.

Nadere informatie

Huiselijk geweld in Limburg

Huiselijk geweld in Limburg Huiselijk geweld in Limburg De Limburgse Gezondheidsenquête Inleiding In het kader van het landelijke pilot-project Vrouwenveiligheidsindex (VVI) hebben de gezamenlijke Limburgse GGD en een extra rapportage

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Limburg datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek ASHG en AMK samen verder Kernopdracht het stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling en het duurzaam borgen van veiligheid van alle betrokkenen 2 Regio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af

Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af foto: Wiesje Peels Adviezen en meldingen over seksueel misbruik 1996 2005 Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af Door Adrie Wolzak Iedereen die zich zorgen maakt over een kind, kan die

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg

Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg Eerste impressie Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg 30 mei 2011 Leo Cok en Hester Tjalma Wim Hoddenbagh (Transitiebureau Jeugd) Martine Meijers (project Slim Samenwerken) 1 1. Toelichting bij

Nadere informatie