Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Landenbeleid structurele bilaterale hulp Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMEN- WERKING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 17 mei 1999 Onder verwijzing naar de brief van de Griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (zie bijlage) d.d. 31 maart 1999, kan ik U als volgt informeren. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, E. L. Herfkens KST35385 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 1

2 In uw brief van 30 maart 1999 vraagt u om nadere schriftelijke informatie over de toepassing van de criteria bij de landenkeuze ten behoeve van het bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en om een financiële onderbouwing van dat beleid. Bij deze wil ik graag aan dat verzoek voldoen. Bij de selectie ben ik uitgegaan van de lijst van 78 landen ten behoeve waarvan Nederland in 1997 ten minste een bedrag van 1 miljoen gulden spendeerde. Deze landen heb ik gerangschikt op mate van armoede. Conform de wens van de Kamer (Motie Dijksma c.s. nr. 25 ( V)) om de hulp «...zoveel mogelijk te concentreren op de armste landen die voldoen aan criteria voor goed bestuur en goed sociaal-economisch beleid» heb ik me daarbij niet laten leiden door de categorie Minst Ontwikkelde Landen (MOL s) die door de VN wordt gehanteerd. Onder deze groep vallen immers vele «failed states» en landen als Birma en Afghanistan, zodat in combinatie met de criteria voor goed bestuur en goed beleid wel erg weinig landen zouden overblijven. Overigens staat een groot aantal van de uiteindelijk geselecteerde landen niettemin te boek als MOLs. Ook de plaatsing van landen op de zogenoemde Human Development Index van UNDP lijkt in het licht van de wens van de Kamer geen goed criterium voor landen-selectie. Doordat de HDI de mate van armoede combineert met prestaties op het sociale vlak (alfabetiseringsgraad, levensverwachting) komen landen met relatief geringe armoede en een relatief slecht sociaal beleid op een lage plaats terecht. Selectie van die landen zou neerkomen op het belonen van slecht beleid en het bestraffen van goed beleid. Dat maakt de HDI, zoals ook UNDP erkent, ongeschikt voor landenselectie in de door de Kamer en mijzelf gewenste zin. Een criterium dat beter aan deze eisen voldoet is de mate waarin landen in aanmerking komen voor zachte leningen van de Wereldbank. De toegang tot deze leningen van de International Development Association (IDA), de zogenoemde «IDA-eligibility», wordt bepaald door de relatieve armoede van een land en de mate waarin het land toegang heeft tot de internationale kapitaalmarkt. Daarnaast wordt er in dit kader gekeken naar de kwaliteit van het beleid. Die bepaalt de «IDA-performance». IDA-eligibility en IDA-performance zijn dan ook voor mij de eerste criteria geweest om landen wel of niet in aanmerking te laten komen voor een structurele bilaterale relatie. Onder de landen die afvallen omdat ze simpelweg te rijk zijn (geworden) bevinden zich onder meer Namibië, Thailand, Chili, Brazilië, Peru, Colombia, Guatemala, El Salvador, Jamaica, Jordanië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ook de langdurige «low-performers» op de Wereldbank-criteria voor de kwaliteit van het sociaal-economische beleid zijn afgevallen; een goed voorbeeld daarvan is Kenia. De keuze die met deze eerste selectie in beginsel is gemaakt voor de relatief armere landen impliceert dat er landen overblijven die juist vanwege hun relatieve armoede eerder dan andere te maken hebben met corruptie, zwakke instituties en een slecht ontwikkelde civil society. Door bij de verdere selectie niet met absolute standaarden te werken, maar te kijken naar de relatieve kwaliteit van beleid en bestuur, meen ik aan die correlatie recht te hebben gedaan, waarbij relatief wil zeggen in vergelijking met andere landen in vergelijkbare omstandigheden (dezelfde inkomensgroep, dezelfde regio of anderszins). Binnen deze context is ten aanzien van de resterende landen een beoordeling gemaakt van het gevoerde sociale en economische beleid en van de kwaliteit van het bestuur. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2

3 De regio-eenheden van het departement hebben mede op basis van informatie van de posten in de betrokken landen een specifieke screening per land uitgevoerd aan de hand van de criteria voor landenselectie uit mijn brief van 5 november 1998 zoals die door de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting 1999 zijn vastgelegd (motie Dijksma c.s.). Bij die screening is per land vooral gelet op geboekte resultaten en het perspectief op verdere verbeteringen. Daarbij zijn kengetallen en kwalitatieve gegevens gebruikt van internationale instellingen als de Wereldbank, het IMF en VN-instellingen en van diverse NGO s als Amnesty International, Human Rights Watch en Transparency International. Ook is geput uit landenanalyses en mensenrechtenrapportages van de Nederlandse ambassades en van de evaluaties van IOB, de inspectiedienst van het Ministerie. Zo kon een analyse worden gemaakt van negatieve en positieve trends met betrekking tot kwaliteit van beleid en bestuur. Het gaat er daarbij uiteindelijk om of op deze terreinen een zodanige ontwikkeling gaande is dat er voldoende vertrouwen is dat armoedebestrijding tot resultaat leidt. Een dergelijke screening is allerminst een mechanisch proces. Deze benadering is gebaseerd op een in de laatste jaren gegroeide internationale consensus over zowel de inhoud als de betekenis van de begrippen «goed beleid» en «goed bestuur». In mijn brief van 26 februari heb ik die criteria gedefinieerd conform hetgeen daarover in een reeks van internationale conferenties is vastgelegd. De in het verleden gekoesterde gedachte dat landen met een slecht beleid en een slecht bestuur met hulp en de daaraan verbonden condities op andere gedachten kunnen worden gebracht, is verlaten. Nederland staat hierin niet alleen. In toenemende mate huldigen donoren en ontvangers van hulp de gedachte dat een zekere kwaliteit van beleid en bestuur voorwaarde is voor effectieve hulpverlening, zoals ook blijkt uit een serie van VN-documenten. Deze groeiende consensus gaf ook de mogelijkheid de gevolgde aanpak zo veel mogelijk te toetsen aan het werk dat op dit punt wordt verricht door multilaterale organisaties. De Wereldbank bijvoorbeeld voert dergelijke analyses al ongeveer tien jaar uit ten behoeve van de allocatie van IDA-middelen. Hiertoe wordt per land, zoals gezegd, de «IDA-performance» gemeten. Dit gebeurt aan de hand van twintig criteria. Deze twintig criteria zijn onder te verdelen in drie clusters: 1) tien criteria voor het beoordelen van beleid gericht op duurzame groei en op armoedebestrijding; 2) vier criteria inzake beleid gericht op het verminderen van ongelijkheden; en 3) zes criteria gericht op governance en management van de publieke sector. Op al deze criteria wordt een score gegeven. Tezamen met een score voor de kwaliteit van de WB-projectenportefeuille wordt een totaalscore opgemaakt. Deze totaalscore kan neerwaarts worden bijgesteld indien het betrokken land op een aantal van de criteria voor governance zeer zwak presteert. In dat geval vindt een generieke korting plaats van 33% op de totaalscore; voor deze landen gaat men er van uit dat de governance dermate zwak is dat het algehele klimaat voor het bereiken van resultaten daardoor negatief wordt beïnvloed en de kans op effectieve armoedebestrijding danig vermindert. Voorbeelden van landen met een generieke korting vanwege zeer zwakke governance zijn Angola, Kenia, Nepal en Cambodja. Voor een toelichting op de door de Wereldbank in 1998 gevolgde methode voor het opmaken van de beoordeling van landen moge worden verwezen naar de bijlage Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

4 (Country Performance and IDA Allocations; IDA/SecM98 502; September 16, 1998; FOR OFFICIAL USE ONLY) 1. De door de Wereldbank gehanteerde methode van het maken van beoordelingen is in ontwikkeling. Dit jaar nog wil de Wereldbank de samenstelling van de door haar gehanteerde twintig indicatoren wijzigen. Er is sprake van het samenvoegen van enkele macro-economische indicatoren en de introductie van twee nieuwe indicatoren, te weten Building Human Capital en Fostering Gender Equality and Social Inclusion. E.e.a. geeft invulling aan een ook door Nederland bepleite ontwikkeling waarbij naast macro-economisch beleid ook meer en meer aandacht gegeven wordt aan beleid gericht op het tegengaan van sociale ongelijkheid. Van groot belang is de methode zoveel als mogelijk te objectiveren, zodat een zo goed mogelijke vergelijkingsgrondslag ontstaat. Voor het betrokken land zelf is het van belang om zichzelf te kunnen spiegelen aan landen die in een vergelijkbare ontwikkelingsfase verkeren. Voorts kunnen de beoordelingen over een reeks van jaren naast elkaar worden gelegd om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, vooruitgang is geboekt. Ik vind het van groot belang dat dergelijke beoordelingen in openheid tot stand komen en dat de resultaten ervan kunnen worden verspreid. Aarzelend lijkt de Wereldbank deze weg op te gaan. Nederland zal op transparantie en coördinatie aandringen, zodat doublures worden voorkomen, uitkomsten kunnen worden bediscussieerd en betrokkenen de vruchten van de analyses kunnen plukken. Daarbij is het een handicap dat de Wereldbank zich per definitie niet gemakkelijk negatief kan uitlaten over prestaties van staten die mede-aandeelhouder zijn van de Bank. In het geval van lenende landen speelt daarbij de vrees een rol dat hun reputatie op de internationale kapitaalmarkt negatief wordt beïnvloed. Overigens spreekt het vanzelf dat het ook voor andere internationale organisaties bijvoorbeeld de VN-Economische Commissie voor Afrika moeilijk is zich kritisch te uiten over het beleid gevoerd door hun eigen lidstaten. De resultaten van de interne screening zijn vervolgens gelegd naast de resultaten van de analyses van de Wereldbank met betrekking tot de geselecteerde IDA-landen. De uitkomsten per land zijn vergeleken. Ook met vertegenwoordigers van VN-organisaties is bij voorkomende gelegenheden door mij uitgebreid over de voorgenomen selectie gesproken. In de grote meerderheid van de gevallen kwamen uitkomsten van die analyses en gesprekken overeen met wat het ambtelijk proces in het eigen apparaat opleverde. Waar het de beoordeling van sociaal-economisch beleid betreft bleek sprake van een hoge mate van overeenstemming tussen Nederland en de Wereldbank. Verschillen van inzicht traden vooral op bij de beoordeling van de kwaliteit van het bestuur, waar Nederland vaak tot een negatiever oordeel kwam dan de Wereldbank. Beoordeling van de Wereldbank op het vlak van «good governance» vindt nog altijd plaats op een te beperkt palet; de mensenrechtensituatie speelt daarin bijvoorbeeld nauwelijks een rol. 1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. In een dertigtal landen worden de resultaten en vooruitzichten op het vlak van beleid en bestuur kansrijk en vertrouwenwekkend geacht. De rest viel af. Onder de afvallers bevinden zich onder meer Sierra Leone, Cambodja, Kenia, Haïti, Angola en Honduras. Ook een land als Albanië kwam niet op de lijst voor structurele bilaterale samenwerking omdat er onvoldoende aanleiding is vertrouwen te hebben in een ontwikkeling ten goede op het vlak van beleid en bestuur. Uiteraard Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 4

5 blijft Albanië zonodig wel ruimhartig humanitaire hulp ontvangen; ook komt het voor op de lijst van landen waaraan Nederland specifiek hulp wil blijven geven op het vlak van mensenrechten, vredesopbouw en goed bestuur. Daarmee was het selectieproces niet voltooid. Zoals ik in mijn brief van 26 februari uiteenzette dient dit immers twee doelen: behalve de vergroting van effectiviteit door de hulp te richten op arme landen met relatief goed beleid en goed bestuur wordt ook beoogd het aantal landen meer in overeenstemming te brengen met de beperkte Nederlandse uitvoeringscapaciteit. Met name dit laatste vroeg om verdere inkrimping van de lijst. Daartoe hebben we ons eerst de vraag gesteld welke toegevoegde waarde een structurele bilaterale relatie met Nederland voor de resterende landen heeft. Voor die landen werd vastgesteld in welke mate de behoefte aan hulp wordt gedekt door de internationale gemeenschap in het algemeen en door Nederland in het bijzonder, en of Nederland daar een specifieke inhoudelijke bijdrage aan toevoegt. Dit gaf de mogelijkheid tot verdere selectie. Landen waar de beschikbaarheid van hulp de behoefte overtreft, of waar de opnamecapaciteit te gering is in verhouding tot de hoeveelheid beschikbare hulp, zonder dat het mogelijk was daar samen met andere donoren middels een sectorale aanpak wat aan te doen, vielen af. Zo verdwenen onder meer Nepal en Kaap-Verdië van de lijst. Voor landen, als bijvoorbeeld Ivoorkust, waar de toegevoegde waarde voor armoedebestrijding van een extra hulpgulden relatief gering is, gold hetzelfde. Landen die ondergefinancierd zijn Vietnam, Macedonië, Ethiopië- en landen waar het marginaal effect van hulp op armoedebestrijding relatief groot is Bangladesh kwalificeerden met voorrang voor een structurele bilaterale relatie. Voorrang kregen ook die landen binnen deze groep als bijvoorbeeld Mozambique en wederom Macedonië (mede op grond van de rapportage van HCNM) die een sleutelrol (kunnen) spelen bij het voorkomen van (de escalatie van) conflicten in een regio. Zambia kreeg mede om deze laatste reden vooralsnog het voordeel van de twijfel. Nadat er zo opnieuw een aantal landen was afgevallen is gekeken naar de omvang en kwaliteit van het lopende Nederlandse OS-programma. Al te abrupte breuken met het verleden zijn immers om verschillende redenen niet gewenst. De opbouw van een veelomvattend Nederlands bilateraal programma in een land waar zo n programma nog niet bestaat en waar geen Nederlandse vertegenwoordiging aanwezig is, is onnodig kostbaar; in dergelijke gevallen kan beter van bestaande multilaterale of particuliere kanalen gebruik worden gemaakt. Andersom zou een plotseling vertrek uit een land waar Nederland al een grote bilaterale presentie heeft tot ongewenste kapitaalvernietiging leiden. In die zin heeft de continuïteit, binnen de randvoorwaarden van de drie hoofd-criteria, een belangrijke rol gespeeld. Die continuïteit vormt een belangrijke reden voor het vooralsnog handhaven van de structurele bilaterale relatie met Zambia, Zimbabwe en Pakistan. Hoewel beleid en bestuur in die landen zich zodanig hebben ontwikkeld dat stopzetting van een structurele bilaterale relatie op dit moment te rechtvaardigen zou zijn geweest, heb ik, gezien de omvang en betekenis van het huidige Nederlandse OS-programma en het belang van continuïteit, besloten de relatie voort te zetten en na een jaar opnieuw te bezien. In de tussenliggende tijd zal met de betrokken landen intensief overleg worden gevoerd, waarbij van Nederlandse kant duidelijk gemaakt zal worden welke verbeteringen noodzakelijk zijn om voortzetting van de relatie ook in de toekomst mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor Ethiopië en Eritrea. Zij komen vooralsnog op de lijst, maar het huidige open grensconflict tussen beide landen is een extra Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 5

6 aandachtspunt. In beide gevallen zal ik het tijdelijk (en eventueel gedeeltelijk) bevriezen van de hulpgelden overwegen indien de oorlogshandelingen niet op korte termijn gestaakt worden. Daarnaast zal er nog sprake zijn van drie in de tijd beperkte bilaterale hulprelaties: met Zuid-Afrika, Egypte en de Palestijnse Gebieden. In de brief van 26 februari is uiteengezet op grond van welke uitzonderlijke overwegingen ik vooralsnog gekozen heb voor voortzetting van deze bilaterale relaties. Een zekere continuïteit is overigens ook gewaarborgd doordat ook in de niet voor een structurele bilaterale relatie gekwalificeerde landen nog specifieke thematische programma s kunnen worden uitgevoerd op een of meer van de volgende drie terreinen: het bedrijfslevenprogramma, programma s rond mensenrechten, vredesopbouw en de kwaliteit van het bestuur en het milieuprogramma. Ik heb u daarover in mijn brief van 26 februari geïnformeerd. Hoewel er op die lijsten ook rijkere ontwikkelingslanden voorkomen, is de hulp ook hier, conform de wens van de Kamer, meer dan voorheen gericht op de armere ontwikkelingslanden. Plaatsing op deze lijsten van landen waarmee Nederland een meeromvattende hulprelatie heeft maar die hiervoor niet langer kwalificeren maakt het mogelijk de Nederlandse hulpinspanning geleidelijk af te bouwen. Vanuit die optiek valt het te verwachten dat deze specifieke lijsten in de toekomst korter worden. Bij de selectie van landen voor de themaspecifieke instrumenten heeft slechts een marginale toetsing plaatsgevonden op de algemene criteria voor de structurele bilaterale relatie; vooral is gekeken naar meer specifieke criteria per beleidsterrein. De specifieke beleidsdoelstellingen op de in de brief genoemde deelterreinen kunnen ook slechts met de inzet van een specifiek instrument worden gerealiseerd. Dat noopt tot het leveren van maatwerk. Zo zal het bedrijfsleveninstrumentarium in landen met een «enabling environment» voor de particuliere sector worden ingezet ter ondersteuning van de economische ontwikkeling. Waar Nederlandse ervaring, deskundigheid en presentie bijdragen aan respect voor mensenrechten, aan vredesopbouw of aan verbetering van de kwaliteit van het bestuur, zullen projecten en programma s met dat specifieke oogmerk worden uitgevoerd. Daar waar grote milieuproblemen bestaan, de desbetreffende overheid op dit terrein een actief beleid voert en de Nederlandse inspanning een relatief hoog milieurendement heeft zullen milieu-projecten en -programma s worden uitgevoerd. Tenslotte wil ik nog kort stil staan bij de verdere gang van zaken in de 19 geselecteerde landen. Zoals aangekondigd in mijn brief van 5 november dient de Nederlandse hulp aan deze landen naar mijn overtuiging zoveel mogelijk, en met inachtneming van noodzakelijke overgangsperiodes, in een beperkt aantal sectoren te worden geconcentreerd. Ook de inspectiedienst IOB heeft in een aantal evaluaties die conclusie getrokken. Eveneens heeft IOB bij voortduring gewezen op het belang van commitment aan de ontvangende kant. Dat pleit ervoor de keuze voor sectoren zoveel mogelijk door het ontvangende land te laten maken. Dat betekent niet dat ze daarin volledig de vrije hand hebben. De sectorkeuze moet plaats vinden binnen het raamwerk van de internationale consensus zoals die zich in de jaren negentig in een reeks van internationale conferenties heeft gevormd. Dat betekent dat duurzame armoedebestrijding voor de hulp-ontvangende regering bij de sectorkeuze leidraad dient te zijn. Ook de transparantie van de overheidsbegroting is een belangrijke voorwaarde, al is het maar om te voorkomen dat steun die voor de ene sector wordt gegeven vanwege het bestaan van fungibiliteit in een andere sector wordt aangewend. Tenslotte wil ik, als derde Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 6

7 voorwaarde voor een succesvol sectorbeleid, decentralisatie noemen. Dit is van groot belang om te waarborgen dat gegeven steun binnen sectoren ook inderdaad tot op de basis van de samenleving effect heeft. Binnen dergelijke beleidskaders en ondersteund door een beleidsdialoog ter plekke kan maximale zeggenschap aan het ontvangende land worden verleend en verplicht Nederland zich als donor tot het aangaan van een langdurige, programmatische samenwerking en tot inbedding van de hulp in het beleid van het ontvangende land. Voor een evenwichtige donorinspanning en een maximaal hulp-rendement is afstemming tussen donoren daarbij van groot belang. De verantwoordelijkheid voor de juiste aanwending van de donor-steun binnen de gekozen sectoren ligt in belangrijke mate bij het ontvangende land. De landen zijn zo gekozen dat ze die verantwoordelijkheid, naar mijn oordeel, waar kunnen maken. Daarbij is het vanzelfsprekend van groot belang dat er een voortdurende monitoring plaatsvindt van de mate waarin de geselecteerde landen gekwalificeerd blijven op grond van de gehanteerde criteria. Juist ook omdat Nederland in de voorziene situatie in minder landen actief is kan in de dialoog met het ontvangende land van Nederlandse zijde ook meer kwaliteit worden geleverd. De aanwezige deskundigheid kan in de toekomst gebundeld in de geselecteerde landen worden ingezet; de desbetreffende Ambassades zullen kunnen beschikken over voldoende expertise op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Ook voor de landen op de drie thema-specifieke lijsten zal voldoende thema-deskundigheid verzekerd kunnen worden. Bundeling en concentratie van deskundigheid maakt het ten slotte mogelijk meer gericht en pro-actief het beleid van multilaterale organisaties te beïnvloeden en donorcoördinatie meer inhoud te geven. Met de betrokken landen zal over de zogenoemde sectorale benadering de komende maanden verder overleg worden gevoerd. U vroeg ook naar de financiële onderbouwing van het nieuwe landenbeleid. Daartoe dient het volgende: In het kader van de begrotingsvoorbereiding 2000 zullen de financiële meerjaren-allocaties worden vastgelegd voor de landen waarmee een structurele OS-relatie van overheid tot overheid wordt aangegaan. Het is thans nog niet mogelijk hierover exacte informatie te verstrekken, a. omdat de definitieve uitkomst van het parlementaire debat over de landenselectie moet worden afgewacht b. omdat de exitstrategieën en het daarmee samenhangende financieel beslag nog niet vast staan c. omdat het beleidsoverleg met de individuele landen op basis van ownership hunnerzijds nog moet plaatsvinden. Het totaal beschikbare budget voor het bilaterale programma zal in beginsel op het resultaatsniveau 1999 worden gehandhaafd. Dat betekent dat er onvoorziene budgettaire omstandigheden voorbehouden in de loop der jaren, ten koste van de landen die niet geselecteerd zijn waar Nederland nu nog steun geeft, meer geld besteed kan worden in de landen waarmee Nederland een structurele bilaterale relatie onderhoudt. Tot slot diene dat in alle gesprekken met betrokkenen die de laatste tijd hebben plaatsgevonden telkenmale is benadrukt dat mijn beleidsvoornemens vooralsnog een regeringsstandpunt betreffen en dat parlementaire goedkeuring is vereist alvorens e.e.a. daadwerkelijk zal worden geïmplementeerd. Nederlandse Ambassades in de betrokken landen zijn gevraagd voorstellen voor te bereiden over de toekomstige vormgeving van eventuele ombouw- of afbouwstrategieën. Vanzelfsprekend zullen ook hierover geen beslissingen worden genomen vooruitlopend op de discussie met Uw Kamer. Graag zal ik deze discussie binnenkort met U voeren. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 7

8 BIJLAGE s-gravenhage, 30 maart 1999 Aan de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Naar aanleiding van uw brief inzake landenkeuze ontwikkelingssamenwerking (Kamerstuk , nr. 1) verzoek ik u namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om nadere schriftelijke informatie over de toepassing van de criteria bij de door u gemaakte keuzen. Voorts verzoek ik u om uw brief van een financiële onderbouwing te voorzien. Ik deel u mede dat de door de commissie eerder gemaakte procedureafspraken ongewijzigd zijn. De griffier van de commissie, Hommes Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 8

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 234 Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid voor de komende jaren Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 433 Landenbeleid structurele bilaterale hulp Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMEN- WERKING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22349 13 december 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 5 december 2011 nr. DSO/OO-454/11, tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 234 Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid voor de komende jaren Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWER- KING Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2003 Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 085 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936. Versnelde MDG-realisatie

HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936. Versnelde MDG-realisatie HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen 5936 ODA UITGAVEN PARTNERLANDEN 2008 Versnelde MDG-realisatie Bangladesh Kenia 2.07 Goed bestuur

Nadere informatie

Noord-Zuid voor lokale besturen. Het opstellen van criteria voor de partnerzoektocht

Noord-Zuid voor lokale besturen. Het opstellen van criteria voor de partnerzoektocht Noord-Zuid voor lokale besturen Het opstellen van criteria voor de partnerzoektocht Het opstellen van criteria voor de partnerzoektocht Een weloverwogen partnerkeuze is een eerste cruciale stap voor het

Nadere informatie

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Publiek Private Partnerschap faciliteit Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Onderwerpen in de presentatie Thema's en sub-thema's Drempelcriteria Procedures

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 16 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 62 BRIEF VAN

Nadere informatie

DHIsubsidieregeling. China Project Development

DHIsubsidieregeling. China Project Development DHIsubsidieregeling Hoofdpunten Regeling: tender Bedrijfsactiviteit: investering en export (kapitaal) goederen Doelmarkt: opkomende landen en ontwikkelingslanden (DGGF- land) Subsidiedoel: concreet project,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 485 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 589 Samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 230 949 26 26november 2008 Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 17 november 2008, nr. DCO/OO-293/08,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 463 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 467 Goedkeuring van de op 29 juni 2012 te Tegucigalpa tot stand gekomen Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal Verslag van een bezoek van een delegatie aan Berlijn (12 tot 15 mei 2003) Vergaderjaar Nr.

1/2. Staten-Generaal Verslag van een bezoek van een delegatie aan Berlijn (12 tot 15 mei 2003) Vergaderjaar Nr. Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 275 29 006 Verslag van een bezoek van een delegatie aan Berlijn (12 tot 15 mei 2003) Nr. 1 VERSLAG Vastgesteld 11 juni 2003 Van 12 tot en met 14 mei 2003

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

BIJLAGEN. Voortgangsrapportage Watersector 2004

BIJLAGEN. Voortgangsrapportage Watersector 2004 BIJLAGEN Voortgangsrapportage Watersector 2004 BIJLAGE 1 In de hierna volgende tabellen zijn input en output gegevens opgenomen m.b.t. uitgaven over 2004. De tabellen zijn samengesteld uit gegevens verkregen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 22 831 De Hoorn van Afrika Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z10183 Datum 15 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 337 Herijking van het buitenlands beleid Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN a.i. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) DGGF doel: mkb financiering mogelijk maken in ontwikkelingslanden MKB financiering in DGGF landen wordt als high risk gezien door financiers: - Hoge transactiekosten - Beperkte

Nadere informatie

Criteria en voorwaarden voor Young Experts

Criteria en voorwaarden voor Young Experts Criteria en voorwaarden voor Young Experts Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Young Expert Programma Water... 4 3. Opzet YEP Water... 8 a. Hoofdproces Young Expert Programme Water... 9 4. Criteria en voorwaarden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 24 maart 2017 Betreft Nazending Kamerbrief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar 1992

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2013 Nr. 109 BRIEF VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 38 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2016 Nr. 5 BRIEF VAN

Nadere informatie

T Binnenhof 4

T Binnenhof 4 Algemene Rekenkamer BEZORGEN Lange Voorhout 8 Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 Binnenhof 4 E voorlichting@rekenkamer.nl DEN HAAG w www.rekenkamer.ni

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 juni 2000 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 99/0213 (CNS) 9028/00 LIMITE ECOFIN 137 NIS 66 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 299 Ziekenhuiszorg Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie augustus 2015 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. De IMVO vouchers (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie 2016 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. IMVO staat voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18846 9 juli 2013 Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20308 30 december 2009 Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 16 december 2009, nr. DSO/OO-130/09,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 31 271 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Zaken Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA

BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA 1994- CRITERIA HOOFDVRAGEN SUBVRAGEN /-TAKEN Informatiebronnen 1. CONTEXT:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1480 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (12.10) (OR. fr) 15293/08 DEVGEN 210 ACP 219 RELEX 868 CDR 115 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 11 november 2008 nr. vorig doc.:

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2007 Nr. 218

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2007 Nr. 218 57 (2000) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2007 Nr. 218 A. TITEL Internationale Koffıeovereenkomst 2001; (met Bijlage) Londen, 28 september 2000 B. TEKST De Engelse en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 473 (R2069) Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 8 april 1979 te Wenen tot stand gekomen Statuut van de Organisatie van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 XVII Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2014 Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 34 550 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 366 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

IOB Evaluatie Nieuwsbrief # 16 04

IOB Evaluatie Nieuwsbrief # 16 04 IOB Evaluatie Nieuwsbrief # 16 04 Stoppen, en dan? Een evaluatie van de gevolgen van beëindiging van ontwikkelingssamenwerking rief # 16 04 Stoppen, en dan? IOB Evaluatie Nieuwsbrief # 16 04 Stoppen, en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 800 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL aan De minister van Buitenlandse Zaken Postbus 20018 De heer drs. S.A. Blok 2500 EA Den Haag Vaste commissie voor Europese Zaken M. Azmani, voorzitter Binnenhof le 2513

Nadere informatie

Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut

Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek De ondergetekenden: 1. Academisch Medisch Centrum Amsterdam... gevestigd aan... te..., vertegenwoordigd door... (hierna te noemen...) en 2...., gevestigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 929 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en

Nadere informatie

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar Directie Financiële Markten De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 26 februari 2008 FM 2008-00445 M Onderwerp ABN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 31 maart 2016 Betreft Vervolg Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie N VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 maart

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland

Nadere informatie

Datum onderteken ing

Datum onderteken ing Datum onderteken ing Datum inwerkingtreding Land Status Vindplaats 1. Albanië In werking 15-04-1994 01-09-1995 1994, 145 2. Algerije In werking 20-03-1997 01-08-2008 2007, 079 3. Argentinië In werking

Nadere informatie

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE: 1. DIVERSITEIT EN DIFFERENTIATIE VAN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Actoren van

Nadere informatie

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Armoede en ongelijkheid in de wereld Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Wat gaan we bestuderen? Wanneer en hoe zijn armoede en ongelijkheid op de agenda van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Datum 20 april 2012 Betreft Openbare consultatie 'Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in ondernemingsbesturen in de EU'

Datum 20 april 2012 Betreft Openbare consultatie 'Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in ondernemingsbesturen in de EU' a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties C2.ľ3b bö Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Ingekomen -6 DEC 2016 Provincie Nnnrd-Brabanţ 4120019 DIV.STAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 3 803 Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking Nr. 3 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aanvraagformulier IMVO vouchers

Aanvraagformulier IMVO vouchers Aanvraagformulier IMVO vouchers Versie 2017 Met dit aanvraagformulier kunt u een IMVO voucher aanvragen bij MVO Nederland. IMVO staat voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-04 Ontwikkelingsraad Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 5 Besluit van 17 december 2007, houdende wijziging van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de wijziging van de hoogte van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt:

De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt: Annex II: Definities van gebruikte begrippen Oktober 2009 De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt: - Aanvraag (ook: subsidie-aanvraag): Het geheel van in te dienen documenten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nr. 27 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 maart 2018 De vaste commissie

Nadere informatie

Notitie toetsingsprocedure Initiële aanvraag EQUAL

Notitie toetsingsprocedure Initiële aanvraag EQUAL Notitie toetsingsprocedure Initiële aanvraag EQUAL Het totale proces: algemeen Bij de beoordeling van de aanvraag door het Agentschap SZW worden twee toetsingsmomenten onderscheiden. initiële aanvraag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 287 Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Uitvoering Inkomensafhankelijke Regelingen Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 763 Toekomst van de krijgsmacht Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Leren van evaluaties. Bijeenkomst Onderwijsagenda 2015 Marike de Kloe Woord en Daad 23 april 2012

Leren van evaluaties. Bijeenkomst Onderwijsagenda 2015 Marike de Kloe Woord en Daad 23 april 2012 Leren van evaluaties Bijeenkomst Onderwijsagenda 2015 Marike de Kloe Woord en Daad 23 april 2012. 1 Presentatie 1. Korte samenvatting kern studies IOB over Basic Education 2. Proces: leren van IOB-evaluaties

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Directie en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co) Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co) Versie 28 oktober 2016 Human Resource Management Pagina 1 van 7 Inleiding In dit document is het beleid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 301 Lidmaatschap Veiligheidsraad Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 B 30 581 Verdrag tot wijziging van de op 16 oktober 1990 te Paramaribo totstandgekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

Nadere informatie

Erik van Engelen februari 2015 Cft /5 - Advies op basis van artikel 12 bij de vastgestelde begroting 2015

Erik van Engelen februari 2015 Cft /5 - Advies op basis van artikel 12 bij de vastgestelde begroting 2015 Aan De minister van Financiën van Sint Maarten College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten Adres kantoor Curaçao De Rouvilleweg 39 Willemstad, Curaçao Telefoon (+5999) 4619081 Telefax (+5999) 4619088

Nadere informatie

Sociale en politieke aspecten van een verdeelde wereld

Sociale en politieke aspecten van een verdeelde wereld Sociale politieke aspect van e verdeelde wereld Beleid Deze colleges: Inhoud (zie hiernaast) Acct: Beleid Icon Vier badering Functie Vier vrag Beleid Beleid Vier badering Functie Vier vrag Baderingswijz

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 32 156 Monumentenzorg 35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 605 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2012 Nr. 7 HERDRUK 1 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 263 Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2016 Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 april 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 december

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 446 (R1992) Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 8 april 1979 te Wenen tot stand gekomen Statuut van de Organisatie der Verenigde

Nadere informatie