Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Samenvoeging van de gemeenten Sittard en Geleen Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 23 mei 2000 Inhoudsopgave 1 Inleiding Rijksbeleid Provincie Limburg: beleid en herindelingsprocedure 8 2 Inhoud van het voorstel De samenvoeging Sittard-Geleen Grenscorrectie Born Opvatting van Sittard Opvatting Geleen Opvatting Born 19 3 Financiële aspecten 19 4 Inwerkingtreding en verkiezingen 20 KST45843 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 1

2 1. Inleiding Met deze nota reageer ik op het verslag van uw Kamer van 25 april 2000 met betrekking tot het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Sittard en Geleen (kamerstukken II, 1999/2000, ). Ik dank de leden van de verschillende fracties voor hun bijdragen. Uit praktische overwegingen is er voor gekozen om zoveel mogelijk vragen en opmerkingen met dezelfde strekking gecombineerd te beantwoorden. Daarbij is globaal de volgorde van het verslag van uw kamer aangehouden. Ik vertrouw erop dat de beantwoording zo volledig mogelijk aansluit op de door de fracties gestelde vragen. Voorzover er door sommige fractieleden aarzelingen zijn geuit over de inhoud van het wetsvoorstel hoop ik dat die door mijn beantwoording zijn weggenomen. De leden van de fracties van de PvdA en D66 hadden met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Met deze leden ben ik van mening, dat een spoedige behandeling en afhandeling van dit wetsvoorstel zeer gewenst is, zodanig, dat als datum van herindeling 1 januari 2001 zal kunnen gelden. Terecht constateerden de leden van de PvdA-fractie, dat aan dit wetsvoorstel het Beleidskader gemeentelijke herindeling (kamerstukken II, 1995/96, , nr. 111) ten grondslag ligt, waarin versterking van de positie van centrumgemeenten een belangrijk uitgangspunt was. Ook in het huidige herindelingsbeleid zoals vastgelegd in de Beleidsnotitie gemeentelijke herindeling van 27 november 1998 (kamerstukken II, , nr. 1) wordt, naast versterking van (te) kleine gemeenten en vrijwillige herindeling, expliciet aandacht gegeven aan versterking van centrumgemeenten. Hiermee mag duidelijk zijn dat het kabinet dit uitgangspunt nog ten volle hanteert. In antwoord op een vraag van dezelfde leden kan worden vastgesteld, dat de nieuw te vormen gemeente voldoende ruimte op eigen grondgebied heeft om de komende 25 jaar woningbouw, bedrijventerreinen en overige centrumfuncties te realiseren. Dit is ook in de memorie van toelichting aangegeven, naast de constatering dat op het voorstel vele kritische en inhoudelijk beargumenteerde opmerkingen zijn gemaakt. De uitkomsten van het onderzoek dat door een adviesbureau in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgevoerd, ondersteunen deze conclusie. Met de fusie ontstaat een gemeente van zo n inwoners. Binnen de Westelijke Mijnstreek en direkte omgeving moet een dergelijke gemeente Sittard/Geleen in staat worden geacht zich te ontwikkelen tot één centrumgemeente, zich als zodanig in een wijde omgeving te profileren en de functies te vervullen die specifiek in dat gebied van haar worden gevraagd. Bij dat laatste wordt met name gedacht aan de belangrijke trekkersrol op sociaaleconomisch gebied als industriegemeente met twee grote industriële complexen met vele duizenden arbeidsplaatsen. De leden van de fractie van het CDA hadden met gemengde gevoelens kennis genomen van het voorstel. Zij memoreerden bij het beoordelen van herindelingsvoorstellen de knelpuntenbenadering te hanteren, dat wil zeggen dat in beginsel herindeling voor deze leden acceptabel is indien sprake is van een evident ruimtelijk en/of bestuurlijk-juridisch knelpunt. Zij merkten op dat het accent in hun beoordelingskader anders wordt gelegd dan dat van de regering. Zoals bekend heeft het kabinet de uitgangspunten die gelden bij de beoordeling van herindelingsvoorstellen vastgelegd in de Beleidsnotitie gemeentelijke herindeling, waarnaar hiervoor reeds is gewezen. Het belangrijkste verschil tussen het zogenoemde knelpuntenbeleid waarvoor de leden van genoemde fracties kiezen en dat in 1986/1987 als zodanig is geformuleerd en de uitgangspunten van het huidige rijksbeleid is vooral gelegen in de toekomstgerichtheid ervan. Immers, het rijksbeleid is voorwaardenscheppend bedoeld en een middel om te komen tot gemeenten die in de toekomst over voldoende basis- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 2

3 kwaliteit kunnen beschikken. Het rijksbeleid is er dan ook op gericht knelpunten in het bestuurlijk functioneren van gemeenten te voorkomen, en waar zij zich voordoen op te lossen. Een belangrijk verschil tussen het voormalige knelpuntenbeleid zoals dat in 1986/1987 is geformuleerd en het huidige beleid, is voorts dat een bepaald inwonertal van gemeenten geen op zichzelf staand argument meer is voor opheffing van gemeenten, zoals indertijd het geval was. In het toenmalige beleid was immers als een bestuurlijk-juridisch knelpunt vastgelegd, dat gemeenten van minder dan à inwoners in hun bestuurlijke en ambtelijke mogelijkheden kwetsbaar zijn en dat daarom in beginsel vraagtekens werden geplaatst bij het zelfstandig voortbestaan van dergelijke gemeenten. Gelet op het feit dat de wenselijke schaalgrootte van gemeenten ook van andere factoren dan het inwonertal afhankelijk is, is het getalscriterium als dominant uitgangspunt losgelaten. Het huidige beleid is minder gericht op (incidentele) knelpunten en meer gebaseerd op algemeen bestuurlijkorganisatorische argumenten. Overigens is ook in het hiervoor genoemde Beleidskader gemeentelijke herindeling uit 1995 vastgelegd, dat de daarin opgenomen uitgangspunten een uitwerking waren van een eerder geconstateerde accentverschuiving in het herindelingsbeleid. De knelpuntencriteria van het in 1986/1987 geformuleerde beleid kunnen in voorkomende gevallen derhalve wel een rol spelen. Ik zou de verschillen in visie en benadering tussen het indertijd vastgelegde knelpuntenbeleid en het huidige herindelingsbeleid dan ook enigszins willen relativeren, of zoals de leden van de fractie van het CDA het aanmerkten het willen omschrijven als het leggen van een verschillend accent in beoordelingskader. Overigens, dit in reactie op een vraag van dezelfde leden en van de leden van de SGP, zullen intergemeentelijke samenwerking of andere vergelijkbare structuren zoals een bedrijfsregio of projectmatige samenwerking dikwijls gewenst blijven, ook indien gemeenten door middel van herindeling een zodanige schaal hebben dat zij geacht kunnen worden aan de eisen van basiskwaliteit te voldoen. Dit is in die situaties overigens ter beoordeling van de gemeenten zelf. Het kabinet beschouwt die mogelijkheden als hulpstructuren voor de behartiging van met name uitvoerende taken. Bij verdelende en sturende taken biedt samenwerking onvoldoende zekerheid dat die taken op adequate wijze worden vervuld. Met name bij tegengestelde belangen is het risico groot dat die samenwerking al snel improductief en kwetsbaar blijkt, omdat men te zeer afhankelijk is van de goede wil van (een van) de betrokken partijen. Hulpstructuren hebben een nuttige functie in aanvulling op de bestuurlijke hoofdstructuur. Maar wanneer gemeenten de hun toekomende taken niet langer effectief zelf kunnen vervullen en de verantwoordelijkheid verschuift naar hulpstructuren die een sturende positie ten opzichte van de gemeenten gaan innemen, vormt dit een uitholling van de bestuurlijke hoofdstructuur die het kabinet niet wenselijk vindt. Ook de provinciale regierol voor bepaalde bovenlokale of regionale beleidsvraagstukken blijft natuurlijk bestaan, zoals dat ook nu het geval is in de situatie waarbij in provincies zowel grote(re) als kleine(re) gemeenten bestaan. De CDA-fractieleden vroegen voorts naar de stand van zaken met betrekking tot de takendiscussie, aangezien zij de uitkomsten daarvan verbinden met de vraag naar de noodzaak tot gemeentelijke herindeling. Tevens vroegen de genoemde leden naar de regionale samenwerking in de regio nu en in de toekomst. In de Nota Inrichting en functioneren van het Binnenlands Bestuur van februari 1999 is een aantal tekortkomingen in de inrichting en het functioneren van het binnenlands bestuur onderkend en zijn aan de hand daarvan de contouren van een samenhangende aanpak geschetst. Een van de genoemde tekortkomingen betrof de onvoldoende erkenning en facilitering van de in de bestuurlijke praktijk bestaande behoefte aan flexibele en dynamische taakbehartiging en samenwerking. De bestuurlijke praktijk staat hierbij op gespannen voet met de verdeling van overheids- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 3

4 taken tussen de drie bestuurslagen én met het concept dat provincies en gemeenten uniform zijn. Als oplossingsrichting is onder meer gekozen voor meer flexibiliteit in taakbehartiging en voor samenwerkingsarrangementen-op-maat tussen overheden. Het spreekt voor zich dat een takendiscussie daarbij niet goed meer past. Het gaat erom dat gemeenten sterk genoeg zijn om in het dynamische krachtenveld van mede-overheden en maatschappelijke partners een duidelijke eigen verantwoordelijkheid te nemen en die ook waar te maken. In dezelfde Nota is het algemeen bestuurlijk profiel van de provincie geschetst: een duidelijke verantwoordelijkheid van de provincie ten aanzien van de bovengemeentelijke problematiek. Wat de intergemeentelijke samenwerking betreft kan worden gemeld dat er op dit moment in de Westelijke Mijnstreek vele vormen van intergemeentelijke samenwerking zijn. De belangrijkste taken zijn ondergebracht bij het streekgewest Westelijke Mijnstreek. Dit gewest is deels op uitvoerende en deels op meer beleidsmatige taken gericht. Voor zover bekend, zijn er op dit moment bij de aangesloten gemeenten geen uitgesproken voornemens de intergemeentelijke samenwerking in betekenende mate te intensiveren. Op de vraag van de CDA-fractieleden of de regering in extenso kan ingaan op het algemeen bestuurlijk profiel van de provincie, juist ook in het licht van de in aantocht zijnde wijziging van de WRO en het regeerakkoord op dit punt, kan ik nu nog niet antwoorden. Het kabinet heeft hier namelijk nog geen standpunt over ingenomen. Er is op 24 februari een discussienota aan de Tweede Kamer en anderen gestuurd waarin knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen worden vermeld. De discussie hierover moet eerst afgewacht worden. De leden van de fractie van GroenLinks hadden met gemengde gevoelens kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden gaven de door hen gehanteerde criteria voor herindeling aan. De leden van de fractie van de SGP en van de fracties van GPV en RPF hadden met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Eerstgenoemde leden hadden er behoefte aan het voorstel te kunnen beoordelen tegen de achtergrond van de bestuurlijke toekomst van de hele Westelijke Mijnstreek. Juist omdat niet alle gemeenten in deze regio betrokken zijn bij de voorbereiding van het voorstel en niet alle denkbare varianten zijn afgewogen, achtten zij een voldoende integrale afweging bemoeilijkt. Zij vroegen met name nader in te gaan op de nulvariant en de maximumvariant van samenvoeging van alle zeven gemeenten in het gebied. De leden van de fractie van GroenLinks stelden een vergelijkbare vraag. Zoals hiervoor reeds is aangegeven ligt het Beleidskader gemeentelijke herindeling uit 1995 ten grondslag aan dit wetsvoorstel, met als uitgangspunt versterking van de positie van centrumgemeenten. Aangezien het wetsvoorstel daaraan, alsmede aan het huidige kabinetsbeleid, voldoet, is een verdergaande of zelfs maximale variant van alle zeven regiogemeenten noch door de provincie in de procedure op grond van de Wet algemene regels herindeling, noch door het kabinet in ogenschouw genomen. Gelet op het uitgangspunt van versterking van de centrumgemeenten en de gegeven argumenten voor het voorstel is de nuloptie door de provincie en het kabinet evenmin een reële suggestie geacht. In antwoord op vragen en opmerkingen van de leden van GPV en RPF wordt opgemerkt, dat beide gemeenten, maar op onderdelen wisselend qua intentie, voor de Westelijke Mijnstreek een centrumfunctie op het gebied van werken, onderwijs, zorg, culturele-, sport- en winkelvoorzieningen vervullen. Deels zijn de gemeenten in dat opzicht complementair, deels is er sprake van een concurrentiepositie. Het risico van een te sterke onderlinge concurrentie, waardoor versnippering van voorzieningen ontstaat en voorzieningen die kwalitatief niet optimaal zijn worden verwezenlijkt, is reëel. Het kabinet is ervan overtuigd dat door aansturing Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 4

5 vanuit één lokaal bestuur er een betere afweging en besluitvorming kan plaatsvinden met betrekking tot de ontwikkeling van de centrumfunctie en -voorzieningen in Sittard-Geleen naar locatie, omvang en kwaliteit. 1.1 Rijksbeleid De leden van de fracties van PvdA, CDA, D66, GroenLinks en SGP plaatsten de nodige vraagtekens bij de schaal van dit wetsvoorstel, mede omdat in de memorie van toelichting is opgemerkt dat in een mogelijk toekomstige herindeling in de omgeving de positie van Sittard-Geleen, zoals die zich dan heeft ontwikkeld, uitdrukkelijk dient te worden meegenomen. De leden van de fractie van de SGP memoreerden tevens de opvatting van het kabinet dat splitsing van gemeenten in het algemeen niet als wenselijk wordt ervaren. Zoals hiervoor is opgemerkt vloeit dit voorstel voort uit het in 1995 vastgestelde kabinetsbeleid, dat indertijd onder de noemer C20-beleid bekend is geworden. Dit beleid hield in, dat geïnventariseerd diende te worden of voor een aantal centrumgemeenten, gelegen buiten de Kaderwetgebieden, versterking door middel van gemeentelijke herindeling wenselijk zou zijn. Dit is tevens een reden, zo meld ik de leden van de fractie van de SGP, dat in de memorie van toelichting geen specifieke knelpunten zijn opgenomen. In de implementatie van het C20-beleid hebben de provinciebesturen in overleg met de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. Van de Vondervoort, een belangrijke initiërende rol op zich genomen. Daarbij was afgesproken, dat de provincies zich verplichtten eraan mee te werken dat de besluitvorming over mogelijke herindeling van C20-gemeenten in die kabinetsperiode kon worden afgerond. Daartoe hadden de provincies tevens toegezegd dat zij, ingeval een arhi-procedure in gang zou worden gezet, uiterlijk in februari 1997 voor die situaties een door provinciale staten vastgestelde ontwerp-regeling zouden aanleveren. De uitgangspunten van het C20-beleid, zo antwoord ik de leden van de fractie van GroenLinks, vormen ook de reden dat in dit kader relatief beperkte voorstellen rond alleen die centrumsteden zijn ingediend en bijvoorbeeld voor het onderhavige geval niet het perspectief van Zuid- Limburg als regio in zijn geheel expliciet aan de orde is gesteld. Bij brieven van 24 januari 1996, 26 augustus 1996 en 18 december 1996 (kamerstukken II, 1995/96, , respectievelijk nrs. 127, 157 en 162) bent u over de stand van zaken omtrent dit beleid geïnformeerd. Uit die brieven kan worden geconcludeerd, dat met betrekking tot de in de provincie Limburg gelegen C20-gemeenten het provinciebestuur en de toenmalige staatssecretaris niet van stonde af aan gelijkluidende opvattingen hadden onder andere over de hierbij te betrekken gemeenten. Zoals uit de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel blijkt, zijn op verzoek van de voormalige staatssecretaris, naast de reeds door de provincie betrokken gemeenten Sittard, Geleen, Born en Susteren, ook de gemeenten Stein en Beek in het overleg op grond van de Wet arhi betrokken. Provinciale staten hebben in het najaar van 1997 de ontwerpregeling voor Sittard-Geleen vastgesteld. Met name omdat de meningen van betrokkenen omtrent de wenselijkheid van het provinciale voorstel sterk uiteenliepen, heeft de voormalige staatssecretaris een onderzoeksopdracht verleend aan Kolpron Consultants om een geobjectiveerde beoordeling over het voorstel te verkrijgen. Deze rapportage, gedateerd 14 augustus 1998 en derhalve aangeboden aan mijn ambtsvoorganger, gaf geen aanleiding om een van het provinciale advies afwijkend voorstel te doen. Vervolgens wenste mijn ambtsvoorganger eerst de Beleidsnotitie gemeentelijke herindeling uit te brengen, alvorens mede daarop gebaseerde wetsvoorstellen in te dienen. Tevens heeft hij eind 1998 nog een werkbezoek aan het gebied gebracht en daarna met alle betrokkenen overleg gevoerd. In reactie op een verzoek van de CDA-fractieleden om een terugblik op het werkbezoek kan ik melden dat het werkbezoek in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 5

6 Westelijke mijnstreek heeft geleid tot een aantal constructieve overleggen waarbij gemeenten en ook de provincie alle ruimte is geboden om de eigen standpunten inzake het herindelingsvoorstel van de provincie toe te lichten. De hier geschetste procedure geeft de grote zorgvuldigheid weer die bij de totstandkoming van het wetsvoorstel is gehanteerd, maar is tevens een verklaring voor de, zoals hiervoor gememoreerd, zeer lange behandelperiode ervan. Bij de uiteindelijke afweging van alle relevante argumenten en omstandigheden die bij de opstelling van dit wetsvoorstel speelden, heeft het kabinet er voor gekozen het provinciale advies te volgen. Zoals in de inleiding op een vraag van de leden van de fractie van de PvdA is vastgesteld, heeft de nieuw te vormen gemeente voldoende ruimte op eigen grondgebied om de komende 25 jaar woningbouw, bedrijventerreinen en overige centrumfuncties te realiseren. De uitkomsten van het in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerde onderzoek ondersteunen deze conclusie. In reactie op opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie over feitelijke onjuistheden in het Kolpronrapport kan ik slechts melden dat het rapport naar mijn mening een zeer gedegen beschrijving geeft van de verschillende standpunten van de betrokken gemeenten inzake de provinciale herindelingsplannen. Tevens biedt het rapport een goede ruimtelijke analyse van de Westelijke Mijnstreek en een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief tot Na lezing van het rapport heeft de gemeente Sittard schriftelijk gewezen op een drietal feitelijke onjuistheden. Allereerst zou het nieuwe gemeentebestuur van Sittard zich nooit hebben uitgesproken over een verzwakking van de claim op de kern Susteren-Nieuwstadt, Holtum-noord en de Barge-terminal, zoals in het rapport gesuggereerd wordt. Ten tweede maakte de gemeente Sittard in de bedoelde brief duidelijk dat het gemeentebestuur nooit de stelling van de provincie heeft onderschreven dat de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingspotenties van Born gering zouden zijn. De derde correctie die door de gemeente is aangebracht betreft de opmerking dat de positionering van de kern Nieuwstadt door de gemeente Sittard steeds is beschouwd als «historische weeffout» in plaats van een «herindelingsweeffout». De door de gemeente Sittard gemaakte opmerkingen zijn niet van dien aard dat zij mijn oordeel over de waarde van het Kolpron-rapport in negatieve zin beïnvloed zouden hebben. Zij doen mijns inziens niets af aan de conclusies die door het kabinet aan het genoemde rapport zijn verbonden. Met de fusie ontstaat een gemeente van zo n inwoners. Binnen de Westelijke Mijnstreek en directe omgeving moet een dergelijke gemeente Sittard-Geleen in staat worden geacht zich te ontwikkelen tot één centrumgemeente, zich als zodanig in een wijde omgeving te profileren en de functies te vervullen die specifiek in dat gebied van haar worden gevraagd. Bij dat laatste wordt met name gedacht aan de belangrijke trekkersrol op sociaal-economisch gebied als industriegemeente met twee grote industriële complexen met vele duizenden arbeidsplaatsen. Bovendien was voor het kabinet een belangrijk uitgangspunt, dat in het regeerakkoord is vastgesteld, dat herindelingsvoorstellen waarmee een aanvang is gemaakt verder in procedure worden gebracht en in principe worden uitgevoerd conform de provinciale voorstellen. Dit uitgangspunt betekent vanzelfsprekend niet, dat op grond van valide argumenten niet zou kunnen worden afgeweken van provinciale adviezen. Gelet alleen al op de uiteindelijke grondwettelijke verantwoordelijkheid van de wetgever op dit terrein dient een grondige toetsing van voorstellen altijd plaats te vinden. Het kabinet heeft evenwel onvoldoende zwaarwegende argumenten gevonden die naar zijn mening een relevante afwijking van het provinciale voorstel zouden rechtvaardigen. Bij die afweging heeft met name de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 6

7 positie van Born een rol gespeeld en de vraag of een zelfstandig voortbestaan van Born is te rechtvaardigen, of dat een geheel samengaan met Sittard-Geleen met het oog op de toekomstige ontwikkelingen in het gebied een duidelijk betere bestuurlijke optie zou zijn. De uiteindelijke keus van het kabinet is geweest dat de gemeente Born alleen een deel van het grondgebied, namelijk het Nedcarterrein en een gedeelte van het toekomstig bovenlokaal bedrijventerrein, aan de nieuwe centrumgemeente Sittard-Geleen afstaat en voor het overige deel zelfstandig kan blijven voortbestaan. De opmerking in de memorie van toelichting, dat bij een mogelijk toekomstige herindeling in de omgeving de positie van de nieuwe gemeente Sittard-Geleen, zoals die zich dan heeft ontwikkeld, uitdrukkelijk dient te worden meegenomen, ziet op de mogelijkheid dat nadat deze herindeling is afgerond omliggende gemeenten op eigen initiatief of op initiatief van de provincie op afzienbare termijn alsnog in een herindelingsprocedure betrokken raken. Het uitgangspunt, dat herindelingen in principe voor een periode van zo n 25 jaar dienen te voldoen, mag er niet toe leiden dat bij dergelijke procedures en voorstellen geen relatie zou worden gelegd of belangenafweging zou plaatsvinden met de nieuwe gemeente Sittard-Geleen. Mogelijk was de onderhavige opmerking in de memorie van toelichting voor de leden van diverse fracties zodanig voor de hand liggend, dat dit juist tot vragen leidde. Het kabinet achtte het echter gewenst hierover op voorhand een duidelijk signaal af te geven, hetgeen niet ongepast, onverantwoordelijk of ongehoord kan worden genoemd, zoals de leden van de fracties van respectievelijk CDA en GroenLinks het duidden. Evenmin kan, zoals de leden van de laatstgenoemde fractie deden, a contrario worden geredeneerd dat met deze opmerking wordt aangetoond dat de nieuw te vormen gemeente Sittard- Geleen niet voor de komende lange periode in staat kan worden geacht haar taken en functie waar te maken. Hiervoor is dat immers inhoudelijk nogmaals onderbouwd. In antwoord op vragen van de leden van de fractie van D66 merk ik op, dat gedeputeerde staten van Limburg in juli 1999 de discussienota Gewicht en Gewogen hebben uitgebracht. Deze nota vormt de aanzet voor de uitwerking en actualisering van het provinciaal beleid met betrekking tot de bestuurlijke organisatie in de provincie. In punt 1.2 van deze nota ga ik, mede op grond van vragen van voornoemde leden, nader op de provinciale ontwikkelingen in. Met de leden van GroenLinks ben ik het eens, dat het stedelijk gebied van de Westelijke Mijnstreek groter is dan alleen het gebied van Sittard en Geleen. Uitgangspunt van het C20-beleid was echter te bezien of de positie van centrumsteden diende te worden versterkt en niet of als stedelijk gebied aan te duiden (delen van) gemeenten door middel van herindeling dienden te worden samengevoegd. Aangezien de versterking van de centrumsteden Sittard en Geleen door middel van dit voorstel naar het oordeel van het kabinet voldoende plaatsvindt, zijn andere gemeenten als Stein of Beek uiteindelijk buiten deze herindeling gelaten. Wel wijs ik de leden van de genoemde fractie er nog eens op, dat op verzoek van de voormalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken de gemeenten Stein en Beek wel in de procedure op grond van de Wet arhi betrokken zijn geweest, juist ook om redenen van de relatieve verwevenheid binnen het gebied, zo meld ik tevens in reactie op een vraag van de leden van het CDA. In reactie op het oordeel van de leden van de D66-fractie alsmede op vragen van de leden van de de SGP-fractie omtrent de DSM-problematiek merk ik op dat het DSM complex inclusief de uitbreiding op Graetheide ruimtelijk binnen één gemeente ligt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 7

8 Bijzondere veiligheidsvraagstukken in het betreffende gebied, die vanzelfsprekend deel grensoverschrijdend zijn, worden in goed overleg en samenspraak tussen de aangrenzende gemeenten en verschillende regionale hulpdiensten opgepakt. De nieuwe gemeente Sittard-Geleen heeft in dat opzicht een coördinerende en regisserende taak. Ook de provincie is op bepaalde terreinen bevoegd gezag. De coördinatie van de veiligheidsen milieuvraagstukken vindt plaats op adequate wijze via een stuurgroep waarin de betrokken gemeenten, regionale hulpdiensten en provincie zitting hebben. 1.2 Provincie Limburg: beleid en herindelingsprocedure Eén van de redenen waarom het kabinet uiteindelijk heeft gekozen voor de provinciale herindelingsvariant, waarin de gemeente Born niet in zijn geheel bij de centrumgemeente Sittard-Geleen wordt gevoegd, is gelegen in het feit dat de genoemde gemeente binnen afzienbare termijn voornamelijk beheersmatige taken zal uitvoeren. De leden van de fracties van de PvdA alsmede van D66 vroegen in dit kader of de regering nog eens nader zou kunnen ingaan op de betekenis van de genoemde taken. Ook de leden van de SGP-fractie maakten hierover hun mening kenbaar. Zij betwijfelden de juistheid van de stelling dat Born een beheergemeente is. Tevens vroegen zij of het beheer alleen niet voldoende is om het terrein Holtum- Noord en de Barge Terminal aan Sittard-Geleen toe te voegen. Er bestaan nog wel enige ontwikkelingsmogelijkheden, maar deze zullen in de toekomst beperkt zijn en dientengevolge zullen beheerstaken domineren. De genoemde ontwikkelingen zullen zich naar verwachting voornamelijk concentreren op het bewerkstelligen van een effectieve infrastructurele ontsluiting van het gebied. Wel bestaan er nog ontwikkelingsmogelijkheden ten aanzien van het bedrijventerrein Holtum-Noord. Zo zijn er plannen voor de uitbouw van een logistiek knooppunt met bijbehorende railontsluiting en een adequate aansluiting op de A2. Tevens speelt de modernisering van de Maasroute en de aanleg en ontsluiting van het industriepark Swentibold. Het is niet noodzakelijk beide terreinen in hun geheel toe te voegen aan de gemeente Sittard-Geleen. Dit temeer omdat daardoor naar het oordeel van het kabinet de positie van Born wel bijzonder wordt verzwakt. De ontwikkelingen rond Holtum-Noord zullen op korte termijn worden afgerond waarna met name het beheer van het genoemde gebied resteert. Men denke daarbij lokaal verzorgende taken zoals zorg voor veiligheid, leefbaarheid en een geordende woonomgeving. De ruimtelijke verwevenheid in het gebied maakt het vanzelfsprekend noodzakelijk dat de nieuwe gemeente Sittard-Geleen betrokken blijft bij de nog resterende ontwikkeling van Holtum-Noord en de Barge en Rail Terminal. Het kabinet heeft de indruk dat daarmee voldoende rekening zal worden gehouden. In reactie op vragen van de leden van de PvdA-fractie merk ik op dat er in het naburige Beek nog ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Zeker nu de uitbreiding van de luchthaven Beek niet doorgaat, ontwikkelt zich hier een groot potentieel aan bedrijfsterreinen. Dit terrein is evenwel ook bestemd voor vestiging vanuit zowel Maastricht als Heerlen. De provincie heeft voor de ontwikkeling van dit gebied een bovenregionale aanpak voorgesteld, waarbij zij ook zelf de nodige inbreng levert. In dat kader stelden de leden van de fracties van PvdA, CDA en D66 enkele vragen over de wenselijkheid van een regisserende rol van de provincie bij de ontwikkeling van het bovenregionaal bedrijventerrein bij Beek. Waarom krijgen de bedrijfsterreinen in het naburige Beek het predikaat «bovenregionaal», zo vroegen de leden van de CDA-fractie. In het verlengde daarvan vroegen dezelfde leden wat in deze benadering de criteria zijn voor dit predikaat en waarom dat niet geldt voor andere lokaties. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 8

9 Het bedrijventerrein bij de luchthaven is voor het grootste deel bestemd voor luchthavengebonden en daaraan gelieerde activiteiten. In dat opzicht vervult het terrein een functie voor vrijwel de gehele provincie. Een ander deel is bestemd voor bedrijvigheid vanuit onder meer Maastricht en de Westelijke Mijnstreek. Het terrein bevindt zich nu in de ontwikkelingssfase. Gelet op het voorgestane concentratiebeleid, de bovenregionale functie, de financiering door en de betrokkenheid van meerdere partners heeft de provincie in de ontwikkelingsfase het voortouw genomen. De uitbreiding van Holtum-Noord is reeds in het uitvoerende stadium beland. De provincie is bij de ontwikkeling betrokken geweest maar laat nu de uitvoering en het beheer aan anderen over. De uitbreiding van Holtum-Noord is functioneel en qua afstemming en segmentering ook minder complex omdat het grotendeels gaat om uitbreiding van de bestaande barge-terminal. Een vergelijkbare aanpak met de provincie als trekker met name in de ontwikkelingsfase is door de provincie voorzien voor het bedrijventerrein Midden-Limburg (Ei van St. Joost in de gemeente Echt). Dit terrein is de tweede concentratie van bedrijvigheid op de as Echt-Luik. Dat terrein heeft een bovenregionale functie voor met name Roermond en Weert en een overloopfunctie voor de Westelijke Mijnstreek. Het is het laatste grootschalige bedrijventerrein in Limburg, met een functie voor meerdere centrumgemeenten en met mogelijkheden voor de langere termijn. Het is de opvatting van het kabinet dat een streekplanherziening het geëigende kader vormt voor de bedrijventerreinenproblematiek. De rol van de provincie is daarbij eerder plannend dan regisserend. Een dergelijke benadering past mijns inziens ook in de visie zoals deze is neergelegd in de notitie «Inrichting en Functionering Binnenlands Bestuur». Naar aanleiding van de door de provincie uitgebrachte knelpuntennotitie is men de officiële procedure ingevolge de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) begonnen. Op verzoek van de toenmalige staatssecretaris mw. A.G.M. van de Vondervoort hebben gedeputeerde staten naast Sittard, Geleen, Born en Susteren ook nog de gemeenten Stein en Beek uitgenodigd. De leden van de CDA-fractie en de D66-fractie stelden in het bijzonder vragen over dit verzoek van voormalig staatssecretaris Van de Vondervoort. De staatssecretaris was destijds de mening toegedaan en ik ben het daarmee van harte eens dat door Beek en Stein uit te sluiten van de procedure de provincie vooruit zou lopen op een beslismoment dat pas op een later ogenblik in de procedure zou moeten plaatsvinden. De leden van de CDA-fractie vroegen naar de aard van de knelpunten die in het kader van het Kolpron-rapport in de memorie van toelichting worden genoemd. Ook vroegen zij hoe het voorliggende wetsvoorstel in de oplossing van de desbetreffende knelpunten voorziet. De in de memorie van toelichting genoemde knelpunten verwijzen naar de analyse van de knelpunten van de gemeenten Sittard en Geleen zoals deze door de provincie in het rapport «knelpunten van centrumgemeenten nader geanalyseerd» is gemaakt. Het gaat hier primair om ruimtelijke knelpunten (oplossingsruimtes voor woningbouw, bedrijventerreinen en stedelijke recreatie en groen) en knelpunten met betrekking tot centrale sturing en draagvlak in het gebied van de Westelijke mijnstreek. Het Kolpron-rapport heeft de knelpunten, zoals door de provincie beschreven, op een aantal punten aangescherpt, genuanceerd en nader uitgediept. De vraag in hoeverre het voorliggende wetsontwerp voorziet in een oplossing van de betreffende knelpunten heb ik in het voorgaande, naar ik hoop, afdoende beantwoord. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 9

10 De leden van de PvdA-fractie stelden in het kader van het Kolpron-rapport vragen over de opmerking van de regering dat het genoemde rapport nadrukkelijk geen uitspraken doet over aspecten zoals bestuurskracht. Wat is dan de betekenis, zo vroegen de leden, van de opmerking in het rapport dat de zelfstandigheid van de gemeente Born op het spel staat, als de twee bedrijfsterreinen en de terminal wegvallen. In het Kolpron-rapport wordt in de samenvatting aangegeven dat het vanuit ruimtelijke, organisatorische en financiële overwegingen logisch is om geheel Nedcar inclusief uitbreiding aan de centrumstad Sittard-Geleen toe te voegen. Op basis van dezelfde argumenten zou tot een gelijke conclusie gekomen kunnen worden voor Holtum-Noord en de railterminal, ware het niet dat de ruimtelijke potenties van Holtum-Noord na uitbreiding tamelijk gering lijken. Op basis van deze constatering concludeert Kopron dat de versterkende bijdrage, als gevolg van een overgang van dit terrein naar Sittard-Geleen, beperkt is. Anderzijds zijn de gevolgen voor Born als gevolg van een dergelijke overgang volgens Kolpron prangender. Naar de mening van het kabinet is het begrijpelijk dat Kolpron vragen opwerpt met betrekking tot de zelfstandigheid van het resterende deel van Born. Het zijn echter primair ruimtelijke, organisatorische en financiële overwegingen die daaraan te grondslag liggen. De leden van de fracties van het CDA en D66 vroegen om een oordeel over het door de provincie in gang gezette initiatief om een set uitgangspunten te doen ontwikkelen om daarmee het soortelijk gewicht van gemeenten te bepalen. De leden van de D66-fractie vroegen in het verlengde daarvan in het bijzonder naar de relatie tussen de discussienota «Gewicht en Gewogen» en het Kolpron-rapport. Tot slot vroegen de D66-leden of het voorliggende wetsvoorstel naar aanleiding van de genoemde discussienota niet nog een keer tegen het licht gehouden had moeten worden. Zonder concreet een oordeel te geven over de door de provincie geformuleerde ijkpunten sta ik in beginsel positief tegenover de initiatieven die er in Limburg worden genomen. Ik acht het een goede zaak dat provincies samen met gemeenten nadenken over het wenselijk minimumniveau van de gemeentelijke basiskwaliteit. In dat licht waardeer ik ook de initiatieven naar aanleiding van de discussienota «Gewicht en Gewogen» van de provincie. Mijns inziens moet de genoemde discussienota echter wel los van het Kolpron-rapport worden bezien. Het Kolpronadvies van juni 1998 was bedoeld om een zo objectief mogelijk oordeel te verkrijgen over de destijds voorliggende provinciale ontwerpregeling Sittard-Geleen. De discussienota «Gewicht en Gewogen» is op eigen initiatief van de provincie Limburg uitgebracht en staat aan het begin van een bredere bezinning over de bestuurlijke organisatie in de provincie Limburg. Er is door de provincie bewust gekozen om de provinciale herindelingsregelingen Venlo-Tegelen, Horst aan de Maas en Sittard-Geleen buiten de discussie over het toekomstige beleid te houden. Dit zou naar het oordeel van de provincie leiden tot onacceptabele vertraging van het herindelingsproces. Dezelfde motieven, tezamen met de prille status van de discussie over bestuurlijke organisatie in Limburg, hebben ertoe geleid dat ik het standpunt van de provincie in deze gevolgd heb. Hiermee meen ik de vraag van de leden van de SGP-fractie naar de afweging van de door de provincie opgestelde indicatoren voor het soortelijk gewicht van gemeenten ook beantwoord te hebben; deze afweging heeft namelijk niet als zodanig plaats gevonden. De leden van de fractie van D66 wilden weten welke opvatting ik bestuurlijk gezien heb over de toekomstige ontwikkeling van dit gebied. Verdient het aanbeveling dat de provincie niet alleen de witte vlekken, maar in feite geheel Zuid-Limburg aan een nadere beschouwing onderwerpt? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 10

11 Ten tijde van het vorige kabinet is met het provinciebestuur van Limburg de afspraak gemaakt dat de provincie na aanpassing van het streekplan dat de periode na 2005 behelst zal bezien of op grond daarvan een aanpassing van de bestuurlijke organisatie wenselijk is. Deze procedure is ingebracht in het zogenoemde POL-traject (Provinciaal Omgevingsplan Limburg) waarbij het provinciebestuur op geïntegreerde wijze de discussie structureert met betrekking tot een groot aantal wettelijk voorgeschreven beleidsplannen (zoals streekplan, milieubeleidsplan, waterhuishoudingsplan, mobliliteitsplan en grondstoffenplan). Daarnaast is de provincie bezig met het ontwikkelen van een kwaliteitstoets op basis van de nota «Gewicht en gewogen». Momenteel is nog niet duidelijk of en zo ja in hoeverre dit zal resulteren in een integrale aanpak en visie op de toekomst van de bestuurlijke indeling van geheel Zuid-Limburg. 2. Inhoud van het voorstel De leden van de fracties van het CDA en GroenLinks stelden enkele vragen over het door de regering gevoerde Grotestedenbeleid (GSB). De genoemde leden suggereerden dat het al dan niet in aanmerking komen voor deelname aan het GSB een rol heeft gespeeld bij de vorming van het onderhavige wetsvoorstel. In antwoord op deze vragen meld ik dat de criteria voor deelname aan het GSB gebaseerd zijn op inhoudelijke problemen (cumulatie van problemen). Het aantal inwoners van de nieuwe gemeente Sittard-Geleen is daarom op zich geen argument om de gemeente in aanmerking te laten komen voor deelname aan het GSB. Met betrekking tot de vraag of steden in aanmerking komen om deel te nemen aan het GSB wordt de volgende beleidslijn gehanteerd: uitgangspunt is de tekst uit het regeerakkoord Bij de opstelling van het regeerakkoord is gekozen voor handhaving van de G25 als eerste doelgroep van het GSB, met dien verstande dat onder nader te stellen condities op deelterreinen of voor specifieke probleemwijken ook andere steden met een vergelijkbare (deel)problematiek gebruik zullen kunnen maken van instrumenten van het GSB. Op grond hiervan zijn vijf steden geselecteerd die voor deze positie in aanmerking komen (Alkmaar, Amersfoort, Emmen, Lelystad en Zaanstad). Na de aanwijzing van deze vijf «partiële GSB-steden» zijn deze op uitdrukkelijke wens van de Tweede Kamer ook aangewezen als rechtstreekse ISV-gemeente. Juist in relatie tot de eerder genoemde regeerakkoordafspraken leiden deze twee beslissingen tot aparte posities voor de betreffende steden en worden deze ook als zodanig gepresenteerd. In het voorjaar van 2002 is een evaluatie voorzien waarbij ook de vraag aan de orde zal zijn of er aanleiding is verandering te brengen in de doelgroep van het GSB. De leden van de fracties van het CDA, GroenLinks en de SGP constateerden dat voor het voorliggende voorstel weinig draagvlak onder de betrokken gemeenten bestaat. In het proces van belangenafweging en het beoordelen van diverse herindelingsvarianten is vanzelfsprekend stilgestaan bij de opvattingen van zowel de gemeente Sittard als de gemeente Geleen. Bekend is dat beide gemeenten graag hadden gezien dat de herindeling een grotere omvang had gehad. Deze opties zijn door het kabinet ook gewogen maar uiteindelijk is op grond van de argumentatie, zoals is neergelegd in de memorie van toelichting, aangesloten bij het provinciale voorstel. Het is duidelijk dat voorstellen tot gemeentelijke herindeling niet altijd op steun van alle betrokkenen mogen rekenen. Herindelingswetten komen evenwel tot stand na een zeer uitvoerige, bij wet vastgelegde procedure. De Wet algemene regels herindeling voorziet immers in procedurele waarborgen, termijnen, openbaarheid en diverse inspraakmogelijkheden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 11

12 Indien voorstellen op brede steun kunnen rekenen worden daarvan in het algemeen overigens slechts weinig signalen ontvangen. Met betrekking tot gemeentelijke herindeling meen ik ook dat het democratisch proces ten volle tot uitdrukking komt in de behandeling van wetsvoorstellen terzake in Tweede en Eerste Kamer. Dat neemt niet weg dat over de te maken keuzen immer verschil van mening kan blijven bestaan. Ik acht het verstandig indien gemeenten in het traject van een herindeling er alles aan doen om de verhoudingen goed te houden. Onderlinge tegenstellingen mogen zeker met elkaar besproken worden, waarbij het proces overigens bij een zakelijke aanpak gediend is. Ook in de Wet arhi ligt de opdracht besloten, dat gemeenten de noodzakelijke voorzieningen treffen met het oog op de gewijzigde indeling. De leden van de fracties van het GPV en de RPF vroegen de regering om verdere informatie over de vervulling van de centrumfunctie van Sittard en Geleen in de praktijk. Blijkt dan ook van bezwaren tegen de huidige situatie, zo vroegen de genoemde leden. Beide gemeenten vervullen voor de Westelijke Mijnstreek de centrumfunctie op het gebied van werken, onderwijs, zorg, culturele-, sport- en winkelvoorzieningen. Deels zijn deze gemeenten in dat opzicht complementair, deels is er sprake van een concurrentiepositie. Het gevaar van een te grote onderlinge concurrentie, van een versnippering van voorzieningen en dus van het ontstaan van voorzieningen die kwalitatief niet optimaal zijn is reëel. Verwacht mag worden dat door aansturing vanuit één lokaal bestuur er een betere afweging en besluitvorming kan plaatsvinden met betrekking tot de ontwikkeling van de centrumfunctie en voorzieningen in Sittard/Geleen naar locatie, omvang en kwaliteit. De leden van de fracties van het CDA en GPV/RPF hadden behoefte aan nadere informatie over het voornemen van de provincie ten aanzien van de afronding van Holtum-Noord. De uitbreiding van Holtum-Noord zal binnen afzienbare tijd gerealiseerd worden, waarna verder geen uitbreidingsplannen meer worden verwacht. Het bestemmingsplan van Holtum-Noord heeft alle procedures doorlopen. Momenteel vindt de uitwerking plaats van een PPS-constructie voor de exploitatie van het terrein. De toekomstige exploitatie en het beheer zullen in handen komen van een ontwikkelingsmaatschappij waarin LIOF (N.V. Industriebank Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering) en een private partij participeren. 2.1 De samenvoeging Sittard-Geleen Is het zo, zo vroegen de leden van de PvdA-fractie, dat de regering na lang wikken en wegen in feite geen of nauwelijks argumenten heeft kunnen vinden die bijvoorbeeld de opmerkingen van de gemeente Sittard in voldoende mate kunnen ontkrachten? Anders geformuleerd: Hebben andere argumenten (bijvoorbeeld het regeerakkoord waar staat dat herindelingsvoorstellen in principe worden uitgevoerd conform de provinciale voorstellen) de doorslag gegeven om het provinciale advies te volgen? Zoals in de memorie van toelichting reeds is aangegeven is de afweging voor dit voorstel een ingewikkelde geweest. Op grond van ontvangen reacties en commentaar zijn verschillende alternatieven aan de orde gesteld die mogelijk tot andere uitkomsten van het voorstel hadden kunnen leiden. In de memorie van toelichting is reeds aangegeven dat die alternatieven vaak ook denkbare en verdedigbare opties vertegenwoordigden. Om de in de memorie van toelichting opgenomen argumenten heeft het kabinet uiteindelijk het provinciale voorstel overgenomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 12

13 De leden van de VVD-fractie vroegen in hoeverre door de regering een afweging is gemaakt om alle industriegebieden rondom de beoogde gemeente Sittard-Geleen onder één gemeentelijke regie te brengen. Zij vroegen voorts in hoeverre de infrastructurele ontsluitingsproblematiek van het DSM-terrein bij de grens met de gemeente Beek door de beoogde samenvoeging wordt opgelost. De door de leden van de VVD-fractie bedoelde afweging is zeker ter sprake geweest. In de memorie van toelichting wordt zowel voor de bedrijventerreinen ten noorden van Sittard-Geleen, waaronder Holtum- Noord, als de bedrijventerreinen ten zuidwesten van Sittard-Geleen aangegeven waarom zij niet aan deze gemeente zijn toegevoegd. Op de situatie met betrekking tot Holtum-Noord ben ik hiervoor in relatie tot het Kolpron-rapport reeds ingegaan. De infrastructurele ontsluiting van DSM bij de grens met de gemeente Beek staat los van de hier aan de orde zijnde samenvoeging. Op dit moment zijn alle betrokken partijen het eens over de ontsluiting. De aansluitende wegen behoren tot de gemeente Geleen. De leden van de CDA-fractie vroegen naar de relatie tussen DSM en Nedcar nu deze grote bedrijven in de ogen van de genoemde leden min of meer als argument voor samenvoeging van Sittard en Geleen worden gebruikt. Tevens merkten deze leden op dat zij zich ook een benadering kunnen voorstellen waarbij de ene gemeente zich juist richt op een optimale facilitering van de ene industrietak en de andere gemeente op de andere tak. De overweging om Sittard en Geleen samen te voegen is niet gebaseerd op een functionele relatie tussen NedCar en DSM. Het gaat er om dat een gemeente specifieke deskundigheid in huis dient te hebben om als gesprekspartner te kunnen dienen van twee zulke grote industriële ondernemingen, adequaat diensten moet kunnen verlenen op het terrein van ruimtelijke ontwikkeling, arbeidsmarkt, milieu etc. Bundeling van deskundigheid en draagvlakvergroting voor het aantrekken van deskundigheid wordt door het kabinet als meer efficiënt gezien dan het opbouwen en instandhouden van separate deskundigheid. In het verlengde van de voorgaande vragen vroegen de leden van de CDA-fractie naar de specifieke ruimtelijke en economische knelpunten van Sittard respectievelijk Geleen, die opgelost worden via de herindeling. De genoemde leden wensten in het bijzonder een nadere onderbouwing in het kader van de functies wonen, werken en recreatie. Ook de leden van de SGP-fractie stelden vragen van deze aard. Voorts vroegen de SGP-fractieleden de regering nog eens helder te beargumenteren wat de gemeente Geleen qua ruimte voor woningbouw zou kunnen bieden aan de gemeente Sittard. Het kabinet is van mening dat door deze samenvoeging de ruimtelijkeconomische knelpunten ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen kunnen worden opgelost. De ontwikkelingen in dat gebied vragen om centrale, eenduidige aansturing vanuit één hand en het voorkomen van ongewenste concurrentie tussen de twee centrumgemeenten. Ten aanzien van toerisme/recreatie heeft de westelijke mijnstreek overigens een beperkte functie. Alleen de stedelijke uitloop en de opvang van overnachtingen uit het heuvelland spelen een rol. Ten aanzien van bedrijvigheid is het beleid er op gericht een segmentering door te voeren waarbij onderscheid wordt gemaakt in aan de stad gekoppelde bedrijvigheid en bedrijvigheid voor een grotere deelregio waarbij multimodaliteit en «vrije» milieuhygiënische ruimte van belang zijn. Voor aan de stad gekoppelde bedrijvigheid heeft Geleen alleen onvoldoende mogelijkheden. Parkstad Fortuna in Sittard is mede bedoeld voor de opvang vanuit Geleen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 13

14 Voorts vroegen de leden van de CDA-fractie de regering of na de herindeling de voorzieningen in Sittard en Geleen in stand blijven en/of worden versterkt. Op welke wijze wordt de binnengemeentelijke decentralisatie vorm gegeven en hoe wordt de relatie gemeente-burger laagdrempelig en toegankelijk gehouden? Wat betreft de voorzieningen is het allereerst de gemeenteraad die daarover beslist. Of ze in stand blijven of versterkt worden is primair afhankelijk van wat de raad noodzakelijk acht in de gemeente die hij voor ogen heeft. Datzelfde geldt overigens ook voor de binnengemeentelijke decentralisatie. Zoals u weet hecht ik groot belang aan binnengemeentelijke decentralisatie en deconcentratie waarop eerder in deze nota uitgebreid is ingegaan. Het behoort echter vanzelfsprekend tot de bevoegdheid van de nieuwe gemeenten om een uitwerking aan de rol van binnengemeentelijke decentralisatie of deconcentratie en de verschillende mogelijkheden te geven. Het nieuwe gemeentebestuur zal in samenspraak met de burgers, en met gebruikmaking van de ervaringen elders, op dit terrein de inzet moeten bepalen en een keuze moeten maken. Inmiddels zijn er voldoende varianten van binnengemeentelijke decentralisatie en deconcentratie in den lande voorhanden, die de nieuwe gemeentebesturen tot inspiratie kunnen dienen. 2.2 Grenscorrectie Born De leden van de fracties van de PvdA, de VVD en de SGP stelden een aantal vragen over de samenhang van het industriegebied ten noorden van Sittard: Sittard-Noord, NedCar, Holtum-Noord en de Barge Terminal. Meer en meer vormen de industriële complexen een samenhangend geheel waardoor het steeds belangrijker wordt om een regionaal afstemmingsoverleg te hebben. De functie en positie van de nieuwe gemeente Sittard-Geleen is daarbij vanzelfsprekend ook van groot belang. Deze afstemming gaat overigens verder dan alleen het noordelijk deel van het industrieel complex van de westelijke mijnstreek. De aan- en afvoer van goederen naar en van NedCar is voor slechts een beperkt deel over water. NedCar heeft voor de lange termijn plannen om een deel van de distributie van haar gereed product via het spoor te organiseren. Binnen de uitbreidingsruimte van NedCar is voor de overslag op het spoor ruimte gereserveerd. Overigens heeft de Bargeterminal een functie voor geheel Zuid-Limburg en een deel van Midden-Limburg. Het samenhangende karakter betekent niet dat het NedCar-terrein, zoals de leden van de SGP-fractie suggereerden, bij Born ingedeeld zou moeten blijven. De toevoeging van NedCar aan Sittard-Geleen is erop gericht om de grootschalige industriële bedrijvigheid in de Westelijke Mijnstreek zoveel mogelijk onder één regie te brengen. Daarmee wordt de centrumgemeente Sittard-Geleen, die een tekort aan ontwikkelingsmogelijkheden binnen de eigen gemeentegrenzen kent, in staat gesteld deze ontwikkelingen op eigen grondgebied te laten plaatsvinden. De geplande uitbreiding van het NedCar-terrein en de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van dit specifieke gebied vragen ook om een sterke bestuurlijke onderhandelingspartner waartoe de nieuwe centrumgemeente zeker goed in staat zal zijn. Dit betekent geenszins, dat de gemeente Born haar taak ten aanzien van NedCar niet naar behoren zou vervullen. De leden van de fracties van de PvdA, VVD, D66 en GroenLinks stelden vragen over het resterende deel van de gemeente Born, wanneer naast het NedCar-terrein ook het bedrijventerrein Holtum-Noord bij de nieuwe gemeente Sittard-Geleen zou worden ondergebracht. De leden van de VVD-fractie vroegen in hoeverre de toevoeging van het NedCar-terrein aan de nieuwe gemeente Sittard-Geleen een negatief effect heeft op de bestuurskracht en positie van de gemeente Born. De leden van de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 968 Samenvoeging van de gemeenten Sittard en Geleen Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 360 Samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit wetsvoorstel stelt de samenvoeging van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 359 Samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit wetsvoorstel stelt een samenvoeging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 358 Gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg Nr. 3 HERDRUK 1 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 595 Samenvoeging van de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 30 januari 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 012 Samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren en toevoeging van de kern Nieuwstadt aan Sittard-Geleen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 818 Samenvoeging van de gemeenten Arcen en Velden en Venlo Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State wordt

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2012 Gemeentelijke herindeling

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2012 Gemeentelijke herindeling > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DGBK/BDF OBO Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 589 Samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 656 Samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Het advies van de Raad van State wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 655 Gemeentelijke herindeling in de Bommelerwaard Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 817 Samenvoeging van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 364 Samenvoeging van de gemeenten Bergen, Egmond en Schoorl Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 969 Samenvoeging van de gemeenten Broekhuizen, Grubbenvorst en Horst Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 328 Samenvoeging van de gemeenten Bennebroek en Bloemendaal Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 24 april 2008 1. Algemeen Hierbij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 815 Herindeling van de gemeenten Horst aan de Maas, Meerlo-Wanssum, Sevenum en Venray 31 816 Samenvoeging van de gemeenten Reiderland, Scheemda

Nadere informatie

Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden

Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden 1. Inleiding Op 11 april 2012 hebben wij onze visie op de lokaal-bestuurlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 19836 Nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies (Provinciewet) Nr. 12 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 mei 1990 Het gewijzigd voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 824 Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland Nr. 5 VERSLAG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Datum : Briefnummer : 2014-20.110/21/A.9, PPM Zaaknummer : 518410 Behandeld door : Pol, E.P. Telefoonnummer : (050) 316 4549 E-mail Bijlagen :

Datum : Briefnummer : 2014-20.110/21/A.9, PPM Zaaknummer : 518410 Behandeld door : Pol, E.P. Telefoonnummer : (050) 316 4549 E-mail Bijlagen : Aan Provinciale Staten Datum : Briefnummer : 2014-20.110/21/A.9, PPM Zaaknummer : 518410 Behandeld door : Pol, E.P. Telefoonnummer : (050) 316 4549 E-mail Bijlagen : : e.pol@provinciegroningen.nl 5 Onderwerp

Nadere informatie

Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard. Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave

Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard. Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave 34 830 Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard Nota naar aanleiding van het verslag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies 3. Toets aan het

Nadere informatie

Een onderzoek naar een klacht over het niet ter inzage leggen van een herindelingsontwerp

Een onderzoek naar een klacht over het niet ter inzage leggen van een herindelingsontwerp Rapport Wet Arhi, of nie? Een onderzoek naar een klacht over het niet ter inzage leggen van een herindelingsontwerp Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het college van burgemeester

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 970 Samenvoeging van de gemeenten Venlo en Tegelen Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 568 Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds Nr. 4 ADVIES AFDELING

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 826 Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de gelijkstelling van stadsregio s met een provincie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Advies gemeentelijke herindelingen

Advies gemeentelijke herindelingen Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Inleiding Onderwerp Advies gemeentelijke herindelingen In uw brief van 3 december 2009 hebt u de Kiesraad en

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaaknr: 37837

Raadsvoorstel Zaaknr: 37837 Raadsvoorstel Zaaknr: 37837 Onderwerp: Herindelingsontwerp gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel, naamgeving nieuw te vormen gemeente. Samenvatting: Voor u ligt het herindelingsontwerp voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 653 Samenvoeging van de gemeenten Deventer, Diepenveen en Bathmen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 138 Samenvoeging van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Onderwerp Mededeling portefeuillehouder inzake bestuurlijke organisatie Zuid-Limburg (T8113)

Onderwerp Mededeling portefeuillehouder inzake bestuurlijke organisatie Zuid-Limburg (T8113) Statencommissie voor Financiën, Economische Zaken en Bestuur Cluster SA Behandeld Ons kenmerk 2017/6959 Telefoon Uw kenmerk - Maastricht Bijlage(n) 2 Verzonden R.M.C. Luyten +31 43 389 71 93 10 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 033 Samenvoeging van de gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de

Nadere informatie

afschrift afwijzing verzoek voordracht vernietiging instellen open

afschrift afwijzing verzoek voordracht vernietiging instellen open Provincie Limburg Gedeputeerde Staten Postbus 5700 6202 MA Maastricht www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk 2017-0000183262 Uw kenmerk Betreft 1 2 APR 2017 afschrift afwijzing

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 34 880

Nadere informatie

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. De raden van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.; OVERWEGENDE:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur Aanpassingen vergaderstructuur Voorstel 1. kennis nemen van de concept jaaragenda 2. vaststellen thematische indeling commissies 3. toevoegen beeldvormend deel, voorafgaand aan de reguliere commissievergadering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 C Parlementair Onderzoek Privatisering / Verzelfstandiging Overheidsdiensten T VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 2 juli 2014 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 779 Wijziging van de Wet kabelbaaninstallaties in verband met Verordening (EU) nr. 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI Burgerzaken 24 juli 2008 onderwerp AntiDiscriminatieVoorziening Limburg Inleiding Zoals nu bekend gaat vanuit het Ministerie van VROM een wettelijke regeling

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 RAADSVOORSTEL 10.0116 Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 Naam programma +onderdeel: Bereikbaarheid Onderwerp: Besluitvorming ten aanzien van het advies Sleutel tot een

Nadere informatie

Onderwerp Start Arhi-procedure en aankondiging open overleg met gemeenten Landgraaf, Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Simpelveld en Voerendaal

Onderwerp Start Arhi-procedure en aankondiging open overleg met gemeenten Landgraaf, Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Simpelveld en Voerendaal Bijlage 9 Provinciale Staten van Limburg Cluster STR Behandeld H.J.P.G. van Elmpt Ons kenmerk 2017/6098 Telefoon +31 43 389 99 64 Uw kenmerk - Maastricht 24 januari 2017 Bijlage(n) 1 Verzonden 24 januari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23816 Gemeentelijke indeling van het tot de provincie Flevoland behorende zuidelijke deel van het Usselmeer en opheffing van het openbaar lichaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 840 Samenvoeging van de gemeenten Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de

Nadere informatie

Beleidskader gemeentelijke herindeling.

Beleidskader gemeentelijke herindeling. Beleidskader gemeentelijke herindeling. 1. Inleiding Gemeenten, als meest nabije overheid, staan voor de belangrijke opgave zowel hun wettelijke als eigen, autonome maatschappelijke taken uit te voeren

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland Uw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 887 Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 13 november 2001 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 244 Samenvoeging van de gemeenten Lith en Oss Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit voorstel betreft de vrijwillige samenvoeging van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 978 Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Gemeentelijke herindeling en lokale politiek. Rob (P.R.) van Doorn

Gemeentelijke herindeling en lokale politiek. Rob (P.R.) van Doorn Gemeentelijke herindeling en lokale politiek Rob (P.R.) van Doorn Gemeentelijke herindeling en lokale politiek Feiten en overwegingen 1. Inleiding Tijdens het eerste deel van de lopende kabinetsperiode

Nadere informatie

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst Notitie bij raadsvoorstel Bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de uitvoering van reconstructieen gebiedsplannen ex artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 191 Wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties

Nadere informatie

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B200315080 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : Bestuursovereenkomst ex artikel 14 Reconstructiewet tussen provincie Noord- Brabant en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012-2013 28 750 Gemeentelijke herindeling Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 903 Gemeentelijke herindeling in de Over-Betuwe Nr. 3 Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend

Nadere informatie

Den Haag, 17 mei 2000

Den Haag, 17 mei 2000 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 mei 2000 Hierbij leg ik aan uw Kamer over, conform artikel 10a, lid 6 van de Welzijnswet 1994, de tekst van de algemene maatregel

Nadere informatie

Discussiestuk oordeelsvorming 22 januari 2015

Discussiestuk oordeelsvorming 22 januari 2015 Discussiestuk oordeelsvorming 22 januari 2015 In de oordeelsvormende fase gaat de raad plenair in debat met als achtergrondinformatie de volgende stukken: Procesvoorstel voor de beeldvormende fase Studie

Nadere informatie

1. Waren de plannen van burgemeester Jorritsma vóór de presentatie van 9 januari jl. bij u bekend? Indien ja, sinds wanneer was u op de hoogte?

1. Waren de plannen van burgemeester Jorritsma vóór de presentatie van 9 januari jl. bij u bekend? Indien ja, sinds wanneer was u op de hoogte? Statenfractie CDA De heer M.N.R.C. Deryckere Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043

Nadere informatie

NOTITIE TOEKOMST GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARWNOUDE: SCENARIO S VOOR KORTE EN LANGERE TERMIJN EN VOOR DE HORIZON. 26 februari 2013.

NOTITIE TOEKOMST GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARWNOUDE: SCENARIO S VOOR KORTE EN LANGERE TERMIJN EN VOOR DE HORIZON. 26 februari 2013. NOTITIE TOEKOMST GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARWNOUDE: SCENARIO S VOOR KORTE EN LANGERE TERMIJN EN VOOR DE HORIZON 26 februari 2013. Dit stuk is een addendum op de Nota Gemeentelijke Samenwerking d.d.

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/ januari Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp - J. Boons /

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/ januari Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp - J. Boons / Het College van Gedeputeerde Staten van Utrecht Postbus 80300 3508 TH Utrecht Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/0007 23 januari 2017 Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp -

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Rapport inzake de stichting FUNDASHON E HENDE tegen de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Scharlooweg 41, Tel: (+5999) 461-0303 Fax: (+5999) 461-9483 Info@ombudsman-curacao.cw 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren

Nadere informatie

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland, gemeente Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Uw brief van Onderwerp resultaten Stuurgroep Standpuntbepaling Provinciale Herindeling Uw kenmerk Bijlagen 1 Ons

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Contact: drs. J. van Straalen 070-441 61 92 j.van.straalen@pzh.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-057 Houten, 27 augustus 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Zienswijze Noordvleugelprovincie Beslispunten: 1. In te stemmen met de zienswijze van de gemeente Houten op het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Correspondentieadres: Hollandseweg 20 3227 CB Oudenhoorn Tel. 0181-461429

Correspondentieadres: Hollandseweg 20 3227 CB Oudenhoorn Tel. 0181-461429 Correspondentieadres: Hollandseweg 20 3227 CB Oudenhoorn Tel. 0181-461429 Aan de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer de heer drs. M.J. van der Leeden Postbus 20018

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord Nota PS-commissie Vergaderdatum : 2 februari 2006 Commissie voor : ROV Agendapunt nr. : 7 Commissienr. : Onderwerp : Beleid artikel 19 WRO Opsteller/telefoon/e-mail-adres : Afdeling/bureau : RWB / Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 317 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand in verband met het verstrekken van een uitkering aan mantelzorgers

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Bij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden.

Bij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden. 34 341 Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de

Nadere informatie

provincie imburg Onderwerp Herindelingsontwerp grenscorrectie Limburg - Gelderland/ Mook en Middelaar en Groesbeek

provincie imburg Onderwerp Herindelingsontwerp grenscorrectie Limburg - Gelderland/ Mook en Middelaar en Groesbeek provincie imburg Provincie Gelderland Provinciale Staten van de Provincie Gelderland & College van Gedeputeerde Staten Eusebiusplein 1-a 6811 HE ARNHEM Cluster STR Faxnummer Ons kenmerk 2015/46843 Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 348 Samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 20 december 2005 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie 151210) Inleiding Voordat wordt toegekomen aan de bespreking van de inhoud van de Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (GR Omnibuzz) wordt stilgestaan

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 841 Wijziging van de Wet veiligheidsregio s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 805 Samenvoeging van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 26 januari 2018 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie