Versie april Reglement

Transcriptie

1 Versie 1.0 Reglement

2 1 Inhoud 1 INHOUD ALGEMENE BEPALINGEN BRONVERSIE REGLEMENT AANSPRAKELIJKHEID EUROGLIDE ORGANISATIE DEFINITIES ZWEVER EN MOTORZWEVER VLUCHT ZWEEFVLUCHT WEDSTRIJDVLUCHT VERPLAATSING VERPLAATSINGSKOSTEN STARTKOSTEN KREDIET BEERCAN ORGANISATIE ANNULERING VAN DE WEDSTRIJD ORGANISATIE WEDSTRIJDLEIDING JURY PROTESTEN DEELNAME INSCHRIJFGELD VLIEGERS EN OPHALERS ZWEVERS EN MOTORZWEVERS AGENDA VAN DE WEDSTRIJD WEDSTRIJDBRIEFING VLIEGVELDBRIEFING EERSTE WEDSTRIJDDAG OPENING VAN DE WEDSTRIJD LAATSTE WEDSTRIJDDAG PRIJSUITREIKING PARCOURS OPDRACHTEN INGREEP WEDSTRIJDLEIDING TIJDENS DE RACE KLASSERING KLASSES BEKENDMAKING UITSLAG RAPPORTAGES EN BEWIJSVOERING VAN WEDSTRIJDVLUCHTEN RAPPORTAGES BEWIJSVOERING VAN DE WEDSTRIJDVLUCHTEN START VAN DE WEDSTRIJD OPENEN VAN DE WEDSTRIJD DE RACE AANVANGEN OP EEN FORMEEL STARTVLIEGVELD DE RACE AANVANGEN DOOR MIDDEL VAN EEN VERPLAATSING... 20

3 11 ONDERWEG ALGEMEEN POSITIEMELDINGEN BERICHTEN VAN DE WEDSTRIJDLEIDING STARTVOLGORDE BEGINPUNT WEDSTRIJDVLUCHT RONDEN VAN KEERPUNTEN FINISH (AANKOMST) VLIEGEND FINISHEN FINISH DOOR MIDDEL VAN EEN VERPLAATSING OVERHANDIGEN BEWIJSMATERIAAL AANVULLEND REGLEMENT VOOR MOTORZWEVERS MAXIMAAL TWEE WEDSTRIJDVLUCHTEN PER VLUCHT BEPERKING OP ÉÉN DAG VOOR ZELFSTARTERS STRAFBEPALINGEN Versie 1.0 Pagina 3 van 26

4 2 Algemene bepalingen 2.1 Bronversie reglement Dit is versie 1.0 van het reglement voor Euroglide Bij het uitkomen van nieuwe versies worden alle deelnemende teams hiervan op de hoogte gesteld. De laatste versie van het reglement is beschikbaar op Het Nederlandse reglement is bepalend bij strijdigheid met anderstalige versies. 2.2 Aansprakelijkheid Euroglide organisatie De organisatie van de Euroglide alsmede de Eindhovense Aeroclub zweefvliegcombinatie, haar bestuur en/of haar bestuursleden sluiten uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor iedere schade, hoe ook genaamd, ieder lichamelijk letsel of de gevolgen daarvan aan haar leden of deelnemers van de wedstrijd. Versie 1.0 Pagina 4 van 26

5 3 Definities 3.1 Zwever en Motorzwever Zwever: Een zweefvliegtuig zonder motor. Motorzwever: Een zweefvliegtuig met motor, zowel zelfstartend als met een thuisbrengmotor. 3.2 Vlucht De loggertrace tussen een start en een landing. Het begin en het eind van de vlucht worden gemarkeerd door respectievelijk het startpunt (de plaats van take off) en het landingspunt (de plaats waar geland is). Het startpunt en landingspunt zijn verder in dit document gereserveerde woorden en worden dus slechts in deze context gebruikt. Inschakelpunt (zweefvlucht) 3.3 Zweefvlucht L di t ( l ht) Een zweefvlucht is het deel van de vlucht waarbij niet gesleept of gelierd wordt en (voor motorzwevers) waarbij de motor niet ingeschakeld is. Zweefvlucht Het begin van een zweefvlucht word het uitschakelpunt genoemd. Dat is dus de plaats waar de lierstart of de sleepstart eindigt of de motor wordt uitgeschakeld. Wedstrijd vlucht Eindpunt wedstrijdvlucht Vlucht Het eind van een zweefvlucht wordt het inschakelpunt genoemd. Dat is de plaats waar geland wordt of de motor wordt ingeschakeld. Het uitschakelpunt en het inschakelpunt zijn verder in dit document gereserveerde woorden en worden dus slechts in deze context gebruikt. Uitschakelpunt Startpunt vlucht Sleepstart of Zelfstart Beginpunt 3.4 Wedstrijdvlucht Een wedstrijdvlucht is gelijk aan een zweefvlucht of gelijk aan een deel van een zweefvlucht. Het beginpunt en het eindpunt van een wedstrijdvlucht zijn vrij te kiezen punten op de loggertrace van een zweefvlucht. Hierbij dient de wedstrijdvlucht te voldoen aan een van de twee volgende eisen: De afstand (in rechte lijn) tussen het beginpunt en eindpunt van een wedstrijdvlucht bedraagt minimaal 50 km, of De zweefvlucht die de wedstrijdvlucht bevat heeft een duur van minimaal 60 minuten. Het beginpunt en eindpunt zijn verder in dit document gereserveerde woorden en worden slechts in deze context gebruikt. Versie 1.0 Pagina 5 van 26

6 3.5 Verplaatsing Een verplaatsing is de afstand (in rechte lijn) tussen het eindpunt van een wedstrijdvlucht en het beginpunt van de daarop volgende wedstrijdvlucht of het finishpunt, indien gefinished wordt door middel van een verplaatsing. Een verplaatsing mag nooit meer dan 200 km bedragen. 3.6 Verplaatsingskosten Er is sprake van verplaatsingskosten indien door een verplaatsing de afstand tot het volgende keerpunt (of finishpunt) is verminderd. De verplaatsingskosten worden uitgedrukt in kilometers en zijn gelijk aan deze afstandsvermindering tot het volgende keerpunt (of finishpunt). De verplaatsingskosten zijn nul indien door de verplaatsing de afstand tot het volgende keerpunt (of finishpunt) groter is geworden of gelijk is gebleven. Zie het figuur hieronder. Volgend keerpunt a b Eindpunt vorige wedstrijdvlucht Verplaatsing (max 200 km) zonder verplaatsingskosten. Verplaatsing max 200 km Beginpunt volgende wedstrijdvlucht Verplaatsingskosten = a - b Beginpunt volgende wedstrijdvlucht Merk op dat het vorige keerpunt niet voorkomt in de definitie van verplaatsingskosten. Versie 1.0 Pagina 6 van 26

7 3.7 Startkosten Indien een zweefvlucht een wedstrijdvlucht bevat, geldt het volgende: Bij een sleepstart of zelfstart (motorzwevers) is de normaal toegestane maximale hoogte van het uitschakelpunt ( starthoogte ) 600 meter boven terreinniveau van het vliegveld waar gestart is. Bij een lierstart gelden geen hoogtebeperkingen. Men kan kiezen voor een uitschakelpunt hoger dan 600 meter boven terreinniveau van het startvliegveld, doch hier zijn startkosten aan verbonden, uitgedrukt in kilometers. De startkosten zijn 20 kilometer per 500 meter extra hoogte of een deel daarvan. Sleepstart of zelfstart Starthoogte Startkosten 0 m 600 m 0 km 601m 1100 m 20 km 1101 m 1600 m 40 km etc Merk op dat het uitschakelpunt gedefinieerd is als het begin van een zweefvlucht (paragraaf 3.3). Daarmee is de starthoogte dus gekoppeld aan het begin van een zweefvlucht en niet gekoppeld aan het begin van een wedstrijdvlucht. Startkosten verminderen door terug te vliegen. Indien tijdens de zweefvlucht de afstand tot het volgende keerpunt (of finishpunt) groter is dan de afstand van het uitschakelpunt tot het volgende keerpunt ( terug vliegen ), wordt dit verschil tussen deze twee afstanden in mindering gebracht op de startkosten. Hierbij wordt afgerond op hele kilometers. Startkosten kunnen niet negatief worden. Landingspunt Volgend keerpunt a b Vermindering startkosten = a - b Uitschakelpunt Sleepstart of zelfstart Startpunt vlucht Zweefvlucht Versie 1.0 Pagina 7 van 26

8 3.8 Krediet Elk team heeft een hoeveelheid krediet, uitgedrukt in kilometers. Bij de aanvang van de wedstrijd is de hoeveelheid krediet afhankelijk van de DAEC handicap, volgens onderstaande tabel. DAEC handicap Krediet bij aanvang van de wedstrijd < km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km km Verplaatsingskosten en startkosten worden in mindering gebracht op het krediet. Krediet kan men straffeloos gebruiken, echter de hoeveelheid krediet mag niet negatief worden. Er zijn geen mogelijkheden om het krediet te verhogen. 3.9 Beercan Cilindervormig gebied met als middelpunt een keerpunt en een straal van 1 kilometer. De beercan is onbegrensd in de hoogte. Versie 1.0 Pagina 8 van 26

9 4 Organisatie 4.1 Annulering van de wedstrijd De organisatie behoudt zich het recht voor om de Euroglide te annuleren indien er minder dan 10 deelnemende teams zijn of bij 'overmacht'. In dit geval zullen reeds betaalde inschrijfgelden, ter beoordeling van de organisatie, deels worden geretourneerd. 4.2 Organisatie De organisatie is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de wedstrijd. De voorbereiding van de wedstrijd is afgerond aan het einde van de wedstrijdbriefing. Leden van de organisatie: Han Teunissen (voorzitter en penningmeester) Anton Poortman (tasksetting en webmaster) Joeri Bierings (lid) Maarten Robben (public relations) Rob van Heeswijk (veldorganisatie) Gerrit Knoop (lid) Stefan Knoop (tweede Penningmeester) Jochem van Heeswijk (assistent webmaster) Bas van Hertom (IT) Thomas van Heeswijk (assistent veldorganisatie) 4.3 Wedstrijdleiding De wedstrijdleiding is verantwoordelijk voor de begeleiding en afhandeling van de wedstrijd. Tevens geeft hij leiding bij de controle van de rapportage van de deelnemende teams. Eventueel kan hij ingrijpen in de wedstrijd en de race wijzigen (zie ook paragraaf 7.3). De wedstrijdleiding kan eventuele straffen of boetes opleggen aan deelnemende teams, of kan een team diskwalificeren. Leden van de wedstrijdleiding: Rob van Heeswijk Joeri Bierings 4.4 Jury De jury is verantwoordelijk voor de behandeling van ingediende protesten, eventuele interpretatie van de wedstrijdregels, kan eventuele straffen of boetes opleggen aan deelnemende teams, of kan een team diskwalificeren. De jury hoort eventueel alle bij een jurygeval betrokkenen. Een uitspraak van de jury is bindend en onherroepelijk. De jury is samengesteld uit: 1. De benoemde juryvoorzitter. 2. Een niet aan de race deelnemende zweefvlieger. 3. Een per jurygeval te benoemen aan de race deelnemende vlieger. 4.5 Protesten Een protest dient schriftelijk te worden ingediend bij één van beide vaste leden van de jury en dient vergezeld te gaan van een bedrag van Euro 50,-. Dit bedrag wordt aan de protesterende partij teruggegeven zodra door de jury beslist wordt dat van een reëel protest sprake is. Protesten kunnen worden ingediend tot uiterlijk twee weken na de bekendmaking van de voorlopige uitslag. Versie 1.0 Pagina 9 van 26

10 5 Deelname 5.1 Inschrijfgeld Het inschrijfgeld bedraagt Euro 200,- per team. De kosten voor starts en landingsgelden zijn voor rekening van het team. 5.2 Vliegers en ophalers Uitsluitend ervaren zweefvliegers mogen aan de race deelnemen. De organisatie en de wedstrijdleiding hebben hierin eventueel een beslissende stem. Meerdere vliegers op één toestel is toegestaan. Vlieger(s) en ophaler(s) vormen samen een wedstrijdteam. Binnen de Eindhoven CTR en op de vliegbasis Eindhoven dient een ieder zich zeer beslist en bewust te houden aan de op de briefing kenbaar te maken lokale verkeersleidingsprocedures en overige afspraken met de vliegveldautoriteiten. Het wordt aanbevolen dat vliegers en ophalers een adequate persoonlijke verzekering afsluiten. 5.3 Zwevers en Motorzwevers Alle typen moderne (kunststof) zwevers en motorzwevers zijn toegelaten, zowel eenzitters als tweezitters. Het verwisselen of vervangen van zweefvliegtuigen tijdens de Euroglide is niet toegelaten. Het veranderen van de configuratie (winglets en spanwijdte) van het zweefvliegtuig tijdens de wedstrijd is niet toegelaten. Elk zweefvliegtuig dient voorzien te zijn van een wedstrijdnummer conform de FAI-regels. Elk zweefvliegtuig dient een correct functionerende VHF Radio zend/ontvanger, een GPSontvanger en een Mode S transponder mee te voeren. Een IGC logger is verplicht voor controle van de wedstrijdvluchten. Teams dienen zorg te dragen dat wettelijke aansprakelijkheid verzekerd is. Versie 1.0 Pagina 10 van 26

11 6 Agenda van de wedstrijd 6.1 Wedstrijdbriefing Zondag 22 juni 2014; 17:00 uur In het clubhuis van de Eindhovense Aero Club zweefvliegen Verplicht voor alle deelnemers 6.2 Vliegveldbriefing Elk formeel startvliegveld van de Euroglide kent een veldbriefing voor elke vliegdag. Deze briefings zijn verplicht voor alle deelnemers die vanaf dit vliegveld willen starten. Details over deze briefings worden op de wedstrijdbriefing bekend gemaakt. 6.3 Eerste wedstrijddag Maandag 23 juni Opening van de wedstrijd Per klasse bepaalt de wedstrijdleiding de dag en tijdstip waarop de wedstrijd wordt geopend en zal dit bekend maken via verschillende communicatiekanalen. Pas na deze opening mogen er voor de betreffende klasse vluchten aanvangen die wedstrijdvlucht(en) (zullen) bevatten. Zie ook hoofdstuk Laatste wedstrijddag Zaterdag 5 juli 2014 Tot sunset: finish van deelnemers door de lucht. 6.6 Prijsuitreiking Op een nader te bepalen dag en tijdstip in september of oktober Versie 1.0 Pagina 11 van 26

12 7 Parcours 7.1 Opdrachten Formele startvliegvelden Startvliegveld Formeel startvliegveld voor klasse(s) Eindhoven Zelfstarters Lage Turbo s Malden Zweefvliegtuigen Venlo Hoge Turbo s Malden is het finishpunt voor alle klasses. Coordinaten Naam Soort Code Land Coordinaten [Min Deg] Eindhoven Zweefvliegstrip - Nederland 51 26,76 N ,46 E Malden Zweefvliegstrip - Nederland 51 47,12 N ,83 E Venlo Zweefvliegstrip - Nederland 51 21,78 N ,97 E Poitiers ARP LFBI Frankrijk 46 35,25 N ,40 E Roanne Renaison ARP LFLO Frankrijk 46 03,17 N ,98 E Amberg Rammertshof Zweefvliegstrip - Duitsland 49 26,35 N ,32 E Coburg - Brandensteinsebene ARP EDQC Duitsland 50 15,80 N ,70 E Dahlemer Binz ARP EDKV Duitsland 50 24,33 N ,73 E Günzburg Donauried ARP EDM Duitsland 48 29,28 N ,08 E G Ithwiesen ARP EDVT Duitsland 51 57,08 N ,73 E Klippeneck Zweefvliegstrip - Duitsland 48 06,45 N ,77 E Lüsse ARP EDOJ Duitsland 52 08,70 N ,20 E Soest Bad Sassendorf ARP EDLZ Duitsland 51 34,68 N ,88 E Stillberghof Zweefvliegstrip - Duitsland 48 43,85 N ,12 E Hodkovice ARP LKHD Tsjechie 50 39,43 N ,67 E Plzen Letkov ARP LKPL Tsjechie 49 43,38 N ,13 E Rakovnik ARP LKRK Tsjechie 50 05,65 N ,33 E * ARP = Aerodrome Reference Point Versie 1.0 Pagina 12 van 26

13 Standaard opdracht, Rechtsom Zelfstarters en Eindhoven, Sillberghof, Roanne Renaison, Poitiers, Soest, Lage Turbo s Malden Hoge Turbo s Venlo, Ithwiesen, Amberg Rammertshof, Roanne renaison, Poitiers, Dahlemer Binz, Malden Zweefvliegtuigen Malden, Ithwiesen, Amberg Rammertshof, Roanne renaison, Poitiers, Dahlemer Binz, Malden 2342 km 2337 km 2350 km Versie 1.0 Pagina 13 van 26

14 Standaard opdracht, Linksom Zelfstarters en Eindhoven, Dahlemer Binz, Poitiers, Roanne Renaison, Lage Turbo s Amberg Rammertshof, Ithwiesen, Malden Hoge Turbo s Venlo, Soest, Poiters, Roanne Renaison, Stillberghof, Malden Zweefvliegtuigen Malden, Soest, Poitiers, Roanne Renaison, Stillberghof, Malden 2331km 2317 km 2339 km Versie 1.0 Pagina 14 van 26

15 Grote variant Rechtsom Zelfstarters en Lage Turbo s Hoge Turbo s Zweefvliegtuigen Eindhoven, Plzen Letkov, Roanne Renaison, Poitiers, Soest, Malden Venlo, Hodkovice, Roanne Renaison, Poitiers, Dahlemer Binz, Malden Malden, Hodkovice, Roanne Renaison, Poitiers, Dahlemer Binz, Malden 2671 km 2669 km 2696 km Versie 1.0 Pagina 15 van 26

16 Grote variant linksom Zelfstarters en Lage Turbo s Hoge Turbo s Zweefvliegtuigen Eindhoven, Dahlemer Binz, Poitiers, Roanne Renaison, Hodkovice, Malden Venlo, Soest, Poitiers, Roanne Renaison, Rakovnik, Malden Malden, Soest, Poitiers, Roanne Renaison, Rakovnik, Malden 2677 km 2661 km 2683 km Versie 1.0 Pagina 16 van 26

17 Kleine variant (richting ligt vast) Zelfstarters en Eindhoven, Günzburg, Coburg Brandensteisebene, 1682 km Lage Turbo s Hodkovice, Lüsse, Malden Hoge Turbo s Venlo, Lüsse, Hodkovice, Klippeneck Malden 1686 km Zweefvliegtuigen Malden, Lüsse, Hodkovice, Klippeneck Malden 1701 km In principe wordt de standaard opdracht gevlogen en wordt de richting (linksom of rechtsom) door de wedstrijdleiding bepaald, uiterlijk voordat de wedstrijd voor de betreffende klasse wordt geopend. Indien de weersverwachting daartoe aanleiding geeft, kan de wedstrijdleiding per klasse besluiten om de grote variant (linksom of rechtsom) of de kleine variant (richting ligt vast) voor te schrijven. Dat besluit wordt uiterlijk bekend gemaakt voordat de wedstrijd voor de betreffende klasse wordt geopend en is bindend voor alle teams van die klasse. Indien omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de wedstrijdleiding het startvliegveld, keerpunten en/of het finishpunt wijzigen voordat de wedstrijd is geopend. Elke wijziging nadat de wedstrijd is geopend, wordt beschouwd als een ingreep, zie paragraaf Ingreep wedstrijdleiding tijdens de race In een bijzondere situatie (bijvoorbeeld bij langdurig slecht weer op de route over een groot gebied) is de wedstrijdleiding gerechtigd om de race te wijzigen of maatregelen te nemen, die een succesvol verloop van de Euroglide bevorderen. In een dergelijk geval worden alle teams van een of meerdere klasses via de Euroglide communicatiekanal(en) geïnformeerd over de ingreep. Vanaf dan geldt een eventueel gewijzigde race voor alle teams van een of meerdere klasses. Versie 1.0 Pagina 17 van 26

18 8 Klassering 8.1 Klasses Er wordt gevlogen in vier klasses: Klasse Definitie Zweefvliegtuigen Zweefvliegtuigen zonder hulpmotor Lage turbo s Turbo motorzweefvliegtuigen met een DAEC handicap kleiner dan of gelijk aan 114 Hoge turbo s Turbo motorzweefvliegtuigen met een DAEC handicap groter dan 114 Zelfstarters Zelfstartende motorzweefvliegtuigen Voor motorzweefvliegtuigen geldt een aanvulling op het reglement, zie hoofdstuk 13. De klassering per klasse is 1) Volgorde van binnenkomst van de teams waarvoor de wedstrijd een snelheidsrace is. 2) De volgorde van afgelegde trajectlengte van de teams waarvoor de wedstrijd is verworden tot een afstandsvlucht. 8.2 Bekendmaking uitslag Direct na de aankomst van de teams op het finishpunt worden de aankomsttijden vermeld op de Euroglide site. Dat is slechts een indicatie van de klassering omdat de vluchtgegevens dan nog niet gecontroleerd zijn. Na eerste controle van de loggerbestanden wordt een voorlopige uitslag gepubliceerd op de Euroglide site. We streven er naar deze uitslag binnen drie weken na de laatste wedstrijddag te publiceren. Hierna is er nog twee weken de gelegenheid voor het indienen van eventuele protesten. De definitieve uitslag wordt uiterlijk bekend gemaakt tijdens de prijsuitreiking. Versie 1.0 Pagina 18 van 26

19 9 Rapportages en bewijsvoering van wedstrijdvluchten 9.1 Rapportages Ten behoeve van de controle op het correct toepassen van de wedstrijdregels door de wedstrijdleiding en voor de teams zelf onderweg, is een nauwgezette en volledige rapportage verplicht van alle wedstrijdvluchten. Van elke wedstrijdvlucht dient een aparte regel ingevuld te worden in het teamlogboek. Verder dient elke vlucht voorzien te zijn van een bewijsvoering (zie paragraaf 9.2). In het teamlogboek dient het volgende vermeld te worden: naam team + teamnummer En voor elke wedstrijdvlucht: Volgnummer van de wedstrijdvlucht Datum Bestandsnaam van het loggerbestand Het tijdstip van het beginpunt en het tijdstip van het eindpunt van de wedstrijdvlucht. De gewonnen hoogte door de sleep of zelfstart van de zweefvlucht die de wedstrijdvlucht bevat. Voor motorzwevers kan dit ook de gewonnen hoogte zijn tussen de twee zweefvluchten die de wedstrijdvluchten bevatten (zie paragraaf 13.1). Eventuele vermindering van startkosten door terugvliegen. Eventueel gerond(e) keerpunt(en). Voor het team zelf zijn er kolommen beschikbaar om de verplaatsing, verplaatsingskosten, startkosten en het nog beschikbaar krediet te noteren. 9.2 Bewijsvoering van de wedstrijdvluchten Voor de bewijsvoering van vluchten die wedstrijdvluchten bevatten is het gebruik van een IGC logger verplicht. De sampletijd mag maximaal 20 seconden bedragen. Het ontkoppelpunt van een sleepstart (ofwel het uitschakelpunt) moet op de loggertrace duidelijk zichtbaar zijn. Het is aan de vlieger om door middel van de loggertrace overtuigend bewijs te leveren waar er ontkoppeld is. Het wordt daarom aanbevolen om direkt na ontkoppelen een 360 graden bocht te vliegen met typische thermiek helling en snelheid. Motorzwevers met een thuisbrengmotor dienen binnen 20 minuten na de start de motor ongeveer 60 seconden te laten lopen ter controle achteraf van de juiste werking van de loggerregistratie. Dit geldt ook voor zelfstartende motorzwevers indien zij niet op eigen kracht starten. Deze motorloop is niet van invloed op de zweefvlucht of wedstrijdvlucht zoals beschreven in paragraaf 3.3 en 3.4. Van elke wedstrijdvlucht die vermeld is in het teamlogboek dient de loggerfile te worden ingeleverd. Loggerfiles dienen aangeleverd te worden in IGC-formaat én het originele formaat van de logger, per of op pc geformatteerde cd-rom, usb-stick of SD kaart. Versie 1.0 Pagina 19 van 26

20 10 Start van de wedstrijd 10.1 Openen van de wedstrijd De wedstrijdleiding bepaalt per klasse de dag en tijdstip waarop de wedstrijd wordt geopend en zal dit bekend maken via verschillende communicatiekanalen. Zolang de wedstrijd nog niet open is, mogen er voor de betreffende klasse geen vluchten voor het klassement plaatsvinden. (ofwel, je kan pas take off als de wedstrijd voor jouw klasse geopend is) 10.2 De race aanvangen op een formeel startvliegveld Elke klasse kent een formeel startvliegveld van de race. Op deze formele startvliegvelden worden door de wedstrijdleiding startfaciliteiten georganiseerd. Teams die willen starten op een formeel startvliegveld dienen aanwezig te zijn op de veldbriefing van het formele startvliegveld. De startvolgorde op een formeel startvliegveld is in oplopende volgorde van de DAeChandicapfactor en wordt bekendgemaakt tijdens de veldbriefing van het formele startvliegveld. Deelnemers van andere klasses dan waarvoor het formele startvliegveld bedoeld is, starten na de betreffende klasse(s). Er mogen op de eerste wedstrijddag meerdere starts worden gemaakt. Er is geen startlijn of iets dergelijks; er wordt aangenomen dat alle vliegtuigen van een klasse tegelijk gestart zijn. Bij de start op het formele startvliegveld van de wedstrijd is het beginpunt van de wedstrijdvlucht gelijk aan de coördinaten van het formele startvliegveld van de wedstrijd, zoals vermeld in paragraaf 7.1. Indien lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven kan door de wedstrijdleiding hiervan worden afgeweken. Dat geldt ook voor de maximale starthoogte. Eventuele afwijkingen worden op de veldbriefing bekend gemaakt De race aanvangen door middel van een verplaatsing Het formele startvliegveld van de superveelhoek wordt beschouwd als het eindpunt van een (virtuele) wedstrijdvlucht. Dit betekent dat de race aangevangen kan worden met een verplaatsing. In dat geval is het beginpunt van de eerste wedstrijdvlucht dus niet gelijk aan het formele startvliegveld van de betreffende klasse. De eerste vlucht voor het klassement mag pas aanvangen nadat de wedstrijd voor de betreffende klasse open is verklaard door de wedstrijdleiding. Houd er rekening mee dat de (weers)situatie op het formele startvliegveld per klasse bepalend is voor de beslissingen van de wedstrijdleiding ten aanzien van het al dan niet openen van de wedstrijd voor die klasse. De wedstrijdleiding zal (en kan) geen rekening houden met teams die de race niet op het formele startvliegveld aanvangen. Versie 1.0 Pagina 20 van 26

21 11 Onderweg 11.1 Algemeen Het is ter bepaling van de vlieger(s) waar hij/zij tijdens de wedstrijd landingen uitvoert. Indien niet op een vliegveld geland wordt, of indien op een vliegveld geland wordt waar niet gestart kan worden, zal men zich naar een (ander) vliegveld dienen te begeven. Het type vervoer van het vliegtuig is vrij. Bijvoorbeeld per aanhanger, ferry sleep, gewone zweefvlucht, op eigen motorkracht voor motorzwevers, of combinaties hiervan. De vlieger is aansprakelijk voor eventuele kosten (of kosten bij schade) bij een landing. De teams dienen zelf ter plekke startmiddelen te regelen Positiemeldingen Elke avond, tot uiterlijk 22:00 dient elk team via de mobiele website van de Euroglide zijn positie door te geven aan de wedstrijdleiding, ook als men die dag niet gevlogen heeft. Als positie geeft men het vliegveld door waar geland is of waar de volgende dag de volgende vlucht aan zal vangen. Slechts in uitzonderingsgevallen is de wedstrijdleiding telefonisch beschikbaar voor positiemeldingen Berichten van de wedstrijdleiding Om de wedstrijd in goede banen te leiden en eventueel in te grijpen, dient de wedstrijdleiding in staat te zijn berichten te sturen naar alle (gewenste) teams. Hierbij worden twee soorten berichten onderscheiden: - Berichten ter kennisgeving, die geen bevestiging van de teams vereisen. - Berichten die bevestiging van de teams vereisen. Ieder team is verplicht elke avond kennis te nemen van berichten van de westrijdleiding en deze berichten zonodig te bevestigen. Details (tijden, communicatiekanalen, bevestigingsprocedures) zullen uiterlijk voor de wedstrijdbriefing worden meegedeeld Startvolgorde Indien meerdere deelnemende teams op één vliegveld willen starten, gaat het team met de laagste handicap voor, mits het team startklaar is. Bij gelijke handicap gaat het team dat het eerst op het vliegveld is gearriveerd voor. De deelnemers dienen daar zelf op toe te zien Beginpunt wedstrijdvlucht Indien het beginpunt van de wedstrijdvlucht volgens in paragraaf 3.4 vermelde definities aanvangt binnen 5 kilometer van de (AIP) gepubliceerde coördinaten van het vliegveld waar de vlucht gestart is, mogen ook de coördinaten van het vliegveld als beginpunt van de wedstrijdvlucht genomen worden. Het team is dus vrij om te kiezen wat het beste uitkomt. Versie 1.0 Pagina 21 van 26

22 11.6 Ronden van keerpunten Keerpunten kunnen op drie manieren gerond worden. 1) Tijdens een wedstrijdvlucht door de beercan. Het is niet verplicht om op de keerpunten te landen. Bij het ronden van keerpunten in de lucht dient de loggerfile aan te tonen dat men zich in de beercan van het keerpunt bevonden heeft. Indien er geen fix in de beercan heeft plaatsgevonden dient de interpolatie tussen twee opeenvolgende fixes de grens van de beercan te doorsnijden. 2) Tijdens een verplaatsing (ofwel tussen twee wedstrijdvluchten) Door middel van een verplaatsing mag een keerpunt gerond worden. Hierbij worden de verplaatsing en de verplaatsingskosten via het keerpunt berekend. Het is het niet verplicht om zich daadwerkelijk naar het keerpunt te begeven. Twee voorbeelden waarbij een keerpunt wordt gerond tijdens een verplaatsing Eindpunt vorige wedstrijdvlucht c a Volgend keerpunt Keerpunt d b Beginpunt volgende wedstrijdvlucht Verplaatsing = c + d < 200 km Verplaatsingskosten = c + a b Eindpunt vorige wedstrijdvlucht Volgend keerpunt c a Keerpunt d b b is groter dan a Verplaatsing = c + d < 200 km Verplaatsingskosten = c Beginpunt volgende Versie 1.0 Pagina 22 van 26

23 3) Tijdens een wedstrijdvlucht buiten de beercan Tijdens een wedstrijdvlucht is het mogelijk om buiten de beercan een keerpunt te ronden. Vanaf het meest gunstige punt op de loggertrace (zie R in de figuur hieronder) wordt een verplaatsing verondersteld via het keerpunt (c en d in de figuur). De gewone regels voor een verplaatsing en de verplaatsingskosten gelden. De wedstijdvlucht wordt gesplitst in twee wedstrijdvluchten. De minimale lengte van deze wedstrijdvluchten (zie paragraaf 3.4) geldt echter in dit geval voor de som van de lengte van de beide wedstrijdvluchten (W1 + W2), zoals aangegeven in de figuur. Ook tellen beide wedstrijdvluchten (W1 en W2) als 1, voor de regel dat een vlucht maximaal twee wedstrijdvluchten mag bevatten (paragraaf 13.1). Ronden buiten de beercan Beginpunt wedstrijdvlucht W1 Eindpunt wedstrijdvlucht d c R a W2 b Volgend keerpunt Keerpunt Verplaatsing = c + d < 200 km Verplaatsingskosten = c + a b (W1 + W2) > 50km of duur zweefvlucht > 60 minuten Bepaling van verplaatsingskosten tijdens de race. Indien men tijdens de race niet de mogelijkheid heeft om de aan de hand van de loggertrace het meest optimale beginpunt en eindpunt van de wedstrijdvlucht te bepalen (bijvoorbeeld met een laptop) is het zaak om tijdens het vliegen de afstand naar het volgende keerpunt te monitoren en de kleinste en grootste afstand naar het volgende keerpunt te noteren. Vanwege de belasting in de cockpit (bijvoorbeeld bij eenzitters) is het niet verplicht de coordinaten van het beginpunt en eindpunt van een wedstrijdvlucht op te geven in het teamlogboek. Versie 1.0 Pagina 23 van 26

24 12 Finish (aankomst) 12.1 Vliegend finishen Er kan vliegend gefinished worden tot sunset op de laatste wedstrijddag. Bij vliegend finishen is het binnenvliegen van de beercan van het finishpunt bepalend voor de finishtijd. De gewone regels voor wedstrijdvluchten zijn van toepassing. Er zijn dus geen uitzonderingsregels voor de laatste wedstrijdvlucht. Regels betreffende het finish-vliegveld vermeld tijdens de wedstrijdbriefing dienen strikt te worden nageleefd Finish door middel van een verplaatsing Als finish van de race mag ook een verplaatsing worden genomen. Indien er voldoende krediet beschikbaar is voor de verplaatsingskosten en de verplaatsing niet groter is dan 200 kilometer, wordt de finishtijd als volgt vastgesteld: Vanaf het tijdstip en eindpunt van de laatste wedstrijdvlucht wordt men geacht dezelfde dag of de dagen daarna, tussen 10:00 en 21:00 uur lokale tijd met een snelheid van 10 km per uur het resterende traject te hebben afgelegd. Voorbeeld: Gegevens van het eindpunt van de laatste wedstrijdvlucht: - Tijstip = 19:30 - Afstand tot finishpunt: 75 km 75 km komt overeen met 7,5 uur, waarvan 1,5 uur van 19:30 to 21:00 op dezelfde dag en 6 uur van 10:00 tot 16:00 de volgende dag. De finishtijd dus 16:00 de volgende dag. Indien de verplaatsingskosten het nog beschikbare krediet overschrijden, wordt bij finish door middel van een verplaasting deze overschrijding van de totale trajectlengte afgetrokken. De wedstrijd is dan voor het betreffende team een afstandsvlucht en de finishtijd is dan niet van belang. Ook indien na de laatste wedstrijdvlucht meer dan 200 km verplaatst wordt, is de finishtijd niet meer van belang. Als daarbij het resterende krediet groter of gelijk is aan de verplaatsing wordt wel de complete trajectlengte gescoord (mits de voorgaande wedstrijdvluchten en bijbehorende verplaatsingen reglementair zijn verlopen natuurlijk). Merk op dat bij finishen door middel van een verplaatsing, de verplaatsing per definitie gelijk is aan de verplaatsingskosten Overhandigen bewijsmateriaal De originelen van het teamlogboek en de loggerfiles dienen binnen 72 uur na het finishtijdstip per , per post of persoonlijk te worden overhandigd aan de wedstrijdleiding. Versie 1.0 Pagina 24 van 26

25 13 Aanvullend reglement voor motorzwevers 13.1 Maximaal twee wedstrijdvluchten per vlucht. Per vlucht is het toegestaan om meerdere zweefvluchten te realiseren. Per vlucht is het toegestaan om maximaal twee wedstrijdvluchten te realiseren. Voor het deel van de vlucht - met (eventueel deeltijds) ingeschakelde motor - tussen de twee zweefvluchten waarin de wedstrijdvluchten zijn gerealiseerd, geldt dat de gewonnen hoogte maximaal 400 meter mag bedragen. Voor elke 500 meter meer of een deel daarvan wordt 20 km startkosten in rekening gebracht. Ook nu kunnen de startkosten veminderd worden door terug te vliegen, zoals beschreven in paragraaf Beperking op één dag voor zelfstarters Voor vluchten die wedstrijdvluchten bevatten geldt op één dag het volgende. Slechts de eerste start mag uitgevoerd worden door middel van een zelfstart. Het is wel toegestaan om meerdere zelfstarts te maken vanaf het vliegveld waarop de eerste zelfstart is uitgevoerd, mits tussen de verschillende zelfstarts geen wedstrijdvlucht heeft plaats gevonden. Indien er voor de tweede maal een zelfstart (uitgevoerd op een ander vliegveld dan waarop de eerste zelfstart is uitgevoerd) wordt gemaakt, mag er die dag geen wedstrijdvlucht meer plaats vinden. Een zelfstart voor een ferry aan het eind van de dag kan dus altijd gemaakt worden. Deze regel blijft gehandhaafd, ondanks het scheiden van zelfstarters en turbo s in verschillende klasses. Voorbeeld van een vlucht met een motorzwever. Er zijn 4 zweefvluchten en 2 wedstrijdvluchten. Tijdens de vlucht is de motor 4 maal gestart. Inschakelpunt Uitschakelpunt Inschakelpunt Zweef vlucht Uitschakelpunt Insch. punt Zweef h max 400m vlucht Uitsch. Zweef vlucht Verplichte motorloop: - Binnen 20 minuten. Landingspunt Zweef vlucht Eindpunt wedstrijdvlucht Wedstrijdvlucht 2 Beginpunt wedstrijdvlucht Verplaatsing Eindpunt wedstrijdvlucht Wedstrijdvlucht 1 Beginpunt wedstrijdvlucht Sleepstart of Zelfstart Versie 1.0 Pagina 25 van 26

26 14 Strafbepalingen # Overtreding Strafbepaling 1 Verplaatsing groter dan 200 Wedstrijdvluchten na de overtreding worden nog km steeds gewaardeerd voor het klassement. De wedstrijd is geen snelheidsrace meer, maar slechts een afstandvlucht. 2 Overschrijding van het krediet 3 Niet kunnen overleggen van voldoende bewijs van een (wedstrijd)vlucht (bijvoorbeeld door falende apparatuur) 4 Overtreden van de verkeersleidingsregels in de Eindhoven CTR. 5 Het niet op tijd inleveren van de bewijsvoering na de finish Wedstrijdvluchten na de overtreding worden nog steeds gewaardeerd voor het klassement. De wedstrijd is geen snelheidsrace meer, maar slechts een afstandvlucht. De wedstrijdvlucht wordt niet als wedstrijdvlucht beschouwd. Het gevolg hiervan kan zijn dat overtreding 1) en/of 2) begaan worden. Diskwalificatie voor de gehele wedstrijd De finish wordt dan pas geacht te hebben plaatsgevonden op het moment van inleveren. Na 15 juli 2014 worden geen bewijsvoeringen meer geaccepteerd. 6 In alle overige gevallen Strafbepaling ter beoordeling aan de wedstrijdleiding of de jury. Toelichting Overtreding 1) en 2) geven dus de mogelijkheid om delen van het traject met slecht weer over te slaan. Bij 1) en 2) ziet men af van de snelheidsrace. Bij 2) wordt bovendien automatisch de totale trajectlengte verkleind, met als gevolg dat niet meer het maximale aantal kilometers gescoord kan worden Versie 1.0 Pagina 26 van 26