Telefoonnummer Telefaxnummer Bijlage(n) 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Telefoonnummer Telefaxnummer Bijlage(n) 1"

Transcriptie

1 Koninklijke TPG Post BV OPTA Afdeling Eindgebruikersmarkt Drs F.W. van Berkel Postbus LK DEN HAAG Public Affairs Pr. Beatrixlaan 23, 2595 AK 's-gravenhage Postbus 30250, 2500 GG 's-gravenhage Datum Uw referentie OPTA/EGM/2003/ Uw brief van - Telefoonnummer Telefaxnummer n.aukes@tpgpost.nl Bijlage(n) 1 Onderwerp Consultatie brieven/drukwerk (belastingaangiften) Geachte heer Noorlag, Bij ongedateerde brief met kenmerk OPTA/EGM/2003/200188, die door OPTA op 16 januari 2003 op haar website is geplaatst, stelt OPTA belanghebbenden, waaronder TPG Post, in de gelegenheid hun visie te geven op een brief van OPTA aan de Belastingdienst van 28 november 2002 met kenmerk OPTA/EGM/2002/ inzake de kwalificatie van door de Belastingdienst aan belastingplichtigen ter invulling verstuurde aangiftebiljetten. In de onderhavige reactie geeft TPG Post gehoor aan de uitnodiging van OPTA. Daarbij wordt eerst kort ingegaan op de wettelijke bepalingen (onderdeel A). Vervolgens wordt ingegaan op de brief van OPTA d.d. 28 november 2002 (onderdeel B). Tot slot wordt ingegaan op de vraag of aangiftebiljetten ( uitnodigingen tot het doen van aangifte ) moeten worden aangemerkt als brieven of als drukwerk (onderdeel C). Concluderend is TPG Post van mening dat uitnodigingen tot het doen van aangifte als brieven in de zin van de postale regelgeving dienen te worden aangemerkt. OPTA heeft belanghebbenden, waaronder TPG Post, eveneens in de gelegenheid gesteld om hun visie te geven op een brief van OPTA van 4 december 2002 met kenmerk OPTA/EGM/2002/ met betrekking tot de kwalificatie van oproepingskaarten. De visie van TPG Post op deze laatste brief zal separaat aan OPTA worden toegezonden. Website: Kamer van Koophandel Haaglanden nr

2 2 A. De toepasselijke regelgeving Wettelijke definities Krachtens artikel 1b Postwet worden onder brieven verstaan: Bescheiden en schriftelijke mededelingen, al dan niet verpakt, met uitzondering van die welke door toepassing van druk- of andere vermenigvuldigingstechnieken in een aantal geheel met elkaar overeenstemmende exemplaren ter verspreiding zijn vervaardigd en waarin, behoudens de adressering, geen bijvoegingen, doorhalingen of aanduidingen zijn aangebracht. In artikel 1, sub c, van het Postbesluit wordt de definitie van het begrip drukwerk gegeven: Bescheiden en schriftelijke mededelingen, al dan niet verpakt, die door toepassing van druk- of andere vermenigvuldigingstechnieken in een aantal geheel met elkaar overeenstemmende exemplaren ter verspreiding zijn vervaardigd en waarin, behoudens de adressering, geen bijvoegingen, doorhalingen of aanduidingen zijn aangebracht. De definitie van een drukwerk in artikel 1 sub c Postbesluit is derhalve het complement van de definitie van een brief in artikel 1 Postwet, zodat deze begrippen op elkaar aansluiten. Uit de parlementaire behandeling van de Postwet 1988 komt duidelijk naar voren dat bij de bepaling van de scheidslijn tussen brieven en drukwerken primair wordt vastgesteld wat moet worden verstaan onder brief. Verwezen wordt naar het navolgende citaat uit de Memorie van Antwoord bij de Postwet : Voor de toepassing van de wet is een drukwerk slechts in zoverre van belang dat het geen brief is; de huidige definitie is nu in de voorgestelde definitie van brief geïncorporeerd. Wetsgeschiedenis en jurisprudentie De definitie van brieven is bij de laatste wijziging van de Postwet 2 niet gewijzigd. Voor de toelichting op dit begrip moet dan ook worden gezocht in de toelichting op de Postwet 1988 of zelfs in oudere versies van de Postwet. In de MvT bij de Postwet wordt de huidige definitie van het begrip brieven toegelicht onder verwijzing naar een aantal uitspraken van lagere rechters: 4 1 Memorie van Antwoord Postwet 1988, pag. 28/29. 2 TK , nr. 3 3 TK , nr. 3, p. 5 4 Verwezen wordt onder meer naar Hof Amsterdam 23 mei 1985, NJ 1986/697 en Pres. Rb Utrecht 28 januari 1986, KG 1986/121. De eerste uitspraak is van belang, omdat daarin de huidige definitie van brieven wordt geïntroduceerd. Hierin wordt de invulling geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, of iedere schriftelijke

3 3 Uit de hier gegeven definitie komt naar voren dat het wezen van een brief is te vinden in het feit dat het gaat om iedere geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, of iedere schriftelijke mededeling of bescheid waarvan slechts één exemplaar is vervaardigd welke voor verzending aan één geadresseerde bestemd is. [onderstreping toegevoegd] In aansluiting op deze passage merkt de regering in de toelichting op dat uit de nieuwe definitie volgt, dat het begrip brief ruimer is dan in het spraakgebruik het geval is. De wetgever noemt een aantal voorbeelden van zendingen die op grond van de nieuwe definitie als brieven moeten worden aangemerkt. Onder meer moet, aldus de wetgever, de oproep om op een bepaalde tijd ergens te verschijnen waarbij de tijd individueel is bepaald en ingevuld op een overigens gestencild papier als brief worden aangemerkt. De toelichting op de Postwet 1988 bevat derhalve een kwalitatief criterium (iedere geïndividualiseerde schriftelijke mededeling). Deze passage is nog steeds actueel en wordt dan ook herhaald in de Nota van Toelichting op het Postbesluit van 28 april 2000, niet alleen op pag. 7, waarnaar door OPTA in de brief van 28 november 2002 wordt verwezen, maar met name ook op de pagina s 9 en 10, waar onder meer staat vermeld: Kenmerk van drukwerk is dat het handelt om een aantal geheel gelijkluidende exemplaren behoudens de adressering. Met deze omschrijving wordt tot uitdrukking gebracht dat drukwerk waarin wijzigingen zijn aangebracht die het karakter hebben van een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, worden aangemerkt als een brief. [onderstreping toegevoegd] Vergelijk ook de brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat d.d. 1 maart 2000: 5 De consequentie van deze keuze is wel dat bepaalde vormen van direct mail (bescheiden en schriftelijke mededelingen met een persoonlijke boodschap anders dan het adres) niet onder het begrip drukwerk vallen maar ook onder de gewijzigde wet worden behandeld als een brief die slechts door de houder van de concessie mag worden vervoerd. [onderstreping toegevoegd] Deze toelichtingen op de definitie van het begrip brief in de postale regelgeving en op de gevolgen daarvan voor het onderscheid brief/drukwerk geven aan dat sprake is van een brief wanneer het gaat om een geïndividualiseerde mededeling, hetgeen aanzienlijk verder gaat dan de beperkte uitleg die OPTA daaraan in de brief van 28 november 2002 heeft gegeven. Eerst indien uit de aard van de schriftelijke mededeling niet zonder meer kan worden vastgesteld dat het gaat om een geïndividualiseerde mededeling en derhalve om een brief moet in de beoordeling worden betrokken of het gaat om een document waarin behoudens de adressering nog andere individualiserende kenmerken zijn aangebracht, op grond waarvan moet worden geoordeeld dat sprake is van een brief. mededeling of bescheid waarvan slechts één exemplaar vervaardigd is die voor verzending aan één geadresseerde bestemd is aan het begrip brief gegeven, die later ook in de toelichting op het Postbesluit wordt gebruikt. 5 Brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat d.d. 1 maart 2000, TK , 24036, nr. 153.

4 4 Toetsing door OPTA Van belang is dat de wetgever in de Nota van Toelichting bij het Postbesluit aangeeft dat aan de grens tussen brief en drukwerk in de dagelijkse uitvoeringspraktijk invulling zal moeten worden gegeven: 6 Waar die scheidslijn tussen drukwerk en brief exact ligt kan, hetgeen evenzo het geval zou zijn geweest bij het opnemen van het begrip direct mail in het besluit, niet exact worden aangegeven. Hieraan zal in de dagelijkse uitvoeringspraktijk invulling dienen te worden gegeven. Dit betekent dat het in de eerste plaats de concessiehouder, en namens deze TPG Post, is die deze begrippen in de praktijk moet toepassen en dat TPG Post daarbij een eigen beoordelingsmarge heeft. B. De brief aan de Belastingdienst d.d. 28 november 2002 In haar brief aan de Belastingdienst miskent OPTA dat op grond van de tekst van de Postwet en de wetsgeschiedenis het volgende bij de beoordeling van het onderscheid brief/drukwerk relevant is, namelijk: a. het gaat om de beoordeling van de vraag of een document naar zijn aard is te beschouwen als een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling of niet; b. indien dit niet zonder meer blijkt, moet worden beoordeeld of sprake is van een document waarin behoudens de adressering nog andere, individualiserende kenmerken zijn aangebracht, op grond waarvan moet worden geoordeeld dat sprake is van een brief. Beide aspecten worden op pagina 3 van de brief van 28 november 2002 wel door OPTA aangestipt, maar dit geschiedt in de verkeerde volgorde en bovendien op basis van onjuiste en onvolledige veronderstellingen. Zo is opmerkelijk dat OPTA in de brief met betrekking tot de oproepingskaarten uitvoerig ingaat op de wettelijke regelingen op grond waarvan die oproepingskaarten worden verzonden en op grond waarvan OPTA tot de conclusie komt dat sprake is van geïndividualiseerde schriftelijke mededelingen, terwijl de wettelijke regelingen op grond waarvan de uitnodigingen tot het doen van aangifte worden verzonden op grond waarvan tot dezelfde conclusie zou moeten worden gekomen - geheel onbesproken blijven. 6 Nota van toelichting Postbesluit, p. 9

5 5 Het gevolg is dat OPTA in haar voorlopige standpunt de voornoemde aspecten in de verkeerde volgorde en onjuist behandelt en in haar brief van 28 november 2002 ten onrechte tot de conclusie komt dat uitnodigingen tot het doen van aangifte moeten worden beschouwd als drukwerk. C. De kwalificatie van uitnodigingen tot het doen van aangifte Hierna zal aan de hand van de voornoemde twee aspecten op de kwalificatie van uitnodigingen tot het doen van aangifte die door de Belastingdienst worden verzonden, worden ingegaan. Een door de Belastingdienst verzonden aangifteformulier is naar haar aard zonder meer een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling. Dat document moet derhalve worden gekwalificeerd als brief. Een aangifteformulier is immers niet zomaar een blanco antwoordformulier, maar is een in de belastingwetgeving geregelde uitnodiging tot het doen van aangifte, welke is gericht aan een individuele belastingplichtige. Een dergelijke wettelijke uitnodiging is bij uitstek een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, waaraan bovendien voor de geadresseerde een aantal belangrijke rechtsgevolgen is verbonden. In de bijlage bij deze brief zijn de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de uitnodiging tot het doen van aangifte alsmede de aan een dergelijke uitnodiging verbonden rechtsgevolgen op een rij gezet. OPTA heeft de uitvoerige wettelijke regeling van de uitnodiging tot het doen van aangifte, waaruit blijkt dat een aangiftebiljet een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling is, ten onrechte geheel buiten beschouwing gelaten. Dat is des te opmerkelijker, aangezien OPTA in de brief van 4 december 2002 in verband met de oproepingskaarten voor de verkiezingen wel uitvoerig ingaat op de terzake geldende wettelijke bepalingen en deze ook (terecht) van groot belang acht. Wanneer de genoemde wettelijke regeling wel in de overwegingen wordt betrokken, kan de conclusie niet anders luiden dan dat bij uitstek sprake is van een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling die als brief kwalificeert. In dit verband is naar de mening van TPG Post nog het volgende van belang. Ten eerste kunnen de door de Belastingdienst vermelde variabelen niet worden opgevat als een wijze van adressering van het document, althans niet in de zin als bedoeld in de postale regelgeving. Het is immers

6 6 evident dat in de postale regelgeving met adressering wordt bedoeld voor vervoer relevante adresgegevens en -aanduidingen. Derhalve kan geen aanspraak worden gemaakt op de uitzonderingspositie voor drukwerk, als vermeld in de wettelijke definitie van brieven ( en waarin, behoudens de adressering, geen bijvoegingen ), indien vermelding van de variabelen niets te maken heeft met de adressering van een zending, zoals bijvoorbeeld het sofi-nummer of het fiscaal nummer en de geboortedatum van de belastingplichtige en, indien van toepassing, de gegevens van de gehuwde partner en de aan de onderzijde van het aangiftebiljet opgenomen barcode. OPTA erkent trouwens in haar brief aan de Belastingdienst ook dat de door die dienst op de uitnodigingen tot het doen van aangifte vermelde nadere gegevens dienen ter stroomlijning van de interne processen van de Belastingdienst (als afzender van de documenten) en niet ter identificatie van de geadresseerde van de betreffende postzending. Het gaat hier om individualiserende kenmerken van de belastingplichtige, die deze in het kader van zijn aangifte zou moeten opgeven, maar die door de Belastingdienst reeds zijn ingevuld met het doel de aangifte (en de verwerking ervan door de Belastingdienst) te vergemakkelijken en onjuistheden of onvolledigheden in de aangifte te voorkomen. Ten tweede is elke uitnodiging tot het doen van aangifte, waarin de door OPTA beschreven variabelen zijn opgenomen, een volstrekt geïndividualiseerd document in die zin dat een dergelijke uitnodiging uitsluitend kan worden gebruikt voor het doen van aangifte in verband met de daarop vermelde persoon. Het aangiftebiljet van persoon A kan dus niet worden gebruikt voor aangifte door een andere persoon (niet uitwisselbaar). Daarbij worden de op de uitnodiging tot het doen van aangifte voorgedrukte gegevens niet gebruikt voor het vervoer daarvan naar de belastingplichtige, maar voor de verwerking door de Belastingdienst van de na invulling geretourneerde aangiften. Die gegevens zijn zelfs noodzakelijk voor die verwerking. Met name dient bij het doen van aangifte door de belastingplichtige zijn Sofi-nummer of fiscaal nummer vermeld te worden, aangezien dit gebruikt wordt om tot vaststelling van de aanslag te komen. Dit gegeven staat dus geheel los van enige adressering in of ten behoeve van het vervoer naar de belastingplichtige. Overigens geldt voor zover het de vraag betreft of de op de uitnodiging tot het doen van aangifte vermelde variabelen moeten worden opgevat als een wijze van adressering van het document dat de brief van 28 november 2002 inconsistent is met de brief inzake de oproepingskaarten van 4 december Immers terwijl OPTA in de brief aan de Belastingdienst oordeelt dat kenmerken zoals het sofi-nummer, de geboortedatum, het rekeningnummer en de streepjescode er niet toe leiden dat sprake is van een geïndividualiseerde mededeling, oordeelt OPTA in de brief betreffende de oproepingskaarten dat dit door toevoeging van naar de mening van TPG Post soortgelijke zo niet dezelfde kenmerken als volgnummer en geboortedatum van de geadresseerde wel het geval is.

7 7 Conclusie Concluderend meent TPG Post dat het voorlopig oordeel van OPTA d.d. 28 november 2002 inzake de verzending van aangifteformulieren door de Belastingdienst onjuist is. Dergelijke aangifteformulieren worden door TPG Post in de uitvoeringspraktijk terecht aangemerkt als brieven in de zin van de postale regelgeving, omdat sprake is van een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, waarin ook bepaalde individualiserende gegevens zijn opgenomen, die niet zijn op te vatten als een wijze van adressering. Ten behoeve van publicatie van deze brief met bijlage door OPTA op haar website in het kader van de onderhavige consultatie wordt een afschrift daarvan in elektronische vorm aan u op uw adres f.vanberkel@opta.nl gezonden. Hoogachtend, N. Aukes Directeur

8 8 Bijlage bij reactie TPG Post op brief OPTA aan Belastingdienst inzake kwalificatie belastingaangiften De rechtsgevolgen, welke zijn verbonden aan een uitnodiging tot het doen van aangifte verschillen enigszins al naar gelang: I) de inspecteur een uitnodiging doet tot aangifte, en; II) de belastingplichtige zelf om een uitnodiging tot het doen van aangifte dient te verzoeken. Ad I: Indien de inspecteur een uitnodiging doet tot aangifte. Ogv. art. 4a, lid 1a Uitvoeringsregeling AWR wordt de uitnodiging tot het doen van aangifte gedaan door het uitreiken of toezenden van een aangiftebiljet. Beschrijving proces: Ogv. art. 6, eerste lid AWR kan de inspecteur vermoedelijk belastingplichtigen uitnodigen tot het doen van aangifte. Ogv. art. 8 AWR is iedereen die een aangiftebiljet heeft ontvangen gehouden aangifte te doen. Ogv. art. 9, eerste lid AWR dient de belastingplichtige ten minste binnen 1 maand na uitnodiging de aangifte doen. Ogv. art. 9, tweede lid AWR kan de inspecteur de termijn verlengen. Ogv. art. 9, derde lid AWR kan de inspecteur de belastingplichtige aanmanen. Mogelijke sancties bij niet reageren door de belastingplichtige: I.1. Voor aanslagbelastingen (zoals inkomstenbelasting) geldt specifiek het volgende: Ogv. art. 11, tweede lid AWR kan de inspecteur de aanslag, verhoogd met heffingsrente, ambtshalve vaststellen. Ogv. art. 67a, eerste lid AWR kan een verzuimboete worden opgelegd van maximaal euro. Ogv. art. 67d, eerste lid AWR kan een vergrijpboete worden opgelegd van maximaal 100% van de aanslag. Ogv. art. 68, tweede lid, onderdeel a AWR wordt degene die niet voldoet aan de verplichting gegevens te verstrekken, gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of met een geldboete van de derde categorie.

9 9 I.2. Voor aangiften- of afdrachtsbelastingen (zoals BTW en loonbelasting) geldt specifiek het volgende: Ogv. art. 20 AWR kan de inspecteur een naheffingsaanslag, verhoogd met heffingsrente, opleggen. Ogv. art. 67b, eerste lid AWR kan een verzuimboete worden opgelegd van maximaal 113 euro. Ogv. art. 67f, eerste lid AWR kan een vergrijpboete worden opgelegd van maximaal 100% van de aanslag. Ogv. art. 68, tweede lid, onderdeel a AWR wordt degene die niet voldoet aan de verplichting gegevens te verstrekken, gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of met een geldboete van de derde categorie. Ad. II: Indien de belastingplichtige zelf om een uitnodiging tot het doen van een aangifte dient te verzoeken. Beschrijving proces: Ogv. art. 6, derde lid AWR kan belastingplichtige worden verplicht om te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet. II.1. Voor aanslagbelastingen (zoals inkomstenbelasting) geldt specifiek het volgende: Ogv. art. 2, eerste lid jo vierde lid Uitvoeringsregeling AWR dient de belastingplichtige aan wie niet binnen 6 maanden na het ontstaan van de belastingschuld een aangiftebiljet is uitgereikt, binnen 2 weken na het verstrijken van deze termijn bij de inspecteur om een aangiftebiljet verzoeken. II.2. Voor aangiften- of afdrachtsbelastingen (zoals BTW en loonbelasting) geldt specifiek het volgende: Ogv. art. 3, eerste lid Uitvoeringsregeling AWR is de belasting- of inhoudingsplichtige, die niet reeds is uitgenodigd tot het doen van aangifte, gehouden voor het tijdstip waarop de belasting moet worden betaald, de inspecteur om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken. Mogelijke sancties bij niet verzoeken door belastingplichtige: Voor zowel aanslagbelastingen (zoals inkomstenbelasting) en aangiften- of afdrachtsbelastingen (zoals BTW en loonbelasting) geldt het volgende:

10 10 Ogv. art. 68, eerste lid, onderdeel a AWR wordt degene die niet zelf verzoekt, gestraft met een geldboete van de derde categorie. Als de inspecteur vervolgens een aangifte uitreikt, waarop niet wordt gereageerd, zijn de sancties bij niet-reageren hetzelfde als onder I.1 respectievelijk I.2. ===========================

Datum Onderwerp Bijlage(n) Aangiftebiljetten

Datum Onderwerp Bijlage(n) Aangiftebiljetten Dit is het gefinaliseerde standpunt van het college inzake de status van toezending van belastingaangiftebiljetten en oproepingskaarten voor de verkiezingen. Het college blijft, met inachtneming van de

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Datum Onderwerp Bijlage(n)

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Datum Onderwerp Bijlage(n) Dit is het gefinaliseerde standpunt van het college inzake de status van toezending van oproepingskaarten voor de verkiezingen. Het college blijft, met inachtneming van de resultaten van de consultatie,

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege. ARUBA Artikel 65 ALB Ingeval een belastingplichtige of inhoudingsplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt, vóórdat

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2018 (Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2018).

UITVOERINGSREGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2018 (Uitvoeringsregeling hondenbelasting 2018). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam; gelet op het bepaalde in: - de artikelen 6, 7 en 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verbinding met de artikelen 231,

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2 hoofdstuk Algemene wet inzake rijksbelastingen Oefenopgaven Opgave 2.1 a. De feitelijke omstandigheden zijn van belang (art. 4 AWR). Het belangrijkste criterium is waar het gezin verblijft en waar het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat zij, hoewel daartoe na haar emigratie naar Spanje geen enkele aanleiding bestaat, nog regelmatig aangiftes en andere stukken van de Belastingdienst ontvangt.

Nadere informatie

XXXX. Geachte heer XXXX,

XXXX. Geachte heer XXXX, Retouradres: Postbus 93122, 2509 AC Den Haag XXXX Geachte heer XXXX, Pagina 1/5 U heeft ons geschreven over de beslissing van de Belastingdienst op het namens de heren XXXX en XXXX (hierna: uw cliënten)

Nadere informatie

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Het hoe en waarom van de belastingheffing Hoofdstuk 1 Het hoe en waarom van de belastingheffing 1.1 Onderscheid in belastingen De sociale, economische maar ook de juridische gevolgen van de belastingheffing verschillen naar gelang het type belasting.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 470 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van administratieve

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juni 1999 Rapportnummer: 1999/252

Rapport. Datum: 7 juni 1999 Rapportnummer: 1999/252 Rapport Datum: 7 juni 1999 Rapportnummer: 1999/252 2 Klacht Op 23 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Voorschoten, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte Directoraat-Generaal Belastingdienst De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 25 augustus 2008 17 juni 2008 (2070822910)

Nadere informatie

NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES

NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES EERSTE AFDELING ALGEMEEN Artikel 1 Definities In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis:

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/427

Rapport. Datum: 6 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/427 Rapport Datum: 6 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/427 2 Klacht Op 7 juli 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer V. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Centrale

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293 Rapport Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat de Belastingdienst/Noord/kantoor Groningen hun ten onrechte en ongevraagd de algemene heffingskorting heeft

Nadere informatie

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208 Rapport Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Randmeren geen uitspraak heeft gedaan op zijn bezwaarschrift van 30 juni 2005 tegen de heffingsrente

Nadere informatie

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De heer drs J.W.M. Schuyt RA Postbus 90357 1006 BJ AMSTERDAM 1006BJ90357 Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201196 Zaaknummer: 09.0118.07 29 mei 2009 van het college van

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157 ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00157 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Instantie: Hof 's-gravenhage Datum: 30 maart 2012 Magistraten: Tromp, Sanders, Visser Zaaknr: BK-10/00547 Conclusie: - LJN: BW8025

Nadere informatie

Visie op de postmarkt. Geachte heer/mevrouw,

Visie op de postmarkt. Geachte heer/mevrouw, Visie op de postmarkt Geachte heer/mevrouw, Elk jaar spreekt het college van OPTA, de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatie Autoriteit, zich uit over de verwachte toekomstige ontwikkelingen op de post-

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78 HR 7 januari 1970, Vertrouwen op beleid 1 Vertrouwen op beleid 7 januari 1970, nr. 16.201 AX6845 BNB 1970/78 Voorafgaande beslissing: Gerechtshof Amsterdam 23 januari 1969 Belanghebbende beroept zich op

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel "Tariefpakket Extra" -

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel Tariefpakket Extra - Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2003/201506 2003-U-00147-RvB 03/022 pricing

Nadere informatie

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) I. Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 12bis Belastbare

Nadere informatie

Besluit van 8 april 2009, nr. CPP2009/482M, Stcrt. nr. 70

Besluit van 8 april 2009, nr. CPP2009/482M, Stcrt. nr. 70 Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting Versoepeling uitvoering terugwenteling verliezen over 2008 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit

Nadere informatie

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst.

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Geachte heer, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt,, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Waar gaat het om? Uw cliënt is ondernemer. Hij exploiteert een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 175 Aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden.

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden. CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR614338_1 20 november 2018 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden No. 2018/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2007:BB2114

ECLI:NL:RBHAA:2007:BB2114 ECLI:NL:RBHAA:2007:BB2114 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 22-08-2007 Zaaknummer 06-12286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219

Rapport. Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219 Rapport Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219 2 Klacht Op 9 januari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer R. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Particulieren

Nadere informatie

Besluit nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en leges 2011

Besluit nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en leges 2011 Besluit nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en leges 2011 Hoofdstuk I Begripsbepalingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. het dagelijks

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21101 29 december 2010 Vaststelling van de Uitvoeringsregeling investeringsaftrek Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333 ENERGIEKAMER Aan NauthaDutilh N.V. T.a.v. mr. H. Kerstholt Postbus 1110 3000 BC ROTTERDAM Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 53083442 RTD C 696033 / 17103155/3.B1333 Onderwerp Verzoek om een informele

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 april 2001 Rapportnummer: 2001/114

Rapport. Datum: 25 april 2001 Rapportnummer: 2001/114 Rapport Datum: 25 april 2001 Rapportnummer: 2001/114 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Centrale Financiën Instellingen tot op het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde (5 juli 2000)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-11-2014 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 14_7761 OB Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste aanleg

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23 Voorwoord / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 17 1 Inleiding / 21 2 Algemene bepalingen / 23 2.1 De reikwijdte van de AWR / 23 2.2 De begripsbepalingen van de AWR / 25 2.2.1 Inleiding / 25 2.2.2 Begripsbepalingen

Nadere informatie

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060.

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060. \81e>vat>' uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer Uitspraak van 30 maart 2018 in het geding tussen: y z >B.V. te' I, belanghebbende, en P de inspecteur van de Belastingdienst,

Nadere informatie

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum De raad van de gemeente Renkum; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; Gelet op artikel

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 april 2001 Rapportnummer: 2001/096

Rapport. Datum: 6 april 2001 Rapportnummer: 2001/096 Rapport Datum: 6 april 2001 Rapportnummer: 2001/096 2 Klacht De Belastingdienst/Particulieren Den Haag heeft aan verzoekster een op 10 augustus 2000 gedagtekende negatieve voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie

Nadere informatie

Onjuiste informatie op parkeerautomaat Gemeente Amsterdam Cition

Onjuiste informatie op parkeerautomaat Gemeente Amsterdam Cition Rapport Gemeentelijke Ombudsman Onjuiste informatie op parkeerautomaat Gemeente Amsterdam Cition 20 juli 2011 RA110981 Samenvatting Op dinsdag 1 juni 2010 parkeert een vrouw haar auto op de Jacob van Lennepkade.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 200 Besluit van 28 april 2000, houdende regels betreffende de postale dienstverlening (Postbesluit) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf )

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf ) VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf 1-1-2017) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 maart 2000 Rapportnummer: 2000/095

Rapport. Datum: 15 maart 2000 Rapportnummer: 2000/095 Rapport Datum: 15 maart 2000 Rapportnummer: 2000/095 2 Klacht Op 10 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift ingediend door H. Inc. te Gameren, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Bijlage 1, behorende bij brief met kenmerk

Bijlage 1, behorende bij brief met kenmerk OPTA/T/98/1343 Bijlage 1, behorende bij brief met kenmerk Commentaar wijziging van de Postwet Redactioneel commentaar: Algemeen De huidige omschrijving vervoer van postzendingen wordt vervangen door postvervoer

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; No. 2014/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; dat het gewenst is om nadere

Nadere informatie

betalingsregeling voor de opgelegde aanslag vennootschapsbelasting (hierna:

betalingsregeling voor de opgelegde aanslag vennootschapsbelasting (hierna: Postadres Postbus 93122 2509 AC Den Haag Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 151 2594 AG Den Haag Tel: (070) xxxxxx Fax: (070) 360 75 72 bureau@nationaleombudsman.nl www.nationaleombudsman.nl Geachte heer Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 Instantie Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer BRE - 15 _ 7455 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 16-06-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 315 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) f,r'- J Wop uitspraak RECHTBAN ARNHEM Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) VM 1 o HAART 2008 inzake \f de erven van

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486 Rapport Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Holland Midden/kantoor Leiden zijn (privé-)agenda niet aan hem heeft geretourneerd. Beoordeling

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. BELASTINGKAMER 13 juni 1986 Nr. 253/85

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. BELASTINGKAMER 13 juni 1986 Nr. 253/85 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN DERDE ENKELVOUDIGE UITSPRAAK BELASTINGKAMER 13 juni 1986 Nr. 253/85 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, derde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep namens X te Z

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223 Rapport Afwijzing kwijtscheldingsverzoek Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat de directeur van de Belastingdienst op 16 juni 2014 haar beroep tegen de

Nadere informatie

(Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden)

(Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Coevorden. Nr. 184154 23 december 2016 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden No. 2016/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis ECLI:NL:GHARL:2014:2897 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-04-2014 Datum publicatie 18-04-2014 Zaaknummer

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/01325

ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/01325 ECLI:NL:GHAMS:2005:AS7261 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-02-2005 Datum publicatie 23-02-2005 Zaaknummer 04/01325 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Openbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons

Openbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons Ons OPTA/IPB/2006/200167 kenmerk: Zaaknummer: W.16.05 Datum: 3 februari 2006 Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 maart 2000 Rapportnummer: 2000/123

Rapport. Datum: 30 maart 2000 Rapportnummer: 2000/123 Rapport Datum: 30 maart 2000 Rapportnummer: 2000/123 2 Klacht Op 27 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer P. te Hoofddorp, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 738 Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening

Nadere informatie

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen

Nadere informatie

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Begripsomschrijving Artikel 1 In deze beroepsregeling wordt verstaan onder: Gedragscode: De gedragscode die de VBO, VSO en MOA hebben vastgesteld

Nadere informatie

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 08-07-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8571 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. telefoon telefax

Pagina 1 van 7. telefoon telefax Notitie : 8VERAS-ASB.12553a.N Van : secretariaat Voor : leden Versiedatum : 4-1-2019 Betreft : voorwaarden voor vrijstelling stortbelasting asbesthoudende dakbedekking per 2019 Bij de behandeling van het

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/280

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/280 Rapport Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/280 2 Klacht Op 3maart 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer en mevrouw A. te Hengelo, ingediend door De Boer BV, Boekhoud-

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Bestuurlijk rechtsoordeel

Bestuurlijk rechtsoordeel Bestuurlijk rechtsoordeel Kenmerk: 17344/2010004875 Betreft: rechtsoordeel inzake status supplementen op uitgave Wetboek van Koophandel, Faillissementswet, financieel en sociaal-economisch recht Bestuurlijk

Nadere informatie