Staten

Transcriptie

1 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 23 s-i-cutext, iyc&n ayma-{a- tkibi,n )(Awl) ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) ralelmile _ STATEN VAN ARUBA Ingek. Volgnr. fir $0% AANBIEDING CLO De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting). Oranjestad, 2 6 MAR 2010 nancien, Communicate, Utiliteiten en van stitie en Ondervvijs, / 4 // /Pe 0,nr / oerisme, Transport en A rbeid,

2 Staten Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 23 slioutuvb cbia)))-(/ 94L-10t-ANI. rra. )x09_ Landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) ONTWERP no.1.) IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het, in het kader van de behoefte aan middelen voor het instellen van twee fondsen voor de promotie van Aruba in het buitenland onderscheidenlijk voor het verbeteren van het toeristische product Aruba, het wenselijk is om het percentage van de logeerbelasting aan te passen; - dat het tevens wenselijk is om de heffingsgrondslag voor bepaalde categorieen belastingplichtigen aan te passen; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsveror- dening:

3 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 23 2 Artikel I In artikel 5 van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) worden de navolgende wijzigingen aangebracht: A. in het eerste lid worden het woord "zes" vervangen door: zeven-en-een-half; B. in het tweede lid vervalt het zinsdeel beginnend met "tweemaal" en eindigend met "betalen" en wordt de afsluitende punt vervangen door een dubbele punt, onder toevoeging van drie nieuwe onderdelen en een nieuwe volzin, luidende: a. Afl. 179,- per dag voor een studio; b. Afl. 193,95 per dag voor een een slaapka- mer appartement; c. Afl. 223,75 per dag voor de niet onder a of b genoemde logement- en hotelruimten., C. in het derde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. de woorden "reis- en verblijfpakket" worden vervangen door: "verblijfpakket, doch ten minste op Afl. 162,- per dag, vermeerderd met de toeslagen"; b. na de afsluitende punt achter de tekst, wordt er een nieuwe volzin toegevoegd, luidende: Bij regeling van de Minister kan het in de vorige volzin genoemde bedrag worden gewijzigd. D. het vierde lid vervalt; F. in het eerste lid wordt het woord "zeven-en-een-half' vervangen door: negen-en-een-half.

4 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 23 3 Artikel II Artikel I, onderdelen A, B, C en D treden in werking met ingang van 1 april 2010 terwijl artikel I, onderdeel F in werking treedt met ingang van 1 juli Gegeven to Oranjestad, De minister van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie, De minister van Justitie en Onderwijs, De minister van Toerisme, Transport en Arbeid,

5 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 23 SfaitUruOaAna arlaa-ra, Xul-Uvitsrayt, :Loos-, Landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) MEMORIE VAN TOELICHTING 110. Algemene toelichting De regering is voornemens om op korte termijn twee fondsen in te stellen met het oog op de dekking van de kosten voor de promotie van Aruba als toeristische attractie in het buitenland (het Aruba Tourism Marketing Fund), alsmede voor het verbeteren van het toeristische product Aruba (het Tourism Product Enhancement Fund). Het bestaan van dergelijk bestemmingsfondsen heeft het voordeel dat men op een efficientere wijze gebruik kan maken van de beschikbare gelden voor het aantrekken van meer toeristen dan thans het geval is. Er kan dan niet enkel worden gestreefd naar een grotere kwantiteit, doch ook naar een hogere kwaliteit van toerisme, waardoor meer welgestelde toeristen aangetrokken kunnen worden. Door speciaal daartoe ingesteld fondsen te hebben, zullen de met de promotie van Aruba in het buitenland belaste autoriteiten beter in staat zijn om een gericht werkplan op te stellen. Voor de bekostiging van deze promotie zullen zij ook niet meer afhankelijk zijn van de begroting van het ministerie van toerisme. Daardoor zal er een grotere flexibiliteit worden bereikt waardoor men zich beter kan aanpassen aan de dynamiek van de ontwikkelingen op gebied van het toerisme. Zodoende zal Aruba ook in staat zijn om als toeristische attractie aan de top te blijven. Het proces om middelen te verkrijgen door middel van de algemene begroting van het Land neemt immers veel tijd in beslag, waardoor die middelen niet op de meest optimale wijze kunnen worden aangewend voor het ontwikkelen van het Arubaanse toerisme. Het verdient aanbeveling te vermelden dat de regering van plan is om deze nieuwe fondsen te laten besturen door speciale "Tourism

6 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 23 2 Boards", die uit leden van zowel de publieke- als de private sector zal bestaan. Daardoor wordt er gewaarborgd dat de opvattingen van de private sector ten aanzien van de ontwikkelingen van het Arubaanse toerisme ook in acht zullen worden genomen. Het oogmerk van de regering is om deze nieuwe fondsen te voeden met de opbrengsten uit logeerbelasting, die op een speciaal daartoe bij de Centrale Bank van Aruba geopende rekening zullen worden gestort. Nu het tarief van de belasting op bedrijfsomzetten verlaagd is met 1,5%, is de regering van oordeel dat er thans meer ruimte is om tot een verhoging van het tarief van de logeerbelasting over te gaan. Door de regering wordt het tevens noodzakelijk geacht om in het onderhavige ontwerp tevens wijzigingen aan te brengen in een tweetal heffingsgrondslagen. Het betreft die heffingsgrondslagen ter zake van de zgn. timeshare-eenheden en allinclusive-pakketten. Deze huidige heffingsgrondslagen leggen immers een hoge belastingdruk op zowel de timeshare-eigenaren als de hotels die all-inclusives-pakketten aanbieden. Deze hoge belastingdruk zou nadelige gevolgen teweeg kunnen brengen voor het Arubaanse toerisme. De regering acht het derhalve wenselijk om nieuwe uitgangspunten omtrent de nieuwe heffingsgrondslag voor deze twee categorieen logement- en hotelruimten - namelijk dat er een vaste basis wordt ingevoerd afhankelijk van de timeshare-eenheid alsmede dat de reiskosten bij de all-inclusives pakketten niet meegerekend worden voor de vaststelling van de heffingsgrondslag - wettelijk vast te stellen. Tot slot wenst de regering te kennen te geven dat er overleg met de AHATA is gevoerd en dat deze instantie geen bezwaren heeft tegen de in het onderhavige ontwerp opgenomen verhoging van de logeerbelasting, met dien verstande dat de inkomsten uit deze belasting in een speciaal fonds zullen worden gestort. Daardoor wordt ook blijk gegeven dat de directe belanghebbenden bij de uitvoering van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) zich kunnen vinden in de voorgestelde verhoging van het tarief van logeerbelasting.

7 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 23 3 Wat de financiele gevolgen van het onderhavige ontwerp betreft moge worden vermeld dat de wijziging van het tarief van de logeerbelasting geen extra kosten voor het Land zal opleveren. Op de inhoud van de voorgestelde wijzigingen zal in de artikelsgewijze toelichting nog nader worden ingegaan. Artikelsgewijze toelichting Ad artikel I Onderdeel A Ten einde over de benodigde middelen te kunnen beschikken voor de voeding van het nieuw in te stellen fonds voor toerisme, wordt het thans door de regering wenselijk geacht om het tarief van logeerbelasting te verhogen. Het huidige tarief zoals vastgelegd in het eerste lid van artikel 5 van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) is zes procent. Een van de doelstellingen van het fonds is het bekostigen van de verbetering van het toeristische product Aruba. Door de regering wordt het wenselijk geacht om enerzijds degenen die primair profijt hebben bij deze positieve ontwikkelingen een rechtvaardig aandeel in die ontwikkelingen te laten dragen, en om anderzijds het minder draagkrachtige deel van de Arubaanse bevolking zoveel mogelijk in die uitgaven te ontzien. De ons land bezoekende toerist zal dan ook een directe bijdrage aan 's Lands kas moeten doen als appreciatie voor de door de overheid gepleegde investeringen ten behoeve van een voor hem aangenaam verblijf. De regering is van plan om het tarief allereerst met ingang van 1 april 2010 te verhogen naar 7,5% en vervolgens met ingang 1 juli 2010 naar 9,5% (vide onderdeel F).

8 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 23 4 Onderdeel B De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen strekken voomamelijk tot het opheffen van de problematiek inzake de heffingsgrondslag bij de zogeheten "timeshares". Dit is het gevolg van de thans is in het tweede lid van artikel 5 opgenomen berekeningsmethode waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat de vergoeding die de eigenaar van een "timeshare" betaald, tweemaal het jaarlijkse onderhoudsbedrag ofwel de "maintenance fee" is. In plaats van een dergelijke op het onderhoudsbedrag gebaseerde berekeningsmethode die in de praktijk moeilijk hanteerbaar is, wordt thans voorgesteld om per soort verblijf een vaste vergoeding vast te stellen, te weten: Afl. 179,- per dag voor een studio; Afl. 193,95 per dag voor een een slaapkamer appartement ("one bedroom unit"); - Afl. 223,75 per dag voor de overige hotel- en logementruimten ("two bedroom unit", een "penthouse" en alle overige "units"). Met deze wijziging van de heffingsgrondslag wordt de huidige uitvoeringspraktijk wettelijk vastgelegd. Onderdeel C De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen betreffen de zgn. "allinclusive" pakketen. Ook met deze wijziging wordt beoogd om de huidige uitvoeringspraktijk wettelijk vast te leggen. Op grond van de jurisprudentie behoren ook de toeslagen, zoals bijvoorbeeld service charge en energy charge tot de vergoeding. Deze toeslagen dienen voor het voile bedrag in aanmerking te worden genomen. Dit wordt ter verduidelij king expliciet opgenomen. Tevens is de mogelijkheid opgenomen het minimum bedrag te indexeren bij ministeriele regeling.

9 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 23 5 Onderdeel D Dit onderdeel houdt verband met de wijzigingen ten aanzien van de heffingsgrondslag bij timeshares in het tweede lid en het "verplaatsen" van het minimum bedrag ad Afl. 162,- van de "all-inclusive" pakketten in het derde lid. Onderdeel F De regering is voornemens om het tarief van logeerbelasting allereerst te verhogen naar 7,5% en daama naar 9,5%. Zoals hiervoor reeds in de toelichting op onderdeel A is vermeld, zal de eerste verhoging met ingang van 1 maart 2010 in werking treden en de tweede met ingang van 1 juli Ad artikel II Ten einde de inwerkingtredingen van de voorgenomen verhogingen van het tarief van logeerbelasting met ingang van 1 april 2010 onderscheidenlijk 1 juli 2010 vast te leggen, wordt in dit artikel een voorziening getroffen. De minister ommunicatie, Utiliteiten e

10 Staten Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 23 6 De minister van Justitie en Onderwijs, De minister van Toerisme, Transport en Arbeid,

11 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 23 ARUBA RAAD VAN ADVIES L.G. Smith Boulevard 8, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) Fax (297) rva@setarnet.aw S4-cktery Vatirt, CVIAA,6 ioc - 62_, (j1 c,52, A I I -3 -ZOO smgp 04!wit) AAN ZIJNE EXCELLENTIE DE GOUVERNEUR VAN ARUBA T.A.V. DE MINISTER VAN JUSTITIE BESTUURSKANTOOR ALHIER g, 11 O uff A- kenmerk: LV-10/0003 nderwerp: uw brief: Ons kenmerk: RvA Ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) Oranjestad, 10 maart 2010 Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting), moge de Raad Uwe Excellentie het volgende berichten. 1. Het onderhavige ontwerp is de Raad op 23 februari 2010 aangeboden met het verzoek het binnen zeven dagen te willetht;andelen. Enige reden tot een voorrangbehandeling is door de regering niet aangegeven, noch is hiervan aan de Raad anderszins gebleken. De Raad moge erop wijzen dat met verzoeken tot spoedbehandeling terughoudend dient te worden omgegaan. Voorts is het usance dat vanwege de Minister President eventueel om een voorrangsbehandeling kan worden gevraagd, omdat het met voorrang in behandeling nemen van enig ontwerp vertraging oplevert bij de advisering van reeds aanhangige ontwerpen, hetgeen van invloed kan zijn op het algemeen regeringsbeleid. Te uwer informatie is een copie van de bekendmaking van het beleid inzake voorrangsbehandeling bijgesloten. 2. Met betrekking tot de doelstelling van het onderhavige ontwerp wil de Raad aandacht vragen voor het feit dat de oprichting van het desbetreffende fonds vooraf gaat aan het voorzien in de voeding van een dergelijk fonds. Immers, een groot aantal aspecten is thans nog niet duidelijk. Zo rijst de vraag of de regering voomemens is een begrotingsfonds in te stellen dan wel anderszins middelen ter beschikking wil stellen om doelbestedingen te doen. Deze keuze heeft implicaties met betrekking tot de Comptabiliteitsverordening Met de doelbestemming wordt een aanzienlijk deel onttrokken aan 's Lands middelen en daarmee aan het budgetrecht van de Staten. De Raad acht het van belang dat aan de Staten van Aruba derhalve eerst - dan wel gelijktijdig - een ontwerp met betrekking tot de oprichting en taak en doelstelling van een toerismefonds wordt voorgelegd. 3. Van het voorgenomen fonds dient voorts vooral duidelijk te zijn waar het voor is bedoeld, onder wiens verantwoordelijkheid het fonds valt, wie het fonds beheert, alsmede hoe het toezicht zal zijn geregeld op de doelmatige en rechtmatige aanwending van de middelen. Met betrekking tot de doelstelling maakt de Raad uit de considerans op dat het 1

12 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 23 RvA zal betreffen: een 'fonds voor de promotie van Aruba in het buitenland'. In de toelichting, die formeel geen kracht van wet heeft, staat dat het fonds mede `voor het verbeteren van het toeristische product Aruba' zou zijn bedoeld. Indien deze brede taakstelling het beoogde doel is, dan client dit niet alleen uit de tekst van de onderhavige landsverordening te blijken, doch vooral uit een landsverordening houdende voorzieningen tot instelling van enig fonds. Het komt de Raad voor dat de aanwending van de 's Lands middelen tevens dient te zijn gericht op de bier te lande benodigde investeringen in infrastructuur en kwaliteit van het product Aruba en zich niet dient te beperken tot het feitelijk voor rekening nemen van de wervingskosten van de hotelsector. In dat verband merkt de Raad op dat niet kenbaar is gemaakt wat de (financiele) bijdrage van de private sector zal zijn aan dit fonds, waannee wordt beoogd de copvattingen (van de) prive sector in acht (te) nemen' (vide pagina 1 van de toelichting). 4. Met betrekking tot de doelmatigheid wil de Raad erop wijzen dat niet wordt aangetoond waarom het instellen van een apart fonds doelmatig is. Van welke rekening de te maken kosten worden betaald, heeft op zich geen invloed op werkwijze of doelmatigheid van een Tourism Board. 5. De Raad heeft voorts geconstateerd dat een financiele paragraaf ontbreekt, waardoor onder meer geen inzicht wordt verkregen in: 1. de middelen: a. wat wordt jaarlijks gegenereerd aan logeerbelasting? Volgens opgave van de Belastingdienst bedroeg de logeerbelating over het jaar 2009 ruim 33 miljoen florin; b. wat zal naar verwachting de additionele opbrengst zijn van de onderhavige voorgestelde verhoging? c. worden de volledige opbrengsten gealloceerd aan het fonds, of uitsluitend de verhogingen? d. wat zijn de bijdragen van de private sector? 2. de kosten: a. wat zijn de kosten van de Tourism Board? b. wat zijn de doelstellingen van het fonds en wat zijn de in verband daannee te maken kostenposten en ramingen? 6. De Raad merkt op dat de voorgestelde verhoging aanzienlijk is: uit voorgesteld Artikel II volgt dat de eerste tranche (van 6 naar 7,5%) een verhoging van 25% bedraagt (beoogd is kennelijk met ingang van de inwerkingtreding van het onderhavige voorstel), snel gevolgd door een tweede tranche (van 7,5% naar 9,5%), waarmee de verhoging op meer dan 58% van het huidige tarief neerkomt. Zijn de effecten en feasibility van deze verhoging bestudeerd dan wel besproken met de private sector? In verband hiennee merkt de Raad op dat het tarief dat in Curacao wordt gehanteerd voor logeergastenbelasting op 7% is gesteld en ook dat de tarieven voor timeshare aanmerkelijk lager zijn. Loopt hiennee het toeristisch product Aruba niet in gevaar? 7. In onderdeel B wordt voorgesteld dat de bedragen bij regeling van de Minister kunnen worden gewijzigd. De Raad moge erop wijzen dat dit voorstel strijd oplevert met artikel V.II van de Staatsregeling van Aruba, waarin is geregeld dat belastingen worden geheven uit kracht van een landverordening. Dat de hoogste wetgever destijds ten principale delegatie inzake verplichtingen tot het doen van venuogensoverdrachten aan de overheid, anders dan op basis van privaatrechtelijke rechtsregels onmogelijk heeft 2

13 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 23 RvA willen maken, blijkt uit de toelichting op dit artikel. De ratio van de vereiste fo meelwettelijke basis is mede gelegen in het budgetrecht van de Staten van Aruba. De Raad kan zich op grond van het bovenstaande niet verenigen met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp en geeft u mitsdien in overweging dit aan de Staten ter goedkeuring aan to bieden, niet dan nadat met het voorgaande rekening zal zijn gehouden. Secretaris, De Voorzitter, mr. H.A. van der Wal Bijlage: Beleid van de Raad t.a.v. spoedstukken en termijnstellingen dd. 21 april 2004 (RvA-04) 3

14 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 14 van 23 ARUBA RAAD VAN ADVIES L.G. Smith Boulevard 8, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) Fax (297) rva@setarnet.aw KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA 17 MAW 2010 L ii--/o/d803 Doorgezonden: Dossier: uw kenmei k: LV-10/0003 AAN ZIJNE EXCELLENTIE DE GOUVERNEUR VAN ARUBA T.A.V. DE MINISTER VAN JUSTITIE BESTUURSKANTOOR ALHIER. uw brief: Ons kenmerk: RvA Onderwerp: Ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) Oranjestad, 10 maart 2010 Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting), moge de Raad Uwe Excellentie het volgende berichten. 1. Het onderhavige ontwerp is de Raad op 23 februari 2010 aangeboden met het verzoek het binnen zeven dagen te willen behandelen. Enige reden tot een voorrangbehandeling is door de regering niet aangegeven, noch is hiervan aan de Raad anderszins gebleken. De Raad moge erop wijzen dat met verzoeken tot spoedbehandeling terughoudend dient te worden omgegaan. Voorts is het usance dat vanwege de Minister President eventueel om een voorrangsbehandeling kan worden gevraagd, omdat het met voorrang in behandeling nemen van enig ontwerp vertraging oplevert bij de advisering van reeds aanhangige ontwerpen, hetgeen van invloed kan zijn op het algemeen regeringsbeleid. Te uwer informatie is een copie van de bekendmaking van het beleid inzake voorrangsbehandeling bijgesloten. 2. Met betrekking tot de doelstelling van het onderhavige ontwerp wil de Raad aandacht vragen voor het feit dat de oprichting van het desbetreffende fonds vooraf gaat aan het voorzien in de voeding van een dergelijk fonds. Immers, een groot aantal aspecten is thans nog niet duidelijk. Zo rijst de vraag of de regering voornemens is een begrotingsfonds in te stellen dan wel anderszins middelen ter beschikking wil stellen om doelbestedingen te doen. Deze keuze heeft implicaties met betrekking tot de Comptabiliteitsverordening Met de doelbestemming wordt een aanzienlijk deel onttrokken aan 's Lands middelen en daarmee aan het budgetrecht van de Staten. De Raad acht het van belang dat aan de Staten van Aruba derhalve eerst - dan wel gelijktijdig - een ontwerp met betrekking tot de oprichting en taak en doelstelling van een toerismefonds wordt voorgelegd. 3. Van het voorgenomen fonds dient voorts vooral duidelijk te zijn waar het voor is bedoeld, onder wiens verantwoordelijkheid het fonds valt, wie het fonds beheert, alsmede hoe het toezicht zal zijn geregeld op de doelmatige en rechtmatige aanwending van de middelen. Met betrekking tot de doelstelling maakt de Raad uit de considerans op dat het 1

15 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 23 RvA zal betreffen: een 'fonds voor de promotie van Aruba in het buitenland'. In de toelichting, die fon-neel geen kracht van wet heeft, staat dat het fonds mede `voor het verbeteren van het toeristische product Aruba' zou zijn bedoeld. Indien deze brede taakstelling het beoogde doel is, dan dient dit niet alleen uit de tekst van de onderhavige landsverordening te blijken, doch vooral uit een landsverordening houdende voorzieningen tot instelling van enig fonds. Het komt de Raad voor dat de aanwending van de 's Lands middelen tevens dient te zijn gericht op de hier te lande benodigde investeringen in infrastructuur en kwaliteit van het product Aruba en zich niet dient te beperken tot het feitelijk voor rekening nemen van de wervingskosten van de hotelsector. In dat verband merkt de Raad op dat niet kenbaar is gemaakt wat de (financiele) bijdrage van de private sector zal zijn aan dit fonds, waarmee wordt beoogd de `opvattingen (van de) prive sector in acht (te) nemen' (vide pagina 1 van de toelichting). 4. Met betrekking tot de doelmatigheid wil de Raad erop wijzen dat niet wordt aangetoond waarom het instellen van een apart fonds doelmatig is. Van welke rekening de te maken kosten worden betaald, heeft op zich geen invloed op werkwijze of doelmatigheid van een Tourism Board. 5. De Raad heeft voorts geconstateerd dat een financiele paragraaf ontbreekt, waardoor onder meer geen inzicht wordt verkregen in: 1. de middelen: a. wat wordt jaarlijks gegenereerd aan logeerbelasting? Volgens opgave van de Belastingdienst bedroeg de logeerbelating over het jaar 2009 ruim 33 miljoen florin; b. wat zal naar verwachting de additionele opbrengst zijn van de onderhavige voorgestelde verhoging? c. worden de volledige opbrengsten gealloceerd aan het fonds, of uitsluitend de verhogingen? d. wat zijn de bijdragen van de private sector? 2. de kosten: a. wat zijn de kosten van de Tourism Board? b. wat zijn de doelstellingen van het fonds en wat zijn de in verband daarmee te maken kostenposten en ramingen? 6. De Raad merkt op dat de voorgestelde verhoging aanzienlijk is: uit voorgesteld Artikel II volgt dat de eerste tranche (van 6 naar 7,5%) een verhoging van 25% bedraagt (beoogd is kennelijk met ingang van de inwerkingtreding van het onderhavige voorstel), snel gevolgd door een tweede tranche (van 7,5% naar 9,5%), waarmee de verhoging op meer dan 58% van het huidige tarief neerkomt. Zijn de effecten en feasibility van deze verhoging bestudeerd dan wel besproken met de private sector? In verband hiermee merkt de Raad op dat het tarief dat in Curacao wordt gehanteerd voor logeergastenbelasting op 7% is gesteld en ook dat de tarieven voor timeshare aanmerkelijk lager zijn. Loopt hiermee het toeristisch product Aruba niet in gevaar? 7. In onderdeel B wordt voorgesteld dat de bedragen bij regeling van de Minister kunnen worden gewijzigd. De Raad moge erop wijzen dat dit voorstel strijd oplevert met artikel V.II van de Staatsregeling van Aruba, waarin is geregeld dat belastingen worden geheven uit kracht van een landverordening. Dat de hoogste wetgever destijds ten principale delegatie inzake verplichtingen tot het doen van vermogensoverdrachten aan de overheid, anders dan op basis van privaatrechtelijke rechtsregels onmogelijk heeft 2

16 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van 23 RvA willen maken, blijkt uit de toelichting op dit artikel. De ratio van de vereiste formeelwettelijke basis is mede gelegen in het budgetrecht van de Staten van Aruba. De Raad kan zich op grond van het bovenstaande niet verenigen met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp en geeft u mitsdien in overweging dit aan de Staten ter goedkeuring aan to bieden, niet dan nadat met het voorgaande rekening zal zijn gehouden. p Secretaris, mr. H.A. van der Wal Bijlage: Beleid van de Raad t.a.v. spoedstukken en termijnstellingen dd. 21 april 2004 (RvA-04) 3

17 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van 23 ARUBA RAAD VAN ADVIES Vondellaan 6 D, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) / Fax (297) KABiNET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA Volgno: Doorgezonden: Dossier. 1 7 MAU 2010 Aan de Minister President Bestuurskantoor L.G. Smithboulevard 76 ALHIER Uw kenmerk: uw brief: Ons kenmerk: RvA Onderwerp: Beleid van de Raad t.a.v. Oranjestad, 21 april 2004 spoedstukken en termijnstellingen In zijn vergadering van heden heeft de Raad zijn beleid ten aanzien van spoedstukken en termijnstellingen vastgesteld, hetgeen luidt als volgt. Door de Raad worden uitsluitend als spoedstuk' aangemerkt die ontwerpen of adviesaanvragen ten aanzien waarvan door de voorzitter van de Staten, de ministerraad of door de minister president gemotiveerd een spoedbehandeling is gevraagd. Spoedstukken worden voor de eerstvolgende vergadering van de Raad als eerste te behandelen ontwerp geagendeerd, tenzij de voorzitter van de Raad bepaalt dat de spoedeisendheid vergt dat het ontwerp of de adviesaanvrage op een eerdere datum wordt behandeld. De Raad acht zich niet gebonden aan termijnstellingen. De minister president en de voorzitter van de Staten kunnen omtrent spoedstukken (telefonisch) overleg met de voorzitter en de secretaris plegen. De desbetreffende beleidsministers kunnen, gemachtigd door de ministerraad, omtrent spoedstukken (telefonisch) overleg met de voorzitter en de secretaris plegen. Om de behandeling van spoedstukken te bespoedigen, kan inhoudelijk (ambtelijk) overleg met de secretaris worden gevoerd. In dat geval informeert de secretaris de voorzitter. 1

18 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 18 van 23 RvA Namens de Raad wordt u gevraagd bovenstaande beleidsregels aan de overige leden van de ministerraad bekend te willen maken. Vertrouwende u hiermee naar behoren te hebben geinformeerd, De Secretaris, De Voorzitter, A. van der Wal r. A.L. Nic 2

19 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van 23 ARUBA 516-ute,a, vax) Cbuifyit_ , N fay_ vo4,, KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA Qoprpzonden: Dgmicg; 2 6 MAARI 2010 L V-40/0003 Aan de Gouverneur van Aruba, Plaza Eman 3, ALHIER. Uw kerne& Onderwerp: 1.1w brief: One Wm*: SMR 14.) l0 ontwerp-landsverordening tot wijziging van de Landsverordening logeerbelasting (AB 1989 no. GT 40) (aanpassing tarief van de logeerbelasting) Oranjestad, MAR Ik heb de eer u hierbij, mede namens mijn ambtgenoten van Financien en Economische Zaken alsmede van Toerisme, Transport en Arbeid, aan te bieden het advies van de Raad van Advies d.d. 10 maart 2008, nr , betreffende het bovenvermelde ontwerp. De Raad kan zich niet met de doelstelling en de inhoud van het ontwerp verenigen, en adviseert u dit aan de Staten ter goedkeuring aan te bieden, niet dan nadat met zijn opmerkingen rekening is gehouden. Op de opmerkingen van de Raad zal worden ingegaan in de volgorde zoals die door de Raad in zijn advies is aangehouden. 1 De Raad maakt allereerst een opmerking ter zake het aan hem gedane verzoek om het onderhavige ontwerp binnen zeven dagen te behandelen, en wij st in dat kader erop dat met verzoeken tot spoedbehandeling terughoudend dient te worden omgegaan. Ten aanzien van deze opmerking van de Raad zij vermeld dat de ondergetekende zich daarin kan vinden en zoveel mogelijk zal nastreven om dergelijke verzoeken te voorkomen. In het huidige geval was echter om spoedbehandeling verzocht vanwege het feit dat de door de regering beoogde datum van inwerkingtreding van het ontwerp (1 maart 2010) zo nabij was. Deze datum is overigens niet meer haalbaar en het ontwerp is dan ook aangepast.

20 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van Vervolgens vraagt de Raad de aandacht voor het feit dat, gezien de strekking van het onderhavige ontwerp, de oprichting van een fonds vooraf dient te gaan aan het voorzien in de voeding van een dergelijk fonds. Daarbij is het de Raad nog niet duidelijk of het regering voomemens is om een begrotingsfonds, in te stellen, zoals voorgeschreven in de Comptabiliteitsverordening 1989 (AB 1989 no. 72), dan wel anderszins middelen ter beschikking wil stellen om doelbestedingen te doen. De keuze heeft implicaties; met de doelbesteding wordt een aanzienlijk deel onttrokken aan 's Lands middelen en daarmee aan het budgetrecht van de Staten. Ook in deze opmerkingen van de Raad kan de ondergetekende zich geheel vinden. Immers, het zij voor alle duidelijkheid nogmaals herhaald, de regering is voomemens om per 1 juli 2010 een "Aruba Tourism Marketing Fund" (hierna: ATMF) in het leven te roepen, en daarnaast een "Tourism Product Enhancement Fund" (hierna: TPEF), voor het verbeteren van het toeristische produkt Aruba. Twee begrotingsfondsen dus, ingesteld zoals voorgeschreven in de voornoemde Comptabiliteitsverordening. 3 Verder is er voor de Raad onvoldoende duidelijkheid omtrent onderwerpen zoals de verantwoordelijkheid voor het fonds, het beheer en het toezicht op de doelmatige en rechtmatige aanwending van het fonds, alsook in het bijzonder de doelstelling ervan. Ook is de Raad van oordeel dat niet voldoende kenbaar is wat er bedoeld wordt met de passage in de memorie van toelichting dat het de bedoeling van de regering is om de "opvattingen van de prive sector in acht te nemen". Met betrekking tot die opmerkingen zij het volgende vermeld. Zowel het ATMF als het TPEF zullen ressorteren onder de verantwoordelijkheid van de minister, belast met toerisme. De ATMF zal worden beheerd door een "Tourism Board", met daarin vertegenwoordigers vanuit de private en publieke sector. De TPEF zal eveneens worden beheer door een "board", met vertegenwoordigers vanuit de private en publieke sector. De doelstelling van de ATMF is het promotie van Aruba in het buitenland en die van TPEF het verbeteren van de infrastructuur en kwaliteit van het toeristische product Aruba. Wat betreft "de prive sector", zij vermeld dat daarmee bedoeld wordt dat de private sector meer kans krijgt dan voorheen om zijn opvattingen naar voren te brengen, doordat zij vertegenwoordigd zullen zijn in de voorvermelde "boards" van de twee genoemde fondsen.

21 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 21 van Daama wijst de Raad erop dat er niet aangetoond is waarom het instellen van een apart fonds voor toerisme doelmatig is. Wat deze opmerking betreft zij opgemerkt dat de regering van oordeel is dat de doelstelling van de ATMF en het TPEF beter wordt gediend wanneer dit geschied in de vorm van speciaal daarvoor op te richten begrotingsfondsen. Hiermee kunnen immers de financiele middelen voor het financieren van het toeristische beleid op een effectieve en continubasis gegarandeerd worden. Het merendeel van de opbrengsten uit logeerbelasting is bestemd voor de promotie en marketing van Aruba. Echter het proces om middelen te verkrijgen ten einde de doelstellingen van de fondsen te kunnen realiseren door middel van de algemene begroting van het Land neemt veel tijd in beslag, waardoor die middelen niet op de meest optimale wijze kunnen worden aangewend voor het realiseren van projecten. In de situatie van de nieuwe speciale begrotingsfondsen zal als inkomstenbron voor het ATMF gelden 7,5% van de opbrengsten uit de logeerbelasting (die per 1 april 2010 van 6 procent tot 7,5% wordt verhoogd en per 1 juli 2010 tot 9,5%). Daarnaast is het de bedoeling om het TPEF te voeden met 2% van de opbrengsten uit de logeerbelasting opgebracht door de timeshare sector. Daarbij is het de bedoeling om de ATA met ingang van 1 januari 2011 te verzelfstandigen. Dit zal leiden tot een flexibele en dynamische organisatie die de toekomstige uitdagingen aankan. De toeristische industrie is zeer competitief en innoveert constant. De nieuwe organisatie zal zodanig uitgerust en ingericht worden dat zij zonder bureaucratische procedures efficient kan gaan werken, tijdig kan inspelen op veranderingen in de markt en een optimale bijdrage zal kunnen leveren aan de beleidsprocessen en versterking van de Arubaanse concurrentiepositie. 5 Vervolgens constateert de Raad dat er een financiele paragraaf ontbreekt, waardoor geen inzicht wordt verkregen in bepaalde middelen en kosten, en worden er in dat kader een aantal specifieke vragen gesteld. Opgemerkt zij dat het de bedoeling van de regering is om de opbrengsten uit logeerbelasting als volgt aan de fondsen te alloceren: 9,5% aan het ATMF, behalve 2% van de timeshare sector aan het TPEF gealloceerd. De kosten van de desbetreffende "boards" zullen nader in de landsverordeningen tot instellen van deze fondsen worden gespecificeerd. Wat de doelstellingen betreft zij vermeld dat die van het ATMF is het promoveren van Aruba in het buitenland en die van het TPEF het verbeteren van het toeristisch produkt Aruba.

22 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 22 van De Raad merkt verder ook op dat de in het onderhavige ontwerp voorgestelde tarieven een aanzienlijke verhoging betekenen ten aanzien van het huidige tarief en stelt in dat kader de vraag of de effecten en feasibility van deze verhoging zijn bestudeerd dan wel besproken met de prive sector. Tevens vraagt de Raad zich of of het toeristisch product Aruba geen gevaar loopt, in vergelijking met Curacao, ten gevolge van die verhoging. Wat de eerste vraag van de Raad betreft zij vermeld dat er wel degelijk een "feasibility study" is gedaan ten einde tot de in het ontwerp opgenomen nieuwe tarieven te komen. Ook zij vermeld dat de regering het voornemen om over te gaan tot deze tariefverhoging uitvoerig met de prive sector heeft besproken. Ten aanzien van de tweede vraag zij opgemerkt dat de regering niet van oordeel is dat het toeristisch product Aruba gevaar loopt ten gevolge van de voorgestelde verhoging van het tarief van logeerbelasting. Het tarief zal inderdaad hoger zijn dan dat van Curacao, doch beoogd wordt om - door middel van het toerismefonds - de kwaliteit van het toeristisch product Aruba te verhogen, waardoor meer rijke toeristen zullen worden aangetrokken. Dit zal een positief effect hebben op de Arubaanse economie. Bovendien kan worden vermeld dat het nieuwe tarief van logeerbelasting nog steeds lager zal zijn dan dat van een aantal andere belangrijke toeristische bestemmingen in de regio, zoals St. Vincent and Grenadines (10%), Trinidad (10%) en de Cayman eilanden (11%). 7 Tot slot wijst de Raad erop dat de in onderdeel B van het ontwerp gecreeerde bevoegdheid voor de betrokken minister om bepaalde bedragen bij ministeriele regeling te wijzigen, in strijd is met artikel V.11 van de Staatsregeling van Aruba (AB 1987 no. GT 1), waarin is voorgeschreven dat belastingen uit kracht van een landsverordening worden geheven. Deze aanbeveling van de Raad is overgenomen en de bepaling is na dit nadere inzien in het ontwerp geschrapt. Aanpassing van het ontwerp Overigens heeft de ondergetekende van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog een aantal aanpassingen zowel in het ontwerp als in de memorie van toelichting aan te brengen. Zo worden in onderdeel F de timeshare eigenaren niet meer uitgesloten van de twee procent tariefsverhoging die per 1 juli 2010 in werking zal treden. Ook wordt in de memorie van toelichting opgenomen dat er niet enkel een fonds doch twee fondsen, nl. het ATMF en het TPEF zullen worden opgericht.

23 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 23 van k veroorloof mij derhalve u het gewijzigde ontwerp en de daarbij behorende, eveneens gewijzigde memorie van toelichting daarop wederom te doen toekomen en u in overweging te geven het ontwerp aan de Staten ter goedkeuring aan te bieden. De minister van Justitie en Onderwijs,