Bedieningshandleiding. (nl) tiptel Ergophone 6020/6021. tiptel

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding (nl) tiptel Ergophone 6020/6021 tiptel

2 Belangrijke aanwijzingen Deze telefoon in ingesteld voor eenvoudige bediening. In de fabrieksinstelling kunt u alleen beschikken over de functies die het vaakst worden gebruikt. In deze handleiding worden hoofdzakelijk deze functies beschreven. Via de menuoptie "Gebruikersinstelling" in het menu "Instellingen" kunt u de telefoon overschakelen van "Eenvoudige bediening" op "Uitgebreide functies". U krijgt dan de beschikking over extra functies. Opmerking: Als u de instelling "Uitgebreide functies" instellingen van de telefoon wijzigt, blijven deze wijzigingen behouden als u vervolgens weer overschakelt naar "Eenvoudige bediening". In de fabrieksinstellingen van het apparaat zijn alle in deze handleiding beschreven menuopties van het hoofdmenu zichtbaar. Via de menuoptie "Hoofdmenu-instellingen" in het menu "Instellingen" kunt u menuopties in het hoofdmenu die u niet wilt gebruiken verbergen.

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Belangrijke aanwijzingen... 1 Inhoudsopgave... 3 Veiligheidsadviezen... 7 Eerste ingebruikname... 9 Inhoud van de verpakking controleren... 9 SIM-kaart(en), geheugenkaart en accu installeren... 9 De telefoon inschakelen Datum en tijd instellen De accu opladen Bedieningselementen van de telefoon Bedieningselementen op het toetsenblok Bedieningselementen aan de achterkant Bedieningselementen aan de voorkant Bedieningselementen aan de linkerkant Bedieningselementen aan de rechterkant Bedieningselementen aan de onderkant Algemene informatie over de bediening Weergaven op het display Bellen Gesprekken aannemen Gesprekken weigeren Bellen via direct kiezen Kiezen met nummerherhaling Kiezen met snelkeuze Kiezen vanuit de contacten Functies tijdens een telefoongesprek Contacten Opties Kiezen Bericht verzenden Nieuwe contact toevoegen

4 Inhoudsopgave Wissen Overige opties Berichten (SMS) Ontvangen berichten bekijken Berichten verzenden Bericht schrijven Overige berichtopties Stille werking Oproeplijsten Gemiste oproepen weergeven Camera Opslagmedium Afbeeldingsviewer Foto's overzetten naar de computer Loepfunctie Radio Opties voor radiogebruik Kanaallijst Automatisch zoeken Luidspreker Overige opties Recorder Recorderopties Nieuwe opname Lijst Instellingen Overige opties Wekker Rekenmachine Taken Services Instellingen

5 Inhoudsopgave Telefooninstellingen Datum en tijd Geluidsinstellingen Volume Wijze van melding Taal Tekengrootte Overige telefooninstellingen Gebruikersinstelling Instellingen hoofdmenu Veiligheidsinstellingen Overige instellingen Oproepinstellingen Instellingen voor noodoproepen Netwerkinstellingen Verbindingen Fabrieksinstelling Aansluiting op de computer Noodoproep Problemen door antwoordapparaten Test van noodoproep functie Configuratie van de noodoproep Inschakelen Noodoproep nummers SMS voor noodoproepen De noodoproep afbreken Belangrijke opmerkingen over de noodoproep functies

6 Inhoudsopgave Bijlage Service Garantie Schoonmaken CE-keuring Toestel correct verwijderen

7 Veiligheidsadviezen Veiligheidsadviezen Gebruik de telefoon alleen op plaatsen waar dit is toegestaan. Doorgaans is het gebruik van mobiele telefoons verboden in ziekenhuizen, in vliegtuigen en bij tankstations. Open het apparaat niet zelf en doe geen eigen reparatiepogingen. Reparaties mogen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Stel de telefoon niet bloot aan rook, chemicaliën, vocht, stof of overmatige hitte (direct zonlicht). Houd de telefoon en accessoires buiten bereik van kinderen. De luidspreker van deze telefoon kan op een zeer hoog volume worden ingesteld. Test het ingestelde volume vóór het gebruik om gehoorbeschadiging te vermijden. Gebruik de telefoon in het verkeer uitsluitend via een goedgekeurde handsfree installatie. Houd u bij het gebruik van mobiele telefoons aan de wettelijke voorschriften die in uw desbetreffende land gelden. Houd eventueel een afstand van 20 cm aan tussen de telefoon en een geïmplanteerde pacemaker. De telefoon moet onmiddellijk worden uitgeschakeld bij (een vermoeden van) storing. Gebruik uitsluitend de meegeleverde netadapter en geen andere netadapter. Gebruik uitsluitend originele accessoires en accu's. De telefoon is niet waterdicht. Vermijd contact met vloeistoffen. Vertrouw voor de zekerheid in noodsituaties niet uitsluitend op de functie voor noodoproepen van de mobiele telefoon. Om technische redenen kan het tot stand komen van een verbinding bij een noodoproep niet altijd worden gegarandeerd. De verwijdering van het apparaat en de accu moet volgens de voorschriften plaatsvinden. Het afvalverwerkingsbedrijf van uw gemeente biedt hiertoe afvalinzamelpunten voor elektronisch afval 7

8 Veiligheidsadviezen en batterijen/accu's aan. Gooi het apparaat en de accu niet weg met het huisvuil en gooi deze niet in het vuur. Onderdelen van de verpakking dienen in overeenstemming met de lokale voorschriften te worden afgevoerd. 8

9 Eerste ingebruikname Eerste ingebruikname Inhoud van de verpakking controleren Inhoud van de verpakking: Mobiele telefoon tiptel Ergophone 6020/6021 Netadapter Oplader Li-ionaccu 3,7 V/800 mah Bedieningshandleidingen SIM-kaart(en), geheugenkaart en accu installeren Vóór de eerste ingebruikname moeten de SIM-kaart, de accu en eventueel een geheugenkaart worden geïnstalleerd. De SIM-kaart en een geheugenkaart worden niet meegeleverd met het apparaat. De SIM-kaart ontvangt u van uw serviceprovider. De Ergophone 6020/6021 ondersteunt Micro SD-geheugenkaarten tot 32 GB, die in accessoire- en elektronicawinkels verkrijgbaar zijn. Afbeelding 1 Afbeelding 2 Afbeelding 3 Afbeelding 4 9

10 Eerste ingebruikname Voor het plaatsen van de SIM-kaart, eventueel een geheugenkaart en de accu moet het klepje van de behuizing aan de achterkant van het apparaat worden verwijderd. Druk op het klepje van de behuizing en schuif dit daarbij naar beneden totdat u het kunt verwijderen (afbeelding 1). Schuif de metalen zekering in de richting van de bovenkant van het apparaat en klap deze vervolgens naar boven (afbeelding 2). Installeer de SIM-kaart voorzichtig in de kaarthouder. Nadat u de kaart hebt geplaatst wordt de metalen houder naar voren geschoven zodat de kaart wordt vastgezet en deze niet meer naar boven kan worden geschoven (afbeelding 3). Ga hierbij voorzichtig te werk. Als de metalen houder niet gemakkelijk dicht kan, is de kaart meestal niet correct geplaatst. Daarna wordt de accu geplaatst. Dit is uitsluitend in de juiste stand mogelijk (afbeelding 4). Plaats vervolgens het klepje van de behuizing terug en schuif dit in de richting van de SOS-knop totdat het vastklikt. Opmerking: De telefoon kan worden gebruikt zonder geheugenkaart. De geheugencapaciteit is dan echter beperkt. Als u vaak foto's of spraakberichten wilt opnemen, is het raadzaam een geheugenkaart te gebruiken. Het apparaat ondersteunt Micro SD-geheugenkaarten tot 32 GB. 10

11 Eerste ingebruikname De telefoon inschakelen Schakel de telefoon in door de rode ophangtoets ingedrukt te houden. 3 5 seconden Daarna wordt (als dit op de SIM-kaart is geactiveerd) om de pincode van uw SIM-kaar gevraagd. Voer de pincode in via het toetsenblok en druk vervolgens op de OK-toets. Opmerking: In Instellingen Veiligheidsinstellingen kunt u de pincode van de SIM-kaart wijzigen en in- of uitschakelen of hierom wordt gevraagd. Datum en tijd instellen Nadat de telefoon voor het eerst is ingeschakeld (en nadat de accu voor langere tijd is verwijderd) neemt de telefoon automatisch de datum en tijd over van het netwerk van de serviceprovider. Als uw serviceprovider deze functionaliteit niet ondersteunt, moeten datum en tijd handmatig worden ingesteld. Druk hiertoe op de linker displaytoets onder de aanduiding "Menu" en daarna meerdere keren op de toets "Pijl omlaag" tot op het display "Instellingen" wordt weergegeven. Druk vervolgens driemaal op de toets onder de aanduiding "OK" om achtereenvolgens "Instellingen", "Telefooninstellingen" en "Tijd en datum" te selecteren. Kies daarna achtereenvolgens "Tijd invoeren" en "Datum invoeren" en voer de huidige tijd en de huidige datum in via het toetsenblok. Opmerking: Bij de invoer van de datum wordt de internationale notatie gebruikt. Dit betekent: eerst het jaar, daarna de maand en tot slot de dag. U kunt de instellingen sluiten door meerdere keren op de toets onder de aanduiding "Vorige" te drukken of door eenmaal op de rode ophangtoets te drukken. 11

12 Eerste ingebruikname Op het display worden vervolgens de juiste tijd en datum weergegeven. De accu opladen Uw telefoon wordt geleverd met een oplader en een bijbehorende netadapter. Steek de kleine stekker van de netadapter in de aansluiting aan de achterkant van de oplader en steek vervolgens de netadapter in het stopcontact. Leg de telefoon in gesloten toestand in de oplader, waarna de accu wordt opgeladen. Tijdens het opladen knippert het rode acculampje (LED) aan de voorkant van het apparaat. Zodra het opladen is voltooid, gaat het acculampje uit. Opmerking: In plaats van te worden opgeladen via de oplader, kan de stekker van de netadapter ook rechtstreeks op de aansluiting aan de onderkant van de telefoon worden gestoken. De accu kan ook via de USB-aansluiting van een computer worden opgeladen. Laad de accu vóór de eerste ingebruikname volledig op. Om de accu te sparen kunt u de telefoon het beste alleen op de oplader leggen als de accu bijna leeg is. Na verloop van tijd laten de prestaties van de accu na. Als u na enige tijd merkt dat de telefoon duidelijk vaker moet worden opgeladen, vervangt u de accu. 12

13 Bedieningselementen van de telefoon Bedieningselementen van de telefoon De telefoon heeft aan de voor- en achterkant, maar ook aan de linker-, rechter- en onderkant en in opengeklapte toestand op het toetsenblok bedieningselementen en aanduidingen. Bedieningselementen op het toetsenblok Linker displaytoets Invoer op het display bevestigen Kiestoets Kiezen en gesprekken aannemen, oproeplijst openen SMS-toets Tekstberichten oproepen Cameratoets Camerafunctie oproepen Toets 1 Toegang krijgen tot antwoordapparaat door lang indrukken Sterretjestoets Modus Stille werking in- /uitschakelen door lang indrukken Rechter displaytoets Invoer op het display bevestigen Navigatietoetsen Toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag voor menuselecties. Ophangtoets Een gesprek beëindigen, teruggaan naar stand-by, in-/uitschakelen Loeptoets De loepfunctie activeren Hekjestoets Omschakelen tussen hoofdletters en kleine letters Toets 0 Spatie bijv. in SMSberichten 13

14 Bedieningselementen van de telefoon Bedieningselementen aan de achterkant Hier bevinden zich de toets voor noodoproepen en de luidspreker. Als de toets voor noodoproepen ca. 2 seconden lang wordt ingedrukt, wordt de alarmfunctie geactiveerd. Een beschrijving van deze functie kunt u vinden in het hoofdstuk "Noodoproep". Bedieningselementen aan de voorkant Hier bevinden zich vier LED-lampjes en boven deze LED's de ingebouwde camera. De rode LED linksboven knippert als de telefoon wordt opgeladen. De groene LED rechtsboven knippert bij binnenkomende gesprekken, de blauwe LED linksonder knippert bij binnenkomende tekstberichten (SMS). Deze beide LED's geven door middel van knipperen aan dat in uw aanwezigheid gesprekken en tekstberichten zijn binnengekomen. De LED rechtsonder knippert als een ingestelde wekker afgaat. Bedieningselementen aan de linkerkant Hier bevindt zich een tuimeltoets met de aanduidingen + en. Hiermee kunt u tijdens een gesprek het volume aanpassen. Bovendien wordt hiermee het volume van de ingebouwde radio en recorder geregeld. 14

15 Bedieningselementen van de telefoon Bedieningselementen aan de rechterkant Aan de rechterkant bevinden zich aansluitingen voor de headset en de micro-usb-aansluiting. De micro-usb-aansluiting dient voor het opladen van de accu met de netadapter of via een USB-kabel op de computer. Bedieningselementen aan de onderkant Aan de onderkant bevinden zich de contactpunten voor de oplader. Algemene informatie over de bediening De linker en rechter displaytoets hebben verschillende functies, afhankelijk van de status van het apparaat. De op dat moment beschikbare functie voor de toetsen wordt telkens boven de toetsen op het display weergegeven. In menu's wordt de rechter displaytoets meestal gebruikt om functies te annuleren of één stap terug te gaan en de linker displaytoets om functies te bevestigen of het optiemenu te openen. In stand-by dient de linker displaytoets voor het oproepen van het hoofdmenu en de rechter displaytoets voor het oproepen van contacten. De toetsen en worden gebruikt voor het selecteren van opties in menulijsten. De rode ophangtoets dient voor het beëindigen van een gesprek, het weigeren van een oproep en (door lang indrukken) voor het in- en uitschakelen van het apparaat. Binnen menu's kunnen instellingen worden geannuleerd met deze toets. 15

16 Bedieningselementen van de telefoon De groene kiestoets dient voor het plaatsen van een telefoongesprek na het invoeren van een nummer of voor het selecteren van een contact. Als u op deze toets drukt terwijl de telefoon op stand-by staat, wordt de lijst met laatstgebruikte abonneenummers geopend voor nummerherhaling. Door de toets lang ingedrukt te houden, kunt u de modus Stille werking in- en uitschakelen. Met de toets kunt u tijdens de invoer van tekst, zoals een SMS of een naam in de lijst met contacten, overschakelen tussen hoofdletters en kleine letters. 16

17 Bedieningselementen van de telefoon Weergaven op het display Boven in het display worden aan de linkerkant de signaalsterkte van het telefoonnet en aan de rechterkant de laadtoestand van de accu weergegeven. Bovendien kunnen hier aanduidingen voor nieuwe tekstberichten (SMS), gemiste oproepen, ingeschakelde modus Stille werking of wekker en aangesloten headset worden weergegeven. Weergave Beschrijving Geeft de signaalsterkte van het telefoonnet aan. Laadtoestand van de accu. Ongelezen tekstbericht(en) (SMS). Gemisteoproep. Profiel voor stille werking ingeschakeld. Profiel voor stille werking uitgeschakeld. Wekker ingeschakeld. Headset aangesloten 17

18 Bellen Bellen Gesprekken aannemen Bij een binnenkomende oproep gaat de telefoon over (indien het profiel "Stille werking" niet is geactiveerd) en trilt de telefoon (indien trillen is ingeschakeld als meldingstype). Op het display wordt het abonneenummer van de beller weergegeven. Als de beller met zijn of haar abonneenummer in de lijst met contacten is opgeslagen, wordt in plaats van het abonneenummer de naam van de beller weergegeven. Het aannemen van het gesprek vindt plaats door op de groene kiestoets te drukken. Met de rechter displaytoets tijdens een gesprek. Gesprekken weigeren kunt u de beltoon uitschakelen Druk bij een binnenkomende oproep op de rode ophangtoets om de oproep te weigeren. De beller hoort de bezettoon. Behalve op de rode ophangtoets, kunt u ook tweemaal op de rechter displaytoets drukken. Bellen via direct kiezen Voor direct kiezen voert u met de cijfertoetsen het gewenste abonneenummer in en drukt u vervolgens op de groene kiestoets. Het gesprek met de gewenste abonnee wordt tot stand gebracht. 18

19 Bellen Opmerking: Let erop dat u bij mobiel bellen altijd een netnummer moet kiezen. Via het hoofdmenu Instellingen Telefooninstellingen Geluidsinstellingen Toetsenveld Sprekende toetsen kunt u instellen dat de telefoon bij het kiezen elk ingevoerd cijfer uitspreekt. Kiezen met nummerherhaling Druk, terwijl de telefoon op stand-by staat, zonder eerst een abonneenummer in te voeren op de groene kiestoets om de oproeplijst te openen. Hierin worden de abonneenummers weergegeven die u als laatste hebt gekozen en van wie u oproepen hebt gemist of aangenomen. Met de toetsen en kunt u binnen de oproeplijst omhoog of omlaag schuiven. Als u opnieuw op de groene kiestoets drukt, wordt het zo gekozen abonneenummer gebeld. Kiezen met snelkeuze De telefoon beschikt over snelkeuzetoetsen waarmee vaak gekozen abonneenummers kunnen worden opgeslagen. Deze snelkeuzetoetsen worden, als de telefoon op stand-by staat, opgeroepen door gedurende ca. 2 seconden op de cijfers - te drukken. Het opgeslagen nummer wordt dan automatisch gekozen. Als u de toets lang ingedrukt houdt, wordt het antwoordapparaat gebeld. 19

20 Bellen Opmerking: Als u de snelkeuzetoetsen wilt gebruiken, moet u deze vooraf inschakelen en instellen in Instellingen Oproepinstellingen Snelkeuze. Deze configuratie is uitsluitend mogelijk in de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies". Er wordt automatisch om het abonneenummer van de telefoonbeantwoorder gevraagd als u de toets lang ingedrukt houdt, indien dit nummer nog niet is opgeslagen. Kiezen vanuit de contacten Druk, terwijl de telefoon op stand-by staat, op de rechter displaytoets (aanduiding "Contacten" op het display) om de contacten op te roepen en de eerste vermelding weer te geven. Met de pijltoetsen en kunt u omhoog en omlaag schuiven. Als een van de cijfertoetsen meerdere keren kort na elkaar wordt ingedrukt, wordt de eerste vermelding die met de desbetreffende letter begint, weergegeven. Als u bijvoorbeeld de eerste vermelding die met "L" begint wilt weergeven, moet u driemaal kort na elkaar op de toets drukken. drukt, wordt het gekozen abon- Als u op de groene kiestoets neenummer direct gebeld. Functies tijdens een telefoongesprek Tijdens een gesprek kunt u met de rechter displaytoets overschakelen tussen gebruik van de hoorn en handsfree bellen. Op de linker displaytoets kunt u het optiemenu kiezen met de functie "Dempen" (de microfoon wordt uitgeschakeld). In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u bij de opties kiezen uit de extra functies "Opnemen" en "Toonpulsen verzenden aan/uit". 20

21 Contacten Contacten Een contact bestaat uit de naam en het bijbehorende abonneenummer en vormt uw telefoonboek voor het bellen van abonnees en het verzenden van tekstberichten. U kunt de contacten oproepen door op de rechter displaytoets te drukken terwijl de telefoon op stand-by staat. De contacten worden dan direct geopend. U kunt de contacten ook via het hoofdmenu en vervolgens de optie "Contacten" oproepen. Alle opgeslagen contacten worden weergegeven en de eerste contact is geselecteerd. Met de toetsen en kunt u binnen de lijst met contacten een andere contact selecteren. Druk op het toetsenblok (eventueel meerdere keren kort na elkaar) op een cijfertoets om in de lijst met contacten de contact te selecteren van wie de naam met de bijbehorende letter begint. Kies bijvoorbeeld eenmaal om de eerste contact van wie de naam begint met de letter "M" te selecteren. Kies driemaal kort na elkaar de om de eerste contact van wie de naam begint met de letter "O" te selecteren. Als u op de groene kiestoets contact gebeld. Opties drukt, wordt de geselecteerde Druk in de lijst met contacten op de linker displaytoets om het optiemenu te openen. Kiezen Hiermee wordt het abonneenummer van de contact gekozen. In plaats van deze menuoptie te kiezen, kunt u bij een geselecteerde contact ook simpelweg op de groene kiestoets drukken. 21

22 Contacten Bericht verzenden Kies "Bericht verzenden" in het optiemenu om een tekstbericht (SMS) te sturen naar de contact. Nieuwe contact toevoegen Via "Nieuwe contact toevoegen" kunt u een nieuwe vermelding invoeren. De selectie "Naam" en "Nummer" wordt geopend. Kies eerst "Naam" en druk vervolgens op de linker displaytoets "Bewerken". Voer daarna met de cijfertoetsen de naam van de abonnee in. Als u op de cijfertoets drukt, wordt de eerste daarop afgebeelde letter gekozen. Door meerdere keren kort na elkaar te drukken worden de overige letters geselecteerd. U kunt een spatie invoeren door op te drukken. Met de toets - schakelt u over tussen hoofdletters en kleine letters, alleen hoofdletter aan het begin van een woord of cijferinvoer. Druk op de toets om een lijst met speciale tekens weer te geven. Als het invoeren van de naam is voltooid, drukt u op de linker displaytoets en kiest u vervolgens de optie "Gereed". Kies daarna met de toets de optie "Nummer" en druk op de linker displaytoets. Voer het abonneenummer in met de cijfertoetsen. Zorg ervoor dat het kiezen van de vermeldingen ook naar behoren werkt als u zich met de telefoon in een buitenlands netwerk bevindt door de abonneenummers steeds in de internationale notatie, dus met landcode, in te voeren. Het abonneenummer wordt dan ingevoerd als , met +31 als landcode voor Nederland als eerste, gevolgd door het netnummer zonder beginnul. Druk tweemaal kort op de toets om het +-teken in te voeren. Bevestig vervolgens weer met de linker displaytoets en kies de optie "Gereed". Als de naam en het abonneenummer zijn ingevoerd, drukt u op de rechter displaytoets "Gereed" en bevestigt u het opslaan van de nieuwe vermelding. 22

23 Contacten Wissen Hiermee wordt de geselecteerde contact gewist. Overige opties In de gebruikersinstellingen "Uitgebreide functies" hebt u de beschikking over de extra opties van het wissen van alle contacten, het kopiëren van individuele en meerdere contacten en het instellen van het geheugen voor contacten (SIM-kaart of telefoon). 23

24 Berichten (SMS) Berichten (SMS) Met uw telefoon kunt u korte meldingen (SMS) als tekstberichten ontvangen en verzenden. Ontvangen berichten bekijken Als u een bericht (SMS) hebt ontvangen, wordt dit op het display aangegeven en knippert de blauwe LED met het envelopsymbool aan de voorkant van de telefoon. Door op de linker displaytoets te drukken, wordt het overzicht van de ontvangen berichten weergegeven, waarbij het als laatste ontvangen bericht bovenaan staat. U kunt het bericht bekijken door op de linker displaytoets te drukken. Als u tijdens de weergave van het bericht op de linker displaytoets drukt, opent u het menu met opties, waarmee u opties kunt kiezen voor het beantwoorden van de afzender van het bericht per SMS, het bellen van de afzender van het bericht of het verwijderen van het bericht. Zo lang de berichten niet zijn gewist, zijn deze beschikbaar via de menoptie "Berichten" in het hoofdmenu onder "Postvak IN". Berichten verzenden Behalve een ontvangen bericht beantwoorden, kunt u ook zelf een bericht schrijven en verzenden. Ga hiertoe vanuit het hoofdmenu naar de optie "Berichten" en vervolgens naar de optie "Bericht schrijven". Er wordt een venster geopend waarin u de tekst van het bericht kunt invoeren via het toetsenblok. Door kort op de rechter displaytoets te drukken, wist u het als laatste ingevoerde teken en door langer op deze toets te drukken de volledige tekst. 24

25 Berichten (SMS) Als de tekst gereed is, drukt u op de linker displaytoets om de opties op te roepen en van hieruit de optie "Verzenden naar" te kiezen. Het venster voor geadresseerden wordt geopend, waarin u boven kunt kiezen of u het abonneenummer van de ontvanger handmatig wilt invoeren of wilt overnemen uit de lijst met contacten of de oproeplijst. Beneden worden de gekozen geadresseerden weergegeven. Voor het verzenden selecteert u de geselecteerde ontvanger of een van de geselecteerde ontvangers en drukt u vervolgens met de linker displaytoets op "Opties" en selecteert u vervolgens "Verzenden". Als extra opties kunt u het bewerken of verwijderen van de geselecteerde of alle geadresseerden kiezen. Tip: Als u een bericht wilt sturen aan een geadresseerde die is opgeslagen als contact, kunt u ook de contacten oproepen, de gewenste contact selecteren en vervolgens via de linker displaytoets in de opties kiezen voor "Bericht verzenden". Bericht schrijven De eigenlijke berichttekst schrijft u met behulp van de cijfertoetsen. Naast de cijfertoetsen t/m worden telkens drie of vier letters weergegeven. Druk eenmaal op de desbetreffende toets om de eerste letter weer te geven, tweemaal kort na elkaar om de tweede letter weer te geven, enzovoort. Voor het woord "Hallo" moet u dus tweemaal op drukken, vervolgens eenmaal op, daarna driemaal op, daarna driemaal op en tot slot driemaal op. U kunt een spatie invoeren door op te drukken. Met de toets - schakelt u over tussen hoofdletters en kleine letters, alleen hoofdletter aan het begin van een woord of cijferinvoer. Druk op de toets om een lijst met speciale tekens weer te geven. 25

26 Berichten (SMS) Overige berichtopties In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u behalve tekstberichten (SMS) ook multimediaberichten (MMS) maken en kunt u behalve post ontvangen ook post verzenden, met ontwerpen, opgeslagen berichten en sjablonen werken, en berichtinstellingen voor SMS en MMS uitvoeren. 26

27 Stille werking Stille werking Via de optie "Stille werking" in het hoofdmenu kunt u de modus voor stille werking in- en uitschakelen. In de modus voor stille werking kunt u wel telefoontjes en tekstberichten ontvangen, maar rinkelt de telefoon niet. Deze instelling wordt aanbevolen als het rinkelen van de telefoon storend zou zijn. Tip: U kunt de optie Stille werking op gemakkelijkere wijze inen uitschakelen door de toets lang ingedrukt te houden. 27

28 Oproeplijsten Oproeplijsten Door op de groene kiestoets te drukken terwijl de telefoon op stand-by staat, wordt de oproeplijst geopend waarin alle oproepen (uitgaande, binnenkomende en gemiste oproepen) worden weergegeven. Via de menuoptie "Oproeplijsten" in het hoofdmenu kunt u de oproeplijsten "Gemiste oproepen", "Uitgaande oproepen" en "Ontvangen oproepen" apart van elkaar bekijken. Met de toetsen en kunt u door de desbetreffende oproeplijst schuiven. Als u opnieuw op de groene kiestoets abonneenummer gebeld. drukt, wordt het gekozen Druk op de linker displaytoets om de opties voor de oproeplijst te o- penen. Hier kunt u behalve het nummer selecteren ook een bericht verzenden, de geselecteerde oproep wissen of details van de oproep bekijken. In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u bovendien de volledige oproeplijsten wissen en de gespreksduur weergegeven. Gemiste oproepen weergeven Als u een oproep hebt ontvangen terwijl u afwezig was, wordt dit op het display aangegeven en knippert de groene LED met het hoornsymbool aan de voorkant van de telefoon. Met de rechter displaytoets kunt u deze weergave uitschakelen. Met de linker displaytoets kunt u de gemiste oproepen weergeven in de lijst met gemiste oproepen. 28

29 Camera Camera De camerafunctie wordt via de optie "Camera" in het hoofdmenu of direct via de cameratoets op het toetsenblok opgeroepen. Nadat u de camera hebt geactiveerd, wordt het beeld weergegeven op het display. Let erop dat u de lens van de camera aan de voorkant van het apparaat niet afdekt bij gebruik van deze functie. De ingebouwde camera beschikt over een zoomfunctie waarmee u het op te nemen voorwerp groter kunt weergeven. Druk op de toets om het voorwerp groter weer te geven en op de toets om het kleiner weer te geven. om een foto te maken. De foto wordt automa- Druk op de toets tisch opgeslagen. Druk in de cameramodus op de linker displaytoets, zodat u kunt kiezen uit de opties "Afbeeldingsviewer" en "Opslagmedium". Opslagmedium Hier stelt u in of foto's in het interne geheugen van de camera of op een geïnstalleerde geheugenkaart moeten worden opgeslagen. In het interne geheugen van de telefoon kan maar een gering aantal foto's worden opgeslagen. Als u vaker foto's wilt opslaan, moet u een geheugenkaart installeren. De Ergophone 6020/6021 ondersteunt Micro SD-geheugenkaarten tot 32 GB. Afbeeldingsviewer Als u "Afbeeldingsviewer" selecteert, worden alle opgeslagen foto's met de naam van het bestand en het formaat weergegeven. Met de toetsen en kunt u een foto in de lijst selecteren. Als u op de linker displaytoets drukt, kunt u via de opties een foto weergeven, deze wissen, alle foto's wissen en het opslagmedium (telefoon- 29

30 Camera geheugen of geheugenkaart) selecteren waarop u foto's wilt weergeven. Als een van de foto's op het display wordt weergegeven, kunt u met de toets de volgende foto weergeven en met de toets de vorige foto. Met de linker displaytoets wordt de op dat moment weergegeven foto gewist en met de rechter displaytoets wordt het weergeven van foto's beëindigd. In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" hebt u tevens de mogelijkheid een foto als MMS te verzenden of als achtergrondafbeelding van het display te gebruiken in stand-by. Foto's overzetten naar de computer De op de telefoon opgeslagen foto's worden afhankelijk van de instelling in het interne geheugen van de telefoon of op een geïnstalleerde geheugenkaart opgeslagen. U kunt de telefoon met een USB-kabel op de computer aansluiten om de foto's over te zetten naar de computer. Nadere informatie hierover kunt u vinden in het hoofdstuk "Aansluiten op de computer". 30

31 Loepfunctie Loepfunctie Uw telefoon beschikt over een ingebouwde loep die met de loeptoets op het toetsenblok wordt opgeroepen. Houd de camera aan de voorkant van het apparaat dicht bij het voorwerp dat u vergroot wilt weergeven. Let er hierbij op dat u de lens van de camera niet afdekt. Met de toetsen en kunt u het voorwerp groter resp. kleiner weergeven. De loepfunctie kan worden uitgeschakeld door op de rode ophangtoets te drukken. 31

32 Radio Radio Uw telefoon beschikt over een ingebouwde FM-radio. Deze wordt ingeschakeld via de optie "Radio" in het hoofdmenu. U kunt de radio alleen bedienen met behulp van een aangesloten headset. Als u de radio inschakelt, dan wordt de als laatste ingestelde zender weergegeven. Met de toets resp. wordt de vorige resp. volgende opgeslagen zender geselecteerd. Met de tuimelschakelaar +/- aan de linkerkant van het apparaat stelt u het volume van de luidspreker in bij gebruik van de radio. Met de toets schakelt u de weergave in en uit (dempen). De radiofunctie kan worden uitgeschakeld door op de rechter displaytoets of de rode ophangtoets te drukken. Met de linker displaytoets worden opgeroepen. Opties voor radiogebruik kunnen de opties voor radiogebruik Druk in de lijst met contacten op de linker displaytoets optiemenu te openen. Kanaallijst om het Geeft de opgeslagen radiozenders weer en biedt u de mogelijkheid de kanalen handmatig vast te leggen of na het uitvoeren van de automatische zoekfunctie te bewerken of te wissen. Automatisch zoeken Met deze functie wordt naar radiozenders gezocht die vervolgens automatisch in de zenderlijst worden opgeslagen. 32

33 Radio Opmerking: Met automatisch zoeken wordt de zenderlijst overschreven. Luidspreker Met deze functie kan het geluid behalve via de headset ook via de in de telefoon ingebouwde luidspreker worden weergegeven. Overige opties In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u tevens handmatig een radiofrequentie invoeren. 33

34 Recorder Recorder Met de recorder kunt u spraaknotities opnemen die in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart worden opgeslagen. Roep hiertoe "Recorder" op in het hoofdmenu. Met de toets kunt u een nieuwe opname starten, stoppen en hervatten. Tijdens een lopende opname kan die ook via de linker displaytoets worden gestopt en hervat. Met de rechter displaytoets kunt u de opname beëindigen. Nadat u een opname hebt beëindigd, wordt u gevraagd of deze moet worden opgeslagen. Recorderopties Wanneer de recorderfunctie niet bezig is met opnemen of als een opname wordt weergegeven, kunt u met de linker displaytoets de opties activeren. Nieuwe opname Hiermee wordt een nieuwe opname gestart. Lijst Hiermee wordt de lijst met opgeslagen opnamen opgeroepen. Via de opties kan de geselecteerde opname worden weergegeven of gewist. Het afspelen kan worden onderbroken en weer hervat met de toets. Instellingen In de instellingen kiest u het opslagmedium voor opnamen (telefoongeheugen of geheugenkaart), de bestandsindeling (AMR of WAV) en de audiokwaliteit (laag of hoog). 34

35 Recorder Tip: In het interne geheugen van het apparaat kan slechts een beperkt aantal korte opnamen worden opgeslagen. Als u vaker berichten wilt opnemen, is het raadzaam om een geheugenkaart te plaatsen. Als in de telefoon een geheugenkaart is geplaatst, stelt u de bestandsindeling in op "WAV" en de audiokwaliteit op "hoog". Overige opties In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" hebt u tevens de mogelijkheid een opname als MMS te verzenden, bestanden te hernoemen of alle opnamen tegelijk te wissen. 35

36 Wekker Wekker Als u uw telefoon als wekker wilt gebruiken, roept u "Wekker" op in het hoofdmenu. Er worden vijf wekkers weergegeven. Met de toetsen en kunt u een wekker selecteren en de instellingen hiervan bewerken door op de linker displaytoets te drukken. In de instellingen kunt u de wekker in- en uitschakelen, de wektijd instellen, de beltoon voor wekken selecteren en de wijze van wekken (rinkelen, trillen of beide) opgeven. Zodra een wekker is geactiveerd, wordt dit weergegeven door middel van een wekkersymbool linksboven in het display. Op het wektijdstip rinkelt en/of trilt de telefoon en worden tijd en datum weergegeven in het display. Bovendien worden de functies "Stoppen" en "Later", die kunnen worden bediend met behulp van de linker en rechter displaytoets, weergegeven. Met "Stoppen" wordt de wekfunctie beëindigd. Met "Later" kunt u de wekoproep circa 5 minuten uitstellen. Net als een conventionele gewone wekker wordt de wekker automatisch uitgeschakeld als u "Stoppen" hebt gekozen en moet deze opnieuw worden ingeschakeld als u bijvoorbeeld de volgende dag opnieuw wilt worden gewekt. In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" hebt u tevens de mogelijkheid de wekker zodanig in te stellen dat deze dagelijks of telkens weer op bepaalde dagen van de week afgaat. 36

37 Rekenmachine Rekenmachine Als u uw telefoon als zakrekenmachine wilt gebruiken, roept u "Rekenmachine" op in het hoofdmenu. De te berekenen getallen kunt u invoeren met de cijfers van het toetsenblok. Voor posities na de komma voert u met de toets een punt in. De rekenkundige operators +, -, x, / en = kunnen worden geselecteerd met de toetsen en. Met de linker displaytoets kan de geselecteerde rekenkundige bewerking worden uitgevoerd. Als u op de rechter displaytoets drukt, wordt eerst het resultaat van de berekening gewist. Als u vervolgens nogmaals op de rechter displaytoets drukt, wordt de rekenmachine afgesloten. 37

38 Taken Taken Via deze menuoptie in het hoofdmenu kunt u taken configureren, waaraan u vervolgens door de telefoon wordt herinnerd. Nadat u deze menuoptie hebt geselecteerd, wordt een lijst met ingestelde taken weergegeven. Via de opties kunt u nieuwe taken toevoegen en bestaande taken bewerken of verwijderen. Bij het toevoegen van een nieuwe taak of het bewerken van een bestaande taak geeft u datum, tijd en onderwerp op. Op het opgegeven tijdstip geeft de telefoon op het display de datum, de tijd en het onderwerp aan en klinkt er een geluidstoon. Met de linker displaytoets bevestigt u de taak en met de rechter displaytoets kunt u zich ca. 5 minuten later nog eens aan de taak laten herinneren. In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u tevens taken bekijken die u wilt toevoegen, bewerken of verwijderen, taken zaken, alle taken verwijderen, taken selecteren op datum en niet afgeronde taken weergeven. Bij het configureren of bewerken van een taak kunt u behalve de datum, de tijd en het onderwerp ook de herinneringstijd vóór de taak, de automatische herhaling en de weergave van de tijd opgeven. 38

39 Services Services Onder deze optie van het hoofdmenu zijn de services opgenomen die uw serviceprovider biedt. Welke services beschikbaar zijn, wordt bepaald door de serviceprovider. Daar kunt u terecht voor een beschrijving van de functionaliteit en de kosten van de aangeboden services. 39

40 Instellingen Instellingen In deze menuoptie voert u de meeste instellingen voor uw telefoon uit. Het instellingsmenu bevat verschillende submenu's die elk over hun instellingsrubrieken beschikken. Wij leveren u de telefoon met zinvolle voorinstellingen, zodat u alleen als het nodig is instellingen hoeft aan te passen. Bovendien is het aantal te wijzigen instellingen meestal zeer beperkt. In de gebruikersinstelling "Eenvoudige bediening" zijn slechts weinig instellingsmogelijkheden beschikbaar. Als u overschakelt naar de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" biedt de telefoon duidelijk meer instellingsmogelijkheden. Instellingen die in de modus "Uitgebreide functies" zijn uitgevoerd, blijven behouden als u vervolgens terugschakelt naar "Eenvoudige bediening". Telefooninstellingen Hier stelt u de tijd, de datum, geluidstonen, volumes, taal en tekengrootte in. Datum en tijd Hier kunt u de huidige tijd en de datum invoeren. Bij de invoer van de datum wordt de internationale notatie gebruikt. Dit betekent: eerst het jaar, daarna de maand en tot slot de dag. Dit geldt ook als op het display vervolgens de notatie dag maand jaar wordt gehanteerd. Als u "Automatisch datum en tijd bijwerken" op "Aan" zet, neemt de telefoon automatisch de datum en tijd over van het netwerk van de serviceprovider en wordt ook bij overschakeling tussen zomer- en wintertijd of bij verandering van tijdzone wanneer u op reis bent, automatisch de datum en tijd aangepast. Deze service wordt echter niet door alle serviceproviders ondersteund. 40

41 Instellingen In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u tevens de notatie voor datum en tijd handmatig instellen. Geluidsinstellingen Hier stelt u de geluidstonen in die de telefoon afgeeft bij binnenkomende oproepen, het in- en uitschakelen van het apparaat, het o- penen en sluiten van de telefoon, bij binnenkomende tekstberichten en bij het indrukken van toetsen. Sprekende toetsen Een speciale functie van dit apparaat vormen de "sprekende toetsen", die kunnen worden geactiveerd via Geluidsinstellingen Toetsenblok. Als de "sprekende toetsen" zijn ingeschakeld, spreekt de telefoon de toetsnaam uit als op het toetsenblok op de toetsen t/m, en wordt gedrukt. Volume Hier stelt u het volume in voor bel- en toetstoon. Wijze van melding Hier stelt u in of de telefoon bij binnenkomende oproepen moet rinkelen, trillen, zowel rinkelen als trillen of eerst trillen en vervolgens rinkelen. Taal Hier wordt de taal van de weergaven op het display ingesteld. In de instelling "Automatisch" wordt de telefoon automatisch ingesteld op de taal van de ingestelde SIM-kaart. Tekengrootte Hier kunt u overschakelen tussen tekens van normale grootte en bijzonder grote tekens. Deze tekeninstelling wordt gebruikt in alle 41

42 Instellingen menu's en submenu's. De tekengrootten van het display op de telefoon op stand-by staat en de opschriften van beide displaytoetsen kan niet worden gewijzigd. Overige telefooninstellingen In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" zijn er nog meer telefooninstellingen beschikbaar. Wijze van overgaan Hier wordt ingesteld of de telefoon bij binnenkomende oproepen altijd herhaaldelijk, slechts eenmaal of in toenemende mate (eerst zachtjes en vervolgens steeds harder) rinkelt. Extra geluid Hier kunnen waarschuwings- en verbindingstonen worden in- en uitgeschakeld. Antwoordmodus Hier kan worden ingesteld dat de telefoon binnenkomende oproepen automatisch moet aannemen bij het openklappen of bij het indrukken van een willekeurige toets. Displayaanduidingen Hier kan een eigen achtergrondafbeelding voor het display worden geselecteerd als de telefoon op stand-by staat en kan worden ingesteld op de datum en tijd en het eigen abonneenummer op het display moeten worden weergegeven. Displayverlichting Hier kan de duur van de verlichting van het display en de helderheid hiervan worden aangepast. Gebruikersinstelling In de instelling "Eenvoudige bediening" worden in alle menu's en in de instellingen uitsluitend de functies aangeboden die doorgaan ook werkelijk en veelvuldig worden gebruikt. Doordat functies die vaak 42

43 Instellingen niet worden gebruikt helemaal niet beschikbaar zijn, is de bediening in deze instelling zeer eenvoudig. In de instelling "Uitgebreide functies" kunt u in alle menu's en instellingen beschikken over alle door de telefoon ondersteunde functies. Als u in de instelling "Uitgebreide functies" wijzigingen doorvoert in de instellingen, blijven deze behouden als u vervolgens terugschakelt naar "Eenvoudige bediening". Als u een instelling wilt veranderen die niet beschikbaar is in de modus "Eenvoudige bediening", kunt u kort de modus "Uitgebreide functies" activeren om uw instellingen aan te passen. Instellingen hoofdmenu In het hoofdmenu zijn functies beschikbaar die helemaal niet worden gebruikt door sommige abonnees. Als u bijvoorbeeld nooit gebruik wilt maken van de wekker, de taken en de rekenmachine, is het helemaal niet nodig dat deze functies beschikbaar worden gesteld in het hoofdmenu. Bij de optie "Instellingen hoofdmenu" hebt u daarom de mogelijkheid om alle opties van het hoofdmenu, met uitzondering van "Instellingen" al of niet weer te geven. Als u deze menuoptie activeert, worden alle hoofdmenuopties weergegeven en kunt u elke optie afzonderlijk in- of uitschakelen. Ook als u opties uitschakelt in het hoofdmenu, kunt u nog gedeeltelijk beschikken over de desbetreffende functionaliteit. Als u bijvoorbeeld "Berichten" in het hoofdmenu uitschakelt, worden toch tekstberichten (SMS) ontvangen door de telefoon, wordt de ontvangst hiervan aan u gemeld en kunt u de berichten lezen en beantwoorden. Als u bijvoorbeeld "Contacten" uitschakelt, kunnen de contacten toch nog worden opgeroepen via de rechter displaytoets. 43

44 Instellingen Veiligheidsinstellingen Hier legt u vast of bij het starten van de telefoon om de op de SIMkaart opgeslagen PIN-code (kengetal, wachtwoord) moet worden gevraagd. Tevens kunt u de PIN-code hier wijzigen. In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" kunt u bovendien de SIM-kaart blokkeren door een blokkering voor de telefoon te configureren. Overige instellingen In de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies" zijn in het instellingsmenu nog meer volledige menuopties beschikbaar met submenu's die niet beschikbaar zijn in de instelling "Eenvoudige bediening". Oproepinstellingen Hier kunt u gebruikmaken van de volgende extra instellingen: Weergeven/verbergen van abonneenummer Aankloppen activeren/deactiveren Doorschakelen activeren/deactiveren Snelkeuzenummers instellen onder de toetsen 2-9 Instellingen voor noodoproepen Hier worden de instellingen voor de functie voor noodoproepen opgegeven. Een beschrijving van deze functie kunt u vinden in het hoofdstuk "Noodoproep". 44

45 Instellingen Netwerkinstellingen Hier wordt vastgelegd of de verbinding met het radionetwerk automatisch of handmatig moet plaatsvinden en of de GPRS-verbinding uitsluitend indien nodig of altijd tot stand moet worden gebracht. Verbindingen Hier vindt u de voor MMS benodigde gegevensaccounts van de GPRS-verbindingsinstellingen en kunt u deze handmatig aanpassen aan uw provider. Fabrieksinstelling Hier kan de telefoon worden teruggezet op de fabrieksinstelling. Let erop dat daarbij alleen instellingen worden teruggezet. Door u ingestelde functies zoals contacten, wekker of taken, maar ook opgeslagen bestanden in het telefoongeheugen zoals foto's of opnamen worden echter niet verwijderd. 45

46 Aansluiting op de computer Aansluiting op de computer Verbind de micro-usb-aansluiting van de telefoon met de USBaansluiting van uw computer. Op het display wordt de aanduiding "Massageheugen" weergegeven. Druk op de linker displaytoets. Op uw computer worden vervolgens het in de telefoon geïntegreerde geheugen en de eventueel in het toestel geplaatste geheugen als nieuw(e) appara(a)t(en) met verwisselbare media weergegeven. Hierop bevinden zich onder andere de mappen "Foto's" en "Audio". In de map "Foto's" vindt u de met de camera opgenomen foto's en in de map "Audio" de met de recorder opgenomen spraakberichten en opnamen van telefoongesprekken. Als u eigen beltonen of een eigen achtergrondafbeelding wilt gebruiken, kopieert u het desbetreffende audio- of afbeeldingsbestand naar het geheugen van de telefoon of naar de geheugenkaart. Deze bestanden worden in de telefoon als beltonen of achtergrondafbeelding geselecteerd, maar moeten altijd op de opslaglocatie blijven staan. Wij adviseren u daarom in het geheugen een map voor dergelijke bestanden te maken zodat u deze niet later per ongeluk verwijdert. 46

47 Noodoproep Noodoproep Uw telefoon beschikt over een functie voor noodoproepen met bevestiging. Als in de configuratie minimaal één noodoproep nummer is opgenomen, en de toets voor noodoproepen is ingeschakeld, activeert de telefoon de noodoproep als de SOS-toets ca. 2 seconden lang wordt ingedrukt. De telefoon geeft dan een alarmtoon af, en stuurt (indien geactiveerd) een SMS met afzonderlijk aanpasbare inhoud naar de opgegeven noodoproep nummers (maximaal vijf). Vervolgens belt de telefoon het als eerste ingevoerde noodoproep nummer. Als de oproep wordt aangenomen, vraagt de Ergophone de ontvanger om de noodoproep met de toets 5 te bevestigen. Als de ontvanger de noodoproep niet binnen 60 seconden bevestigd met toets 5 op zijn eigen telefoon, wordt de functie voor noodoproepen voortgezet en kiest de telefoon het volgende noodoproep nummer. Door de bevestiging van toets 5 wordt zeker gesteld dat de noodoproep door de ontvanger is afgehandeld en daarmee wordt uitgesloten dat de noodoproep door een antwoordapparaat of voic is afgehandeld. Als u de functie voor noodoproepen wilt beëindigen, houdt u de rode ophangtoets lang ingedrukt. Als de oproep niet wordt aangenomen, belt de telefoon het volgende ingevoerde noodoproep nummer. Als bij geen van de noodoproep nummers een gesprek tot stand komt (of als na het gesprek de functie voor noodoproepen niet wordt beëindigd), belt de telefoon opnieuw de ingevoerde noodoproep nummers. Dit proces wordt driemaal herhaald. Tijdens het bellen van de noodoproep nummers door de telefoon, wordt op het display het abonneenummer weergegeven. De oproep vindt plaats in de handenvrij modus, zodat u kunt horen of de gebelde persoon opneemt. Na het activeren van een noodoproep (ongeacht of deze; werd aangenomen / bevestigd, is mislukt, niet 47

48 Noodoproep bevestigd of onderbroken) neemt de telefoon daarna automatisch binnenkomende oproepen aan, en wordt er overgeschakeld naar de handenvrij modus. Hierdoor kan tevens contact met een hulpeloos persoon worden opgenomen als de noodoproep reeds is beëindigd. Als u deze functie wilt beëindigen, houdt u de rode ophangtoets lang ingedrukt. Problemen door antwoordapparaten De telefoon kan niet zelf bepalen of de noodoproep wordt ontvangen door een antwoordapparaat, faxmachine of spraakcomputer. Test van noodoproep functie Test de noodoproep functie uitgebreid nadat u deze hebt ingesteld. Neem hierbij zowel de eigenaar van de Ergophone telefoon mee als de personen van wie de telefoonnummers zijn ingevoerd. Houd er bij het testen rekening mee dat de gebruiker van de telefoon bij het activeren van een noodoproep in een stresssituatie verkeert. Ook de personen die de noodoproepen aannemen moeten derhalve worden geïnstrueerd, in de bediening van de noodoproep functie om eventueel aanwijzingen (bijvoorbeeld voor het beëindigen van de noodoproep functie) te kunnen geven. Configuratie van de noodoproep Voor het configureren van de noodoproep moet deze eerst worden geactiveerd, en moeten de tekst van de noodoproep en de noodoproep nummers worden ingevoerd. Kies terwijl de telefoon op stand-by staat de linker displaytoets en selecteer daarna achtereenvolgens "Instellingen" in het hoofdmenu en "Instellingen voor noodoproepen". Hier vindt u alle instellingen voor het configureren van de noodoproep. 48

49 Noodoproep Opmerking: De instellingen voor noodoproepen zijn uitsluitend beschikbaar in de gebruikersinstelling "Uitgebreide functies". Als de noodoproep in deze gebruikersinstelling is geconfigureerd, is deze tevens beschikbaar als de gebruikersinstellingen vervolgens weer worden teruggezet op "Eenvoudige bediening". Inschakelen Hier legt u vast of de noodoproep toets aan de achterkant van het apparaat is geactiveerd of gedeactiveerd. Bij geactiveerde toets is de noodoproep functie, zoals beschreven actief. Bij gedeactiveerde toets is de noodoproep functie niet beschikbaar, ook niet als u noodoproep nummers en -tekst hebt ingevoerd. Noodoproep nummers Onder "Noodoproep nummers" voert u uw noodoproep telefoon nummers (maximaal vijf) in. Het als eerste ingevoerde telefoon nummer wordt in noodgevallen als eerste gebeld, daarna het als tweede ingevoerd telefoon nummer, enzovoort. Bij het oproepen van deze menuoptie worden de vijf geheugenlocaties voor noodoproep telefoon nummers weergegeven. Druk op de linker displaytoets en selecteer het noodoproep telefoon nummer uit de lijst met contacten of voer dit handmatig in. Via de optie "Bericht bewerken" kunt u de SMS voor noodoproepen wijzigen. 49

50 Noodoproep SMS voor noodoproepen Via deze menuoptie legt u vast of de SMS voor noodoproepen naar het geselecteerde noodoproep telefoon nummer moet worden verzonden. Opmerking: Als u de SMS activeert bij telefoonnummers waarvan het toestel geen SMS ondersteund, belt de service provider de desbetreffende abonnee op en leest de SMS voor. Deze oproep zou de telefoon van het noodoproep nummer precies op het moment bezet houden waarop de mobiele telefoon de noodoproep uitvoert. Schakel het verzenden van de SMS voor noodoproepen daarom alleen in als de telefoons van alle noodoproep nummers in staat zijn SMS'en als tekstberichten te ontvangen. De noodoproep afbreken Als per ongeluk een noodoproep werd geactiveerd, kan deze worden beëindigd worden door lang op de rode ophangtoets te drukken. Bij kort drukken op de rode ophangtoets wordt de huidige oproep afgebroken en wordt de noodoproep functie voort gezet met het volgende alarmnummer. 50