HU 150 BGS HU 200 BGS HU 250 BGS

Transcriptie

1 S L I J P M A C H I N E S HU 150 BGS HU 200 BGS HU 250 BGS

2 Inhoudsopgave 1. Algemene veiligheidsvoorschriften 3 Extra veiligheidsvoorschriften m.b.t. het slijpsteengedeelte 4 2. Gebruiksvoorschriften 4 3. Technische gegevens 5 4. Opbouw van de machine 5 Werkblad 6 Spanhendel voor de schuurband 6 Bandloopnastelknop 6 5. Uitpakken en controleren van de inhoud Los verpakte onderdelen 6 6. Montage - Oogscherm en gereedschapsteun 8 7. Montage - Schuurbandgedeelte 9 8. Nastellen van de bandspanning Contouren schuren Montage - Bandschuurgedeelte Vervangen van de schuurband Montage - Staalborstel of polijstborstel Vervanging van de slijpsteen Onderdelentekening HU 150 BGS Onderdelenlijst HU 150 BGS Onderdelentekening HU 200 BGS Onderdelenlijst HU 200 BGS Onderdelentekening HU 250 BGS Onderdelenlijst HU 250 BGS Universeel onderstel (tegen meerprijs) Onderdelenlijst Montage Transport en verplaatsen van de machine Bedrijfsomstandigheden Elektrische aansluitingen Afsluiten van de stroomtoevoer Aarding Gebruik Elektrisch schema s HU 150 BGS HU 200 BGS HU 250 BGS 22 2 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

3 Slijpmachines HU 150 BGS - HU 200 BGS - HU 250 BGS 1. Algemene veiligheidsvoorschriften N.B.:Lees de handleiding zorgvuldig door teneinde problemen te voorkomen. Zoals bij alle machines zijn ook aan deze machine tijdens het uitvoeren van werkzaamheden gevaren verbonden. Een juiste bediening beperkt deze risico s. Bij het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften zijn risico s onvermijdelijk. Houd U aan de hiernavolgende veiligheidsvoorschriften, voorzover van toepassing. De machine mag op geen enkele wijze constructueel gewijzigd worden. Indien dit toch gebeurt, geschiedt dit op volledig risico van de gebruiker. Voor bepaalde onbeantwoorde vragen kunt U contact opnemen met Uw dealer. 1. Lees de handleiding zorgvuldig door, alvorens met de machine te gaan werken. 2. Beveiligingen e.d. op hun plaats houden/niet verwijderen. 3. Elektrisch aangedreven machines uitgerust met een stekker dienen altijd op een geaard stopcontact te worden aangesloten. 4. Losse hendels of bedieningssleutels dienen altijd te worden verwijderd. Maak er een gewoonte van om de machine altijd voor gebruik te controleren. 5. Houd de werkplek schoon. Een rommelige werkplek werkt risico verhogend. 6. De machine mag niet in een gevaarlijke omgeving worden opgesteld, d.w.z. niet in vochtige of natte ruimten. Stel de machine eveneens niet bloot aan regen. Zorg voor een goede verlichting op de werkplek. 7. Houd kinderen en onbevoegden van de machine verwijderd. Zij dienen altijd op een bepaalde afstand van de machine te worden gehouden. 8. Zorg ervoor dat de werkplaats niet kan worden betreden door onbevoegden. Breng veiligheidssloten aan in de vorm van schuifsloten, afsluitbare hoofdschakelaars e.d. 9. De machine mag nimmer overbelast worden. De capaciteit van de machine is het grootst wanneer deze op de juiste manier belast wordt. 10. Gebruik de machine uitsluitend voor die werkzaamheden waarvoor ze is gemaakt. 11. Draag de juiste werkkleding. Draag geen loshangende kleding, handschoenen, halsdoeken, ringen, kettingen, armbanden of sieraden. Deze kunnen in draaiende delen grijpen. Draag schoeisel met rubberzolen. Draag een haarnetje in geval van lang haar. 12. Draag altijd een veiligheidsbril en ga te werk volgens de veiligheidsvoorschriften. Bij stoffige werkzaamheden is een stofmasker raadzaam. 13. Maak werkstukken altijd goed vast middels een machineklem of een spaninrichting. Dit houdt beide handen vrij voor de bediening van de machine. 14. Houd te allen tijde Uw balans. 15. Houd de machine altijd in optimale conditie. Houd hiertoe de snijvlaktes scherp en schoon. Lees de handleiding zorgvuldig door en houd U aan de instructies voor reinigen, smeren en wisseling van gereedschap. 16. Trek de stekker uit het stopcontact alvorens onderhoudswerkzaamheden of vervanging van onderdelen aan de machine uit te voeren. 17. Maak uitsluitend gebruik van de voorgeschreven toebehoren. Zie handleiding. Het gebruik van oneigenlijke accessoires kan bepaalde risico s met zich meebrengen. 18. Zorg ervoor dat de machine niet plotseling kan starten. Controleer altijd of de aan/uit-schakelaar op UIT (OFF) staat. 19. Ga nooit op de machine staan. De machine kan omvallen of in aanraking met het snijgereedschap komen. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Indien er sprake is van beschadigde delen, dient U deze onmiddelijk te vervangen of te repareren. 21. Voedingsinrichting:het werkstuk dient tegen de draai- of looprichting van het snijgereedschap te worden gevoed. WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 3

4 22. Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl ze loopt. Stop de machine en schakel de machine altijd uit, doch pas nadat ze tot volledige stilstand gekomen is. 23. Alcohol, medicijnen, drugs. De machine mag nooit worden bediend wanneer U onder invloed van deze middelen bent. 24. Zorg ervoor dat de machine spanningsloos is, alvorens werkzaamheden uit te voeren aan de elektrische uitrusting, motor, e.d. 25. Bewaar de originele verpakking in verband met hertransport c.q. verplaatsing van de machine. 26. De machine mag niet worden gebruikt indien beschermkappen of andere veiligheidsinrichtingen zijn verwijderd. Indien beschermkappen bij transport (bv. bij reparatie) worden verwijderd moet U deze vóór (opnieuw) ingebruiknemen van de machine weer op de juiste wijze bevestigen. Extra veiligheidsvoorschriften m.b.t. het slijpsteengedeelte Maak de slijpsteen schoon en kontroleer deze op beschadigingen vóór montage. De steen kan verder worden gekontroleerd door deze vrij op te hangen en er zacht tegen te tikken met een niet-metalen voorwerp; de steen moet galmen. Als de steen dof klinkt (gebarsten) moet hij niet worden gebruikt. Gebruik alleen stenen met de juiste specificaties en pas de opening in de steen niet aan. Draai de moer vast genoeg tegen de flens zodat deze de steen meeneemt. Met de hand vastdraaien met behulp van een moersleutel is voldoende; te strak aandraaien kan de steen beschadigen. Een nieuwe steen moet eerst gedurende tenminste één minuut onbelast getest worden. Ga nooit direct voor de steen staan tijdens het testen. Kontroleer de bevestiging van de beschermkappen. Probeer nooit te slijpen aan de zijkant van de steen of met ongeschikte werkstukken. 2. Gebruiksvoorschriften Lees de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door en houd u hieraan. Bestudeer de toepassingsmogelijkheden en beperkingen van de machine en wees alert op mogelijke gebruiksrisico s. Draag altijd een veiligheidsbril! De beschermkap moet gebruikt worden wanneer de machine actief is en mag alleen bij onderhoudswerkzaamheden verwijderd worden. De slijpsteen moet vrij kunnen draaien zonder los te raken. De gereedschapssteun moet op ongeveer 2 mm van de slijpsteen worden gemonteerd. Het beschermglas moet schoon worden gehouden en in de juiste positie worden geplaatst. Ontkoppel de machine van de stroomtoevoer als u controles of onderhoud uitvoert Wanneer de machine voor de eerste keer wordt ingeschakeld, moet deze 5 minuten op maximale snelheid proefdraaien. Let erop dat u tijdens het proefdraaien niet te dicht bij de machine staat. 4 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

5 3. Technische gegevens HU 150 BGS HU 200 BGS HU 250 BGS Slijpsteen 150x25x20 mm 200x25x20mm 250x38x25,4 mm Schuurband 50x1000 mm 100x1000 mm 100x1150 mm Motor 1-fase, 230V, 50 Hz 3-fase, 400V, 50 Hz 3-fase, 400V, 50 Hz Vermogen 0,35 kw 0,7 kw 1,5 kw Toerental van slijpsteen 2850 omw/min 2850 omw/min 2850 omw/min Snelheid van schuurband 900 m/min 900 m/min 1800 m/min Staalborstel 150x16x12 mm 200x20x12 mm nvt Polijstborstel 125x16x12 mm 175x25x12 mm nvt Netto gewicht, ca. 17 kg 28 kg 50 kg Verpakkingsafmetingen 560x380x250 mm 600x460x340 mm 600x480x670 mm Geluidsniveau ca. 75 db (A) ca. 80 db (A) ca. 80 db (A) Technische wijzigingen voorbehouden. 4. Opbouw van de machine Bolvormige handgreep Schuurband Werkgebied (2) Werkblad Zeskantschroef Werkgebied (4) Schakelaar Bandloopnastelknop Frame van schuurband Oogscherm Staal-/polijstborstel Werkgebied (3) Werkgebied (1) Onderstel Materiaalsteun Netsnoer HU 200 BGS 400 V WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 5

6 Werkblad Het werkblad is o kantelbaar. Houd tenminste 1-5 mm afstand tot de schuurband. Spanhendel voor de schuurband Door de hendel ongeveer 120 O rechtsom te draaien wordt de aluminium rol (nr. 36) 9 mm naar beneden bewogen om de band te ontspannen voor vervanging; draai de hendel weer 120 O terug om de schuurband te spannen. Bandloopnastelknop Draai deze knop rechsom om de schuurband naar rechts te verschuiven, en linksom om de band naar links te verschuiven. U kunt de band handmatig verdraaien terwijl de machine uitgeschakeld is. 5. Uitpakken en controleren van de inhoud Staalborstel Slijpgedeelte Polijstborstel 5.1 Los verpakte onderdelen Omschrijving Frame van Schuurband Beschermpaneel Rubber schuurband P-100 aandrijfrol Aantal WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

7 Zak 1 Werkblad Zak 4 Oogscherm Nr.. Omschrijving Aantal A1 Werkblad 1 A2 Bracket 1 A3 Inbussleutel 6mm 1 A4 Revet ø8.5xø18x2 1 A5 Veerring M8 1 A6 Inbusschroef M8 P1.25x25 1 Zak 2 Adaptor en revetten Nr. Omschrijving Aant. D1 Oogscherm 1 D2 Schroef 3/16-24NCx7/16 2 D3 Zeskantsschroef 1/4-20NCx3/8 1 D4 Zeskantsschroef 1/4-20NCx1/2 1 D5 Revet ø6.6xø18x2 2 D6 Vleugelmoer 1/4-20NC 1 D7 Steun van oogscherm 1 D8 Bracket 1 D9 Revet ø5.3xø12.3x0.8 2 D10 Veering 1/4 1 Nr. Omschrijving Aantal D11 Zeskantsmoer 3/16-24NC 2 B1 Adaptor 1 B2 Revet 2 Zak 5 Gereedschapsteun Zak 3 Steeksleutel, knoppen en sleutel Nr. Omschrijving Aantal Nr. Omschrijving Aantal C1 Steeksleutel 1 E1 Gereedschapsteun 1 C2 Schroeven/revetten 2/2 E2 Zeskantsschroef C3 Sleutel 1 5/16-18NCx3/8 2 E3 Revet ø8.5xø18x2 2 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 7

8 6. Montage - Oogscherm en gereedschapsteun Houd tenminste 2 mm afstand tot slijpsteen Houd tenminste 2 mm afstand tot slijpsteen 8 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

9 7. Montage - Schuurbandgedeelte Bandloopnastelknop 1. Kontroleer of het oppervlak van de aluminium rol loodrecht (90 O ) op het frame staat 1. Verwijder de zeskantmoer aan de linkerzijde draai de bandloopnastelknop rechtsom, om de 2. Bevestig het frame en draai de inbusschroef achterzijde van de rol naar boven te verstellen. vast met de bijgeleverde 6 mm inbussleutel 2. Draai de spanhendel voor de schuurband 3. Monteer de rubber rol op de as en draai de ongeveer 120 O rechtsom, om de aluminium rol zeskantmoer stevig vast met de bijgeleverde steeksleutel naar beneden te verstellen en leg de schuurband om het midden van de twee rollen. 3. Draai de spanhendel 120 O terug om de band op spanning te brengen. Links Rechtsom Linksom Rechts 1. Bevestig het beschermpaneel met de 2 schroeven Bandloop 1. Draai de nastelknop voor de bandloop rechtsom om de band naar rechts te verplaatsen of linksom om de band naar links te verplaatsen. N.B.: Per omwenteling wordt de band slechts een kleine afstand verplaatst. 2. Draai de band handmatig rond terwijl U de nastelknop gebruikt. 3. Schakel de machine met de linkerhand kortstondig in en verdraai ondertussen met de rechterhand de nastelknop totdat de schuurband stabiel over de rollen loopt. WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 9

10 8. Nastellen van de bandspanning 1. Zorg ervoor dat de machine spanningsloos is. 2. Kontroleer de bandspanning door aan de achterzijde met de duim tegen de band te duwen. 3. Als de bandspanning te laag is moet u de volgende handelingen uitvoeren: Draai de spanhendel ongeveer 120 O rechtsom en verwijder de schuurband. Verwijder het deksel onder de bandloopnastelknop. Draai de zeskantsmoer (nr. 57) rechtsom los met de bijgeleverde 12 mm sleutel. Draai de nastelstang (nr. 58) rechtsom om de bandspanning te verhogen. * Per omwenteling rechtsom van de stang beweegt de aluminium rol ca, 2,5 mm naar boven, en bij iedere omwenteling linksom ca.2,5 mm naar beneden. * Normaliter is het niet nodig om de stang een hele omwenteling te verdraaien, minimale nastellingen worden aanbevolen. Het verdraaien van de zeskantige stang heeft per kant een verplaatsing van de aluminium rol van 0,42 mm naar boven of naar beneden tot gevolg. Draai de zeskantsmoer (nr. 57) linksom vast om de nastelstang te borgen. Bevestig het deksel weer. 4. Herhaal de de procedure bij fig. 4 (pag. 8) om de bandloop na te stellen. 9. Contouren schuren 1. Plaats het bandschuurframe in horizontale positie. 2. Draai schroef A los (zie afbeelding) 3. Klap het onderste gedeelte van de beschermkap weg en zet het weer vast. 4. De machine is nu geerd voor het schuren van contouren. 5. Klap na het voltooien van de werkzaamheden het onderste gedeelte van de beschermkap weer terug en zet het vast. 10 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

11 10. Montage - Bandschuurgedeelte Gebruik de 6mm sleutel om het werkblad en de steun in de gewenste hoek te monteren. Het werkblad kan O versteld worden. De 4 openingen geven de mogelijkheid om het werkblad onder een hoek van 45/60/75/90 O ten opzichte van het werkblad te plaatsen door de pin in de overeenkomstige openingen te opening te plaatsen Vervangen van de schuurband 1. Draai de spanhendel ongeveer 120 O rechtsom. 2. Verwijder het beschermpaneel en de oude schuurband. 3. Plaats de nieuwe schuurband om het midden van de twee rollen. 4. Draai de spanhendel 120_ linksom om de schuurband te spannen. 5. Verdraai de schuurband handmatig en verdraai ondertussen de bandloopnastelknop om de machine te kontroleren terwijl deze uitgeschakeld is. 6. Schakel de machine met de linkerhand kortstondig in en verdraai ondertussen met de rechterhand de nastelknop totdat de schuurband stabiel over de rollen loopt. 7. Kontroleer de bandspanning. Indien de spanning onvoldoende is moet u deze nastellen. 8. Voer de handelingen uit voor het handmatig en met ingeschakelde machine nastellen van de bandloop zoals vermeld bij fig. 4 (pag. 8) 1. Het bandschuurframe is zo ontworpen dat de schuurband zowel vertikaal als horizontaal gebruikt kan worden. 2. Door middel van de 6 mm inbussleutel kunt u de inbusschroef losdraaien en weer vastdraaien bij het in de juiste stand plaatsen van het frame. WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 11

12 11. Montage - Staalborstel of polijstborstel Houd de slijpsteen vast en monteer de adaptor. Draai de adaptor vast met een sleutel. Maak de as van de machine en de binnenzijde van de adaptor schoon om een goede montage te waarborgen. Plaats een staalborstel of polijstborstel op de adaptor zoals afgebeeld in bovenstaande figuur. 12 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

13 11.1 Vervanging van de slijpsteen 1. Verwijder de adaptor. 2. Verwijder de drie schroeven van de beschermkap van de slijpsteen. Verwijder de beschermkap. Houd de slijpsteen vast en verwijder de asmoer van de slijpsteen met behulp van een sleutel. Verwijder de flens en de slijpsteen. N.B.: Om de nieuwe slijpsteen te monteren moet u bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde uitvoeren. WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 13

14 12. Onderdelentekening HU 150 BGS 14 WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

15 12.1 Onderdelenlijst HU 150 BGS Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving 1. Oogscherm 53. Bevestigingsschroef van deksel 2. Gereedschapsteun 54. Schildje van deksel 3. Zeskantsschroef 55. Zeshoekige stang 4. Revet 56. Bandloopvlak 5. Binnenste beschermkap van slijpsteen 57. Zeskantsmoer 6. Flens 58. Nastelstang voor bandspanning 7. Veerring 59. Drukblok 8. Schroef 60. Zelfborgende moer 9. Slijpsteen 61. Veerring 10. Bus 62. Nok 11. Zeskantsmoer 63. Schildje 12. Beschermkap voor as 64. Schildje met opschrift ontspannen-spannen 13. Schroef 65. Nokkenas 14. Beschermkap van slijpsteen 66. Stang met schroefdraad 15. Adaptor 67. Inbusschroef 16. Revet 68. Zeskantsmoer (linkse schroefdraad) 17. Polijstborstel 69. Rubber rol 18. Staalborstel 70. Steun 19. Zeskantsmoer 71. Werkblad 20. Beschermkap voor adaptor 72. Inbusschroef 21. Schroef 73. Snoerklem 22. Veerring 74. Schakelaar 23. Linkerkap van motor 78. Buitenste revet 24. Kogellager 79. Koperen ring 26. Schroef 80. Binnenste revet 27. Motorhuis 82. Schroef 28. Wikkelingen 83. Schroef 29. Rotor 84. Bevestigingsplaatje 30. Waaier 85. Trek- en wringontlasting 31. Kogellager 86. Netsnoer 32. Rechterkap van motor 89. Schroef 34. Bovenste gedeelte van beschermkap 91. Grondplaat 35. Schuurband 92. Voetje 36. Aluminium rol 93. Voetstuk 37. Borgring 94. Revet 38. Kogellager 95. Schroef 39. Bus 96. Sleutel 40. Borgring 97. Inbussleutel 41. As 98. Steeksleutel 42. Veer 99. Onderste gedeelte van beschermkap 43. Schuifblok 100. Schroef 44. Stift 101. Schroef 45. Bolvormige handgreep 102. Revet 46. Stang met schroefdraad 103. Beschermpaneel Frame van bandschuurgedeelte 104. Schroef 48. Revet 105. Veerring 49. Veer 106. Beschermpaneel Bandloopnastelknop 107. Stofkap van schakelaar 51. Deksel 108. Beschermkap van schakelaar 52. Golfrevet 109. Schroef WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 15

16 13. Onderdelentekening HU 200 BGS 16 WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

17 13.1 Onderdelenlijst HU 200 BGS Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving 1. Oogscherm 60. Borgring 2. Binnenste beschermkap van slijpsteen 61. Aluminium rol 3. Revet 62. Zeskantsmoer 3-1. Bus 63. Nastelstang 4. Slijpsteen 64. Drukblok 5. Zeskantmoer 65. Zelfborgende moer 6. Schroef 66. Veerring 7. Buitenste beschermkap van slijpsteen 67. Nok 8. Zeskantsbout 68. Nokkenas 9. Revet 69. As met schroefdraad 10. Slijpsteen 70. Bolknop 11. Schroef 71. Schildje met opschrift ontspannen-spannen 12. Veerring 72. Schroef 15. Schroef 73. Golfrevet Veerring 74. Afdekking 17. Rechter gereedschapsteun 75. Plaatje 18. Kogellager 76. Plaatje 19. Waaier 77. As met schroefdraad A 20. As Koperen ring 21. Motorhuis 80. Afdekking Wikkelingen 81. Afdekking Kogellager 82. Bandsteun 26. Linker gereedschapsteun 83. Zeshoekige stang 30. Rubberen afdichting 84. Frame van bandschuurgedeelte 34. Schroef 85. Schroef 35. Schroef 86. Rubberen rol 36. Klem 87. Schuurband 37. Condensator 88. Zeskantsmoer (linkse draad) 38. Schroef 89. Schroef 39. Revet 90. Stelblok 40. Koperen set 91. Werkblad 41. Revet 92. Beschermpaneel Voet 93. Beschermpaneel Bevestigingsplaat 95. Zeskantsbout 44. Trek- en wringontlasting 96. Sleutel 45. Netsnoer 97. Inbussleutel 46. Schroef 98. Steeksleutel 47. Schakelaar 99. Schroef 48. Rubberen voetje 100. Adaptor 49. Grondplaat 101. Revet 50. Bandloopnastelknop 102. Staalborstel 51. Veer 103. Zeskantsmoer 52. Revet 104. Beschermkap voor adaptor 53. Schuifblok 105. Polijstschijf 54. Pen 106. Beschermkap rotoras 55. Veer 56. As 57. Borgring 58. Kogellager 59. Bus WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 17

18 14. Onderdelentekening HU 250 BGS 18 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

19 14.1 Onderdelenlijst HU 250 BGS Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving 1. Oogschermset 53. Schuifblokl 2. Interne beschermkap 54. Pen 3. Revet 55. Veer 3-2. Balanceerset 56. As 4. Slijpsteen 57. Borgring 5. Zeskantsmoer 58. Kogellager 6/6-1 Schroef 59. Bus 7. Beschermkap slijpsteen 60. Borgring 8. Zeskantsmoer 61. Aluminium rol 9/9-1. Revet 62. Zeskantsmoer 10. Gereedschapsteun 63. Stelstang 11. Schroef 64. Drukblok 12. Veerring 65. Zelfborgende moer 13. Schroef 66. Veerring 14. Revet 67. Nok 15. Schroef 68. Nokkenas 16. Veerring 69. As met schroefdraad 17. Rechterkap van motor 70. Bolknop 18. Kogellager 71. Schildje met opschrift ontspannen-spannen 19. Waaier 72. Schroef 20. As 73. Golfrevet 21. Motorhuis 74. Afdekking 22. Wikkelingen 75. Plaatje 26. Linkerkap van motor 76. Stelplaatje 27. Koperplaat 79. Veerring 28. Zeskantsmoer 80. Afdekking Stelschroef 81. Afdekking Rubberen afdichting 82. Bandsteun 31. Schroef 83. Zeshoekige stang 32. Zeskantsmoer 84. Frame van schuurgedeelte 33. Revet 85. Schroef 36. Aansluitstrook 86. Rubberen rol 37. Overbelastingsbeveiliging 87. Schuurband 38. Schroef 88. Zeskantsmoer (linkse draad) 39. Revet 89. Schroef 40. Koperen set 90. Stelblok 41. Revet 91. Werkblad 42. Voet 92. Beschermpaneel Bevestiginsplaat 93. Beschermpaneel Trek-en wringontlasting 94. Schroef 45. Netsnoer 95. Zeskantsbout 46. Schroef 96. Spanenafvoer 47. Schakelaar 97. Afdekplaat 48. Rubberen voetje 98. Grafietplaat 49. Grondplaat 100. Indicatieplaatje 50. Bandloopnastelknop 101. Borgknop bandspanning 51. Veer 102. Zeskantsmoer 52. Revet 103. Koperen plaat WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 19

20 15. Universeel onderstel (tegen meerprijs) 15.1 Onderdelenlijst Nr. Omschrijving Aantal 1. Paneel (voor en achter) 2 2. Poot (linker en rechter) 2 3. Bovenplaat 1 4. Schroef 5/16-18NCx3/ Zeskantsschroef 5/16-18NCx3/ Zeskantsschroef 5/16-18NCx Revet 5/16 d x23/32 D x1/ Veerring 5/ Zeskantsmoer 5/16-18NC Montage De machine moet worden bevestigd op het onderstel en het onderstel moet worden verankerd aan de bodem vóór gebruik. 16. Transport en verplaatsen van de machine Houd rekening met het gewicht bij verplaatsen of transport. Het wordt aanbevolen om bij verplaatsen of transport gebruik te maken van hulpmiddelen om de machine op te heffen (hijsinstallatie, vorkheftruck e.d.). 17. Bedrijfsomstandigheden De verlichting van machine en werkplaats moet voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften. De minimum lichtsterkte bedraagt 300 Lux. 20 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

21 18. Elektrische aansluitingen De machine dient te worden aangesloten door een erkend elektromonteur. De machine is voorzien van een 4-aderig netsnoer. De machine moet op de juiste wijze aangesloten worden op de stroomtoevoer, in overeenstemming met subparagraaf 5.3 van CE-voorschrift EN , algemene voorschriften m.b.t. elektrisch gedeelte van de machine. Om beschadiging van de machine te voorkomen wordt aangeraden deze te voorzien van een 6A zekering. De totale lengte van de bedrading tussen zekering en een aansluitklem mag niet langer zijn dan 1,5 meter. Kontroleer vóór aansluiten of de elektrische specificaties (voltage, frequentie en aantal fasen) van de machine en het net overeenkomen. Raadpleeg eveneens de schildjes en de schema s. Kontroleer tenslotte de aansluitingen Afsluiten van de stroomtoevoer Het afsluiten van de stroomtoevoer dient via een handbediend mechanisme plaats te vinden (om storingen van automatische mechanismen uit te sluiten). Zorg ervoor dat de machine spanningsloos is alvorens onderhoudswerkzaamheden, reparaties e.d. uit te voeren of indien de machine langere tijd niet gebruikt wordt Aarding De machine dient te worden geaard door de geel/groene draad van de aansluitkabel te verbinden met de aarde van de stroomtoevoer. De machine moet altijd worden aangesloten op de aarde alvorens deze op de stroomtoevoer aan te sluiten. Koppel de aarde pas los nadat de stroomtoevoer ontkoppeld is! 19. Gebruik START : Schakelaar in stand plaatsen. STOP : Schakelaar in stand O plaatsen. N.B.: Het model schakelaar is afhankelijk van de uitvoering. 20. Elektrisch schema s 20.1 HU 150 BGS WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 21

22 20.2 HU 200 BGS 20.3 HU 250 BGS Aanduiding Beschrijving Specificaties KA Magnetische schakelaar 1/3-fase 240/400 V 6/10 A SA (400 V) Schakelaar 250/500 V, 10/15 A, UL XP Steker 1-fase 250 V, 10/16 A PE Voedingskabel 1-fase H05-VVF 3x0,75 mm 2 Voedingskabel 3-fase VCTF 4x0,75 mm 2 FR Overbelastingsbeveiliging /1.9A 22 WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN

23 Onze producten worden voortdurend verder ontwikkeld en verbeterd en het kan voorkomen dat de laatste wijzigingen nog niet in deze handleiding zijn opgenomen. Vermeld bij correspondentie altijd bouwjaar, type en serienummer van uw machine. Noch de fabrikant, noch de importeur kan verantwoordelijk worden gesteld voor mankementen die zijn ontstaan door het niet zorgvuldig doornemen van deze handleiding of door foutief gebruik van de machine. Aan deze handleiding kunnen geen rechten worden ontleend. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Huberts bv, Kennedylaan 14, Veghel, Nederland. Internet: EU-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING (volgens bijlage II A van de Machinerichtlijn) Industrie & Handelsonderneming Huberts bv, Kennedylaan 14, 5466 AA Veghel, Nederland, als importeur, verklaart hiermede geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de Huvema-machines: HU 150 BGS - HU 200 BGS - HU 250 BGS waar deze verklaring betrekking op heeft, in overeenstemming zijn met de volgende normen: NEN-EN-ISO 12100:2010, NEN-EN-IEC :2009/C11:2010, NEN-EN-IEC :2011, NEN-EN-IEC :2006/C11:2010, NEN-EN-IEC :2007/A1:2011, NEN-EN-IEC :2005/C11:2005 en conform de fundamentele vereisten zijn van: Machinerichtlijn 2006/42/EG Elektromagnetische Compatibiliteitrichtlijn 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG Veghel, Nederland, juni 2014 L. Verberkt Directeur WIJZIGINGEN EN TYPEFOUTEN VOORBEHOUDEN 23

24 2014 V1