Intermezzo 7.1 Bindingseiwitten in de spiercel en spierdystrofie 2 Intermezzo 7.2 Katabole en anabole reacties in de mitochondriën van werkende 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Intermezzo 7.1 Bindingseiwitten in de spiercel en spierdystrofie 2 Intermezzo 7.2 Katabole en anabole reacties in de mitochondriën van werkende 3"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 7 Spiercontractie Intermezzo 7.1 Bindingseiwitten in de spiercel en spierdystrofie 2 Intermezzo 7.2 Katabole en anabole reacties in de mitochondriën van werkende 3 spiervezels Intermezzo 7.3 Aanpassing van hart- en gladdespierweefsel aan overbelasting; 8 hypertrofie en dilatatie Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 1

2 Intermezzo 7.1 Bindingseiwitten in de spiercel en spierdystrofie Elke lichaamscel heeft een cytoskelet, een stelsel van vooral microfilamenten die ervoor zorgen dat de cel ondanks druk van buitenaf zijn vorm behoudt (zie intermezzo 1.4). In spiercellen is dit cytoskelet sterker ontwikkeld dan in andere cellen omdat hier méér vervorming optreedt, doordat de bij contractie ontwikkelde kracht moet worden overgedragen op de uiteinden van de spiercel. Bovendien moet de cel gerekt kunnen worden zonder dat beschadiging optreedt. Om de spier in rust in vorm te houden is een aantal eiwitten aanwezig: In de Z-membraan zijn verschillende filamenteiwitten aanwezig (actinine, filamine, amorfine en andere) die fungeren als aanhechting van de dunne myofilamenten. De dunne filamenten lopen niet door de Z-membraan heen, maar hechten zich aan weerskanten, waarbij ze links en rechts van de membraan verspringen. De Z-membranen eindigen in het sarcolemma. In de sarcomeer zijn eveneens verschillende eiwitten aanwezig die als taak hebben de dunne en dikke filamenten precies op hun plaats te houden. In de M-lijn bevindt zich voor dat doel het myomesine; parallel aan de filamenten liggen de moleculen van titine (= connectine) die door aanhechting aan de Z-lijn voorkomen dat de filamenten bij rekking te veel uit elkaar schuiven (zie figuur 7.3 in het boek). Dwars op de myofibrillen fixeert het intermediaire filamenteiwit desmine de myofibrillen aan elkaar. In het sarcolemma liggen enkele eiwitten die de verbinding vormen tussen dunne filamenten die tegen de celmembraan liggen, en de extracellulaire basale membraan (bij spiercellen is dat de lamina externa) die aan de buitenkant rond de cel ligt en de spiercel verankert met extracellulaire matrix. In de spiercel is daarvoor het grote spiereiwit dystrofine (molecuulmassa 427 kda) aanwezig dat actine verbindt met glycoproteïnen in de membraan tot een dystrofine-glycoproteïnecomplex. Aan de buitenzijde is dit complex via het eiwit fibronectine verbonden met collageenvezels die uiteindelijk doorlopen tot in de pees. Hartspier en gladde spier hebben geen pees of botaanhechting. De kracht die op het collageen wordt uitgeoefend is voldoende om de spanning in de wand gelijkmatig te verhogen. Het dystrofine-glycoproteïnecomplex, de tussenschakel tussen actine en fibronectine, geeft onmisbare steun aan de spiervezel en voorkomt scheuring tijdens contractie. Dat blijkt bij lijders aan een zeer ernstige erfelijke spierziekte, de spierdystrofie van Duchenne, die reeds op zeer jeugdige leeftijd tot een levensbedreigend functieverlies van skeletspieren leidt door het ontbreken van dit eiwit. Het gaat om een afwijking in het X-chromosoom, zodat deze ziekte door de moeder die zelf de ziekte doorgaans niet heeft, wordt overgedragen, of het gevolg is van een spontane mutatie. In het chromosoom ziet men een afwijking in de structuur van het gen dat zorgt voor de vorming van dystrofine. Dit gen omvat ongeveer 2, basenparen en behoort daarmee tot de grootste. Dit is wellicht de reden waarom het gen relatief vaak een mutatie ondergaat die het onwerkzaam maakt. Het tekort aan dystrofine leidt vanaf een leeftijd van 3-4 jaar tot progressieve functiestoornissen in de skeletspieren en later ook in hartspier en gladde spier, Deze functiestoornissen berusten op beschadigingen van de spiercellen als gevolg van onvoldoende bescherming tegen verscheuring. De ziekte leidt tot de dood op jongvolwassen leeftijd door uitval van de ademhaling of door extreme verzwakking van de hartspier. In gladdespiercellen is wel een bescheiden SR aanwezig, maar er zijn geen T-tubuli. Bij de bespreking van de excitatie-contractiekoppeling zullen wij zien dat de functie van het SR in dit weefsel geheel anders is dan in skelet- en hartspierweefsel. Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 2

3 Intermezzo 7.2 Katabole en anabole reacties in de mitochondriën van werkende spiervezels Wanneer bij de start van een beweging een skeletspier wordt geactiveerd, zet een reeks van biochemische reacties in voor de spiercontractie en voor de energievoorziening van de werkende spiervezel. Deze reacties komen meteen in actie zodra de spier vanuit het zenuwstelsel wordt gestimuleerd. Aan het einde van de contractie wordt alleen de actie van het contractiele apparaat meteen gestopt. De reacties die bijdragen aan de energievoorziening, gaan nog door tot de energievoorraad is hersteld en de afvalproducten zijn afgevoerd. Bovendien komen nu reacties op gang die kunnen bijdragen aan structurele veranderingen in de spier op lange termijn. Zowel bij de katabole energieleverende processen als bij de anabole opbouwprocessen vervullen de mitochondriën in de spier een hoofdrol. Figuur Katabole reacties in de mitochondriën. In de mitochondriën vindt de volledige oxidatie plaats van de brokstukken die in het cytoplasma door de splitsing van glucose en vetzuren zijn ontstaan. Door de glycolyse (zie par in het boek) is glucose gesplitst in pyrodruivenzuur (= pyruvaat) dat bij voldoende zuurstof door het pyruvaatdehydrogenase complex wordt omgevormd tot acetyl-coa dat opgenomen wordt in het mitochondrion. De vele, vaak grote en complexe enzymmoleculen voor de verdere splitsingsreacties liggen opgeslagen in de binnenmembraan van het mitochondrion. Om voldoende membraanoppervlak te hebben, is deze membraan geplooid in de vorm van cristae die in het inwendige van het mitochondrion (matrix) uitsteken. Hier zijn ook de enzymen te vinden voor de citroenzuurcyclus (zie par in het boek). Dit is een reeks van negen reacties waarin het pyruvaatdeel van het acetyl-coa volledig wordt gesplitst Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 3

4 in CO 2 en H 2 O. Deze reactie kan echter alleen verlopen als de oxidaties worden onderhouden door de ademhalingsketen, waarover hieronder meer. Ook de vetzuren ondergaan hun initiële splitsing in het cytoplasma. Vetzuren met een keten van minder dan 22 atomen worden rechtstreeks, met behulp van ATP, omgezet in acyl-coa. De langere vetzuren moeten eerst worden gesplitst in een peroxisoom. Het aldus gevormde acyl-coa wordt in het mitochondrion opgenomen voor een in de matrix verlopende reactiecyclus, de β-oxidatie. Per molecuul acyl-coa wordt deze reactieketen viermaal doorlopen alvorens het volledig is omgezet in acetyl-coa. Dit eindproduct van de β-oxidatie kan nu verder worden verwerkt in de citroenzuurcyclus. Hier ligt dus het verbindingspunt van de koolhydraat- en de vetzuurstofwisseling. Tijdens het doorlopen van de cyclus komt veel energie vrij die in ATP kan worden omgezet. Een aantal van de hierboven aangeduide reacties zijn oxidaties, waarbij H + -ionen en elektronen worden afgegeven die door zuurstof moeten worden opgenomen. Dit gebeurt in een reeks van chemische omzettingen, de oxidatieve fosforylering ofwel ademhalingsketen genoemd. Dit is een zeer ingewikkelde cascade van reacties die uiteindelijk ertoe voert dat de tijdens eerdere katabole reacties vrijgekomen H + -ionen (protonen) met zuurstof tot water worden gebonden zodat zij kunnen worden uitgescheiden. Deze oxidatie vereist een complex transport van elektronen, reden waarom men de ademhalingsketen ook wel de elektronentransportketen noemt. De ademhalingsketen kan voorgesteld worden als een hoofdstroom van omzettingen langs verschillende enzymcomplexen in de binnenmembraan van het mitochondrion. De toegang tot deze hoofdstroom is voor verschillende stoffen niet dezelfde: er kunnen drie toegangswegen worden onderscheiden: 1. Voor NADH dat gevormd wordt uit NAD + en waterstof. NAD + (nicotinamideadeninedinucleotide) is in cellen een belangrijk co-enzym van verschillende dehydrogenases, enzymen die oxidatiereacties kunnen laten verlopen zonder directe aanwezigheid van zuurstof. De oxidatie vindt plaats doordat NAD + -elektronen opneemt en zich daarbij bindt aan waterstofatomen tot NADH. In de ademhalingsketen worden elektronen en H + -ionen (= proton) gescheiden en apart getransporteerd naar zuurstof als uiteindelijke waterstofacceptor. NADH ontstaat bij de glucosesplitsing zowel gedurende de glycolyse (zie figuur 2.8 in het boek) als tijdens de citroenzuurcyclus (zie figuur 2.9 in het boek). Ook in de β-oxidatie wordt NADH gevormd evenals het daarop lijkende flavineadeninedinucleotide (FAD), het FADH 2 (zie figuur 2.10 in het boek). Willen deze reacties ongestoord kunnen blijven verlopen dan is een voortdurende terugvorming van de verbruikte hulpstoffen noodzakelijk. Met behulp van het uit zeer grote moleculen opgebouwde enzym NADH-dehydrogenase (= complex I) worden proton en elektron overgedragen naar co-enzym Q, ofwel ubiquinon, zodat QH 2 ontstaat dat verdere bewerking in de ademhalingsketen ondergaat. Het NAD + is dan weer beschikbaar voor een nieuwe oxidatiestap. 2. Voor succinaat dat gevormd wordt in een van de tussenstappen in de citroenzuurcyclus en dat door oxidatie omgezet moet worden in fumaraat (zie figuur 2.9 in het boek). Dit gebeurt door het enzym succinaatdehydrogenase (= complex II). Via een cofactor, het FAD (flavineadeninedinucleotide) dat waterstof bindt tot FADH 2, wordt overeenkomstig de terugvorming van NAD +, waterstof overgedragen op ubiquinon voor verdere verwerking van QH 2. Door de werking van succinaatdehydrogenase wordt de citroenzuurcyclus rechtstreeks aan de ademhalingsketen gekoppeld. 3. Een derde weg naar de vorming van QH 2 loopt via het enzym electron-transferringflavoprotein dehydrogenase dat met tussenschakeling van electron-transferring flavoprotein (ETF) elektronen overdraagt op ubiquinon, zodat weer gereduceerd Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 4

5 ubiquinon, QH 2, wordt gevormd. Dit schuift door naar het volgende station van de ademhalingsketen voor de overdracht van elektronen naar cytochroom C en de loslating van protonen: QH 2 + 2cyt C ox + 2H + Q + 2cyt C red + 4H + (ter verheldering: de term oxidatie wordt zowel gebruikt voor de opname van elektronen als voor de binding met een H-atoom: ook dan neemt het oxidatiemiddel elektronen op.). Deze reactie wordt gekatalyseerd door cytochroom-c-reductase (complex III). Cytochromen zijn ijzerhoudende eiwitten lijkend op hemoglobine, die elektronen kunnen overdragen. De finale stap in de ademhalingsketen wordt gezet door cytochroom-c-oxidase (complex IV), dat elektronen en protonen overdraagt op zuurstof: cyt C red + O 2 + 4H + 4 cyt C ox + 2H 2 O Bij de frequente elektronenoverdracht verliezen de elektronen voortdurend aan energie die wordt omgezet in ATP. Men schat dat de totale splitsing van één glucosemolecuul netto de energie voor de vorming van ongeveer 30 moleculen ATP oplevert. De bruto-opbrengst is 38, waarvan 2 reeds tijdens de glycolyse worden gevormd. Van de 36 die tijdens de oxidatieve fosforylering kunnen ontstaan worden er ongeveer 6 tijdens het proces ook weer gebruikt. De opbrengst van de verbranding van vetzuur is nog aanzienlijk groter. Een molecuul palmitaat levert bij de β- oxidatie al ruim 100 moleculen ATP op en dan komt daarbij nog de bijdrage van de oxidatieve fosforylering in de ademhalingsketen. Uiteindelijk is daardoor de energieproductie uit 1 g vet ruim het dubbele van die van koolhydraat. De sterkte van de stroom door de ademhalingsketen is zeer afhankelijk van de graad van stofwisseling van de cel. Deze vertaalt zich in de ATP/ADP-verhouding in het cytosol en de matrix van de mitochondriën. Wanneer deze lager wordt, worden glycolyse en citroenzuurcyclus aangezet. Het lijkt dat de ademhalingsketen niet zozeer door deze ratio als wel door de concentratie aan ATP alleen wordt bepaald; bovendien werkt een ophoping van substraten als NADH stimulerend. Bij langer aangehouden of frequent terugkerende contracties treden ook processen in werking die erop gericht zijn de mitochondriën beter geschikt te maken voor een langdurige arbeid. Dit is het duidelijkst merkbaar in de type-ii-vezels die van nature weinig mitochondriën (< 5% van het celvolume) bevatten. De hier te bespreken reacties, die men samenvat onder mitochondriale biogenese en die een belangrijk onderdeel vormen van de totale spierplasticiteit, vergroten het aantal en de omvang van de mitochondriën en veranderen de eiwitsamenstelling van de membraan en de matrix. Het gevolg is dat het zwaartepunt van de energievoorziening verschuift van glycolyse naar vetzuurverbranding, waardoor de energieopbrengst toeneemt en de melkzuurvorming wordt vertraagd. In de reeks van processen die de anabole activiteit verhogen, kunnen wij de volgende stappen onderscheiden: 1. signalering van de contractie; 2. stimulering van de genetische expressie; 3. vorming van structuurcomponenten. Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 5

6 Figuur Anabole reacties in de mitochondrion Ad 1. Er treden bij het begin van een spiercontractie heel wat chemische reacties in werking, zodat moeilijk is aan te wijzen welke daarvan een signaalfunctie voor het anabolisme heeft. Het is inmiddels wel duidelijk geworden dat het niet om een enkel signaal gaat maar om de interactie van verschillende. De belangrijkste daarvan zijn een verhoging van de intracellulaire concentratie aan calciumionen [Ca 2+ ] i en aan AMP (adenosine-monofosfaat). Tijdens de contractie neemt [Ca 2+ ] i toe van 10 7 mol naar 10 4 mol of hoger, door de activatie van het SR (par. 7.2 in het boek). Van het Ca 2+ -ion is bekend dat het verschillende anabool actieve factoren kan stimuleren waaronder proteïnekinase C (PKC) dat rechtstreeks betrokken is bij de vermeerdering van anabool werkende genen. De concentratie aan AMP neemt toe doordat aan ATP en ADP energie wordt onttrokken, zoals het geval is bij de vorming van acyl-coa uit vetzuur in het cytoplasma. AMP heeft rechtstreeks een activerende werking op het AMP-activated proteinkinase (AMPK) dat de mitochondriale biogenese aanzet. Bovendien zal een tekort aan ATP de heropname van Ca 2+ in het SR vertragen zodat [Ca 2+ ] i langer verhoogd blijft. Een derde mogelijke, maar op dit moment nog onzekere kandidaat signaalstof, is ROS, wat staat voor reactive oxygen species, in feite een groep van stoffen die behoren tot de zuurstofradicalen (zie par in het boek) en die in de ademhalingsketen ontstaan. Hun normaliter zeer lage concentratie neemt toe wanneer de activiteit van de keten wordt verhoogd. Ad 2. Het aangrijpingspunt voor het aanzetten van de mitochondriale biogenese is het DNA in de kern en in het mitochondrion zelf (mtdna). Het proces is in beide gevallen globaal gelijk en berust op een versterking van de activiteit van transcriptiefactoren (zie par in het Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 6

7 boek) door een van de signaalstoffen. Transcriptiefactoren zijn eiwitten die de genexpressie reguleren. Zij doen dit door de vorming van boodschapper-rna (mrna) (figuur 2.5 in het boek), dat specifiek noodzakelijk is voor de synthese van een bepaald eiwit, te stimuleren of af te remmen. Het aldus ontstane patroon aan mrna bepaalt welke eiwitten op dat moment in de cel gevormd zullen worden. Er zijn vele honderden verschillende transcriptiefactoren die in drie grote families worden onderverdeeld met curieus aandoende namen: (1) zinkvingereiwitten, (2) homeodomeineiwitten, en (3) leucineritseiwitten. Hun werking verschilt in velerlei opzicht, maar algemeen is dat door de binding van het eiwit aan de DNAstreng deze gestimuleerd wordt om plaatselijk te splitsen zodat daar de basenparen verbroken worden en mrna zich aan dat stuk DNA kan vormen, de eigenlijke transcriptie (zie figuur 2.5 in het boek). Men veronderstelt dat de signaalstoffen via een cascade van reacties de activiteit van een transcriptiefactor kunnen aanzetten. Bij inspanning speelt in dit kader de stof peroxisome proliferator-activated receptor-γ coactivator-1α (PGC-1α) een bijzondere rol, omdat deze als coactivator van transcriptiefactoren zowel in de kern als in de mitochondriën DNA aanzet tot een versterkte expressie van mrna voor eiwitten die betrokken zijn bij de contractie en de energievoorziening. Het proces van versterking van de transcriptie in kern en mitochondriën vindt optimaal plaats tijdens een herstelperiode volgend op de spiercontracties. De top van de activiteit wordt na 1-4 uur bereikt en daarna keert binnen 24 uur de transcriptieactiviteit weer terug tot de uitgangswaarde. De snelheid van afname is afhankelijk van de beschikbaarheid van glycogeen; hoe geringer het aanbod, hoe langer de transcriptie versterkt blijft. Dit past in het idee dat de mitochondriale biogenese erop is gericht om de oxidatieve afbraak van vetzuren beter mogelijk te maken. Ad 3. Het PGC-1α werkt als coactivator rechtstreeks en via tussenschakels stimulerend op transcriptiefactoren voor zowel het DNA in de kern als in de mitochondriën. De eiwitproductie vanuit het mtdna is beperkt tot slechts enkele tientallen verschillende eiwitten, terwijl men schat dat voor de mitochondriale biogenese er meer dan 1000 nodig zijn. Deze worden op geleide van het nucleaire DNA gesynthetiseerd in het ER en vanuit het cytoplasma naar de inwendige van de mitochondriën vervoerd. Voor het transport door de mitochondriale membraan zijn daar actieve transporters voor aanwezig. Het gaat daarbij om vervoer van zowel hele eiwitmoleculen als van brokstukken die in de binnenmembraan tot het uiteindelijk enzymmolecuul worden opgebouwd. Voor meer informatie: David A. Hood, Isabelle Ircher, Vladimir Ljubici en Anna-Maria Joseph. Coordination of metabolic plasticity in skeletal muscle. J Exp Biol 2006; 209: Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 7

8 Intermezzo 7.3 Aanpassing van hart- en gladdespierweefsel aan overbelasting; hypertrofie en dilatatie Net als voor skeletspier is een continue of regelmatig terugkerende overbelasting ook voor het hart een prikkel om tot aanpassing over te gaan, waarbij de vorm van de aanpassing afhangt van de aard van de overbelasting. Als de prikkel ophoudt, verdwijnen ook de aanpassingsverschijnselen. De enige fysiologische prikkel voor een vergroting van het hart is regelmatig terugkerende zware arbeid, waarbij het hartminuutvolume tot minimaal 70% van het maximale stijgt. Na maanden van intensieve training zal het hart een vergroting ondergaan waarbij de holte van de beide ventrikels groter wordt doordat de spiervezels langer worden. De dikte van de hartwand neemt in gelijke mate toe. Een hart met een dergelijke vorm noemt men een sporthart, hetgeen kan worden opgevat als een vergrote uitvoering van een normaal hart. De belangrijkste functionele consequentie is dat het slagvolume van dit vergrote hart tot tweemaal het normale kan stijgen. Dat dit volume ook in rust al verhoogd is, blijkt uit de zeer lage polsfrequentie (bradycardie) van atleten. Deze lage frequentie is op zichzelf geen trainingseffect, maar wordt door het vegetatieve zenuwstelsel ingesteld om het hartminuutvolume op een normaal peil te houden. Het belangrijkste pathologische aanpassingsverschijnsel van het hart is de hypertrofie, waarbij de hartwand dikker wordt doordat spiervezels dikker worden door vorming van meer myofibrillen. In dat geval blijft de grootte van de holte ongewijzigd. Er zijn verschillende prikkels die tot hypertrofie aanzetten. In de eerste plaats is dat een verhoging van de tegendruk waar het hart tegenin moet werken. Dat kan een verhoogde bloeddruk zijn, maar de verhoogde weerstand kan ook door een vernauwing in de uitstroomvaten of door een klepgebrek zijn veroorzaakt (drukbelasting). Een tweede prikkel is een chronisch verhoogde bloedspiegel van catecholaminen, waarvoor weer verschillende oorzaken bestaan. De hypertrofie op zichzelf is niet schadelijk en zorgt voor het handhaven van een voldoende hartminuutvolume bij een belemmerde uitstroom. Er bestaat evenwel een grotere kans op een bloedtekort in de hartspier (ischemie) doordat de bloedvaten in de hartwand niet met de spierverdikking meegroeien. Het gevolg is dat nu meer spiermassa zuurstof vraagt aan de oorspronkelijke hoeveelheid bloed. In combinatie met hypertrofie kan ook dilatatie optreden, een verwijding van met name de hartkamers op een manier die lijkt op die bij het sporthart. Deze verandering zal optreden als er ook een volumeoverbelasting is, en ook dan is het een uiting van een op zichzelf nietschadelijke aanpassing. Een dergelijke dilatatie zal echter ook ontstaan als het hart ernstig verzwakt is (decompensatio cordis, of hartfalen) zodat de combinatie van hypertrofie en dilatatie altijd nader klinisch onderzoek vereist om de functionele toestand van het hart te bepalen, onder andere door meting van de ejectiefractie (zie par in het boek). Gladdespierweefsel kent door de stressrelaxatie geen volume- of lengteoverbelasting, maar wel een drukbelasting, bijvoorbeeld wanneer bij een prostaatvergroting de uitstroom uit de blaas belemmerd kan zijn. Ook dan zien wij een aanzienlijke toename van de grootte van de cellen, zowel in de lengte door vorming van meer sarcomeren, als in de dikte door toename van het aantal myofibrillen. Deze aanpassing is op zichzelf niet schadelijk, maar wel een belangrijk symptoom van een belemmerde uitstroomweg. Aanvullend materiaal bij Bouman/Boddeke/Muntinga: Leerboek medische fysiologie. 8

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie

Nadere informatie

Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST,

Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 1. Tijdens fotosynthese ontstaat O 2. Uit welke grondstof(fen) wordt dit O 2 gevormd? De reactie vereist energie. Hoeveel moleculen ATP worden

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (voor niet-ingewijden)

Nederlandse samenvatting (voor niet-ingewijden) Nederlandse samenvatting (voor niet-ingewijden) Dit hoofdstuk bevat een Nederlandse samenvatting van het proefschrift, getiteld: Voedingsinterventie bij patiënten met Complex I Deficiëntie: een rol voor

Nadere informatie

Metabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5

Metabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 Inhoud Aerobe glycolyse Glycogenolyse Cori cyclus Aerobe glycolyse aerobe glycolyse NADH, vormen voor respiratoire keten Voorwaarde NAD + moet beschikbaar zijn, NADH

Nadere informatie

Studiehandleiding Biochemie I

Studiehandleiding Biochemie I Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet

Nadere informatie

Naam: Student nummer:

Naam: Student nummer: Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors

Nadere informatie

4. Toevoeging van een ontkoppelaar zal in mitochondrien de snelheid van NADH consumptie doen en de snelheid van ATP synthese doen

4. Toevoeging van een ontkoppelaar zal in mitochondrien de snelheid van NADH consumptie doen en de snelheid van ATP synthese doen 1. Ontkoppeling van mitochondriale oxidatieve fosforylatie a. laat nog steeds mitochondriale ATP vorming toe, maar zal het verbruik van O 2 doen stoppen b. zal alle mitochondriale metabolisme doen stilvallen

Nadere informatie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Elektronen-transportketen 1. Van enkele processen in

Nadere informatie

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie

_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie 2012-2013_met_antwoorden.pdf Tentamen 2012-2013 met antwoorden Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie Tentamen spierfysiologie 2012/2013 Kies het juiste alternatief: 1. A. binnen 1 motor

Nadere informatie

Signaaltransductie versie

Signaaltransductie versie Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3)

Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Bij elke beweging heb je botten, spieren en gewrichten nodig. Door spieren samen te trekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de gewrichten. Door training kunnen spieren

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM Cellen, weefsels en organen (grondig lezen) Cellen: Organen: Weefsel: kleinste functionele eenheden van ons lichaam zeer uiteenlopende morfologie (=vorm/bouw) die samenhangt

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële

Nadere informatie

Tentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008)

Tentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Tentamen BIOCHEMIE (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Enzymkinetiek en Signaaltransductie 1a Geef twee redenen waarom de snelheid v 0 van een enzymgekatalyseerde reactie S P wordt gemeten op t =

Nadere informatie

ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7

ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN COMMUNICATIE HOOFDSTUK 7 Tekstvragen 28 voorbeelden van een juist antwoord: Aspirine werkt koortsverlagend en heeft zo een nadelig effect op de remming van de vermeerdering van virussen ten

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten Stofwisseling

Mitochondriële ziekten Stofwisseling Mitochondriële ziekten Stofwisseling Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de stofwisseling. De stofwisseling is niet eenvoudig daarom

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 20 punten)

1 (~20 minuten; 20 punten) TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma

Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma) liggen dat omgeven wordt door een muur (de celmembraan).

Nadere informatie

Achtergronden bij het Metabolaspel

Achtergronden bij het Metabolaspel Achtergronden bij het Metabolaspel Colofon Naar idee: dr. M. Lopes Cardozo, Universiteit Utrecht prof. dr. M.C.E. van Dam Mieras, Universiteit Leiden Projectleiding: J. Berkhout, Open Universiteit Nederland

Nadere informatie

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken

Nadere informatie

Cellen in het lichaam.

Cellen in het lichaam. Hfdst. 1 Hfdst. 2 Hfdst. 3 Hfdst. 4 Hfdst. 5 Hfdst. 6 Hfdst. 7 Cellen in het lichaam. Besturing Energievoorziening Beweging en vorm Celbehoud Transport Celdeling Stevigheid van de cel Bron: bewerkt naar

Nadere informatie

Intermezzo, De expressie van een eiwit.

Intermezzo, De expressie van een eiwit. Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in

Nadere informatie

mitochondria kern vet Het verschil in functie van witte en bruine vetcellen komt tot uiting in de verschillen in bouw van beide celtypen.

mitochondria kern vet Het verschil in functie van witte en bruine vetcellen komt tot uiting in de verschillen in bouw van beide celtypen. Bruin vet In de winter kun je een minder warme trui aantrekken en de thermostaat een graadje lager zetten. Bruin vet zorgt er dan voor dat je extra vet verbrandt om warmte op te wekken. Maar lukt het ook

Nadere informatie

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer 1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop

Nadere informatie

2. Energiesystemen. 2.1 Inleiding

2. Energiesystemen. 2.1 Inleiding 2. Energiesystemen 2.1 Inleiding Spieren hebben energie nodig om te kunnen samentrekken. Deze energie halen de spiervezels, net als alle andere cellen, uit glucose en vetzuren. Spiervezels zijn vrij bijzondere

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten 94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie

Nadere informatie

Samenvatting In dit proefschrift wordt onderzocht of remming van de mitochondriële Adenine Nucleotide Translocator (ANT) door in de cel aanwezige

Samenvatting In dit proefschrift wordt onderzocht of remming van de mitochondriële Adenine Nucleotide Translocator (ANT) door in de cel aanwezige In dit proefschrift wordt onderzocht of remming van de mitochondriële Adenine Nucleotide Translocator (ANT) door in de cel aanwezige coenzym A esters van vetzuren met lange koolstofketens (LCAC) de oorzaak

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen stoffen op uit hun milieu. Enzymen maken de omzettingsprocessen

Nadere informatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Samenvatting door A. 1427 woorden 12 april 2013 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H3 - Energie 1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Stofwisseling (metabolisme):

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend onder de naam bakkersgist. De bekendste toepassing van deze gist is het gebruik voor het rijzen van brood, maar

Nadere informatie

VIII Samenvatting voor alle anderen

VIII Samenvatting voor alle anderen VIII Samenvatting voor alle anderen Voor het bestuderen van biologische processen, zoals die plaatsvinden in alle levende cellen van zowel flora als fauna, wordt vaak gebruik gemaakt van bacteriën. Bacteriën

Nadere informatie

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5

Nadere informatie

157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd

Nadere informatie

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Nederlandse samenvatting Het menselijk lichaam bestaat uit meer dan 100.000 miljard cellen die we in grote groepen

Nadere informatie

De eukaryotische cel. Inleiding¹

De eukaryotische cel. Inleiding¹ De eukaryotische cel Bronvermelding: 1 Theorie: Junqueira L.C. en Carneiro J. (2004, tiende druk), Functionele histologie, Maarssen. Uitgeverij Elsevier. Hoofdstuk 3, 'De cel'. 2 Wikipedia, de vrije encyclopedie,

Nadere informatie

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie.

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie. Samenvatting door L. 1850 woorden 17 december 2012 4,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Vrije en gebonden energie. Vrije energie (kinetische energie) komt voor als warmte en

Nadere informatie

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer

Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit

Nadere informatie

2 Energielevering bij inspanning

2 Energielevering bij inspanning 2 Energielevering bij inspanning Drie sporters van atletiekvereniging De Volharding praten in de kantine na over hun prestaties en komen op het onderwerp energievoorraden en presteren. De twee duurlopers

Nadere informatie

MITOCHONDRIALE ZIEKTEN.

MITOCHONDRIALE ZIEKTEN. MITOCHONDRIALE ZIEKTEN. Wat is een mitochondriale ziekte? Mitochondriale ziekten worden ook respiratoir keten defecten genoemd of defecten in de ademhalingsketen. Om te begrijpen wat deze groep van ziekten

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven.

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven. SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een verslag gegeven van een aantal experimenten welke gedaan worden om te onderzoeken of er enzymhistochemische en/of andere morfologische criteria zqn te vinden

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Een organisme bestaat uit verschillende weefsels, die opgebouwd zijn uit cellen. Cellen zijn dus de bouwblokken van elk levend organisme. De ontwikkeling van slechts een

Nadere informatie

Biochemische principes Hans V. Westerhoff

Biochemische principes Hans V. Westerhoff Hans V. Westerhoff Leerstof: Voet, Voet & Pratt: Fundamentals of Biochemistry (1999 editie) Hoofdstukken 13-17, 21 (zie syllabus voor details) Syllabus: de principes van het metabolisme (III.A-E) Syllabus:

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Goede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem.

Goede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem. Het Geheim van Wielrennen Sportfysiologie bij wielrennen In dit artikel gaan we nader in op de effecten van training op ons lichaam. We zagen eerder al in onze artikelen op TriPro dat training leidt tot

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 157 N ederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting 158 Nederlandse samenvatting Het aantal gevallen van huidkanker, waaronder melanoom, neemt nog steeds toe in de westerse

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 125 126 Samenvatting De familie van Nudix hydrolase enzymen omvat een groep verwante eiwitten die een specifieke chemische omzetting in nucleotieden kunnen faciliteren. In dit proefschrift

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Mitochondrieën NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de

Nadere informatie

Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA

Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA Fysiologie les 3 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Multiple sclerose (MS) is een ingrijpende aandoening van het centraal zenuwstelsel en de meest voorkomende oorzaak van niet-trauma gerelateerde invaliditeit

Nadere informatie

SAMENVATTING. Tuberculose

SAMENVATTING. Tuberculose SAMENVATTING Tuberculose Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door bacteriën van het Mycobacterium tuberculosis complex, waaronder M.tuberculosisde belangrijkste veroorzaker is

Nadere informatie

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier

Nadere informatie

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

de cel A&F_MBO_H01.indd :21

de cel A&F_MBO_H01.indd :21 1 de cel De cel 1 Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende componenten van een cel. Het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van

Nadere informatie

Rondleiding door de cel

Rondleiding door de cel Rondleiding door de cel Interactieve opgaven bij de hoofdstukken 5 t/m 8 van Biology, Campbell Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken van Campbell s Biology : Hoofdstuk 5.4, pagina 77-86:

Nadere informatie

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Structuren zoals de arm van een mens, de vleugel van een vleermuis en de vin van een dolfijn, bevatten dezelfde beenderen. Deze beenderen kennen eenzelfde embryonale oorsprong. Hoe worden

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerkracht V. Rasquin DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERKRACHTEN In het stukje over fotosynthese hebben we gezien, dat leven en energie onlosmakelijk met elkaar verbonden

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel

1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel 1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel a. Zal elektrontransport stimuleren en apoptose niet beinvloeden b. Zal elektrontransport remmen en apoptose remmen c. Zal elektrontransport stimuleren

Nadere informatie

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket geel Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:

Nadere informatie

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren Tekst Gert-Jan van den Bemd Fotografie Levien Willemse Ziekte van Pompe Een nieuwe behandeling van de ziekte van Pompe lijkt een stap dichterbij gekomen. Dat blijkt uit twee recente publicaties. We kunnen

Nadere informatie

2 Energielevering bij inspanning

2 Energielevering bij inspanning 2 Energielevering bij inspanning 2.1 Bewegen kost energie Iedereen heeft een groot scala aan bewegingsmogelijkheden en bewegen kan op heel verschillende inspanningsniveaus plaatsvinden. Dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6)

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een

Nadere informatie

vwo hormoonstelsel 2010

vwo hormoonstelsel 2010 vwo hormoonstelsel 2010 Integratie In onderstaande afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het

Nadere informatie

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

Vetzuur- en cholesterolsynthese

Vetzuur- en cholesterolsynthese Vetzuur- en cholesterolsynthese Vetzuursynthese De vetzuursynthese is niet het omgekeerde van de beta-oxidatie; Beta-oxidatie Vetzuursynthese Plaats Mitochondriale matrix Cytoplasma en glad ER Enzymen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 210 Nederlandse samenvatting Zuurstofradicalen en antioxidanten in multiple sclerosis 1. Multiple sclerosis Multiple sclerose (MS) is een chronische ontstekingsziekte van het centraal

Nadere informatie

SAMENVATTING 141 Aminozuren zijn bouwstenen voor de synthese van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een organisme. De synthese van aminozuren kost energie dat wordt gewonnen uit de voedingstoffen

Nadere informatie

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT Alle organismen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Ook jouw eigen lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Zo is een huidcel heel compact,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

15-07-2012. Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle

15-07-2012. Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle 15-07-2012 Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle Ziekte-informatie De ziekte van McArdle behoort tot de glycogeenstapelingsziekten. Er is sprake van een tekort aan fosforylase in de spiercel. De ziekte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Inleiding

Nederlandse samenvatting. Inleiding Nederlandse samenvatting 157 Inleiding Het immuunsysteem (afweersysteem) is een systeem in het lichaam dat werkt om infecties en ziekten af te weren. Het Latijnse woord immunis betekent vrijgesteld, een

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 hoofdstuk 5 Samenvatting Samenvatting De lever heeft een aantal belangrijke functies, waaronder het produceren van gal en het verwerken en afbreken van schadelijke verbindingen. Zij bestaat uit verschillende soorten

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Gisten zijn ééncellige organismen. Er zijn veel verschillende soorten gisten, waarvan Saccharomyces cerevisiae, oftewel bakkersgist, de bekendste is. Gisten worden al sinds de

Nadere informatie

vwo voeding en vertering

vwo voeding en vertering vwo voeding en vertering Resorptie van glucose In het celmembraan komen allerlei transporteiwitten voor. Er zijn enkelvoudige transporteiwitten die gefaciliteerde diffusie van een bepaalde stof door het

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die

Nadere informatie

Belangrijke functies van vitale celstoffen

Belangrijke functies van vitale celstoffen Vitale celstofsynergieën (de synergie tussen bepaalde vitale stoffen zoals, vitamines en andere micronutriënten) voor de verzorging van de lichaamscellen Hoofdstuk 3 Belangrijke functies van vitale celstoffen

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting voor niet-ingewijden REGULERING VAN MICROVASCULAIRE INSULINE- GEVOELIGHEID DOOR PERIVASCULAIR VET: EEN TRANSLATIONELE BENADERING Rick I. Meijer 225 Het doel van dit proefschrift was te onderzoeken

Nadere informatie

Tentamen Farll. 20 December 2006 15.15-17:15

Tentamen Farll. 20 December 2006 15.15-17:15 Tentamen Farll 20 December 2006 15.15-17:15 zaal 5201/5203 Belangrijk: Beantwoord vragen 1 t/m 5 op dezelfde antwoordformulier~. Beantwoord vragen 6 t/m 8 op een.9q9i! antwoordformulier. let op etk antwoordformulier

Nadere informatie