Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Litouwen Nr. 3 1 Samenstelling: Leden. Van Dis (SGP), Stoffelen (PvdA), Aarts (CDA), voorzitter, Beinema (CDA), Stemerdink (PvdA), Van Mierlo (D66), Gualthérie van Weezel (CDA), Frinking (CDA), Van der Linden (CDA), Leerling (RPF), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Houwelingen (CDA), Voorhoeve (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis Duvekot (VVD), De Kok (CDA), Vos (PvdA), Janmaat (Centrumdemocraten), Eisma (D66), Van Traa (PvdA), ondervoorzitter, De Hoop Scheffer (CDA), De Leeuw (CDA), Melkert (PvdA), Lonink (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Valk (PvdA), Sipkes (Groen Links) Plv. leden: Blaauw (VVD), J. H. van den Berg (PvdA), Van lersel (CDA), Mateman (CDA), Jurgens (PvdA), Tommel (D66), Huibers (CDA), Deetman (CDA), Brouwer (Groen Links), Verspaget (PvdA), Bolkestein (VVD), Wiebenga (VVD), Dees (VVD), Doelman-Pel (CDA), Wöltgens (PvdA), M. Zijlstra (PvdA), Kohnstamm (D66), K. Zijlstra (PvdA), Leers (CDA), Van Vlijmen (CDA), Paulis (CDA), Van Gijzel (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Quint-Maagdenberg (PvdA), Beckers-de Bruijn (Groen Links). 2 Satnenstelling: Leden: Van Dis (SGP), Stemerdink (PvdA), voorzitter, Gualthérie van Weezel (CDA), Castricum (PvdA), Van der Linden (CDA), ondervoorzitter, Van lersel (CDA), Van Houwelingen (CDA), Blaauw (VVD), Van Vlijmen (CDA), Leerling (RPF), Weisglas (VVD), Van Rey (VVD), Brouwer (Groen Links), Janmaat (Centrumdemocraten), Eisma (D66), Van Traa (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Melkert (PvdA), Koetje (CDA), Jurgens (PvdA), Van der Vaart (PvdA), Lonink (PvdA), Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Van Zijl (PvdA) en Bijleveld-Schouten Plv.leden: Koffeman (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Van Noord (CDA), Huys (PvdA), Beinema (CDA), Aarts (CDA), V. A. M. van der Burg (CDA), Wiebenga (VVD), Vreugdenhil (CDA), Willems (Groen Links), Blauw (VVD), VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 31 januari 1991 De vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken 1 en voor EG-zaken 2 hebben op 15 januari 1991 mondeling overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken over het verslag van de bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EG naar aanleiding van de gebeurtenissen in Litouwen (21 989, nr. 1). Van dit overleg brengen de commissies als volgt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies De heer Van Middelkoop (G.P.V.) had als veie anderen altijd de hoop gehad, dat de Sovjet-Unie onder leiding van de toch vertrouwenwek kende Gorbatsjov de basis zou leggen voor een rechtsstaat en een parle mentaire democratie, waarin ook het Westen zich enigermate zou kunnen herkennen, maar ook de vrees dat het Sovjet-imperium in een moeilijk te beheersen ontbindingsproces terecht zou komen, waarin geweld of - nog erger - burgeroorlogen de opbouw van een nieuwe Sovjet Unie zouden frustreren. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen hebben een deel van de hoop de bodem ingeslagen en een deel van de vrees bewaarheid. Dat mag dan een nuchtere politieke analyse zijn, maar het blijft schokkend en weerzinwekkend dat miiitairen, in de slechtste stalinistische tradities, ongeremd op burgers schieten en mensen onder tanks worden vermorzeld. Een scherpe veroordeling is op haar plaats, met name omdat ook de Sovjet-Unie nog maar twee maanden geleden in Parijs het CVSE-verdrag mede-ondertekende. In de kranten is de laatste dagen de vergelijking wel gemaakt met het optreden van de Chinese autoriteiten op het Plein van de Hemelse Vrede en zelfs met de gebeurtenissen in Hongarije in De heer Van Middelkoop stelde dat dit niet de beste vergelijkingen zijn, vooral gelet op de onderscheiden historische processen of ontwikkelingen waarin de gewelddadigheden van destijds en die van het afgelopen weekeinde geplaatst moeten worden. Ging het destijds om een gewelddadig herstel van het communistische repressiesysteem en het doven van ontluikende vrijheidszin, in Litouwen gaat het om een gewelddadige botsing tussen enerzijds het federale centrum en het leger en anderzijds de naar zelfstandigheid hakende republiek in een proces van ontvlechting en Vacature Groen Links, Te Veldhuis (VVD), Ter Veer, (D66), Vacature PvdA, Deetman (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), De Leeuw (CDA), Kersten (PvdA), Quint Maagdenberg (PvdA), M. Zijlstra (PvdA), Tommel (D66), Scheltema-de Nie (D66), De Leeuw (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Frinking (CDA) F ISSN SDU uitgeverij 's Gravenhage 1991 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

2 ontbinding van het Sovjet-imperium. Hopelijk is dit slechts een tijdelijke maar wel ernstige terugval. De toonzetting van de brief van de minister en van het communiqué van de Twaalf vond de heer Van Middelkoop zeer gematigd en de inhoud vrij pover. Bij een herhaling van de gebeurtenissen zullen maatregelen worden genomen. De kans op herhaling leek hem vrij groot. Zijns inziens moest de reactie van het Westen dan ook aan drie voorwaarden voldoen. Zij moet proportioneel en adequaat zijn. Gorbatsjov mag het voordeel van de twijfel worden gegeven en er mag dan geloof aan worden gehecht dat hij er niets van wist en geen directe opdracht heeft gegeven, maar dat neemt natuurlijk zijn verantwoordelijkheid niet weg. Hij heeft de laatste jaren vele bevoegdheden naar zich toe getrokken en dan mag hij worden aangesproken op het gebruik c.q. misbruik daarvan. In de reactie zou ook moeten worden aangedrongen op maatregelen tegen direct verantwoordelijke militairen en bestuurders. Waarom is dat niet gedaan, of vinden de Twaalf dat zij zich zo bemoeien met binnenlandse aangele genheden, als dat argument nog gebruikt kan worden? In de Volkskrant van 15 januari stond dat er volgens minister Van den Broek signalen waren dat Gorbatsjov pogingen heeft ondernomen om aan de afschuwe lijke situatie een einde te maken. Welke signalen waren dat? In de tweede plaats moest de Westelijke reactie constructief inspelen op het legitieme streven van Litouwen en ook de andere Baltische staten naar het herkrijgen van de nationale soevereiniteit. Met de proclamatie van maart 1990 baseerde Litouwen zich op historische rechten. Hoe beoordeelt de minister dat politiek-volkenrechtelijk? Overigens heeft de heer Gorbatsjov zelf zijn aanvankelijke eis tot intrekking van die onafhan kelijkheidsverklaring en die van de andere Baltische republieken, weer ingeslikt. Waarom zou dan over dat politiek-staatkundige aspect gezwegen moeten worden? De derde voorwaarde waaraan de reactie zou moeten voldoen, is dat daarin ondanks alles het lange-termijnbelang van economische opbouw en democratisering van de Sovjet-Unie voor ogen moet worden gehouden. Dat heeft volgens de heer Van Middelkoop ook in hoge mate geprevaleerd in de reactie van de minister en zijn Europese collega's. Zijn fractie kon ermee instemmen, dat op dit moment wordt doorgegaan met het geven van humanitaire en technische hulp, Het gaat om een lange-termijnproject, waar de landen in Midden-Europa maar ook die in West-Europa belang bij hebben. Dat project is een vitaal onderdeel van het CVSE-proces. Wel kan in dit verband de vraag worden gesteld of enige herijking van het op de jongste Top in Rome aangeboden omvang rijke hulpprogramma, met ook als politiek doel het steunen van Gorbatsjov, niet geboden is. Ziet de minister overigens mogelijkheden om te eisen dat bij de uitvoering van hulpprogramma's ook de republieken worden betrokken? Als de geruchten op waarheid blijken te berusten, zou de Sovjet-Unie aan de vooravond staan van een staatsgreep. De heer Van Middelkoop heeft op die mogelijkheid al gewezen tijdens de laatste begrotingsbehan deling in december. De minister antwoordde toen dat het hem geen moeite kostte te zeggen dat er geen enkele aanleiding was voor deze geruchten en dat ze ook volstrekt onbevestigd waren. Durft hij ook nu nog zo stellig te spreken? De heer Van Middelkoop vreesde toch dat het er een beetje op begint te lijken dat er sprake is van een misschien niet een expliciete staatsgreep maar wel van een soort sluipende machts overname door militairen van een deel van het staatsapparaat, van de macht in de Sovjet-Unie. Zondagavond zijn de NAVO-ambassadeurs bij elkaar gekomen en maandag de ministers van de EG. Is de indruk juist dat met name de Duitsers er de voorkeur aan geven om de NAVO in dezen niet al te zeer te profileren. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

3 Ook de heer De Kok (C.D.A.) noemde het optreden van de strijd krachten in Litouwen zonder meer onaanvaardbaar en niet te rechtvaar digen. Ook de Russische leiders hebben in Parijs immers afspraken gemaakt in het CVSE-kader. Heel moeilijk is na te gaan wie precies verantwoordelijk is. Misschien wist Gorbatsjov inderdaad niet dat er geschoten zou worden, maar is er dan wellicht sprake geweest van pre-delegatie? Hij is toch opperbevelhebber van de Russische strijd krachten en hij zou dan ook in principe moeten weten wat er in zijn land gebeurt, zeker in de regio's waar zo'n onrust bestaat. In de pers is ook het nodige naar voren gebracht over een mogelijke machtsstrijd in de Sovjet-Unie. Wat weet de minister daarvan? Het huidige voorzitterschap van de Europese raad heeft ondertussen stappen ondernomen in de richting van de Sovjet-regering, o.a. in de vorm van tarieven waarin de onrust en de verontwaardiging van de EG werd uitgedrukt. Is ook gevraagd om nadere opheldering van en een onderzoek naar de gang van zaken? Dat is immers meer gebeurd bij onregelmatigheden in de Sovjet Unie, o.a. in Georgië. De heer De Kok heeft van de heer Gorbatsjov niet begrepen dat hij ook een onderzoek zal instellen naar de toedracht in Litouwen. Is overigens overwogen om het mechanisme van de menselijke dimensie in te zetten dat in 1989 is ingesteld? Nederland heeft dat instrument als eerste gehanteerd in het geval-havel en vervolgens ook in het geval-roemenië. In 1989 is het in totaal 150 maal gehanteerd. Het is toch juist ontworpen om dit soort belangrijke zaken aan de kaak te stellen en te onderzoeken? De heer De Kok kon zich vinden in de opstelling die EG-ministers van Buitenlandse Zaken in deze zaak hebben gekozen. Ook zijn fractie maakt een duidelijk onderscheid tussen technologische hulp en eventuele opschorting daarvan en humanitaire hulp. De laatste soort hulp heeft Nederland altijd verleend los van de politieke setting. Bij voortzetting van het geweld zouden door de EG maatregelen worden genomen. Als het geweld inderdaad voortduurt, moet dat dan ook worden gedaan. Heeft de minister wat meer informatie over de huidige ontwikkelingen in Estland en Letland. Vanmorgen stond in de kranten dat o.a. een politie bureau is bezet en andere maatregelen zijn genomen door de militaire bezetting. De heer De Kok achtte voortzetting van de dialoog met de Baltische staten in ieder geval van buitengewoon groot belang, net als een gezamenlijke analyse van het bondgenootschap van dit soort gebeurtenissen en daarna hopelijk ook een gezamenlijk standpunt. De heer De Kok kon het niet eens zijn met de veel gehoorde opmerking dat deze gebeurtenissen het eind zijn van de perestrojka en dat de Sovjet-Unie weer terug bij af is. Zolang het nog mogelijk is dat er tienduizenden mensen demonstreren op het Rode Plein met voorop Russische leiders, moet de hoop niet worden opgegeven dat dit proces na deze terugval zal kunnen worden voortgezet. De heer Blaauw (V.V.D.) herinnerde eraan dat toen de Baltische staten in 1940 door de Sovjet-Unie werden ingelijfd dat, hoewel deze staten niet erg democratisch waren, toch een pure schending was van de internationale rechtsorde. Toen kon Nederland daar moeilijk op reageren, want het heeft de Sovjet-Unie pas erkend nadat die inlijving had plaats gevonden. De periode na de Tweede Wereldoorlog heeft ook nooit aanleiding gegeven om diepgaand op het Baltische probleem in te gaan. De tijden zijn echter veranderd. Perestrojka en glasnost overheersen en laten een duidelijke realiteit zijn, nl. dat de Baltische staten op de een of andere manier wat anders willen. Het probleem is dat zij niet in unani miteit kunnen functioneren omdat de centrale overheid in Moskou daar geforceerd russificatie heeft toegepast, waardoor er sprake is van nogal grote Russische minderheden in de Baltische staten. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

4 Voor dit alles kan begrip worden opgebracht, maar in 1991 mag van West-Europa toch een andere houding worden verwacht dan in het verleden is of kon worden ingenomen. Militair ingrijpen is ook in de interne verhoudingen in de Sovjet-Unie onaanvaardbaar, mede gezien de verplichtingen die de Sovjet-Unie op zich heeft genomen in het kader van het Helsinki-proces en van de acte van Parijs. De V.V.D. heeft zich beraden op mogelijke stappen en heeft er enkele gevonden, waaronder enkele die de regering en de EG voorstaan. Waarom wordt niet overwogen om nu al via de EG een dialoog te starten met de Sovjet-Unie over deze kwestie, waarbij gekozen kan worden voor een missie van de voorzitter van de EG dan wel voor de nu zo bekende trojka? De EG zou kunnen overwegen, de vervolgconferentie van de CVSE over de toetsing van het mensenrechtendeel medio 1991 in Moskou niet door te laten gaan gelet op de huidige omstandigheden - dat is een zeer harde maatregel - of om juist die conferentie aan te grijpen om de situatie op het punt van democratie en mensenrechten in de Sovjet-Unie breed uit te meten. Deze kwestie zou ook kunnen worden geplaatst op de agenda van VN-mensenrechtencommissie die medio februari in Genève in plenaire zitting bijeenkomt. Het voorzitterschap van de Raad van Europa zou de Sovjet-Unie het signaal kunnen geven dat als zij volhardt in haar huidige opstelling een waarnemerschap van de Sovjet-Unie in deze Raad van Europa onaanvaardbaar is. De fractie van de V.V.D. was het niet eens met de minister van Buiten landse Zaken dat nog geen tijd is om op materieel gebied heel duidelijk op te treden. In eerste instantie zou ook naar de mening van de V.V.D. niet aan de voedselhulp mogen worden getornd, mits maar gegaran deerd wordt dat die op de goede plekken terechtkomt. Maar het overleg over economische en technische samenwerking zou kunnen worden opgeschort? De V.V.D. voelt ook voor de door België, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken voorgestelde weg om de 750 mln. die in het kader van technische en managementondersteuning is aangeboden vooralsnog niet te geven. Er moet niet worden gesproken over het voordeel van de twijfel; perestrojka en glasnost zijn al zo'n vijf jaar aan de gang en juist om dit moment heeft Gorbatsjov die twijfel niet nodig. Dit is het moment voor duidelijkheid opdat de binnenlandse reactionaire krachten beter kunnen worden weerstaan. De heer Blaauw wees erop dat deze weken in de Kamer zou worden behandeld het wetsvoorstel ver de oprichting van de Oosteuropese Bank, de EBRD, waarin ook democratische criteria zijn opgenomen. Bij de schriftelijke behandeling ervan is al aangegeven dat het wat dat betreft wat moeihjk lag met de Sovjet-Unie. In hoeverre is het onder de huidige omstandigheden nog mogelijk om te besluiten de Sovjet-deelname aan deze bank op afstand te houden totdat zij veel beter voldoet aan de gestelde voorwaarden? Humanitaire hulp is moeilijker aan te pakken, omdat die veelal wordt gegeven op basis van particulier initiatief. De Nederlandse regering heeft voor deze vorm van hulp extra middelen toegezegd, het zgn. kwartje van Pronk. In ieder geval moest de overheid naar de mening van de heer Blaauw dat deel van de humanitaire hulp zodanig richten dat deze met name terechtkomt in de Baltische staten, bijvoorbeeld in de vorm van medische steun voor zover die nodig is en daarom gevraagd wordt. De V.V.D. heeft zeker begrip voor de problemen van Gorbatsjov; de Baltische staten, Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, de Sovjet republiek van Boris Jeltsin, Oekraine, enz. Alles is in bewegmg en de integriteit van Gorbatsjov staat enigszins op de tocht. Er bestaat begrip voor dat hij tracht dat proces een juist einde te geven, maar dat kan zeker niet met geweld, al kon dat wel in Armenië en Azerbeidzjan, want toen moesten o.a. minderheden van elkaar worden gescheiden. Als Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

5 Gorbatsjov tegen de militaire actie was in Vilnius en niet wist wie het commando voor het schieten heeft gegeven, maar het nu wel weet en er niets aan doet, gaat hij er achteraf feitelijk toch akkoord mee en neemt hij de verantwoordelijkheid op zich. Wat dat betreft moet klaarheid worden geschapen. Litouwen mag geen vervolg zijn op Hongarije (1956), Tjechoslowakije (1968) en bijna Polen(1980)! De heer Eisma (D66) stelde heel voorzichtig dat de ontwikkelingen in Litouwen min of meer aantonen dat het gevaar bestaat dat een anti-westerse stroming zich binnen de Sovjet-politiek gaat manifesteren en de conservatieve stroming wordt versterkt, met als doelstelling de unie te redden. Een en ander werd ook duidelijk door het aftreden van Sjevardnadze. Gorbatsjov kan zich gedwongen hebben gevoeld om concessies aan de militairen te doen en troepen naar de republieken te zenden. Anderzijds schept Moskou op dit moment toch ook ruimte. Jazov zegt dat hij het niet geweten heeft, Gorbatsjov zal een onderzoek instellen, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken distantieert zich van het optreden van het leger in Litouwen. Ër moet worden afgewacht of en, zo ja, welke maatregelen Moskou zal nemen tegen degenen die voor de gang van zaken in Litouwen verantwoordelijk zijn. Als dat duidelijk is, kan pas een definitief oordeel worden geveld. Heeft de minister enig idee van de escalerende werking van deze gebeurtenissen naar Estland en Letland? D66 ondersteunde vooralsnog de declaratie van de EG-ministers van Buitenlandse Zaken. In de NRC stond dat Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken aanvankelijk voor een onderbreking van het economische hulpprogramma waren. Zo ja, waarom is daartoe niet besloten? De heer Eisma kon zich heel wel voorstellen dat zich in de toekomst een wat andere verhouding zou gaan ontwikkelen tussen West-Europa en de Sovjet-Unie. Dan zou moeten worden overwogen dat economische hulpprogramma te herzien, zonder dat meteen te onderbreken. Samen werking zou mogelijk blijven, maar dan wel met een andere inhoud, meer gericht op andere groeperingen dan nu die meer zijn gekozen om Gorbatsjov te steunen. Dat zou wellicht nodig zijn op de langere termijn; een dergelijke stap op dit moment zou naar de mening van D66 nog niet te rechtvaardigen zijn. Is de minister bereid, deze kwestie aan de orde te stellen in de minis terraad van de Raad van Europa, waarin de Sovjet-Unie de status van special guest heeft, met als eventuele consequentie, afhankelijk van de reactie van Moskou op de gebeurtenissen in Litouwen, dat die status verandert als de situatie in Litouwen ongewijzigd blijft en er zelfs sprake is van uitbreiding naar andere Baltische staten? Uiteraard zal de parle mentaire delegatie dit ook aan de orde stellen bij de andere special guests van de Assemblee van de Raad van Europa. Op welke wijze denkt de minister het CVSE-mechanisme in werking te stellen? De NAVO kan alleen maar verklaringen afleggen, maar de CVSE kan toch echt iets doen, zeker na de laatste Parijse top. Wat doet het conflictpreventie centrum in Wenen? Hoe werkt het secretariaat in Praag? Is het comité van hoge ambtenaren van de CVSE nog bij elkaar gekomen of zal dat binnenkort bij elkaar komen? Denkt de minister ook aan de mogelijkheid van een beraad van de ministers van Buitenlandse Zaken van de CVSE over deze kwestie? Het lijkt D66 in ieder geval zeer noodzakelijk om het nieuwe instrumentarium van de CVSE optimaal te gebruiken. Mevrouw Sipkes (Groen Links) sloot zich aan bij de uitgesproken afschuw over het militair optreden van de Sovjet-Unie in Litouwen. Geweld kan nooit een antwoord zijn op het legitieme streven van de Baltische republieken naar zelfbeschikking. Perestrojka en glasnost Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

6 dienen te staan voor overleg en politieke oplossingen en niet voor onder drukking en repressie. Met instemming heeft Groen Links kennis genomen van de afkeurende reactie van de Nederlandse regering. In ander verband heeft mevrouw Sipkes al gezegd dat de mensenrechten in de schaduw van de Golfcrisis niet mogen worden vergeten. Hoewel van Russische zijde is gesteld dat het besluit tot dat militair ingrijpen niet uit het Kremlin roept een en ander toch wel enkele vragen op over de positie van Gorbatsjov. Wat is de inschatting van de minister van de huidige machtsverhoudingen in de Sovjet-Unie? Denkt hij dat Gorbatsjov het perestrojkaproces nog kan voortzetten en leiden? Denkt hij dat ook in andere Baltische staten een dergelijk optreden zal plaats vinden? Wat de reactie op deze gebeurtenissen betreft, wees mevrouw Sipkes op het dilemma dat geweld nooit een antwoord kan zijn enerzijds en anderzijds het gevaar dat sancties met name de positie van Gorbatsjov en het proces van perestrojka kunnen ondermijnen, vooral als hij inderdaad niet het bevel tot militair ingrijpen heeft gegeven. Groen Links staat in ieder geval achter het besluit van de EG om Gorbatsjov nog even het voordeel van de twijfel te geven en om de humanitaire en technische hulp te blijven geven. Als een dergelijk optreden weer plaatsvindt, is inderdaad het moment aangebroken om de technische hulp op te schorten, maar niet de humanitaire hulp; mensen mogen niet de dupe worden van de irrationaliteit van de strijdkrachten. Naar de mening van Groen Links is er geen enkele reden om te pleiten voor het geven van hulp aan de Baltische republieken, want volgens de beschikbare infor matie hebben deze minder te lijden van de voedselnood. Heeft de minister een idee hoe hulp inderdaad humanitaire hulp te laten zijn gericht op de bevolking? Mevrouw Sipkes sloot zich aan bij de gestelde vragen over het CVSE-proces en merkte op dat ook naar de mening van Groen Links dat instrument moest worden gebruikt. Zij vond het onbegrijpelijk dat zondagavond de NAVO-ambassadeurs bijeen moesten komen om de situatie in de Sovjet-Unie te bespreken. Deze militaire organisatie lijkt haar zeker niet het forum om een dergelijke crisis te bespreken. Deze mag niet vanuit het verouderde blokdenken worden benaderd. Dat dit gebeurt, maakt zij op uit de verklaring van de NAVO dat gebruik van geweld tegen de bevolking negatieve gevolgen zal hebben. Wie heeft het initiatief tot een dergelijk NAVO-beraad genomen en met welke redenen? Wat is er verder besproken en wat betekent het dat de NAVO de gebeur tenissen in Rusland in de toekomst blijft bewaken? De heer Van Dis (S.G.P.) vond de gebeurtenissen in Litouwen zeer schokkend. Optreden hing al enige dagen in de iucht, maar niemand had verwacht dat gebruik zou worden gemaakt van zoveel geweld. Met dit optreden wordt feitelijk teruggegrepen op oude stalinistische tactieken; een schimmig front voor nationale redding roept de hulp in van het leger en het officiële oogmerk van arrestatie van dienstweigeraars is een doorzichtig excuus gebleken. De komende weken zullen leren of de afgetreden Russische minister van Buitenlandse Zaken gelijk zal krijgen dat een nieuwe dictatuur in het verschiet ligt. Ook in Letland wordt het Sovjet-leger immers actiever. Hoe ziet de regering deze ontwikkelingen? Liggen ze in de loop der gebeurtenissen opgesloten, of is het een opstaan en vallen op de weg naar meer vrijheid? Ook de heer Van Dis vond de positie van Gorbatsjov zeer onduidelijk. Heeft hij het leger niet meer in de hand of steunt hij in principe toch de harde aanpak, maar is de zaak in Litouwen uit de hand gelopen? Wist hij het wel of niet? De signalen uit Moskou daarover zijn niet eenduidig. Opmerkingen van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken en de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 6

7 Sovjet-ambassadeur in de VS lijken te wijzen op een voortzetting van het buitenlandse beleid, gericht is op samenwerking met het Westen. Wil die vruchtbaar zijn, dan zal het Russische binnenlandse optreden toch moeten voldoen aan de normen van de CVSE. De heer Van Dis sloot zich aan bij de vragen over het CVSE-instrumentarium. De verhouding tussen de centrale regering en die van de republieken komt onder steeds meer spanning te staan. Het beleid van Stalin in de vorm van massadeportaties heeft het nationaliteitenvraagstuk verergerd. Dat trekt nu een zware wissel op het centrale gezag. Centrifugale krachten gaan werken, de Sovjet-Unie valt uiteen in min of meer zelfstandige republieken. Kan in deze recente gebeurtenissen het bewijs liggen dat Gorbatsjov en het leger, de partij en de KGB alles in het werk zullen stellen om de Sovjet-Unie voor verdere desintegratie te behoeden? Toen Nederland diplomatieke banden aanknoopte met de Sovjet-Unie is het stilzwijgend akkoord gegaan met de annexatie van de Baltische republieken. Maakt dit een reactie niet moeilijker? Erkend moet worden dat deze republieken wellicht wat te hard van stapel zijn gelopen, waarmee ze onbedoeld de hardliners in Moskou in de kaart hebben gespeeld. Daarmee is de inzet van geweld zeker niet gelegitimeerd. Kan er, wat de EG betreft, niet wat meer af dan een waarschuwing? De NAVO als de EG hebben op zichzelf evenwichtige verklaringen afgelegd. Voortgang van hulp en samenwerking staat op het spel wanneer Moskou haar koers niet wijzigt. Gorbatsjov heeft wel wat uit te leggen. Zou de EG die uitleg niet kunnen vragen? Tot zolang zou hulp en samenwerking kunnen worden opgeschort. Het leek de heer Van Dis heel verstandig om van te voren aan te kondigen dat een dergelijk ingrijpen in andere republieken zonder meer gevolgen zal hebben voor de samenwerking en hulpverlening, met name de technische. Hij vroeg zich overigens af, of de verklaring van de NAVO impliciet ook duidt op de veiligheidssituatie? Een groot deel van de Amerikaanse troepen is naar de Golf? Zou het niet verstandig zijn de recent besloten aanpassing van de COCOM-lijst wat terug te draaien, met name voor zeer gevoelige technologie? De heer Janmaat (Centrumdemocraten) stelde dat het Kremlin er zeker geen behoefte aan zal hebben om haar positie als wereldmacht op te geven. De ontwikkelingen in enkele republieken, waaronder de Baltische, geven aan dat de Sovjet-Unie op het punt stond ontmanteld te worden. Het is ook logisch dat een aantal krachten zich daartegen verweren. De vraag is welke reactie de Sovjet-Unie met deze militaire handelingen binnen de unie op gang heeft willen brengen. Het lijkt erop dat Gorbatsjov in deze moeilijke situatie, moeilijker dan mogelijk was onder het vroegere sterk dictatoriale systeem, moest gaan kiezen. Hij geeft enigszins toe aan de harde lijn, d.w.z. de militaire eisen, om in ieder geval de republieken te onderwerpen aan het centrale gezag. Anders zou hij langzamerhand de macht over het militaire apparaat kwijtraken d.w.z. dat dan de militairen de macht overnemen. In die zin lijkt de gematigde reactie van de regering verstandig. Als Gorbatsjov ook in het buitenland zijn steun kwijtraakt, zou dat een verdere afbrokkeling betekenen van zijn macht en gezag in eigen land en is de koude oorlog die nu eindelijk langzaam afloopt weer snel terug. De Westerse wereld mag zich al gelukkig prijzen als het moeilijke proces van democratisering zich voorlopig beperkt tot de machtigste staten van de Sovjet-Unie. De verlangens van de andere staten zijn verre van overdreven, maar brengen het gehele proces wel in gevaar. Volgens de heer Van Traa (P.v.d.A.) stond de ernst van het ingrijpen in Litouwen los van de vraag of Gorbatsjov er wel of niet van wist; zowel de minister van Binnenlandse Zaken als die van Defensie hebben de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

8 ingreep feitelijk gesanctioneerd. De taal die thans in Moskou te horen is, doet inderdaad aan vroegere periodes denken; leugen en waarheid worden weer grandioos door elkaar gehaald. Het gebruik van een comité van nationale redding, dat zich heeft aangediend als de werkelijke regering van arbeiders en intellectuelen wijst in dezelfde richting. De huidige situatie is naar de mening van de heer Van Traa niet te verge lijken met de vroegere gebeurtenissen in Hongarije, Tsjechoslowakije en Warschau, maar aan de andere kant moet ook duidelijk zijn dat CVSE-partners van de Sovjet-Unie een dergelijk handelen niet kunnen accepteren. Het is van belang dat nadrukkelijk te onderstrepen, met name omdat ook in een ander deel van de wereld, de Golf, een princi piële kwestie speelt. Uiteraard is de situatie in Koeweit en die in de Baltische staten niet met elkaar te vergelijken. Natuurlijk weet de heer Van Traa ook dat Koeweit een afhankelijke staat is en dat de Baltische staten, althans formeel, geïncorporeerd zijn in de Sovjet-Unie en dat ook Nederland de annexatie van die landen in feite heeft geaccepteerd. Er moet echter voor worden gewaakt om met twee maten te meten. Dat zou kunnen gebeuren als de reactie van het Westen mede zou worden ingegeven door de vrees dat daardoor de internationale coalitie tegen Irak schade ondervindt. Wat er ook van zij of de Baltische staten recht hebben op onafhankelijkheid, recht op zelfbeschikking hebben ze zeker. Wat er ook van zij of de annexatie van de Baltische staten in 1940 door de ene staat wel en door de andere niet is erkend, sinds het Handvest van Parijs kan er geen twijfel over bestaan dat de huidige situatie daarmee op zijn minst op twee punten in tegenspraak is. Het Handvest van Parijs spreekt immers over het opbouwen, versterken en bevestigen van de democratie als het enige regeringsstelsel van naties en over het respecteren van de rechten van de mens. Daartoe hebben alle CVSE-staten zich verplicht, dus ook de Sovjet-Unie. Het klassieke argument van inmenging in binnenlandse aanlegenheden gaat in deze situatie helemaal niet op. Naar de mening van de P.v.d.A. kan het Westen, meer in het bijzonder de CVSE-partners en de EG dit niet over hun kant laten gaan. Als het proces in Litouwen zo doorgaat, zal het wellicht onmogelijk worden om met de Sovjet-Unie een andere relatie op te bouwen. Uiteraard moet daarbij rekening worden gehouden met het proces waarmee Gorbatsjov bezig is, glasnost en perestrojka. Naar de mening van de heer Van Traa moest in CVSE-verband de raad van ministers bijeenkomen om opheldering van de Sovjet-Unie te vragen, zeker als de gebeurtenissen in Litouwen worden gezien als een schending van de principes waarom het in het nieuwe handvest van de CVSE gaat. Gevraagd moet worden herstel van de democratische dialoog tussen de Baltische staten en Moskou zonder de dreiging en intimidatie van het Sovjet-leger. Bovendien moet worden overwogen of het centrum voor conflictpreventie snel in het leven moet worden geroepen. Dan wel dat centrum, dan wel de CVSE zou een afvaardiging naar Litouwen moeten sturen om te rapporteren en te trachten het herstel van normale omstandigheden te ondersteunen en verder afglijden te voorkomen. Naar de mening van de heer Van Traa zou dit een test kunnen zijn om te bewijzen dat het CVSE-mechanisme ook in deze ernstige omstandigheden werkt. De EG heeft uitgesproken dat bij verdergaande escalatie hulppro gramma's zullen worden opgeschort. Dat moet dan ook inderdaad gebeuren. Is daarover een duidelijke afspraak gemaakt? Zo ja, wanneer wordt dat dan bezien? Voorkomen moet worden dat opschorting steeds meer weer wordt uitgesteld, want dan komt de geloofwaardigheid van de EG in het geding. De heer Van Traa wilde voedselhulp, zeker waar die humanitair bedoeld is, daarvan uitsluiten. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

9 Antwoord van de minister De minïster merkte op dat de regering al op 12 januari jl., dus nog voor het bloedige ingrijpen in Litouwen, de ambassadeur van de Sovjet-Unie heeft ontboden om haar ernstige bezorgdheid uit te spreken over de ernstige situatie in de Baltische staten en met name in Litouwen. Ook binnen de EG is men volstrekt eensgezind en eensluidend in de categorische veroordeling van dit militaire optreden. De vraag is hoe te reageren en wat de analyse is van deze situatie en of die inderdaad betekent, dat zich een machtsverschuiving aftekent in de Sovjet-Unie van politiek naar de militairen. De minister had tot nu toe geen reden om de woorden van Gorbatsjov in twijfel te trekken, maar dat wilde zeker niet zeggen dat hij daarvoor op zijn minst niet enige medeverantwoordelijkheid zou dragen. Waarschijnlijk heeft hij daarom ook toegezegd een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken in Litouwen. Dat is hem overigens ook nog nadrukkelijk gevraagd. Vele Sovjet-ambassadeurs zijn in diverse hoofdsteden ontboden en om opheldering gevraagd. Hen is ook de sterke verontwaardiging en afkeuring duidelijk gemaakt. Bovendien heeft het voorzitterschap van de EG een verklaring uitgegeven en een brief afgegeven aan de Sovjet-ambassadeur in Luxemburg, te bezorgen bij de regering in Moskou. De Europese Commissie, de Raad van Europa en de NAVO hebben ook verklaringen afgegeven. Kortom, ook in Moskou is het duidelijk geworden, dat vele landen, organisaties en instellingen, met wie de afgelopen jaren een geheel nieuwe werkrelatie was opgebouwd en waarmee betrekkingen waren gevestigd, dan wel waren verbeterd en uitgebreid, buitengewoon geschokt zijn door deze gebeurtenissen en daarover zeer verontrust zijn. Het was volgens de minister niet te veel gezegd dat uit de situatie moest worden afgeleid, dat het voortbestaan van de Sovjet-Unie als unie in het geding is en dat dit symptomen zijn van diverse aspecten van enerzijds machtsstrijd en anderzijds politieke aspiraties. De onafhanke lijkheidsaspiraties van de Baltische staten zijn bekend en men zal zich herinneren, dat toen ongeveer een halfjaar geleden de spanningen daar ook hoog opliepen, met name door de Westerse landen in het kader van het CVSE-proces een en andermaal is aangedrongen op gematigdheid van beide kanten om te trachten via een dialoog dat recht van zelfbe schikking en die politieke aspiraties vorm en inhoud te geven. De spanningen liepen hoog op, toen begin december het presidentiële besluit werd afgekondigd, dat de republieken de hand dienden te houden aan een uniewetgeving inzake defensie-aangelegenheden. Veertien dagen na dat besluit richtte Litouwen bijvoorbeeld een eigen ministerie van defensie op. Men kan wel zeggen dat het argument van de zgn. dienstweigeraars doorzichtig is, maar uit de cijfers blijkt duidelijk dat bij de laatste lichting de opkomst voor het Sovjet-leger gemiddeld ca. 73% was en in Litouwen ca. 23%, al spreken sommigen zelfs over 12%. Dat is voor het machtscentrum in Moskou natuurlijk wel aanleiding tot enkele reacties. Op 8 januari jl. komen de gevechtseenheden in de Baltische republieken aan om, naar zij zeggen, een einde te maken aan wat een massale ontduiking iijkt te zijn van de dienstplicht. Op diezelfde dag treedt de premier van Litouwen af vanwege het enorme verzet van het parlement tegen de prijsmaatregelen en de economische hervormingen in Litouwen. Er ontstaat een enorme sociale onrust. De dag daarna veroordeelt de president van de Russische republiek Jeltsin het inzetten van para-troepen in de opstandige deelrepublieken en diezelfde dag bezetten de pantservoertuigen van het Sovjetleger strategische posities ook in Vilnius met als gevolg dramatische beelden van de burgers, die zich verzamelen rond het parlementsgebouw om inname daarvan door die troepen te voorkomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

10 Een dag later zijn er troepenbewegingen in Letland en op diezelfde dag richt president Gorbatsjov een brief aan de Litouwse Opperste Sovjet met de mededeling, dat hij zich genoodzaakt zal zien om het presiden tiële bewind in te stellen, indien de situatie zich niet wijzigt. De Opperste Sovjet van Litouwen reageert met de mededeling alleen de Litouwse grondwet te willen naleven en niet die van een vreemde mogendheid. Dan escaleert de zaak al snel in het rampzalige ingrijpen in de nacht van 12 op 13 januari. Op 14 januari verklaart Gorbatsjov dat de militaire commandant in Vilnius de beslissing om met geweld in te grijpen zelfstandig heeft genomen, hetgeen wordt bevestigd door de ministers van Binnenlandse Zaken en van Defensie. De minister was het ermee eens dat deze acties in flagrante strijd zijn met alles waarvoor men zich zowel in West als in Oost-Europa, de afgelopen jaren in het kader van het Helsinki-proces heeft ingezet op diverse terreinen, niet alieen dat van de veiligheid en het economische proces, maar met name de fundamentele rechten en vrijheden en de beginselen van de rechtsstaat. Erkend moet worden dat door de wijze waarop de disputen in Litouwen worden gevoerd impasses kunnen ontstaan in het verdere toenaderingsproces tussen Oost en West. Desondanks hebben de Twaalf na een indringende en lange discussie gemeend naast het uitspreken van ernstige verontwaardiging en afkeuring een heel duidelijk signaal te moeten geven, waarin is verwoord dat dergelijke gebeurtenissen zich in ons voorstellingsvermogen niet laten herhalen zonder ernstige consequenties voor de wederzijdse betrekkingen. Ook de minister was de mening toegedaan dat deze gebeurtenissen niet onbesproken konden blijven en consequenties moesten hebben voor de samenwerking met de Sovjet-Unie, al wilde ook hij voedselhulp daarbuiten houden, mits zeker was dat die terecht zou komen waarvoor zij bedoeld was. Hij heeft geen aanleiding om te denken dat dit niet het geval is of zal zijn. Toen er echter aanwijzingen kwamen dat Gorbatsjov zich volledig bewust was van de ernst van deze situatie en hij een uiterste poging deed om herhaling en communicatiestoornissen op dat punt te voorkomen, kwamen de Twaalf ook unaniem tot de conclusie dat het treffen van bepaalde sancties of andersoortige dan puur politiek-diplo matieke maatregelen op dit moment een contraproduktief effect zou kunnen hebben als dat werd geïnterpreteerd als een verlies van onder steuning vanuit het Westen voor de politiek van perestrojka en glasnost die ook zozeer voor het Westen van belang is. Volgens de minister waren er op dit moment geen aanwijzingen dat het ook in de andere Baltische republieken tot een uitbarsting of escalatie zal komen. In de verklaring van de Twaalf is echter heel duidelijk gemaakt, dat wanneer zich dat onverhoopt zou voordoen, er geen andere mogelijkheid en keuze openstaat dan verdere maatregelen. Deze zijn ook enigszins geïndiceerd, nl. opschorting van de voorberei dingen voor technische en economische samenwerking met de Sovjet Unie. In deze fase is daar echter bewust niet voor gekozen. Het leek de minister niet meer dan zorgvuldig en juist dat ook de NAVO zich met de situatie in Litouwen bezighoudt - immers er zijn meer Europese landen lid van de NAVO dan van de EG - met name vanwege onderhandelingen of verdragsafspraken waarbij de NAVO ten nauwste is betrokken. Het gaat in dit verband om de CSE maar ook om de gevolgen, die een onverhoopte verandering van de situatie in de Sovjet-Unie zou kunnen hebben voor het komende topgesprek tussen de presidenten Bush en Gorbatsjov, respectievelijk voor de afronding van bijvoorbeeld het START-verdrag. De minister wilde zeker geen pessimistische scenario's ontwikkelen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 10

11 maar vond wel dat het gezien de gehele situatie in de Sovjet-Unie, met alle onevenwichtigheden die zich daar momenteel voordoen als gevolg van de economische en etnische problemen en van de spanningen tussen de Unie en de diverse republieken en binnen de republieken zelf, zaak is om de ontwikkelingen in dat zo belangrijke land zorgvuldig te blijven volgen. Met haar analyserende vermogen kan de NAVO daarin zeker een taak hebben. Dat moet dan ook bepaald niet worden uitgelegd als een onderzoek naar mogelijke militaire bedreigingen, rechtstreeks voortvloeiende uit de problematiek waarvan thans sprake is. De minister wilde hiermee zeker niet zeggen dat de NAVO daarmee terug is bij de oude structuren en dat de NAVO een van de eerst geroepenen moet zijn om direct de veiligheidssituatie in kaart te brengen omdat er een recht streekse bedreiging zou zijn. Analyses van de NAVO kunnen ook te maken hebben met politieke ontwikkelingen die op enig moment een bepaalde uitstraling kunnen hebben, ook waar het de totale veiligheidssi tuatie betreft, evenzeer als bijvoorbeeld bepaalde economische ontspo ringen ook een heel duidelijke veiligheidscomponent in zich kunnen dragen. De minister erkende dat inderdaad kon worden gesproken van een flagrante strijd met de gemaakte afspraken in de Slotacte van Helsinki en de Acte van Parijs. Nu is het de vraag welk instrumentarium het CVSE op dit punt aangeeft en wanneer daarvan gebruik ware te maken. In de eerste plaats moet het Conflict Prevention Centre, nog daargelaten dat dit zijn vaste vorm nog niet heeft gekregen, meer gezien worden als het centrum waarbinnen nagedacht wordt over de vraag hoe mogelijke militaire conflicten tussen de lidstaten van de CVSE voorkomen resp. besproken kunnen worden. Daarnaast is er het politieke consuitatieme chanisme waarin de Raad van 34 ministers centraal staat. Deze raad komt in juni in Berlijn voor het eerst bijeen. Afgezien van de vraag of het in dezen wel de meest aangewezen weg is om deze raad nu al bijeen te roepen, wees de minister erop dat er nog geen eens overeenstemming bestaat over de vraag of het comité van hoge ambtenaren van de 34 zonder dat daarover consensus bestaat kan worden geconvoceerd. Dat is op dit moment nog in bespreking, maar Nederland bepleit het doorbreken van de unanimiteitsgedachte op dat niveau zeer. Daar mag ook de conclusie uit worden getrokken, dat een bijeenkomst van alle 34 ministers uitsluitend en alleen met instemming van alle 34 zal kunnen plaatsvinden, even afgezien van de afspraak om in ieder geval een keer per jaar bij elkaar te komen. Als het echter gaat om incidenten of conflicten en men zou op een gegeven ogenblik alle ministers bijeen willen hebben, dan moet in beginsel iedereen het daarover eens zijn. De minister herinnerde eraan dat de eerste vergadering van ambte naren op hoog niveau eind januari wordt voorzien. Hij kon zich heel wel voorstellen dat, mede afhankelijk van de verdere ontwikkelingen in de Baltische staten en in de Sovjet-Unie, daar deze situatie nader te bespreken. De heer Eisma vroeg zich af, waarom dat zo lang moest duren; de NAVO kan een snelle verklaring afleggen en de EG kan snel bij elkaar komen. De minister stelde dat zowel de instellingen van de NAVO als die van de EG al veel langer functioneren. De CVSE-instellingen en mecha nismes zijn nog in opbouw. De Twaalf kwamen tot de conclusie dat het nu al in werking stellen van het CVSE-mensenrechtenmechanisme op dit moment een te zware maatregel zou zijn. Die zou moeten worden overwogen als blijkt dat alle diplomatieke demarches, die toch op een vrij breed front zijn ondernomen, geen enkel inzicht en helderheid hebben opgeleverd dan wel wanneer de situatie zich herhaalt of dreigt te herhalen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 11

12 De heer Van Traa wees erop dat in de procedurele afspraken in Parijs is opgenomen, dat die hoge ambtenaren de bijeenkomsten van een raad voorbereiden en het comité de lopende zaken bespreekt? Als dat aan het einde van de maand gebeurt en dan ook moet worden vastgesteld dat de situatie in de Baltische staten niet veranderd is, is het dan niet politiek logisch, dat in ieder geval Nederland in dat comité voorstelt om een extra raad bijeen te roepen? De minister herhaaide dat de Twaalf in hun verklaring hebben opgenomen wat zij voornemens zijn of welk gevolg zij zullen geven aan een mogelijke herhaling van deze situatie. Daar kan niet licht over worden gedacht omdat het voor niemand onbekend is, dat de samen werking tussen EG en de Sovjet-Unie ook voor de Sovjet-Unie van groot belang is. Meer politiek gesproken, zal de kwaliteit van de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en de EG ook de huidige leiding in de Sovjet-Unie niet onverschillig laten. De Twaalf hebben dat punt vrij zwaar aangezet om te proberen daarmee voorkomend te werken zonder er overigens van uit te gaan dat de EG een doorslaggevende invloed op bepaalde ontwik kelingen in de Sovjet-Unie kan uitoefenen. Het is in ieder geval wel een duidelijk en krachtig signaal. Wat de door de heer Blaauw aangegeven mogelijke stappen betreft, merkte de minister op dat inderdaad wordt overwogen om de zgn. trojka naar Moskou te sturen om nadere opheldering te verkrijgen. Hij nam aan, dat dit ook zal gebeuren. Inderdaad is het ook mogelijk dat de plenaire zitting van de VN-mensenrechtencommissie onder de gegeven omstan digheden ook een mogelijkheid biedt. De Raad van Europa heeft zich al uitgesproken zoals de Twaalf, nl.: als de situatie doorgaat, dan...de genoemde EBRD is thans in oprichting en functioneert nog niet volop. De heer Blaauw vroeg zich af, waarom niet op korte termijn zou kunnen worden besloten om de Sovjet-Unie wel of niet bij de EBRD mee te nemen. De minister was er op dit moment nog lang niet aan toe om daarover een oordeel uit te spreken. Afgezien van de volkenrechtelijke voorgeschiedenis en de legitimatie van het streven naar onafhankelijkheid van de Baltische staten, is er in die staten naar de mening van de minister ook een machtsstrijd aan de gang tussen enerzijds de democratisch tot stand gekomen regeringen in de republieken en anderzijds de zgn. comite's voor nationale redding, pro-moskou-organisaties die ook vanuit Moskou worden gestimuleerd en gevoed. Daar waar het op een gegeven ogenblik dreigt over te gaan naar een presidentieel bewind of een bewind dat niet langer geacht kan worden gesteund te worden door een overtuigende meerderheid van de bevoiking van die Baltische staten, is dat ook een zwarte plek in de wederzijdse betrekkingen. De minister herhaalde dat de conclusie van de Twaalf en de verklaring die zij hebben afgegeven als een weloverwogen maar ook zeer ernstig bedoeld politiek signaal moeten worden opgevat. Zolang het tegendeel zich niet voordoet, wil hij ervan uitgaan dat, gezien de woorden van verbondenheid met het CVSE-proces die met name de president van de Sovjet-Unie heeft gesproken tijdens de topconferentie van Parijs, deze president dit signaal van de Twaalf, die zich als partner van de Sovjet-Unie willen opstellen, zeer duidelijk zal hebben begrepen. Duidelijk moet zijn dat het de Twaalf niet is gegeven om het begrip voor de moeilijkheden waar de Sovjet-Unie mee worstelt uit te strekken tot begrip voor dit soort militair optreden. Slechts één keer kan het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 12

13 argument worden gehanteerd dat de hoogste leiding het misschien niet heeft geweten. Bij herhaling zou duidelijk worden dat de militaire leiding in ieder geval zich kennelijk niet erg ondergeschikt voelt aan de politieke leiding en de politieke leiding kennelijk niet in staat is om de situatie ook militair te controleren. De minister hoopte zeer dat het Moskou maar ook de deelrepublieken gegeven is om hun zeer ernstige problemen te overwinnen en hun bevol kingen en het Sovjet-volk in totaal een nieuw perspectief te bieden. Het zou buitengewoon treurig zijn, indien een proces waarin ook het Westen veel hoop heeft geïnvesteerd, tenslotte zou stranden. Van enige relatie tussen de huidige situatie en het aftreden van de minister van Buitenlandse Zaken Sjevardnadze, en de buitenlands politieke opstelling van de Sovjet-Unie in de huidige Golfproblematiek is de minister tot op heden niets gebleken en hij hoopt dat dit zo blijft. Gedachtenwisseling in tweede termijn De heer Blaauw constateerde met genoegen dat de minister de door de V.V.D. naar voren gebrachte mogelijke stappen wilde meenemen op het onverhoopt noodzakelijke pad. He moet duidelijk zijn dat nadere militaire ingrepen in de Baltische staten niet mogen plaatsvinden. Gebeurt dat wel dan zal een verdergaande druk op de Sovjet Unie in werking moeten treden, hetgeen de minister ook heeft toegezegd. De heer Eisma vroeg of hij ervan uit mocht gaan dat althans wat Nederland betreft de bijeenkomst van ambtenaren in de loop van deze maand de onderhavige kwestie op de agenda heeft. Is de minister nu van mening, dat de ministerraad van de CVSE pas bijeen zou moeten komen wanneer de Twaalf de ontwikkelingen hebben gevolgd en enig resultaat hebben geboekt? De heer Eisma zou dat betreuren, omdat het nieuwe instrumentarium van CVSE weinig levenskracht zal krijgen, wanneer altijd voorrang wordt gegeven aan de werking van het EG-mechanisme. Is dat ook de politiek voor toekomstige situaties? De heer Van Traa herhaalde zijn vraag wanneer in de EG wordt bezien of verdergaande stappen nodig zijn. Enerzijds was hij het ermee eens dat het politiek onverstandig zou zijn om op dit moment alle kaarten op het CVSE-proces te zetten, dat in de praktijk overigens nog moet gaan functioneren, anderzijds vreesde hij dat het een verkeerd signaal is als men het CVSE-mensenrechtenmecha nisme in feite ter zijde laat. De minister herhaalde dat alleen maar in unanimiteit tot een bijeen komst van de CVSE-ministerraad kan worden besloten. Het zal duidelijk zijn dat niet alle landen er in dit geval behoefte aan hebben. Zonder het overigens expliciet te noemen, hebben de Twaalf overigens door het vragen van opheldering de eerste fase van het CVSE-mechanisme als het ware in werking gesteld. Als die opheldering als niet bevredigend wordt ervaren, kan om nader overleg of om een schriftelijke reactie worden gevraagd. Het eindstation van die procedure is - als het aangevochten probleem zich niet gaandeweg heeft opgelost dan wel overeenstemming is bereikt - de behandeling van het probleem op een van de regelmatig te houden CVSE-conferenties over mensenrechten voort te zetten. Het mensenrechtenmechanisme van de CVSE kent zijn eigen spoor. Het ligt daarom niet zozeer voor de hand om nu al te spreken over het bijeen roepen van de 34 ministers, nog daargelaten dat niet één land dat kan doen zonder dat alle 34 het over een dergelijke samenkomst eens zijn geworden. De minister vond het moeilijk om een termijn te stellen voor het herstel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 13

14 van de status quo ante en om, wanneer de dialoog niet op gang is gebracht verdere druk uit te oefenen, omdat dreiging geen stimulans is voor het weer op gang brengen van die dialoog. Op dit moment heeft hoge prioriteit om duidelijk te maken, dat tegenover de Baltische staten de wil van Moskou niet kan worden afgedwongen op de manier zoals dat gebeurd is. Tegelijkertijd zou moeten worden geprobeerd om via landen die een zeer geregeld contact onderhouden met de Baltische staten ook richting Baltische staten, met handhaving van volstrekte afschuw, afkeuring en verontwaardiging over de gebeurtenissen, een de-escalatie te bepleiten. De gang van zaken rondom en in het Litouwse parlement en het aftreden van de premier, waren niet de directe aanleiding voor het ingrijpen van het leger maar hebben wel een heel sterk gepolariseerde situatie, ook bij de niet Moskougezinde Litouwers, tot stand gebracht. De minister stelde dat de agenda voor het comité van hoge ambte naren nog niet is vastgesteld. Hij wilde wel toezeggen om tijdens die bijeenkomst te bezien of het zinvol wordt geacht om deze kwestie aldaar te bespreken. De voorzitter van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken, Aarts De voorzitter van de vaste Commissie voor EG-zaken, Stemerdink De griffier van beide commissies, Jooren Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar 1992

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22563 Problematiek van de Koerden Nr. 4 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 17 september 1992 De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken'

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen. Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Conclusies van de Raad over Jemen - Conclusies van de Raad (18 februari 2019) Voor

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3)

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Na de dood van Stalin leek de Sovjet greep op het Oost Europa wat losser te worden. Chroesjtsjov maakte Stalins misdaden openbaar (destalinisatie),

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staters-Generaal

Tweede Kamer der Staters-Generaal Tweede Kamer der Staters-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken Nr. 136 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 30

Nadere informatie

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon 1796 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Protokoll in niederländischer Sprachfassung (Normativer Teil) 1 von 10 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 14

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 8 maart 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 114 Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (Trb. 2014, 207) 34 115 Goedkeuring

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0234/26. Amendement. Mario Borghezio, Edouard Ferrand, Marcel de Graaff namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0234/26. Amendement. Mario Borghezio, Edouard Ferrand, Marcel de Graaff namens de ENF-Fractie 28.6.2017 A8-0234/26 26 2016 over Turkije Paragraaf 8 8. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om, in overeenstemming met het kader voor onderhandelingen, de toetredingsonderhandelingen met

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 25 augustus 2017 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I Opgave 2 Defensiesamenwerking in Europa Bij deze opgave horen tekst 3, figuur 1 en tekst 4. Inleiding In december 2017 is in de Europese Unie (EU) op het gebied van defensie een Permanente Gestructureerde

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Korea Oorlog

Praktische opdracht Geschiedenis Korea Oorlog Praktische opdracht Geschiedenis Korea Oorlog Praktische-opdracht door een scholier 1407 woorden 1 februari 2003 4,5 118 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Opdracht 1: Wat zijn volgens jouw de oorzaken van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 114 Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 243 Uitbreiding van de NAVO en de stabiliteit in Europa Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 21.2.2005 B6-0123/2005 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het

Nadere informatie

De Koude Oorlog: het begin (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

De Koude Oorlog: het begin (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Samenwerking slaat om in wantrouwen in 1945 => Tijdens WO 2: USSR en VSA werken samen tegen Duitsland => In

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20407 Verslag van een bezoek van een delegatie van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken aan Brazilië, Argentinië, Chili en Venezuela Nr.

Nadere informatie

Meneer de President, Excellenties, mevrouw Wijdenbosch, Dames en Heren,

Meneer de President, Excellenties, mevrouw Wijdenbosch, Dames en Heren, Toespraak H.E. Ms. M.W.J.A. Tanya van Gool, Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Suriname Voor de gelegenheid van Parlementair Regionaal Seminar: Internationale Veiligheid: De

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof.

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z08639 Datum 27 mei 2015

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting door een scholier 568 woorden 9 juni 2016 7,3 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kapitalisme-Communisme: Kapitalisme: West -landen:

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERHOUDING VAN HET WERELDVAKVERBOND TOT HET CENTRUM (DE EVC-1938) EN DE "OUDE" EVC.

RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERHOUDING VAN HET WERELDVAKVERBOND TOT HET CENTRUM (DE EVC-1938) EN DE OUDE EVC. RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERHOUDING VAN HET WERELDVAKVERBOND TOT HET CENTRUM (DE EVC-1938) EN DE "OUDE" EVC. S a m e n v a t t i n.6 In de houding welke het Wereldvakverbond sinds het uittreden van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 245 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 april 2010 (OR. en) PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE) LIMITE COEST 89 PESC 444 NIS 25 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18830 Vestigingsplaatsen voor kerncentrales Nr. 84 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 9 december 1987 De vaste Commissie voor EG-zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0186 (E) 11290/14 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ACP 109 COAFR 184 PESC 677 RELEX 538 BESLUIT

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht. REGERINGSCOMMISSARIS IN ALGEMENE DIENST MINISTERIE VANALGEMENE ZAKEN Kenmerk: Nr. 3H7/HP/69. Bijlage(n): één. Onderwerp: Weekoverzicht. 's-gravenhage, 19 juni 1969' Plein 1813 nr. 4 Hiermede heb ik de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 220 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Algemene pensioenwet politieke

Nadere informatie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie 951-370 Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP)

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP) 6490/1/14 REV 1 EPPO 9 EUROJUST 38 CATS 23 FIN 117 COPEN 53 GAF 10 NOTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS

DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS De eerste postzegels van Rusland werden uitgegeven in 1858.Rusland was toen een Keizerrijk, dat door de familie Romanov ( de Tsaren) Alexander I, Alexander II,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 146 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 417 Gijzelingsactie Griekse residentie/arrestatie Öcalan Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met de regeling van een procedure voor de voorbereiding en

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 404 der Beilagen XXII. GP - Beschluss NR - S-Erklärung Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 13 GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 19637 Vluchtelingenbeleid Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,

Nadere informatie

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting Behoort bij schrijven no.: INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting Het Internationale Comité ter Bevordering van de Handel (International Committee for the Promotion of Trade,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 23.5.2013 2012/0271(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 214 (R 1375) Regeling betreffende de goedkeuring en bekendmaking van verdragen en de bekendmaking van besluiten van volkenrechtelijke organisaties

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

KOUDE OORLOG. Opgavenblad ARUBA SE 3 MIDDAGMAVO AVONDMAVO GESCHIEDENIS 2018-2019 Tijdvak-1 KOUDE OORLOG Opgavenblad Dit School Examen (SE) bestaat uit 42 vragen. Voor dit SE zijn maximaal 70 punten te behalen. Dit SE bestaat uit

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon T.H. Wouda Kuipers T 070-348 5689

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 22.1.2014 2013/0358(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOUDE OORLOG + NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG Gebruik bron 1. 1p 1 De bron maakt duidelijk dat de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1771 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De minister-president heeft na het referendum op 6 april gesteld dat de associatieovereenkomst niet zonder meer kon worden geratificeerd.

De minister-president heeft na het referendum op 6 april gesteld dat de associatieovereenkomst niet zonder meer kon worden geratificeerd. 34 669 Regeling van de inwerkingtreding van de wet van 8 juli 2015, houdende goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese

Nadere informatie

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens ingediend op 1029 (2016-2017) Nr. 1 21 december 2016 (2016-2017) Voorstel van resolutie van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens betreffende de recente ontwikkelingen in Polen en de verdediging van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat stuk ingediend op 175 (2014-2015) Nr. 1 27 november 2014 (2014-2015) Voorstel van resolutie van de dames Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode:

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

15633/17 gra/fb 1 DG C 1

15633/17 gra/fb 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 11 december 2017 (OR. fr) 15633/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 11 december 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 15311/17

Nadere informatie

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM Napels, 2 december 2003 AANBEVELING VAN HET EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM AAN DE VIde EURO-MEDITERRANE MINISTERSCONFERENTIE betreffende de oprichting van een Euro-Mediterrane

Nadere informatie

Verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie.

Verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie. 8 DECEMBER 1993 Verdrag inzake verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie. Inwerkingtreding : 22-01-1998 Art. 1. De Verdragsluitende Partijen besluiten aan hun

Nadere informatie

Verklaring van Zweden

Verklaring van Zweden Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0028 (COD) 11505/15 ADD 1 CODEC 1120 ENV 522 AGRI 439 MI 527 COMER 114 PECHE 271 NOTA I/A-PUNT van: aan:

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2016Z00246 Datum 13 januari

Nadere informatie

BVD - Nieuwsbrief december 1999

BVD - Nieuwsbrief december 1999 BVD Nieuwsbrief 99-5\Nr: 1506644/01 BVD - Nieuwsbrief 99-5 13 december 1999 INHOUD: Illegale handel in conventionele wapens PKK zoekt naar diplomatieke wegen BVD Nieuwsbrief 99/5 Nr: 1506644/01 NOTITIE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 Nr. 55 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 Nr. 55 BRIEF VAN

Nadere informatie

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 Behoort bij schrijven no. 557»6?3 LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 S a m e n v a t t i n Op 1 en 2 oktober 19^0 hield de Socialistische Werkers Partij te Amsterdam een landelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie