PPS-code rijksoverheid 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PPS-code rijksoverheid 2008"

Transcriptie

1 PPS-code rijksoverheid 2008 Een beheercode voor een goede bedrijfsvoering binnen de rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek-private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van met name (meerjarige) investeringsprojecten Ministerie van Financiën, Directies Begrotingszaken en Financieringen, Den Haag. Vastgesteld:

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Principecode 1.2. Rijksoverheid 2. Inhoud van de Code 3. Toelichting bij de code 3.1. Publiek-private samenwerking 3.2. Publiek-Private Comparator en PubliekeSectorComparator 3.3. Rol Minister van Financiën 3.4. Bepalingen van de code Bijlage 1: Bijlage 2: Handleiding PPC Handleiding PSC 2

3 1. Inleiding De PPS-code rijksoverheid 2008 is een beheercode voor goede bedrijfsvoering binnen de rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek-private samenwerking (PPS) bij (meerjarige) investeringsprojecten en wel in het bijzonder bij de realisatie en de exploitatie van rijksgebouwen (rijkshuisvesting in brede zin, niet alleen kantoorgebouwen) en de fysieke infrastructuur, bijvoorbeeld in de weg- en waterbouw 1. De code bevat een aantal procedurebepalingen die beogen bij te dragen aan een doelmatigere bedrijfsvoering bij de rijksoverheid. Het is daarom wenselijk dat de code in het kader van het managementcontrolsysteem binnen rijksoverheidsorganisaties wordt toegepast. De code heeft geen wettelijke status vergelijkbaar met een ministeriële regeling. De code dient door een rijksoverheidsorganisatie te worden beschouwd als onderdeel van haar administratieve organisatie Principecode De PPS-code rijksoverheid 2008 moet worden beschouwd als een principe- of beginselcode, die principe-gebaseerde bepalingen 2 bevat, mede gebaseerd op best practices. Principe-gebaseerde bepalingen leiden, indien toegepast, in het algemeen tot een doelmatig beheer en dragen daarmee bij aan een effectieve en efficiënte realisering van de organisatiedoelstellingen. Dat houdt ook in dat in bijzondere situaties op een andere wijze tot een doelmatig beheer kan worden gekomen. Het niet of niet geheel toepassen van de code leidt dan ook niet tot onrechtmatig handelen, waar dat bij het niet toepassen van een wettelijke regeling wel het geval is. Met de code is in interdepartementaal verband (IOFEZ) ingestemd. Bij een principecode past het pas-toe-of-leg-uit-uitgangspunt. Als er goede redenen zijn om van de code op onderdelen af te wijken, is dat toegestaan, onder de voorwaarde dat die redenen op een controleerbare wijze worden vastgelegd voor de controlerende en/of toezichthoudende functies binnen de organisatie. Dat verhoogt de transparantie van de getroffen beheersmaatregelen. Dat kan er (ook) toe leiden dat op enig moment de betrokken verantwoordelijke manager en de controlerende of toezichthoudende functionaris een verschillend oordeel over de toegepaste afwijking hebben. Via de geldende besluitvormingsprocedure binnen de organisatie kan dat leiden tot nieuwe (herziene) keuzes. 1 Zie voor meer informatie over PPS de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, ). 2 De tegenhanger van een principe-gebaseerde bepaling is de norm- of regel-gebaseerde bepaling. Van dergelijke bepalingen mag, als ze een dwingend voorschrift inhouden, niet worden afgeweken. Dergelijke bepalingen komen voor in wet- en regelgeving. Dwingende voorschriften hebben een meerwaarde in situaties waarin de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van derden in het geding kan zijn of waarin een bevoegdheidsverdeling wordt vastgelegd. Rechtsgelijkheid en rechtszekerheid spelen bij bedrijfsvoeringsaangelegenheden binnen de overheid maar een beperkte rol. Het gaat dan vooral om het doelmatig functioneren van de interne organisatie om de gestelde doelen te kunnen realiseren. 3

4 1.2. Rijksoverheid De code is gericht op rijksoverheidsorganisaties. Naast de organen die deel uitmaken van de Staat der Nederlanden (het Rijk als rechtspersoon) - de departementen met hun (buiten)diensten, batenlastendiensten (agentschappen) en de hoge colleges van staat (o.a. de Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman) kunnen in het algemeen ook de zogenaamde zelfstandige bestuursorganen (ZBO s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT s) tot de rijksoverheid worden gerekend. In bepaling 2.1. wordt nader bepaald op welke rechtspersonen de code van toepassing is. 2. Inhoud van de PPS-code Bepaling 2.1. Deze code is van toepassing op het Rijk. Tevens is de code van overeenkomstige toepassing op die rechtspersonen, bedoeld in artikel 91, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001, (zogenaamde rechtspersonen met een wettelkijke taak) waarvoor dat door de betrokken toezichthoudende minister zinvol wordt geoordeeld. De minister stelt de betrokken rechtspersoon van zijn oordeel op de hoogte. Bepaling 2.2. In deze code wordt verstaan onder: PPS-project: PPC: PSC: een project waarbij een rijksoverheidsorganisatie door middel van een aanbesteding aan een private partij een langjarige opdracht verleent tot het ontwerpen, bouwen, financieren, onderhouden en/of exploiteren van een investeringsgoed ten behoeve van rijkshuisvesting of van fysieke infrastructuur; een publiek-private comparator, inhoudende een vergelijkingsmethodiek waarmee de te verwachten voor- en nadelen van een project, uitgevoerd als een PPS-project dan wel als project traditioneel uitgevoerd in publiek beheer, kwantitatief en kwalitatief worden geïnventariseerd ter voorbereiding van een eventueel besluit om het project als een PPS-project aan te besteden; een publiekesectorcomparator, inhoudende een vergelijkingsmethodiek waarmee de biedingen van de private partijen in het kader van de aanbesteding van een PPSproject worden afgewogen tegen de vooraf te verwachten voor- en nadelen van een traditionele uitvoering van het project in publiek beheer. 4

5 Bepaling 2.3. Voor de realisatie en de exploitatie van een project in de sfeer van de rijkshuisvesting en de fysieke infrastructuur wordt in de voorbereidingsfase nagegaan of het project als een PPS-project kan worden uitgevoerd. Bepaling 2.4. Bepaling 2.3. geldt niet voor rijkshuisvestingsprojecten met een geschatte waarde van minder dan 25 miljoen en voor infrastructuurprojecten met een geschatte waarde van minder dan 60 miljoen. Bepaling 2.5. Ter uitvoering van bepaling 2.3. wordt een PPC toegepast. Bepaling 2.6. De Minister van Financiën wordt door de betrokken rijksoverheidsorganisatie op de hoogte gesteld van de toepassing van een PPC, zodra er tot de toepassing besloten is. In geval van de toepassing van een PPC door een rechtspersoon, bedoeld in artikel 91, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001, wordt door die rechtspersoon tevens de betrokken toezichthoudende minister op de hoogte gesteld. Bepaling 2.7. De toegepaste uitvoeringswijze en de resultaten van de PPC worden zodanig geadministreerd dat, mede voor verantwoordings- en controledoeleinden, de bijgehouden administratie adequaat inzicht geeft in de onderbouwing van het besluit om al dan niet tot een aanbesteding in de vorm van een PPS-project over te gaan. Bepaling 2.8. Indien besloten wordt tot het ingangzetten van een PPS-aanbestedingstraject worden er tevens voorbereidingen getroffen om in aansluiting op de te ontvangen biedingen een PSC toe te passen. Bepaling 2.6. is op overeenkomstige wijze op de PSC van toepassing. Bepaling 2.9. Artikel 6 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 wordt met betrekking tot de in het kader van een PPS-project te sluiten overeenkomst(en) toegepast. 5

6 Bepaling Gedurende de looptijd van een PPS-project wordt de met het project samenhangende contract zodanig in een dossier bijgehouden, dat daaruit op een administratief adequate wijze inzichtelijk informatie kan worden ontleend over uitvoering van het contract en met name over de door de private partij te leveren en geleverde prestaties. 2. De informatie wordt voor zover zinvol bijgehouden in termen van geldbedragen, hoeveelheden goederen en diensten en/of kwaliteitsindices van de goederen en diensten. 3. De uitvoering van de met een PPS-project samenhangende overeenkomst(en) wordt periodiek geëvalueerd. Bepaling Deze code wordt door de Minister van Financiën gepubliceerd in het Handboek financiële informatie en administratie rijksoverheid (Hafir) op de website van het Ministerie van Financiën. 3. Toelichting bij de code 3.1. Publiek private samenwerking De introductie van PPS een project door middel van een publiek-private samenwerking - komt voort uit de wens en de verwachting grote investeringen van de rijksoverheid effectiever en efficiënter te kunnen uitvoeren. Het realiseren en exploiteren van rijksgebouwen en fysieke infrastructuur (bijvoorbeeld weg- en waterbouwconstructies) in de vorm van een PPS-project betreft veelal een langjarige projectmatige samenwerking. Daarin zijn de volgende fasen te onderscheiden: de ontwerpfase (Design), de bouw- of constructiefase (Build), de financieringsfase (Finance), de onderhoudsfase (Maintain) en de exploitatie- of beheerfase (Operate). Er wordt daarom ook wel over DBFM(O)-projecten gesproken. De betrokken private en publieke partijen sluiten daartoe een DBFM(O)-contract dat in concurrentie wordt aanbesteed. Overigens hoeven niet altijd alle fasen in een DBFM(O)-contract betrokken te zijn, met name de exploitatiefase (Operate) wordt niet altijd uitbesteed. Door middel van een DBFM(O)-contract worden de risico's belegd bij de partij die deze het beste kan beheersen. Dit kan soms betekenen dat risico's van bijvoorbeeld wijzigingen in wet- en regelgeving bij de overheid worden belegd. Daartegenover staat dat de overheid zich langjarig committeert om aan de private partij een periodieke financiële vergoeding te verstrekken op basis van de contractueel afgesproken en geleverde termijnresultaten. De overheid ontlast zich op die wijze van bedrijfsvoeringsrisico s die met de realisatie en de exploitatie samenhangen, zij koopt daarmee budgettaire rust en creëert - in termen van personele en financiële middelen - ruimte om zich te concentreren op haar kerntaken, te weten de primaire beleidsprocessen. Wel vereist dit een langjarig en adequaat contractbeheer om te monitoren 6

7 of de private partij haar afspraken in termen van kwaliteit, kwantiteit en prijs nakomt. Contractueel worden afspraken gemaakt over het resultaat dat in die afzonderlijke fasen moet worden geleverd. Het resultaat is niet louter een strook asfalt of een gebouw, maar vervoers- of huisvestingscapaciteit van een bepaalde kwantiteit en kwaliteit gedurende een periode van meestal tussen de 20 en 30 jaar. De private partij krijgt binnen de afgesproken randvoorwaarden de vrijheid om te bepalen hoe het door de overheid verlangde meerjarige resultaat het best tot stand gebracht kan worden. Met andere woorden, vooral de output wordt als resultaat afgesproken en slechts in beperkte mate de wijze waarop de output tot stand wordt gebracht. Dit biedt de private partij(en) ruimte om andere, meerjarig doelmatigere oplossingen te ontwikkelen dan het geval zou zijn als traditioneel alleen de ontwerp- en constructiefasen als afzonderlijk project zou worden uitgevoerd. Wat de - over te dragen - risico s betreft, moet worden opgemerkt dat er altijd risico's zijn die (deels) niet overgedragen kunnen worden en dus bij de overheid blijven berusten. Voorbeelden hiervan zijn de (financiële) effecten van wets- en beleidswijzigingen en de zogenaamde interfacerisico's. Dat zijn risico s die samenhangen met de aansluiting van het PPS-project op andere activiteiten en projecten van de overheid of van andere (publieke) derden. Overigens liggen dergelijke risico s ook in geval van een traditioneel publieke uitvoering bij de overheid. Daarin verschillen beide uitvoeringsconstructies niet. De voordelen van PPS zullen vooral benut kunnen worden als de projectkenmerken zich lenen voor een integrale DBFM(O)-aanbesteding. ICT-projecten lenen zich hier bijvoorbeeld vaak niet voor, omdat de aard van bepaalde ICT specifieke risico s zodanig is dat ook private partijen die niet voor hun rekening willen nemen Publiek-Private Comparator en PubliekeSectorComparator Om een adequate en objectieve vergelijking te kunnen maken tussen een publiek-private of een traditionele contractsvorm kunnen twee instrumenten worden ingezet: de zogenaamde publiek-private comparator (PPC) en de publiekesectorcomparator (PSC). De PPC is de vergelijkingsmethodiek die de vooraf te verwachten voor- en nadelen van een PPS-project op een rij zet en afweegt tegen de te verwachten voor- en nadelen van traditionele aanbestedingsvormen. Dit ter voorbereiding van een besluit om al of niet een PPS-project aan te besteden. De PSC vergelijkt in een later stadium de concrete biedingen van de private partijen voor een PPS-project met de vooraf te verwachten voor- en nadelen van een traditionele uitvoering van het project in publiek beheer. De partijen hebben daardoor op twee momenten in de projectvoorbereiding een financieel-economisch inzicht in de voor- en nadelen van de mogelijke uitvoeringswijzen. De PSC wordt gebruikt om de uiteindelijke biedingen van de private partijen te beoordelen. Als de biedingen van de private partijen (veel) hoger uitvallen dan de publieke variant, kan alsnog gekozen worden voor de publieke variant (vanzelfsprekend indien geldende regelgeving of inmiddels aangegane contractuele verplichtingen hieraan niet in de weg staan). Ten opzichte van de private partijen in het proces is het daarbij van belang dat daarover vooraf open wordt gecommuniceerd, zodat deze partijen het eventueel niet laten doorgaan van de uitvoering van een PPS-project niet achteraf als een verrassing ervaren. 7

8 De PPC en de PSC geven een helder financieel inzicht, maar doen geen uitspraken voor of tegen een PPS-project. Dat is zowel de kracht van deze instrumenten als hun beperking. Een besluit tot een PPS-aanbesteding zal overigens nooit louter en alleen worden genomen op basis van de efficiëncy-methodiek van een PPC. Ook andere criteria, zoals maatschappelijk-kwalitatieve criteria, zullen vanzelfsprekend in de besluitvorming rond een investeringsproject worden betrokken Rol Minister van Financiën De Minister van Financiën heeft een tweeledige verantwoordelijkheid ten aanzien van het toepassen van een PPS. Hij is binnen het Kabinet de coördinerende en toezichthoudende of kaderstellende minister ten aanzien van de totstandkoming van PPS-projecten (directie Financieringen). Voor de concrete toepassing van het PPS-instrument op hun beleidsterreinen zijn de betrokken vakministers primair verantwoordelijk. Via de voortgangsrapportages PPS verantwoordt de Minister van Financiën zich aan de Tweede Kamer over de ontwikkeling van het aantal PPS-projecten. Daarnaast is de Minister van Financiën op grond van de Comptabiliteitswet 2001 toezichthouder op de doelmatige voorbereiding en uitvoering van de rijksbegroting en heeft hij uit dien hoofde een control-functie bij de totstandkoming van PPS-projecten; toezicht op de doelmatigheid staat daarbij voorop. Daarbij is de bepaling van artikel 6 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 van belang, waarin is voorgeschreven dat het sluiten van huur-, huurkoop- en leaseovereenkomsten namens de Staat met een waarde gelijk aan of meer dan een door de Minister van Financiën vast te stellen bedrag dan wel voor een periode van langer dan 10 jaar, dient te geschieden door de betrokken minister in overeenstemming met de Minister van Financiën. Dit grensbedrag is laatstelijk bij de Rijksbegrotingsvoorschriften 2008 op 2,5 mln. gesteld. PPS-contracten bevatten veel elementen van dergelijke overeenkomsten en dienen dan ook op dezelfde wijze te worden behandeld. De control-functie wordt namens de Minister van Financiën door de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) uitgeoefend De bepalingen van de code In aansluiting op de hiervoor gegeven algemene toelichting worden hierna enkele bepalingen nader toegelicht. Bepaling 2.1. Wat de (overeenkomstige) toepasselijkheid van deze code op de rechtspersonen, bedoeld in artikel 91, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001, (zogenaamde RWT s, rechtspersonen met een wettelijke taak) betreft, kan de betrokken toezichthoudende minister volstaan met het doen van een (schriftelijke) mededeling aan alleen die rechtspersonen waarvan hij van oordeel is dat de toepassing van de code zinvol is. Vanzelfsprekend kan de betrokken minister de code op deze wijze 8

9 alleen op een RWT van toepassing verklaren, indien hij bij of krachtens de (instellings- of aanwijzings)wet de bevoegdheid heeft een dergelijke aanwijzing te geven. Op rechtspersonen die geen mededeling ontvangen, is de code dus niet van toepassing. Overigens geldt (ook) voor de rechtspersonen waarop de code van toepassing is, het uitgangspunt pas-toe-ofleg-uit. Dat houdt in dat gemotiveerd van de bepalingen van de code kan worden afgeweken. Zie daartoe paragraaf 1.1. (principecode). Indien de formele bevoegdheid voor een minister ontbreekt om de code overeenkomstig op een RWT van toepassing te verklaren, is er vanzelfsprekend altijd nog de mogelijkheid om in adviserende zin een RWT op het nut van de code te wijzen. Bepaling 2.2. In de definitie van PPS-project komen de hiervoor beschreven onderdelen van een DBFM(O)-contract naar voren. Vaak zullen al deze vijf hoofdonderdelen in het kader van een PPS-contract worden uitbesteed. Dat hoeft overigens niet altijd het geval te zijn. Ook hoeven niet altijd alle sub-onderdelen te worden uitbesteed. Zo kan bijvoorbeeld in het kader van de exploitatie van een huisvestingsproject besloten worden om wel de beveiliging, maar niet de catering uit te besteden. Tot rijkshuisvesting kan meer worden gerekend dan alleen kantoorhuisvesting. Gedacht kan ook worden aan gevangenissen/detentiecentra, rijksmusea, laboratoria, kazernes, gebouwen voor opslag van goederen e.d. Onder fysieke infrastructuur worden hier weg- en waterbouwprojecten verstaan, maar bijvoorbeeld ook spoorprojecten. Sociale infrastructuur, als ziekenhuizen, scholen en sociale woningbouw, valt in beginsel niet onder deze code, omdat in deze sectoren niet het Rijk de investeringsbeslissing neemt. Indien de voor een investeringsbeslissing verantwoordelijke rechtspersoon een RWT is als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en de op die RWT toezichthoudende minister de code van overeenkomstige toepassing heeft verklaard (zie bepaling 2.1.), dan is de code vanzelfsprekend wel van toepassing op dergelijke sociale infrastructuur. Overigens kunnen andere rechtspersonen in de bedoelde sociale sectoren vanzelfsprekend ook uit eigen beweging voor een PPS-uitvoering kiezen. De PPC-methodiek en de PSC-methodiek zijn vastgelegd in twee handleidingen van (de directie Financieringen van) het Ministerie van Financiën, te weten de Handleiding PPC en de Handleiding PSC 1. 1 Deze handleidingen zullen - als informatieve documenten (eveneens) in Hafir op de website van het Ministerie van Financiën worden geplaatst (zie bepaling 2.11). 9

10 Bepalingen 2.3., 2.4., 2.5. en 2.8. Het Kabinet heeft ervoor gekozen om PPS-projecten te stimuleren. Daartoe wordt niet PPS verplicht gesteld, maar de afweging, via het toepassen van een PPC, tussen PPS-aanbesteden en traditioneel aanbesteden voor projecten van een bepaalde minimale omvang. Immers, of een PPS-project in concrete situaties tot een grotere doelmatigheid leidt, moet via het afwegingsproces aannemelijk gemaakt worden. Aan de Tweede Kamer wordt over PPC s die uitgevoerd zijn, gerapporteerd in de voortgangsrapportages PPS. De verplichte afweging is vastgelegd in de voortgangsrapportage 2004 die met instemming van de ministerraad (vergadering van 26 november 2004) aan de Tweede Kamer is overgelegd. Als minimale omvang voor een gebouw is het grensbedrag op 25 mln. (exclusief BTW) gesteld en voor infrastructurele projecten op 112,50 mln. (exclusief BTW). Inmiddels is dit laatste bedrag mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie-ruding 1 vastgesteld op 60 mln. Bepalingen 2.6. en 2.8. Gelet op de betrokkenheid van de Minister van Financiën bij een PPS-project, zowel vanuit zijn positie als stimulator van het PPS-instrument (directie Financieringen) als vanuit zijn positie als hoeder van de doelmatigheid van het financieel beheer (IRF) - verwezen wordt naar onderdeel 3.3. van deze toelichting is het van belang dat hij (directie Financieringen) tijdig, dat wil zeggen zodra tot de toepassing van een PPC besloten is, door de betrokken organisaties op de hoogte gesteld wordt van de toepassing van een PPC en een PSC. De betrokken toezichthoudende minister met betrekking tot een RWT een rechtspersoon, bedoeld in artikel 91, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001 is in het algemeen de minister die bij of krachtens de instellings- of aanwijzingswet van de RWT als zodanig is aangewezen. Op grond van artikel 40, eerste lid, van de Comptabililteitswet 2001 heeft de Minister van Financien te allen tijde de bevoegdheid informatie op te vragen over een toegepaste PPC en PSC. Bepaling 2.7. Aan de bij te houden administratie moet ook op grond van het pas-toe-of-leg-uit-uitgangspunt te ontlenen zijn op welke onderdelen deze PPS-code niet is toegepast en waarom daartoe is besloten. Bepaling 2.9. Voor de inhoud van artikel 6 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 wordt verwezen naar onderdeel 3.3. van deze toelichting. 1 Advies van de Commissie Private Financiering van Infrastructuur Op de goede weg en het juiste spoor, mei 2008, Kamerstukken II, 2007/08, , nr

11 Bepaling In algemene zin is voor contractbeheer de Code contract(proces)beheer rijksoverheid 2008 relevant. De onderhavige bepaling kan daarop als een specifieke aanvulling voor PPS-projecten worden beschouwd. De bepaling heeft - in tegenstelling tot de voorgaande bepalingen die vooral betrekking hebben op het proces van totstandkoming van een PPS-project - betrekking op de uitvoering van de in het kader van een PPS-project gesloten contracten. Het gaat om het contractbeheer. In termen van een DBFM(O)-contract gaat het dan veelal om de exploitatie- en de onderhoudsfasen (O en M). Met name omdat het hierbij om zeer langlopende contracten gaat, is een adequaat contractbeheer vanuit zowel een oogpunt van bedrijfsvoering als van verantwoording richting de Tweede Kamer van belang. De veelal periodieke (maandelijkse of jaarlijkse) verplichtingen die beide partijen wederzijds langjarig zijn overeengekomen, moeten worden gemonitord, opdat vastgestelde afwijkingen in de gerealiseerde verplichtingen zullen leiden tot de toepassing van de contractueel afgesproken compensatiebepalingen en/of boetebepalingen. Een adequaat contractbeheer houdt onder andere ook in het voeren van een administratie van voor de bedrijfsvoering en de verantwoording relevante gegevens. Uit de administratie kan vervolgens management- en verantwoordingsinformatie worden ontleend. De informatie kan ook worden benut bij de reguliere evaluatie 1 van het contract. De evaluatie s kunnen gebruikt worden om uitvoeringsproblemen op te sporen en geconstateerde omissies te herstellen. Ook de omstandigheden waarbinnen het contract wordt uitgevoerd, kunnen en zullen in de loop van een langjarig contract veranderen en dus aanleiding zijn voor wenselijk geachte contractaanpassingen. Relevante informatie is dan onontbeerlijk. Bij relevante informatie kan worden gedacht aan bijvoorbeeld informatie over: a. de door de private partij(en) te leveren periodieke en incidentele prestaties; b. de daadwerkelijke geleverde prestaties; c. de verschillen tussen de prestaties, bedoeld in de onderdelen a en b; d. de financiële en de eventuele andere verplichtingen die jegens de private partij(en) zijn aangegaan als vergoeding voor de te leveren en geleverde prestaties; e. de contractueel overeengekomen compensatie als gevolg van de geconstateerde verschillen, bedoeld in onderdeel c; f, de daadwerkelijk toegepaste compensatie. Met prestaties wordt gedoeld op de contractueel overeengekomen (periodieke) verplichtingen in termen van goederen en diensten van een bepaalde kwaliteit en kwantiteit en op de daartegenover staande financiële verplichting tot het betalen van een (periodieke) geldelijke vergoeding. Overigens geldt ook voor het (langjarig) beheer van investeringsprojecten die in traditioneel publiek beheer zijn uitgevoerd en in eigen overheidsbeheer worden geëxploiteerd en onderhouden, dat het bijhouden van relevante informatie in termen van kwaliteitsontwikkeling vanuit doelmatigheid nuttig is. 1 Voor de toepassing van het evaluatie-instrument zijn de RPE-bepalingen in de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften van de Minister van Financiën van belang. 11

12 In dit verband wordt gewezen op de Regeling materieelbeheer rijksoverheid 2006, waarin is bepaald dat het materieel van het rijk zodanig beheerd en gebruikt dient te worden dat onnodig kwanititeits- en kwaliteitsverlies wordt voorkomen en dat mede daartoe een adequate administratie moet worden bijgehouden. ooo 12

Kader voor stichtingen

Kader voor stichtingen Kader voor stichtingen Beleidskader betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het oprichten van stichtingen. Stichtingenkader 2017 1 2 Stichtingenkader 2017 Inhoudsopgave Algemeen 4 Uitgangspunten van het

Nadere informatie

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed?

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? OVERZICHT PRESENTATIE Wat is PPS Integrale contactvormen Kenmerken Toepassingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21439 24 juli 2015 Wijziging Mandaatbesluit BZK 2012 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister

Nadere informatie

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland Overweegt u nieuwbouw of renovatie van een school? Deze folder geeft u inzicht in wat publiekprivate samenwerking (pps) bij scholen inhoudt. Wanneer

Nadere informatie

PPS / DBFM(O) toezichtafspraken

PPS / DBFM(O) toezichtafspraken PPS / DBFM(O) toezichtafspraken Onderdeel 1: afspraken I&M Financiën, 28-05-2013 Onderdeel 2: afspraken BZK/Rgd Financiën, juli 2013 Onderdeel 3: afspraken Defensie Financiën, 29-08-2013 Ministerie van

Nadere informatie

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges

Nadere informatie

Samenvattend auditrapport

Samenvattend auditrapport r?' m Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Samenvattend auditrapport I u fonds (A) IM xi' ".r r' rri Samenvattend auditrapport 2016 Infrastructuurfonds (A) 15 maart 2017 Kenmerk 2017-0000036092 Inlichtingen

Nadere informatie

Instellingen op afstand van het Rijk

Instellingen op afstand van het Rijk Factsheet #16 Instellingen op afstand van het Rijk RIJK IN UITVOERING IN 18 FACTSHEETS Waar gaat het over? Een groot deel van het rijksbeleid wordt niet uitgevoerd door ministeries of agentschappen van

Nadere informatie

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Ministerie van Algemene Zaken (III) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën; Regeling van de Minister van Financiën van 23 mei 2014, tot vaststelling van het Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Besluit van 23 mei 2014, kenmerk BJZ/2014/1456M De

Nadere informatie

Beleidsnota verbonden partijen

Beleidsnota verbonden partijen Beleidsnota verbonden partijen SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Een financieel

Nadere informatie

Audkdienst Rijk j Ministerie van Finandën. Samenvattend auditrapport

Audkdienst Rijk j Ministerie van Finandën. Samenvattend auditrapport Audkdienst Rijk j Ministerie van Finandën Samenvattend auditrapport 1 t 1 4 Samenvattend auditrapport 2013 tnfrastructuurfonds (A) 14 maart 2014 Kenmerk ADR/2o14/245 Inlichtingen Auditdienst Rijk Postbus

Nadere informatie

Besluit van 8 oktober 2018 tot wijziging van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011

Besluit van 8 oktober 2018 tot wijziging van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 Besluit van 8 oktober 2018 tot wijziging van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van

Nadere informatie

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden Het college van de gemeente Heusden; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, artikel 10, lid 2 van de Financiële Beheers- en Controleregeling en artikel

Nadere informatie

REGELING GROTE PROJECTEN... 2

REGELING GROTE PROJECTEN... 2 Inhoudsopgave REGELING GROTE PROJECTEN... 2 HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN... 3 Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK II. AANWIJZING GROOT PROJECT... 3 Artikel 2. Voorstel tot aanwijzing groot project...

Nadere informatie

Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën,

Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën, Organisatie- en mandaatbesluit SG-cluster Zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 maart 2014 De secretaris-generaal, Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën,

Nadere informatie

Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal van de Rijksbegroting

Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal van de Rijksbegroting Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal van de Rijksbegroting Zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 februari 2012, kenmerk BEDR/2012/73 De directeur-generaal van de Rijksbegroting;

Nadere informatie

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

het project Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs in 2002 Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-

Nadere informatie

Inkoop en aanbestedingsbesluit gemeente Overbetuwe 2013

Inkoop en aanbestedingsbesluit gemeente Overbetuwe 2013 Onderwerp: Inkoop en aanbestedingsbesluit gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 13BWB00062 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 13a van de Financiële verordening

Nadere informatie

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges

Nadere informatie

Meerwaarde met het concessiemodel een model voor Publiek-Private Samenwerking

Meerwaarde met het concessiemodel een model voor Publiek-Private Samenwerking Meerwaarde met het concessiemodel een model voor Publiek-Private Samenwerking Uitgangspunten PPS-concessiemodel De overheid zet een geïntegreerd investeringsproject in de markt: ontwerp, aanleg, onderhoud

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Vooraf De Algemene Rekenkamer

Nadere informatie

Infrastructuurfonds (A)

Infrastructuurfonds (A) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Infrastructuurfonds (A) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Infrastructuurfonds (A) Rapport bij het jaarverslag Vooraf De

Nadere informatie

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën; Organisatie- en mandaatbesluit projectdirectie Vastgoed Zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 mei 2010 De plaatsvervangend secretaris-generaal; Gelet op artikel 10 van het Organisatie- en mandaatbesluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 035 Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende bepalingen inzake het beheer van liquide middelen van rechtspersonen die collectieve middelen

Nadere informatie

Datum 19 januari 2016 Betreft Rijksbrede ontwikkelingen inzake begroten en verantwoorden. Geachte voorzitter,

Datum 19 januari 2016 Betreft Rijksbrede ontwikkelingen inzake begroten en verantwoorden. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Algemene voorwaarden TU Delft

Algemene voorwaarden TU Delft Algemene voorwaarden TU Delft ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET UITVOEREN VAN OPDRACHTEN DOOR DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Artikel 1: Begripsomschrijving In deze algemene voorwaarden voor opdrachten, verstrekt

Nadere informatie

Staten-Generaal (IIA)

Staten-Generaal (IIA) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Staten-Generaal (IIA) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Staten-Generaal (IIA) Rapport bij het jaarverslag Vooraf De Algemene

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14390 20 september 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 augustus 2010, nr. AG/2010/16767,

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg. REGELING Controle en Administratie Wlz-uitvoerders Gelet op artikel 31, sub a, artikel 31, sub c, en artikel 36, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22623 13 augustus 2013 Instellings- en mandaatbesluit spir-it 2013 Gelet op paragraaf 2 van de afdeling 6 van hoofdstuk

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL. Verbonden Partijen Notitie naar aanleiding van onderzoek naar de aansturing van verbonden partijen in de gemeenten Bergen op Zoom, Oosterhout en Roosendaal. 7 mei 2007 Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL www.rekenkamerwestbrabant.nl

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2018 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Vooraf De Algemene Rekenkamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 935 Beleidsdoorlichting Financiën Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 555 Besluit van 11 december 2014 tot intrekking van het Besluit van 23 augustus 2011 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud

Nadere informatie

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Dit Directiestatuut is op 14 december 2006 ter kennis gebracht aan de algemene vergadering van aandeelhouders en na goedkeuring door de raad van commissarissen

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

4 juni Ministerie van Financiën, PPS & Asset management

4 juni Ministerie van Financiën, PPS & Asset management De Waarheid over DBFM PIANOo-congres 4 juni 2009 Wie zijn wij? Erik Jan Snik Merlijn Nijhof Ministerie van Financiën, PPS & Asset management www.minfin.nl/onderwerpen/publiek_private_samenwerking Voorheen:

Nadere informatie

Reglement bestuur Stichting Havensteder

Reglement bestuur Stichting Havensteder Reglement bestuur Stichting Havensteder Dit reglement is krachtens artikel 7 lid 3 van de statuten door het bestuur van Stichting Havensteder vastgesteld op 6 september 2011, na goedkeuring door de raad

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr.6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam gemeenschappelijke

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2015, nr. , tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) Handelend

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Wijziging Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005

Wijziging Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005 SZW Wijziging Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 21 september 2006, nr. AI//JZ/2006/79197, houdende wijziging

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten &

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2018 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 Overige Hoge Colleges

Nadere informatie

Toezichtsarrangement COA versie 12 juni 2015

Toezichtsarrangement COA versie 12 juni 2015 Toezichtsarrangement COA versie 12 juni 2015 Bijlagen: 1. Overzicht verantwoordelijkheden en bevoegdheden minister m.b.t. COA 2. Bekostigingsafspraken, inclusief productenklapper 3. Overlegstructuur 4.

Nadere informatie

Van bestellen naar inkopen

Van bestellen naar inkopen Van bestellen naar inkopen onderzoek naar de inkoopfunctie bij de gemeente Doetinchem verkorte versie Onderzoeksgegevens, bevindingen en aanbevelingen van de Rekenkamercommissie Doetinchem oktober 2005

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag Inhoud 1 Conclusies

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst gemeente Eindhoven 16R6733 Raadsnummer Inboeknummer 16bst00378 Beslisdatum B&W 22 maart 2016 Dossiernummer 16.12.252 Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst Inleiding In 2005 heeft uw gemeenteraad ingestemd

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De President van de Algemene Rekenkamer Postbus 20015 2500 EA Den Haag Betreft Bestuurlijke reactie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 861 Beleidsdoorlichting Infrastructuur en Waterstaat Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRA- STRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 639 Besluit van 11 december 2012, houdende wijziging van het Zorgindicatiebesluit in verband met experimenten regelarme instellingen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staten-Generaal (IIA)

Staten-Generaal (IIA) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Staten-Generaal (IIA) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Staten-Generaal (IIA) Rapport bij het jaarverslag De Algemene Rekenkamer

Nadere informatie

Datum 26 april 2017 Betreft Antwoorden op inbreng schriftelijk overleg over het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties

Datum 26 april 2017 Betreft Antwoorden op inbreng schriftelijk overleg over het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus

Nadere informatie

Reglement Bestuur. ten aanzien van. Stichting Plastic Soup Foundation

Reglement Bestuur. ten aanzien van. Stichting Plastic Soup Foundation Reglement Bestuur ten aanzien van Stichting Plastic Soup Foundation Gedateerd versie 10 juli 2019 1 Reglement Bestuur Stichting Plastic Soup Foundation Dit reglement ("Reglement") is door het bestuur (het

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1 Begripsbepaling REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1.1 In dit reglement van de Raad van Bestuur wordt verstaan: a) KinderRijk: Stichting KinderRijk gevestigd

Nadere informatie

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing. Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 1 november 2018 Onderwerp Regeling Tachografen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het bestuur onderscheidenlijk de voorzitter van de

Nadere informatie

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO Uitgegeven: 11 oktober 2013 2013, nr. 61 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Mandaatbesluit FUMO Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING

Nadere informatie

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI Inspectie Werk en Inkomen Directie Toezicht CWI, SVB en samenwerking De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Postbus 100 2700 AC Zoetermeer

Nadere informatie

Rapport van feitelijke bevindingen inzake uitvoering specifiek overeengekomen werkzaamheden uitvoeringskosten CAK bij CJIB 2018

Rapport van feitelijke bevindingen inzake uitvoering specifiek overeengekomen werkzaamheden uitvoeringskosten CAK bij CJIB 2018 At Auditdienst Rijk Ministerie van Financien Rapport van feitelijke bevindingen inzake uitvoering specifiek overeengekomen werkzaamheden uitvoeringskosten CAK bij CJIB 2018 Colofon Titel Rapport van feitelijke

Nadere informatie

Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Samenwerkingsverband Oost-Achterhoek

Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Samenwerkingsverband Oost-Achterhoek 1 Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Samenwerkingsverband Oost-Achterhoek Hoofdstuk 1 Inleiding Bij het inkopen en aanbesteden door de overheid worden publieke gelden aangewend. Hierop rust de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek

Resultaten verantwoordingsonderzoek Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 hoofdstuk de Koning (I) 20 mei 2015 Dit document bevat alle resultaten van ons Verantwoordingsonderzoek 2014 bij zoals gepubliceerd op www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 707 Parlementair onderzoek Onderhoud en innovatie spoor Nr. 2 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Samenvatting. Pagina 7

Samenvatting. Pagina 7 Samenvatting De rijksoverheid ziet zich de komende jaren voor grote uitdagingen gesteld. Als gevolg van de financiële en economische crisis is de overheidsbegroting uit het lood geslagen. De oplopende

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Algemene toelichting In 2007 is de Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. herzien vanwege onder meer een door de gemeente

Nadere informatie

Controle protocol Stichting De Friesland

Controle protocol Stichting De Friesland Controle protocol Stichting De Friesland 1. Doelstelling Stichting De Friesland heeft van de Belastingdienst de ANBI (algemeen nut beogende instelling) verkregen. Ten aanzien van de verantwoording van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Controleverordening Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer besluit: overwegende dat: op grond van de wet van 2 juli 2003, Stb.

Nadere informatie

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst DE ONDERGETEKENDEN: Deelnemer Na(a)m(en): Adres: Postcode en plaats: Land: Nederland hierna te noemen "Cliënt"; en 2. Slim Vermogensbeheer

Nadere informatie

Versiegeschiedenis. Vaststelling door Raad van Bestuur 13 mei 2013.

Versiegeschiedenis. Vaststelling door Raad van Bestuur 13 mei 2013. Inkoopbeleid 2013 Versiegeschiedenis Vaststelling door Raad van Bestuur 13 mei 2013. Goedkeuring van Actualisatie artikel 4.3 Actualisatie artikel 4.4 Toevoegen bijlage 7.1. 29 januari 2014. Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 475 XVIII Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2015 Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 7 juni 2016 De algemene commissie

Nadere informatie

Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden Partijen.

Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden Partijen. Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 6 oktober 2015 Opsteller Cor Tiemersma / Jaap Tanis Registratie GF15.20087 Agendapunt 23 Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden

Nadere informatie

Innovatief opdrachtgeverschap

Innovatief opdrachtgeverschap Innovatief opdrachtgeverschap CBZ Bouwdag Verpleging en Verzorging Bussum, 6 maart 2008 Inhoud TNO en innovatief opdrachtgeverschap Waarom geïntegreerd contract? Wat kunnen we leren uit andere sectoren?

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE Vastgesteld door het bestuur op: 4 juni 2014 Goedgekeurd door de raad van toezicht op: 4 juni 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

Toezichtarrangement COA versie 15 juni 2015

Toezichtarrangement COA versie 15 juni 2015 Toezichtarrangement COA versie 15 juni 2015 1. Inleiding Per 1 juli 2015 is de raad van toezicht van het COA opgeheven. Dit betekent dat het toezicht 1 op het zbo COA geheel bij (formeel) de minister van

Nadere informatie

Comptabele Canon van het Rijk

Comptabele Canon van het Rijk A-B-C-fiches financiële beleidsvoering en bedrijfsvoering Versie 1, januari 2011, Ministerie van Financiën, Begrotingszaken/BBH, Van Reijsen Boeken buiten begrotingsverband (begrotingsinstrument) a. Korte

Nadere informatie

Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008.

Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008. Bestuursreglement Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008. Artikel 1 Status en inhoud van het reglement 1. Dit reglement is opgesteld

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Externe inhuur 1. INLEIDING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Externe inhuur 1. INLEIDING De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Inlichtingen José Nelis T 426 7566 F Uw kenmerk Onderwerp Eterne inhuur 1 van 9 Aantal bijlagen 1 Bezoekadres Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek BES-Fonds (H) Rapport bij het jaarverslag

Resultaten verantwoordingsonderzoek BES-Fonds (H) Rapport bij het jaarverslag Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 BES-Fonds (H) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 BES-Fonds (H) Rapport bij het jaarverslag Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten &

Nadere informatie

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave Kijk voor meer informatie op: WWW.ADVERTERENBIJSBS.NL SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015 Inhoudsopgave 1. Het Programma 2. Participatie aan het Programma 3. Productie

Nadere informatie

BEWERKERSOVEREENKOMST

BEWERKERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN BEWERKERSOVEREENKOMST De Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie, gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.J. van Miltenburg, hierna te

Nadere informatie

Beoordelingsleidraad Publiek Private Comparator en Publieke Sector Comparator

Beoordelingsleidraad Publiek Private Comparator en Publieke Sector Comparator Beoordelingsleidraad Publiek Private Comparator en Publieke Sector Comparator Versie 1.1 Datum 4 maart 2011 Status Definitief Pagina 1 van 34 Beoordelingsleidraad Colofon Titel Auteur(s) Beoordelingsleidraad

Nadere informatie