TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb"

Transcriptie

1 TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb Inhoudsopgave Inleiding... 3 Basisgegevens... 4 Contactgegevens... 4 Activiteiten... 4 Bijlagen... 5 Samenhangende besluiten... 5 Verbodsbepalingen... 5 Module 1 Gebiedsbescherming... 5 Module 1A PAS... 5 Toelichting activiteit... 5 Prioritair of niet prioritair?... 6 Beleidsregels voor NIET prioritaire activiteiten... 6 Beleidsregels voor prioritaire activiteiten die onder het Haven Industrie Complex vallen... 7 Eerder verleende vergunningen Vaststellen vergunning- of meldingsplicht... 7 Vastleggen bestaande/feitelijke situatie... 7 Uitbreiden/wijzigen bestaande (bedrijfssituatie) Oprichting van een bedrijf of een andersoortige activiteit Module 1B Overige effecten Algemeen Toelichting beschrijving activiteit Toelichting effecten Bepaling significantie Passende beoordeling Significant negatieve gevolgen

2 Module 2 Soortenbescherming Algemeen Beschrijving activiteit Gedragscodes Aanwezigheid beschermde soorten en onderzoek Soorten en verbodsbepalingen Effectanalyse Belangen Andere bevredigende oplossing Gunstige staat van instandhouding Module 3 Houtopstanden Beschrijving activiteit Ontheffing

3 Inleiding Heeft u de checklist ingevuld? Er zijn twee checklisten beschikbaar (soortenbescherming en checklist melding houtopstanden). Een ingevulde checklist geeft antwoord op de vraag of u mogelijk een ontheffing moet aanvragen en/of een melding moet indienen. Juiste bevoegd gezag? Wanneer de locatie van de activiteit die wordt gerealiseerd zich (hoofdzakelijk) bevindt binnen de provincie Zuid-Holland, dan is de provincie Zuid-Holland het juiste bevoegd gezag. Als de activiteit ook grensoverschrijdende effecten heeft of de activiteit vindt plaats in verschillende provincies, vindt er overeenstemming plaats tussen de provincies. In specifieke situaties ligt de bevoegdheid tot het verlenen van een vergunning/ontheffing bij de Minister. Deze specifieke situaties zijn opgenomen in de artikelen 1.3 tot en met 1.7 van het Besluit natuurbescherming. Voorbeelden hiervan zijn: de aanleg van hoofdwegen, landelijke spoorwegen en hoofdvaarwegen en vluchten met opsporings- of reddingshelikopters. Juiste formulier(en)? Voor het indienen van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing of het doen van een melding inzake houtopstanden op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) dient u altijd eerst de basisgegevens in te vullen in combinatie met één of meerdere (sub)modules. De submodules betreffende verschillende producten welke gedeputeerde staten van Zuid-Holland verstreken op grond van de Wnb: Module 1 Gebiedsbescherming (voorheen: Natuurbeschermingswet 1998), Module 2: Soortenbescherming (voorheen: Flora & Faunawet) en Module 3 Houtopstanden (voorheen: Boswet). Met dit digitale formulier kunt u meerdere aanvragen tegelijkertijd indienen. Dit aanvraagformulier is bedoeld voor het vragen van een vergunning en/of ontheffing en/of het indienen van een melding voor het overtreden van de in de artikelen 2.7 tot en met 2.9, 3.1 tot en met 3.10 en 4.2, 4.3 en 4.5 van de in de Wnb opgenomen verboden. Voor ontheffingen in het kader van tijdelijke natuur, repopulatie en herintroductie en opvang van wilde inheemse diersoorten, dient u eerst contact op te nemen met vergunningen@odh.nl. Ontheffingen in het kader van beheer- en schadebestrijding kunnen per uitsluitend nog via de Faunabeheereenheid worden aangevraagd en vallen daarmee buiten de reikwijdte van dit formulier. Status van uw aanvraag Per module (gebiedsbescherming, soortenbescherming en houtopstanden) dient u aan te geven of u uw aanvraag in concept of definitief wilt indienen. Wij adviseren u een aanvraag eerst in concept in te dienen, zodat wij tijdens een vooroverleg kunnen vaststellen of de aanvraag volledig is. Is de aanvraag volledig, dan kunt u een definitieve aanvraag indienen. 3

4 Wij maken u erop attent dat op aanvragen om beoordeling en verzoeken om ontheffing of vergunning leges kunnen worden geheven door de provincie Zuid-Holland op grond van de Legesverordening Wet natuurbescherming Zuid-Holland van 19 november Basisgegevens Voor een vlotte behandeling van uw aanvraag is het belangrijk dat wij alle gegevens inzichtelijk hebben. Het gaat daarbij om persoonsgegevens zoals uw BSN-nummer maar ook om Kvk-nummers en contactgegevens van uw adviseur indien u niet zelf de aanvraag doet. Denk eraan dat ook een machtiging moet worden overgelegd. Deze kunt u net als veel andere documenten (kaarten, vigerende vergunningen en/of stikstofberekeningen en andere rapporten) uploaden bij de aanvraag. Het is dus van belang dat u deze documenten digitaal beschikbaar heeft. Onderstaand wordt nader toegelicht wat wij van u verwachten. Contactgegevens Contactgegevens van de initiatiefnemer Vul in ten behoeve van verdere correspondentie. De initiatiefnemer is de (rechts)persoon die verantwoordelijk is voor de aangevraagde of gemelde activiteit. Contactgegevens van de adviseur Vul in ten behoeve van verdere correspondentie. Als de adviseur de aanvraag namens de initiatiefnemer indient, moet een ondergetekende machtiging bijgevoegd worden. Contactgegevens gemeente(n) Vul hier de contactgegevens van de gemeente(n) in waarbinnen het voorgenomen project of handeling wordt uitgevoerd. Contactgegevens omgevingsdienst Vul hier de contactgegevens van de omgevingsdienst die de taken uitvoert met betrekking tot de omgevingsvergunning en/of Wet milieubeheer (indien van toepassing). Activiteiten Vermeld de (werk)naam waaronder uw initiatief bekend staat. Geef een korte beschrijving van uw voorgenomen activiteiten. Een uitgebreide beschrijving van uw plannen/werkzaamheden kan worden opgenomen in één of meerdere (sub)modules. Het gaat erom dat in een oogopslag inzichtelijk is wat uw voornemen in het kort betreft. Geef aan op welke locatie(s) uw initiatief zal plaatsvinden. Denk hierbij aan gemeente(n), Natura 2000-gebied(en) of kadastrale gegevens. Gedetailleerde kaarten van de locatie(s) dienen te worden bijgevoegd in één of meerdere (sub)modules. 1 Holland/433483/433483_1.html 4

5 Bijlagen Kruis hier aan welke algemene bijlagen u mee stuurt. Bijlagen die betrekking hebben op een specifieke module van het aanvraagformulier (vergunning, ontheffing of houtopstanden), worden gevraagd bij de desbetreffende module. Samenhangende besluiten Om de besluitvormingsprocedure te kunnen voorbereiden en u daarover te kunnen informeren is het van belang om te weten of u de procedure aanhaakt bij een aanvraag om omgevingsvergunning. Daarbij is ook van belang voor welke activiteit u de omgevingsvergunning aanvraagt en of mogelijk een mer- (beoordelings)plicht geldt. Verbodsbepalingen Kruis aan voor welke verbodsbepalingen u een aanvraag voor vergunning/ontheffing en/of een melding wilt indienen. U kunt meerdere zaken aanvinken. U kunt bijvoorbeeld tegelijkertijd een ontheffing en een vergunning aanvragen. Module 1 Gebiedsbescherming Via deze module verzoekt u om een beoordeling of vraagt u een vergunning aan zoals dat voorheen mogelijk was op grond van de Natuurbeschermingswet U dient een keuze te maken of uw activiteit leidt tot stikstofemissies op Natura 2000-gebieden in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof en/of dat er sprake is van overige effecten op kwalificerende habitattypen en habitatsoorten. U kunt beide mogelijkheden aangeven. In onderstaande paragrafen wordt nader uitgewerkt wat wij in voorkomende gevallen van u verwachten. Module 1A PAS Toelichting activiteit Geef een beschrijving van de beoogde activiteit. Denk daarbij aan dieraantallen, huisvesting, bouw nieuwe stal, aanleg of aanpassing van wegen, verkeersbewegingen (bijvoorbeeld een bedrijf met aan- en afvoer, een bedrijf of evenement waar veel bezoekers per auto komen,) ligging ten opzichte van relevante PAS-gebieden. Maak hierbij onderscheid tussen tijdelijke en permanente activiteiten. Indien sprake is van een uitbreiding/wijziging op een afstand van 500 meter of minder van het PASgebied, geef dat dan duidelijk aan op het formulier. U dient dan tevens de module 1B Overige effecten te doorlopen. Of er sprake is van een activiteit voor onbepaalde tijd of een activiteit voor bepaalde tijd is van belang voor de bepaling van de omvang van de toe te delen ontwikkelingsruimte. Wanneer de activiteit waarvoor ontwikkelingsruimte wordt gevraagd ten hoogste vijf jaar duurt, is de ontwikkelingsruimte die wordt toegedeeld gelijk aan de som van de stikstofdeposities die de activiteit in de onderscheiden jaren op de desbetreffende hectare kan veroorzaken, gedeeld door 6. Dit is geregeld in artikel 2.4, vierde lid, van de Regeling Natuurbescherming. 5

6 Prioritair of niet prioritair? Voor activiteiten die aanspraak kunnen maken op ontwikkelingsruimte in segment 1, is al op voorhand bij de inwerkingtreding van het Programma ontwikkelingsruimte gereserveerd (artikel 2.8, eerste lid Wnb). Deze activiteiten staan vermeld op de bij de Regeling natuurbescherming (bijlage bij artikel 2.5) vastgestelde lijst van projecten en andere handelingen of categorieën van projecten of andere handelingen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd (zie PAS.natura2000.nl). Soms gaat het om een afgebakende activiteit, bijvoorbeeld een woningbouwproject, en soms gaat het om een categorie van activiteiten, zoals het Haven Industrie Complex. Het is van belang dat u duidelijk aangeeft waar uw activiteit onder valt. Bij de beoordeling van de aanvraag toetsen wij of de gevraagde ontwikkelingsruimte past binnen de gereserveerde ontwikkelingsruimte voor deze activiteit. Het invullen van het aanvraagformulier en de procedure voor prioritaire activiteiten verschilt niet van die van niet prioritaire activiteiten (segment 2). Het verschil is alleen dat voor prioritaire activiteiten al een reservering is gedaan. Indien de gevraagde ontwikkelingsruimte past binnen de gereserveerde ontwikkelingsruimte, kunnen wij overgaan tot toekenning van ontwikkelingsruimte, mits aan de overige eventueel van toepassing zijnde voorwaarden is voldaan (beleidsregels Haven Industrie Complex, eventuele instemming andere provincies). Past de gevraagde ontwikkelingsruimte niet binnen de gereserveerde ontwikkelingsruimte, dan treedt het bevoegd gezag in overleg met de initiatiefnemer. In dit overleg zal worden nagegaan of de activiteit zodanig kan worden gewijzigd, of dat op andere wijze geschoven kan worden met ontwikkelingsruimte binnen de (categorie van) prioritaire projecten, zodat deze toch binnen de gereserveerde ontwikkelingsruimte valt. Is dit niet mogelijk, dan is actualisatie van de lijst met prioritaire projecten nodig. Beleidsregels voor NIET prioritaire activiteiten De Provincie Zuid-Holland heeft voor de uitwerking van de Wet natuurbescherming de beleidsregel Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland opgesteld (Staatscourant 20 december 2016, jaargang 2016 / nummer 6787). De beleidsregel kunt u vinden op Deze beleidsregel stelt o.a. een maximum hoeveelheid ontwikkelingsruimte van 3,0 mol stikstof/ha/jaar per PAS-programmaperiode per activiteit (artikel 2.2). Als het gaat om inrichtingen als bedoeld in artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer dan geldt dat maximum van 3,0 mol per inrichting. Op deze manier wordt voorkomen dat een initiatiefnemer de waarde van 3,0 mol overschrijdt door het opknippen van een groter project in kleine deelprojecten. De beleidsregel regelt ook de mogelijkheid voor het bevoegde gezag om na een periode van 2 jaar een procedure te starten waarbij (een deel van) de ontwikkelingsruimte wordt ingetrokken, indien de activiteit waarvoor de ontwikkelingsruimte is toegekend niet is gerealiseerd. Tot slot, bepaalt de beleidsregel dat voor de toedeling van ontwikkelingsruimte de volgorde van ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag geldt. Het is van belang dat u controleert of uw activiteit past binnen de hiervoor beschreven beleidsregel. Is dat niet het geval dan zal uw aanvraag in principe worden geweigerd. 6

7 Beleidsregels voor prioritaire activiteiten die onder het Haven Industrie Complex vallen De Provincie Zuid-Holland heeft voor activiteiten die onder het Haven Industrie Complex vallen een set beleidsregels opgesteld. De beleidsregels kunt u vinden op onze website Ook deze beleidsregels stellen een maximum hoeveelheid ontwikkelingsruimte van 3,0 mol stikstof/ha/jaar per PAS-programmaperiode per activiteit. Indien scheepvaartbewegingen deel uitmaken van de activiteiten, geldt daar een extra maximum voor van 7,0 mol/ha/jaar. Het totaal aan toe te delen ontwikkelingsruimte kan derhalve maximaal 10,0 mol/ha/jaar per PAS-programmaperiode zijn. Ook hier geldt dat het maximum aan toe te delen ontwikkelingsruimte per inrichting geldt. In deze beleidsregel is als extra voorwaarde gesteld dat toedeling van ontwikkelingsruimte alleen plaats vindt ten behoeve van activiteiten voor zover deze vanuit technisch en bedrijfseconomische perspectief realistisch zijn. Wij adviseren u om bij de voorbereiding van uw aanvraag hierover contact op te nemen met het Havenbedrijf Rotterdam. Het Havenbedrijf Rotterdam kan ons hierover desgevraagd tevens adviseren. De beleidsregel regelt ook de mogelijkheid voor het bevoegde gezag om op verschillende gronden de toegekende ontwikkelingsruimte in te trekken. Tot slot bepaalt de beleidsregel dat voor de toedeling van ontwikkelingsruimte de volgorde van ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag geldt. Het is van belang dat u controleert of uw aanvraag past binnen de voorwaarden van deze beleidsregel. Is dat niet het geval, dan zal uw aanvraag in principe worden geweigerd. Eerder verleende vergunningen Voor een juiste beoordeling van de aanvraag is het van belang om te weten of eerder een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998/Wet natuurbescherming is verleend. U dient dit besluit digitaal bij uw aanvraag te voegen. Vaststellen vergunning- of meldingsplicht U dient aan te geven waarvoor u een vergunning wenst aan te vragen. Dit onderscheid is van belang voor: de vraag of er sprake is van een vergunning- of meldingsplicht; de vraag welke berekeningen in AERIUS Calculator moeten worden gemaakt, en; welke bewijsstukken dienen te worden meegestuurd met de vergunningaanvraag of melding. Vastleggen bestaande/feitelijke situatie In deze situatie gaat het om het legaliseren van activiteiten die zonder toestemming op grond van de Wnb in het verleden zijn gerealiseerd. De emissies van deze activiteiten vonden al plaats vóór de aanvang van het programma aanpak stikstof en maken deel uit van de achtergronddepositie waarmee in het programma rekening is gehouden en die is beoordeeld in de passende beoordeling van het programma. Het gaat hier om de feitelijke stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt. 7

8 Bij de toestemmingverlening voor deze activiteiten kunnen wij verwijzen naar de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het programma. Voor deze activiteiten wordt geen ontwikkelingsruimte toegekend. Om de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie aan te kunnen tonen, mag worden uitgegaan van de hoeveelheid stikstofdepositie die in periode 2012 tot en met 2014 ten hoogste werd veroorzaakt voor zover die stikstofdepositie niet meer bedroeg dan de stikstofdepositie die mogelijk was overeenkomstig de omgevingsvergunning of een vergunning of melding op grond van de Wet milieubeheer (Wm) of Hinderwet geldend op 1 januari Als u gedurende genoemde periode 100 melkvee heeft gehouden, maar op grond van de Wm toestemming heeft voor legkippen, dan dient u te berekenen of de stikstofdepositie behorend bij 100 melkvee hoger of lager is dan de stikstofdepositie behorend bij de legkippen. Betreft de stikstofdepositie behorend bij de op basis van de Wm vergunde situatie lager dan de stikstofdepositie behorend bij de feitelijk situatie, dan mag u uitgaan van de op basis van de Wm toegestane maximale stikstofdepositie. In het voorbeeld betreft dit dan de stikstofdepositie behorend bij legkippen. Bewijsmiddelen Voor landbouw mogen de volgende bewijsmiddelen worden gebruikt: Gecombineerde jaaropgave (Meitellingen) met hoogste veebezetting in de periode ; en/of Bedrijfsregister (rundvee en schapen/geiten); en/of Veesaldokaarten; en/of Financiële boekhouding (grootboekrekeningen en jaarrekening); en/of Diertelgegevens op basis van artikel activiteitenbesluit met ondersteunende aan en afvoergegevens; en/of Aan- en verkoop nota s; en/of Controlerapporten/bezoekverslagen Omgevingsdienst, NVWA, SKAL, Cross Compliance, Nbwet handhaving (etc.); en/of Rapportages Meststoffenwet. De volgende documenten vloeien voort uit managementsystemen die gekoppeld zijn aan de Rijksoverheid ter voldoening aan de registratieverplichting: CRV rundveestaat (of mineraal/veesaldokaart); Koppel Informatie Systeem (K.I.P.)/ AVIned Stallijsten; POV (varkens); Varkenspost (varkens); RUMA diermanagement; Pig Manager; EGAM diermanagement (geiten); Andere diermanagement systemen, die na bevestiging van RVO gekoppeld zijn. Indien geen van de bovenstaande documenten overgelegd wordt en er is geen sprake van een controlerapport om de feitelijke situatie aan te tonen dan dient een formele accountantsverklaring van een AA of RA accountant overgelegd te worden. Dit geldt tevens voor de diertelgegevens op basis van artikel van het Activiteitenbesluit. 8

9 Zowel in de referentiesituatie als in de beoogde situatie kan de managementmaatregel Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar (PAS ) worden toegepast. Bij vergunningaanvragen waarbij in de uitgangssituatie is uitgegaan van een reductie door beweiden, wordt geen aanvullende onderbouwing gevraagd. Dit geldt ook voor opstallen. Voor situaties waarin bij het feitelijk gebruik wordt uitgegaan van opstallen of beweiding van minder dan 720 uur en in de beoogde situatie wordt uitgegaan van beweiden ten minste 720 uur, geldt een uitzondering. In dat geval dient met de gecombineerde opgave met de gegevens van het jaar dat als referentie wordt gebruikt worden aangetoond dat er ten minste 720 uur is beweid. In onderstaand schema zijn de verschillende situaties en de benodigde bewijsmiddelen overzichtelijke weergegeven. Referentie Gewenste situatie Bewijsmiddelen voor feitelijk gebruik Beweiden met PAS-maatregel Beweiden met PAS-maatregel Geen aanvullend bewijs nodig Opstallen Opstallen Geen aanvullend bewijs nodig Beweiden met PAS-maatregel Opstallen Geen aanvullend bewijs nodig Opstallen Beweiden met PAS-maatregel Aantonen dat er sprake is geweest van opstallen Voor industrie mogen de onderstaande bewijsmiddelen worden gebruikt. Voor de industrie wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen bedrijven die verplicht zijn een milieujaarverslag te maken en bedrijven die hiertoe niet verplicht zijn. Bedrijven die verplicht zijn een milieujaarverslag te maken. Veel bedrijven, waaronder bijvoorbeeld de procesindustrie, raffinaderijen en de elektriciteitscentrales dienen jaarlijks een milieujaarverslag op te stellen. Uit het milieujaarverslag kan rechtstreeks de stikstofemissie worden gehaald. Formeel heet dit het Integraal PRTR-verslag, en volgt deze verplichting uit de Europese PRTR-verordening. Uit de jaarverslagen over de periode 1 januari december 2014 kan dus worden afgeleid hoeveel stikstofdepositie in deze periode ten hoogste werd veroorzaakt. Voor zover uit deze jaarverslagen niet alle bronnen kunnen worden afgeleid, denk aan emissies van intern en extern transport, kan de stikstofemissie worden berekend aan de hand van bijvoorbeeld het aantal voertuigbewegingen en het daarbij behorende brandstofgebruik. Bedrijven die niet verplicht zijn om een milieujaarverslag te maken. Bedrijven die geen milieujaarverslag opstellen, kunnen aan de hand van de volgende gegevens de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie bepalen en aantonen: o Milieuverslag welke op basis van een voorschrift in de milieu-/omgevingsvergunning verplicht is. o Energiejaaropgave. Stikstofemissies zijn vrijwel altijd gerelateerd aan opwekking van energie in de vorm van elektriciteit, stoom, warmte of het gebruik van mobiele werktuigen. Bedrijven moeten jaarlijks over het energieverbruik rapporteren. Dat kan via deelname aan de Europese CO2-emissiehandel trade systeem (ETS) of deelname aan een van de twee energieconvenanten (MJA en MEE); en/of o Stookinstallaties; soms worden de stikstofemissies van de stookinstallaties gerapporteerd; is dat niet het geval dan kan deze berekend worden aan de hand van het brandstofverbruik; en/of 9

10 o o o o o o o Aantal voer- en werktuigen op het terrein van de inrichting; stikstofemissie kan worden berekend aan de hand van bijvoorbeeld het dieselverbruik; en/of Aantal schepen en voertuigen die de inrichting aandoen; en/of Vertaling vanuit geluidrapporten/vergunningaanvraag, en/of Vertaling aan de hand van de doorzet en/of omzet; en/of Boekhouding met accountantsverklaring Een reconstructie op basis van productiegegevens, procesactiviteiten, etc. Managementsystemen Uitbreiden/wijzigen bestaande (bedrijfssituatie) Voor de vaststelling of er sprake is van een vergunning-of meldingsplicht is het van belang om onderscheid te maken tussen de situatie dat er nog niet eerder een vergunning op grond van de Wnb is verleend of een melding onder de PAS ingediend en de situatie waarin dat wel het geval is. Er is nog niet eerder een vergunning op grond van de Wnb verleend en/of een melding onder de PAS ingediend In deze situatie dient voor de vaststelling van een eventuele vergunning- of meldingsplicht een berekening in Calculator te worden gemaakt van de totale stikstofdepositie in de beoogde situatie. Indien de omvang van de depositie in de beoogde situatie de grenswaarde overschrijdt, dient hiervoor een vergunningaanvraag bij het bevoegd gezag ingediend te worden. Wordt in de beoogde situatie de grenswaarde niet overschreden dan geldt de uitzondering op de vergunningplicht en geldt enkel voor de activiteiten die zijn opgenomen in de Regeling 2 een meldingsplicht. Voor de vergunningaanvraag dan wel melding dient een verschilberekening te worden gemaakt met behulp van AERIUS Calculator. Er is namelijk geen depositieruimte nodig voor de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie die in de periode 2012 tot en met 2014 ten hoogste werd veroorzaakt voor zover die stikstofdepositie niet meer bedroeg dan de stikstofdepositie die mogelijk was overeenkomstig de omgevingsvergunning of een vergunning of melding op grond van de Wet milieubeheer (Wm) of Hinderwet geldend op 1 januari Bij de melding of aanvraag om vergunning dienen twee berekeningen uit Calculator (beoogde situatie en een verschilberekening) én de gegevens waarop het feitelijk gebruik is gebaseerd te worden bijgevoegd. Er is vóór de PAS een Nbwet vergunning verleend voor de bestaande activiteit Indien de wijziging/uitbreiding past binnen de reeds verleende Nbwet vergunning en daardoor geen sprake is van een nieuwe activiteit, is geen vergunning nodig. Mocht de wijziging/uitbreiding niet passen binnen de verleende vergunning dan dient allereerst bepaald te worden wat het zelfstandige effect is van de activiteit. De berekende depositie hiervan (we noemen dit het projecteffect ) bepaalt of er sprake is van een vergunningplicht. Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt dit toegelicht: 2 Landbouw, industrie en infrastructuur; zie voor een volledige omschrijving artikel 2.7 van de Regeling. 10

11 Uitgangssituatie: Middels AERIUS Calculator wordt het projecteffect bepaald door het volgende in te voeren: Verklaring: Stal 1: Gelijk in beide situaties, geen wijziging, daarom niet meenemen. Stal 2: Krijgt een fysieke aanpassing (wat een effect heeft op de emissie van alle dieren) en moet daarom geheel meegenomen worden bij de berekening van het projecteffect. Stal 3: Stal krijgt andere veebezetting. De nog niet eerder vergunde dieren in de stal, namelijk 80 jongvee, worden meegenomen in het projecteffect. De overige 20 jongvee waren reeds vergund. De emissiekenmerken van deze 20 stuks jongvee veranderen niet, ze worden daarom niet meegenomen in het bepalen van het projecteffect. Stal 4: Nieuwe stal, daarom geheel meenemen als projecteffect. Indien de omvang van de depositie van de activiteit (het projecteffect) de grenswaarde overschrijdt, dient hiervoor een vergunningaanvraag bij het bevoegd gezag ingediend te worden. Wordt met de activiteit de grenswaarde niet overschreden, dan geldt de uitzondering op te vergunningplicht, en geldt enkel voor de activiteiten die zijn opgenomen in de Regeling een meldingsplicht. 11

12 Voor de vergunningaanvraag dan wel melding dient een verschilberekening te worden gemaakt met behulp van AERIUS Calculator. Er is namelijk geen depositieruimte nodig voor de reeds vergunde activiteit, en het kan zelfs zo zijn dat er ten opzichte van de vergunde activiteit sprake is van een gelijkblijvende of afname van depositie. In dat geval is geen ontwikkelingsruimte nodig. Bij de melding of de aanvraag om vergunning dienen de twee berekeningen uit AERIUS Calculator te worden gevoegd (berekening projecteffect én verschilberekening van beoogde situatie en de eerder verleende Nbwet vergunning), én de eerder verleende Nbwet vergunning te worden gevoegd. Er is een Wnb/Nbwet vergunning verleend onder de PAS Indien er reeds een vergunning is verleend onder de PAS dan is iedere toekomstige wijziging vergunningplichtig. Dit heeft te maken met de in artikel 2.12 Besluit natuurbescherming opgenomen cumulatiebepaling. Voor de vrijstelling van de vergunningplicht is vereist dat de stikstofdepositie van activiteiten in cumulatie met andere projecten en handelingen van dezelfde inrichting in de periode waarvoor het programma geldt onder de grenswaarde blijft. Wanneer een initiatiefnemer binnen bijvoorbeeld de 1e PAS periode een vergunning heeft gekregen voor een activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt die hoger is dan de grenswaarde, kan hij daarna binnen de 1e PAS periode voor de desbetreffende inrichting geen melding meer doen voor activiteiten, ook niet wanneer die activiteiten een stikstofdepositie veroorzaken die lager is dan of gelijk is aan de grenswaarde. In deze gevallen dient hiervoor altijd een vergunning te worden aangevraagd. Het feit dat de depositie gelijk blijft of afneemt, doet hieraan niet af. U dient met AERIUS Calculator een verschilberekening te maken tussen de Wnb/Nbwet vergunde situatie en de beoogde situatie om te bepalen of, en zo ja hoeveel, ontwikkelingsruimte nodig is. Er zijn een of meerdere meldingen onder de PAS gedaan Op basis van het effect van de activiteit (het projecteffect) dient bepaald te worden of er sprake is van een vergunningplicht. 3 Wanneer het effect van uw activiteit < 0,05 mol is, hoeft u niets te doen en bewaart u de berekening als bewijs dat er geen sprake is van een vergunningplicht en ook niet van een meldingsplicht. Indien het effect van uw activiteit, samen met de eerder in de betreffende PASperiode ingediende meldingen, groter of gelijk is aan de grenswaarde, dient voor de beoogde situatie een vergunningaanvraag bij het bevoegd gezag ingediend te worden. Wordt met de totale stikstofdepositie van de nieuw te melden activiteit en de eerder gemelde projecten of andere handelingen in de betreffende PAS-periode de grenswaarde niet overschreden dan geldt de uitzondering op de vergunningplicht en dient er een melding te worden ingediend 4. Om dit te bepalen dient een verschilberekening te worden gemaakt met behulp van AERIUS Calculator. De uitgangssituatie gebruikt voor de eerste melding (Nbwet vergund dan wel het feitelijk gebruik) dient vergeleken te worden met de beoogde situatie. Indien de depositie nog onder de grenswaarde blijft dan geldt de vrijstelling van de vergunningplicht en eventueel de meldingsplicht. Zo niet dan geldt voor de huidige activiteit een vergunningplicht. U dient dus in deze situatie verschillende berekeningen in AERIUS Calculator te maken. De eerste is een berekening van het effect van uw activiteit. Afhankelijk van de uitkomst dient ook een verschilberekening te worden gemaakt tussen de uitgangssituatie van de eerste melding en de beoogde situatie. 3 Het te berekenen projecteffect is gelijk aan het projecteffect dat berekend dient te worden als er reeds een Nbw/Wnbvergunning is verleend. 4 Voor de categorieën landbouw, industrie en infrastructuur; zie voor een volledige omschrijving artikel 2.7 van de Regeling. 12

13 Wanneer de activiteit melding- of vergunningplichtig is, dient er een verschilberekening te worden gemaakt tussen de laatst gemelde situatie en de beoogde situatie. Oprichting van een bedrijf of een andersoortige activiteit Afhankelijk van de omvang van de depositie van de beoogde situatie dient bepaald te worden of er sprake is van een vergunningplicht. Indien de omvang van de depositie van de beoogde situatie de grenswaarde overschrijdt, dient hiervoor een vergunningaanvraag bij het bevoegd gezag ingediend te worden. Wordt met de beoogde situatie de grenswaarde niet overschreden, dan geldt de uitzondering op de vergunningplicht, en geldt enkel voor de activiteiten die zijn opgenomen in de Regeling een meldingsplicht. Algemene invoergegevens Bij het invoeren van gegevens in AERIUS Calculator is de emissie van de betreffende activiteit het uitgangspunt. De emissiebronnen worden ingevoerd in AERIUS Calculator. Op basis hiervan wordt de stikstofdepositie bepaald. Het is dus van belang dat de invoerparameters duidelijk zijn; deze zijn namelijk van invloed op de wijze waarop stikstof zich verspreidt en dus ook op de hoeveelheid stikstofdepositie. Te denken valt aan de uitstoothoogte, de hoeveelheid bronnen op leefniveau, etc. U kunt met punt-, lijn- of vlakbron(nen) de locatie(s) van de emissiebron(nen) invoeren aan de hand van de X- en Y-coördinaten, of door de locatie in te tekenen op de kaart. Een puntbron geeft een emissie vanuit één centraal punt weer (geldt voor de meeste bedrijven). Een lijnbron staat voor een constante emissie over een bepaalde lengte, zoals bij een weg of een kanaal. Een vlakbron geeft een constante emissie over een gebied weer, zoals bij grondgebruik. De X- en Y coördinaten kunnen gebruikt worden voor puntbronnen, terwijl het intekenen van een bron met name voor lijn- en vlakbronnen handig is. Per emissiebron worden vervolgens diverse invulvelden weergegeven. Eerst dient de sector gekozen te worden (zie onderstaande afbeelding). Binnen de sector wordt vaak nog een keuze gegeven uit specifieke sectoren. 13

14 Binnen de specifieke sector moeten meestal verschillende kenmerken worden ingevoerd, het gaat dan bijvoorbeeld om uitstoothoogte, gebouwhoogte en warmte-inhoud (met behulp van de rekenoptie). Hier zijn vaak standaardwaarden ingevuld. Echter, voor een ontvankelijke aanvraag dienen de waarden ingevuld te worden die op de betreffende activiteit van toepassing zijn! Een praktische instructie, op basis waarvan onderbouwde keuzes voor de invoergegevens van AERIUS Calculator kunnen worden gemaakt, is te vinden op 5. Daarnaast dienen de emissies van NOx en NH3 ingevoerd te worden. Voor verkeer of stalsystemen worden om specifieke gegevens gevraagd, zoals categorieën van voertuigen of een RAV-code. AERIUS Calculator berekent in principe de depositie voor het huidige jaar (zichtjaar). Voor infrastructurele werken is het met name van belang om het zichtjaar aan te passen aan het jaar waarin de emissie plaats gaat vinden, omdat er voor de toekomstige jaren soms andere emissiefactoren voor verkeer zijn opgenomen in AERIUS Calculator. Door gebruik te maken van de help-functie in Calculator kunt u extra informatie krijgen betreffende de knoppen in Calculator. Via de handleiding van Calculator 6 wordt nader toegelicht hoe de bronnen ingevoerd moeten worden. Welke bronnen meenemen in de berekening? Om de depositiebijdrage van een activiteit te kunnen bepalen, moeten alle relevante emissiebronnen van een activiteit worden vastgesteld. Om de depositie van een activiteit te kunnen berekenen, zal beoordeeld moeten worden welke bronnen meegenomen worden en welke buiten beschouwing kunnen blijven. Onderstaande informatie is richtinggevend, per situatie kan de invoer van bronnen variëren. Bij twijfel of vragen neemt u contact op met de Omgevingsdienst Haaglanden, afdeling Toetsing en Vergunningverlening (vergunningen@odh.nl). h Onderstaand wordt aan de hand van de meest voorkomende sectoren landbouw, industrie en/of infrastructuur toegelicht welke emissiebronnen meegenomen moeten worden. Voor een robuuste onderbouwing van besluiten is het belangrijk dat de gemaakte keuzes transparant en goed onderbouwd zijn. Landbouw In Calculator kan voor de sector landbouw vervolgens een selectie worden gemaakt tussen de specifieke sectoren stalemissies, mestopslag, beweiding, mestaanwending of glastuinbouw. Bij een aanvraag die betrekking heeft op bijvoorbeeld een veehouderijbedrijf dienen puntbronnen ingevoerd te worden per emissiebron. Hierbij wordt het aantal gehouden dieren aan de hand van de RAVcode(s) via de stalemissies ingevoerd. Mestopslag en eventuele beweiding hoeft niet afzonderlijk in beeld gebracht te worden. Middels de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland zijn de activiteiten het weiden van vee en het op of in de bodem brengen van meststoffen uitgezonderd van de vergunningplicht op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming. Voor alle andere specifieke landbouwsectoren kan in AERIUS Calculator naast de bronkenmerken direct de emissie worden ingevoerd Zie 14

15 Industrie Voor de industrie onderscheidt AERIUS Calculator diverse specifieke sectoren (bijvoorbeeld energie, mobiele werktuigen en industrie). Vervolgens is het mogelijk om in de sector industrie te kiezen voor de een subsector zoals afvalverwerking of bouwmaterialen. Voor alle sectoren betreffen de relevante emissiebronnen voornamelijk de stookinstallaties, mobiele werktuigen en verkeersbewegingen op het terrein van de inrichting (zie ook verkeersaantrekkende werking). Infrastructuur In AERIUS Calculator kan het onderscheid worden gemaakt tussen rail-, lucht-, wegverkeer en scheepvaart. Voor infrastructurele projecten geldt dat de aanpassing van een tracé netwerkeffecten kan hebben in een gebied buiten het projecttracé. Dit betekent dat bij het bepalen van de depositiebijdrage van het project in beginsel ook de effecten van veranderingen in verkeersbewegingen op overige tracévakken worden meegenomen. De netwerkeffecten van infrastructurele projecten worden in kaart gebracht met een verkeersmodel. Vervolgens is het mogelijk om de resultaten hiervan weer in AERIUS Calculator te laden om de stikstofeffecten te berekenen. Verkeersaantrekkende werking van een inrichting Nieuwe of wijziging van activiteiten binnen een inrichting kunnen ook leiden tot extra verkeer en vervoer (wegverkeer, railverkeer, scheepvaart) van en naar de inrichting. Bij activiteiten met een dergelijke verkeersaantrekkende werking, moeten ook de emissies buiten de inrichting worden meegenomen (indirecte effecten). Daarbij spelen de volgende factoren een rol: de afstand van een emissiebron tot een N2000-gebied; de omvang van de emissies. Wanneer verkeer en vervoersbewegingen (over weg, water, spoor) van en naar de inrichting worden meegenomen als emissiebron, ligt de vraag voor of en tot hoever van de inrichting de effecten van wijzigingen in verkeer- en vervoerbewegingen worden meegenomen. Deze grens zal per project bepaald moeten worden en is afhankelijk van de project specifieke omstandigheden. 7 Een algemeen criterium is dat de gevolgen voor het milieu van dit verkeer niet meer aan de inrichting worden toegerekend wanneer dit verkeer kan worden geacht te zijn opgenomen in het heersende verkeersbeeld 8. Het berekenen van de depositie van de verkeersaantrekkende werking kan in AERIUS en hoeft niet middels een verkeersmodel. Voor zeescheepvaart wordt een afstand aangehouden van 60 km uit de kust. Het kan zijn dat het schip verschillende inrichtingen aandoet. Bij de berekening mag hiermee rekening worden gehouden (zgn hopfactor). Dit moet dan wel duidelijk worden toegelicht in de aanvraag om verwarring te voorkomen. 7 Met betrekking tot de berekeningen betreffende verkeersaantrekkende werking kan gebruik worden gemaakt van de kengetallen van kennisgroep CROW. 8 Verkeer kan worden geacht te zijn opgenomen in het heersend verkeersbeeld op het moment dat het aan- en afrijdende verkeer zich door zijn snelheid en rij- en stopgedrag nog niet dan wel niet meer onderscheidt van het overige verkeer dat zich op de betrokken weg kan bevinden. 15

16 Module 1B Overige effecten Algemeen Bij het invullen wordt vaak gevraagd om een korte beschrijving/samenvatting. Een uitgebreide omschrijving dient u op te nemen in de natuurtoets of-indien van toepassing- de passende beoordeling. Geef bij het invullen van de vragen duidelijk aan waar op welke plaats in de betreffende documenten het concrete antwoord op de gestelde vraag te vinden is. Toelichting beschrijving activiteit Ten opzichte van de basisgegevens (zie voorgaand) wordt hier een meer concrete beschrijving van de beoogde activiteit of het project gevraagd. Denk daarbij aan de duur, aard, werkwijze, tijdstip van de uitvoering en ligging ten opzichte van het Natura 2000-gebied of de Natura 2000-gebieden. Maak hierbij onderscheid tussen tijdelijke activiteiten (activiteiten tijdens de aanlegfase) en permanente activiteiten (tijdens exploitatiefase). Voor de beoordeling van de aanvraag is een kaart met de locatie van de activiteit en de ligging van de habitattypen en het voorkomen van habitatsoorten relevant. Hiervoor kunt u gebruik maken van de kaarten die bij het vastgestelde Natura 2000-Beheerplan behoren en/of de habitattypen zoals deze zijn opgenomen in Aerius Calculator. Voortzetting/wijziging/uitbreiding van een activiteit Met de voortzetting/wijziging/uitbreiding van een activiteit waarvoor eerder een vergunning in het kader van de Wnb of Wabo is verleend wordt bedoeld: - een verleende vergunning op grond van artikel 19d, eerste lid van de Natuurbeschermingswet 1998; - een verleende vergunning op grond van artikel 16, eerste lid van de Natuurbeschermingswet 1998; - een verleende vergunning op grond van artikel 2.7 tweede lid van de Wet Natuurbescherming (na 1/1/2017); - een verklaring van geen bedenkingen op grond van artikel 46b juncto artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - een verklaring van geen bedenkingen op grond van artikel 47b juncto artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. - Activiteiten waarvoor de overgangsbepaling van artikel 9.4 Wnb van toepassing is. Aard van de activiteit Het onderscheid waarnaar in deze vraag wordt verzocht is van belang voor de vraag welk toetsingskader van toepassing is. Voor andere handelingen en maatregelen die verband houden met of nodig zijn voor het beheer van het Natura 2000-gebied is namelijk geen passende beoordeling noodzakelijk (zie toelichting effecten). Als het gaat om maatregelen die verband houden met of nodig zijn voor het beheer van het Natura 2000-gebied, dient u na te gaan of deze maatregelen zijn opgenomen in een vastgesteld beheerplan. Als (een deel van) deze maatregelen vrijgesteld zijn van de vergunningplicht, dient u dat te vermelden en aan te geven dat u voor deze maatregelen geen aanvraag indient. 16

17 Toelichting effecten Bij de beoordeling van effecten van een gevraagde activiteit kan soms volstaan worden met een natuurtoets, maar het kan zijn dat er ook een passende beoordeling moet worden opgesteld. De keuze welke toets (natuurtoets of passende beoordeling 9 ) bij een vergunningaanvraag moet worden ingediend is allereerst afhankelijk van de vraag of het gaat om een project of andere handelingen of om maatregelen die verband houden met of nodig zijn voor het beheer van het Natura 2000 gebied. Voor andere handelingen en genoemde maatregelen is artikel 2.8 niet van toepassing (m.u.v. het 9 e lid voor andere handelingen) en kan worden volstaan met een natuurtoets. Of voor projecten kan worden volstaan met een natuurtoets of dat een passende beoordeling moet worden opgesteld, hangt af van de effecten. Indien het gaat om een project dat afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significant negatieve gevolgen (cumulatie) kan hebben dient een passende beoordeling te worden opgesteld. Uit de passende beoordeling dient de zekerheid te worden verkregen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. Nadere toelichting begrippen project en andere handeling In de Wnb is voor de begrippen project en andere handeling geen definitie opgenomen. De begrippen zijn wel nader ingevuld door jurisprudentie. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State baseert zich in haar uitspraken op de uitleg van het Hof van Justitie. Project Blijkens jurisprudentie van het Europese Hof dient voor het begrip project in de zin van artikel 6, derde lid, Habitatrichtlijn, aansluiting te worden gezocht bij de mer-richtlijn. In artikel 1, tweede lid, van de mer-richtlijn is het begrip project gedefinieerd als de uitvoering van bouwwerken of de totstandbrenging van andere installaties of werken, of andere ingrepen in natuurlijk milieu of landschap, inclusief de ingrepen voor de ontginning van bodemschatten. Volgens het Europese Hof volgt daaruit dat met een project materiële werken of ingrepen worden bedoeld. Het Hof oordeelde dat er sprake is van een project voor zover er sprake is van een materieel werk van een activiteit die ter plaatse onmiddellijk reële fysieke veranderingen meebrengt, of van werken of ingrepen die de materiële toestand van de plaats veranderen. 10 Samengevat kan een activiteit als project worden aangemerkt als er sprake is van de uitvoering van bouwwerken of de totstandbrenging van andere installaties of (materiële) werken en andere (materiële) ingrepen in het natuurlijke milieu of landschap. Andere handeling Bij andere handelingen gaat het in principe om feitelijke handelingen. In de (weinige) jurisprudentie wordt het begrip andere handeling vaak afgezet tegen het begrip project. In dat kader verwijst de Afdeling bestuursrechtspraak naar het feit dat er geen fysieke ingreep in het natuurlijk milieu of landschap plaatsvindt, zodat geen sprake is van een project maar een andere handeling. 9 Vereiste van een passende beoordeling is geregeld in artikel Zie onder andere arresten Kokkelvisserijzaak (HvJ EG, 7 september 2004, C-127/02), Stadt Papenburg (HvJ EG 14 januari 2010, C-226/08), Brussels Hoofdstedelijk Gewest e.a. (HvJ, 17 maart 2011, C-275/09) 17

18 Overzicht en beoordeling van effecten U wordt gevraagd om een uitgebreide beschrijving te geven van mogelijke effecten die kunnen optreden als gevolg van de aangevraagde activiteit. Vervolgens dient u deze effecten te beoordelen en aan te geven of uw activiteit, gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het gebied, de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Bepaling significantie Indien er sprake is van een project en er uit de effectbeoordeling volgt dat er sprake is van mogelijke significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied, dient u een passende beoordeling op te stellen. Oppervlakteverlies kwalificerende habitattypen In de praktijk komt het regelmatig voor dat ten gevolge van fysieke ingrepen in Natura 2000-gebied, oppervlakteverlies van kwalificerende habitattypen kan optreden. De vraag die zich hierbij voordoet is wanneer een oppervlakteverlies significant is. In zijn algemeenheid geldt dat het toestaan van permanente afname van oppervlakte van kwalificerende habitattypen niet past bij de algemene doelen die voor de meeste Natura gebieden zijn gesteld ten aanzien van het behoud van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied, inclusief de samenhang van de structuur en functies van de habitattypen en van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Structurele permanente afname van oppervlakte habitattypen doet hier te veel afbreuk aan. Dit betekent dat als er als gevolg van een ingreep sprake is van een permanente afname van een kwalificerend habitattype, de initiatiefnemer dient na te gaan of de ingreep anderszins kan plaatsvinden op locaties waar geen (potentieel 11 ) kwalificerend habitat aanwezig is. De praktijk leert dat wijziging van locatie vaak wel mogelijk is. Pas wanneer er geen alternatieve locaties mogelijk zijn, dient te worden bezien in hoeverre de afname van kwalificerend habitat vergund kan worden. Oppervlakteverlies van kwalificerende habitattypen kan een gevolg zijn van de volgende ingrepen/activiteiten: a. Maatregelen die verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura gebied; b. Ingrepen die verband houden met bijvoorbeeld onderhoud aan kabels en leidingen, waterwinputten etc; c. Ingrepen die nodig zijn in verband met veiligheid, denk aan kustversterking of verbreding van een strandopgang; d. Ingrepen die op korte termijn tot een afname of kwaliteitsverlies leiden, maar uiteindelijk gunstig zijn voor de natuur, denk bijvoorbeeld aan de ontmanteling van een bunkercomplex; e. Recreatieve ingrepen zoals de aanleg van een ruiter- of fietspad of verbreding van bestaande paden; f. Grootschalige ingrepen zoals de aanleg van een golfbaan. Voor de maatregelen genoemd onder a. is wettelijk bepaald 12 dat hiervoor geen passende beoordeling hoeft te worden opgesteld. Dit betekent dat aan de beoordeling of deze maatregelen 11 Potentieel kan een zoekgebied (zie uitleg toelichting) zijn of een locatie waar een uitbreidingsopgave wordt gerealiseerd 12 Artikel 2.7, derde lid, onder a Wnb. 18

19 leiden tot significante gevolgen niet wordt toegekomen. De meeste van deze maatregelen zijn overigens vergunningvrij gesteld in beheerplannen. Als dat niet het geval is en de maatregelen leiden tot oppervlakteverlies, dan kan volstaan worden met een natuurtoets, waarin onderbouwd wordt dat het oppervlakteverlies, gelet op het halen van de instandhoudingsdoelstellingen, geen probleem is. Een natuurtoets is minder vergaand dan een passende beoordeling. Voor de onder b tot en met f genoemde ingrepen is de vraag of het oppervlakteverlies leidt tot significante gevolgen wel relevant. 13 Adviesbureaus passen vaak een oppervlaktenorm toe en oordelen zonder een ecologische onderbouwing dat een afname < oppervlaktenorm niet significant is. Hierbij wordt verwezen naar de Leidraad bepaling Significantie. 14 De oppervlaktenorm komt uit het Methodiekdocument kartering habitattypen Natura 2000, versie 19 september In dit document wordt aangegeven dat pas sprake kan zijn van een habitattype, als voldaan wordt aan een minimumoppervlakte. De standaard minimumoppervlakte is 100m 2 (= 1 are). Voor H6110 (Pionierbegroeiingen op rotsbodem) en H7220 (Kalktufbronnen) geldt echter 10m 2 (= 0,1 are) en voor bos-habitattypen (H2180, H9110 t/m H 01F0) geldt 1.000m 2 (= 0,1 hectare) als minimum kwalificerend oppervlak. 15 Begrip significantie Het begrip significantie is niet nader uitgelegd in de Habitatrichtlijn of in de Wet natuurbescherming. Om toch een handvat te bieden voor vergunningverleners en opstellers van beheerplannen, is in 2009 de Leidraad Bepaling Significantie door EZ opgesteld. Hierin wordt het volgende aangegeven: Uitgangspunt voor de beoordeling of menselijk handelen significante gevolgen kan hebben, is of de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000 gebied gehaald zal worden. Indien als gevolg van een ingreep de toekomstige oppervlakte habitat (..) dan wel de kwaliteit van een habitat lager zal worden dan de instandhoudingsdoelstelling, dan kan sprake zijn van significante gevolgen. Dat kan in ieder geval anders liggen indien: - de afname minder dan de minimum oppervlakte van het habitattype is, er is dan per definitie geen sprake van een meetbare afname; - wanneer het effect opgevangen kan worden in de natuurlijke fluctuaties, door de veerkracht van het gebied; - in geval van specifieke bijzonderheden en milieukenmerken. Voorts wordt in de Leidraad het volgende aangegeven: Daarnaast moeten de kwantitatieve instandhoudingsdoelstellingen niet als een absolute norm worden gezien, waarvan nooit kan worden afgeweken. Indien een activiteit tot gevolg heeft dat het na te streven aantal van een soort afneemt, vormt dit weliswaar een belangrijke graadmeter voor het al dan niet significant zijn van de effecten van die activiteit. Echter, de specifieke kenmerken van de activiteit, dan wel de specifieke omstandigheden van het gebied kunnen maken dat ondanks de afname toch geen sprake is van mogelijke significante gevolgen. Maatwerk op gebiedsniveau kan dus tot een andere conclusie leiden, hetgeen in de leidraad wordt beschreven. Het beheerplan wordt hierbij als het instrument gezien om voor het betreffende gebied per habitat, dan wel soort inzichtelijk 13 Tenzij de activiteit in een vastgesteld beheerplan is vrijgesteld is van de vergunningplicht 14 Leidraad bepaling significantie Nadere uitleg van het begrip significante gevolgen uit de Natuurbeschermingswet, Steunpunt Natura 2000, 7 juli Deze normen zijn opgenomen in de Leeswijzer Natura 2000 profielen

20 te maken wanneer sprake is van (mogelijke) significante gevolgen. In de beheerplannen vindt namelijk de uitwerking van de instandhoudingsdoelstellingen in omvang, ruimte en tijd plaats, waarmee de (ecologische) bedoeling van die instandhoudingsdoelstellingen goed geduid en geconcretiseerd kan worden 16. Op pagina 7 van de leidraad wordt verwezen naar het interpretatiedocument van de Europese Commissie 17 waarin het volgende staat: Europese interpretatie De Europese Commissie heeft in een interpretatiedocument het begrip significante gevolgen als volgt omschreven: Wat als een significant gevolg moet worden aangemerkt, is geen kwestie van willekeur. Ten eerste wordt de term in de richtlijn als een objectief begrip gehanteerd (d.w.z. dat de term niet op zodanige wijze wordt gekwalificeerd dat hij op een arbitraire wijze kan worden geïnterpreteerd). Ten tweede is een consequente interpretatie van significant noodzakelijk om te garanderen dat Natura 2000 als een coherent netwerk functioneert. Hoewel er duidelijk behoefte is aan een objectieve interpretatie van de term significant, betekent deze objectiviteit natuurlijk geenszins dat geen rekening moet worden gehouden met de specifieke bijzonderheden en milieukenmerken van het beschermde gebied waarop het plan of project betrekking heeft. In dit verband kunnen de instandhoudingsdoelstellingen voor een gebied alsmede achtergrondgegevens en gegevens over de vroegere toestand, zeer nuttig zijn voor een precieze omschrijving van de meest delicate punten in verband met natuurbehoud. Een deel van deze informatie is vervat in de gegevens die bij het selectieproces overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 92/43/EEG worden gebruikt (zie punt 4.5.3). Ook beschikken de lidstaten soms over gedetailleerde beheersplannen ter instandhouding van een gebied, waarin de verschillen qua kwetsbaarheid tussen de diverse delen van een gebied worden beschreven. Een en ander maakt duidelijk dat wat in één gebied significant is, het niet per se hoeft te zijn in een ander (zie bijlage I, punt 84). Aan het begrip significant moet een objectieve inhoud worden gegeven. Tegelijk moet de significantie van effecten worden vastgesteld in het licht van de specifieke bijzonderheden en milieukenmerken van het beschermde gebied waarop een plan of project betrekking heeft, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied. Het verlies van 100 m 2 habitat kan significant zijn in het geval van een kleine standplaats van zeldzame orchideeën, maar onbeduidend in het geval van een uitgestrekt steppegebied. Deze interpretatie is bevestigd door de uitspraak over kokkelvisserij van het Europese Hof van Justitie (zaak C-127/02, punt 48 van het arrest d.d. 7 september 2004), waarin is gesteld dat een plan of project dat de instandhoudingsdoelstellingen van het betrokken gebied in gevaar dreigt te brengen, noodzakelijkerwijs moet worden beschouwd als een plan of project dat significante gevolgen kan hebben voor het betrokken gebied. In het kader van de inschatting van de effecten die dit plan of project kan hebben, moet de significantie van die gevolgen met name worden beoordeeld in het licht van de specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied waarop het plan of project betrekking heeft. Wat onder verslechtering van een habitat of een verstoring van een soort moet worden verstaan, is in het interpretatiedocument nader uitgewerkt: Verslechtering van de kwaliteit van een habitat treedt op wanneer in een bepaald gebied de door dit habitat ingenomen oppervlakte afneemt of wanneer het met de specifieke structuur en functies die voor de instandhouding van het habitat op lange termijn noodzakelijk zijn, dan wel met de staat van instandhouding van de met dit habitat geassocieerde typische soorten, in dalende lijn gaat in vergelijking met de begintoestand. Deze evaluatie geschiedt in het licht van de bijdrage van het gebied tot de coherentie van het netwerk. Bij de beantwoording van de vraag of er mogelijk sprake is van significante effecten, moet dus getoetst worden aan deze drie aspecten. Daarmee is nog niet gezegd dat elke verslechtering van één van deze drie aspecten ook per definitie een significant effect is. (..) Uit de leidraad en de interpretatie van de Europese commissie kan dus worden afgeleid dat voor de bepaling van de significantie weliswaar de oppervlakte norm kan worden gehanteerd maar dat daarbij moet worden gekeken naar: a. de specifieke omstandigheden van het gebied, b. de instandhoudingsdoelstellingen en c. wat daarover is opgenomen is in het beheerplan. 16 Indien de gegevens waarop het beheerplan gebaseerd is, niet meer actueel zijn, is het zaak de meest actuele telgegevens en trendanalyses, voor zover beschikbaar, in de significantiebepaling te betrekken, zie ABRvS /1/R2 (oktober 2010). 17 Europese Commissie, 2000: Beheer van Natura 2000"-gebieden. De bepalingen van artikel 6 van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG). 20

Toelichting aanvraagformulier

Toelichting aanvraagformulier FORMULIER Toelichting aanvraagformulier 1. Algemeen Geef een beschrijving van de beoogde activiteit. Denk daarbij aan dieraantallen, huisvesting, bouw nieuwe stal, ligging ten opzichte van relevante PAS-gebieden.

Nadere informatie

Toelichting module aanvraag Programmatische aanpak stikstof (PAS)

Toelichting module aanvraag Programmatische aanpak stikstof (PAS) Toelichting module aanvraag Programmatische aanpak stikstof (PAS) 1 Toelichting activiteit Geef een beschrijving van de beoogde activiteit. Denk daarbij aan dieraantallen, huisvesting, bouw nieuwe stal,

Nadere informatie

Let op: u dient ook altijd de basismodule in te vullen als onderdeel van uw aanvraag.

Let op: u dient ook altijd de basismodule in te vullen als onderdeel van uw aanvraag. Dit formulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom www.zeeland.nl FORMULIER Postadres Postbus 6001 4330 LA Middelburg E provincie@zeeland.nl

Nadere informatie

TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb

TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER Wnb Inhoudsopgave Inleiding... 3 Basisgegevens... 4 Contactgegevens... 4 Activiteiten... 4 Bijlagen... 4 Samenhangende besluiten... 5 Verbodsbepalingen... 5 Module 1 Gebiedsbescherming...

Nadere informatie

Het formulier bestaat uit enkele in te vullen modules met bijbehorende toelichtingen. Hieronder volgen de toelichtingen per module.

Het formulier bestaat uit enkele in te vullen modules met bijbehorende toelichtingen. Hieronder volgen de toelichtingen per module. Toelichtingen bij dit aanvraagformulier Het formulier bestaat uit enkele in te vullen modules met bijbehorende toelichtingen. Hieronder volgen de toelichtingen per module. Toelichting basismodule aanvraag

Nadere informatie

Aanvraag vergunning. Onderdeel Programmatische Aanpak Stikstof. Wet Natuurbescherming (Wnb)

Aanvraag vergunning. Onderdeel Programmatische Aanpak Stikstof. Wet Natuurbescherming (Wnb) Wet Natuurbescherming (Wnb) Aanvraag vergunning Onderdeel Programmatische Aanpak Stikstof Met dit formulier kunt u een vergunning op grond van de Wet Natuurbescherming aanvragen voor een activiteit die

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb) 1 Assen, 23 januari 2017 Ons kenmerk 201601734-00675610 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb) Vergunninghouder

Nadere informatie

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule Dit formulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom www.zeeland.nl FORMULIER Postadres Postbus 6001 4330 LA Middelburg E provincie@zeeland.nl

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 28 november 2017 Ons kenmerk 201700845-00726807 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder Bedrijfslocatie

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 25 maart 2019 Ons kenmerk 201802064-00810929 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 4 december 2018 Ons kenmerk 201801535-00789811 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 28 november 2017 Ons kenmerk 201701823-00726559 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 25 april 2017 Ons kenmerk 201602886-00691398 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder Bedrijfslocatie

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen(@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00519040 ODH-2018-00091953 2

Nadere informatie

Significantiebepaling oppervlakteverlies habitattypen

Significantiebepaling oppervlakteverlies habitattypen Significantiebepaling oppervlakteverlies habitattypen Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 218 9900 E info@odh.nl I www.odh.nl In de praktijk

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 28 januari 2019 Ons kenmerk 201802658-00799536 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 30 oktober 2018 Ons kenmerk 201801916-00783333 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 5 november 2018 Ons kenmerk 201802306-00785497 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

verzonden o 7 mir 2019

verzonden o 7 mir 2019 R JT Uitvoeringsdienst oord-holland Noord verzonden o 7 mir 2019 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft Zaaknummer Vergunninghouder Locatie Wnb ontwerpbesluit PAS RUD.272355 A.G.J.

Nadere informatie

Handreiking PAS voor aanvragers

Handreiking PAS voor aanvragers Handreiking PAS voor aanvragers Lelystad, 23 december 2015 Versie 2 1 2 Hoofdstuk 1 Inleiding...4 1.1 Wat is het probleem?...4 1.2 Wat is de oplossing?...4 1.3 Wat zijn de spelregels?...4 1.4 Hoe werkt

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00523826 ODH-2018-00120318 -

Nadere informatie

Aanvraagformulier vergunning Wet natuurbescherming Bescherming van Natura 2000

Aanvraagformulier vergunning Wet natuurbescherming Bescherming van Natura 2000 Aanvraagformulier vergunning Wet natuurbescherming Bescherming van Natura 2000 Kruis aan wat voor uw aanvraag van toepassing is (meerdere opties mogelijk): Is er ontwikkelingsruimte 1 in relatie tot stikstofdepositie

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 23 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011003 - gemeente Apeldoorn Activiteit

Nadere informatie

VERZONDEN 0 3 ONT. 2017

VERZONDEN 0 3 ONT. 2017 Uitvoeringsdienst oord-holland Noord Archief ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND VERZONDEN 0 3 ONT. 2017 Betreft Zaaknummer Vergunninghouder Locatie Wnb ontwerpbesluit PAS RUD17.217236

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp Artikel Activiteit : Ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998-588927 - gemeente

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOUAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOUAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Uitvoeringsdienst ord-holland Noord Archief VERZONDEN 0 3 MEI 2018 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOUAND Betreft : Ontwerp weigeringsbesluit Wnb/PAS Zaaknummer : RUD.242129 Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND I Regionale Uitvoeringsdienst Wf o ord-holland Noord Archief VERZONDEN 19 SEP. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17. 221462

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

IE lil! Uil

IE lil! Uil Gemeente Nieuwkoop T.a.v. de heer R. van Heeringen Postbus 1 2460 AA TER AAR IE lil! Uil 15. 2293 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND amfjifai P Uitvoeringsdienst rb ord-holland Noord VERZONDEN O 5 OKI. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17.218600 Vergunninghouder

Nadere informatie

BELEIDSREGEL TOEDELING ONTWIKKELINGSRUIMTE PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF ZUID-HOLLAND 2015 SEGMENT 2

BELEIDSREGEL TOEDELING ONTWIKKELINGSRUIMTE PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF ZUID-HOLLAND 2015 SEGMENT 2 BELEIDSREGEL TOEDELING ONTWIKKELINGSRUIMTE PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF ZUID-HOLLAND 2015 SEGMENT 2 Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van PM tot vaststelling van de beleidsregel toedeling

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 13 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-011132 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19kh Datum besluit : 14 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-004730 - gemeente Bronckhorst Activiteit

Nadere informatie

overheden als omgevingsloket

overheden als omgevingsloket overheden als omgevingsloket Opening Mari Carmen Oudendijk Dagvoorzitter PAS informatiedagen 2 Opening Het doel van de PAS informatiedagen Per dag twee sessies Interactie met WhatsApp Informatiemarkt 3

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 4 februari 2019 Ons kenmerk 201701071-00800456 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder Bedrijfslocatie

Nadere informatie

VERZONDEN 18 OKI. 2017

VERZONDEN 18 OKI. 2017 ionale Uitvoeringsdienst ^oord-holland Noord VERZONDEN 18 OKI. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17.220616 Vergunninghouder

Nadere informatie

PAS IN DE PRAKTIJK VVM en Commissie MER. Nb-vergunningverlening. 23 november 2015 mr. Franca Damen

PAS IN DE PRAKTIJK VVM en Commissie MER. Nb-vergunningverlening. 23 november 2015 mr. Franca Damen PAS IN DE PRAKTIJK VVM en Commissie MER Nb-vergunningverlening 23 november 2015 mr. Franca Damen Doelstellingen PAS 1. ruimte voor economische ontwikkelingen 2. sterkere natuur 3. minder stikstof Kern

Nadere informatie

Beantwoording vragen tijdens voorlichtingsbijeenkomst van 23 juni j.l.

Beantwoording vragen tijdens voorlichtingsbijeenkomst van 23 juni j.l. Beantwoording vragen tijdens voorlichtingsbijeenkomst van 23 juni j.l. FEITELIJKE SITUATIE 1. Waar gaat de provincie bij meitellingen van uit, van dieraantallen of kilogrammen? En houdt men dit strikt

Nadere informatie

VERZONDEN 19 SEP. 2017

VERZONDEN 19 SEP. 2017 R Jitvoeringsdienst rd-holland Noord VERZONDEN 19 SEP. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HQLLAND Betreft Zaaknummer Vergunninghouder Locatie Wnb ontwerpbesluit PAS RUD17.221849 Gemeente

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND ia Uitvoeringsdienst oord-holland Noord ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17.223005 Vergunninghouder : Botman Steen, t.a.v. dhr.

Nadere informatie

VERZONDEN 0 2 JOU 2018

VERZONDEN 0 2 JOU 2018 R ^ Uitvoeringsdienst oord-holland Noord VERZONDEN 0 2 JOU 2018 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft Zaaknummer Vergunninghouder Locatie Wnb ontwerpbesluit PAS RUD. 242830 Klaverschaap

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00465211 ODH-2017-00009460 2 7 FEB. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 1.13, artikel 2.7 lid 2 en 3 en artikel 2.8 lid 3 en 9 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 4 februari 2016 Zaaknr. : 584698 Verzonden : 5 februari 2016 BESLUIT VERLENEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND rud Uitvoeringsdienst "oord-holland Noord Archief VERZONDEN 15 JAN. 2018 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17. 207004 Vergunninghouder

Nadere informatie

overheden als initiatiefnemer

overheden als initiatiefnemer overheden als initiatiefnemer Opening Mari Carmen Oudendijk Dagvoorzitter PAS informatiedagen 2 Opening Het doel van de PAS informatiedagen Per dag twee sessies Interactie met WhatsApp Informatiemarkt

Nadere informatie

BESLUIT VERLENEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN

BESLUIT VERLENEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN BESLUIT VERLENEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN Artikel 19d en 19e Datum besluit : XXXX Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-583493 - gemeente Eemsmond Activiteit :

Nadere informatie

De heer J. van der Weerd Hoge Brink AN ZALK. Onderwerp: Weigering aanvraag Natuurbeschermingswet. Geachte heer Van der Weerd,

De heer J. van der Weerd Hoge Brink AN ZALK. Onderwerp: Weigering aanvraag Natuurbeschermingswet. Geachte heer Van der Weerd, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl De heer J. van der Weerd Hoge Brink 9 8276 AN ZALK KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april Postbus 55 8200 AB Lelystad Maatschap BIDDINGHUIZEN Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Nadere informatie

NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-009699 - gemeente Rheden Activiteit : het

Nadere informatie

l. de aangevraagde vergunning op grond van art kel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 te verlenen;

l. de aangevraagde vergunning op grond van art kel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 te verlenen; A.D. Mourik-De Fockert V.O.F T.a.v. de heer A.D. Mourik Brandwijksedijk 9 2974 LB BRANDWIJK omgevingsd enst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postedres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)

Nadere informatie

ONTWERPBFSI HIT VAN GFDEPLJTEERDE STATFN VflM NOORD-HO LAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

ONTWERPBFSI HIT VAN GFDEPLJTEERDE STATFN VflM NOORD-HO LAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND rud Uitvoeringsdienst roord-holland Noord Archief VERZONDEN 19 DEC. 2017 ONTWERPBFSI HIT VAN GFDEPLJTEERDE STATFN VflM NOORD-HO LAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17.231458 Vergunninghouder

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00533701 ODH-2019-00015111 2 5 FEB. 2019 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandpleln 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

VERZONDEN 1 4 SEP. 2017

VERZONDEN 1 4 SEP. 2017 Regiona JT Uitvoeringsdienst oord-holland Noord VERZONDEN 1 4 SEP. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb ontwerpbesluit PAS Zaaknummer : RUD17. 219695 Vergunninghouder

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOII ANn

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOII ANn Uitvoeringsdienst oord-holland Noord Archief VERZONDEN 2 0 OKT. 2017 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOII ANn Betreft Zaaknummer Vergunninghouder Locatie Wnb ontwerpbesluit PAS RUD17.

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 15 mei 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming - 2016-008022 - gemeente Harderwijk

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19kh Datum besluit : 1 december 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009766 - gemeente Apeldoorn Activiteit

Nadere informatie

A. BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- HOLLAND

A. BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- HOLLAND rud Uitvoeringsdienst "oord-holland Noord Archief ^RZONDEN 2 9 NOV. 2017 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb definitief besluit PAS Zaaknummer : RUD17.217236 Vergunninghouder

Nadere informatie

agrariërs & adviseurs

agrariërs & adviseurs agrariërs & adviseurs Opening Mari Carmen Oudendijk Dagvoorzitter PAS informatiedagen 2 Opening Het doel van de PAS informatiedagen Per dag twee sessies Interactie met WhatsApp Informatiemarkt 3 Programma

Nadere informatie

Formulier voor aanvraag vergunning Wet natuurbescherming Onderdeel: Natura 2000-gebieden (hoofdstuk 2 Wnb)

Formulier voor aanvraag vergunning Wet natuurbescherming Onderdeel: Natura 2000-gebieden (hoofdstuk 2 Wnb) Formulier voor aanvraag vergunning Wet natuurbescherming Onderdeel: Natura 2000-gebieden (hoofdstuk 2 Wnb) Het formulier heeft betrekking op het verzoek Wet natuurbescherming, Natura 2000-gebieden (Hoofdstuk

Nadere informatie

Transitie naar Wet natuurbescherming Platform Natuur in de Gemeente - sessie Marieke Kaajan

Transitie naar Wet natuurbescherming Platform Natuur in de Gemeente - sessie Marieke Kaajan Transitie naar Wet natuurbescherming Platform Natuur in de Gemeente - sessie Marieke Kaajan Inleiding 1. Gebiedsbescherming: vergunningplicht en uitzonderingen; 2. Soortenbescherming: ontheffingsplicht

Nadere informatie

PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet Wim Hage Provincie Zeeland

PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet Wim Hage Provincie Zeeland PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet 1998. Wim Hage Provincie Zeeland 10 juni 2016 Aanleiding PAS Antwoord op de vastgelopen vergunningverlening. De Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00540590 ODH-2019-00043659 1 1 APR. 2019 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Module 1B Gebiedsbescherming: Overige effecten (anders dan stikstof)

Module 1B Gebiedsbescherming: Overige effecten (anders dan stikstof) Dit formulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom www.zeeland.nl. FORMULIER Postadres Postbus 6001 4330 LA Middelburg E provincie@zeeland.nl

Nadere informatie

Actualiteitendag agrarisch recht natuurbescherming. 12 januari 2018 Franca Damen

Actualiteitendag agrarisch recht natuurbescherming. 12 januari 2018 Franca Damen Actualiteitendag agrarisch recht natuurbescherming 12 januari 2018 Franca Damen 1 Terugblik 2017 Enkele relevante ontwikkelingen van afgelopen jaar: 1 januari 2017 inwerkingtreding Wet natuurbescherming

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

MEMO. Stikstofberekening bestemmingsplan t Zand Noord, fase 1 blz. 1. Project : Bestemmingsplan t Zand Noord, fase 1. Opdrachtgever : Interra

MEMO. Stikstofberekening bestemmingsplan t Zand Noord, fase 1 blz. 1. Project : Bestemmingsplan t Zand Noord, fase 1. Opdrachtgever : Interra MEMO Van : ing. D.R. Boer Project : Bestemmingsplan t Zand Noord, fase 1 Opdrachtgever : Interra Datum : 31 mei 2017 Aan : J. van der Velde Betreft : Stikstofberekening Bestemmingsplan t Zand Noord, fase

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Maatschap H. van der Kolk De heer H. van der Kolk Keursweg 8 7627 LE BORNERBROEK

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

Bijlage 1. AERIUS verschilberekening van 24 april 2017 met kenmerk S4ca1 pkjggdd (ODH )

Bijlage 1. AERIUS verschilberekening van 24 april 2017 met kenmerk S4ca1 pkjggdd (ODH ) Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00485259 ODH-2017-00075434 2 4 JULI 2017 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Hans Voermans Klusservice V.O.F.

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Hans Voermans Klusservice V.O.F. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 Hans Voermans Klusservice V.O.F. te Vortum- Mullem Zaaknummer: 2016-600315 Kenmerk: 2016/81059 d.d.

Nadere informatie

VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS

VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS Viviane Ampt, PAS-bureau ondersteuning alle bevoegd gezagen over de PAS http://pas.bij12.nl/content/helpdesk Twitter met ons mee! #BIJ12 #VNG #PAS #stikstof Stikstofemissie

Nadere informatie

Betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2)

Betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) BELEIDSREGEL TOEDELING ONTWIKKELINGSRUIMTE STIKSTOF IN ZEELAND 2015 Betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) voortkomend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)

Nadere informatie

A. BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- HOLLAND

A. BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- HOLLAND Uitvoeringsdienst ord-holland Noord Archief VERZONDEN 2 4 MEI 2018 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Wnb definitief besluit PAS Zaaknummer : RUD.235715 Vergunninghouder : Loders

Nadere informatie

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Melkveebedrijf Bijkerk De heer T. Bijkerk Kooiweg 6 8355 VD GIETHOORN KvK 51048329

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet 1998

Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Invulinstructies Vul het formulier volledig in en verstrek alle gegevens in de Nederlandse taal en stuur het naar: natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl.

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT WET NATUURBESCHERMING

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT WET NATUURBESCHERMING GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT WET NATUURBESCHERMING Datum besluit :26 maart 2019 Onderwerp Artikel Activiteit Verlenen/weigeren Aanvrager : Aanvraag vergunning : 2.7 lid 2 en 2.8

Nadere informatie

Leges U bent voor het in behandeling nemen van uw aanvraag leges verschuldigd 2. De verschuldigde leges voor dit besluit bedragen 357,00.

Leges U bent voor het in behandeling nemen van uw aanvraag leges verschuldigd 2. De verschuldigde leges voor dit besluit bedragen 357,00. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl GIJS Mekkerhof B.V. De heer E. Reefhuis Molenweg 9 7045 AG AZEWIJN Inlichtingen

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00487909 ODH-2017-00078990 1 h AUG. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00471370 ODH-2017-00029498 2 9HAAIT 2017 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899

Nadere informatie

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 19 december 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Varkensbedrijf Rijnen Oirschot

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 11 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van

Nadere informatie

Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998

Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Provincie Brabant Maatschap P.J.M. Feller & J.H.T.A.M. Feller- van de Wetering Buntseweg 5 5757 PP Liessel Opdrachtgever Contactpersoon Projectleider Maatschap

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00543228 ODH-2019-00054092 03 MEI2019 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)

Nadere informatie

Besluit. H. Visscher de heer H. Visscher Klaas Kloosterweg West LV STAPHORST. Onderwerp: Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning

Besluit. H. Visscher de heer H. Visscher Klaas Kloosterweg West LV STAPHORST. Onderwerp: Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl H. Visscher de heer H. Visscher Klaas Kloosterweg West 14 7951 LV STAPHORST

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunnlngen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00475654 ODH-2018-00038219 3

Nadere informatie

Wet natuurbescherming. Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten sept./okt Marieke Kaajan

Wet natuurbescherming. Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten sept./okt Marieke Kaajan Wet natuurbescherming Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten Marieke Kaajan Inleiding 1. Vergunningplicht bij Natura 2000-gebieden; 2. Uitzonderingen op de vergunningplicht; 3. Praktisch: besluitvormingsproces,

Nadere informatie

Damwand Noordse Dorpsweg

Damwand Noordse Dorpsweg Damwand Noordse Dorpsweg Doc.nr : 170516 271944 NRDWG AERIUS berekeningen - Uitgangspunten en Resultaten Project: Dijkverbetering Noordse Dorpsweg te Noorden Opdrachtgever: Waternet Projectnr. 271944 Betreft:

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april Postbus 55 8200 AB Lelystad Zuiderzee B.V. De heer/mevrouw Hugterweg 4 5712 RB SOMEREN Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum Bijlagen

Nadere informatie

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Lievense Milieu B.V. Sleperweg 10 6222 NK MAASTRICHT Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft

Nadere informatie

Module 1b Overige effecten Natura 2000

Module 1b Overige effecten Natura 2000 FORMULIER Let op! Dit aanvraagformulier wordt regelmatig als gevolg van gewijzigde inzichten aangepast; raadpleeg voor de meest recente versie daarom www.provinciegroningen.nl Provincie Groningen Afdeling

Nadere informatie