B&W-Aanbiedingsformulier

Transcriptie

1 B&W.nr , d.d. 30 juni 2009 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Overeenkomst ter uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. in te stemmen met de Overeenkomst ter uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod d.d. 27 mei tussen de centrumgemeenten Leiden en Gouda, de politie en de betrokken zorgpartijen, waarin het volgende is vastgelegd: a. partijen verplichten zich tot de uitvoering van de taken die zijn beschreven in het Uitwerkingsplan 10-dagen model, dat onderdeel uitmaakt van de overeenkomst (bijlage van de overeenkomst 1); b. partijen staan voor de afgesproken zorg in en zorgen voor financiering van deze zorg; c. de rechten die ingevolge deze overeenkomst aan de gemeenten Gouda en Leiden toekomen worden mede bedongen ten behoeve van de overige gemeenten in de politieregio Hollands-Midden; d. de zorgpartijen en de politie nemen bij de uitwisseling van persoonsgegevens ten behoeve van een adequate hulpverlening de afspraken die zijn gemaakt in het Convenant verwerking persoonsgegevens (bijlage overeenkomst 2) in acht; e. de uitvoering van de overeenkomst wordt een jaar na ondertekening geëvalueerd; f. de overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Opzegging vindt plaats op de wijze zoals in de overeenkomst vastgelegd. 2. in te stemmen met ondertekening van de overeenkomst ter uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod d.d. 27 mei 2009 door de gemeenten Leiden en Gouda als centrumgemeenten van de regio Hollands Midden. Samenvatting Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. Voor een goede en effectieve uitvoering van de wet is het van groot belang dat in de periode waarin een huisverbod geldt de zorg- en hulpverlening goed op gang komt. Teneinde dit zoveel mogelijk te garanderen wordt zodra alle gemeenten hiermee akkoord zijn ten behoeve van alle gemeenten in de regio Hollands Midden een overeenkomst gesloten tussen de centrumgemeenten Leiden en Gouda, de politie en alle betrokken zorgpartijen bij het huisverbod.

2 Concept d.d. 27 mei 2009 Overeenkomst ter uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod A. De burgemeesters van de gemeenten Leiden en Gouda hierna: partijen genoemd onder A en B. Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland, waarvan Bureau Jeugdzorg Zuid Holland Noord en Midden Holland en de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling van deze bureaus deel uitmaken, hierbij vertegenwoordigd door mevrouw I.C.M. Jager, directeur Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland, Politie regio Hollands Midden, hierbij vertegenwoordigd door drs. J.J.M. Stikvoort, korpschef, GGD Hollands Midden, meer in het bijzonder het Meldpunt Zorg en Overlast en het Steunpunt Huiselijk Geweld, hierbij vertegenwoordigd door de heer J.C. Bernsen, arts, directeur GGD Hollands Midden, Stichting Kwadraad, hierbij vertegenwoordigd door de heer drs. R. Verkuylen, directeur, Stichting Valent, hierbij vertegenwoordigd door de heer J.L. Feijt, unitmanager maatschappelijk werk, Stichting Florence, hierbij vertegenwoordigd door mevrouw A. Beylevelt, regiodirecteur, Reclassering Nederland, hierbij vertegenwoordigd door mevrouw A. de Wit, regiomanager Reclassering Nederland, Van der Hoeven Stichting, hierbij vertegenwoordigd door de heer R. Ferdinand, directeur De Waag, hierna: partijen genoemd onder B, overwegende - dat met ingang van 1 januari 2009 de Wet tijdelijk huisverbod in werking is getreden; - dat deze wet voorziet in de mogelijkheid een huisverbod op te leggen aan degene van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat; - dat het opleggen van een huisverbod ertoe strekt de veiligheid van de huisgenoten te vergroten door escalatie te voorkomen en hulp te bieden; - dat het opleggen van een huisverbod tegelijkertijd een ingrijpende maatregel is in het recht op een persoonlijke levenssfeer; - dat het voor een goede en effectieve uitvoering van deze wet noodzakelijk is dat partijen met elkaar samenwerken en hun taken onvoorwaardelijk uitvoeren; - dat de gemeenten in de politieregio Hollands-Midden ten behoeve van een goede uitvoering van deze wet met elkaar samenwerken;

3 - dat op grond van artikel 10 van de Wet tijdelijk huisverbod in beschikkingen en stukken betreffende het huisverbod, persoonsgegevens worden verwerkt met het oog op het opleggen, het verlengen en de controle op de naleving van het huisverbod; - dat het noodzakelijk is dat partijen, genoemd onder B, persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens, verwerken ten behoeve van een adequate hulpverlening aan de uithuisgeplaatste en de degenen die in de woning achterblijven en dat deze verwerking nader wordt geregeld in bijgevoegd convenant; komen het volgende overeen: 1. In geval een huisverbod wordt opgelegd door een burgemeester van één van de gemeenten in de politieregio Hollands Midden op grond van de Wet tijdelijk huisverbod, voert elke partij de taken die tot zijn takenpakket behoren en zijn beschreven in het Uitwerkingsplan 10-dagen model, onvoorwaardelijk uit. Het Uitwerkingsplan 10-dagen model maakt onderdeel uit van deze overeenkomst (bijlage 1). De taken van De Waag zullen in het 10-dagen model worden opgenomen. 2. Partijen genoemd onder B nemen bij de uitwisseling van persoonsgegevens ten behoeve van een adequate hulpverlening aan de uithuisgeplaatste en degenen die in de woning achterblijven, de afspraken die zijn gemaakt in het Convenant verwerking persoonsgegevens door het Interventieteam Huisverbod Hollands Midden in acht (bijlage 2). Het Convenant maakt onderdeel uit van deze overeenkomst. 3. Partijen staan voor de afgesproken zorg in en zorgen voor financiering van deze zorg. De financiering is geen reden om de afgesproken zorg niet te leveren. 4. De rechten die in gevolge deze overeenkomst aan de gemeenten Leiden en Gouda toekomen worden mede bedongen ten behoeve van de overige gemeenten in de politieregio Hollands-Midden, te weten Alphen aan den Rijn, Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiderdorp, Lisse, Moordrecht, Nederlek, Nieuwerkerk aan den IJssel, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Ouderkerk, Reeuwijk, Rijnwoude, Schoonhoven, Teylingen, Vlist, Voorschoten, Waddinxveen, Zevenhuizen-Moerkapelle en Zoeterwoude. 5. De uitvoering van deze overeenkomst wordt een jaar na ondertekening geëvalueerd. Deze evaluatie zal worden vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Huiselijk Geweld en vervolgens ter kennis worden gebracht van de burgemeesters van Leiden en Gouda en de andere burgemeesters van de gemeenten in de politieregio Hollands-Midden Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Ieder partij heeft de bevoegdheid om deze overeenkomst vóór 1 januari van enig jaar schriftelijk op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Opzegging vindt slechts plaats nadat over het voornemen tot opzegging vooroverleg heeft plaatsgevonden met de andere partijen.

4 Ondertekend op (datum), te.. (plaats) De burgemeester van de gemeente Leiden, de heer drs. H.J.J. Lenferink, De burgemeester van de gemeente Gouda, de heer W.M. Cornelis, Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland, waarvan Bureau Jeugdzorg Zuid Holland Noord en Midden Holland en de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling van deze bureaus deel uitmaken, hierbij vertegenwoordigd door mevouw I.C.M. Jager, directeur Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland, Politie regio Hollands Midden, hierbij vertegenwoordigd door de heer drs. J.J.M. Stikvoort, korpschef, GGD Hollands Midden, meer in het bijzonder het Meldpunt Zorg en Overlast en het Steunpunt Huiselijk Geweld, hierbij vertegenwoordigd door de heer J.C. Bernsen, arts, directeur GGD Hollands Midden, Stichting Kwadraad, hierbij vertegenwoordigd door de heer drs. R. Verkuylen, directeur, Stichting Valent, hierbij vertegenwoordigd door de heer J.L. Feijt, unitmanager maatschappelijk werk,

5 Stichting Florence, hierbij vertegenwoordigd door mevrouw A. Beylevelt, regiodirecteur, Reclassering Nederland, hierbij vertegenwoordigd door mevrouw A. de Wit, Regiomanager Reclassering Nederland, Van der Hoeven Stichting, hierbij vertegenwoordigd door de heer R. Ferdinand, directeur De Waag, Bijlage 1 Uitwerkingsplan 10-dagenmodel

6

7 Bijlage 2 Convenant verwerking persoonsgegevens door het Interventieteam Huisverbod Hollands Midden In aanmerking nemende: De Wet Tijdelijk Huisverbod De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst; De Wet Maatschappelijke Ondersteuning; De Wet publieke gezondheid; De Wet bescherming persoonsgegevens; De Wet op de jeugdzorg; De Wet en het Besluit politiegegevens;

8 De Handreiking Omgang met persoonsgegevens in het kader van Bemoeizorg van KNMG GGD Nederland en GGZ Nederland d.d. april 2005; De Gedragscode van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen; De Gedragscode van het Nederlands Instituut van Psychologen; De beroepscode van de maatschappelijk werkende van de NVMW; Het Privacyreglement inzake de Bescherming van Cliëntgegevens van Reclassering Nederland; Partijen genoemd onder B (ook wel convenantpartijen) leggen in dit convenant de volgende afspraken over hun samenwerking en over de verwerking van persoonsgegevens van betrokkenen in verband daarmee vast. Artikel 1 Begripsbepalingen betrokkene de persoon op wie een persoonsgegeven uit het dossier huisverbod betrekking heeft; bijzondere persoonsgegevens casusoverleg dossier huisverbod gezinssysteem hulp huisverbod persoonsgegevens over iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, alsmede strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over hinderlijk en onrechtmatig gedrag in verband met een opgelegd verbod en persoonsgegevens over het lidmaatschap van een vakvereniging; overleg tussen de leden van het Interventieteam op initiatief van de procesregisseur met het doel te komen tot afspraken over een hulpaanbod aan betrokkene(n) en het adviseren van de burgemeester over het al dan niet intrekken of verlengen van het huisverbod; het bestand waarin convenantpartijen persoonsgegevens van een betrokkene vastleggen over: het huisverbod, de afspraken die zij over het hulpaanbod aan betrokkene(n) maken en over de uitvoering van deze afspraken; één of meer personen die met de uithuisgeplaatste in de woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven; iedere interventie van een convenantpartij die er op is gericht in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen; beschikking houdende een last tot het onmiddellijk verlaten van een bepaalde woning en een verbod tot het betreden van, zich ophouden bij, of aanwezig zijn in die woning en een verbod om contact op te nemen met degenen die met de persoon tot wie de beschikking is gericht in dezelfde woning wonen, of daarin anders dan incidenteel verblijven;

9 Interventieteam Meldpunt Zorg en Overlast persoonsgegeven samenwerkingsverband van de convenantpartijen met als doel het op gang brengen van hulp aan een gezinssysteem nadat een huisverbod is opgelegd, genaamd Interventieteam Huisverbod Hollands Midden, waarbij opgemerkt wordt dat De Waag niet regulier deelneemt aan het Interventieteam, maar op aanvraag van de andere convenantpartijen deelneemt aan het casusoverleg; het meldpunt van de GGD. Een medewerker van dit meldpunt neemt namens het Steunpunt Huiselijk Geweld meldingen van een huisverbod van de politie en meldingen van huiselijk geweld afkomstig van betrokkenen in ontvangst, treedt mede op als procesregisseur en zit het casusoverleg voor; ieder gegeven dat direct of indirect te herleiden is tot een individuele persoon; procesregie de taak om er op toe te zien dat na een melding van de politie dat een huisverbod is opgelegd, de convenantpartijen bij elkaar komen voor casusoverleg en dat een effectief hulpaanbod wordt geboden en in verband met deze taken als aanspreekpunt te fungeren voor de convenantpartners en voor betrokkenen te fungeren als verantwoordelijke in verband met de uitoefening van hun rechten; procesregisseur uithuisgeplaatste verantwoordelijke vervolgoverleg verwerken van persoonsgegevens wettelijk vertegenwoordiger zorgcoördinator de GGD Hollands Midden, in het bijzonder een medewerker van het Meldpunt Zorg en Overlast van het Steunpunt Huiselijk Geweld van de GGD Hollands Midden; de persoon die in verband met het huiselijk geweld een huisverbod is opgelegd; de procesregisseur; casusoverleg waarin wordt bezien op welke wijze alsnog uitvoering kan worden gegeven aan de in een eerder casusoverleg gemaakte afspraken met het doel het hulpaanbod alsnog op te starten of vlot te trekken iedere handeling, of ieder geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval: het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekking door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; de persoon die het gezag over een minderjarige uitoefent; het lid van het Interventieteam dat, nadat in het casusoverleg een hulpaanbod is vastgesteld, dit hulpaanbod coördineert en toeziet op de uitvoering ervan en als aanspreekpunt fungeert voor de procesregisseur en voor de uitvoerders van het hulpaanbod;

10 zorgverantwoordelijke levert de hulp aan een of meerdere gezinsleden tijdens het opgelegde huisverbod; betrekt zo nodig hulpverleners die niet aan het Interventieteam deelnemen en fungeert als direct aanspreekpunt voor het betreffende gezinslid. I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 2 Doel en grondslag van de verwerking van persoonsgegevens 1. Het verwerken van persoonsgegevens door het Interventieteam heeft tot doel het organiseren en opstarten van effectieve en gezamenlijke hulp aan betrokkenen na een huisverbod en het adviseren van de burgemeester over het al dan niet intrekken of verlengen van het huisverbod. 2. Het interventieteam verwerkt de persoonsgegevens van betrokkenen uitsluitend voor zover dit noodzakelijk is voor het in lid 1 genoemde doel en voor zover deze verwerking rechtmatig is en valt binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen omtrent geheimhoudingsverplichtingen. 3. De grondslag van de verwerking van persoonsgegevens is voor de politie gelegen in de goede vervulling van zijn publiekrechtelijke taak, voor de overige convenantpartijen is deze grondslag gelegen in de Wet tijdelijk huisverbod. Artikel 3 Toepassingsgebied 1. Dit convenant is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkenen door het Interventieteam. 2. Dit convenant betreft iedere vorm van verwerking van de in lid 1 bedoelde persoonsgegevens, ongeacht of deze gegevens mondeling, op papier of digitaal worden verwerkt. Artikel 4 Verantwoordelijke 1. De procesregisseur als verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van dit convenant en voor alle wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene(n). 2. De procesregisseur als verantwoordelijke treft voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de in het dossier opgenomen persoonsgegevens. 3. De procesregisseur als verantwoordelijke ziet er op toe dat ten aanzien van de beveiliging van de persoonsgegevens afdoende maatregelen worden genomen. 4. Ongeacht de in de voorgaande leden beschreven verantwoordelijkheden van de verantwoordelijke, zijn alle convenantpartijen verantwoordelijk voor een zorgvuldige en veilige verwerking van persoonsgegevens van betrokkene(n) in het kader van de uitoefening van hun taken als lid van het Interventieteam. II HET CASUSOVERLEG

11 Artikel 5 Toestemming voor casusoverleg na het huisverbod 1. Nadat de politie het Steunpunt Huiselijk Geweld heeft geïnformeerd over het opgelegde huisverbod, zoekt een lid van het Interventieteam contact met de betrokkene(n) om hen om toestemming te vragen voor de verwerking van hun persoonsgegevens door het Interventieteam en, indien dit aan de orde is, zoekt een lid van het Interventieteam contact met de in de woning achterblijvende ouder om diens toestemming te vragen voor de verwerking van persoonsgegevens van minderjarige kinderen. 2. Voordat de toestemming zoals bedoeld in lid 1 wordt gevraagd, legt het lid van het Interventieteam uit wat het doel is van het casusoverleg en beschrijft hij ook de rechten die de betrokkene(n) op basis van de wet en dit convenant kunnen uitoefenen. 3. Indien de toestemming schriftelijk wordt gegeven, wordt het toestemmingsformulier toegevoegd aan het dossier huisverbod van betrokkenen. Een afschrift van dit formulier wordt aan iedere convenantpartij toegezonden. Wordt de toestemming mondeling gevraagd en gegeven, dan legt het lid van het Interventieteam in het dossier huisverbod de gegeven toestemming vast, met vermelding van de datum waarop de toestemming is gegeven. 4. Wordt geen toestemming gegeven voor het casusoverleg zoals bedoeld in lid 1, of kan deze niet worden gevraagd, dan weegt de procesregisseur de belangen die de betrokkene heeft bij de geheimhouding, af tegen de belangen die de betrokkene heeft bij een aanbod van effectieve hulp, mede gelet op de ernst van het geweld en op de ernst van de situatie waarin de betrokkene zich bevindt. Komt de procesregisseur in deze afweging tot de slotsom dat het bieden van hulp noodzakelijk is en dat effectieve hulp alleen in gang gezet kan worden na het uitwisselen van persoonsgegevens in het casusoverleg, dan beslist hij dat, ondanks het ontbreken van toestemming, toch casusoverleg wordt gevoerd met het doel te komt tot effectieve hulp. Bij zijn afweging betrekt hij een deskundige collega of een leidinggevende. 5. Zijn er minderjarigen als pleger, slachtoffer of als getuige betrokken bij het geweld, dan wordt, ook indien er geen toestemming is verleend, ongeacht de uitkomst van de afweging zoals bedoeld in lid 4, in ieder geval een melding gedaan bij het Bureau Jeugdzorg. 6. Indien geen toestemming is verleend en toch casusoverleg wordt gevoerd, draagt de procesregisseur er zorg voor dat de betrokkene(n) zo spoedig als de situatie toelaat over de verwerking van hun persoonsgegevens wordt of worden geïnformeerd. 7. De procesregisseur tekent het besluit dat hij neemt op basis van de afweging zoals bedoeld in lid 4, aan in het dossier huisverbod. Ook een melding zoals bedoeld in lid 5 en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in lid 6 worden aangetekend in dit dossier. Artikel 6 Casusoverleg 1. Ter voorbereiding op het casusoverleg verstrekt de procesregisseur de leden van het Interventieteam de namen en adressen van de betrokkenen bij het huisverbod. 2. De procesregisseur informeert de leden bij het begin van het casusoverleg of hij al dan niet toestemming van betrokkenen heeft verkregen voor de verwerking van hun persoonsgegevens door het Interventieteam. Indien dit niet het geval is, legt hij uit waarom hij, ondanks het ontbreken van toestemming, toch besloten heeft om casusoverleg te voeren. Vervolgens verstrekt hij de leden van het Interventieteam, voor zover hij daarover beschikt, persoonsgegevens van betrokkenen die hij noodzakelijk acht voor het doel van het casusoverleg. 3. De leden geven in reactie op deze informatie aan of aan een of meer betrokkenen al hulp wordt geboden, of in het verleden is geboden, wanneer deze hulp is gestart en indien van toepassing wanneer de hulp is beëindigd;

12 4. Indien op basis van de uitwisseling van persoonsgegevens zoals bedoeld in lid 1, 2 en 3 geen hulpaanbod kan worden gedaan, verstrekken de leden die contacten hebben met de betrokkene(n), ook informatie over de inhoud van hun contacten met betrokkene(n), voor zover noodzakelijk voor het opstellen en starten van een effectief hulpaanbod. 5. De casusbespreking wordt afgesloten met het maken van afspraken over: - het hulpaanbod; - de leden van het Interventieteam die dit hulpaanbod gaan uitvoeren; - het lid van het Interventieteam dat zal optreden als zorgcoördinator; - de wijze waarop en door wie de betrokkenen over de uitkomsten van het casusoverleg worden geïnformeerd. 6. De afspraken zoals omschreven in lid 5 worden door de procesregisseur vastgelegd in het dossier huisverbod van betrokkene(n). Artikel 7 Verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het hulpaanbod Het lid dat op basis van de afspraken in het casusoverleg hulp aan betrokkene(n) biedt, is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan alsmede voor het tijdig informeren van de zorgcoördinator en het ondernemen van andere noodzakelijke acties indien de hulp stagneert of niet de gewenste resultaten heeft. Artikel 8 Vervolgoverleg 1. Stelt de zorgcoördinator vast dat de afspraken zoals bedoeld in artikel 6 lid 5 niet uitgevoerd (kunnen) worden en dat daardoor het hulpaanbod aan betrokkene(n) niet kan worden opgestart, dan meldt de zorgcoördinator dit aan de procesregisseur die zonodig een vervolgoverleg voor het Interventieteam belegt om te bezien welke afspraken moeten worden gemaakt zodat de hulp alsnog in gang kan worden gezet. 2. Op het vervolgoverleg zoals bedoeld in lid 1 zijn de artikelen 5 en 6 van toepassing. SIERVORMING Artikel 9 Dossier huisverbod 1. De convenantpartijen leggen een gezamenlijk dossier huisverbod aan met daarin in ieder geval, voor zover noodzakelijk voor het doel zoals geformuleerd in artikel 2 lid 1 van dit convenant: - naam, (tijdelijk) adres, geboortedatum, telefoonnummer van de uithuisgeplaatste; - de namen en het adres van de overige leden van het gezinssysteem aan wie hulp wordt geboden of zal worden geboden in verband met het huisverbod; - de namen van instellingen en hulpverleners, waaronder de huisarts, die al bij het gezinssysteem betrokken zijn; - de afspraken over het hulpaanbod zoals omschreven in artikel 6 lid 5; - gegevens over de uitvoering van deze afspraken en de resultaten daarvan; - gegevens over de al dan niet verleende toestemming van betrokkene(n) voor de verwerking van persoonsgegevens door het Interventieteam;

13 - het advies dat aan de burgemeester wordt uitgebracht omtrent de verlenging of intrekking van het tijdelijk huisverbod; - de besluiten tot het opleggen, verlengen of intrekken van het huisverbod; - in geval van een beroepsprocedure de uitspraak van de rechter. 2. De persoonsgegevens die worden vastgelegd in het dossier kunnen bijzondere persoonsgegevens zijn, voor zover verwerking van deze gegevens noodzakelijk is voor het in artikel 2 lid 1 beschreven doel. 3. Het dossier huisverbod bevat geen gegevens over de aard en inhoud van de contacten die de leden van het Interventieteam hebben in verband met de hulp aan betrokkene(n), tenzij vastlegging van deze gegevens noodzakelijk is voor het volgen van de uitvoering van de afspraken die in het casusoverleg zijn gemaakt, of voor het doel van het vervolgoverleg zoals omschreven in artikel 8 lid De dossiers huisverbod worden beheerd door het Meldpunt Zorg en Overlast. Artikel 10 Toegang tot en verstrekking van gegevens uit het dossier huisverbod 1. Toegang tot het dossier huisverbod, voor zover noodzakelijk voor de taakuitoefening, hebben: - de procesregisseur; - de zorgcoördinator; - de leden van het Interventieteam die rechtstreeks zijn betrokken bij het hulpaanbod aan betrokkene(n); - technische en administratieve medewerkers; 2. De procesregisseur draagt er zorg voor dat de huisarts van de betrokkene(n) wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het casusoverleg en over het hulpaanbod dat in gang zal worden gezet. 3. Aan anderen dan de in lid 1 en 2 genoemde personen worden geen persoonsgegevens uit het dossier huisverbod verstrekt, tenzij de procesregisseur hiervoor de uitdrukkelijke toestemming heeft verkregen van de betrokkene(n). Van een dergelijke verstrekking en van de verkregen toestemming maakt de procesregisseur een aantekening in het dossier huisverbod. 3. Ten behoeve van beleidsvoering kan de procesregisseur gegevens uit de dossiers huisverbod verstrekken aan de gemeentebesturen en het bevoegd gezag van de convenantpartijen, voor zover deze gegevens zijn ontdaan van identificerende gegevens van betrokkene(n). Artikel 11 Bewaartermijn dossier huisverbod 1. Het dossier wordt vernietigd na vijf jaar. De termijn van vijf jaar wordt gerekend vanaf het jaar waarin geen van de leden van het Interventieteam meer gegevens hebben vastgelegd in het dossier huisverbod in verband met contacten met betrokkene(n). 2. Ten behoeve van beleidsvorming kunnen de gegevens uit het dossier huisverbod langer worden bewaard dan vijf jaar, voor zover zij zijn ontdaan van identificerende gegevens. Artikel 12 Overdracht van het dossier in verband met verhuizing

14 1.In geval van verhuizing van betrokkene(n) naar een andere regio wordt aan betrokkene toestemming gevraagd voor de overdracht van het dossier huisverbod, voor zover deze overdracht noodzakelijk lijkt voor het opstarten of bieden van effectieve hulp. Daarbij is artikel 5 van dit convenant van toepassing. 2.Bij de overdracht van het dossier huisverbod vergewist de procesregisseur zich er van dat bij de ontvangende partij zorgvuldig zal worden omgegaan met het dossier. IV. RECHTEN VAN BETROKKENEN Artikel 13 Recht op informatie en inzage 1. Iedere betrokkene heeft recht op inzage in en afschrift van het dossier huisverbod, voor zover de daarin opgenomen persoonsgegevens op hem betrekking hebben en kan de verantwoordelijke schriftelijk vragen of over hem persoonsgegevens door het Interventieteam worden verwerkt. 2. De procesregisseur als verantwoordelijke biedt de betrokkene inzage en of afschrift en/of deelt de betrokkene binnen vier weken schriftelijk mede of er persoonsgegevens over hem worden verwerkt. Indien zodanige gegevens worden verwerkt, bevat de mededeling een volledig overzicht daarvan in begrijpelijke vorm, een omschrijving van het doel van de verwerking, de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft, de ontvangers van de persoonsgegevens en de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. 3. Inzage en afschrift zoals bedoeld in lid 1 en of het overzicht zoals bedoeld in lid 2 kunnen alleen worden geweigerd: - indien en voor zover het bieden van inzage en afschrift of het verstrekken van informatie in strijd komt met goed hulpverlenerschap ten opzichte van de betrokkene(n); - in het belang van de voorkoming, opsporing of vervolging van strafbare feiten; - ter bescherming van belangen van de betrokkene of van zwaarwegende privacybelangen van een derde. Artikel 14 Correctierecht en recht op een eigen verklaring 1. De betrokkene kan de procesregisseur als verantwoordelijke verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn, dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen. 2. De procesregisseur als verantwoordelijke bericht binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk of, dan wel in hoeverre, hij aan het verzoek voldoet. Een weigering is met redenen omkleed. 3. De procesregisseur als verantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd en dat deze ook bekend wordt gemaakt aan de convenantpartijen die hulp aan de betrokkene bieden. 4. Is de betrokkene het niet eens met een oordeel dat is vastgelegd in het dossier huisverbod, dan kan hij de procesregisseur als verantwoordelijke verzoeken zijn eigen verklaring omtrent dit oordeel aan het dossier toe te voegen.

15 Artikel 15 Verzet 1. De betrokkene kan te allen tijde, in verband met zijn persoonlijke omstandigheden, bij de procesregisseur als verantwoordelijke schriftelijk verzet aantekenen tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens door het Interventieteam. 2. De procesregisseur als verantwoordelijke bericht binnen vier weken na ontvangst van het verzet, of hij dit verzet gerechtvaardigd acht en tot welke maatregelen het verzet eventueel heeft geleid. Artikel 16 Klachtrecht 1. Onverminderd de rechten die de betrokkenen worden toegekend in de Wet bescherming persoonsgegevens, kan iedere betrokkene schriftelijk een klacht indienen bij de procesregisseur als verantwoordelijke indien hij meent dat zijn persoonsgegevens door het Interventieteam zijn verwerkt op een wijze die in strijd is met de wet of met dit convenant. 2. De procesregisseur als verantwoordelijke bericht binnen vier weken na ontvangst van de klacht of hij de klacht gegrond acht en tot welke maatregelen de klacht eventueel heeft geleid. Artikel 17 Leeftijdsgrenzen 1. Is de betrokkene nog geen 12 jaar oud, dan oefent zijn wettelijk vertegenwoordiger de rechten zoals omschreven in dit convenant namens hem uit. Is de betrokkene al wel 12 maar nog geen 16 jaar oud, dan oefent hij samen met zijn wettelijk vertegenwoordiger zijn rechten uit. Een betrokkene vanaf 16 jaar oefent zijn rechten zelfstandig uit. Artikel 18 Geheimhouding Ieder die op grond van dit convenant kennis neemt van persoonsgegevens, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij uit de wet of uit dit convenant verstrekking van persoonsgegevens voortvloeit.

16 Toelichting op ondertekening van Overeenkomst huisverbod en Convenant verwerking persoonsgegevens d.d. 27 mei 2009 Overeenkomst Voorgesteld wordt om de overeenkomst te laten ondertekenen door de burgemeesters van Gouda en Leiden, aangezien de centrumgemeenten afspraken hebben gemaakt met de zorgpartijen over de inzet van de zorg tijdens het huisverbod en de financiering ervan. De centrumgemeenten hebben voor de uitvoering van het huisverbod middelen gekregen ten behoeve van de hele regio en hebben hiervoor afspraken gemaakt met betrokken zorgpartijen voor hun inzet tijdens het huisverbod. Er zijn tevens afspraken gemaakt over de aansluiting op de reguliere zorg. Deze afspraken worden met de overeenkomst bevestigd. Voor alle duidelijkheid: Leiden en Gouda tekenen niet namens alle andere gemeenten, maar als verantwoordelijke centrumgemeenten. Dat de afgesproken zorg geldt ten behoeve van alle gemeenten van de regio is vastgelegd in onderdeel 4 van de overeenkomst. Convenant verwerking persoonsgegevens Ten tweede een toelichting bij het convenant gegevensuitwisseling. In eerste instantie was voorgesteld dat alle gemeenten partij zouden zijn bij het convenant gegevensuitwisseling, aangezien het opleggen van een huisverbod een wettelijke taak is van de burgemeester. In de Wet tijdelijk huisverbod (artikel 10) is echter ook de gegevensuitwisseling geregeld. De burgemeester is bevoegd stukken te verstrekken en te ontvangen of bijv. extra stukken op te vragen als dat noodzakelijk is voor het nemen van een beslissing. Dit hoeft derhalve niet nogmaals geregeld te worden in een convenant aangezien dit in de wet al is geregeld. De gegevensuitwisseling tussen de zorgpartijen en de politie (zoals plaatsvindt in het interventieteam) daarentegen volgt niet rechtstreeks uit de wet en het is daarom goed om hierover wel afspraken te maken in een convenant. Voorgesteld wordt daarom om de afspraken in het convenant te laten afsluiten tussen zorgpartijen en politie. Het voorstel om het convenant gegevensuitwisseling onderdeel te laten uitmaken van de overeenkomst is ingegeven uit praktische overwegingen. De betrokken zorgpartijen en de politie hoeven dan maar één keer te tekenen.