StorageLink verbindt interfaces

Transcriptie

1 k Virtualisatie DOOR Bram Dons Hypervisor- en storagebeheer ontmoeten elkaar De ontkoppeling van hardware en logische systemen heeft de storagemanager naast vele zegeningen ook veel hoofdpijn opgeleverd. De fysieke systemen en de virtuele machines moet hij nu elk via een eigen interface aanspreken. Citrix StorageLink belooft alle functies van het storagesysteem nu weer samen te brengen in één interface, in de hoop het geheel weer manageable te maken. Tot voor kort bestonden er nauwelijks goede beheertools die adequaat met alle functies van zowel de hypervisor als de storageomgeving overweg konden. ITbeheerders moeten nu voor het beheer daarvan telkens tussen twee gebruikers interfaces schakelen, een tijdrovend en complex proces. Bovendien zijn er voor het beheer van ingewikkelde virtualisatieen opslagsystemen vaak twee aparte beheerders nodig. Beide hebben echter een verschillende ervaringsachtergrond, wat kan leiden tot een inefficiënt beheer en gebruik van de IT-infrastructuur en tot foutief geconfigureerde storage-, netwerken virtuele systemen. In de meeste datacenters zijn er vier kerngebieden te onderscheiden waarop ITorganisaties kunnen profiteren van een verbeterde automatisering en een verbeterd beheer van de virtuele infrastructuur. Dit zijn storagemanagement, businesscontinuity, provisioning en het lifecyclemanagement van serverworkloads. Servervirtualisatie, in het bijzonder de aanwezigheid van een hypervisor, kan een STM10SG40_p48-56_StorageLink_ obstakel vormen bij de toepassing van storagesystemen. Het maskeert namelijk de aanwezigheid van geavanceerde stora- S T O R A G E M A G A Z I N E S p e c i a l i ss u e StorageLink verbindt interfaces geservices, zoals thin provisioning, cloning, deduplicatie en remote mirroring. Virtuele servers en geavanceerde storage technologieën voor disaster recovery, zoals remote mirroring en snapshots, zijn nauwelijks tot niet geïntegreerd. Dit leidt tot een worsteling voor zowel de server- als de storagebeheerder, net zoals bij het lokale beheer van storagesystemen. Veel IT-organisaties zijn afhankelijk van tijdrovende en storage-intensieve processen bij de toepassing van nieuwe werkbelastingen op zowel fysieke als gevirtualiseerde servers. Dit betreft onder meer de installatie van nieuwe OS-images, de configuratie from scratch of het downloaden van shared ima- 49 Figuur 1: Het toekennen van credentialia aan de storageadapter x: 09_bijschift_figuur :13:21

2 50 STORAGE MAGAZINE Special issue ges vanaf het netwerk. Organisaties houden ook bij de uitrol van nieuwe servers rekening met uren of zelfs dagen werk. Een ander algemeen probleem voor beheerders bij de toepassing van servervirtualisatie is het beheer van VM-images tijdens de ontwikkeling-, test- en implementatiefase. Het gemak waarmee VM s kunnen worden gecreëerd biedt weliswaar een mogelijkheid tot een snellere ontwikkelingscyclus, maar het leidt ongewild tot een ongecontroleerde verspreiding van VM s (de zogenoemde VM sprawl ) en een meetkundige groei van de daaraan gerelateerde datacenterinfrastructuur. Kortom: er is dringend behoefte aan tools die zowel de virtuele server- als storageomgeving vanuit een centraal punt kunnen beheren. Essentials Citrix ontwikkelde Citrix Essentials for Microsoft Hyper-V of kortweg Essentials om een oplossing te bieden voor de beheerproblemen. Citrix StorageLink, een sleutelcomponent van Citrix Essentials, biedt tools die de functionaliteit verbeteren van Citrix XenServer en Microsoft Hyper-V hypervisors, twee elkaar aanvullende producten. Dit kan omdat de beheerfuncties voor de hypervisors en het storageplatform zijn geïntegreerd in een enkele grafische beheerconsole. Essentials is een aanvulling op Microsofts Hyper-V en de System Center Management Suite, met inbegrip van de Virtual Machine Manager. Essentials biedt een We maken een VM zonder harddisk Figuur 2: Storagerepository s hogere graad van automatisering, die IT-organisaties in staat stelt om hun virtuele infrastructuur dynamischer te beheren. Deze functionaliteit ligt op het vlak van site-tosite disaster recovery, life cycle automation, dynamic provisioning voor fysieke en virtuele machines en native integratie met storageplatforms en storagemanagement. Essentials is leverbaar in drie uitvoeringen: Express, Enterprise en Platinum Edition. StorageLink vormt de basis van alle versies. De extra s die de Enterprise- en Platinumedities bieden zijn on-demand provisioning van serverworkloads en workflow orchestration oftewel de automatisering van IT-operaties. De Platinumversie ondersteunt bovendien Site Recovery, automated lab management en workloadlifecyclemanagement.citrix StorageLink laat gebruikers direct gebruikmaken van de bestaande investeringen in storageplatforms. StorageLink ondersteunt fast cloning en provisioning van VM s en biedt een back-upoplossing voor zowel fysieke als virtuele bronnen. StorageLink is gecertificeerd voor diverse storagearrays en back-upsystemen van derde partijen. De ingebouwde storagebeheerfuncties vereenvoudigen de set-up en het beheer van Microsoft Failover Clusters en Cluster Shared Volumes. Dynamic provisioning Dynamic provisioning maakt het mogelijk om een master Hyper-V centraal op te slaan, in plaats van op elke fysieke host. Met zo n golden master op een virtuele disk (vdisk) kunnen de provisioningservices de Hyper-V-software tijdens het bootproces vanaf een centrale server streamen naar de baremetalservers. De vdisk kapselt de complete Hyper-V-installatie in en het streamingproces zorgt ervoor dat elke host wordt geconfigureerd met de juiste unieke identifiers, zoals hostname en IP-adres. Provisioningservices versnellen dus de roll-out van serverworkloads in virtuele en fysieke Windowsomgevingen door deze dynamisch vanaf een enkele serverimage Citrix Ready Figuur 3: Create storage repository De gecertificeerde Citrix Readyproducten voor storagevirtualisatie met StorageLink zijn DataCore, FalconStor, Microsoft en Virsto (zie ook het artikel op pagina 42-47). Aan de back-up- en DR-kant zijn dit Acronis, CA, CommVault, Inmage, PHDVirtual, Steeleye, Symantec en Vizioncore. De SAN-infrastructuur, ten slotte, wordt ondersteund met Brocade, Emulex en QLogic. STM10SG40_p48-56_StorageLink_ :13:22

3 beschermd door StorageLink Site Recovery. Essentials ondersteunt de nieuwste Windows Servertechnologieën, waaronder de R2-releases van Hyper-V en System Virtual Machine Manager. Met System Center is de shared storage, die vereist is voor Microsoft Failover Clustering en Live Migration, eenvoudig te configureren en te beheren. Figuur 4: create storage profile toe te wijzen. Door deze consolidatie van serverimages kan het aantal actief te beheren servers tot 90 procent worden gereduceerd. Site Recovery is een flexibele en kosteneffectieve disasterrecoveryoplossing voor de Hyper-V-infrastructuur en maakt gebruik van de onderliggende replicatieservices voor storagearrays. IT-beheerders krijgen hierdoor een toolset in handen voor de implementatie van strategieën voor re mote failover in hun Hyper-V-omgevingen, inclusief set-up, configuratie, staging, testen en disasterrecoveryplannen. Workflow orchestration en third-party global cluster solutions maken de volledig geautomatiseerde disaster recovery af. Automated lab management automatiseert de set-up en faciliteert de ontrafeling van complexe configuraties voor de werkbelasting met applicaties. Self-service template library s helpen met rapid provisioning. Met automated lab management kunnen organisaties de verhuizing van workloads tijdens de ontwikkel- en testfase versnellen. Tegelijkertijd wordt de VM sprawl teruggedrongen en worden fouten bij de set-up en configuratie geminimaliseerd. Streamlining Stagemanagement stroomlijnt het proces van het bouwen, testen, delen en afleveren van on-demandapplicaties in Hyper-Vproductieomgevingen. Beheerders kunnen zo een workflow creëren die een multimachineconfiguratie definieert en begeleidt van de preproductie naar het integratietestproces. Workflow orchestration is gebouwd bovenop Windows PowerShell en Workflow Foundation. Het voorziet in een gebruikersvriendelijke grafische interface voor de samenstelling van workflows en maakt virtuele scripting overbodig. Orchestration fungeert als het verbindingsmiddel van de IT-infrastructuur, waarmee beheerders eenvoudig componenten kunnen koppelen via workflows. Dit is bijvoorbeeld handig bij de bouw van een geautomatiseerde recovery workflow voor de Hyper-V-infrastructuur, die wordt advertentie Architectuur De kern van Citrix StorageLink is de StorageLink Gateway, die draait op een fysieke of virtuele Windows Server 2003 of Het dient als een platform voor het beheer van storage en virtual ma chines. StorageLink Gateway is op drie manieren toegankelijk voor de gebruiker: via de StorageLink Manager (een op Microsoft Management Console (MMC) gebaseerde grafische gebruikersinterface), via de command line interface (CLI) van StorageLink (in Windows commandoprompt) of via de PowerShellplug-in voor Windows PowerShell (Microsofts nieuwe command line shell en task-based scriptingtechnologie). Voor StorageLink Manager is de installatie van MMC 3.0 vereist. Tijdens de installatie van de Gateway wordt automatisch SQLite geïnstalleerd, maar naar wens kan ook een bestaande VM S MIGREREN VAN HypER-V NAAR XENSERVER SQL Server 2008-database worden gebruikt. Voor de PowerShellplug-in is Windows PowerShell vereist. Onder Windows 2008 kan deze worden toegevoegd, voor andere Windows Servers moet hij van de Microsoftwebsite worden gedownload. Cisco Unified Computing System de meest optimale integratie van computing, networking en storage. Wij vertellen u graag de voordelen! info@telindus-isit.nl STORAGE MAGAZINE Special issue 51 STM10SG40_p48-56_StorageLink_ :13:24

4 52 STORAGE MAGAZINE Special issue StorageLink ondersteunt tot dusver de volgende storage system adapters: Data- Core SANmelody en SANsymphony, de Dell EqualLogic PS Series, Dot Hill, de EMC CLARiiON volgens SMI-S, HP s EVA, MSA en SAN/iQ Series, de IBM- NetApp N Series, Nexenta en alle universele SMI-S fabrics (waaronder Brocades FC-switches). De DataCore SANmelody Virtual Appliance en de NexentaStor Adapter for Citrix StorageLink zijn twee downloadable softwareappliances waaraan naar keuze storagedevices worden gekoppeld via iscsi of Fibre Channel. Voor onze test maken we gebruik van de trialversie van de NexentaStor Adapter for Citrix StorageLink. NexentaStor Voor onze test was er geen compatibele storagearray beschikbaar, daarom kozen we een softwareoplossing: het storagesysteem van Nexenta met de bijbehorende NexentaStor Adapter. NexentaStor is een open storageoplossing op basis van het operating system OpenSolaris. Het maakt gebruik van het revolutionaire Zettabyte File System (ZFS) dat ontwikkeld is door Sun in een volgend nummer van Storage Magazine zullen we daar nog uitvoerig op terugkomen. De NexentaStorserver ondersteunt SAS-, AoE-, FC-, InfiniBand- en iscsi-storagesystemen. In onze testopstelling koppelen we de NexentaStorserver aan een iscsi-target op basis van Star- Wind-iSCSI-technologie. De proefopstelling draait de gratis editie van Golden master streamt naar baremetalservers Figuur 5: Import storage volumes Citrix Essentials; voor de toegang tot de NexentaStorstorage gebruiken we zoals gezegd de NexentaStor Adapter for Citrix StorageLink. Met de trialeditie van Citrix StorageLink kun je twee Hyper-V-servers configureren en mag je een enkele storagearray aanmaken op de primaire en de secundaire site. Hiervoor is geen licentie of installatie van de Citrix License Server nodig. De StorageLink Manager en Gateway worden in dit geval geïnstalleerd op dezelfde Windows 2008 R2 Enterpriseserver. We activeren de Hyper-V-rol vanuit de Windows Server Manager. Voordat Storage- Link gebruikt kan worden, moeten we eerst een hypervisorhost aanmaken, verbinding maken met de Gateway, de hypervisorhost en storagearrayadapters toevoegen en tenslotte een storagerepository creëren. Wanneer de verbinding met de Gateway tot stand is gekomen, wordt de interface van de StorageLink Manager zichtbaar. Door de juiste managementcredentials toe te kennen aan de betreffende storageadapter kun je een storagesysteem toevoegen (zie figuur 1). Een storageadapter fungeert als een driver voor een storagesysteem van een specifieke leverancier of een specifiek model. Aan de storage-infrastructuur van StorageLink dient, naast het storagesysteem, ook nog een hypervisorhost toegevoegd te worden. Repository s De volgende stap bestaat uit het aanmaken van een storage repository template. In deze template worden alle eigenschappen vastgelegd die nodig zijn voor de creatie van een storagesysteem. Het repository houdt tevens bij hoeveel storagesystemen er zijn toegewezen, welke storagevolumes Hypervisor maskeert geavanceerde storageservices zijn toegekend aan de nieuwe VM s die met de VM-templates zijn gecreëerd en hoeveel snapshots en clones er zijn gemaakt. Nieuwe VM s die in de resourcepool van een andere XenServer worden gecreëerd, vormen hierop een uitzondering. In dergelijke gevallen worden de nieuw gecreëerde storagevolumes namelijk in een repository van de XenServerresourcepool geplaatst. De beheerder kan meerdere storagerepository s creëren die verwijzen naar dezelfde storagepool in het zelfde storagesysteem, maar een bepaald storagevolume kan slechts in één storagerepository voorkomen. Dit is te illustreren aan de hand van een voorbeeld met twee repository s (zie figuur 2). Repository A bevat de bootstoragevolumes voor het OS en repository B een volume voor algemeen gebruik. Met de wizard Create storage repository (zie figuur 3) kun je eigenschappen van het repository instellen, waaronder de storagepool, het RAID-type, het provisioningtype (thick, default of thin), de provisioningopties (bijvoorbeeld deduplicatie) en het storageprotocol (iscsi, Fibre Channel of auto). Het repository kan ook worden gemaakt uit een bestaand, van te voren gecreëerd storagevolume dat op de storagearray aanwezig is, of een nieuw, dynamisch gecreëerd volume. STM10SG40_p48-56_StorageLink_ :13:25

5 VM-templates De volgende stap bestaat uit het toewijzen van storage aan de VM s. Dit kan op twee manieren: door het aanmaken van een storagemanifest of door het aanmaken van een storageprofiel. Bij een storagemanifest wordt tijdens het aanmaken van de VM aan de VM-template verteld hoe hij storage moet creëren. Bij een storageprofiel wordt het opslagvolume van te voren gecreëerd, waarna dit profiel aan een VMtemplate wordt gekoppeld. Het storagemanifest vereist dus niet dat er van tevoren storagevolume wordt gecreëerd, dit gebeurt tijdens de specificatie van het manifest. De VM-template bestaat uit twee sleutelcomponenten: een storageprofiel of -manifest en een hardwareprofiel. Het hardwareprofiel bestaat uit een virtuele hardwarespecificatie, bijvoorbeeld omtrent de geheugengrootte en het aantal virtuele CPU s. De storageprofielen sommen bestaande volumes op, die middels cloning of snapshots de actuele storage vormen. Een storagemanifest biedt een manier om volumes te specificeren zonder ze zelf eerst te hoeven creëren. Het manifest bevat een lijst van storagerepository s die aangeeft welke volumes het betreft, hoe groot deze zijn, of ze al dan niet bootvolumes zijn en of dit VHD-volumes of raw volumes zijn. Wanneer er een VM wordt aangemaakt, worden de benodigde volumes gecreëerd en in de VM geïmporteerd. Het verdient aanbeveling om eerst een storagerepository te maken om de storagevolumes samen in onder te brengen. Gealloceerde volumes met OS-bootimages die al bestaan, kan de beheerder aan het repository toevoegen via Edit storage volume settings. Bij de creatie van een nieuwe VM-template waarop nog geen OS-bootimage aanwezig is, zijn er aanvullende stappen nodig. Bootimage In dit voorbeeld gebruiken we de Hyper- V-host om een template te creëren op basis van een unattended installatie van het operating system Windows Daarvoor maak je in de Hyper-V Manager of SCVMM-console eerst een VM aan zonder gelijk een harddrive te selecteren, dat kan met de optie Attach a virtual hard disk later. In de StorageLink Manager wordt het geselecteerde volume geïmporteerd in het eerder gecreëerde storageprofiel met de functie Import storage volume. Dat koppelen we vervolgens aan de VM met de functie Allocate storage section. Vervolgens wordt in het venster van de VM-console de DVD-drive geselec- Figuur 6: create virtual machines teerd en starten we de VM op. Na installatie van het operating system Windows 2008 wordt de VM uitgeschakeld en vanuit de Hyper-V- of SCVMM-console verwijderd. Al is de VM dan gewist, het storagevolume met de image die we hebben voorbereid, blijft bestaan en is verbonden met de VM-template. Interoperabele VM s Met de zojuist aangemaakte template creeren we een VM op een Hyper-V-host. Dat gebeurt middels de wizard Create virtual machine van de StorageLink Manager (zie figuur 6). Hier kun je specificeren hoe de VM s moeten heten en hoeveel je er wilt creëren. Verder kan er Het succes van consolidatie door virtualisatie staat of valt met ketenintegratie van computing, networking, security en storage. Wij leggen het u graag uit! info@telindus-isit.nl advertentie worden gekozen voor de optie Copy of Snapshot. Bij de snapshotmethode wordt er een basisimage gecreëerd en krijgt elke VM een private write area toegewezen. Dit bespaart uiteraard veel diskruimte in vergelijking met de copyoptie. Na de creatie van beide VM s worden ze in het menu Actions opgestart met de knop Start. ELkE VM krijgt EEN private WRITE AREA Om een VM-image op zowel een Hyper- V- als een XenServerhost te kunnen booten en laten draaien, moeten er paravirtualized tools op worden geïnstalleerd. Beide supervisors kunnen de image hiervoor prepareren. Op de Hyper-V VM installeren we daartoe Integration Services (default op Windows 2008) en op de STORAGE MAGAZINE Special issue 53 STM10SG40_p48-56_StorageLink_ :13:26

6 hypervisor hosts en hij moet voldoende ondersteuning bieden voor de replicatie van alle VM s en de daarop aanwezige StorageLink Gateway. Deze optie is alleen beschikbaar voor Hyper-V-omgevingen. Samenvatting Figuur 7: Actieve VM s 54 S T O R A G E M A G A Z I N E S p e c i a l i ss u e XenServer VM installeren we XenServer Tools. Daarna kan de image die op de ene hypervisor is gecreëerd, worden gebruikt om VM s te maken op de andere hypervisor. VM s die zo geprepareerd zijn, kunnen ook worden gemigreerd van een Hyper-V-host naar een XenServerhost of vice versa. Helaas hebben we deze functie niet kunnen testen omdat we (na herhaaldelijke verzoeken) geen licentie van Citrix konden bemachtigen nieuwe clusternode een van de lastigste taken bij Microsoft Failover Clustering. Met StorageLink is een nieuwe node nu heel eenvoudig toe te voegen. Wanneer het na een rescan de nieuwe node ontdekt, zal StorageLink de bestaande clusternodes scannen om te zien welke disks ze delen met de andere nodes en deze disks automatisch aan de nieuwe clusternode koppelen. De Platinumeditie van StorageLink biedt een andere belangrijke recovery - De VM is gewist, maar de bootimage behouden Failover Clustering Met StorageLink kunnen beheerders eenvoudig en snel HA-geclusterde VM s in een Microsoft Failover Clusteromgeving configureren. StorageLink ondersteunt de Failover Clustering van zowel Windows Server 2008 als versie R2. De VM s hebben geen speciale diskmappings naar de hosts nodig en ze hoeven niet handmatig door de beheerder te worden geconfigureerd. StorageLink automatiseert de volledige set-up van alle storage voor de VM s in de failovercluster. De creatie van een failover VM verschilt nauwelijks van die van een normale VM; bij de creatie van de VM moet alleen de optie VM metadata storage repository worden aangevinkt. In het metadatarepository wordt er een speciaal metadata-lun gecreëerd voor de VM. Dit LUN is nodig om, bij uitval van een clusternode, de VM te kunnen migreren tussen beide nodes. In het verleden was de toevoeging van een STM10SG40_p48-56_StorageLink_ functie: Site Recovery. Dit is een framework om een door StorageLink beheerde toepassing van applicatiestorageresources, fysieke hosts en Hyper-V VM s te repliceren en, indien nodig, over te schakelen naar die andere locatie. De implementatie vereist een primaire site, bestaande uit een verzameling hypervisorhosts, storagearrays en door StorageLink beheerde VM s. De secundaire node moet een exacte kopie zijn van de primaire wat betreft de storage-infrastructuur en beschikbare Citrix StorageLink communiceert met de achterliggende storagearray en biedt de beheerder de native features van de ondersteunde systemen, zoals thin provisioning, fast clones en snapshots. Beheerders kunnen met StorageLink ook hardware- en storageprofielen voor VM s definiëren. De storageprofielen kunnen vervolgens worden gekoppeld aan een storagevolume (LUN) in de storagearray. Met een VM-template, waarin zowel een storage- als een hardwareprofiel is opgenomen, kunnen snel en eenvoudig VM s worden aangemaakt. Als er op de storagearray een snapshotvoorziening aanwezig is, kun je hiermee snapshots nemen van een golden basisimage en zo aanzienlijk aan diskruimte besparen. Dit in tegenstelling tot de traditionele cloningtechnologie, waarbij er een complete kopie van de data-image wordt gemaakt. StorageLink, een onderdeel van Citrix Essentials for XenServer en Hyper-V, integreert servervirtualisatie en storageoplossingen en biedt gebruikers zo een eenduidig beheerproces. Het nieuwe Citrix Ready Open Storage Program, onderdeel van het Citrix Ready Program, garandeert dat gekwalificeerde storageoplossingen op de juiste wijze zullen werken met de producten van Citrix, waaronder StorageLink.p Bram Dons is onafhankelijk IT-analist bij IT-Trendwatch (info@it-trendwatch.nl) Is e Is M e Be Ho Ee M Zelf proberen? on Be op Ho De diverse trialversies zijn te downloaden vanaf: :13:31 Ee Me Ne on Tel op inf ww Me Ne Tel inf