VLIR-UOS-oproep tot het indienen van voorstellen voor REISBEURZEN 2011 voor studenten aan een Vlaamse universiteit of hogeschool

Transcriptie

1 VLIR-UOS-oproep tot het indienen van voorstellen voor REISBEURZEN 2011 voor studenten aan een Vlaamse universiteit of hogeschool 24 september 2010 VLIR-UOS financiert en faciliteert samenwerking en uitwisseling tussen Vlaamse universiteiten en hogescholen en universiteiten in ontwikkelingslanden. Dit heeft als doel de capaciteit, kennis en ervaring van de universiteiten in ontwikkelingslanden te versterken voor duurzame ontwikkeling. Onder de vleugels van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is VLIR-UOS verantwoordelijk voor het beheer van de middelen voor universitaire ontwikkelingssamenwerking van de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking. Voor meer info over VLIR-UOS: 1/13

2 INHOUD 1 WAT IS EEN REISBEURS? VOOR WIE? WAAR EN WANNEER? BESTEMMING DUUR EN PERIODE VAN HET VERBLIJF WAARVOOR EN WAAROVER? HOE BEREID IK ME VOOR? VLAAMSE PROMOTOR LOKALE PROMOTOR IN HET LAND VAN BESTEMMING PRAKTISCHE EN INHOUDELIJKE VOORBEREIDING HOEVEEL MAG HET KOSTEN? HOE DIEN IK EEN AANVRAAGDOSSIER IN? IN TE DIENEN DOCUMENTEN BIJ AANVRAAG RICHTLIJNEN BIJ INDIENING VAN HET AANVRAAGDOSSIER DEADLINES HOE VERLOOPT DE SELECTIE? SELECTIESYSTEEM SELECTIECRITERIA WAT NA MIJN VERBLIJF? IN TE DIENEN DOCUMENTEN BIJ TERUGKEER DEADLINES VOOR HET INDIENEN VAN HET REISVERSLAG EN HET EVALUATIEFORMULIER RICHTLIJNEN BIJ HET REISVERSLAG EN HET EVALUATIEFORMULIER COMMUNICATIE OVER JE VERBLIJF BIJ WIE KAN IK TERECHT VOOR MEER INFORMATIE? LIJST VAN DE ICOS AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN LIJST VAN DE ICOS AAN DE VLAAMSE HOGESCHOLEN /13

3 1 Wat is een reisbeurs? Een reisbeurs is een financiële vergoeding van 1000 voor studenten aan een Vlaamse universiteit of hogeschool om een individuele studiereis te maken naar een ontwikkelingsland. De studiereis maakt deel uit van een erkend opleidingsonderdeel, zoals een stage of een scriptie. Een student vertrekt niet zomaar met 1000 op zak. Vóór het vertrek gaat hij op zoek naar een promotor aan de eigen universiteit of hogeschool. Ook in het land van bestemming kiest hij een lokale promotor die instaat voor de begeleiding ter plaatse. Aan de eigen universiteit of hogeschool krijgt de student een voorbereiding, met praktische en inhoudelijke informatie. De Vlaamse universiteiten en hogescholen staan in voor de selectie en het beheer van de beurzen. VLIR-UOS financiert de beurzen en is verantwoordelijk voor het programmakader. Met de reisbeurzen wil VLIR-UOS Vlaamse studenten de kans geven om terreinervaring op te doen in een ontwikkelingsland binnen een academische context, en hen op die manier bewustmaken van de ontwikkelingsproblematiek in een geglobaliseerde wereld. 2 Voor wie? Om in aanmerking te komen voor een reisbeurs moet je voldoen aan de volgende voorwaarden: - Je bent ingeschreven aan een Vlaamse universiteit of hogeschool. - Je bent een student aan één van de volgende opleidingen: - een professionele bachelor - een academische bachelor - een bachelor na bachelor - een master - een master na master - een doctoraat - Je bezit de Belgische nationaliteit of bent onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie (Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland). - Je studie aan een Vlaamse universiteit of hogeschool kadert niet in een Europees uitwisselingsprogramma (bv. Erasmus). - Je hebt nooit eerder een VLIR-UOS-reisbeurs ontvangen. - Je ontvangt tijdens je huidige opleiding geen financiering afkomstig van de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking (bv. een VLADOC-beurs) of een beurs voor een studiereis naar een ontwikkelingsland. 3/13

4 3 Waar en wanneer? 3.1 Bestemming De onderstaande bestemmingen komen in aanmerking, op voorwaarde dat er ter plaatse een goede omkadering aanwezig is. De lijst is gebaseerd op de OESO-Development Assistance Committee (DAC)- landenlijst Least Developed Countries Afghanistan Angola Bangladesh Benin Bhutan Burkina Faso Burundi Cambodia Central African Republic Chad Comoros Congo, Dem.Rep. Djibouti Equatorial Guinea Eritrea Ethiopia Gambia Guinea Guinea-Bissau Haiti Kiribati Laos Lesotho Liberia Madagascar Malawi Maldives Mali Mauritania Mozambique Myanmar Nepal Niger Rwanda Samoa Sao Tome and Principe Senegal Sierra Leone Solomon Islands Somalia Sudan Tanzania Timor-Leste Togo Tuvalu Uganda Vanuatu Yemen Zambia Other Low Income Countries Côte d'ivoire Ghana Kenya Korea, Democratic Republic Nigeria Pakistan Papua New Guinea Viet Nam Zimbabwe Lower Middle Income Countries and Territories Algeria Palestinian Bolivia Administered Areas Cameroon Paraguay Cape Verde Peru China Philippines Colombia Sri Lanka Congo, Rep. Swaziland Dominican Republic Syria Ecuador Thailand Egypt Tokelau El Salvador Tonga Guatemala Tunisia Guyana Wallis and Futuna Honduras Indonesia India Iran Iraq Jordan Marshall Islands Micronesia, Federated States Mongolia Morocco Namibia Nicaragua Niue De volgende Upper Middle Income Countries and Tirritories komen eveneens in aanmerking voor een reisbeurs: Brazil, Cuba, South-Africa, Suriname 3.2 Duur en periode van het verblijf Tijdens je verblijf in een ontwikkelingsland loop je stage of voer je onderzoekswerk uit voor een periode van minstens één maand. Er is geen maximale verblijfsduur. Minstens één maand van je verblijf valt in Je kan zowel tijdens het academiejaar als tijdens de vakantieperiode afreizen. 4 Waarvoor en waarover? Je verblijf in een ontwikkelingsland kadert binnen een erkend opleidingsonderdeel waarvoor je studiepunten krijgt. Dat kan een stage of een scriptie zijn. Enkel les volgen in een ontwikkelingsland is niet voldoende. In je aanvraagformulier beargumenteer je de ontwikkelingsrelevantie van de activiteit die je zult uitvoeren. Enkele voorbeelden van activiteiten en/of resultaten zijn: 4/13

5 - stage in een ziekenhuis als verpleger of arts - stage in een sloppenwijk met jongeren - stage muziekonderwijs in een lagere school - onderzoek naar nationale parken en de impact voor de lokale bevolking - onderzoek naar de bestrijding van landbouwplagen - onderzoek naar creatieve methoden om een vreemde taal aan te leren - onderzoek naar de ontwikkeling van een waterkrachtcentrale - het maken van een informatieve website voor de lokale partner, - het maken van ene prototype van een nieuwe bouwconstructie, - ontwerpen van een prototype van een nieuwe onderwijsvorm, - het ontwerpen van een beleidsplan voor groene ruimte, - het maken van een HIV-sensibiliseringsfilm - het ontwerpen van lesboeken wiskunde voor de lagere school, - het uitwerken van een strategie voor eco-toerisme gekoppeld aan landbouw, - het uitwerken van een strategie voor het tegengaan van kindermisbruik, -... Ter plaatse werk je samen met een lokale organisatie. Het kan gaan om een universiteit, hogeschool, hospitaal, lokale overheid, NGO, lokale onderneming met sociaal oogmerk, vereniging, Naast je persoonlijke ontwikkeling en het versterken van het draagvlak voor het Zuiden heeft dus ook de ontvangende partner duidelijk een voordeel bij je komst. Hier vind je op onze website nog een aantal leuke getuigenissen terug. 5 Hoe bereid ik me voor? 5.1 Vlaamse promotor Ofwel start je vanuit een thema waarrond je wil werken, ofwel start je van een promotor of begeleider in Vlaanderen waarmee je wil samenwerken. In het eerste geval probeer je jouw projectthema in een kort schema te gieten, en zoek je hiermee een gepaste en geïnteresseerde promotor of begeleider. Vergeet niet dat je Vlaamse promotor een professor of docent moet zijn aan een universiteit of hogeschool in Vlaanderen. Hij/zij beschikt over de nodige kennis en ervaring om een student te begeleiden in het betreffende studiedomein. Op kan je soms NGO s terugvinden die stageplaatsen in het Zuiden aanbieden. Je kan er ook zelf je vraag naar een stageonderwerp posten. Op vind je soms ook vragen tot onderzoek in het Zuiden terug, of kan je ontdekken welke organisaties met wetenschappelijke vragen kampen. Sommige professoren en docenten zijn betrokken bij samenwerkingsprogramma s met partnerinstellingen in een ontwikkelingsland, al dan niet gefinancierd door VLIR-UOS. Reisbeursstudenten kunnen zich in sommige gevallen inschakelen in dergelijke samenwerkingsprogramma s. Om te weten wie aan jouw instelling samenwerkt met zuidelijke partners kan je contact opnemen met de ICOS (zie 10. Bij wie kan ik terecht voor meer informatie?). Heb je nog geen idee van project waar je rond kan werken, ga je aan je eigen universiteit of hogeschool op zoek naar een promotor die je kan ondersteunen bij de voorbereiding, opvolging en evaluatie van je verblijf in een ontwikkelingsland. Die heeft vaak leuke projectvoorstellen waarvoor hij/zij gemotiveerde studenten zoekt. Bij je aanvraagdossier voeg je een aanbevelingsbrief van de Vlaamse promotor waarin die bevestigt in te zullen staan voor jouw begeleiding. 5/13

6 5.2 Lokale promotor in het land van bestemming In het land van bestemming kies je, in overleg met je Vlaamse promotor een lokale promotor die je kan helpen met de voorbereidingen en je kan begeleiden tijdens je verblijf. De lokale promotor kan, maar hoeft geen professor of docent te zijn. Hij moet wel beschikken over de nodige kennis en ervaring om een student te begeleiden in het betreffende studiedomein. De lokale promotor is medewerker van, of betrokken bij de organisatie waar je stage loopt of onderzoek uitvoert. Een Belgische vertegenwoordiger van een Belgische organisatie kan niet optreden als lokale promotor, tenzij uit het reisbeursdossier blijkt dat afspraken gemaakt werden met lokale personen die mee instaan voor de ondersteuning van de student. Je nodigt de lokale promotor uit om een instemmingsbrief toe te sturen. Bij je aanvraagdossier voeg je deze brief van de lokale promotor waarin die bevestigt in te zullen staan voor de lokale omkadering. 5.3 Praktische en inhoudelijke voorbereiding Een studieverblijf in een ontwikkelingsland vraagt zowel een degelijke voorbereiding, opvolging als nawerking en dit zowel op praktisch als inhoudelijk vlak. Daarom voorzien we een heel traject (voorbereiding, begeleiding en natraject) dat je moet doorlopen. De Vlaamse universiteiten en hogescholen helpen je bij de praktische en inhoudelijke voorbereiding. De voorbereiding bestaat uit gemeenschappelijke infosessies en vormingen, eventueel aangevuld met een documentatiemap of een individuele begeleiding. Op praktisch vlak gaat het onder meer om de aankoop van een vliegtuigticket, een reisbijstandsverzekering (die verplicht is! ), de nodige inentingen en medicijnen, een visum voor het land van bestemming, een eventuele research permit, de lokale huisvesting, het vervoer ter plaatse, We geven hier al mee dat de reisbijstandsverzekering minimaal annulatie, burgerlijke aansprakelijkheid, ongevallen, ziekte en repatriëring moet dekken. Je verbindt je er toe om voor je vertrek de medische reisadviezen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen ( en de reisadviezen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (reisadviezen) op te volgen. Over al deze praktische zaken wordt je verder ingelicht tijdens de voorbereiding. Een onderzoek of een stage in een ontwikkelingsland is geen vakantie. Je werkt immers samen met lokale mensen en krijgt een deel van de lokale cultuur te zien waar je als toerist nauwelijks toegang toe krijgt. Het succes van je verblijf is mede afhankelijk van de mate waarin je erin slaagt je aan te passen aan de lokale omgeving. Een degelijke interculturele voorbereiding is daarom ook een must. We verwachten dan ook dat je je vooraf goed informeert over het land van bestemming en dat je goede afspraken maakt met je Vlaamse en je lokale promotor over de activiteiten die je zult uitvoeren in het land van bestemming. Ook bij terugkeer is het nuttig je ervaringen (positieve en negatieve) te delen met andere reisbeursstudenten. Dit gebeurt in een terugkommoment. Voor informatie over de voorbereiding en het natraject aan jouw universiteit of hogeschool moet je contact opnemen met de ICOS (zie achteraan deze oproep: Bij wie kan ik terecht voor meer informatie? ). 6/13

7 6 Hoeveel mag het kosten? Een reisbeurs bedraagt 1000, ongeacht de effectief gemaakte kost. De werkelijke kostprijs van een studieverblijf ligt in de meeste gevallen hoger dan Voor de berekening van de totale kostprijs van je verblijf moet je ondermeer rekening houden met de volgende kosten: - vliegtuigticket - reisbijstandsverzekering (verplicht) - visum en eventueel een research permit - medische kosten (inentingen, medicijnen) - plaatselijke verblijfskosten (maaltijden en overnachtingen) - plaatselijke vervoerskosten - in sommige gevallen een vergoeding aan een bemiddelende organisatie of voor de kosten van een begeleider (bv. veldassistent ter plaatse) - Jouw universiteit of hogeschool zorgt voor de uitbetaling van de reisbeurs. Afhankelijk van de universiteit of hogeschool ontvang je vóór vertrek al een deel van de reisbeurs en de rest bij indiening van een volledig reisverslag, of krijg je het volledige bedrag bij indiening van een volledig reisverslag. Informeer hiervoor bij de ICOS van jouw universiteit of hogeschool (zie achteraan deze oproep: Bij wie kan ik terecht voor meer informatie? ). 7 Hoe dien ik een aanvraagdossier in? Een aanvraagdossier bestaat uit de onderstaande documenten. Enkel een volledige dossier komt in aanmerking voor een reisbeurs. Het aanvraagdossier dien je in bij de ICOS van jouw universiteit of hogeschool (zie achteraan deze oproep: Bij wie kan ik terecht voor meer informatie? ). Je stuurt het aanvraagdossier eveneens naar de lokale promotor zodat die inzage heeft in de projectopzet en jouw motivatie. Het aanvraagdossier stel je op in een taal die de lokale promotor machtig is. Indien het gaat om een andere taal (bv. Spaans) zorg je zelf voor een vertaling. 7.1 In te dienen documenten bij aanvraag Nr. Document 1 Ingevuld en ondertekend aanvraagformulier (in papieren én elektronische vorm) Wie stelt het Taal Formaat Elektr. e/o document op? papier student Engels of Verplicht E + P Frans (of formaat Nederlands wanneer de bestemming Suriname is) 2 Elektronische fiche student n.v.t. Verplicht formaat E 7/13

8 3 Aanbevelingsbrief van de Vlaamse promotor, verbonden aan een Vlaamse universiteit of hogeschool 4 Een uitnodigingsbrief van de lokale promotor (en indien nodig een vertaling naar het Nederlands, Engels of Frans door de student) 5 Een brief waarin je je persoonlijke motivatie weergeeft om op onderzoek of stage te gaan naar het Zuiden. Vlaamse promotor lokale promotor Student Nederlands, Engels of Frans Engels, Frans, Portugees, Spaans of Nederlands1 Engels, Nederlands of Frans Vrij formaat (max. 2 pagina s) Vrij formaat (max. 2 pagina s) Vrij formaat P P E+P 7.2 Richtlijnen bij indiening van het aanvraagdossier Het aanvraagformulier dien je zowel in papieren (ondertekend) als in elektronische versie per mail (in word-formaat en niet-ondertekend) in bij de ICOS. Handgeschreven formulieren worden niet aanvaard. Je benoemt het aanvraagformulier als volgt: naam universiteit of hogeschool 2011 familienaam voornaam aanvraag (bv. KUL 2011 Peeters Jan aanvraag ) De elektronische fiche stuur je per mail naar de ICOS. Je benoemt de elektronische fiche als volgt: naam universiteit of hogeschool 2011 familienaam voornaam samenvatting (bv. KUL 2011 Peeters Jan samenvatting ) Voor de naam van je universiteit of hogeschool gebruik je de afkorting zoals vermeld in de volgende lijst: AH; AHA; EHB; HUB; GT; HG; HOWEST; HSLB; HWK; HZS; KATHO; KDG; KHBO; KHK; KHLe; KHLi;; KHSL; KUL; LA (Lessius Antwerpen), LM (Lessius Mechelen); PH; PHL; UA; UG; UH; VUB; XIOS. In een ondertekende aanbevelings-, respectievelijk uitnodigingsbrief (maximum 2 blz. in het Nederlands, Engels of Frans) bevestigt de Vlaamse, respectievelijk de lokale promotor zijn steun aan de kandidaat en gaat akkoord met de opdracht. Hij kan in de brief meer informatie geven over de context van de opdracht (contacten met de lokale instellingen, organisaties of partners, de samenwerking waarbinnen het project kadert, ). In een ondertekende motivatiebrief geef je verdere toelichting bij je drijfveren om op stage of onderzoek naar het Zuiden te gaan. Het is een document waar we meer je persoonlijke achtergrond willen leren kennen. Het aanvraagformulier, de aanbevelings- en uitnodigingsbrief en de motivatiebrief dien je in papieren versie en ondertekend in bij de ICOS. 7.3 Deadlines Er zijn twee momenten per jaar waarop studenten zich kandidaat kunnen stellen voor een reisbeurs: in december en in maart. De precieze deadlines verschillen per associatie. 1 De documenten gericht aan, of opgesteld door, de lokale promotor kunnen uitzonderlijk worden opgemaakt in het Spaans/Portugees/Nederlands indien dit de officiële taal is van het land van bestemming van de reisbeursstudent. In elk geval dient altijd een samenvatting in het Nederlands, Engels of Frans te worden bijgevoegd. De student mag de samenvatting zelf maken. 8/13

9 8 Hoe verloopt de selectie? 8.1 Selectiesysteem Iedere universiteit en hogeschool staat in voor de selectie van de eigen reisbeurzen. VLIR-UOS stelt algemene selectierichtlijnen op en verdeelt de reisbeurzen over de universiteiten en hogescholen. De universiteiten en hogeschool leggen de selectieresultaten ter goedkeuring voor aan VLIR-UOS en rapporteren jaarlijks over het gehanteerde selectiesysteem. Om als effectieve kandidaat een reisbeurs te ontvangen moet je bij terugkeer een volledig verslag indienen (zie verder: Wat na mijn verblijf? ). 8.2 Selectiecriteria Op het niveau van de kandidaat - De voorwaarden die zijn opgesomd onder 2. Voor wie?. - De kandidaten moeten beschikken over de nodige academische, maar ook persoonlijke capaciteiten (open geest, doorzettingsvermogen,...) en motivatie om de vooropgestelde activiteit uit te kunnen voeren. - De kandidaten moeten beschikken over kennis van een taal waarmee ze goed kunnen communiceren met de lokale promotor en de voor de opdracht relevante personen. - De kandidaten die vorig jaar studiebeurs gerechtigd waren krijgen voorrang, maar enkel in geval van ex aequo voor alle andere selectiecriteria. Op het niveau van het voorstel - De mate waarin de voorgestelde reis kadert binnen de opleiding. - De ontwikkelingsrelevantie van het project: in welke mate sluit de activiteit van de reisbeursstudent aan bij de lokale ontwikkelingsbehoeften. - Kwaliteit van je project: probleem- en doelstelling, methodologie, tijdsplan,... Op het niveau van de omkadering - De inhoud van de aanbeveling door de Vlaamse promotor. - De verklaring van de lokale promotor met betrekking tot de student en het geplande verblijf. - De betrokkenheid van eventuele externe experten in de omkadering van de student. 9 Wat na mijn verblijf? Een reisbeurs wordt slechts volledig uitbetaald op voorwaarde dat je bij je terugkeer een online verslag invult en een ondertekend webafschrift (printout van de laatste verslagpagina) hiervan indient bij de ICOS van jouw universiteit of hogeschool. Het verslag dient immers als verantwoording voor de opgenomen reisbeurs ten aanzien van VLIR-UOS en de overheid. De verslagen doen ook dienst om het programma te evalueren en toekomstige studenten beter te informeren. Het is belangrijk je verslag in te dienen binnen één maand na terugkeer. Indien je pas terugkeert in 2012 moet het verslag ten laatste op 1 februari 2012 ingevuld zijn, zelfs indien je nog ter plaatse bent. 9.1 In te dienen documenten bij terugkeer Bij terugkeer dien je de volgende documenten in bij de ICOS van jouw universiteit of hogeschool: 9/13

10 Nr. Document 1 Ingevuld online reisverslag. De link naar het huidige formaat vind je vanaf 1 februari op 2 Ondertekend afschrift van het online reisverslag van de student. Dit verschijnt op het laatste scherm bij invullen van het reisverslag. 3 Ondertekend evaluatieformulier van de lokale promotor 4 Indien nodig: vertaling van de eindbeoordeling van de lokale promotor door de student Wie stelt het Taal Formaat Elektr. e/o document op papier student Nederlands 2 Verplicht E formaat student Nederlands Verplicht formaat lokale promotor student Engels, Frans, Portugees, Spaans of Nederlands3 Nederlands, Engels of Frans Verplicht formaat Verplicht formaat P E + P E + P Als je je verhaal over je Zuidproject ook wil delen met andere mensen kan je je blog registreren op de Gostrange-website ( en/of op de site van de vzw Wegwijzer ( Op beide sites vind je ook veel praktische landeninformatie terug. 9.2 Deadlines voor het indienen van het reisverslag en het evaluatieformulier Binnen één maand na terugkeer vul je het online verslag in en bezorg je de andere documenten aan de ICOS. Indien je pas terugkeert in 2012 moet het verslag ten laatste op 1 februari 2012 ingevuld worden, zelfs indien je nog ter plaatse bent. We zijn er ons van bewust dat in zo n geval het reisverslag niet over de hele projectperiode rapporteert. 9.3 Richtlijnen bij het reisverslag en het evaluatieformulier Het reisverslag vul je online in. Bij het beëindigen print je de laatste pagina af en ondertekent die. Zowel dit webafschrift van het reisverslag (1 A4) als het evaluatieformulier van de lokale promotor bezorg je ondertekend in 2 exemplaren aan de ICOS van jouw universiteit of hogeschool. De elektronische versie van het evaluatieformulier van de lokale promotor stuur je per mail (bij voorkeur in word-formaat) naar de ICOS (zie 10. Bij wie kan ik terecht voor meer informatie?). Je benoemt de eindbeoordeling van de lokale promotor als volgt: naam universiteit of hogeschool 2011 familienaam voornaam evaluatie (bv. KUL 2011 Peeters Jan evaluatie ). De eindbeoordeling van de lokale promotor moet ondertekend zijn. Om zeker te zijn dat de lokale promotor de eindbeoordeling invult en ondertekent raden we je aan om het door hem te laten invullen en ondertekenen op het einde van je verblijf, zodat je het zelf mee naar België brengt. Indien het onmogelijk is om het document tijdens je verblijf nog te laten ondertekenen is het ook toegestaan om een gefaxt of gescand ondertekend exemplaar in te dienen. 2 De student is vrij de vragen te beantwoorden in een andere taal (Frans, Engels, Spaans, Duits). 3 De documenten gericht aan, of opgesteld door, de lokale promotor kunnen uitzonderlijk worden opgemaakt in het Spaans/Portugees/Nederlands indien dit de officiële taal is van het land van bestemming van de reisbeursstudent. In elk geval dient altijd een samenvatting in het Nederlands, Engels of Frans te worden bijgesloten. De student mag de samenvatting zelf maken. 10/13

11 9.4 Communicatie over je verblijf Als reisbeursstudent vermeld je in je stageverslag of scriptie dat je een reisbeurs van VLIR-UOS hebt ontvangen. Je kan hiervoor het logo van VLIR-UOS gebruiken, te downloaden op (formatenloket). Wanneer je in de geschreven pers, op internet, radio of tv informatie geeft over je verblijf in een ontwikkelingsland, vermeld je dat je daarvoor een reisbeurs van VLIR-UOS hebt ontvangen. We vragen je om VLIR-UOS hiervan op de hoogte te stellen. 10 Bij wie kan ik terecht voor meer informatie? Voor al je vragen over reisbeurzen is er één contactpersoon, ICOS genaamd. ICOS staat voor Instellingscoördinator Ontwikkelingssamenwerking Lijst van de ICOS aan de Vlaamse universiteiten Instelling Naam ICOS Adres Telefoon Katholieke Universiteit Leuven Hilde Nijs International Office Naamsestraat 63, bus Leuven Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Universiteit Hasselt Vrije Universiteit Brussel Inge Caenen Universiteit Antwerpen - Stadscampus dienst Internationale Samenwerking Gratiekapelstraat Antwerpen Anneleen Van Laere Lia Van Hoef Martine Gheysen Dienst Onderzoeksaangelegenheden - Afdeling Onderzoekscoördinatie Sint-Pietersnieuwstraat Gent Dienst Internationalisering en Ontwikkelingssamenwerking (DIOS), Campus Diepenbeek Agoralaan, gebouw D 3590 Diepenbeek Vrije Universiteit Brussel International Relations and Mobility Office Pleinlaan Brussel Bezoekadres: Vrijwilligerslaan Brussel 10.2 Lijst van de ICOS aan de Vlaamse hogescholen inge.caenen@ua.ac.be anneleen.vanlaere@ugent.be lia.vanhoef@uhasselt.be mgheysen@vub.ac.be Instelling Naam ICOS Adres Telefoon Artesis Antwerpen Frank Rylant Keizerstraat Antwerpen frank.rylant@artesis.be Arteveldehogeschool Erasmushogeschool Contacteer de instelling voor meer info Martine Gheysen / Hoogpoort Gent Vrije Universiteit Brussel International Relations and international@arteveldehs.be / 89 mgheysen@vub.ac.be fdecuper@vub.ac.be 11/13

12 Brussel Groep T- Internationale Leuven Gent Sint-Lukas Brussel voor Wetenschap & Kunst Françoise De Cupere Wim Polet Mobility Office Pleinlaan Brussel Bezoekadres: Vrijwilligerslaan Brussel Campus Vesalius Vesaliusstraat Leuven Inez Adriaensen Kortrijksesteenweg Gent Wim Aerts Paleizenstraat Brussel Maria De Smet Koningsstraat Brussel HOWEST Isabelle Pertry Marksesteenweg Kortrijk HUB Ingeborg Vandenbulcke -Universiteit Brussel Centrum Internationalisering en Projecten Stormstraat Brussel Van Schoonbekestraat Antwerpen KHBO Campus Brugge Xaverianenstraat Brugge Karel de Grote- Hélène Vanbrabant Katholieke Johan L. Vanderhoeven Brugge- Oostende KATHO Serge Schroef Doorniksesteenweg Kortrijk wim.polet@groept.be inez.adriaensen@hogent.be wim.aerts@sintlukas.be maria.desmet@wenk.be isabelle.pertry@howest.be ingeborg.vandenbulcke@hubruss el.be helene.vanbrabant@kdg.be johan.vanderhoeven@khbo.be serge.schroef@katho.be Katholieke Kempen Katholieke Leuven Katholieke Limburg Katholieke Sint-Lieven Lessius Antwerpen Lessius Mechelen Plantijn- Agnes Dilliën Kleinhoefstraat Geel Klaas Vansteenhuyse Michaël Joris Hilde Lauwereys Abdij van Park Leuven Agoralaan, Universitaire Campus gebouw B bus Diepenbeek Gebr. Desmetstraat Gent Wim Coudenys Jozef De Bomstraat Antwerpen Stijn Coenen Zandpoortvest Mechelen Marleen Matyn Lange Nieuwstraat Antwerpen agnes.dillien@khk.be klaas.vansteenhuyse@khleuven.b e michael.joris@khlim.be euro@kahosl.be wim.coudenys@lessius.eu Stijn.coenen@mechelen.lessius.e u marleen.matyn@plantijn.be 12/13

13 Provinciale Limburg Hogere Zeevaartschool XIOS Limburg Wendy Danko Elfde-Liniestraat Hasselt Patrick Blondé Noordkasteel-Oost Antwerpen Kristien Universitaire Campus Gebouw Bauwens H 3590 Diepenbeek wendy.danko@phl.be patrick.blonde@hzs.be kristien.bauwens@xios.be 13/13