Keuzedeel K0023 Digitale vaardigheden gevorderd

Transcriptie

1 Keuzedeel K0023 Digitale vaardigheden gevorderd Artikel

2 Praktische informatie Code keuzedeel K0023 Niveau Geschikt voor niveau 3 en 4 Studielast Totaal: 240 uur Savantis adviseert 20 contactgebonden uren theorie, 110 uren praktijk en 110 zelfstudie-uren theorie. Deze uren zijn slechts een indicatie. V.w.b. de contactgebonden uren theorie kunt u ook meer uren inroosteren. Voor BOL-opleidingen zijn de uren praktijk deels contactgebonden uren. Zelfstudie-uren kunt u verminderen door deze op te nemen bij de contactgebonden uren. Beroepsgericht / generiek Dit keuzedeel is generiek (sectoroverstijgend). Productvorm uitgave Het lesmateriaal wordt geleverd in een folioversie én in een online leeromgeving (Studeo). Examenvorm Savantis biedt een bijpassend examen aan. 2

3 Inhoudsopgave Werken met een computer 1. Computers 1.1 Inleiding 1.2 Soorten computers 1.3 Software 1.4 Werken met Windows Besturingssysteem van een tablet of smartphone 1.6 Computer verbinden 2. Bestanden 2.1 Inleiding 2.2 Verschillende soorten bestanden 2.3 Bestanden en mappen aanmaken 2.4 Bestanden opslaan 2.5 Informatiebeheer 2.6 Digitale duurzaamheid 2.7 Bestanden printen 2.8 Bestanden ordenen 3. Veilig werken 3.1 Werken met een eigen account 3.2 Wachtwoorden 3.3 Virussen 3.4 Een back-up maken 3.5 Gevaren van beeldschermwerk Werken met internet 4. Internet 4.1 Wat is internet? 4.2 Hoe werkt het internet? 4.3 Werken met een browser 5. Informatieverwerking 5.1 Informatie verzamelen 5.2 Auteursrechten 3

4 6. Informatie delen 6.1 Communicatie 6.2 Formeel en informeel taalgebruik 6.3 Een opstellen 6.4 Intern informatie delen 6.5 Websitebeheer 6.6 Communiceren via social media 7. Gevaren op het internet 7.1 Privacy 7.2 De gevaren van 7.3 De gevaren van social media en apps Werken met een Officepakket 8. Tekstverwerking 8.1 Wat is een tekstverwerkingsprogramma? 8.2 Sjablonen en tekst opmaken 8.3 Afbeeldingen invoegen 8.5 Tabel invoegen 9. Spreadsheets 9.1 Wat is een spreadsheet? 9.2 Spreadsheets opmaken 9.3 Rekenen in Excel 9.4 Tabel aanmaken 9.5 Grafieken 10. Presentatie 10.1 Presentatieprogramma s 10.2 Hoe geef je een goede presentatie? 10.3 Sjablonen en presentatie vormgeven 10.4 Audiofragmenten en video s toevoegen Praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1. Een dag als FBI-agent Praktijkopdracht 2. Ontwikkeling van jouw beroep Praktijkopdracht 3. Richt je eigen werkplek in 4

5 Praktijkopdracht 4. De archiefkast Praktijkopdracht 5. Welke social media strategie kies jij? Praktijkopdracht 6. Een dag op de marketingafdeling van Nike Praktijkopdracht 7. Is het echt waar? Praktijkopdracht 8. Maak een instructiekaart Praktijkopdracht 9. Informatie bij de hand Instructiekaarten Instructiekaart Tekst bewerken in Word Instructiekaart Tabel invoegen in Word Instructiekaart Afbeelding invoegen in Word Instructiekaart Dia s en afbeeldingen toevoegen PowerPoint Instructiekaart Overgangen in PowerPoint Instructiekaart Video en audio toevoegen PowerPoint Instructiekaart Berekeningen Excel Instrcutiekaart Tabel maken Excel Instrcutiekaart Grafiek maken Excel 5

6 6. Informatie delen 6.1 Communicatie Als je tegen iemand praat is de ander aan het luisteren. Als jij bent uitgepraat zegt de ander wat terug en ben jij aan het luisteren. Dit noemen we communicatie. Om informatie uit te wisselen moet je communiceren. Hieronder lees je over hoe communicatie plaatsvindt. Communicatie is een proces waarbij iemand informatie geeft aan een ander. Bij communicatie is er altijd een zender en een ontvanger. De ene keer ben je de zender, een andere keer ben je ontvanger. De zender heeft een boodschap en de ontvanger ontvangt de boodschap. Ook is er een medium. Een medium is de vorm waarin de boodschap wordt overgebracht, bijvoorbeeld via een , een Facebookbericht of een krant. Bij communicatie brengt de zender een boodschap over aan de ontvanger. Terugkoppeling Als je iemand een boodschap stuurt, is het fijn als je een reactie ontvangt. Deze reactie noemen we ook wel de terugkoppeling. Door terugkoppeling weet de zender of het bericht goed is aangekomen bij de ontvanger. Als de zender geen terugkoppeling krijgt, weet hij niet of zijn bericht goed is ontvangen en of hij de boodschap eventueel opnieuw moet sturen. 6

7 Voorbeeld zender en ontvanger Dave stuurt Mathijs een Whatsappbericht waarin hij vraagt hoe laat ze vanavond afspreken. Mathijs stuurt Dave een antwoord waarin hij een tijd noemt. In dit geval is Dave de zender en Mathijs de ontvanger. Het medium waarmee de boodschap is verzonden is Whatsapp. Mathijs geeft Dave terugkoppeling door een reactie te sturen. 6.2 Formeel en informeel taalgebruik Stel, je hebt een verslag geschreven voor school. Je hebt alle informatie verzameld en vastgelegd in een verslag. Het enige wat je nu nog moet doen is het verslag delen met je docent. Om het verslag te delen moet je een bericht sturen aan je docent. Hoe spreek je je docent aan in je bericht? Hieronder lees je meer over de verschillen tussen formeel en informeel taalgebruik. In hoofdstuk 5 heb je gelezen hoe je informatie verzamelt en vastlegt. Een logische vervolgstap is om de informatie te delen met iemand anders. Informatie delen kan zowel op school, in je leerbedrijf of privé. Informatie delen doe je door te communiceren. Als het gaat om communiceren kun je onderscheid maken tussen formeel en informeel taalgebruik. Formeel taalgebruik Met formeel taalgebruik wordt zakelijk taalgebruik bedoeld. Je schrijft of spreekt dan officieel en netjes. Het taalgebruik dat jij kiest en hoe je de lezer aanspreekt bepaalt of het taalgebruik formeel is. Bij formeel taalgebruik spreek je de ander aan met u en gebruik je volledige zinnen. Informeel taalgebruik Formeel taalgebruik is zakelijk en netjes Informeel taalgebruik is minder officieel dan formeel taalgebruik. Informeel taalgebruik gebruik je meestal als je met een kennis communiceert. Met iemand die je kent communiceer je anders dan met iemand die je niet kent. Bij informeel taalgebruik spreek je de ander aan met jij of je. 7

8 Informeel taalgebruik gebruik je als je iemand goed kent Wanneer gebruik je welk taalgebruik? Hoe bepaal je welk taalgebruik je toepast? Stel jezelf een aantal vragen, bijvoorbeeld de vragen in de onderstaande tabel. In de tabel wordt uitgelegd in welke situaties je voor welk taalgebruik kiest. Vraag Formeel Informeel Wie is de lezer? Je kent de lezer niet De ander is ouder dan jijzelf Je kent de lezer wel De ander is even oud of jonger dan jijzelf Wat is het doel van de tekst? Je doel is om informatie te delen met iemand Het doel van je tekst is om iemand te overtuigen Wie ben jij? Je schrijft namens je bedrijf Je schrijft namens jezelf Welk medium gebruik je om te schrijven? Je stuurt iemand een brief of Je stuurt iemand een bericht via Whatsapp of Facebook Hoe kan ik mijn tekst formeel of informeel maken? Je weet nu in welke situaties je kiest voor formeel of informeel taalgebruik. Maar wat maakt een tekst nu formeel of informeel? Aanhef Hoe je iemand aanspreekt bepaalt voor een groot deel hoe formeel een tekst is. In een formele tekst spreekt je iemand bijvoorbeeld aan met: Geachte heer De Wit Geachte meneer/mevrouw (als je niet weet of je een man of vrouw aanspreekt) 8

9 In een informele tekst kun je de ander bijvoorbeeld aanspreken met: Hallo Jan Hoi Femke Taalgebruik In een formele tekst spreek je de lezer meestal aan met u. In een informele tekst kun je je en jij gebruiken. Let ook op de formulering van de zinnen die je gebruikt. In een formele tekst schrijf je bijvoorbeeld: We hebben genoten van het heerlijke eten, terwijl je in een informele tekst zou schrijven: We vonden het eten erg lekker. Afsluiting Een formele tekst sluit je anders af dan een informele tekst. In een informele tekst zet je bijvoorbeeld: Hoogachtend Met vriendelijke groet In een informele tekst kun je afsluiten met: Groetjes Groeten 6.3 Een opstellen Je hebt vast weleens een verstuurd. Of je hebt een ontvangen en die beantwoord. Voor het versturen van s gebruik je een e- mailprogramma. Een programma heeft echter nog veel meer functies. Hieronder lees je hoe je een op kunt stellen en beantwoorden. Er zijn verschillende programma s waarmee je een kunt versturen. Voor elk programma geldt dat je een account moet hebben. Je hebt dan je eigen adres. Een aantal bekende programma s zijn Gmail, Thunderbird en Outlook. Ze zien er allemaal net wat anders uit, maar het principe is steeds hetzelfde. 9

10 Een nieuwe schrijven Een programma dat veel gebruikt wordt om te mailen is Outlook. Daarom wordt in onderstaande uitleg uitgegaan van dit programma. In andere programma s zien de knoppen er net wat anders uit. Om iemand een te sturen klik je op nieuwe . Als je een nieuwe mail opstelt, krijg je verschillende knoppen te zien: Knop Uitleg Hier vul je het adres in van degene aan wie je een mail stuurt. Als je een adres in de CC zet krijgt diegene een kopie van de . Je gebruikt deze functie om mensen die niet direct betrokken zijn bij de te informeren. Je gebruikt deze knop dus niet altijd. Naast CC bestaat er ook BCC. Je kunt daarmee iemand een blinde kopie sturen. Degene aan wie je de stuurt bij aan ziet niet dat je de ook aan degene in de BCC hebt gestuurd. Hier vul je in waar je over gaat. Let erop dat het onderwerp niet te lang wordt. Door op deze knop te klikken kun je een bijlage aan je toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan een Worddocument of een afbeelding. Is de mail klaar om te worden verzonden? Dan klik je op deze knop. Voordat je een verzendt, controleer je of er geen fouten in de staan. Een beantwoorden Als je een van iemand anders hebt ontvangen is het netjes om deze te beantwoorden. Je kunt uit meerdere antwoordopties kiezen, namelijk: Beantwoorden: Hier kies je voor als je de afzender van de een antwoord wilt sturen. 10

11 Allen beantwoorden: Het kan zijn dat de naar meerdere personen is gestuurd. Met deze knop maak je een nieuw bericht dat naar alle geadresseerden in het oorspronkelijke bericht wordt verzonden. Doorsturen: Je kunt een doorsturen aan anderen. Je kunt aan dit bericht nog eigen tekst toevoegen. LET OP! Voordat je een verzendt, lees je de altijd eerst door op eventuele fouten, bijvoorbeeld typ- en spelfouten. Een agenda delen In een programma kun je ook een agenda bijhouden. In deze agenda kun je al je afspraken zetten. Je agenda kun je delen met anderen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn op je werk. Je collega s kunnen in je agenda zien wanneer je een afspraak hebt en wanneer je vrij bent. Ook bestaat er in sommige programma s de optie om een gezamenlijke agenda aan te maken. In deze agenda kunnen meerdere mensen afspraken inplannen. 6.4 Intern informatie delen Als je voor een bedrijf werkt, deel je sommige informatie met collega s. Je deelt deze informatie dan intern. Je kunt een collega een sturen met informatie, maar vaak is er ook een intern netwerk waar je informatie kunt delen. Wat is een intern netwerk precies? En hoe werkt het? Hieronder lees je hoe je intern informatie kunt delen. Er zijn verschillende soorten interne netwerken. Een intern netwerk is alleen toegankelijk voor medewerkers van het bedrijf. Het doel van dit soort netwerken is om medewerkers efficiënter met elkaar te laten communiceren en samenwerken. De 11

12 communicatie kan gaan over hoe je iets aanpakt, waar je aandacht aan moet besteden of bij wie je moet zijn voor bepaalde informatie. Het gaat om informatie die een bedrijf beter laat functioneren. Ook kun je binnen een intern netwerk bestanden uitwisselen met collega s. Via een intern netwerk kun je informatie delen met collega s Intern communiceren Binnen een intern netwerk kun je communiceren met collega s. Zo kun je bijvoorbeeld collega s op de hoogte houden van jouw werkzaamheden. Je kunt berichten plaatsen op het interne netwerk waar anderen op kunnen reageren. Het is vergelijkbaar met Facebook, maar dan kunnen alleen jouw collega s de berichten lezen en zijn de berichten werk gerelateerd. Binnen een intern netwerk kun je communiceren met collega s Soms moet je met een aantal collega s samenwerken aan een project. Het is binnen een intern social netwerk mogelijk om een groep te maken met deze collega s. Zo kun je communiceren met een bepaald aantal collega s. Dit is vooral handig als je een baan hebt waarbij niet iedereen altijd op dezelfde plek is. 12

13 Bestanden delen Veel bedrijven hebben binnen het interne netwerk en plek waar je bestanden kunt opslaan. Deze bestanden worden opgeslagen in een soort interne bibliotheek. Alleen medewerkers hebben toegang tot deze bibliotheek. Zo zijn bestanden op een makkelijke manier toegankelijk voor alle medewerkers. Anderen kunnen ook werken in deze bestanden en wijzigingen opslaan. Hierdoor is het mogelijk om online samen te werken met collega s. Daarnaast is het vaak mogelijk om bepaalde bestanden toegankelijk te maken voor een aantal collega s. Niet iedereen kan deze bestanden dan inzien. Via een intern netwerk kun je bestanden delen met collega s 6.5 Websitebeheer Ieder bedrijf heeft wel een website. Op deze websites kun je informatie vinden over een bedrijf zelf. De uitstraling van een website is daarom belangrijk. Een professionele uitstraling draagt bij aan een betrouwbaar karakter van je bedrijf. En een betrouwbaar karakter zorgt ervoor dat klanten eerder actie zullen ondernemen. Maar hoe zorg je ervoor dat je website er goed uit ziet? Hieronder lees je meer over websitebeheer. 13

14 Een website is niet zomaar een pagina met informatie over je bedrijf. Je kunt een website voor veel meer gebruiken, zoals voor het verkopen van producten of klanten aanzetten tot actie. Websites kun je tegenwoordig makkelijk zelf beheren. Bijvoorbeeld met een content-beheersysteem zoals Wordpress. Een goede website is doeltreffend en actueel. Om een website actueel te houden, moet je de inhoud van een website regelmatig bijwerken. Content-beheersysteem Met een content-beheersysteem kun je op een makkelijke manier de inhoud van een website aanpassen en aanvullen. Iedere website is opgebouwd uit een zogenaamde HTML-code. Met een content-beheersysteem kun je een website onderhouden en aanpassen zonder kennis van de HTML-code te hebben. het systeem schrijft als het ware de code al voor en jij hoeft alleen nog maar de inhoud aan te passen. Met een content-beheersysteem kun je makkelijk de inhoud van een website aanpassen Wordpress Het meest bekende content-beheersysteem is Wordpress. Wordpress heeft een aantal opties waarmee je een website kunt aanpassen. Hieronder staan een aantal koppen die je vindt binnen Wordpress: Berichten. Onder berichten kun je berichten schrijven, bewerken en publiceren. Bijvoorbeeld nieuwsupdates. Ook kun je hier alle berichten zien die al op je website staan. Pagina s. Dit zijn de verschillende pagina s die op je website staan. Bijvoorbeeld een pagina met informatie over jouw bedrijf. Deze informatie kun je hier aanpassen. 14

15 Weergave. Hier kun je het design en de indeling van je website aanpassen. Zo kun je bijvoorbeeld een bepaald thema selecteren voor je website of het logo van je website uploaden. Plug-ins. Dit zijn kleine software toevoegingen. Door een plug-in kun je dingen toevoegen aan je website die er niet standaard op staan, zoals een contactformulier. Instellingen. Bij instellingen kun je onder anderen de titel en ondertitel van jouw website aanpassen. Ook kun je instellen hoe de berichten op je website worden weergegeven. Forum Je kunt een forum toevoegen aan website door een plug-in. Een forum is een goede manier om in contact te komen met je klanten en extra service te bieden. Door een forum wordt je website een actiever platform. Op een forum kunnen mensen berichten van elkaar bekijken en hier op reageren. Er zijn vaak verschillende fora voor verschillende onderwerpen. Bedrijven gebruiken fora vaak zodat klanten vragen kunnen stellen of met elkaar in discussie kunnen gaan. Ook kunnen klanten het antwoord vinden op een vraag die iemand al eerder heeft gesteld. Zo kunnen klanten elkaar onderling helpen, maar kun je als bedrijf ook vragen beantwoorden. Op een forum kun je informatie uitwisselen of met elkaar discussiëren Regels Op fora gelden vaak regels waaraan iedereen zich moet houden. Hierin staat meestal wat het doel is van het forum en hoe je met elkaar om moet gaan. Op een forum is het belangrijk om rekening te houden met de privacy van mensen. Als websitebeheerder verwijder je daarom berichten waar persoonlijke informatie in staat, zoals adresgegevens of telefoonnummers. 15

16 6.6 Communiceren via social media Social media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Hoe vaak per dag kijk jij op Facebook, Twitter of Instagram? Misschien heb je op al deze websites wel een account. Waar gebruik je social media voor? En hoe kun je op elkaars berichten reageren? Hieronder lees je over de mogelijkheden van social media. Wereldwijd wordt er enorm veel gecommuniceerd via social media. Via social media kun je dan ook gemakkelijk informatie delen. Social media kun je privé gebruiken, maar ook voor je werk. Bedrijven zijn vaak erg actief op social media, omdat je er veel mensen mee kunt bereiken. Social media zijn online netwerken waar de gebruikers de inhoud bepalen, informatie delen en met elkaar communiceren. Voorbeelden van social media Er zijn verschillende soorten social media, ook wel platforms genoemd. Alle social media platformen hebben net een ander doel. In de onderstaande tabel staan de functies van een aantal bekende social media platformen onder elkaar. Voor al deze social media platformen geldt dat je een account nodig hebt om bijvoorbeeld een bericht te kunnen plaatsen. Je kunt de platforms wel bekijken zonder een account. Logo Toelichting Facebook Facebook is een website met als doel om snel informatie te delen, zoals nieuws, meningen, video s en foto s. Je kunt op Facebook vrienden worden met mensen die je kent en informatie uitwisselen. Twitter Via Twitter kun je berichten van maximaal 140 tekens plaatsen op het internet. Dit noem je een tweet. Anderen kunnen jou volgen en jij kunt anderen volgen. Ook kun je reageren op tweets en kunnen mensen op jouw tweets reageren. Instagram Met Instagram kun je foto s maken, bewerken en plaatsen. Anderen kunnen jouw foto s zien en hierop reageren. Net als bij Twitter kun je anderen volgen en kunnen anderen jou volgen. LinkedIn LinkedIn is bedoeld om zakelijk te communiceren. Je hebt een profiel waarop onder andere staat wat voor werk je doet en met wat voor projecten je bezig bent. Je kunt via LinkedIn in contact komen met mensen uit jouw werkveld. 16

17 Naast bovengenoemde platformen zijn er nog veel meer social media, zoals Snapchat of Pinterest. Informatie kun je delen via social media Social media strategieën Social media speelt tegenwoordig een belangrijke rol binnen bedrijven. Door social media kun je snel in contact komen met jouw doelgroep. Social media heeft ook een aantal valkuilen. Daarom is het belangrijk om als bedrijf een social media strategie te ontwikkelen. Dit is een soort plan van aanpak waarin in je de online identiteit van jouw bedrijf beschrijft, de manier waarop je de doelgroep wilt benaderen beschrijft en de concrete doelen die je wilt realiseren beschrijft. Als bedrijf is het belangrijk om een social media strategie op te stellen Bij het bedenken van een strategie kun je jezelf een aantal vragen stellen: Wat wil je bereiken door social media in te zetten? Bijvoorbeeld de naamsbekendheid van je bedrijf vergroten of sneller contact met je doelgroep. Je bedenkt je doelstellingen voor het gebruik van social media. Wat is je doelgroep? Kies een social media platform dat past bij je doelgroep. Jongeren zullen bijvoorbeeld eerder Instagram gebruiken dan volwassenen. Ook kun je het taalgebruik aanpassen aan je doelgroep. 17

18 Welke informatie wil je delen? Zodra je weet wat je doelgroep is en wat je wilt bereiken kun je bepalen welke informatie je gaat delen. Op basis van je doelstellingen bepaal je welke informatie je wanneer online gaat delen. Hoe presenteer je de informatie? Je kunt informatie en producten op verschillende manieren presenteren. Belangrijk is om je doelgroep nieuwsgierig te maken. Combineer bijvoorbeeld tekst en beeld, infographics of video s om je verhaal te ondersteunen. Aan de hand van de antwoorden op deze vragen kun je een social media strategie opstellen. Nadat je de strategie hebt bedacht en ingevoerd, is het belangrijk om te evalueren of je strategie succesvol is. Zo kun je met bijvoorbeeld statistieken bijhouden hoeveel mensen je account bekijken of hoeveel reacties er worden gegeven op geplaatste berichten. Eventueel kun je jouw strategie aanpassen. Communiceren via social media Voor alle social media platformen geldt dat je er informatie kunt delen. Je kunt er een bericht, foto of video plaatsen en anderen kunnen daarop reageren. Ook veel bedrijven communiceren met hun klanten via social media. Als bedrijf communiceer je anders op social media dan als persoon. Een bedrijf communiceert zakelijk. Waar let je op bij het plaatsen van een zakelijk bericht? Bied kwaliteit. Zorg voor berichten waar je volgers of vrienden echt wat aan hebben, bijvoorbeeld interessante nieuwtjes, originele bevindingen, handige tips en verwijzingen naar nuttige websites. Wees aanwezig. Zorg ervoor dat je je account regelmatig bijhoudt. Plaats bijvoorbeeld iedere week een bericht. Schrijf kernachtig, eenvoudig en direct. Zo weet degene die het bericht leest gelijk wat het doel van het bericht is. Hoe reageer je op reacties van anderen? Als je een bericht plaatst, is de kans groot dat iemand daar op reageert. Een reactie kan positief zijn, maar ook negatief. Hoe reageer je op een reactie? Als je een bericht krijgt van iemand, reageer hier dan op. Dit is wel zo aardig. 18

19 Reageer snel, maar niet te snel. Neem even de tijd om na te denken over een geschikt antwoord. Wees vriendelijk. Ook als iemand jou een boos of onvriendelijk bericht stuurt. Als je een bericht krijgt, reageer je op dit bericht Webcare Veel bedrijven doen tegenwoordig aan webcare. Webcare gaat over het communiceren met klanten op social media. Zo wordt geprobeerd de klanten een zo goed mogelijke service te bieden. Je wilt als bedrijf natuurlijk dat je klanten tevreden zijn en blijven. Heeft iemand een klacht? Dan moet je hier als bedrijf op een gepaste manier op reageren. Maar hoe ga je om met een klacht? Bedank de klant voor het melden van de klacht. Het is voor je bedrijf een mogelijkheid om het product te verbeteren. Toon begrip voor de klacht en neem de klacht serieus. Ook als je het niet eens bent met de klacht. Ga in op de klacht en leg uit waarom de klacht wel of niet terecht is. Doe dit op een vriendelijke en zakelijke manier. Als de klacht terecht is, vertel dan hoe je de klacht gaat oplossen. Wees specifiek. Benoem bijvoorbeeld wanneer je terug komt op de vraag. Door webcare zijn en blijven jouw klanten tevreden 19

20 OEFENVRAGEN Vraag 1 Axel stuurt Max een met een offerte van de nieuwe bank die Max heeft gekocht. Verbind de juiste term met de juiste rol of functie door middel van een pijl. Axel Max Offerte van de nieuwe bank Medium Boodschap Zender Ontvanger Vraag 2 Je schrijft een namens je bedrijf aan een klant. Je kent deze klant niet. Welk soort taalgebruik kies je? a. Formeel taalgebruik b. Informeel taalgebruik Vraag 3 Naomi beheert de website van haar bedrijf. Dit doet ze met Wordpress. Ze wilt informatie over haar bedrijf op de website plaatsen. Onder welke kop in Wordpress kan ze dit het beste doen? a. Berichten b. Pagina s c. Plug-ins d. Weergave Vraag 4 Waarvoor kun je als bedrijf een forum gebruiken? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. a. Om klanten te informeren dat je een nieuw product uitbrengt b. Om klanten vragen te laten stellen c. Zodat klanten het antwoord kunnen vinden op hun vraag d. Zodat klanten producten of diensten kunnen bestellen 20

21 Vraag 5 Er zijn verschillende social media platformen. Verbind de juiste omschrijving met het juiste platform door middel van een pijl. Facebook Instagram LinkedIn Twitter Hier kun je foto s maken, bewerken en plaatsen Hier kun je zakelijk communiceren Hier kun je berichten plaatsen van maximaal 140 tekens Hier kun je snel nieuws, meningen, foto s en video s delen Vraag 6 Sabine is verantwoordelijk voor het Twitteraccount van het bedrijf waar ze werkt. Vorige maand plaatste ze iedere dag een bericht. Tegenwoordig plaatst ze de ene week drie berichten en de andere week één of geen berichten. Wat doet ze niet goed? a. Ze biedt geen kwaliteit b. Ze is onvoldoende aanwezig c. Ze schrijft niet kernachtig, eenvoudig en direct Vraag 7 Is de volgende uitspraak juist? Als je een klacht van een klant niet terecht vindt, hoef je hier niet op te reageren. a. Ja b. Nee 21

22 Praktijkopdracht 3 Richt je eigen werkplek in Naam leerling:...datum:... In deze praktijkopdracht ga je jouw eigen werkplek inrichten. Je kiest zelf de meubels die je wilt hebben. Maar je moet wel meubels kiezen die de risico s van beeldschermwerk voorkomen! Wat ga je doen? Lees de opdracht goed door Beantwoord vraag 1 en 2 Voer opdracht 1 uit en beantwoord vraag 3: o Bereid het zoeken naar je kantoorinrichting voor o Maak een Word document waarin je de kantoorinrichting vastlegt o Sla het Word document op Voer opdracht 2 uit en beantwoord vraag 4: o Bereken het totaalbedrag van de producten die je wilt bestellen o Sla het Word document op Voer opdracht 3 uit: o Stel een formele op over de spullen die je graag wilt hebben o Stuur deze aan je docent met het Word document als bijlage Beantwoord vraag 5 t/m 7 Beoordeel de opdracht eerst zelf en laat de opdracht daarna beoordelen door je begeleider 22

23 Bronnen Theorie 3.5. Gevaren van beeldschermwerk Theorie 6.2. Formeel en informeel taalgebruik Theorie 6.3. Een opstellen Theorie 8. Tekstverwerken Benodigde programma s Word Internet VOORBEREIDEN Vraag 1 Als je lang achter een beeldscherm zit kun je last krijgen van je nek, schouders of armen. Om dit te voorkomen kun je ontspanningsoefeningen doen. Zoek per lichaamsdeel een ontspanningsoefening op. Schrijf de naam van de oefening op en leg de oefening kort uit in de tabel. Nek Schouders Armen Vraag 2 Je bereidt het zoeken naar je kantoorinrichting voor. Schrijf per onderdeel in de tabel op: Welke zoektermen je gebruikt. Welke eisen je stelt aan het product. 23

24 Zoektermen Eisen Stoel Bureau Computerscherm Toetsenbord Muis UITVOEREN Opdracht 1 Je zoekt je kantoorinrichting uit aan de hand van je zoektermen en eisen. Leg je gevonden kantoorinrichting als volgt vast: 1. Maak een tabel in Word met drie kolommen en vijf rijen. 2. Zet in de eerste kolom de afbeeldingen van de spullen die je wilt bestellen. 3. Zet in de tweede kolom de internetlink waar je de spullen wilt bestellen. 4. Zet in de derde kolom de prijs van het product. Vraag 3 Sla het bestand op onder een naam waaronder jij het makkelijk terug kunt vinden. Hoe noem je het document? 24

25 Opdracht 2 Je gaat een aantal berekeningen maken in Excel. Bereken het volgende: 1. Het totaalbedrag van de producten die je wilt bestellen. 2. Stel, je wilt alle producten ook voor drie andere collega s bestellen. In totaal bestel je van alle producten dus vier stuks. Bereken de totaalprijs als je van alle producten vier stuks bestelt. 3. Als je voor meer dan 500 euro producten besteld krijg je de bezorgkosten gratis. Zo niet, dan zijn je bezorgkosten 5 euro. Laat met een formule zien of je bezorgkosten moet betalen als je de producten besteld voor jezelf en voor drie collega s. Lever het Excelbestand in bij je docent. Overleg met je docent hoe je het bestand bij hem inlevert. Vraag 4 Sla het bestand op onder een naam waaronder jij het makkelijk terug kunt vinden. Hoe noem je het document? Opdracht 5 Je hebt nu een bestand gemaakt met spullen die je graag wilt hebben. Je mailt dit document aan je begeleider. Stel hiervoor een formele op en stuur deze aan je begeleider. Dit moet in je staan: Zeg dat je spullen hebt uitgekozen die je graag wilt hebben voor je werkplek. Leg uit waarom je deze spullen graag wilt hebben. Zeg dat er een document in de bijlage staat met de spullen die je hebt uitgekozen. Sluit je netjes af. 25

26 TERUGKIJKEN Vraag 5 Wat vond je lastig aan het uitzoeken van een computerscherm, toetsenbord en muis? Licht je antwoord toe. Vraag 6 Wat vond je lastig aan het maken van een tabel in Word? Licht je antwoord toe. Vraag 7 Stel je mag jezelf een cijfer geven voor de mail die je hebt geschreven. 1. Wat voor cijfer zou jij jezelf dan geven? 2. Licht het cijfer toe. 26

27 BEOORDELEN Beoordelingspunten Leerling Begeleider Ja Nee Ja Nee 1) Zijn er goede ontspanningsoefeningen opgezocht? 2) Zijn er relevante zoektermen opgeschreven? 3) Zijn er eisen opgeschreven waaraan de producten moeten voldoen om de risico s van beeldschermwerk te voorkomen? 4) Zijn er producten uitgekozen die voldoen aan de beschreven eisen? 5) Bevat de tabel in Word het juiste aantal rijen en kolommen? 6) Zijn de afbeeldingen en links van de spullen in de tabel gezet? 7) Is de tabel netjes vormgegeven? 8) Voldoet de formele aan de eisen zoals beschreven in de theorie 6.2 en 6.3? Beoordeling Naam begeleider: Handtekening: Datum: Feedback Cijfer 27