EU-samenwerkingsprogramma etwinning - Deelname Vlaamse leerkrachten

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 592 van VERA CELIS datum: 29 juni 2017 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS EU-samenwerkingsprogramma etwinning - Deelname Vlaamse leerkrachten Het etwinning-programma van de Europese Commissie geeft aan Europese leerkrachten de mogelijkheid om op een eenvoudige manier met elkaar samen te werken rond een schoolproject of om met elkaar ideeën en praktijkvoorbeelden uit te wisselen. Een leerkracht die rond een bepaald thema wil samenwerken met een Europese collega, meldt zich aan op het onlineportaal van etwinning en kan via een onlinedatabase of forum op zoek gaan naar een geïnteresseerde Europese partner. Het portaal biedt leerkrachten overigens een hele reeks aan hulpmiddelen om het project in goede banen te leiden. etwinning laat leerkrachten trouwens zelf kiezen rond welk projectthema ze graag willen werken. De enige vereiste is dat er een evenwicht wordt gevonden tussen het gebruik van ICT en activiteiten in de klas, en dat de projecten passen binnen de nationale leerplannen. In een schriftelijke vraag (nr. 483 van 13 juli 2016) vroeg ik aan de minister een cijferoverzicht van het aantal scholen en leerkrachten die deelnamen aan het etwinning programma. Opvallend hierin was het beperkte aandeel van het lager onderwijs in deze cijfers: slechts 15% van de projecten hadden betrekking op het lager onderwijs. De minister gaf dan ook aan dat de participatie van het lager onderwijs een aandachtspunt is. In opvolging hiervan stel ik dan ook graag de volgende vragen aan de minister. 1. Kan de minister naar analogie van het antwoord op bovenvermelde schriftelijke vraag de nieuwste cijfers bezorgen van het aantal projecten en de daaraan deelnemende leerkrachten aan het programma etwinning? Kan de minister een onderscheid maken per onderwijsniveau? Hoeveel scholen zijn er nu in totaal geregistreerd en wat is hun aandeel in vergelijking met het totaalaantal scholen? 2. Kan de minister een analyse geven van de cijfers? Hoe is het gesteld met de participatie van de verschillende onderwijsniveaus? Merkt de minister dat het lager onderwijs ondervertegenwoordigd blijft? 3. Hoe is het gesteld met de participatie van Vlaamse leerkrachten en scholen ten opzichte van de participatie van hun collega s uit andere Europese landen? Merkt de minister dat Vlaanderen hier goed scoort?

2 4. In haar antwoord gaf de minister aan dat er voor de deelnemende leerkrachten in een aangepaste training en nascholing wordt voorzien? Kan de minister aangeven op welke manier dat dit wordt gerealiseerd? 5. Kan de minister overigens ook een overzicht geven van de middelen die dit schooljaar zijn toegekend voor de organisatie van etwinning vanuit de Europese Commissie, Vlaanderen en EPOS?

3 HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS ANTWOORD op vraag nr. 592 van 29 juni 2017 van VERA CELIS 1. In 2016 zijn er 281 nieuwe leerkrachten geregistreerd in 171 scholen. Er werden 144 nieuwe projecten geregistreerd. Lager onderwijs haalt daarin een aandeel van 16% in de projecten in vergelijking met 17% in 2015, 15,5% in 2014 en 15% in Het percentage blijft dus stabiel. Leerkrachten Nieuwe Scholen Projecten Tabel 1 registratie van (nieuwe) deelnemende leerkrachten, scholen en projecten ( ) In Vlaanderen zijn er nu scholen geregistreerd, wat overeenkomt met 30% van het totaal aantal scholen in Vlaanderen. 1 In totaal zijn er leerkrachten geregistreerd. Het aandeel basisonderwijs in etwinning is stabiel, maar blijft een aandachtspunt. Uit een kwalitatief onderzoeksproject van masterstudent Sari Verachtert (Master Onderwijswetenschappen - Universiteit Gent in 2015) bij een tiental etwinning Ambassadeurs, en leerkrachten en directies uit het basisonderwijs worden de volgende struikelblokken aangehaald voor deze specifieke doelgroep te vinden zijn: druk van het omvangrijke lessenpakket en takenpakket voor leerkrachten in het basisonderwijs vakoverschrijdend werken vraagt meer inspanning en creativiteit nood aan ondersteuning en training op het gebied van ICT-integratie in de klas leerlingen en leerkrachten zijn minder vertrouwd met vreemde talen het etwinning-programma is nog onvoldoende gekend het kost extra tijd en werk om een nieuw project te starten andere (Europese) projecten zorgen voor belasting van het schoolteam De Nationale Ondersteuningsdienst blijft in haar communicatie en training van leerkrachten benadrukken dat een etwinning-project geïntegreerd kan worden in verschillende vakken (zoals wereldoriëntatie, Frans, technologie/techniek en muzische vorming) en leergebied overschrijdende doelen (zoals ICT- en leren leren) in het basisonderwijs. 2. Zie antwoord op vraag In totaal nemen er 42 landen deel aan de etwinning-actie. Dit zijn de Europese lidstaten, plus Albanië, Bosnië en Herzegovina, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Servië, Turkije en Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië deelnemen. Daarnaast telt etwinning Plus zes landen in de directe omgeving van Europa, zoals Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië en Oekraïne die deel uit maken van het 1

4 Oostelijk Partnerschap, en Tunesië, dat deel uitmaakt van het Euro-Mediterrane Partnerschap (EUROMED). Het totaal aan registraties voor al deze landen 2 en het aandeel van België en Vlaanderen daarin staat in de volgende tabel: Scholen Leerkrachte n Projecten Groepen (leden in ) Totaal België Vlaanderen Niet beschikbaar Tabel 2 de registraties van leerkrachten, scholen en projecten in Vlaanderen, België en deelnemende landen per 7 juli 2017 De landen verschillen erg qua (school-)populatie. In onderstaande tabel worden het totaal aantal geregistreerde scholen, leerkrachten en projecten uit Vlaanderen vergeleken met de totalen uit landen met een vergelijkbare populatie (tussen 5 en 10 miljoen inwoners). Scholen Leerkrachten Projecten Groepen (leden in) Slovakije Finland Denemarken Noorwegen Vlaanderen Niet beschikbaar Servië Bulgarije Oostenrijk Zweden Hongarije Tabel 3 registratie van het aantal leerkrachten, scholen en projecten in landen met een populatie tussen de 5 en 10 miljoen inwoners De resultaten in Vlaanderen komen overeen met de resultaten in Oostenrijk, Hongarije en Denemarken. Een andere manier om de resultaten van de landen te vergelijken is het aandeel geregistreerde leerkrachten in de totale leerkrachtenpopulatie. 2 Cijfers van European Schoolnet, Centrale Ondersteuningsdienst voor etwinning.

5 Bron: European Schoolnet, etwinning Trends 2017 Grafiek 1 aandeel van de geregistreerde leerkrachten in de totale leerkrachtenpopulatie (Bron: European Schoolnet, etwinning Trends 2017) In deze analyse zijn enkel de cijfers voor België beschikbaar. In België is 2.1% van de totale leerkrachtenpopulatie geregistreerd bij etwinning. Het percentage is opnieuw vergelijkbaar met Oostenrijk en Hongarije. Ook grotere landen zoals Duitsland, Nederland, Verenigd Koninkrijk hebben eenzelfde aandeel geregistreerde in de leerkrachtenpopulatie. Het is opvallend dat enkele kleinere landen een hoog percentage halen, zoals Estland, IJsland en Malta. Een verklaring wordt in het Trends-rapport niet gegeven. In een ander rapport van de Centrale Ondersteuningsdienst van etwinning, uitgevoerd door European Schoolnet, wordt een mogelijke verklaring gegeven voor de nationale verschillen: etwinning is sterker in de landen waar het schoolsysteem vakoverschrijdend, project gebaseerd en samenwerkend leren ondersteunt en waar het werk van leerkrachten in etwinning op een of andere manier wordt erkend door de schoolautoriteiten. Door het engagement van etwinning-gebruikers te formaliseren of te integreren in een geconsolideerd nationaal programma kan de etwinning-actie verder reiken dan enkel de pioniers De Nationale Ondersteuningsdienst biedt ondersteuning en training aan en geeft de mogelijkheid tot ondersteuning en training op maat van de scholen. Vlaamse leerkrachten kunnen kosteloos deelnemen aan verschillende nascholingen: Lokale startersworkshops Online cursus voor starters, bestaande uit drie webinars, opdrachten en feedback infosessies en workshops op vraag van de school tijdens personeelsvergaderingen of pedagogische studiedagen de jaarlijkse nationale etwinning conferentie Kick off met praktijkvoorbeelden en hands-on workshops Belgica contact seminar: workshop met leerkrachten uit de verschillende gemeenschappen van België Europese contact seminars met buurlanden, en met de Scandinavische landen deelname aan Europese Conferentie en Professional Development Workshops 3 European Schoolnet (2016). Embedding etwinning in School Education. Participation of European Ministries of Education in the etwinning annual conference. Athens, Greece, October 2016 (intern document)

6 Europese online events en groepen met betrekking tot thema s zoals creativiteit, ICT, CLIL, Vreemde talenonderwijs, STEM, enzovoort. Daarnaast biedt de Nationale Ondersteuningsdienst antwoorden op vragen van de scholen via telefoon en mail. De Ondersteuningsdienst doet beroep op een netwerk van etwinning Ambassadeurs (25 ervaren leerkrachten) die etwinning bij scholen in hun regio promoten en ondersteunen. 5. etwinning-projecten worden niet individueel gefinancierd: leerkrachten en scholen ontvangen geen subsidies voor het uitwerken van een project. Epos, de Nationale Ondersteuningsdienst voor etwinning, ondersteunt het starten van een project wel kosteloos. Leerkrachten kunnen rekenen op hulp op maat door middel van workshops, contactseminaries, conferenties, online webinars en cursussen, een netwerk van ambassadeurs, nieuwsbrieven en de website. De Nationale Ondersteuningsdienst wordt voor maximaal 80% gefinancierd door de Europese Commissie, aangevuld door minimaal 20% Vlaamse cofinanciering. De financiële cijfers voor de laatste vier jaren zien er als volgt uit: Europese Commissie Vlaanderen Epos TOTAAL , , , , , , , , , , , , ,72 Tabel 4 financiering van etwinning door de Europese Commissie, Vlaanderen en Epos ( )