Toelichting bij het Standaard Programma van Eisen Heuvelland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting bij het Standaard Programma van Eisen Heuvelland"

Transcriptie

1 Toelichting bij het Standaard Programma van Eisen Heuvelland Inleiding. Deze toelichting dient als leidraad bij het opstellen van een Programma van Eisen (PvE) volgens het model Standaard Programma van Eisen Heuvelland, versie 27september Dit model is opgesteld om te komen tot standaardisering van de programma s van eisen voor archeologisch onderzoek in het Limburgse lössgebied, in het bijzonder voor het niet-stedelijke deel daarvan, het Heuvelland. Het model dient als toetsingscriterium voor PvE s die aan gemeenten in het Heuvelland ter goedkeuring worden aangeboden. 1 Dit model volgt het model van de KNA 3.2 en werkt dit uit tot een standaardtekst om daarmee tot betere kwaliteit en efficiencywinst te komen. Efficiency- en tijdwinst voor de toetser namens de bevoegde overheid en voor de opstellers van PvE s. Betere kwaliteit, omdat nu aangeboden PvE s zich kenmerken door grote verschillen in strategie, methoden en vraagstelling, vaak niet Heuvelland-specifiek zijn en soms elementen bevatten die niet thuis horen in programma s van eisen. Het Heuvelland-model is toegespitst op de regionale situatie en geeft standaardteksten voor vraagstelling en methodieken en een richtlijn voor de strategie van proefsleuvenonderzoek (vooral voor Romeinse en middeleeuwse sites). Ook is een lijst met regionaal relevante literatuur toegevoegd. Het procedurele aspect is vervat in een standaardtekst waarin het besluitsvormings- en kwaliteitsborgingsproces is vastgelegd en waarin de rollen van de vergunningvrager ( opdrachtgever ), de bevoegde overheid en diens adviseur (kwaliteitstoetser) en de onderzoeker (projectleider) helder zijn onderscheiden. Dit model is bestemd voor grotere proefsleufonderzoeken. Voor PvE s voor opgravingen en archeologische begeleiding kan het in veel gevallen ook gebruikt worden, zij het met aanvullingen en wijzigingen. Voor kleinere onderzoeken kan het model vereenvoudigd worden. Een PvE blijft maatwerk. Niet alles uit dit model is altijd en overal van toepassing en voor niet alle gevallen is het toereikend. Per situatie zijn aanpassingen nodig en opstellers moeten niet schromen verbeteringen aan te brengen. De geest dient echter gevolgd te worden. Dat is: 1, een gestructureerde vraagstelling die aansluit op de hoofdstukindeling van het rapport, 2, genormeerde methoden en technieken, 3, een heldere scheiding tussen datgene wat in een PvE en dat wat in een plan van aanpak hoort te staan, waardoor rollen, bevoegdheden en procedures duidelijk zijn. De hoofdstukken 1, 3 en 4 zijn situatieafhankelijk en moeten geheel worden ingevuld. Hoofdstuk 2, en 7 tot en met 10 bevatten integraal over te nemen standaardteksten waarin specifieke gegevens moeten worden ingevuld. Hoofdstuk 5 en 6.1 geven richting aan de door opsteller uit te werken vraagstelling en strategie. Hoofdstuk 6.2 is standaard voor zover van toepassing. 1 Toetsing volgens dit model vindt plaats door Archeocoach (Henk Stoepker, opsteller van dit model) in de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Vaals, Meerssen, Valkenburg aan de Geul, Schinnen. 1

2 Voorblad Deze pagina dient volledig ingevuld te worden. Indien zaken niet van toepassing zijn, wordt dit aangegeven. Het PvE dient door een senior-archeoloog te worden opgesteld of bij opstelling door een niet-senior, te worden gecontroleerd en geautoriseerd. De term opdrachtgever is in dit model vervangen door vergunningvrager, aangezien opdrachtgever betrekking heeft op de relatie met de uitvoerder (vastgelegd in contract en plan van aanpak). De term vergunningvrager drukt de relatie uit met de bevoegde overheid zoals die in een PvE, zijnde een kennisgeving van de bevoegde overheid, tot uitdrukking komt. Indien de vergunningvrager niet dezelfde is als degene die (namens hem) opdracht geeft tot het opstellen van het PvE en/of als degene die (namens hem) opdracht geeft tot het gravend onderzoek, dienen de rollen (in het bijzonder die van de directievoerder) op het voorblad gespecificeerd te worden. De vergunningvrager of degene die opdracht geeft tot het laten maken van een PvE, controleert of de planologische gegevens in het PvE (huidige situatie, geplande situatie) juist zijn en legt het PvE ter goedkeuring voor aan de bevoegde overheid. Hij parafeert het voorblad. De adviseur van de bevoegde overheid toetst de archeologische kwaliteit van het PvE en geeft na eventuele wijzigingen een goedkeuringsadvies (paraaf). Bij PvE s voor de Heuvelland-gemeenten is de adviseur van de bevoegde overheid: Drs. H. Stoepker, archeologisch adviesbureau Archeocoach, Tienbundersweg 8, 6321 CR Wijlre, tel , hstoepker@archeocoach.nl De bevoegde overheid stelt het PvE vast en geeft daarmee de voorwaarden aan voor het veldwerk en het rapport dat in het kader van de vergunningsaanvraag overlegd moet worden. Indien de gemeente zowel vergunningvrager/opdrachtgever als bevoegde overheid is, worden de namen van de betrokken ambtenaren met functieaanduiding vermeld. Bij onderdeel van het archeologisch proces zijn meer antwoorden mogelijk, omdat een onderzoek bijvoorbeeld voor een deel uit een preventieve opgraving kan bestaan en voor een deel uit een begeleiding, of omdat in het PvE voorzien is in een doorstart van een begeleiding volgens protocol proefsleuven naar een begeleiding volgens protocol opgraven. Geef bij versie het nummer en/of de datum aan, en of het om een concept of een definitieve tekst gaat. Bij de coördinaten worden de vier hoekpunten gegevens. Alleen voor kleine locaties volstaat een centrumcoördinaat. Hoofdstuk 1. Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Dit hoofdstuk dient volledig ingevuld te worden. Indien zaken niet van toepassing of onbekend zijn, wordt dit aangegeven. De IKAW-trefkans wordt niet vermeld, omdat na het tot stand komen van een gemeentelijke beleidskaart de IKAW niet meer van toepassing is. De status op de AMK is alleen nog van historisch belang, omdat AMK-terreinen op de gemeentelijke kaart aangepast kunnen zijn (met uitzondering van beschermde monumenten). Het (verwachte) complextype en de periode wordt volgens het laatst bekende inzicht (bijvoorbeeld eerder onderzoek) vermeld. In sommige gemeenten is er een verschil tussen de beleidskaart en de monumenten- en verwachtings-/trefkanskaart. Een 2

3 terrein kan als beleidscategorie 3 op de beleidskaart (en de verbeelding van het bestemmingsplan) staan, op de monumentenkaart als monument een hoge waarde hebben en als vindplaats op de vindplaatsenkaart het complextype historische kern hebben. Met plangebied worden de kadastrale percelen bedoeld waarop de vergunningsaanvraag van toepassing is. Bij bouwvergunningen gaat het om een daarin gelegen bouwblok waarop de vergunning van toepassing is. De toekomstige verstoring is het gebied dat daadwerkelijk vergraven wordt. Het onderzoeksgebied is het gebied waarvan de waarde wordt vastgesteld. Dat valt in de regel samen met een van de drie eerder genoemde eenheden, maar kan daar ook een deel van zijn. Let wel: het onderzoeksgebied kan met het oog op een verantwoorde waardering groter zijn dan het gebied van de reële verstoring! Binnen het onderzoeksgebied worden proefsleuven met een bepaalde omvang getrokken. Het dekkingspercentage (hoofdstuk 6.1) is de verhouding tussen het onderzoeksgebied en de oppervlakte van de proefsleuven op maaiveldniveau. Hoofdstuk 2. Aanleiding, motivering en doelstelling van het onderzoek Dit is een standaardtekst waarvan relevante delen overgenomen en verder ingevuld worden. Bij de doelstelling moet gekozen worden tussen binnen en buiten monumenten. Bij monumenten gaat het om het verifiëren en detailleren van de eerder bepaalde en op de gemeentelijke kaarten aangegeven waarde. Bij verwachtings-/trefkansgebieden gaat het om het toetsen van een op de gemeentelijke kaarten aangegeven verwachting (hoofdstuk 2 van het PvE) die in rapporten van eerder onderzoek gespecificeerd is (hoofdstuk 4 van het PvE). Indien dit model voor een opgraving gebruikt wordt, moet 2.3. aangepast worden aan de doelstelling van een opgraving. Hoofdstuk 3. Administratieve gegevens van eerder uitgevoerd onderzoek. Dit hoofdstuk dient volledig ingevuld te worden. Afbeeldingen uit eerder onderzoek worden als bijlage bij het PvE opgenomen. Hoofdstuk 4. De onderzoekslocatie en zijn omgeving. Bekende en verwachte waarden, resultaten van eerder onderzoek Als er geen of weinig actuele gegevens uit vooronderzoek beschikbaar zijn, moet een korte bureaustudie worden gedaan. Gebruik eerst de gemeentelijke beleidskaart met onderliggende kaarten en bijbehorend rapport en actualiseer dit met recente Archis-waarnemingen, vondst- en onderzoeksmeldingen. Check de stand van kennis voor de regio in de NOaA en in de provinciale synthese. IKAW, KICH, provinciale CHW zijn voor de archeologie niet meer van toepassing. De AMK is alleen nog van toepassing voor beschermde monumenten. In 4.1. wordt de situering en de inrichting van het onderzoeksgebied beschreven (fysieke toegankelijkheid, bebouwing, begroeiing, verstoringen, e.d.). Beschrijf de ligging van de locatie ten opzichte van historische bebouwing, historisch geografische elementen, etc. Check of de actuele situatie nog overeenkomt met die ten tijde van eerder onderzoek (sloop?), voeg lucht- en situatiefoto s bij en plan-, locatie- en bouwtekeningen. In 4.2. en 4.3. worden de fysiek-landschappelijke en de cultuurlandschappelijke en historische context geschetst in hoofdlijnen (geen uitvoerig geologisch overzicht van heel Zuid-Nederland svp). Met context wordt de directe omgeving bedoeld (1 tot 5 km om de onderzoekslocatie, afhankelijk van de situatie en relevantie). Verwijs voor een groter regionaal overzicht naar het rapport bij de gemeentelijke beleidskaart. 3

4 In 4.4. wordt de archeologische context beschreven en wordt gebruik gemaakt van de resultaten van eerder onderzoek in de (directe) omgeving. De analyse van de contextuele gegevens is vooral van belang voor de vraagstelling, voor de verwachting en (bij IVO) voor de waardering. Soms kan gebruik gemaakt worden van eerder onderzoek op de betreffende onderzoekslocatie (vooruit lopend op 4.5.). In 4.5. gaat het er om wat van de onderzoekslocatie zelf bekend is en wat er verwacht kan worden. Dit deelhoofdstuk is gesplitst in stukken over bodemopbouw en stratigrafie, historisch grondgebruik en archeologische fenomenen. Dit laatste deel is gesplitst in een beschrijving van de bekende en verwachte archeologische fenomenen en in een omschrijving van de eerder vastgestelde fysieke en inhoudelijke kwaliteit. Hoofdstuk 4.5. is van belang voor het bepalen van de vraagstelling en de strategie, methodiek, planning en personele inzet. Beschrijf zo exact mogelijk wat er bij eerder onderzoek op deze vindplaats aangetroffen is (sporen, vondsten, maar ook de ruimtelijke structuur inclusief lege zones). Voeg kaarten bij (boorpunten, puttenplannen, alle-sporen-kaarten, etc.). Verwijs naar pagina s in rapporten. Beschrijf bij de verwachte fenomenen datgene wat op grond van het vooronderzoek op deze plaats en op grond van de kennis van de omgeving verwacht kan worden. Doe dit zo specifiek mogelijk en motiveer dit. Noem, indien dit niet mogelijk is, de algemene kenmerken van dit soort locaties/complextypen/perioden zonder te vervallen in een opsomming van wat er in theorie allemaal zou kunnen zitten. Houd er rekening mee dat de kans op de aanwezigheid van paleo-ecologisch materiaal in lössbodems gering tot matig is. In het algemeen conserveert löss slecht. In nattere delen is de verwachting hoger. Geef indien mogelijk een beredeneerde prognose over de fysieke en inhoudelijke kwaliteit van nog te ontdekken zaken. Hoofdstuk 5. Vraagstelling. Hoofdstuk 5.1. Formuleer aan de hand van de contextgegevens en de aard en plaats van de locatie een centrale vraag. Maak gebruik van relevante thema s in de NOaA, in de gemeentelijke onderzoeksagenda s, het wetenschappelijk kader van het provinciale aandachtsgebied Via Belgica en van de onderzoeksprioriteiten die in de provinciale synthese en de provinciale selectienota genoemd worden. Deze thema s worden in een apart document benoemd. In hoofdstuk 5.2. worden onderzoeksvragen per thema (bijvoorbeeld bodemopbouw) genoemd. De thematische structuur van dit hoofdstuk moet gehandhaafd blijven, want de opbouw van de onderzoeksvragen wordt weerspiegeld in de structuur van de rapportage (zie 8.1.2). Per thema worden geclusterde vragen gesteld over aspecten (bij bodemopbouw bijvoorbeeld colluvium). In zo n cluster zitten deelvragen (bijvoorbeeld of er meer fasen in het colluvium zijn). Die deelvragen hebben ook een attenderend doel (is er sprake van?). Dat leidt, om het taalkundig niet te complex te maken, soms tot een ja-/nee-vraag. Vragen mogen echter in de rapportage niet met alleen ja of nee beantwoord worden. Na de constatering van aan- of afwezigheid moet het antwoord altijd beargumenteerd en toegelicht worden (zie inleiding op 5.2.). De hier gestelde vragen (en dat geldt ook voor hoofdstuk 6) zijn qua complextype vooral gericht op nederzettingen en qua periode vooral op de middeleeuwen. Bij de sporen en structuren is ingezoomd op de problematiek van nederzettingen uit de volle en late middeleeuwen, zowel binnen als buiten dorpskernen, en op de problematiek van constructiewijzen, erven en lege zones. Voor het geval dat zich inhumatiegraven voordoen is een set vragen opgenomen, die (met dank) ontleend is aan een PvE van RAAP. Bij de sporen en structuren is de vraagstelling in niveaus opgebouwd: 4

5 individuele sporen, samenhang van sporen in structuren, samenhang van structuren binnen de vindplaats. Bij de vondsten is een onderscheid tussen de daterende functie en hun zeggingskracht binnen de materiële cultuur. De vragen naar de vondst- en spoordichtheid zijn mede gericht op de organisatie van vervolgonderzoek. De vragen over paleo-ecologische resten zijn van toepassing voorzover dit onderzoek uitgevoerd is. Bij proefsleuvenonderzoek zal het vaak gaan om het bepalen van de mogelijkheid van het uitvoeren van dergelijk onderzoek. Per thema moeten vragen worden toegevoegd, die voortvloeien uit de 5.1 geformuleerde vraagstelling en uit de specifieke kenmerken van deze locatie. Niet van toepassing zijnde vragen kunnen vervallen. Wanneer dit model voor een opgraving gebruikt wordt, vervallen de vragen over de waarde. Hoofdstuk 6. Strategie, methoden en technieken Dit is een standaardtekst waaraan elementen ontleend of toegevoegd kunnen worden. In het PvE wordt eerst de onderzoeksstrategie geformuleerd die nodig wordt geacht om het doel te bereiken. Op basis daarvan worden methoden en technieken benoemd. In hoofdstuk 6.1. wordt als strategie een standaardmethode voor proefsleufonderzoek aangegeven. Daarbij is uitgegaan van karterend proefsleuvenonderzoek dat tot waarderend onderzoek uitgebreid kan worden. Uit een oogpunt van archeologische inbreng in de planvorming is het gewenst om het gehele plangebied te karteren. Indien voor een andere aanpak of voor beperking van het onderzoek tot een deel van plangebied gekozen wordt, moet dit gemotiveerd worden. Gekozen is voor een initiële dekking van circa 7,5 % in een evenwichtig gespreid grid. Als optimaal voor karteren wordt een dekking van 10% beschouwd volgens optie A2 van de leidraad KNA. Voor waarderen kan plaatselijk uitbreiding nodig zijn. De plaats van de eerste 7,5 % ligt vast en moet in het puttenplan bij het PvE worden aangegeven. Wanneer dit model voor een opgraving of een begeleiding gebruikt wordt, moet een daarvoor geschikte strategie ontworpen worden. In hoofdstuk 6.2. en 6.3. worden in aanvulling op KNA-protocollen (waarnaar verwezen wordt) nadere richtlijnen gegeven. De genoemde werkwijze moet gevolgd worden tenzij bepaalde aspecten aantoonbaar niet van toepassing zijn of tenzij een andere werkwijze op grond van de vraagstelling of de kenmerken van de locatie beter of meer relevant is. Het in 6.2. genoemde begrip concentraties wordt niet nader gedefinieerd. Het is aan de projectleider om te bepalen of er sprake is van een concentratie. Dit kan per periode, materiaaltype en complextype verschillen. Let op de bepalingen bij beeldregistratie! Zeker bij bijzondere vondsten is de wet van Murphy van toepassing! In hoofdstuk 6.3. dient in het bijzonder gelet te worden op het bepaalde met betrekking tot het volledig afwerken van alle sporen (behalve de natuurlijke sporen) en tot de aanleg van dwarsprofielen bij muren en uitbraaksleuven. Het niet afwerken van sporen kan leiden tot interpretatiefouten en bij het laten liggen tot een latere opgraving tot beschadiging van sporen en extra werk. Alleen bij structuren en grotere sporen en bij een reële kans op duurzaam fysiek behoud is dit zinvol, mits de sporen adequaat tegen beschadiging beschermd worden. De hoofdstukken 6.4. t/m 6.8. kunnen per situatie worden aangevuld en gewijzigd. Voor deze hoofdstukken is vooral de Veldhandleiding Archeologie 2002 van belang. Bij proefsleuvenonderzoek 5

6 zal het ecologisch onderzoek vaak beperkt van aard zijn en vooral gericht op het meewegen in de waardering. Grootschalige bemonstering en analyse van de monsters zal zich vooral bij een opgraving afspelen. Ecologische resten zijn van groot belang, maar de kans op de aanwezigheid van paleo-ecologisch materiaal is in lössbodems gering tot matig. In nattere, lager gelegen delen is de verwachting hoger. Er is kans van slagen voor pollenonderzoek, als er waterverzadigde condities in een lössbodem zijn (depressies en in beekdalen). Als er colluvium is, kan de basis daarvan in de Romeinse tijd zijn gevormd. Als dat colluvium in een natte depressie ligt is de kans op stuifmeel aanwezig. Als veen in beekdalen wordt aangetroffen, kan dat ook een potentieel monsterpunt voor pollen zijn. In 6.9. dient aangegeven te worden of het veldwerk door objectieve beperkingen belemmerd wordt en hoe hiermee omgegaan moet worden. Let op in 9.4. op te nemen bepalingen. De hoofdstukken 6.2. en 6.9. zijn ook voor PvE s voor opgravingen en begeleidingen te gebruiken. Hoofdstuk 7. Evaluatie, uitwerking en conservering. Dit is een standaardtekst. Indien elementen aantoonbaar niet van toepassing zijn, kunnen zij vervallen. Dit hoofdstuk is ook voor PvE s voor opgravingen en begeleidingen te gebruiken. De achtergrond van de tekst is de overweging dat het PvE moet waarborgen dat de bevindingen van het veldonderzoek en de daarbij verzamelde vondsten en monsters op adequate wijze worden geanalyseerd. Daarvoor is een evaluatierapport na technische uitwerking het beste middel. Bij weinig gecompliceerd onderzoek kan na de technische uitwerking direct aan de eindrapportage begonnen worden. Het evaluatierapport maakt keuzes m.b.t. uitwerking, conservering en rapportage en is daarom een beslisdocument dat aan de bevoegde overheid moet worden voorgelegd. Het fungeert na goedkeuring als deel van en aanvulling op het PvE. De vergunningvrager beslist niet over de mate van uitwerking, ook niet als de omvang daarvan onverhoopt afwijkt van datgene wat bij het begin van het onderzoek geoffreerd is. Wel is hij in de gelegenheid zijn visie te geven. Archeobotanisch en natuurwetenschappelijk onderzoek is standaard, gelet op de nadruk die hier in de NOaA op gelegd wordt, tenzij beargumenteerd wordt dat het geen zin heeft. Gelet op de noodzaak om snel tot rapportages van proefsleuvenonderzoek te komen zal dit overigens vooral een punt zijn bij opgravingen. Het is aan de offrerende partij om een inschatting van de uitwerking te maken en desgewenst meerwerk/minderwerk-bepalingen in het contract op te nemen. Dat wordt niet in het PvE geregeld. De overheid geeft in het PvE slechts te kennen dat de vergunningvrager er zorg voor dient te dragen dat binnen de gestelde termijnen gerapporteerd wordt op de voorgeschreven wijze. Dit geldt ook indien de uitwerking en rapportage pas ná het veldwerk aanbesteed wordt. Hoofdstuk 8. Rapportage en deponering Dit is een standaardtekst. Dit hoofdstuk is ook voor PvE s voor opgravingen en begeleidingen te gebruiken. Bij opgravingen en begeleiding volgens het protocol opgraven vervalt hoofdstuk en het aspect waardering in Van de hoofdstukopbouw (8.1.2.) kan in Heuvelland-PvE s alleen gemotiveerd worden afgeweken. In de hoofdstukopbouw wordt een logisch verband gelegd met de vraagstelling, waardoor het niet nodig is, zoals men vaak ziet, dat er een apart hoofdstuk komt met beantwoording van de onderzoeksvragen. Uiteen wordt gezet dat synthese, conclusie en samenvatting niet identiek zijn 6

7 (een veel gemaakte fout in rapporten). Met de passage over waardering wordt beoogd dat onderzoek leidt tot een genuanceerde waardering. Binnen een locatie kunnen delen niet, minder of meer waardevol zijn. Aangegeven is dat beredeneerde informatiewaarde het beslissende criterium is. Duidelijk wordt gemaakt dat er nooit restricties aan de openbaarheid kunnen zijn. Ook niet als de vergunningaanvrager het project voortijds beëindigt. Als het veldwerk eenmaal uitgevoerd is, is rapportage verplicht. De resultaten van het onderzoek dienen voor het publiek beschikbaar te zijn, zeker als het gaat om aansprekende resultaten. Bedacht dient te worden dat een onderzoeksrapport altijd en in de eerste plaats een kennisdocument is, bedoeld om gegevens uit het bodemarchief voor wetenschap en samenleving ex situ te behouden. In een korte periode fungeert dit rapport ook als bewijsstuk in een planologische procedure, nodig voor een vergunningvrager om die vergunning te krijgen. Na afloop van deze procedure is het rapport alleen nog maar kennisdocument en is een verspreiding naar bibliotheken e.d. van belang. Tijdens de vergunningsprocedure zijn stukken openbaar vanaf het moment dat ze bij een inspraak ter visie worden gelegd. De overheid toetst het rapport om te zien of aan het PvE (de vergunningsvoorwaarden) voldaan is. Alleen wetenschappelijk beredeneerbare kwaliteitsverbeteringen moeten worden aangebracht. Essentieel is het opnemen van een snelle, maar realistische termijn van oplevering van het concepteindrapport; ook indien dit pas na het veldwerk wordt aanbesteed. Als voorbeeld van een goede chronologische tabel kunnen de modellen van RAAP en ARCHOl dienen (zie onder aan deze toelichting). Hoofdstuk 9. Randvoorwaarden en aanvullende eisen. Dit is een standaardtekst waarvan in Heuvelland-PvE s alleen gemotiveerd mag worden afgeweken. Dit hoofdstuk is ook voor PvE s voor opgravingen te gebruiken. Bij PvE s voor begeleidingen zijn aanpassingen nodig; vooral ten aanzien 9.3. (overleg) en 9.4.(randvoorwaarden). Bij 9.2. (kwaliteitsborging) is de scheiding in rollen en verantwoordelijkheden van essentieel belang. In 9.3. gaat het primair om overleg gericht op het bewaken van de kwaliteit. In 9.4. gaat het bij overige eisen alleen om de voorwaarden die vanuit de overheid gesteld worden. Het kan zijn dat men bij de voorbereiding of uitvoering van het graafwerk of bij de oplevering van het terrein met bepaalde zaken rekening moet houden. De opsteller van het PvE dient hiernaar te informeren. De realisatie van deze voorschriften wordt met overige civieltechnische, logistieke en andere randvoorwaarden verwerkt in het plan van aanpak of in een contract tussen vergunningvrager als opdrachtgever en uitvoerder. Door deze aspecten goed te regelen wordt voldaan aan de voorwaarde dat de vergunningvrager er voor dient te zorgen dat adequaat onderzoek kan worden uitgevoerd. Het plan van aanpak is een document tussen uitvoerder en opdrachtgever en wordt niet door de overheid goedgekeurd of vastgesteld. De overheid kan wel vragen om met het oog op de kwaliteitsbewaking over het plan geïnformeerd te worden. De passage over open dagen en dergelijke wordt opgenomen in PvE s voor opgravingen waar publieke belangstelling voor te verwachten is. De verplichting hiertoe, organisatie en financiering kan niet in het kader van een vergunningsaanvraag opgelegd worden. Tot dergelijke activiteiten moet in overleg besloten worden. 7

8 Hoofdstuk 10. Wijzigingen ten opzichte van het vastgestelde PvE. Dit is een standaardtekst waarvan in Heuvelland-PvE s alleen gemotiveerd mag worden afgeweken. De achtergrond is de overweging, die ook bij het evaluatierapport (7.1) geldt, dat een PvE onderdeel is van een besluitvormingstraject van de overheid. Indien het nodig is om tijdens de uitvoering beslissingen te nemen over zaken die niet voorzien waren, is het uitsluitend de overheid die de beslissing neemt. Uiteraard wordt hierover overlegd met de vergunningvrager en wordt bij de beslissing rekening gehouden met zijn argumenten en met proportionaliteit. In de praktijk zal het bij proefsleuven vooral gaan om toestemming om de werkzaamheden te verplaatsen, te staken of te verminderen, of om ze door te schuiven naar een opgraving. Dit hoofdstuk is ook voor PvE s voor opgravingen te gebruiken. Bij PvE s voor begeleidingen zijn aanpassingen nodig; vooral ten aanzien van met het oog op de procedure van tussentijdse besluitvorming en de doorstart van begeleiding volgens protocol proefsleuven naar begeleiding volgens protocol opgraven overeenkomstig wat daarover al in hoofdstuk 6 (strategie) opgenomen is. Literatuur De lijst is een handreiking aan de opstellers van het PvE. Hiervan wordt alleen relevante literatuur daadwerkelijk in het PvE opgenomen, terwijl locatiespecifieke literatuur wordt toegevoegd. Raadpleeg de online catalogus van de RCE en van het Centre Ceramique in Maastricht. 8

9 Voorbeelden van chronologische tabellen Model Archol 9

10 Model RAAP 10

CHECKLIST. vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen een PvE verplicht is, is

CHECKLIST. vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen een PvE verplicht is, is ARCHEOLOGIE CHECKLIST Programma van Eisen (PvE) Toelichting De handreikingen en checklists richten zich in eerste instantie op het archeologisch vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen

Nadere informatie

Sjabloon Programma van Eisen Proefsleuven Zuid Nederland (met optie tot doorstart naar opgraving) KNA 3.3. Een korte toelichting

Sjabloon Programma van Eisen Proefsleuven Zuid Nederland (met optie tot doorstart naar opgraving) KNA 3.3. Een korte toelichting Sjabloon Programma van Eisen Proefsleuven Zuid Nederland (met optie tot doorstart naar opgraving) KNA 3.3 Een korte toelichting Inleiding U gaat een PvE opstellen binnen een gemeente die werkt met het

Nadere informatie

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Archeologische MonumentenZorg

Archeologische MonumentenZorg Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan

Nadere informatie

Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92

Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92 Keizer Karel V Singel 8 Postbus 435 5600 AK Eindhov en Fax: 040 2594510 Website: www.milieudienst.sre.nl Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92 Deel 1) Concept selectiebesluit archeologie Deel

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

Bijlage 3 De AMZ-procedure

Bijlage 3 De AMZ-procedure Bijlage 3 De AMZ-procedure In de archeologische monumentenzorg wordt het feitelijke beheer van het gemeentelijk bodemarchief gerealiseerd in stappen. Elke stap eindigt met de afweging of er voldoende informatie

Nadere informatie

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-karterend Algemene vragen 1. Het IVO-karterend (voorzover booronderzoek en proefsleuven) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BIJ ARCHEOLOGIENOTA 2016-055 PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN J. CLAESEN, B. VAN GENECHTEN & G. VERBEELEN DECEMBER 2016 PROJECTCODE BUREAUONDERZOEK 2016K461

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,

Nadere informatie

0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller Naam, adres, telefoon, datum paraaf Auteur

0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller Naam, adres, telefoon,  datum paraaf Auteur Programma van Eisen Conform KNA versie 3.2 (vanaf 06-04-2015) Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch proces 0 IVO Opwater 0 IVO Onderwater 0 Opgraven 0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek 21.924HB Programma van Maatregelen Amsterdam 2016 VUhbs archeologie 1 gemotiveerd advies Binnen plangebied Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek zal de collector in de koker

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding

Archeologische Begeleiding Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013

Nadere informatie

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.

Nadere informatie

Specialistisch Onderzoek

Specialistisch Onderzoek Protocol 4006 isch Onderzoek Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013 vastgesteld

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

Mevr. M. Burger,

Mevr. M. Burger, Plan van Aanpak Paraaf bevoegd gezag: opsteller: JP Bakx datum: 25-09-2017 Mevr. M. Burger, 25-09-2017 Inleiding In dit Plan van Aanpak worden de uitgangspunten en werkzaamheden beschreven voor het uitvoeren

Nadere informatie

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe Programma van Eisen Locatie Putten, Hoge Einderweg 19 Projectnaam Hoge Einderweg 19 Plaats binnen archeologisch proces 0 Archeologische begeleiding (AB) onder het protocol opgraven Opsteller Naam, adres,

Nadere informatie

DEEL 5 RICHTLIJNEN VOOR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR DERDEN IN HET KADER VAN DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG BINNEN DE GEMEENTEN KATWIJK.

DEEL 5 RICHTLIJNEN VOOR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR DERDEN IN HET KADER VAN DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG BINNEN DE GEMEENTEN KATWIJK. 1 DEEL 5 RICHTLIJNEN VOOR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR DERDEN IN HET KADER VAN DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG BINNEN DE GEMEENTEN KATWIJK. 2 Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld voor archeologische

Nadere informatie

Programma van Eisen. Protocol 4001

Programma van Eisen. Protocol 4001 Protocol 4001 Programma van Eisen Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), is op 01-03-2010 vastgesteld

Nadere informatie

Adviesdocument 583. Archeologisch vooronderzoek, plangebied Kloosterbosch te Houthem, gemeente Valkenburg 18382HOUKL

Adviesdocument 583. Archeologisch vooronderzoek, plangebied Kloosterbosch te Houthem, gemeente Valkenburg 18382HOUKL Adviesdocument 583 Opdrachtgever: Bosgroep Zuid Nederland Project: Archeologisch vooronderzoek, plangebied Kloosterbosch te Houthem, gemeente Valkenburg Datum: 2 mei 2012 Opsteller document: ir. G.R. Ellenkamp

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij

Nadere informatie

Drs. Henk Stoepker Register senior-kna-archeoloog Onafhankelijk adviseur archeologische monumentenzorg Specialist middeleeuwse archeologie Archeocoach Archeologische kwaliteitsborging en beleidsadvisering

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 347 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen voor vrijgave...2 2.1. Administratieve

Nadere informatie

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS) Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven

Nadere informatie

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen G. De Nutte, T. Deville en S. Houbrechts ArcheoPro Rapporten 371 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM ARCHEOLOGIENOTA ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Maarten BRACKE,

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Soort onderzoek Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Natuurbegraafplaats op Landgoed De Utrecht

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 224 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2 Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Plangebied: Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2 Datum: Opsteller PvA: Autorisatie

Nadere informatie

PROTOCOL OPSTELLEN PROGRAMMA VAN EISEN

PROTOCOL OPSTELLEN PROGRAMMA VAN EISEN PROTOCOL OPSTELLEN PROGRAMMA VAN EISEN Inleiding Het Programma van Eisen (PvE) is een van de hoekstenen van de Kwaliteitsnorm Nederlands Archeologie (KNA). In het PvE wordt vastgelegd waaraan een inventariserend

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ARCHEOLOGIENOTA LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Auteurs: Bert ACKE, Bart BARTHOLOMIEUX, Lisa VAN RANSBEECK Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK Vraagstelling: Moet men steeds eerst de hoogstwaarschijnlijke aan- of afwezigheid van een archeologische site aantonen alvorens

Nadere informatie

Modelvoorschriften archeologie in de omgevingsvergunning

Modelvoorschriften archeologie in de omgevingsvergunning Op grond van artikel 5.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) kunnen ten aanzien van archeologie voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning, indien hier in het bestemmingsplan een grondslag

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2013-29 Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Aanvrager Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf Gemeente Breda

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Adviesdocument 644. Project: Quickscan sluitstukkaden Maasdal; projectlocatie Geulle aan de Maas. Projectcode: 20402MAASL5

Adviesdocument 644. Project: Quickscan sluitstukkaden Maasdal; projectlocatie Geulle aan de Maas. Projectcode: 20402MAASL5 Adviesdocument 644 Project: Quickscan sluitstukkaden Maasdal; projectlocatie Geulle aan de Maas Projectcode: 20402MAASL5 Auteurs: M.H.P.M. Ruijters MA & ir. G.R. Ellenkamp Opdrachtgever: Waterschap Roer

Nadere informatie

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant). ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 101 Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen. PIETERS H. Colofon Uitgever ADEDE bvba Jaar van uitgave 2016 Plaats van uitgave

Nadere informatie

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 839 Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Auteur: Bevoegd gezag: R.E. Buitenhuis drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk Archeoloog)

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Richtlijn uitvoering archeologisch onderzoek gemeente Utrechtse Heuvelrug september 2013, versie 1.0

Richtlijn uitvoering archeologisch onderzoek gemeente Utrechtse Heuvelrug september 2013, versie 1.0 Richtlijn uitvoering archeologisch onderzoek gemeente Utrechtse Heuvelrug september 2013, versie 1.0 Voor het archeologisch onderzoek dat wordt uitgevoerd in de gemeente Utrechtse Heuvelrug geldt dat er

Nadere informatie

Archeologie Rosheuvel, Eersel Beoordeling onderzoeken en concept selectiebesluit

Archeologie Rosheuvel, Eersel Beoordeling onderzoeken en concept selectiebesluit Archeologie Rosheuvel, Eersel Beoordeling onderzoeken en concept selectiebesluit Archeologie Rosheuvel, Eersel In opdracht van Opgesteld door Auteur Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA Eersel SRE Milieudienst

Nadere informatie

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle RAAP België - Rapport 082 Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2017E39 Nazareth 2017 Colofon Opdrachtgever:

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer 78 Augustus 2014 Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer Auteur: Bart Vermeulen COLOFON 2014, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur: Bart

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

KWALITEITSNORM NEDERLANDSE ARCHEOLOGIE 2005

KWALITEITSNORM NEDERLANDSE ARCHEOLOGIE 2005 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie versie 2.2 februari 2005 CVAK KNA 2.2 HOOFDSTUK 0: INHOUDSOPGAVE PAGINA 2 VAN 6 HOOFDSTUK 0. INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. TOELICHTING Normen en Richtlijnen Kwaliteitseisen

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief 3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl

Nadere informatie

Quickscan Archeologie

Quickscan Archeologie Quickscan Archeologie Project : Emplacement Enschede Projectleider : F. Bakermans Versie : EDMS nr. : xxx Status : Concept Inhoud INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 1.3

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

Brede Afspraak Archeologie

Brede Afspraak Archeologie Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email

Nadere informatie

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE 11-05-2015 - A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) voor de hoofdstukken 5, 6 en 10 + afbeelding 1. Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Archeologische Quickscan ten behoeve van Bestemmingsplan De Biezenkamp Leusden juli 2011 Opgesteld door: Drs. ML. Verhamme Regio-archeoloog Centrum voor Archeologie Gemeente Amersfoort 033-4637797 06-21950997

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Programma / Programmanummer Ruimte & Bouwen / 9210 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting De gemeente Beuningen

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Nota van wijziging: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Nota van wijziging: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) Nota van wijziging: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE 11-05-2015 - A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) voor de hoofdstukken 5, 6 en 10, afbeeldingen en bijlage 1. Locatie Projectnaam Plaats binnen

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2016-20 Bijlage 13 bij besluit 2016/0567-V1 V&V Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Controle BCE Erik Peters Afdeling Ruimte,

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo KSP Archeologie Colofon Titel : Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen. Gemeente Venlo. Auteur : S.M. Koeman (senior KNA Prospector)

Nadere informatie

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: / Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven (IVO-P) Plangebied Laan naar Emiclaer dd. 01-09-2015 Onderzoeksgegevens Onderzoek: Amersfoort Laan naar Emiclaer 2 Meldingnummer: 2683574100

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

Grote Baan, Weverstraat en Bessenstraat (gem. Meeuwen-Gruitrode) Programma van Maatregelen

Grote Baan, Weverstraat en Bessenstraat (gem. Meeuwen-Gruitrode) Programma van Maatregelen Grote Baan, Weverstraat en Bessenstraat (gem. Meeuwen-Gruitrode) Programma van Maatregelen T. Deville en S. Houbrechts ArcheoPro Rapporten 290 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog) Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12 Toelichting Cröddendijk 12, Lettele Bestemmingsplan Adviesnummer: 767 Auteur: Namens Bevoegd gezag: M. van der Wal, MA

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Pagina 1 van 7 PLAN VAN AANPAK LOCATIE Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Bomen fietspad Knegsel-Steensel PLAATS BINNEN ARCHEOLOGISCH PROCES Archeologische begeleiding OPSTELLER Naam, adres, telefoon, e-mail

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Bijlagen toelichting bestemmingsplan Kerkrade Oost II

Bijlagen toelichting bestemmingsplan Kerkrade Oost II Bijlagen toelichting bestemmingsplan Kerkrade Oost II Bijlage 1: Eindverslag inspraakprocedure voorontwerpbestemmingsplan, maart 2010 Bijlage 2: Schriftelijke reacties i.k.v. overleg ex art. 3.1.1 Bro,

Nadere informatie

% &! '!#(&#! )"(*!# #+ &,-. '!#( )(/ -#'#!#(0

% &! '!#(&#! )(*!# #+ &,-. '!#( )(/ -#'#!#(0 ! #$# %!#$ % &! '!#(&#! )(*!# #+ &,-. '!#( )(/ 0 -#'#!#(0 '!#(1/((2( 0 -#'#!#(0 .#/!0 '122 ' 3 4 ' '52 '. 67 7' # 8' 49'9' #02'# 22 2 2'.0:*(&+2 6 &' ; < *' ;7 =2< 9' >

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 01 15 oktober 2015 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP

Nadere informatie