ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ"

Transcriptie

1 ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ

2 held zonder geweld Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

3 Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

4 Held zonder geweld werkboek ruud h. j. hornseld [redactie] boom amsterdam Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

5 2004, de auteurs p / a Uitgeerij Boom, Amsterdam Behoudens de in of krachtens de Auteurswet an 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgae worden ereeloudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegeensbestand, of openbaar gemaakt, in enige orm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder oorafgaande schriftelijke toestemming an de uitgeer. Voor zoer het maken an kopieën uit deze uitgae is toegestaan op grond an artikelen 16 h t /m 16 m Auteurswet 1912 jo. Besluit an 27 noember 2002, Stb 575, dient men de daaroor wettelijk erschuldigde ergoeding te oldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp ( Postbus 3060, 2130 kb, www. reprorecht. nl ) of contact op te nemen met de uitgeer oor het treffen an een rechtstreekse regeling in de zin an art. 16 l, ijfde lid, Auteurswet Voor het oernemen an gedeelte(n) uit deze uitgae in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, Postbus 3060, 2130 kb Hoofddorp, / pro). No part of this book may be reproduced in any way whatsoeer without the written permission of the publisher. Cartoons Matthias Giesen, Eindhoen Ontwerp omslag & typografische erzorging René an der Vooren, Amsterdam isbn nur 770 Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

6 inhoud Introductie 7 Module 1 Woedebeheersing Bijeenkomst 1 10 Bijeenkomst 2 19 Bijeenkomst 3 27 Bijeenkomst 4 31 Bijeenkomst 5 37 Module 2 Sociale aardigheden Bijeenkomst 6 48 Bijeenkomst 7 53 Bijeenkomst 8 56 Bijeenkomst 9 62 Bijeenkomst [ 5 ] Module 3 Moreel redeneren Bijeenkomst Bijeenkomst Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

7 inhoud Bijeenkomst Bijeenkomst Bijeenkomst Module 4 Terugkombijeenkomsten Bijeenkomst Bijeenkomst Bijeenkomst Noten 116 [ 6 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

8 introductie In Held zonder geweld ga je leren beter om te gaan met geoelens an irritatie, boosheid, woede of agressie. Daarnaast leer je op te komen oor je eigen belangen, zonder anderen te benadelen. Het is daarbij belangrijk dat je als deelnemer weet wat je wilt bereiken. Ook is het belangrijk dat je met inzet werkt aan het eranderen an je gedrag, want eranderen kost moeite en gaat niet anzelf. We erwachten dan ook dat je actief meedoet, initiatieen neemt en afspraken nakomt. Doel Doel an Held zonder geweld is dat je goed leert omgaan met geoelens an irritatie, boosheid, woede of agressie en dat je je doel bereikt zonder dat anderen daar schade an onderinden. Dit willen we als olgt bereiken: bijeenkomst 1 t /m 5 leren omgaan met geoelens an irritatie, boosheid, woede of agressie; bijeenkomst 6 t /m 10 erbeteren en/of uitbreiden an sociale aardigheden die je hieroor nodig hebt; bijeenkomst 11 t /m 15 kennisnemen an waarden en normen en leren morele problemen op te lossen; bijeenkomst 6 t /m 15 leren zelf programma s te maken oor het oefenen an nieuw gedrag. [ 7 ] Om deze doelen te bereiken krijg je een werkboek met informatie en oefeningen. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

9 introductie Werkwijze Held zonder geweld bestaat uit achttien bijeenkomsten an anderhalf uur; ijftien bijeenkomsten inden wekelijks plaats, daarna zijn er drie terugkombijeenkomsten met een tussenperiode an telkens... weken. Om iets aan Held zonder geweld te hebben, is het belangrijk om elke bijeenkomst aanwezig te zijn. Als je anwege een dringende reden niet kunt komen, meld je dan af bij een an de behandelaars. De erwijzer wordt an je afwezigheid op de hoogte gesteld. Oefeningen Je krijgt in de bijeenkomsten oefeningen mee die bedoeld zijn om dat wat je geleerd hebt zelf in het dagelijks leen toe te passen. Nadat je de oefeningen hebt gedaan, moet je er een kort erslag an maken in je werkboek. Bij het maken an de praktijkoefeningen krijg je hulp. Als blijkt dat je de praktijkoefeningen zelfstandig kan maken, kunnen de behandelaars je rijstelling an die hulp geen. Verslag aan erwijzer Aan het eind an Held zonder geweld wordt hieran een erslag gemaakt oor de erwijzer. De tekst an dit erslag wordt op de laatste bijeenkomst met je besproken. Op die bijeenkomst ontang je ook een bewijs an deelname. [ 8 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

10 module 1 woedebeheersing [ 9 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

11 Ö module 1 woedebeheersing bijeenkomst 1 Oefeningen H Obseratieoefening 1 In de metro. Wat gebeurt er? H Obseratieoefening 2 Lopen op straat. Wat obsereer je? [ 10 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

12 Praktijkoefeningen Voornaam bijeenkomst H 1 H Lees de informatie in Obsereren. Onderstreep op de laatste bladzijde in de ier situaties de zinnen die obseraties / feiten zijn. 2 Obsereer de komende week iemand die je kent, zonder dat die persoon het merkt. Je hoeft slechts kort naar hem / haar te kijken, bijoorbeeld hooguit een hale minuut. Als je dat gedaan hebt, schrijf je op wat je zag en wat je hoorde, door de onderstaande ragen te beantwoorden: Naar wie heb je gekeken [ oornaam ]? Waar was het dat je naar de ander keek? 1module 1 woedebeheersing Welke dag was dat? Wat deed die ander terwijl je naar hem / haar keek [ feiten / obseraties ]? Wat zei de ander [ ook hier feiten ]? [ 11 ] Welke conclusie trok je terwijl je naar de ander keek [ conclusies / interpretaties ]? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

13 bijeenkomst 1 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam H 3 Doe dezelfde oefening nog een keer. Schrijf op wat je zag en wat je hoorde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Naar wie heb je gekeken [ oornaam ]? Waar was het dat je naar de ander keek? Welke dag was dat? Wat deed die ander terwijl je naar hem / haar keek [ feiten / obseraties ]? Wat zei de ander [ ook hier feiten ]? Welke conclusie trok je terwijl je naar de ander keek [ conclusies / interpretaties ]? [ 12 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

14 obsereren 1 1 Wat is obsereren? Dit onderdeel an de therapie gaat oer de omgang met andere mensen. Eerst besteden we aandacht aan wat jezelf doet en zegt, daarna aan wat anderen doen en zeggen. Om goed te kunnen reageren, is het belangrijk goed naar je eigen gedrag en dat an anderen te kijken. We noemen dit obsereren. bijeenkomst 1 module 1 woedebeheersing Obsereren is wat je ziet en hoort Iemand die naar deze tekening kijkt, kan zeggen dat het mannetje blij is. Wat hij echt ziet, is een erzameling lijntjes en balletjes. Iemand die zegt Het is een blij mannetje, die interpreteert eigenlijk. Dat wil zeggen dat hij niet beschrijft wat hij echt in deze tekening ziet, maar wat hij dénkt dat hij ziet. [ 13 ] Interpreteren is wat je dénkt dat je ziet en hoort Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

15 bijeenkomst 1 obsereren [erolg] module 1 woedebeheersing Een aantal oorbeelden an obseraties en interpretaties: Obseraties Jan heeft de hele tijd niets gezegd Patrick zei geen woord tegen zijn baas Mohammed loopt fluitend door het huis Interpretaties Jan zit te piekeren Patrick is boos op zijn baas Mohammed is rolijk Ellen slaat haar kind aak Chantal huilde bij de tandarts Fatima wiebelt met haar been Ellen is een slechte moeder Chantal is een aanstelster Fatima is gespannen [ 14 ] Je zult misschien zeggen: Als Patrick boos is, dan kan je dat toch aan z n gezicht zien? Maar eigenlijk weet je niet zeker of hij boos is. Misschien is hij wel bang oor zijn baas. Wat je wél ziet, is dat hij geen woord zegt (obseraties). Dus: je kunt niet zien dat Patrick boos is. Als je zegt dat hij boos is, dan gaat het om wat je denkt dat zijn gedrag betekent, dus wat je denkt dat je ziet en hoort (interpretatie). Een nadeel an interpretaties is dat er aak erschillende tegelijk mogelijk zijn. In het geal an Patrick betekent dat dus dat hij boos is óf bang is. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

16 obsereren [erolg] bijeenkomst 1 2 Obsereren in situaties waarbij jezelf betrokken bent In situaties waarin je je onzeker, boos, bang of teleurgesteld oelt, is het aak nóg moeilijker om goed te obsereren. Laten we nu eens kijken wat Wesley, die net op een feest geweest is, zegt: Moet je nu eens horen. Ik was op de erjaardag an mijn zwager en niemand zag me staan. Het is duidelijk dat Wesley niet letterlijk ertelt wat hij daar gehoord of gezien heeft. Het is onwaarschijnlijk dat niemand hem zag staan. Wesley inter preteert dus. Wat gebeurde er precies? Nou ik kreeg me daar de pest in. Ik kwam binnen en feliciteerde m n zwager. Toen zag ik dat er zo n twintig mensen in de kamer zaten of stonden, die met elkaar praatten. Niemand keek op toen ik binnenkwam en niemand kwam naar mij toe. Ik oelde me reselijk opgelaten. Na ijf minuten ben ik weggegaan zonder gedag te zeggen. module 1 woedebeheersing Dit is een beschrijing an wat Wesley op de erjaardag gehoord en gezien heeft. Daarnaast staan er uitspraken in als Ik kreeg de pest in en Ik oelde me reselijk opgelaten. Deze laten zien hoe Wesley zich toen oelde. Ook je eigen geoelens allen onder obseraties. Onder obseraties erstaan wij wat je ziet, hoort én zelf oelt. [ 15 ] Enkele oorbeelden an obseraties die te maken hebben met wat je zelf oelt: Ik oelde mij tijdens dat eamen onzeker. Ik ben misselijk. Gisteraond was ik boos op mijn ader. Dat geschreeuw an de kinderen irriteert mij op dit moment. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

17 bijeenkomst 1 obsereren [erolg] module 1 woedebeheersing [ 16 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

18 obsereren [erolg] bijeenkomst 1 In boenstaande oorbeelden wordt het geoel benoemd. Er wordt duidelijk gezegd dat het om mijn geoel gaat en ook wanneer het was. In het olgende oorbeeld beschrijft Marcel wat hij tijdens het boodschappen doen, heeft meegemaakt. Marcels uitspraken zijn zowel obseraties als interpretaties. Alleen de obseraties zijn schuin gedrukt: In de winkel was het weer raak. De merouw achter mij duwde haar karretje tegen mij aan. Daar kan ik niet tegen. Ik werd nijdig. Ik raakte de man die oor mij stond. Die draaide zich om en roeg: Heb je haast? Ik werd link, kreeg het warm en ben de winkel uitgestapt. De andere winkels waren al gesloten. Deze dingen oerkomen mij nu altijd. Daar word je toch niet goed an? module 1 woedebeheersing 3 Oefeningen Oefen nu zelf in het herkennen an obseraties door ze te onderstrepen. 1 Ik zag het alweer. Nooit leert ze het, dat mens. Altijd staat alles weer door elkaar in het ak. Ik liep naar haar toe. Ze keek niet op en ging door met haar werk. Ik tikte haar op de schouder en zei goedendag. Ze keek nog steeds niet op en toen ik het nog een keer harder zei, roeg ze: Wat is er? Ik werd meer en meer geïrriteerd. Ik wees naar de spullen in het ak en zei dat ik niet kon inden wat ik hebben moest. Ze antwoordde dat ze het ak wel opnieuw zou inrichten. Je kunt ook nooit an haar op aan. [ 17 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

19 bijeenkomst 1 module 1 woedebeheersing obsereren [erolg] 2 Gisteren kwam ik mijn buurmeisje op straat tegen. Dat gaat altijd mis. Ze kijkt altijd straal langs mij heen. Ik dacht: een proberen of ze toch wil kijken. Ik zei: Hoi. Zij keek op en toen keek ze meteen weer de andere kant op. Ik ben niet interessant genoeg oor haar. 3 Altijd hetzelfde. Voor je het weet zit je weer tegen een berg werk op te kijken. Hij wil me blijkbaar jennen. Hij komt naar me toe en raagt of ik een tijd heb oor een spoedklus. Bedoelt hij natuurlijk dat ik er uitlieg als ik het niet doe. Want hij indt toch al dat ik te langzaam werk. Dat merk je zo aan hem. [ 18 ] 4 Niemand geeft om mij. Gisteren kreeg ik een brief an mijn moeder, waarin ze niets anders schreef dan: Eet je wel genoeg?, Studeer je wel genoeg?, Heb je je tante al een bedankbriefje geschreen? Niets leuks. Alsof er niets anders op de wereld is. Ik heb nu al eertien dagen iedere aond alleen op mijn kamer gezeten, en nu moet je niet denken dat ook maar iemand eraan denkt om bij mij op bezoek te komen. In ieder geal heb ik die eertien dagen niemand gezien. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

20 bijeenkomst 2 Ö oefeningen H gedachtenoefening 1 situatie 1 Je krijgt als erjaarscadeau een platenbon. Je denkt: bah, wat een saai cadeau, hij /zij heeft geen belangstelling oor mij. Welke andere conclusies zijn mogelijk? situatie 2 Een familielid maakt je een compliment. Je denkt: wat heeft hij / zij an mij nodig? Welke andere conclusies zijn mogelijk? situatie 3 Een kennis heeft kritiek op je kleding. Je denkt: hij / zij zit me te treiteren. Welke andere conclusies zijn mogelijk? module 1 woedebeheersing H gedachtenoefening 2 [Gedragsketen] Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam ]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander [obseraties]? [ 19 ] Gedachten Welke conclusie trok je daaruit? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

21 bijeenkomst 2 oefeningen [erolg] module 1 woedebeheersing Wat had je ook kunnen denken? Wat had je erder nog kunnen denken? Gedrag Wat zei / deed je? [ 20 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

22 Praktijkoefeningen Voornaam 2 H H 1 Lees de informatie in Woede beheersen tot en met paragraaf 3. 2 Beschrijf de komende week een situatie waarbij je je geïrriteerd oelde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam ]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander [obseraties ]? bijeenkomst module 1 woedebeheersing Gedachten Welke conclusie trok je daar eerst uit? Welke andere conclusie bedacht je daarna? Welke conclusie trok je ten slotte? [ 21 ] Gedrag Wat zei / deed je? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

23 bijeenkomst 2 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam H 3 Gebeurtenis Beschrijf de komende week een tweede situatie waarbij je je geïrriteerd oelde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het [ oornaam ]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander [obseraties ]? Gedachten Welke conclusie trok je daar eerst uit? Welke andere conclusie bedacht je daarna? Welke conclusie trok je ten slotte? [ 22 ] Gedrag Wat zei / deed je? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

24 woede beheersen Inleiding Hieronder ertellen we je hoe woede kan leiden tot onaangepast (agressief ), maar ook tot aangepast (assertief ) gedrag. Woede is een geoel. Je bent woedend op iemand, omdat niet gebeurt wat je graag zou willen, omdat je indt dat je onrecht is aangedaan of omdat je meent dat die ander je beledigd heeft. Woede is een erg sterk geoel; boosheid, ergernis of irritatie zijn minder sterk. Als je je woede zo onder controle kan krijgen dat je aangepast reageert, bereik je aker je doel en oel je je minder opgefokt. bijeenkomst 2 module 1 woedebeheersing Om het erband tussen woede en (on)aangepast gedrag duidelijk te maken, maken we gebruik an de ijf G s: Gebeurtenis, Gedachten, Geoelens, Gedrag, Geolgen. We spreken an de gedragsketen. In onderstaande keten is aan de ijf G s nog Spanning toegeoegd. De olledige gedragsketen is als olgt: Gebeurtenis Gedachten Spanning Geoelens Gedrag Geolgen 1 Gedrag Agressief gedrag is gedrag waarmee je oor jezelf opkomt ten koste an anderen. Het directe resultaat is aak positief, maar op de lange duur kom je in moeilijkheden. Je roept ergernis op bij anderen of komt, in het ergste geal, in aanraking met justitie. We noemen agressief gedrag dan ook onaangepast gedrag. Beter is om op een assertiee manier oor jezelf op te komen. [ 23 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

25 bijeenkomst 2 woede beheersen [erolg] module 1 woedebeheersing Bij assertief gedrag handel je in je eigen belang zonder anderen in hun rechten aan te tasten. Assertief gedrag is aangepast gedrag. Voor het omgaan met elkaar gelden in onze maatschappij bepaalde normen en waarden. Normen en waarden zijn maatschappelijke regels die eroor zorgen dat mensen prettig, beleefd en fatsoenlijk met elkaar omgaan. We spreken an assertief gedrag als je rekening houdt met die waarden en normen, zelfs als je opkomt oor jezelf. 2 Gebeurtenis Geoelens als woede hebben meestal te maken met wat een ander zegt of doet. We spreken an een gebeurtenis als het gedrag an een ander aanleiding kan geen om je geïrriteerd, boos of woedend te oelen. En deze geoelens kunnen er weer oor zorgen dat je je agressief gaat gedragen bijoorbeeld door te schelden, dreigen of slaan. Om je aangepast te kunnen gedragen, is het belangrijk dat je begrijpt wat er precies gebeurt: Wat doet of zegt die ander?. Bij een gebeurtenis kan je het beste eerst goed obsereren wat je hoort of ziet en wat je zelf oelt. We noemen dit obseraties. Gedragsketen gebeurtenis gedrag [ 24 ] Voorbeeld Wesley heeft net koffie gezet, maar de bus met koffie staat nog op het aanrecht. Maar Nancy wil de afwas doen. Nancy zegt tegen Wesley op boze toon: Kun je die koffie niet meteen in de kast opbergen? Dan kan ik tenminste de afwas doen. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

26 woede beheersen [erolg] bijeenkomst 2 module 1 woedebeheersing [ 25 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

27 bijeenkomst 2 woede beheersen [erolg] module 1 woedebeheersing Voorbeeld gedragsketen Bus met koffie staat op aanrecht Nancy scheldt Wesley uit. Alternatiee gedragsketen Bus met koffie staat op aanrecht Nancy raagt Wesley de koffie op te bergen. 3 Gedachten Obseraties worden geolgd door gedachten (interpretaties). In Obsereren heb je kunnen lezen dat het belangrijk is een onderscheid te maken tussen wat je obsereert (gebeurtenis) en de interpretaties die je maakt (gedachten). Bij interpretaties gaat het om gedachten die je hebt oer de gebeurtenis. Zulke gedachten kunnen zijn: Zij heeft het op mij oorzien of Hij is weer ergeetachtig. Gedragsketen gebeurtenis gedachten gedrag Voorbeeld Daphne is om zeen uur s aonds nog niet thuis, terwijl ze altijd om half zes stopt met werken. Dennis kijkt op de klok en denkt: Ze gaat reemd. Zodra Daphne thuiskomt, scheldt Dennis haar uit. [ 26 ] Voorbeeld gedragsketen Daphne is om zeen uur nog niet thuis Dennis denkt: Ze gaat reemd Dennis scheldt Daphne bij thuiskomst uit. Alternatiee gedragsketen Daphne is om zeen uur nog niet thuis Dennis denkt: Die loopt niet in zeen sloten tegelijk, ik hoor zo wel wat er aan de hand was Dennis ontspant zich Dennis raagt Daphne als ze weer thuis is of ze oortaan wil bellen als ze later thuiskomt. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

28 bijeenkomst 3 Ö oefening H Oefening gedragsketen Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander? module 1 woedebeheersing Gedachten Welke conclusie(s) trok je daaruit? Spanning Hoe lichamelijk gespannen oelde je je? Gedrag Wat zei / deed je? [ 27 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

29 bijeenkomst 3 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen H H 1 Lees de informatie in Woede beheersen tot en met paragraaf 4. 2 Beschrijf de komende week een situatie waarbij je je geïrriteerd of boos oelde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Gebeurtenis Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander? Voornaam Gebeurtenis Welke conclusie(s) trok je daaruit? Spanning Hoe lichamelijk gespannen oelde je je? [ 28 ] Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Wat was het resultaat? Gedrag Wat zei / deed je daarna? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

30 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam H 3 Gebeurtenis Beschrijf de komende week een tweede situatie waarbij je je geïrriteerd of boos oelde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander? bijeenkomst 3 module 1 woedebeheersing Gebeurtenis Welke conclusie(s) trok je daaruit? Spanning Hoe lichamelijk gespannen oelde je je? Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Wat was het resultaat? [ 29 ] Gedrag Wat zei / deed je daarna? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

31 bijeenkomst 3 woede beheersen [erolg] module 1 woedebeheersing 4 Spanning Als mensen gedrag an iemand als een bedreiging opatten, worden ze meestal niet meteen boos of woedend. Het duurt een oordat ze precies in de gaten hebben wat er gebeurt. Wel merken ze direct dat hun lichamelijke spanning toeneemt. Die spanning kan erschillende ormen hebben: snellere hartslag, transpireren, spieren spannen, trillen, rood worden en dergelijke. Een toename in lichamelijke spanning is olkomen normaal in sociale situaties waarin naar onze mening iets erelends gebeurt. Gedragsketen gebeurtenis gedachten spanning gedrag Voorbeeld Patrick loopt in de gang met een tas ol boodschappen. Voor hem uit loopt Marian. Marian houdt de deur niet oor Patrick open. Patrick denkt Wat een trut en raakt helemaal opgefokt. De eerstolgende keer houdt Patrick de deur oor Marian niet open. Voorbeeld gedragsketen Marian houdt de deur niet open oor Patrick Patrick denkt: Wat een trut Patrick raakt opgefokt Patrick gooit de eerstolgende keer de deur oor de neus an Marian dicht. [ 30 ] Alternatiee gedragsketen Marian houdt de deur niet open oor Patrick Patrick denkt: Die is er met haar gedachten niet bij Patrick ontspant zich Patrick zegt er wat an dat Marian de deur niet oor hem heeft opengehouden en raagt haar de olgende keer rekening met hem te houden. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

32 bijeenkomst 4 Ö oefeningen oorbeelden an emoties [geoelens] module 1 woedebeheersing [ 31 ] Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

33 bijeenkomst 4 module 1 woedebeheersing oefeningen [erolg] H oefening gedragsketen Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander? Gedachten Welke conclusie(s) trok je daaruit? Spanning Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Wat was het resultaat? [ 32 ] Geoel Hoe oelde je je toen? Gedrag Wat zei/deed je? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

34 Praktijkoefeningen H 1 H Lees de informatie in Woede beheersen tot en met paragraaf 5. 2 Beschrijf de komende week een situatie waarbij je je geïrriteerd, boos of woedend oelde door de onderstaande ragen te beantwoorden: Gebeurtenis Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei / deed die ander? Voornaam bijeenkomst 4 module 1 woedebeheersing Spanning Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Wat was het resultaat? Geoel Hoe oelde je je toen? [ 33 ] Noem nog andere geoelens? Gedrag Wat zei / deed je daarna? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

35 bijeenkomst 4 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam H 3 Hieronder zie je een lijst met twaalf zogenaamde sociale gedragingen of sociale aardigheden. Deze staan onder elkaar in de linker kolom. Geef in de rechter kolom de olgorde aan an de ijf aardigheden die je wilt oefenen. De belangrijkste geef je ijf punten, de aardigheid die je iets minder belangrijk indt ier en zo erder tot en met de minst belangrijke, die je maar één punt geeft. Twaalf sociale aardigheden Vaardigheid Voorbeeld Oefenolgorde a Contact leggen en instandhouden Je bent met een meisje op het werk naar de film geweest en raagt haar na afloop of ze nog eens wil afspreken. B Een situatie beëindigen Je hebt erschil an mening met de meester op school en wilt nadenken oer wat hij gezegd heeft. [ 34 ] C Om hulp ragen (erzoek doen) Je raagt je maat of hij je wil helpen met een reparatie aan je auto. D Weigeren Je maat raagt of hij je mobieltje mag lenen, maar dat ind je niet goed. E Reageren op een weigering Je riendin zegt dat ze geen zin heeft om met je naar de disco te gaan. Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

36 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam Vaardigheid Voorbeeld Oefenolgorde F Kritiek geen Je zegt tegen je baas dat hij je nooit een compliment geeft, ook als je hoort an anderen dat hij tereden oer je is. G Reageren op kritiek Je moeder zegt dat je muziek te hard staat. H Mening geen Je zegt in de klas /op het werk wat je indt an het fileprobleem. I J K L Voor jezelf opkomen Waardering uiten tegen een ander Waardering uitspreken oer jezelf Reageren op waardering Je raagt de trainer waarom hij je niet in het elftal heeft opgesteld. Je zegt tegen je moeder / rouw dat het aondeten je goed smaakt. Je zegt tegen je riendin dat je geslaagd bent oor een eamen. Je broer zegt dat hij er trots op is dat je een doelpunt hebt gemaakt. bijeenkomst 4 module 1 woedebeheersing [ 35 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

37 bijeenkomst 4 woede beheersen [erolg] module 1 woedebeheersing 5 Geoelens Gedrag wordt ook bepaald door de geoelens die daaraan oorafgaan. Negatiee geoelens kunnen leiden tot onaangepast gedrag: neerslachtigheid tot dadenloosheid, woede tot agressie, argwaan tot sociaal isolement. Negatiee geoelens zijn oerigens niet altijd erkeerd: bij oerlijden hoort erdriet en bij bedrog hoort erbittering. Deze geoelens zijn als het goed is tijdelijk. Gedragsketen gebeurtenis gedachten spanning geoelens gedrag Voorbeeld Gerard staat in een bakkerij op zijn beurt te wachten. Na hem komt een rouw binnen die direct de erkoopster aanspreekt en een brood bestelt. De erkoopster durft hier niets an te zeggen, want zij lijkt de rouw goed te kennen. Gerard denkt: Wat een onbeschoft mens, kennissen mogen hier oor. Hij krijgt het helemaal warm. Gerard oelt zich olledig uit het eld geslagen en loopt kwaad de winkel uit. Voorbeeld gedragsketen rouw dringt oor in bakkerij Gerard denkt: Wat een onbeschoft mens, kennissen mogen hier oor Gerard krijgt het warm Gerard oelt zich genegeerd en kwaad Gerard loopt de winkel uit. [ 36 ] Alternatiee gedragsketen rouw gaat oor haar beurt Gerard denkt: Die heeft mij niet in de gaten Gerard ontspant zich Gerard oelt zich tamelijk rustig Gerard zegt dat hij eerst aan de beurt is. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

38 bijeenkomst 5 oefeningen Geolgen op korte en lange termijn H probleemsituatie 1 Sjaak is 32 jaar en werkt op een plasticfabriek. Eerst heeft hij enige tijd met een riendin samengewoond, maar nu woont hij alleen op een flat, en dat alt niet mee. Hij heeft pas an zijn chef op de fabriek te horen gekregen dat hij een fout heeft gemaakt. Hij indt dit onrechtaardig omdat zijn chef er zelf ook erantwoordelijk oor was. Als hij thuiskomt, indt hij een brief an de woningbouwereniging dat hij de achterstallige huur meteen moet betalen. Anders wordt hij uit de flat gezet. Sjaaks reactie is: a b c Niet-assertief Hij trekt zich de brief an de woningbouwereniging heel erg aan en legt hem op een grote stapel. Ook op zijn werk doet hij zijn mond niet open. Hij wordt steeds depressieer en gaat drinken. Assertief Sjaak belt de woningbouwereniging op en legt uit dat hij door de drukte de huur ergeten is. Op zijn werk gaat hij het conflict bespreken met zijn chef. Agressief Sjaak wordt ontzettend kwaad, belt de woningbouwereniging op en scheldt de telefoniste uit. Als zijn chef hem de olgende morgen wat raagt, zegt hij: Doe het zelf maar, je kunt barsten. Ö module 1 woedebeheersing [ 37 ] H probleemsituatie 2 Miranda en Nancy, twee zussen an 18 en 20 jaar, gaan naar een feestje waar later op de aond cocaïne gebruikt wordt. Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

39 bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing oefeningen [erolg] Miranda gebruikt sinds enige tijd niet meer en wil daar ook niet meer aan meedoen. Als haar zus, die nog wel gebruikt, haar iets aanbiedt, is haar reactie: a b c Niet-assertief Miranda herinnert haar zus eraan dat zij niet meer wil gebruiken. Maar na lang aandringen an haar zus neemt ze de coke toch, omdat ze erbij wil horen. Assertief Miranda weigert de coke. Ze legt uit dat ze niet meer gebruikt en dat ze er ook niet opnieuw aan wil beginnen. Ze staat onmiddellijk op en gaat naar huis. Agressief Miranda windt zich er enorm oer op dat haar zus haar naar een feestje an gebruikers gebracht heeft, en dat ze haar in de erleiding probeert te brengen. Miranda scheldt haar zus uit en zegt dat ze nooit meer met haar naar een feest gaat. [ 38 ] H probleemsituatie 3 Rob moet s ochtends altijd roeg op om op tijd op zijn werk te kunnen zijn. s Aonds als het tijd is om naar bed te gaan, begint de buurjongen harde muziek te draaien. Rob kan daardoor niet in slaap komen. De muziek gaat de hele aond door. Rob doet het olgende: a b c Niet-assertief Rob gaat op de bank in de woonkamer slapen zodat hij minder last heeft an de muziek. Hij zegt niets tegen de buren. Assertief Rob gaat naar het huis an de buren en ertelt de buurjongen dat hij roeg op moet. Hij raagt of de muziek wat zachter kan. Samen inden ze een oplossing. Agressief Woedend belt Rob de politie op. Hij eist dat ze eroor zorgen dat zijn buurjongen onmiddellijk de muziek uitzet. De buren nemen het Rob erg kwalijk dat hij hen niet eerst gewaarschuwd heeft. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

40 oefeningen H Oefening gedragsketen Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed die ander? Gedachten Welke conclusie(s) trok je daaruit? bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing Spanning Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Geoel Hoe oelde je je toen? Gedrag Wat zei /deed je? [ 39 ] Geolgen Wat waren de geolgen op korte termijn? Wat waren de geolgen op langere termijn? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

41 bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen H H Voornaam 1 Lees de informatie in Woede beheersen tot en met paragraaf 6. 2 Beschrijf de komende week een situatie waarbij je je geïrriteerd, boos, woedend of agressief oelde, door de onderstaande ragen te beantwoorden: Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed die ander? Gedachten Welke conclusie(s) trok je daaruit? Spanning Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? [ 40 ] Geoel Hoe oelde je je toen? Gedrag Wat zei /deed je daarna? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

42 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam Geolgen Wat waren de geolgen op korte termijn? Wat waren de geolgen op langere termijn? H 3 Beschrijf de komende week een tweede situatie waarbij je je geïrriteerd, boos, woedend of agressief oelde, door de onderstaande ragen te beantwoorden: bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing Gebeurtenis Om wie ging het [ oornaam]? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed die ander? Gedachten Welke conclusie(s) trok je daaruit? [ 41 ] Spanning Hoe heb je je lichamelijke spanning erlaagd? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

43 bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam Geoel Hoe oelde je je toen? Gedrag Wat zei /deed je daarna? Geolgen Wat waren de geolgen op korte termijn? Wat waren de geolgen op langere termijn? [ 42 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

44 woede beheersen [erolg] 6 Geolgen Gedrag wordt ooral bepaald door de geolgen die het heeft. Het is daarbij belangrijk een onderscheid te maken tussen [ a ] geolgen direct na afloop en [ b] geolgen na enige tijd. Sommige gedragingen leeren direct een positief resultaat op, maar hebben pas later negatiee geolgen. Zo kan lekker eten leiden tot te dik worden. Bij weer andere gedragingen is het geolg meteen daarna negatief, maar het resultaat na maanden of jaren positief. Naar school gaan betekent dat je niet de hele dag met je rienden kan optrekken. Het betekent wel dat je op een gegeen moment een diploma hebt en een erolgopleiding kunt olgen. Het maken an een keuze is niet altijd een eenoudig. Dit komt onder andere omdat je an een direct geolg zekerder kunt zijn dan an een geolg op lange termijn. Veel mensen inden het dan ook moeilijk erder te kijken dan hun neus lang is. Agressief gedrag heeft rijwel altijd direct positiee geolgen. Je krijgt meteen je zin, de ander druipt af of bindt in. Je hebt wraak kunnen nemen, je prestige in de groep wordt groter en dergelijke. De geolgen op de langere termijn zijn op het moment zelf nauwelijks zichtbaar. Pas na enige tijd bestaat de kans dat die ander zijn rienden mobiliseert en het je op zijn beurt betaald zet. In het ergste geal kom je in aanraking met justitie. Vaak duurt het maanden oordat je eroordeeld wordt en nog weer langer als je een straf moet uitzitten. Op de langere termijn is agressief gedrag áltijd nadelig oor alle betrokkenen. Agressie leidt aak tot nog sterkere agressie, tot maatschappelijk isolement en tot criminaliteit. bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing [ 43 ] Gedragsketen gebeurtenis gedachten spanning geoelens gedrag geolgen Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

45 bijeenkomst 5 woede beheersen [erolg] module 1 woedebeheersing [ 44 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

46 woede beheersen [erolg] Voorbeeld Dwight staat bij de supermarkt in een rij oor de kassa. De rouw oor hem raagt na het afrekenen aan de caissière hoe het met haar kinderen gaat. Dwight denkt: Zo sta ik hier morgen nog en wordt gespannen. Hij ergert zich en zegt tegen de rouwen: Kunnen jullie niet opschieten. Ik heb wel wat anders te doen dan naar jullie praatjes te luisteren. De caissière schrikt en zegt: Ik zal u meteen helpen. Dwight wordt direct geholpen, maar oelt zich later onprettig want hij had helemaal geen haast. Gedragsketen oorbeeld rouw gaat staan praten met caissière Dwight denkt: Zo sta ik hier morgen nog Dwight wordt gespannen Dwight ergert zich en maakt een boze opmerking tegen de caissière Dwight wordt meteen geholpen, maar oelt zich later onprettig. bijeenkomst 5 module 1 woedebeheersing Alternatiee gedragsketen rouw gaat staan praten met caissière Dwight denkt: Ik heb wel wat tijd, als het maar niet te lang duurt Dwight ontspant zich en blijft rustig Dwight zegt tegen de rouwen: Willen jullie het niet te lang maken? Dwight oelt zich prettig omdat de rouwen hem riendelijk aankijken en rekening met hem houden. [ 45 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

47 Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

48 module 2 sociale aardigheden Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

49 Ö bijeenkomst 6 module 2 sociale aardigheden Praktijkoefeningen H Voornaam 1 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 1 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? [ 48 ] H 2 Beschrijf de komende week een tweede situatie waarin je aardigheid 1 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

50 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam bijeenkomst 6 Wat zei /deed je? Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 3 Bedenk ijf oefensituaties oor aardigheid 2, die de komende weken kunnen oorkomen. Schrijf an elke situatie op om wie het gaat en waaroer het gaat. Zet boenaan de situatie die je de minste spanning geeft en onderaan de situatie die je de meeste spanning geeft. module 2 sociale aardigheden Wie? Waaroer? [ 49 ] Wat wil je bereiken in die situaties? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

51 bijeenkomst 6 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam Welke punten in je eigen gedrag ind je daarbij belangrijk? module 2 sociale aardigheden H H 4 Lees de informatie in Eisen, actiiteiten en waardering tot en met paragraaf 2. 5 Bedenk een actiiteit an jezelf waaroer je achteraf tereden was, dus waaroer je een positiee waardering zou kunnen uitspreken. Het mag elke actiiteit uit het dagelijks leen zijn. Maak hieran een erslag door de onderstaande ragen te beantwoorden: Beschrijf wat je zei of deed Wat oor eisen stelde je daarbij aan jezelf? [ 50 ] Waar was je na afloop tereden oer? Beschrijf letterlijk wat je tegen jezelf zei Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

52 Je neemt je oor aan iets nieuws te beginnen of om iets wat je nu al doet erder te erbeteren. Maar na een paar keer oefenen, houd je er al mee op. Je baalt eran en geeft de actiiteit de schuld. Wat ging er nou eigenlijk mis? Hieronder ind je op die raag een antwoord. 1 Hoe kan je tereden zijn met wat je doet? bijeenkomst 6 eisen, actiiteiten en waardering 3 module 2 sociale aardigheden Of je met een bepaalde actiiteit doorgaat hangt af an wat je ermee bereikt, dus an de geolgen. Bereik je er een positief resultaat mee (bijoorbeeld een goed geoel), dan ga je er mee door. Bij een negatief resultaat (bijoorbeeld een geoel an teleurstelling) hou je er mee op. Als jijzelf of anderen tereden zijn oer wat je doet, ga je eerder door dan als jij of anderen er ontereden oer zijn. Teredenheid heeft te maken met de eisen die je aan jezelf stelt én met het resultaat. Zo ben je: ontereden, als het resultaat minder is dan je eis; tereden, als het resultaat gelijk is aan je eis; tereden, als het resultaat beter is dan je eis. [ 51 ] Mensen doen een bepaalde actiiteit aker en beter als ze na afloop tereden zijn oer het resultaat. Maar we stellen aak te hoge eisen aan onszelf als we ergens aan beginnen. Als je gemiddeld twintig sigaretten per dag rookt en je neemt je oor om Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

53 bijeenkomst 6 eisen, actiiteiten en waardering [erolg] module 2 sociale aardigheden in het erolg niet meer te roken, kom je geheid an een koude kermis thuis. Zelfs al zou je ijftien sigaretten minder roken, dan nóg heb je niet oldaan aan wat je wilde bereiken (namelijk geen enkele sigaret meer roken). Dan heb je dus gefaald. 2 Wat je tegen jezelf zegt ( zelfuitspraken ) Teredenheid of onteredenheid gaat aak samen met wat je tegen jezelf zegt. Als je ontereden bent oer het resultaat an een actiiteit, doe je negatiee zelfuitspraken oer jezelf. Enkele oorbeelden an zo n negatiee zelfuitspraak zijn: Ik kan niet ophouden met roken (of drinken, gokken, enzooort). Ik begrijp niets an wat mijn leraar zegt. Op mijn werk maak ik altijd fouten. Negatiee zelfuitspraken zijn aak oerdreen. Zo is de uitspraak: op mijn werk maak ik altijd fouten beslist niet waar, omdat er altijd werkzaamheden zullen zijn die je wél goed doet. Oerdreen zelfuitspraken kun je aak herkennen aan het gebruik an woorden als nooit, alles, iedereen, allang en altijd. Een paar oorbeelden daaran zijn: [ 52 ] Ik had allang een goede baan kunnen hebben, als ik maar had doorgezet. Waarom kan ik nou nooit eens gemakkelijk meedoen? Iedereen heeft een hekel aan mij. Het lukt me maar niet. Negatiee zelfuitspraken leiden ertoe dat we met een actiiteit stoppen, terwijl we er eigenlijk juist mee willen doorgaan. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

54 bijeenkomst 7 Ö Praktijkoefeningen H 1 Beschrijf de komende week weer een situatie waarin je aardigheid 1 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Voornaam module 2 sociale aardigheden Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 2 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 2 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: [ 53 ] Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

55 bijeenkomst 7 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam module 2 sociale aardigheden Wat zei /deed je? Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 3 Bedenk ijf oefensituaties oor aardigheid 3, die de komende weken kunnen oorkomen. Schrijf an elke situatie op om wie het gaat en waaroer het gaat. Zet boenaan de situatie die je de minste spanning geeft en onderaan de situatie die je de meeste spanning geeft. [ 54 ] Wie? Waaroer? Wat wil je bereiken in die situaties? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

56 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam bijeenkomst 7 Welke punten in je eigen gedrag ind je daarbij belangrijk? H 4 Bedenk een actiiteit an jezelf waaroer je achteraf tereden was, dus waaroer je een positiee waardering zou kunnen uitspreken. Het mag elke actiiteit uit het dagelijks leen zijn, dus niet per se een sociale actiiteit. Maak hieran een erslag door de onderstaande ragen te beantwoorden: module 2 sociale aardigheden Beschrijf wat je zei of deed Wat oor eisen stelde je daarbij aan jezelf? Waar was je na afloop tereden oer? Beschrijf letterlijk wat je tegen jezelf zei [ 55 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

57 Ö bijeenkomst 8 module 2 sociale aardigheden Praktijkoefeningen H 1 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 3 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden. Begin met een gemakkelijke situatie. Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Voornaam Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? [ 56 ] H 2 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 1 of 2 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

58 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam bijeenkomst 8 Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 3 Bedenk ijf oefensituaties oor aardigheid 4, die de komende weken kunnen oorkomen. Schrijf an elke situatie op om wie het gaat en waaroer het gaat. Zet boenaan de situatie die je de minste spanning geeft en onderaan de situatie die je de meeste spanning geeft. module 2 sociale aardigheden Wie? Waaroer? Wat wil je bereiken in die situaties? [ 57 ] Welke punten in je eigen gedrag ind je daarbij belangrijk? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

59 bijeenkomst 8 module 2 sociale aardigheden Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam H H 4 Lees de informatie in Eisen, actiiteiten en waardering tot en met paragraaf 4 en maak de twee oefeningen. 5 Bedenk een actiiteit waarin je bij jezelf ontdekte dat je een an de astloopregels hebt toegepast. Het gaat om een actiiteit uit je dagelijkse leen, waaran je achteraf ontdekte dat je een te hoge of te age eis aan jezelf stelde. Het is niet de bedoeling dat je jezelf opzettelijk laat astlopen. Maak hieran een erslag door de onderstaande ragen te beantwoorden: Beschrijf wat je zei of deed Wat oor eisen stelde je daarbij aan jezelf? Hoe oerde je de actiiteit eerst uit, dat wil zeggen oordat je deze eis aan jezelf stelde? Hoe oerde je de actiiteit uit nadat je deze eis had gesteld? [ 58 ] Welke astloopregel was hier aan de orde? Hoe kun je het anders doen om astlopen te oorkomen? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

60 eisen, actiiteiten en waardering [erolg] bijeenkomst 8 3 Wat is er aan de hand als je te roeg ophoudt met een actiiteit? Stop je met een bepaalde actiiteit óórdat je je einddoel hebt bereikt, dan heb je een astloopregel toegepast. Vastloopregels zijn: a Je hebt eel te hoge eisen aan jezelf gesteld. Stel je eisen eens lager en probeer het einddoel met kleinere stappen te bereiken. b Tijdens het uitoeren an de actiiteit heb je ongemerkt je eisen erhoogd en word je ontereden oer het resultaat. module 2 sociale aardigheden c Je beschrijft je eis met age woorden, zodat je niet precies weet of je wel tereden kunt zijn oer het resultaat. Probeer je eis zo te beschrijen dat iedereen weet wat hij moet doen bij het uitoeren an de actiiteit. 4 Voorbeelden an astloopregels in het dagelijks leen John heeft last an straatrees en oelt zich erg gespannen als hij op straat loopt. Op dit moment kan hij het ijf minuten olhouden. Blijft hi j langer op straat, dan oelt hij zich zo gespannen worden dat hij weer naar binnen gaat. Bij de eerste keer oefenen neemt hij zich oor om een kwartier op straat te lopen (zijn eis ). Het erloop an de oefening ziet er als olgt uit: [ 59 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

61 Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

62 Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

63 Ö bijeenkomst 9 module 2 sociale aardigheden Praktijkoefeningen H 1 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 4 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden. Begin met een gemakkelijke situatie. Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Voornaam Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? [ 62 ] H 2 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aar digheid 1, 2 of 3 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

64 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam bijeenkomst 9 Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 3 Bedenk ijf oefensituaties oor aardigheid 5, die de komende weken kunnen oorkomen. Schrijf an elke situatie op om wie het gaat en waaroer het gaat. Zet boenaan de situatie die je de minste spanning geeft en onderaan de situatie die je de meeste spanning geeft. module 2 sociale aardigheden Wie? Waaroer? Wat wil je bereiken in die situaties? [ 63 ] Welke punten in je eigen gedrag ind je daarbij belangrijk? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

65 bijeenkomst 9 module 2 sociale aardigheden Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam 4 Bedenk nogmaals een actiiteit waarin je bij jezelf ontdekte dat je een an de astloopregels hebt toegepast. Het gaat om een actiiteit uit je dagelijkse leen, waaran je achteraf ontdekte dat je een te hoge of te age eis aan jezelf stelde. Het is niet de bedoeling dat je jezelf opzettelijk laat astlopen. Maak hieran een erslag door de onderstaande ragen te beantwoorden: Beschrijf wat je zei of deed Wat oor eisen stelde je daarbij aan jezelf? H Hoe oerde je de actiiteit eerst uit, dat wil zeggen oordat je deze eis aan jezelf stelde? Hoe oerde je de actiiteit uit nadat je deze eis had gesteld? Welke astloopregel was hier aan de orde? [ 64 ] Hoe kun je het anders doen om astlopen te oorkomen? Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

66 bijeenkomst 10 Ö Praktijkoefeningen H Voornaam 1 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aardigheid 5 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden. Begin met een gemakkelijke situatie. Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Wat zei /deed je? module 2 sociale aardigheden Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H 2 Beschrijf de komende week een situatie waarin je aar digheid 1, 2, 3 of 4 hebt toegepast door de onderstaande ragen te beantwoorden: [ 65 ] Om wie ging het? Waar was je? Welke dag was dat? Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

67 bijeenkomst 10 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam Wat zei /deed je? module 2 sociale aardigheden Wat zei /deed die ander? Wat deed je goed? Wat zou je nog kunnen erbeteren? H H 3 Lees de informatie in Eisen, actiiteiten en waardering tot en met paragraaf 6. 4 Bedenk een programma oor indiidueel doelgedrag A een actiiteit die je zou willen erbeteren of doen toeof afnemen. Het gaat er oorlopig om, dat je leert een actiiteit op te delen in stappen en er een programma oor te maken. Maak hieran een erslag door de onderstaande ragen te beantwoorden: Het doelgedrag waaraan ik ga werken, is [ 66 ] De erdeling an de actiiteit in stappen is: Ga erder op de olgende bladzijde } Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

68 Praktijkoefeningen [erolg] Voornaam bijeenkomst 10 Mijn einddoel, stap 5, is Op dit moment Mijn eerste eis / stap wordt Ik oer de actiiteit uit op module 2 sociale aardigheden [ 67 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

69 bijeenkomst 10 module 2 sociale aardigheden eisen, actiiteiten en waardering [erolg] 5 Richtlijnen oor het uitbreiden of erbeteren an actiiteiten Hieronder ind je een manier om negatiee zelfuitspraken en astlopen tegen te gaan. Beschrijf de actiiteit waaraan je wilt gaan werken (bijoorbeeld wat, hoe, hoe lang, hoe aak). 1 Verdeel de actiiteit in stappen of onderdelen. 2 Schrijf op welk einddoel je wilt bereiken. 3 Op welke manier oer je de actiiteit op dit moment uit? 4 Je stelt je eerste stap niet hoger dan de manier waarop je de actiiteit nu uitoert. 5 Je oert deze eerste stap uit. 6 Je ergelijkt de uitoering an de actiiteit met de eis die je erbij aan jezelf hebt gesteld. Is de uitoering an de actiiteit lager / minder dan de eis, dan ga je terug naar regel 5. 7 Je stelt nu een nieuwe stap op door deze iets hoger te stellen dan je uitoering an de actiiteit. 8 Je herhaalt achtereenolgens de regels 6, 7 en 8 tot je je einddoel bereikt hebt. Je kunt het effect an boenstaande richtlijnen nog ergroten door een positiee zelfuitspraak te doen als de uitoering an de actiiteit gelijk of hoger is dan de gestelde eis. Enkele oorbeelden an positiee uitspraken oer jezelf zijn: [ 68 ] Dat heb ik goed gedaan. Ik zal mezelf nu eens trakteren op Dat gaat tof. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

70 eisen, actiiteiten en waardering [erolg] bijeenkomst 10 module 2 sociale aardigheden [ 69 ] Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

71 bijeenkomst 10 eisen, actiiteiten en waardering [erolg] module 2 sociale aardigheden 6 Een oorbeeld an de toepassing an de richtlijnen Latifa is sinds kort met haar gezin erhuisd. Een probleem an Latifa is dat ze het moeilijk indt om hulp te ragen (erzoek doen) en dat dan ook meestal niet doet. 1 Beschrijing an de actiiteit waaraan Latifa wil gaan werken, namelijk om hulp ragen. Dit bestaat uit: de persoon die ze om hulp raagt; dat is (an makkelijk naar moeilijk) haar man, haar buren, collega s en onbekenden; het soort hulp; moeilijk indt ze die hulp waarbij ze an de ander etra tijd of inspanning raagt oor zichzelf. [ 70 ] 2 Verdeling an de actiiteit in stappen: aan haar man ragen een schilderijtje dat ze pas gekocht hebben, op te hangen; aan de buurman een tijdschrift te leen ragen; aan de buurrouw ragen groenten mee te brengen als ze naar de markt gaat; op de cursus Nederlands aan een andere cursist ragen of hij het gezamenlijke cadeautje oor de docent wil kopen; een collega op het werk ragen of zij haar na werktijd naar huis wil brengen; op de Nederlandse cursus een andere cursiste ragen haar in haar rije tijd met het huiswerk te helpen; in een winkel ragen of zij haar boodschappen kunnen thuisbezorgen omdat ze haast heeft. enzooort. 3 Haar einddoel na drie maanden oefenen: op elk passend moment hulp duren ragen, zowel aan bekenden als aan onbekenden, ook als die hulp hun etra tijd of inspanning kost. Werkboek HzG 1 [binnenwerk].indd :48

HELD ZONDER GEWELD WERKBOEK

HELD ZONDER GEWELD WERKBOEK HELD ZONDER GEWELD WERKBOEK ruud h. j. hornseld [redactie] boom amsterdam 2013 Challenger Press, Rijswijk: Ruud H. J. Hornseld Deze uitgae mag in haar geheel zonder toestemming an de auteur worden ereeloudigd,

Nadere informatie

ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ

ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ ÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓÓ held zonder geweld Held zonder geweld werkboek ruud h. j. hornseld [redactie] boom amsterdam 2013 Challenger Press, Rijswijk: Ruud H. J. Hornseld Deze uitgae mag in haar geheel

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

Spelend leren, leren spelen

Spelend leren, leren spelen Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 3 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. LINK werkboek VU-NT2 en Boom uitgevers Amsterdam, 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Niet eerlijk. Kyara Blaak Kyara Blaak Niet eerlijk Kyara Blaak Kyara Blaak 248media uitgeverij, Steenwijk Grafische realisatie: MDS Grafische Vormgeving Illustraties binnenwerk: Kyara Blaak Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL CHATTEN verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL Stotteren Kom op, Roy. Het is allang tijd. De leraar informatica legt een hand op Roys schouder. Maar Roy kijkt niet op of om. Hij zit achter de fijnste computer

Nadere informatie

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. Bij SNAP leren we ouders en kinderen vaardigheden om problemen op te lossen en meer zelfcontrole te ontwikkelen. Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. SNAP (STOP

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6

Uitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Uitprobeerpakket Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Regels en wetten

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Regels en wetten PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Regels en wetten Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verhey, Caroline van den Kommer, Mary Korten, Ruud

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2 Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2 Colofon Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Basisvaardigheden

Nadere informatie

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau 1F Naam: Groep: Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteur: Elma Draaisma Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Wim Zuijdendorp Vormgeving: Edu

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

ZELF STARTEN MET NEDERLANDS NEDERLANDS VOOR ANDERSTALIGEN

ZELF STARTEN MET NEDERLANDS NEDERLANDS VOOR ANDERSTALIGEN ZELF STARTEN MET NEDERLANDS NEDERLANDS VOOR ANDERSTALIGEN Het zelfstudiepakket Zelf starten met Nederlands is ontwikkeld door Uitgeverij Boom in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Loopbaanoriëntatie -begeleiding Ik, leren en werken Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Loopbaanlogboek voor fase 1 Oriëntatie Colofon Auteur: Edu Actief b.v. Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Edu Actief b.v. Illustraties: Edu Actief

Nadere informatie

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Bijlage 3.1. Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Het instinct voor zelfbehoud is heel gezond. Als we dat niet hadden, zou niemand van ons

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58 Seksuele vorming Colofon Auteur: Mandy Rooker, werkzaam bij On(der)wijs Goed! Eindredactie: Daphne Ariaens Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius group Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Seksuele

Nadere informatie

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel REALITY REEKS Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP marian hoefnagel Een gekke naam Rudsel?? Jims mond valt open van verbazing. Is dat een naam? Hij kijkt met grote ogen naar de jongen die naast hem zit.

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten. Lekker ding Pas op!, roept Anita. Achter je zitten de hersendoden! Ik kijk achterom. Achter ons zitten twee jongens en drie meisjes hun boterhammen te eten. Ze zijn gevaarlijk, zegt Anita. Ze schudt haar

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen 11 1Help: faalangst! Karel heeft moeite met leren. Dat zal wel faalangst zijn! zegt iemand. Een gemakkelijk excuus, want Karel is wel erg snel klaar met zijn huiswerk. Ellen, die ook moeite heeft met leren,

Nadere informatie

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten Samenvatting op kaarten 16 kaarten met samenvattingen van de inhoud van de module, psychoeducatie over een Lichte verstandelijke Beperking (LVB) voor cliënten en hun naasten. De kaarten 1 14 volgen de

Nadere informatie

Charles den Tex VERDWIJNING

Charles den Tex VERDWIJNING Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken

Nadere informatie

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma BE HAPPY 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma Alle rechten voorbehouden. Geen deel van dit boek mag worden gereproduceerd op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Huur een huis PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Huur een huis Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Gerda Verhey, Ruud Drupsteen, Caroline van den Kommer, Mary

Nadere informatie

Arbeids vaardigheden Arbeidsvaardigheden deel 1.indd 1 18/09/14 12:39

Arbeids vaardigheden Arbeidsvaardigheden deel 1.indd 1 18/09/14 12:39 Arbeidsvaardigheden Colofon Auteur: Jacobien Ubbink Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Arbeidsvaardigheden ISBN: 978 90 3721 337 9 NUR: 100 Trefwoord:

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Informatie voor ouders

Informatie voor ouders Weerbaarheid Informatie voor ouders Het Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunt met deskundig advies, tips en begeleiding. Een centraal punt voor al je vragen over opvoeden en opgroeien, dat is handig!

Nadere informatie

Zelfstandige Externe Stage

Zelfstandige Externe Stage IK, LEREN EN WERKEN Zelfstandige Externe Stage deel 4 van 6 Colofon Auteur: Marian van der Meijs, werkzaam bij ICBA Inhoudelijke redactie: Jacobien Ubbink Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: PPMP Prepress,

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Toetsboek 6 groep 6 blok 6

Uitprobeerpakket. Toetsboek 6 groep 6 blok 6 Uitprobeerpakket Toetsboek 6 groep 6 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril hoofdstuk 6 Denkfouten We hebben al gezien dat sommige van onze brandende automatische gedachten ons in de weg zitten. Ze geven ons een onprettig gevoel of weerhouden ons ervan dingen te doen. Het probleem

Nadere informatie

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd. Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Inleiding. Veel plezier!

Inleiding. Veel plezier! Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op

Nadere informatie

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage Stoere Schildpadden Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL. Liefde Ik laat je nooit in de steek. Ik zal je helpen. Jij bent mijn beste vriendin. Het mooiste wat ik heb, geef ik aan jou. Ik ben verliefd... Ik heb alles voor je over. IK HOU VAN JOU! Ik bid voor je.

Nadere informatie

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F Rekenen Meten en meetkunde Tijd voor 1F Colofon Auteur: Daphne Ariaens Eindredactie: Jiska van Hall, Christie Hofmeester Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v.,

Nadere informatie

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou. JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen

Nadere informatie

Bespreken van situaties

Bespreken van situaties Bespreken van situaties U heeft met de leerlingen de website over alcohol, roken en drugs doorlopen. Dit zijn onderwerpen die leerlingen bezighouden en waar ze onderling over praten. Toch is het goed om

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Gemaakt door: Kelly.

Gemaakt door: Kelly. De kanjertraining. Gemaakt door: Kelly. Inhoud. Inhoud. 1 Inleiding. 2 Wat is de Kanjertraining? 3 Hoe en wanneer is de Kanjertraining ontstaan? 4 Wanneer ga je naar de Kanjertraining? 6 Welke stappen

Nadere informatie

Zoek het even lekker zelf uit

Zoek het even lekker zelf uit Zoek het even lekker zelf uit IN DE KLAS Dyslectische kinderen leren lezen Anneke Smits & Tom Braams Dyscalculie en rekenproblemen Marisca Milikowski Autisme in school Ina van Berckelaer-Onnes (red.) Aan

Nadere informatie

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Uurwerk

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Uurwerk PrOmotie Rekenen en Wiskunde Werkboek Uurwerk Colofon Auteur: Onder redactie van: Vormgeving: Technisch tekenwerk: Illustraties: Drukwerk: Ad van den Broek Sluiter boekproductie, Lelystad Adato design,

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0 2 Deel 1 Beïnvloeden van gedrag - Zeg wat je doet en doe wat je zegt - 3 Interactie Het gedrag van kinderen is grofweg in te delen in gewenst gedrag en ongewenst gedrag. Gewenst gedrag is gedrag dat we

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

5 Assertiviteit. 1 Inleiding DC 5 Assertiviteit 1 Inleiding Als SAW er zul je regelmatig in situaties terecht komen waarin je duidelijk moeten maken wat je wel of niet wilt. Bijvoorbeeld omdat een cliënt op een activiteitenafdeling

Nadere informatie

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco. 1 Het portiek Jacco ruikt het al. Zonder dat hij de voordeur opendoet, ruikt hij al dat er tegen de deur is gepist. Dat gebeurt nou altijd. Zijn buurjongen Junior staat elke avond in het portiek te plassen.

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

Met sorry maak je dit niet ongedaan

Met sorry maak je dit niet ongedaan Met sorry maak je dit niet ongedaan Ervaringen en adviezen van als kind mishandelde vrouwen Fiet van Beek Met sorry maak je dit niet ongedaan werd geschreven in opdracht van Stichting Alexander en financieel

Nadere informatie

Marisca Milikowski. Dyscalculie en rekenproblemen. 20 obstakels en hoe ze te nemen

Marisca Milikowski. Dyscalculie en rekenproblemen. 20 obstakels en hoe ze te nemen Marisca Milikowski Dyscalculie en rekenproblemen 20 obstakels en hoe ze te nemen Dyscalculie en rekenproblemen Dyscalculie en rekenproblemen 20 obstakels en hoe ze te nemen Marisca Milikowski BOOM Voor

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Tijd voor jezelf PrOmotie Cultuur en Maatschappij Werkboek Tijd voor jezelf Colofon Auteurs: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Mieke van Wieringen, Caroline van den Kommer Ina Berlet

Nadere informatie

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan. Wild Op het laatste moment ziet Lisa de man pas. Ze hangt de was op in de tuin. En ineens komt hij achter de lakens vandaan. Lisa laat het mandje met was in het gras vallen. Ze gilt. De man ziet er slecht

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Therapie en training, iets voor jou? Als je bij De Hoenderloo Groep komt wonen, heb je vaak al veel meegemaakt in je leven. Het valt niet altijd

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Moeder worden, moeder zijn

Moeder worden, moeder zijn Moeder worden, moeder zijn Uitgeverij Eenvoudig Communiceren Postbus 10208 1001 EE Amsterdam Telefoon: (020) 520 60 70 Fax: (020) 520 60 61 E-mail: info@eenvoudigcommuniceren.nl Website: www.eenvoudigcommuniceren.nl

Nadere informatie